9.8 WAARNEMINGENREGISTRATIE Geldig tot: april 2014
Functionaris
Naam
secretaris Natuurstudie
a.i. Geert van Poelgeest
Beheerder Waarnemingen
Cor Nonhof
KNNV afdeling Delfland
Paraaf
1. INLEIDING Terugblik 1: Een aantal jaren is er een activiteit Natuurwaarnemer geweest waarbij mensen van buiten de KNNV als natuurwaarnemer een groene kaart kregen om waarnemingen op te schrijven. De hoop was dat men uiteindelijk lid zou worden. Bij de groene kaart elk kwartaal kregen zij ook het overzicht van de waarnemingen zoals dat ook in Veldbericht verscheen. Deze activiteit leverde niet voldoende op om voort te zetten. Men leverde uiteindelijk heel weinig waarnemingen in en vrijwel niemand werd lid. Terugblik 2: Tot 2003 werd de groene kaart standaard bij Veldbericht meegeleverd. Ook deze bron van waarnemingen is opgedroogd tot niet meer dan een handvol mensen nog waarnemingen inleverde. De bijbehorende Grote Inleveravond elk kwartaal werd op den duur ook nauwelijks meer bezocht. Deze activiteit is daarom gestopt. Terugblik 3: Het aantal losse waarnemingen is in 2007 zo langzamerhand tot stilstand gekomen. We proberen nu de leden warm te krijgen voor waarnemingsprojecten waarvan de data gebruikt kunnen worden voor verwerking tot informatie en natuurbeschermingsactiviteiten. Zo doen we elk jaar een project voor een grote groenvoorziener en doen zo’n 20 mensen een kilometerhok. In Veldbericht proberen we elke aflevering de omzetting van data in informatie te belichten. Terugblik 4: Een aantal landelijke databasen, met name SOVON en EIS zijn niet blij met elke waarneming of met elke waarnemer. SOVON wil geen losse waarnemingen tenzij het om rodelijstsoorten gaat of precies past binnen hun waarnemingsprojecten. EIS stelt kwaliteitseisen aan de waarnemers. Michel van Adrichem is nu erkend waarnemer van zweefvliegen. Zonder zo’n stempel heeft het geen zin om waarnemingen op te sturen. Terugblik 5: De ervaringen met het gebruik van de waarnemingen heeft ons doen besluiten een beleid voor natuurstudie op te stellen. Dit gaat ervan uit dat niet de waarneming centraal staat, maar het gebruik daarvan in relevante informatie voor beheerders en natuurbeschermingsactiviteiten. Dat betekent dat we sommige waarnemingen liever hebben dan andere. Zie hierover het natuurstudiebeleid dat in 2007 is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering. Terugblik 6: Met de instelling van KNNV Nieuws, die elke week uitkomt, is het mogelijk geworden voor leden om losse waarnemingen snel en effectief met een grote groep te delen. Net als bij Vroege Vogels blijkt dit in een grote behoefte te voorzien. Net als vroeger is het nuttig rendement van deze losse waarnemingen gering. Zij worden door de beheerder van Waarneming.nl ingevoerd. De afdeling heeft daar een eigen account. Alternatieve waarnemingstrajecten: Het jaarthema en ook doelgerichte acties, zoals het project om de floristische waarden in ons gebied in Flor tussen 2000 en 2010 helemaal opnieuw te inventariseren, zijn in de plaats gekomen van de groene kaart met losse waarnemingen. Ook is er elk jaar een groot project waaraan alle disciplines binnen onze afdeling aan mee kunnen doen. Ook lopen er regelmatig kleinere projecten. Uiteindelijk is er aan actieve waarnemers en waarnemingen geen gebrek. Nu: De groene kaarten en streeplijsten worden uitgedeeld aan mensen die daar om vragen. Er is een groep mensen die elk jaar een streeplijst invullen van een
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
2/8
kilometerhok. In 2010 is opnieuw met de complete inventarisatie van ons gebied begonnen. De groene kaart is ook digitaal beschikbaar. Als je de ingevulde kaart of streeplijst of andere waarnemingen terugkrijgt, kijk je direct of alle nodige informatie aanwezig is. Is dat niet zo, dan vul je dat alsnog in. De gegevens worden verwerkt in de database. De beheerder Waarneming.nl voert de groene kaarten en de waarnemingen uit KNNV Nieuws via Waarnemingen.nl. Waarnemingen in een database zijn onleesbaar voor het grote publiek. Zorg dat in Veldbericht met enige regelmaat een bijdrage komt over de waarnemingen en wat je ermee doet. De bijdrage van individuen in het grote geheel is daarbij van belang. Laat zien dat bijdragen aan een collectieve waarnemingsactie wezenlijk meer oplevert dan een losse waarneming buiten alle context om. Deze richting is ook neergelegd in het natuurstudiebeleid van de afdeling. Losse waarnemingen zijn uiteraard nog steeds welkom en komen wekelijks in KNNV Nieuws. De groene kaarten en streeplijsten bewaar je in een map op nummer. Laat bij twijfel een controle uitoefenen of de waarnemingen kloppen. Let dan op datum, soort, aantal, gebied, km-nummer en bijzonderheden. De volgende personen controleren dit: Planten: Cor Nonhof Mossen: Cor Nonhof Vogels: Wim Kleijweg Amfibieën: Marijke Heijne Insecten: Michel van Adrichem; Marian Barendtszen Overige: Geert van Poelgeest De waarnemingen van planten (Floron) en mossen (BLWG) worden aan het begin van het nieuwe jaar aan de betreffende landelijke organisatie gestuurd. Dit zonder de persoonsnaam van de waarnemer. Om het duidelijk een KNNV zaak te laten zijn. Gebruik de begeleidende brief uit de bijlage ook als je de informatie digitaal verstuurt. Stuur een afschrift van deze brief aan het secretariaat, dan hebben we zekerheid dat de waarnemingen gemeld zijn. Het jaaroverzicht stop je ook in het digitale waarnemingenarchief. Dan weet je wat je verstuurt hebt op het moment dat een instantie daarop terugkomt. De instanties waar je de waarnemingen naar toe stuurt, kun je vinden op internet. De meeste hebben ook een speciaal format waaraan de waarnemingen moeten voldoen. Soms zullen dat de inventarisatienummers zijn en soms de jaren van waarnemen. Voor Floron en BLWG is daarvoor een uitvoermacro gemaakt in de database.
2. LOKATIE GEGEVENS De ruwe data bevindt zich bij Cor Nonhof in het papieren archief in ordners. De verwerking in digitale bestanden is te vinden in de computer onder C:\Program Files\Flor for Windows en C:/Mijn documenten/ KNNV/ Monitoring/ AARD-monitor (alleen broedvogelinventarisaties van de Vogelwacht). Back-ups van de database worden gemaakt op een losse harddisk onder de naam Naturalia. Zo nu en dan wordt de backup Naturalia op een stick gezet en bewaard op het werk.
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
3/8
3. DATA-OPSLAG Waarnemingen vormen de basis voor het gebruik van de natuurhistorische waarnemingen voor rapportages en adviezen. Er zijn een aantal Access-databases gebouwd om soorten van soortgroepen in te voeren. Dit zijn de databases voor flora, vogels, mossen, insecten (beperkt), zoogdieren, slakken en amfibieën&reptielen. De individuele waarnemingen zijn in het algemeen gekoppeld aan achtergrondinformatie over de soort volgens Biobase 2003 van het CBS en andere bronnen. 4. POSTINAAT EN UURHOK Postinaat en Uurhok zijn twee programmaatjes van Laurens Sparrius. De een rekent postcodes om naar Amersfoortcoördinaten en de andere uurhoknummers (met streepjes ertussen!) naar Amerfoortcoördinaten. Let op dat postcodegebieden en het kilometerraster vaak niet goed overeenkomen. Het is beter in een routeplanner de lokatie goed uit te zoeken en er dan met de topografische kaart het juiste hok erbij te zoeken.
5. VAN DATA NAAR INFORMATIE EIGENBOUW Met name voor flora en vogelwaarnemingen zijn in de databases en in Excel rekenbladen mogelijkheden voorzien om ruwe data tot bondige informatie te verwerken. Dit gebeurt veelal op basis van groeperingen volgens de gegevens in Biobase 2003 van het CBS. Voor het gebruik van deze eigenbouw zaken zijn handleidingen te vinden in de map Flor/Handleiding. 6. VAN DATA NAAR INFORMATIE TURBOVEG EN SYNBIOSYS Van de Universiteit van Wageningen/ Alterra hebben we een licentie om niet gekregen van Turboveg. Dat is een programma met vele mogelijkheden, maar wij hebben alleen toegang tot de module die het mogelijk maakt vegetatieopnamen in te voeren. Deze zijn vervolgens over te zetten naar Synbiosys, een stuk vrije software, dat de opnamen kan verwerken volgens de de informatie van De Vegetatie van Nederland. Turboveg haalt zelf nieuwe updates naar binnen. In Synbiosys2 is nu ook een invoermodule ingebouwd. Van deze versie kun je in het welkomscherm zien of er nieuws is. Van geen van beide programma’s bestaat een handleiding. Je moet je gezond verstand gebruiken en de helpfunctie. Met enige oefening is de werking in de vingers gekregen. Ook interessant is met de verkenner Synbiosys-bestanden te bekijken. Er zijn dan mogelijkheden die via de officiele weg niet benaderbaar zijn. Bekijk met name de Access-database “Persoonlijke data” en de successieschema’s in het Nederlands. Tabellen uit “Persoonlijke data” worden gebruikt in de eigen database “Flora”. De contactpersoon bij Alterra is Stephan Hennekens,
[email protected].
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
4/8
7. GIS-DATABASE FLOR Het is mogelijk met de GIS-database Flor verspreidingskaarten te maken. In 2012 is de laatste versie helemaal opnieuw geinstalleerd. De GIS-database Flor is geleverd door Bob de Roode. Zijn emailadres is:
[email protected]. Bij het programma hoort ook een sleutel achterop de computer om illegaal kopiëren tegen te gaan. We hebben geen jaarlijks onderhoudscontract; we doen een contract als we iets nodig hebben. Van Flor zijn handleidingen beschikbaar in de map “Handleiding” van het programma. 8. GPS/ Garmin De afdeling heeft een GPS met de topografische kaart van de Benelux. Het is daarmee mogelijk waarnemingen van een locatie/ waypoint te voorzien. De coördinaten kunnen na wat bewerkingen worden overgezet in excel en daar kan er met de grafiekfunctie een verspreidingskaart van worden gemaakt. In Coreldraw kan er zelfs een kaart onder worden gelegd. 9. BIBLIOGRAFIE
BioBase 2003; CD-ROM als bijlage bij Natuurcompendium 2003, RIVM, CBS en Stichting DLO, 2003 Broedvogels en beheer, Henk Sierdsema, Sovon-onderzoeksrapport 1995/04 De Vegetatie van Nederland, zoals verwerkt in het programma SynBioSys van Alterra Ecotopen zijn volgens de laatste inzichten van Alterra.
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
5/8
BIJLAGE; Artikel in Veldbericht; winter 1996 GROENE KAART EN STREEPLIJSTEN; WAAR DOEN WE HET VOOR? DE JUISTE WAARNEMING OP DE JUISTE PLAATS! Het begrip groene kaart hoort bij ieder lid bekend te zijn. Streeplijsten zullen voor de meerderheid ook niet vreemd zijn. Maar waar doen we het allemaal voor? Over dit onderwerp en of deze manieren van waarnemingen registreren in alle gevallen wel zo goed is gaat dit stuk. Om te beginnen de gebruikers van deze waarnemingen. Een aantal landelijke organisaties probeert in kaart te brengen waar in Nederland bepaalde planten, mossen, zoogdieren, paddestoelen, vlinders, vogels, enz. te vinden zijn. Deze instellingen tooien zich met namen als FLORON, SOVON, enz.. Zij zijn door hun grootschaligheid in staat in de tijd voor heel Nederland de soorten te volgen. Rode lijsten, waar de soorten in staan die sterk achteruit gaan, komen van hun hand. Nederland wordt door hen ingedeeld in kilometerblokken en soms zelfs in de grovere 5 bij 5 kilometerblokken oftewel uurhokken. De gegevens van onze groene kaarten worden jaarlijks aan hen doorgegeven en vandaar dat de plaatsbepaling in kilometerblokken gevraagd wordt. In het kilometerblokkenproject, AA- en BB-projecten met de streeplijsten wordt dezelfde doelstelling nagestreefd. Een heel ander type gebruiker van waarnemingen zijn de instellingen die terreinen in beheer hebben. Terreinen zijn meestal veel kleiner dan een vierkante kilometer en waarnemingen moeten daarom ook veel kleinschaliger worden gedaan. Het Hoogheemraadschap van Delfland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Plantsoenendiensten hebben liever waarnemingen van specifieke terreinen. Niet alleen het voorkomen van een soort is hier belangrijk, maar ook hoe veel en waar precies. Het beste is hier met gedetailleerde kaarten te werken en de waarnemingen in te tekenen. Verder zijn van een beperkt aantal groepen uit de natuur gegevens beschikbaar over de ecologie en de eisen die gesteld worden aan de bodem en het beheer. Van planten is goed bekend hoe zij reageren op maairegime en bemesting. Van vlinders is dankzij de inspanningen van de Vlinderstichting ook bekend hoe zij reageren op beheer. Van loopkevers, paddestoelen, mossen of slakken is dit bijvoorbeeld veel minder goed bekend. Dit betekent dat sommige waarnemingen belangrijker zijn voor het opstellen van een beheersplan dan andere. Grotere instellingen als Natuurmonumenten hebben graag de gegevens op een heel specifieke manier die past in hun computersystemen. Als voor een grote instelling ten behoeve van een beheersplan iets moet worden gedaan, is het raadzaam om met de klant contact op te nemen. Moet een totaalinventarisatie worden gedaan of alleen de rode lijst soorten? Het grote project Natuur in de Tijd dat wij doen voor de gemeente Delft en de nulinventarisatie voor Natuurmonumenten in de Polder van Noord Kethel zijn hiervan voorbeelden. Overigens zijn grote instellingen blij met iedere waarneming, als hij maar gedetailleerd genoeg is. Wat gisteren een leuke, maar niet bruikbare, waarneming was kan morgen aanleiding zijn om het beheersplan om te gooien. Het werk van de Vlinderstichting in de afgelopen jaren heeft vele oude vlinderwaarnemingen op een hoger plan getild. Nu kan
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
6/8
men er wat mee doen bij het opstellen van een beheersplan. Laat u dus niet tegenhouden, als een waarneming niet direct een nuttige toepassing vindt. Het verbeteren van het beheer van een terrein begint met goede waarnemingen. Als u vindt dat een terrein verbetering behoeft, ga dan praten met de beheerder over welke waarnemingen van belang zijn en hoe die op te schrijven. Nog leuker en misschien doeltreffender wordt het als de afdeling meedoet. Ga ook eens praten met de secretaris Natuurstudie.
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
7/8
BIJLAGE: Begeleidende brief voor het verzenden van de waarnemingen aan de landelijke gegevensverzamelende instanties [datum] Onderwerp: melding Kenmerk: NON, [nummer]
[naam en adres PGO]
Beste mensen, Het verheugt ons weer om de nodige waarnemingen bij jullie aan te melden. Deze zijn waargenomen in de periode van .... tot .... en gedaan tijdens activiteiten van onze KNNV afdeling. Ze zijn gecontroleerd door deskundigen van onze afdeling. Wij gaan er dan ook van uit dat als bron wordt gebruikt: KNNV afdeling Delfland. Deze gegevens zijn door jullie vrij te gebruiken, mits de bovenstaande bron wordt gebruikt. We verwachten een publicatie retour bij gebruik ervan. Als jullie nog vragen hebben dan horen wij die graag.
Groeten Cor Nonhof
Geert van Poelgeest
Beheerder Waarnemingen
voorzitter
Bijlage: 1 Cc: secretariaat
9.8 Waarnemingenregistratie, KNNV afdeling Delfland, april 2012
8/8