FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL
Bestuderen van het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het rookverbod in bepaalde openbare plaatsen (HGR n° 8127– Goedgekeurd door de werkgroep op 29/08/2005 en gevalideerd door het Overgangscollege op 14/09/2005)
Inleiding : Er werd een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld betreffende het rookverbod in bepaalde openbare plaatsen, dat het K.B. van 15 mei 1990 zal moeten vervangen. In dit ontwerp, dat vanaf 1 januari 2007 van kracht zou moeten worden, worden een aantal voorschriften voorgesteld, die in het bijzonder tot de horeca sector gericht zijn. De Minister voor Volksgezondheid heeft gewenst dat de Hoge Gezondheidsraad over dit document advies zou verlenen teneinde de nodige stappen te kunnen ondernemen alvorens het ook aan de Raad van State wordt doorgegeven. Advies : Het ontwerp van K.B. betreffende het rookverbod in bepaalde openbare plaatsen is een nuttige aanvulling op het K.B. van 19 januari 2005 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de gevaren van omgevingsrook, een besluit dat niet van toepassing is op de "Horeca"-sector. De H.G.R. is echter van oordeel dat verschillende wijzigingen aan het huidige ontwerp van besluit dienen aangebracht te worden teneinde de doeltreffendheid ervan op het terrein te verhogen. Medische en technische overwegingen De gezondheidsrisico's verbonden aan het passief roken (inademing van omgevingsrook) zijn nu door de Belgische en internationale wetenschappelijke Gemeenschap erkend. Bij volwassenen gaat het om een significante toename van de frequentie van longkanker, cardiovasculaire ziektes, acute (astma-aanval) of chronische respiratoire aandoeningen alsook de eraan verbonden voortijdige mortaliteit ( Jamrozik, 2005; Law & Hackshaw, 1996; Janson et al, 2001; Leuenberger et al, 1994; Larsson et al, 2003.
1
Deze effecten zijn verbonden aan de rookconcentratie en aan de blootstellingduur (Jaakkola & Jaakkola, 1999); deze concentratie is hoger in drankgelegenheden dan in andere plaatsen waar niet-rokers naast rokers leven (Maskarinec, et al, 2000; Jarvis, 2001). De omgevingsrook verschilt van die welke oorspronkelijk door de actieve roker ingeademd wordt door een grotere fractie van gasachtige elementen ten opzichte van de vloeibare of partikelelementen: aangezien deze gasachtige elementen onvoldoende door de filters tegengehouden worden is de doeltreffendheid van de filtratie beperkt. Indien men wenst omgevingsrook volledig uit een gesloten ruimte te verwijderen of hem gevoelig te verminderen, moet de afzuiging van de rook met verwijdering naar buiten zeer intens zijn (zodat ze een onaanvaardbaar stormeffect veroorzaakt). In dat opzicht bieden de criteria van het M.B. van 9-1-1991 geen doeltreffende bescherming tegen omgevingsrook. De niet-rokerzones zonder afscherming beschermen de niet-rokers slechts gedeeltelijk omwille van de snelle verspreiding van omgevingsrook (Cenko et al, 2004; Cains et al, 2004). Daarentegen verlaagt de toepassing van het rookverbod in openbare plaatsen de hoeveelheid carcinogenen die in de lucht aanwezig zijn met minstens 90% (Repace, 2004). Specifiek worden hierdoor ook de werknemers uit de Horeca-sector minder aan omgevingsrook blootgesteld (Farelli et al, 2005). Psychologische overwegingen Het rookverbod in de hele Horecasector zou op het vlak van Volksgezondheid een sterk signaal betekenen maar zou veel van zijn doeltreffendheid verliezen mocht een uitzondering voor de drankgelegenheden worden voorzien: men weet dat een totaal rookverbod op de werkplaatsen de frequentie van het volledig stoppen met roken meer doet toenemen dan een verbod dat gepaard gaat met uitzonderingen (Fichtenberg & Glanz, 2002). In Ierland heeft een totaal verbod (ook in de drankgelegenheden) de rook in de "pubs" bijna doen verdwijnen zonder dat het verbruik thuis toegenomen heeft. De goedkeuring van deze wet door het publiek neemt steeds toe terwijl het tabaksverbruik afneemt (OTC, 2005) Sociaal-economische overwegingen 1. Het totaal rookverbod in cafés en restaurants wijzigt de evolutie van de opbrengst van deze ondernemingen niet: de resultaten van objectieve studies uitgevoerd daaromtrent (Scollo et al, 2003;Glanz & Smith, 1997; Joossens, 2005) bevestigen noch de vrees van de Horecasector, noch de zeer subjectieve ramingen die hij aanvoert. 2. Het aanleggen van rookkamers is duur; hetzelfde geldt voor de werking en het onderhoud van de apparatuur. Deze onkosten zijn des te minder gerechtvaardigd dat de doeltreffendheid van de technieken laag is. Een financiële vergoeding, verbonden aan de verrichte investering en aan de afschrijving ervan, zou kunnen worden overwogen voor instellingen, die het K.B. van 1990 nageleefd hebben.
2
3. De uitzonderingen op het verbod scheppen verschillende toestanden voor het personeel dat al dan niet aan passief roken blootgesteld is; spanningen tussen deze groepen zijn dus in dat verband voorspelbaar. Overwegingen betreffende de toepasbaarheid van de wet en haar controle De toepassing van het K.B. van 1990 gaf geen voldoening: de door de Eetwareninspectie uitgevoerde controles alsook een studie in de Luikse streek tonen het aan: de niet-rokerzones zijn afwezig in 40% van de instellingen groter dan 50 m2, en de afzuigsystemen worden slechts in 46% van de instellingen gevonden (Bartsch et al, 2003). De interpretatie van de voorziene uitzonderingen in het nieuwe ontwerp K.B. is voor discussie vatbaar, met als risico het voortbestaan van deze te lage toepassing. Het is praktisch onmogelijk zich ervan te vergewissen dat de afzuigtoestellen constant in werking zijn, wat onontbeerlijk is om een redelijke doeltreffendheid te bereiken. De controle op de toepassing van de wetgeving wordt nog moeilijker door het feit dat de verhouding van de gebruikte producten (drank tegenover voedsel) het onderscheid maakt tussen een drankgelegenheid en een restaurant. Een totaal rookverbod in restaurants en drankgelegenheden leidt niet tot uiteenlopende interpretaties en is eenvoudig en gemakkelijk controleerbaar. Het wordt wijd nageleefd, in Noorwegen (Lund, 2005) alsook in New York (2004). In Ierland steeg de toepassing van het rookverbod van 90% 3 maanden na zijn afkondiging, naar 91% na 6 maanden en 92-94% na 9 maanden (Fong et al, 2005) (OTC, 2005) Specifieke adviezen met betrekking tot elk artikel Artikel 2 Het zou nuttig zijn de beschrijving van het rookverbodsteken, vermeld in de bijlage bij het (opgeheven) K.B. van 15 mei 1990, hier op te nemen. Zoals voorzien in de wetgeving in Italië, zou het verbodsteken ook de boetes moeten bevatten die worden voorzien voor de rokers en uitbaters die de wetgeving niet naleven. Artikel 3 Paragraaf 1 Om de bovenvermelde redenen is de Hoge Gezondheidsraad van oordeel dat het ongeschikt is de drankgelegenheden afwijkingen op het rookverbod toe te kennen.
3
Paragraaf 2 Als afwijkingen toch toegekend zouden worden ziet de Hoge Gezondheidsraad niet in waarom het type producten, dat in acht genomen wordt om de grens tussen een drankgelegenheid en een restaurant te bepalen, verschillend is voor de houders van instellingen (drank en voedingsmiddelen) en voor de houders van meer dan één instelling (voedingsmiddelen alleen). Paragraaf 4 Waarom wordt de definitie van een ruimte gereserveerd voor rokers niet in Artikel 1 vermeld? Door te weinig nauwkeurigheid laat de zin "ze moet zodanig ingericht zijn dat de ongemakken van de rook..." alle interpretaties toe. Dit maakt het definiëren van een overtreding moeilijk. Paragraaf 5 Deze paragraaf zou beter op zijn plaats zijn in Artikel 4 want hij betreft alle Horecazaken en niet alleen de drankgelegenheden. Paragraaf 6 De drankgelegenheid die gesitueerd is in een openbare plaats zou moeten afgesloten zijn van die plaats met wanden, een zoldering en een deur. Artikel 4 De Hoge Gezondheidsraad is van mening dat het ongeschikt is rookkamers te voorzien. De volgende overwegingen zijn bedoeld in geval de Minister dit advies niet zou volgen: Paragraaf 2 De bijkomende voorwaarden waaraan de rookkamers moeten beantwoorden, zoals vermeld in het Ministerieel Besluit van 9 januari 1991 zijn niet voldoende om de omgevingsrook uit de lucht te verwijderen. Het bedieningspersoneel in deze rookkamers blijft dus een gezondheidsrisico lopen, dat zou kunnen vermeden worden als de verbruikers zich zelf aan de toog laten bedienen en zelf hun drank naar de rookkamer meenemen of als elk verbruik in de rookkamers verboden is. Artikel 6 Belangrijke boetes, zowel voor de verbruiker als voor de uitbater, zijn onontbeerlijk om de toepassing van de wet te optimaliseren. Dit blijkt duidelijk uit de ervaring van landen zoals Ierland, Noorwegen en Italië (zie referenties) De boetes zouden een administratief karakter moeten hebben om te vermijden dat de zaak dikwijls geseponeerd wordt in geval van gerechtelijke handeling. In geval van recidief zou de uitbatingsvergunning tijdelijk of definitief geschorst kunnen worden.
4
Artikel 7 Een rookverbod zou ook moeten voorzien worden in bepaalde open plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek zoals 1. plaatsen waar kinderen of jongeren op schoolgaande leeftijd opgevangen en/of geleid worden. 2. plaatsen waar kinderen of jongeren op schoolgaande leeftijd voornamelijk komen spelen, rusten en/of een sport beoefenen. Dit beoogt de preventie van de tabaksinitiatie eerder dan de bescherming tegen de omgevingsrook.
BESLUIT: Na kennisname van de problemen m.b.t. de uitvoerbaarheid en de doeltreffendheid van de maatregelen die worden voorzien in het bestudeerde ontwerp van koninklijk besluit, wordt op basis van de argumenten die door alle experts van de werkgroep werden besproken, volgend voorstel gemaakt voor een gunstigere oplossing ter bescherming van de gezondheid van de klanten en het personeel in de Horecasector: een volledig rookverbod in de restaurants en de drankgelegenheden. Bibliografie Bartsch P, Andrien M. Non-smokers protection in restaurants and bars in Europe: a survey in five European countries ENSP framework project 2001 Bartsch P, Andrien M. La protection des non-fumeurs dans les restaurants et bars en Europe: une enquête dans cinq pays européens. Conclusion de l'étude pour la Belgique francophone Conférence de presse 27 mai 2003 Cains T, Cannata S, Poulos R, Ferson M, Stewart B. Designated "no smoking" areas provide from partial to no protection from environmental tobacco smoke Tobacco Control 2004; 13: 17-22 Cenko C, Pisaniello D, Esterman A. A study of environmental tobacco smoke in South Australian pubs, clubs and cafes Int J Environ. Health Res 2004; 14: 3-11 Farelly MC, Nonnemaker JM, Chou R. et al Changes in hospitality workers' exposure to secondhand smoke following the implementation of New York's smokefree law Tobacco Control 2005; 14: 236-241
5
Fichtenberg C, Glantz S. Effect of smoke-free workplaces on smoking behaviour: systematic review BMJ 2002; 25: 188-191 Fong G; for the ITC-Ireland/UK Research Team The impact of smoke-free workplace legislation on smokers in Ireland; Findings from the ITC-Ireland/UK survey Presentation at the Smoke-free Europe 2005 Meeting Luxembourg June 2, 2005l Glantz S, Smith L The effect of ordinances requiring smoke-free restaurants and bars on revenues: a follow-up Am J Public Health 1997; 87: 1687-1693 Jaakkola M S, Jaakkola J J K. Assessment of exposure to environmental tobacco smoke Eur Respir J 1997; 10: 2384-2397 Jamrozik K. Estimate of deaths attributable to passive smoking among UK adults: database analysis BMJ, doi: 10.1136/bmj.38370.496632.8F Published 2 March 2005 Janson C, Chinn S, Jarvis D, Zock JP, Toren K, Burney P, for the European Community Respiratory Health Survey Effect of passive smoking on respiratory symptoms, bronchial responsiveness, lung function, and total serum IgE in the European Community Respiratory Health Survey: a cross-sectional study Lancet 2001; 358: 2103-2109 Jarvis M. Quantitative survey of exposure to other people's smoke in London bar staff London: Department of Epidemiology and Public Health University College 2001 Joossens L. Economic impact of a smoking ban in bars and restaurants Smoke free Europe makes economic sense By the Smoke Free Europe Paternship, May 2005, 45 pp 1313N-1-904097-52-9 Larsson M, Hoit HM, Meren M, Polluste J, Magnusson A, Larsson K, Lundback B. Passive smoking and respiratory symptoms in the FinEsS Study Eur Respir J 2003; 21: 672-676 Law MR, Hackshaw AK. Environmental tobacco smoke Br Med Bull 1996; 52: 22-34
6
Leuenberger J, Schwartz J, Ackermann-Liebrich U, Blaser K, Bolognini G, Bongard JP, Brandli O, Braun P et al (Swiss Study on Air Pollution and Lung Diseases in Adults, SAPALDIA Team) Passive smoking exposure in adults and chronic respiratory symptoms (SAPALDIA Study) Am J Respir Crit Care Med 1994; 150: 1222-1228 Lund M. Smoke-free bars and restaurants in Norway Smoke free for Europe Meeting June 2005 Maskarinec MP, Jenkins RA, Counts RW, Dindal AB Determination of exposure to ETS in restaurants and tavern workers in one US city J Expo Anal Environ Epidemiol 2000; 10: 36-49 New York City Department of Finance, New York City Department of Health and Mental Hygiene, New York Department of Small Business Services, New York City Economic Development Corporation The state of smoke-free New York City: A one year review March 2004 Office of Tobacco Control Smoke-free workplaces in Ireland: A one-year review Public Health (Tobacco) Acts, 2002 and 2004 Repace J; Respirable particles and carcinogens in the air of delaware hospitality venues before and after a smoking ban J Occup Environ Med 2004; 46: 887-905: ScolloM, Lal A, Hyland A, Glanz S. Review of the quality of studies on the economic effects of smoke free policies on the hospitality industry Tobacco Control 2003; 12: 13-20
7