groningen Aan Provinciale Staten
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage
LU
Onderwerp
2 3 HEI 2013 2013-20.857/21/A. 17, RS 460601 Eggink A.J., De Smidt A.J. (050)316 4935
[email protected] 1 Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015
Geachte dames en heren.
1/)
Q CC
Op 12 december 2012 heeft u in de vergadering van uw Staten het beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015: initiatiefrijk en öefro/c/cen vastgesteld. Tijdens de behandeling van het beleidskader hebben wij met u afgesproken dat wij voor een aantal onderwerpen dat in het beleidskader wordt genoemd met een nadere uitwerking komen. Het is hierbij goed om te weten dat de meeste activiteiten die in het beleidskader staan, momenteel in uitvoering zijn. Zo is het Sociaal Planbureau Groningen gestart en worden er goede resultaten geboekt bij de verschillende steunfuncties. Voor drie onderwerpen uit het beleidskader geldt dat zij -na vaststelling in december- verder zijn uitgewerkt, te weten: zorg, vrijwilligerswerk en burgerparticipatie. Deze uitwerking is opgenomen in het bijgevoegde 'Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015' en doen wij u hierbij ter kennisname toekomen. In de uitwerking wordt ingegaan op de volgende thema's: o Zorgmonitor, • Integrale zorgcentra. Werkconferentie Toegankelijke zorg in Noord en Oost Groningen Stimulans patiënten- en burgerparticipatie in geïntegreerde zorg o Anders aan de slag met de 'nieuwe' vrijwilliger, o Vrijwilligerswerk en 'kwetsbare groepen', o Bewonersinitiatieven: delen uitdragen en genereren, « Een bewonersinitiatief: wat nu?!
O 06-HB-SG-001
nmgen werkt voiq * W u op OOM vvf n-i U
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
voorzitter.
, secretaris. Bijlagen: Nr.
Titel
1
Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015
Bijgevoegd X
Ter inzage in de Statenkast
ACTIEPROaRAMMA SOCIAAL BELEID 2013-2015 UITWERKING BELEIDSKADER 'INITIATIEFRIJKEN BETROKKEN
PROVINCIE GRONINGEN JUNI 2013
INHOUD
Inleiding
3
1. Zorg
4
1.1 Zorgmonitor
4
1.2 Integrale zorgcentra
6
2. Vrijwilligerswerk
8
2.1 Anders aan de slag met de 'nieuwe' vrijwilliger
8
2.2 Vrijwilligerswerk en 'kwetsbare groepen'
9
3. Burgerparticipatie: het bewonersinitiatief op de kaart
11
3.1 Bewonersinitiatieven: delen, uitdragen en genereren
12
3.2 Een bewonersinitiatief: wat nu?!
13
4. Financiën
15
INLEIDING
Provinciale Staten hebben in december 2012 het Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015 vastgesteld. De kern van het beleidskader is vervat in de titel: 'Initiatiefrijk en betrokken'. Betrokken bij de inwoners van onze provincie en initiatiefrijk in de zin van (pro)actief provinciaal beleid; daar waar dat nodig is, samen met andere partijen en in aansluiting op maatschappelijke vraagstukken en opgaven. De meeste activiteiten die in het beleidskader staan, zijn momenteel in uitvoering. Zo is het Sociaal Planbureau Groningen gestart en worden er goede resultaten geboekt bij de verschillende steunfuncties. Met het vaststellen van het beleidskader, hebben de staten ingestemd met drie beleidsprioriteiten die in dit Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015 zijn uitgewerkt: -
Zorg Vrijwilligerswerk Burgerparticipatie/ bewonersinitiatieven
Deze prioriteiten zijn tevens opgenomen in de sociale paragraaf van het addendum Coalitieakkoord 2013-2015 'Energiek en scherp aan de wind'. Daarbij merken wij op dat de term 'sociaal' weliswaar verwijst naar het sociale domein, maar dat dit geen recht doet aan de reikwijdte van de onderwerpen. Het belang van goede en bere/kbare zorg overstijgt immers het 'sociale' aspect, evenals de onmisbaarheid van vrijwilligerswerk in de samenleving. Ook burgerparticipatie, of liever: ttet bewonersinitiatief, wordt steeds belangrijker. Al dan niet als voortvloeisel van zich terugtrekkende overheden, zijn bewonersinitiatieven van invloed op bijvoorbeeld de leefbaarheid in dorpen en wijken. Dit reikt veel verder dan alleen het sociale domein. De uitwerking van de activiteiten rond zorg, vrijwilligerswerk en burgerparticipatie/bewonersinitiatieven staat in respectievelijk hoofdstuk 1, 2 en 3, gevolgd door de financiën in hoofdstuk 4. Bij de verschillende onderdelen staan de verwachte kosten opgenomen. Deze bedragen zijn indicatief en op basis van een eerste verkenning. Bij uitvoering door derden wordt -uiteraard- een gespecificeerde begroting gevraagd in een scherpe prijs/kwaliteit verhouding. Wanneer daar aanleiding toe is, realloceren wij de middelen tussen de genoemde budgetten.
ZORG
Vanuit het maatschappelijk belang en de vraag wat mensen echt nodig hebben, zien wij -evenals spelers uit het zorgveld zelf- een taak voor ons weggelegd in de gezondheidszorg. Dit laatste mede omdat veel zorgvoorzieningen op bovengemeentelijk niveau zijn georganiseerd. Hoewel wij (met uitzondering van de jeugdzorg) geen formele taken en bevoegdheden hebben op dit terrein, houden wij de vinger aan de pols bij zorgaspecten die het publieke domein raken. Wij zetten ons daarom in voor een gespreide, bereikbare en kwalitatief goede zorgstructuur In Groningen. Zoals vastgesteld in het Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015, ligt de nadruk op de zorgmonitor en de integrale zorgcentra^.
1.1
Zorgmonitor
In de provincie Groningen constateren we al enige tijd dat de continuïteit, bereikbaarheid en kwaliteit van zorg onder druk staan. Gelijktijdig signaleren we een grote toename van de zorgvraag en een minder goede gezondheid van onze inwoners. Voor provincie en haar zorgpartners ligt er de komende jaren dan ook de uitdaging om in een dunbevolkt Groningen met een dalende bevolking, ontgroening en vergrijzing, de kwaliteit en bereikbaarheid van de gezondheidszorg overeind te houden. Het is van belang om de ontwikkelingen, knelpunten en trends in het Groningse zorglandschap goed in beeld te brengen (signaleren). Daarvoor ontwikkelen wij samen met andere partners een zorgmonitor die periodiek wordt herhaald en die ons bovendien inzicht biedt in de huidige en toekomstige vraag in de zorg. Een zorgmonitor die helpt (agenderen) bij het vinden van antwoorden op knelpunten en vragen. De zorgmonitor vergroot het inzicht in zorgvraagstukken, zorgontwikkelingen en trends, voedt het beleidsdebat en vergroot de sturingsmogelijkheden op het terrein van de zorg door het vroegtijdig signaleren van knelpunten.
Hoofdthema's 2013-2015 Op basis van de huidige ontwikkelingen is gekozen voor vier hoofdthema's die in de zorgmonitor aan bod komen: 1. bereikbaarheid van de zorg; 2.
kwaliteit van de zorg;
3. herinrichting Gronings zorglandschap; 4.
mantelzorg.
Deze hoofdthema's worden samen met de zorgpartners verder uitgewerkt en aangescherpt. Immers: input en directe betrokkenheid van de zorgpartners is van groot belang bij de zorgmonitor. Daarom wordt er een klankbordgroep ingesteld en wordt de zorgmonitor als terugkerend agendapunt opgevoerd bij de regiegroep Zorg voor de Toekomst Noord en Oost Groningen.
1
Oorspronkelijk werd in het beleidskader gesproken over anderhalvelijns zorg. Onze zorgpartners geven echter de voorkeur aan Integrale zorg en integrale zorgcentra, waarna de terminologie is aangepast in het actieprogramma.
Methode van onderzoek; kwantitatief en kwalitatief De basis voor de zorgmonitor bestaat uit kwantitatieve, cijfermatige gegevens. In principe wordt daarbij gebruik gemaakt van bestaande, goed ontsloten en valide data uit diverse bronnen. Dit geeft inzicht in diverse zorgthema's en eventuele trends in termen van absolute aantallen en verwachte toe-/afnames (bijvoorbeeld het huidig gebruik van de zorg en de verwachting over 25 jaar, gekoppeld aan de demografische ontwikkelingen). De uitkomsten bespreken wij met de verantwoordelijke partijen.
Groninger Panel Naast de kwantitatieve gegevens waarmee geanticipeerd kan worden op de toekomst, vinden wij het van belang dat ook de ervaringen van de zorggebruikers -de inwoners van onze provincie- betrokken worden. Bijvoorbeeld: hoe ervaren zij de bereikbaarheid en de kwaliteit van de zorg? Wat zijn de ervaringen van mantelzorgers, welke ondersteuning is er en welke ondersteuning is gewenst? Deze en andere vragen kunnen voorgelegd worden aan het G roninger Panel, dat onderdeel is van het Sociaal Planbureau
G roningen
(CMO). Welke
vragen
er
voorgelegd
gaan
worden
aan
deze
(forse)
representatieve groep inwoners, wordt bepaald op basis van de kwantitatieve gegevens en in samenspraak met de verantwoordelijke zorgpartners.
Planning De zorgmonitor wordt dit jaar (2013) gebouwd en jaarlijks uitgevoerd (2013, 2014 en 2015). Op basis van een opdrachtbeschrijving en 'programma van eisen' worden vóór de zomer
organisaties op
offertebasis uitgenodigd voorstellen in te dienen voor de bouw, uitvoer, beheer en borgen van de zorgmonitor. De eerste uitvoering van de zorgmonitor vindt eind 2013 plaats. Overigens achten wij het noodzakelijk dat er gelijktijdig aan de bouw van de zorgmonitor wordt gewerkt aan het onderbrengen van de zorgmonitor, gelet op beheer en onderhoud. Het G roninger panel staat in de startblokken. Vooruitlopend op de bouw van de zorgmonitor zetten wij dit panel op korte termijn (medio 2013) in. Zodra kwantitatieve gegevens en analyse uit de eerste monitor bekend zijn, zullen wij opnieuw gebruikmaken van het Groninger panel.
Izorgmonitori
' -'
'
"
-
- ,
- -
-
. ~ , - - . , ; ^ \
\Hoofddoet vergroten inzicht m zorgvraagstukken, -ontwikkelingen en trends Het voeden van het beleidsdebat eni jl
-•
,
-'
.
, "
'
ivergroten van destunngsmogelijkheden op hetterrein van de zorg inde provincie Groningen I-
^
•-
.
*'
•
'
.
'
.
. /
-
' , >
-
'
*
.
'
"
'
"
I
\Subdöet het gedurende de periode 2013-2015 vroegtijdig signaleren en agenderen van knelpunten en 'witte vlékken'i 'dièzichvoordoenm het Groningse zorglandschap
'
'
, . ■
'" ^
- ><.
\
'^Maatscfiappelijk doet bijdragen aan de bereikbaarheid, toegankelijkheid,'kwaliteit en'continuiteit van de zorg voor del {inwoners van de provincie Groningen y ^ '
'
^
.
Looptijd 20\ZXoi mmeX2Q\5
""^ '-
'
' '.
'
.
■
''
r'
- ' ,
,
^
,
'
,^ '
•
^ ;
.
'
'
-
•' ■
- , ' ■ ■ , ' ' ■
5escMAaa/-Z>üóg&A €50 000 m 2013, €85.000 i n 2014, € 85 000 m 2015 —.j.
.
_
i,
' -.1-.——^
'-* _ 1
',-^
1, i
' ^
:
.
.
'v,
f-' L
. i J
1.2
Integrale zorgcentra
Voor inwoners van onze provincie is bereikbare zorg van groot belang. Uit eerdere verkenningen is echter gebleken dat 'zorg dichtbij' niet langer vanzelfsprekend is. Zo kan de eerstelijns huisartsenzorg in Noord- en Oost Groningen de noodzakelijke zorg aan ouderen en chronisch zieken in de toekomst niet meer bieden in de huidige vorm. De huisartsenpraktijken vergrijzen en zijn naar verhouding te klein. Anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, samenwerken en de zorg anders organiseren is nodig om de zorgvraag goed op te vangen. Een goede samenhang in het regionale zorgaanbod tussen eerstelijnszorg en tweedelijnszorgis daarvoor een voorwaarde. Daarom hebben wij 'integrale zorg' als thema opgenomen in het beleidskader en actieprogramma sociaal beleid 2013-2015. Samen met betrokken (zorg)partners willen wij -mede gelet op de gevolgen van de verplaatsing van het ziekenhuis (OZG)- sterk inzetten op de realisatie van integrale zorgcentra. Daarbij is uiteraard een belangrijke rol en verantwoordelijkheid weggelegd voor Menzis. Onze rol ligt derhalve in actieve procesondersteuning zodat integrale zorgcentra zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd. Na vaststelling van het beleidskader, hebben wij inmiddels bijgedragen door het (mede)organiseren van de werkconferentie "Toegankelijke zorg in Noord en Oost Groningen" (zie A). Daarnaast gaan wij patiënten-en burgerparticipatie stimuleren bij de realisatie van integrale zorgcentra (zie B).
A
Werkconferentie: Toegankelijke zorg in Noord en Oost Groningen
Zowel landelijk als regionaal vragen de ontwikkelingen in de zorg om veranderingen in het huidige zorglandschap. Met name voor onze regio Noord en Oost Groningen staan de continuïteit, bereikbaarheid en kwaliteit van de zorg onder druk. Om tot een goede inrichting van het zorglandschap te komen is creativiteit nodig van alle stakeholders en daarom gaan wij samen met Zorgverzekeraar Menzis en alle andere partijen in Noord en Oost Groningen intensief aan de slag om de zorg in de regio blijvend vorm te geven en (waar dat verantwoord kan) zo dicht mogelijk bij de inwoners. Daartoe hebben we eind april 2013 samen met Menzis een regionale werkconferentie georganiseerd om met de andere (zorg)partners tot een gedeelde ambitie c.q. visie te komen op de inrichting van het regionale zorglandschap. De conferentie was uitermate succesvol. Niet eerder heeft zo'n brede vertegenwoordiging van zorgaanbieders en bestuurders met elkaar gesproken over de invulling van de zorg in de regio's Noord en Oost Groningen. Tijdens het opstellen van dit actieprogramma worden de uitkomsten van de conferentie verwerkt en teruggekoppeld, zodat deze nu niet zijn opgenomen. Wel kan op hoofdlijnen gesteld worden dat er een zeer groot draagvlak bestaat bij de zorgpartners. Ook zijn er concrete vervolgstappen benoemd en wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de woon- en leefbaarheidplannen van de verschillende regio's/gemeenten. Reeds gestarte projecten en initiatieven worden opgenomen in een totaalaanpak Kortom: het ontwikkelingstraject is inmiddels gestart. Centrale vraag daarbij is hoe de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn eruit moet zien zodat de laagcomplexe zorg zo toegankelijk mogelijk blijft binnen de randvoorwaarden van kwaliteit en betaalbaarheid. Wij spelen in deze fase een minder belangrijke rol dan bij de organisatie van de werkconferentie. Echter, wij houden in deze fase wel degelijk de vinger aan de pols.
B
Stimulans patiënten- en burgerparticipatie in de geïntegreerde zorg
Vooruitlopend op de herinrichting van het zorglandschap (zie A) is een aantal initiatieven in ontwikkeling. Bij deze initiatieven wordt gezamenlijk
opgetrokken
door
Menzis, zorginstellingen, huisartsen,
apothekers, fysiotherapeuten en gemeenten. Een goede zaak, waarbij de betrokkenen vooral inzetten op kwesties die spelen rond de sterk stijgende zorgvraag van oudere chronisch zieken en het dreigende tekort aan eerstelijnszorg, terwijl de ziekenhuiszorg meer en meer geconcentreerd gaat plaatsvinden. In het vervolg op de werkconferentie "Toegankelijke zorg in Noord en Oost Groningen" zullen -naast de bestaande- ook nieuwe initiatieven ontstaan. Kortom, er zijn diverse ontwikkelingen gaande waarmee de inwoners van onze provincie te maken hebben of krijgen. Patiënten- en burgerparticipatie In het addendum 2013-2015 bij het Coalitieakkoord 'Energiek en scherp aan de wind' hebben wij het belang van een samenleving waarin inwoners actief participeren onderstreept (zie ook H3). Tegelijkertijd signaleren wij ook dat mensen steeds meer zelf moeten gaan regelen. Om langer zelfstandig te blijven wonen, maar ook in de langdurige zorg. Er wordt hier nogal wat gevraagd en het is dan ook van wezenlijk belang dat men hiertoe in staat wordt gesteld. Een eerste stap is het betrekken van de inwoners en patiënten zelf (patiënten- en burgerparticipatie) bij het geven van vorm en inhoud aan de integrale zorg. Want juist dit onderwerp raakt iedereen, vooral in tijden waarin steeds meer een beroep gedaan wordt op zelfmanagement, eigen verantwoordelijkheid, eigen regie en het inzetten van het eigen netwerk. Daarbij bouwen wij voort op de participatieve benadering die het programma 'Zorg voor de Toekomst Noord- en Oost Groningen' al meerdere jaren toepast. Samen met Zorg voor de Toekomst en Zorgbelang Groningen gaan wij een aantal projecten (laten) ontwikkelen waarmee inwoners en cliënten beter betrokken worden bij de herinrichting van het Groningse zorglandschap. Projecten die antwoord geven op welke problemen zich voordoen en welke oplossingen passen bij de mensen die ermee te maken hebben en krijgen? Door inwoners en patiënten mede de antwoorden op die vragen te laten formuleren wordt het benodigde draagvlak voor de oplossingen en veranderingen verkregen.
Integrale zorgcentra
'
.
Hoofddoet actief ondersteunen van het proces spoedig te komen tot realisatie van integrale zorgcentra 5üMoe/e/r-hennnchten en verbeteren van het Groninger zorglandschap,
^
'
,, ^
-
- bevorderen patiënten- en burgeparticipatie m'ontwikkelmgen en initiatieven rondom geïntegreerde zorg Maatschappelijk doet bijdragen aan de bereikbaarheid én toegankelijkheid van de zorg in de provincie Groningen Zocp&y^/2013 tot en met 2015 ' ■ " ' , ' Beschikbaar budget £50 000 m 2013, £100 0 0 0 \r\201A en £.100 000 \r\ 2015 ^ ' Deelresultaten
,
'
'
•
..
,
^
• ' werkconferentie toegankelijke zorg m Noord en Oost Groningen (gerealiseerd)
.
' ,
'
_ ^ , '-'
' . '. »
'
,' .
:
■■ '^' ^
• , betrokkenheid en deelname stimuleren van patiënten en inwoners bij regiona^le en lokale initiatieven'rond integrale 'zorgcentra in 2013 ondersteuning aan 2 projecten, in 2014 en 2015 ondersteuning aan jaarlijks drie projecten
VRIJWILLIGERSWERK
Er wordt een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers. Niet alleen in de (mantel)zorg en Wmo, ook op andere gebieden wordt het steeds belangrijker dat mensen activiteiten ontwikkelen en zich voor de gemeenschap inzetten. Daarnaast treden overheden steeds verder terug en dragen zij taken over aan inwoners, verenigingen
en
(vrijwilligers)organisaties.
Bijvoorbeeld
(sport)verenigingen
die zelf
(gemeentelijke) velden of gebouwen onderhouden en zwembaden die volledig draaien op vrijwilligers. Het 'adopteren' van gemeentelijk groen en zelf voor de groenvoorziening in de eigen straat/wijk/dorp zorgen is ook een opkomende trend. Een toenemend appèl op vrijwillige inzet terwijl aan de andere kant bij organisaties een tekort aan vrijwilligers dreigt. Dat gemeenten mensen uit kwetsbare doelgroepen en/of met een uitkering steeds vaker toeleiden naar vrijwilligerswerk zou als oplossing gezien kunnen worden. Echter, de vrijwilligersorganisaties zijn meestal onvoldoende toegerust om deze vrijwilligers te begeleiden. Op basis van de bovengenoemde ontwikkelingen gaan wij -via de steunfunctie vrijwillige inzet- een extra impuls geven aan het vrijwilligerswerk, naast de activiteiten die nu al worden uitgevoerd binnen de steunfunctie. Daarmee geven wij ook (mede) uitvoering het addendum Coalitieakkoord 20132015 'Energiek en scherp aan de wind', waarin vrijwilligerswerk als speerpunt is benoemd.
2.1
Anders aan de slag met de 'nieuwe' vrijwill iger
De vraag naar vrijwilligers neemt toe en veel verenigingen hebben moeite om mensen te vinden en aan zich te binden. Vooral vacatures voor bestuursfuncties zijn steeds lastiger in te vullen. Opvallend genoeg geldt dit -gelukkig- niet voor alle verenigingen of organisaties die met vrijwilligers werken. Organisaties die zichzelf vernieuwen en creatief inspelen op de wensen van de 'nieuwe' vrijwilliger zijn beter op de toekomst voorbereid, want het vrijwilligerswerk verandert. En dat komt niet omdat er minder vrijwilligers zijn; in vergelijking met dertig jaar geleden zijn het er waarschijnlijk méér (bron: Movisie). De manier waarop mensen zich vrijwillig willen inzetten is anders. De nieuwe vrijwilliger zoekt kortdurend en projectmatig vrijwilligerswerk en is minder gebonden aan één organisatie. Voor organisaties is het dus zaak om het vrijwilligerswerk anders in te delen en anders aan te bieden. En hoe vindt, begeleidt en bindt je de nieuwe vrijwilliger? Er zijn voorbeelden in onze provincie van organisaties die dat goed hebben aangepakt. Het vraagt een manier van 'omdenken', kritisch kijken naar de eigen organisatie en buiten de vaste kaders (durven) stappen van bijvoorbeeld 'voorzitter-penningmeester-secretaris' in geval van bestuursvacatures. In de periode 2013 tot en met 2015 worden binnen de steunfunctie Vrijwillige Inzet (CMO) extra activiteiten uitgevoerd die aansluiten op bovengenoemde ontwikkelingen met een extra aanbod voor zowel de lokale steunpunten vrijwilligerswerk als de vrijwilligersorganisaties. Er is gekozen voor een koppeling met de steunfunctie, zodat het netwerk, de expertise en de reeds beschikbare faciliteiten optimaal benut worden. Het projectplan bevat minimaal de volgende onderdelen;
Doet vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij^het anders indelen/aanbieden van vrijwilligerswerk in aansluiting op dej iwensenvande'nieuwe',vrijwilligeromhenzotehelpenmeervrijwilligerstevindenentebinden
<
■• •
jZ?oe/jg'/oe/7//7«7yec^oa/t/7e/s-vrijwilligersorganisaties en Steunpunten vrijwilligerswerk 'zoo/?fyrf 2013 toten met2015
,'
.^
-
\
■
"
'
I
' ,
.
,
J
',
/roste/;md'/cate/^ €30.000 m 2013, €50.000 m 2014 en €50 000 in 2 0 1 5 ' Deelresultaterr
"
- , ' - , ' .
^
•
,
\
» G esprekken met minimaal 15 sleutelfiguren/ervaringsdeskundigen uit het vnjwilligersveld ter voorbereiding op een! passend ondersteuningsaanbod o
, ,
- '
Beschrijving .van succesfactoren en valkuilen, praktische handleiding Hien/oor mvehtanse'ren welke 'tools' er beschikbaar zijn vanuit Movisie en welke geschikt zijn voor de Groninger situatie
•
'
>
''
Informatievoorziening via steunfunctiewebsite wwwvn|willigeisgroningen nl en o a. steunpunten vrijwilligerswerk, Opname van het onderwerp in de (digitale) nieuwsbrief -
'
'"
.
! >
•
Ontwikkeling aanbod deskundigheidsbevordering voor lokale steunpunten vrijwilligerswerk in de vorm van 'tram de]
\,
trainer', zodat zij op hun beurt de vrijwilligersorganisaties kunnen ondersteunen bij vraagstukken rond de 'nieuwe'j vrijwilliger(aantal trainingen naderte bepalen in overleg metde steunpunten)^
•
"
'
.,
,
., '
Inventarisatie van minimaal 20 goede voorbeelden (best practises) m de provincie van het vinden en binden van de 'nieuwe' vrijwilliger en dit actief delen met hetvrijwilligersveld (via de website, steunpunten en nieuvtsbrief)
•
Jaarlijks
organisatie
van
minimaal
zes
regionale
'meet&greets'
-vrijwilligeisorganisaties'delen van kennis en praktijken^anng O
"
-'!^
én andere! ^
I
.
,
~
-
.
Inbedden van de opgedane kennis en deskundigheid m het structurele aanbod van steunpunten en de steunfunctie Vrijwillige Inzet
2.2
practises
Opzetten van een expertpool van (eivanngs)deskundigen voor het bieden van persoonlijk advies op maat en tijdelijke coaching aan minimaalïOvnjwilligersorganisaties per jaar
•
fussen 'best
'
'
'
>
^
;,
Vrijwilligerswerk en 'Icwetsbare groepen'
In de sociale paragraaf van het addendum bij het Coalitieakkoord 2 0 1 3 - 2 0 1 5 'Energiek en scherp aan de wind', is opgenomen dat wij ondersteuning aan het vrijwilligerswerk een belangrijke zaak vinden. Vrijwilligers
zijn
onmisbaar
binnen
een
sociale
en
leefbare
samenleving.
Daarbij
heeft
het
vrijwilligerswerk in relatie tot armoedebestrijding onze speciale aandacht (addendum; p.2). Immers, vrijwilligerswerk wordt steeds meer ontdekt en benut als middel tot participatie en (re-)integratie. Als opstap naar betaald werk, als arbeidsactivering, integratie of ter uitbreiding van het sociaal netwerk en activering van mensen die om wat voor reden dan ook minder goed (kunnen) meedoen in de samenleving. Het stimuleren dat deze inwoners aan de slag gaan als vrijwilliger, is een logische keuze. Want vrijwilligers zijn maatschappelijk nuttig bezig, betekenen iets voor een ander en ontwikkelen zichzelf. Vrijwilligerswerk heeft de potentie sociale uitsluiting van mensen te voorkomen en hen sterker en zelfbewuster te maken. Vanuit het perspectief van aanbieders van vrijwilligerswerk ziet dezelfde werkelijkheid er iets anders uit. Deze organisaties (van dorpshuizen en sportverenigingen tot zorginstellingen) hebben te maken met een toename van 'kwetsbare' vrijwilligers die vanwege hun achtergrond, capaciteiten e n / o f omgangsvormen
als minder 'sterk' worden ervaren en voor wie het leveren van vrijwillige inzet niet altijd een eigen keuze is. Het gaat bijvoorbeeld om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, Wajongers of mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking. Ongeacht de reden voor de kwetsbaarheid, gaat het veelal om mensen die op dringend advies van een instantie vrijwilligerswerk gaan doen of daartoe zelfs 'verplicht' zijn. Uit een eerste verkenning (uitgevoerd door CMO Groningen) blijkt dat kwetsbare vrijwilligers veel kunnen betekenen voor een organisatie, maar dat zij -in vergelijking tot de traditionele vrijwilligers- meer begeleiding nodig hebben en dat dit zorgvuldig moet gebeuren. Die zorgvuldigheid bij het bieden van passende begeleiding geldt voor zowel de aanbieder van vrijwilligerswerk als voor de toeleider van de vrijwilliger en eventuele andere betrokken (hulpverlenings)organisaties rond de betrokkene. Hoewel iedereen vaak van goede wil is, wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid niet altijd gevoeld, terwijl dit belangrijk is voor het welslagen van de deelname aan het vrijwilligerswerk. Ook zijn de wensen/behoeften van de doelgroep onvoldoende in beeld. Wat hebben deelnemers nodig om te participeren in het vrijwilligerswerk en wat is de vraag vanuit de vrijwilligersorganisaties? In de periode 2013 tot en met 2015 worden in het verlengde van de steunfunctie Vrijwillige Inzet (CMO) extra activiteiten uitgevoerd die moeten bevorderen dat het vrijwilligerswerk toegankelijker wordt voor kwetsbare groepen c.q. dat vrijwilligersorganisaties beter zijn toegerust op deze doelgroep. Er is gekozen voor een koppeling met de steunfunctie, zodat het netwerk, de expertise en de reeds beschikbare faciliteiten optimaal benut worden. Het projectplan bevat minimaal de volgende onderdelen;
öoé/vrijwilligerswerk bete'rtoegankelijk voor kwetsbare groepen
"
-'
'
, I
Doelgroep/projectpartners kwetsbare vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, steunpunten vrijwilligerswerk, dienst-i verleners kwetsbare cliënten (sociale diensten, psychiatrie, reclassenng, etc) en gemeenten Zoo/7&yo!2013totenmet2015
"
-
-
' 1
/roste/7//7o'/caöe/€20.000in2013,€30.005in2014èn€40000in2015 ^
,
'
'
,' '
-
v'
.
'
^*
)
Deelresultaterr ' , ' "' 1 ' ' ■ I • Inventarisatie onder minimaal 30 personen uit de doelgroep zelf wat hebben zij nodig om zinvol te participeren in het' ■.
,
->
-
,
,
.
,
\
vrijwilligerswerk'',En inventarisatie van wensen/behoeften onder minimaal 15vrijwilligeisorganisaties ^ •
Beschrijving van succesfactoren en valkuilen, praktische handleiding
^
'
^
'
,
o " Informatievoorziening via stéunfunctiewebsite www vri|willigersgroningen nLen ó a. steunpunten,vrijwilligerswerk, minimaal twee keer per jaar een (digitale) nieuwsbnef •
'
]
Ontwikkeling aanbod deskundigheidsbevordenng voor lokale steunpunten vrijwjiligerswerk m de vorm van 'tram de| trainer', zodat zij op hun beurt maatschappelijke organisaties (en vrijwilligersorganisaties) kunnen trainen om met deze doelgroep om te gaan (aantal trainingen nader te bepalen m overleg met de steunpunten)
• , Jaarlijks organisatie en uitypenng van minimaal vijf lokale/regionale workshops met betrokken partijen met als doel' j.
afstemmingen samenwerking
-
'
.
,
.
I
" I
•,
Jaarlijks tenminste 100 personen uit betrokken partijeii hebben aantoonbaar meegedacht over het ondenwerp en/of.
•
het geagendeerd inde eigen organisatie ~ r 'I Jaarlijks tenminste vijf organiaties zijn aan de slag met visie- en beleidsontwikkeling rond vrijwilligerswerk doori
' ' '
\
kwetsbare groepen Slotconferentie_ _., _,
(^
10
BURGERPARTICIPATIE: HET BEWONERSINITIATIEF OP DE KAART
In het addendum 2013-2015 bij het Coalitieakkoord 'Energiek en scherp aan de wind' is het belang van vrijwillige inzet onderstreept, evenals ons streven naar een samenleving waarin inwoners actief participeren. Inwoners denken en spreken steeds vaker mee bij zaken die zij belangrijk vinden. Door zelf initiatieven te ontwikkelen voor dorp of leefomgeving, bepalen zij mede de (overheids)agenda. Of om het met andere woorden te zeggen: er is een ontwikkeling gaande van overheidssturing naar zelfsturing door inwoners; de initiatiefnemers staan aan het roer. Het betekent dat zij niet alleen plannen maken, maar ook zelf de uitvoering ter hand nemen. Een goede zaak, want de leefbaarheid van dorpen en wijken hangt sterk samen met de veerkracht van inwoners en hun inzet voor de samenleving. Juist in een tijd waarin overheden zich (deels) terugtrekken en verantwoordelijkheden neerleggen bij de inwoners. Het bovenstaande is een ontwikkeling die grote kansen biedt volgens de Visitatiecommissie 'Bestuurlijke Toekomst Groningen'. In het eindrapport Grenzeloos Gunnen houdt de commissie een warm pleidooi voor een vermaatschappelijking van publieke taken, mits de overheid ruimte geeft en stimuleert. De rol van overheden die bij deze ontwikkeling past, is dat zij -vanuit een positieve grondhouding- de initiatiefnemers verder op gang helpt. Of zoals de commissie omschrijft; '[...] een overheid die loslaat wanneer inwoners zich prima redden, die faciliteert wanneer dat (even) helpt, die stimuleert of regisseert als dat oplossingen biedt en die reguleert als het echt niet anders kan.' Dit vraagt een andere werkwijze en opstelling van bestuurders en ambtenaren (meer procesbegeleider), maar ook van inwoners en hun organisaties: '[...] eerst zelf proberen, alvorens voor middelen en voorwaarden naar de overheid te kijken. Zelf op onderzoek en verkenning uitgaan en gebruik maken van ervaringen elders. Zelf voor draagvlak en betrokkenheid van anderen zorgen. De overheid respecteren en waarderen in haar functie van bewaker van het algemeen belang.' (Visitatiecommissie 2013, Grenzeloos Gunnen, p.52). Deze zienswijze van de Visitatiecommissie is zeer herkenbaar. Uit de conferentie 'Groningers aan zet' die wij in 2012 hebben georganiseerd, bleek bijvoorbeeld dat zowel de overheid als inwoners soms moeite hebben om elkaar te vinden. Dit is niet alleen fysiek (bij wie moet ik zijn met mijn plan), het is vooral een kwestie van onduidelijke rollen en verschillen in wederzijdse verwachtingen. Nu gaat het gelukkig- ook vaak goed, getuige de vele geslaagde en succesvolle burgerinitiatieven in onze provincie. Desalniettemin signaleren wij de behoefte om er méér mee te doen en hebben wij burgerparticipatie en het stimuleren van bewonersinitiatieven opgenomen in het Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015. Daarmee is het de bestuurlijke ambitie van de provincie om te helpen bij de omslag naar een 'doedemocratie', waarin zelfsturing en het 'zelf doen' steeds belangrijker wordt en waarbij de rol van overheden meer faciliterend en ondersteunend is in plaats van bepalend en/of betalend. De ambitie van de provincie Groningen is om gemeenten (maar ook zichzelf) te helpen bij dit proces en om bewonersinitiatieven te faciliteren door kennisuitwisseling tussen de initiatieven te stimuleren.
11
Wij kiezen daarbij voor een sectoroverstijgende werkwijze, waarbij een uitvoeringsplan wordt opgesteld met inbreng vanuit het sociaal beleid, Leader, het beleid t.a.v. bevolkingsdaling, het loket levende dorpen en het PLG beleid. Wij willen dit doen in samenwerking met organisaties als bijvoorbeeld de Vereniging van G roninger G emeenten, de Vereniging Groninger Dorpen, Koninklijke Heidemaatschappij (Kern met Pit) of andere organisaties die deskundigheid en kennis over burgerinitiatief kunnen inbrengen. De aanpak die ons voor ogen staat, is tweeledig: 1. Delen, uitdragen en genereren van bewonersinitiatieven die de leefbaarheid bevorderen, 2.
Inwoners en overheden handvatten bieden voor een constructieve handelswijze en samenwerking bij bewonersinitiatieven.
Onder bewonersinitiatieven verstaan wij initiatieven die vanuit bewoners zijn ontstaan en die te maken hebben met het bevorderen van de leefbaarheid in de eigen woonomgeving. Initiatieven van (maatschappelijk betrokken) ondernemers danwei initiatieven waarbij sprake is van winstoogmerk of het genereren van een inkomen, vallen buiten de onder 3.1 en 3.2 genoemde activiteiten. Tenslotte willen we nadrukkelijke aandacht voor projecten die zich zonder overheidssubsidie prima in stand houden, met zelfwerkzaamheid en inzet van vrijwilligers. Dit laat de kracht van de dorpen zien! Bovendien is in deze economische tijden een subsidie niet vanzelfsprekend en/of voor een zeer korte duur, wat subsidieonafhankelijkheid tot krachtige invalhoek maakt.
3.1
Bewonersinitiatieven: delen, uitdragen en genereren
In aansluiting op het advies van de Visitatiecommissie 'Bestuurlijke Toekomst G roningen', willen wij bewonersinitiatieven stimuleren, door deze te delen, uit te dragen en te generen. Daarvoor worden allerlei middelen aangewend die in (deel)projecten worden opgepakt. Op offertebasis
worden
organisaties uitgenodigd voorstellen in te dienen voor de uitvoering ervan.
tBewonersInltlatleven: delen, uitdragen en genereren.
^
1
'
'
I i
'
'
,
.
» >■
'
v >
' i
\Hoofddoet stimuleren en genereren van bewonersinitiatieven die de leefbaarheid bevorderen ' " , 1'• I '^Subdoet in de periode 2013 toten met 2015 een podium bieden aan best practices delen van kennis en en/anngen { 'Spotlight op bewoneisinitiatieven die als voorbeeld kunnen dienen voor anderen door en voor inwoners van de provincie {Betrekken van totaal 60 projecten uit de gehele provincie, verdeeld over,zes regio's (10 per regio) ^Bereik van 23, I
.
"
*
gemeenten en 150 dorpen (bewoneisverenigmgen)
"
-
,-
' '
„.
'
-
-
'
' • "
\Maatschappelijkdoet bijdragen aan de leefbaarheid m de provincie Groningen, door inwoners handvatten te bieden voor] ^het bedenken/uitvoeren va'n eigen initiatieven ten gunste van hun woon-/leefomgéving litooyp/ï/o'2013 tot en met 2015
' , . - . ' .
*
'
, ,
- •
'
Beschikbaar budget te verdelen mer beleidslijn l e n 2 €150 000 m 2013, €339 000 in 2014'en €339 000 in 2015
12
i
'
-
^
^Deelresultaterr 0
'
,
l
'
,
■
•
'
*-
.
•
.
'
Inventarisatie van 60 best practises,
-
I
't
..'-''
,"-
,
. 1
''"
I
lo , 'promotiecampagne' van best practises met behulp van de 60,Initiatieven waarbij de initiatiefnemers actief ^
betrokken'worden bij het delen van hun kennis én en/anngen, totaal 30 bijeelikomsten,verspreid overze's regio's (='
'
ca. 5 bijeenkomsten per regio),
ie
Ontwikkelen van promotie- en informatiematenalen, rnfdrmatieverspreidmg via bestaande websites (ivm' continuïteit'
'
" -
, - ' - • ' ,
" -
'
'
^ ■ ■■ .
,' <
\-
'
- '
'
' - ' . . ,
'
'
'
^
'
na2015)vangemeenten, provincie, betrokken organisaties;
o
Inzet van sociale media, digitale nieuwsbne'ven; etc,
•
Waar mogelijk aansluiten bij reeds bestaande verkiezingen voor het beste bewonersinitiatief (zoals Kern met Pit);
•
Organisatie van een lnitiatievenbeuis(ala Huishoudbeurs) samen met diverse fondsen,'
'•
Aansluiten bij project Open Data,
, ■:
-
"
1
' .
^ ■/
'
,
,".(' '
,''
"
-1
~
.^
',
!
■
> ,,
"^
'
"
!• ^ Een 'Ideeenbus' die standplaatsen zoekt bij evenementen/braderieen/markten, waar laagdrempelig informatie en advies kan worden ingewonnen Er
is
gekozen
voor
,
meerdere
, : . ; - ' , ' invalshoeken
bij
het
delen,
uitdragen
en
:
. .
genereren
van
bewonersinitiatieven. Dit heeft enerzijds te maken met de diversiteit van de doelgroep die niet op een eenduidige manier te bereiken is, zodat een brede aanpak wellicht effectiever is. Dus naast het organiseren van regiobijeenkomsten voor geïnteresseerden, zoeken we de doelgroep ook actief op voor laagdrempelige informatieverstrekking bij bijvoorbeeld (dorps)evenementen.
3.2
Een bewonersinitiatief: wat nu?l
Uit de conferentie 'Groningers aan Zet' bleek dat overheden en initiatiefnemers elkaar niet altijd even gemakkelijk vinden. De redenen hiervoor zijn zeer divers. B ijvoorbeeld door verschillen in wederzijdse verwachtingen, initiatieven die niet 'passen' binnen beleidskaders, ondoorzichtige procedures of haperende communicatie. Resultaat is dan dat het bewonersinitiatief niet of vertraagd van de grond komt en beide partijen veel energie verspillen of erger, het vertrouwen in elkaar verliezen. Dit signaal niet specifiek voorbehouden aan de Groninger situatie. De Wetenschappelijke
Raad voor het
Regeringsbeleid (WRR) concludeert hetzelfde in het rapport 'Vertrouwen in B urgers' (2012). De Visitatiecommissie 'B estuurlijke Toekomst Groningen' pleit voor een andere manier van denken en werken, zowel door bestuurders en ambtenaren (van gemeenten en provincie) als door initiators van bewonersinitiatieven.
Eenbewonei5inltiatief:watnu7! I
r
-
_
-
-
'
'
|//oo/^rt7e/stimuleren en genereren van bewonersinitiatieven
' '
•'
' > f
j^^.",
'
' _
. '
'
i ' ' ^ . ' ' . . ' ' / ' - ' ■ '^ ^" ' 'Subdoet verbeteren van de samenwerking tussen overheden en inwoners metseen initiatief, handvatten bieden aan ,overheden voor ondersteunen en faciliteren van initiatieven en dé bewoneis(verénigingen) handvatten bieden bij de, 1' ' , , , - ; - , ■ , * . , , . ' " . ■ , '.. . > ;] imitiatieffase B etrekken van totaal,23'gemeenten en bereiken van 150 dorpen, waarbij de informatie door minimaal de
I
~<
ihelft als nuttig en/aren wordt-
,.
,° ,-,
. '
~
'
.
"^ ' , , ' '
'1
,' ~
'/■
'
,
.
H
'-"*,■
13
Maatschappelijk'doet bijdragen aan de leefbaarheid in de provincie Groningen, door inwoners en overheden handvatten! te'biedenvoorsamenwerkmg, ^
,
"■
'
'
iZoo/?ó/rt 2013 tot en met 2015
"
'
.
i '
"
\ ,
*
-
Beschikbaar budget te verdelen over beleidslijn l e n 2 'zie §3 2 I .
'
V '•'
. - "r
\DeelrèsultateiT. '•
"
'
'
' •
■ ■
'
-
.
.
- .'' ,
'
<"*'',
■ ''
Samen met 3 koplopende gemeenten input voor lespakket/leergang genereren en dit late'n ontwikkelen (bijvoorbeeld m samenwerking met de Bestuursacademie);
'e
" ., •
~
.
',
Leergang voor dorpen en leergang voor overheden aanbieden, via een cursus (en eventueel online ondersteund)
r
'
■ :■
o ,
'
.
: ■- ■
;
Onafhankelijke kwartiennakerdie zowel gemeenten als dorpen met raad en daad ondersteunt, bij nieuwe en bij -
"
*
' ^
■
'vastgelopen'initiatieven. Ook m te zetten b i j l . ' ,
' '
.
" '
'
•
'
>
"
'-'
',.
14
FINANCIEN
Bij de verschillende onderdelen (hoofdstukken 1, 2, 3) hebben wij de verwachte kosten opgenomen. De genoemde bedragen zijn indicatief en op basis van een eerste verkenning. Wanneer na beoordeling van de diverse offertes daar aanleiding toe is, realloceren wij de middelen tussen de genoemde budgetten.
. onderdeel,';
■:2bi3lA^:^^'"'.
, >
85.000
85.000
50.000
100.000
100.000
' . subtotaal zorg: ijlÓO.bod.'-': ,■,,"' '. ■„ ■ 185.000
-185.000
integrale zorg
-'-'■'
;:w-4-- :.i>:. !2015;S?r
50.000
zorgmonitor . . . . . .
' i ;r2oi4
'
. " . ;
■ !..■•,
• ■
- •
vrijwilligerswerk proj 1
30.000
50.000
50.000
vrijwilligerswerk proj 2
20.000
30.000
40.000
,- "subtotaal vrijwilligers; 5 0 : 0 0 0 r l ' ' / , •'-!';'..'/f-:^ .;èo.oóo1%v--. ~.»':..Vr..-)i. ^o:óóo, ■
burgerparticipatie 1+2 subtotaal burgerpart.
totaal '
.
■ '
,'.
'"^i^
150.000
339.000
339.000
150.000
339.000
339.000
300.000;-- ,-.: ■
',;■-■'f'i."'^-;
;•'.' '
;!604:Ö0ÓK'..4''-;'«^*.^f;:'i '614^000,- . ■ ■'-..
Aanvankelijk werd bij de bezuinigingen ingecalculeerd dat diverse subsidieregelingen nog een tijdelijke afbouw zouden kennen. Wij hebben de bezuinigingen echter in 2010 aangekondigd en per 1 januari 2013 volledig doorgevoerd. Het bovenstaande budget gaan wij in de periode 2013 t/m 2015 inzetten voor tijdelijke projecten. Daarbij is besloten dat het budget voor de projecten binnen de hele beleidsperiode 2013 t/m 2015 kan worden ingezet, waarbij de middelen binnen deze periode administratief-technisch kunnen worden overgeboekt naar het volgende begrotingsjaar.
15