voor de aankoop van een van de beste buitenboordmotoren op de markt. U hebt verstandig in vaarplezier geïnvesteerd. Uw buitenboordmotor is vervaardigd door Mercury Marine, een wereldleider op het gebied van scheepstechnologie en fabricage van buitenboordmotoren sinds 1939. We hebben deze jarenlange ervaring altijd ingezet bij ons streven om de beste kwaliteitsproducten te produceren. Dit heeft ertoe geleid dat Mercury Marine nu een reputatie heeft hoog te houden voor strenge kwaliteitsbeheersing, uitmuntende kwaliteit, lange levensduur, duurzame prestaties en uitstekende ondersteuning na verkoop. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de buitenboordmotor gebruikt. Deze handleiding is samengesteld om u bij te staan bij het bedienen, veilig gebruiken en onderhouden van de buitenboordmotor.
90-10265B81 110
Dank u
Wij bij Mercury Marine hebben uw buitenboordmotor met groot genoegen gebouwd en wensen u vele gelukkige en veilige jaren vaarplezier. Nogmaals, hartelijk dank voor uw vertrouwen in Mercury Marine.
Over buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten door Mercury Marine worden verkocht, is officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de beperking van luchtvervuiling door nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in scheepsmotorreparaties. De motoren hebben een Emission Control Information-sticker als permanent bewijs van certificatie door de EPA.
!
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen waarvan door de staat Californië is vastgesteld dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsfuncties veroorzaken.
6/8/9.8 (Tweetakt)
Emissievoorschriften volgens EPA
Informatie over garantie Voor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van Mercury Marine. De voorwaarden van de garantie staan vermeld in de paragraaf Informatie over garantie in deze handleiding. De informatie over de garantie beschrijft wat de garantie wel en niet dekt, hoe lang de garantie geldt, hoe u garantiedekking verkrijgt, belangrijke afwijzingen en beperkingen en andere relevante informatie. U wordt verzocht deze belangrijke informatie door te lezen.
Mercury Marine, Fond du Lac, Wisconsin, VS Litho in de VS. © 2009, Mercury Marine Mercury, Mercury Marine, MerCruiser, Mercury MerCruiser, Mercury Racing, Mercury Precision Parts, Mercury Propellers, Mariner, Quicksilver, #1 On The Water, Alpha, Bravo, Pro Max, OptiMax, Sport-Jet, K-Planes, MerCathode, RideGuide, SmartCraft, Zero Effort, de Mercury-logo's en het SmartCraft-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Brunswick Corporation. Het Mercury Product Protection-logo is een gedeponeerd servicemerk van de Brunswick Corporation.
i
© 2010 Mercury Marine
De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht tijdens het ter perse gaan van deze handleiding. Mercury Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voor om de productie van bepaalde modellen te staken en om specificaties, ontwerpen, methodes of procedures zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichtingen te wijzigen.
Verklaring van Overeenstemming - buitenboordmotor, conventioneel, tweetakt Merk: Tohatsu Marine Corporation (TMC) Mercury Marine Joint Venture Shimodaira 4495-9, Komagane-City, Nagano, Japan 399-4101 Erkend vertegenwoordiger: Brunswick Marine in EMEA Inc. Parc Industriel De Petit-Rechain, B-2800 Verviers, België Veiligheid volgens Machinerichtlijn
98/37/EC
Principes van veiligheidsintegratie (1.1.2)
ISO 12100-1; ISO 12100-2; EN 1050
Geluid (1.5.8)
ICOMIA 39/94
Trilling (1.5.9)
ICOMIA 38/94
Type motor: buitenboordmotor Type brandstof: benzine Verbrandingscyclus: tweetakt Deze verklaring is afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van Mercury Marine en Brunswick Marine in EMEA Inc. Naam en functie:
Mark D. Schwabero President, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS Datum en plaats van uitgifte: 20 november 2008 Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS Voor Europese regelgeving kunt u contact opnemen met: Regulations and Product Safety Department, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS
ii
INHOUDSOPGAVE Informatie over garantie Overdracht van garantie..................................................................................................................................... 1 Garantieregistratie in de VS en Canada............................................................................................................. 1 Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada.............................................................................. 1 Beperkte garantie buitenboordmotor in de Verenigde Staten, Canada en Europa............................................. 2 Beperkte garantie buitenboordmotor (Federatie van onafhankelijke staten, het Midden‑Oosten en Afrika)...... 3 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie....................................................................................................... 5 Garantiedekking en uitsluitingen......................................................................................................................... 6
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder............................................................................................................. 8 Vóór het bedienen van de buitenboordmotor...................................................................................................... 8 Vermogen van de boot........................................................................................................................................ 8 Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening............................................................................................ 9 Kennisgeving over externe besturing.................................................................................................................. 9 Dodemansschakelaar....................................................................................................................................... 10 Mensen in het water beschermen..................................................................................................................... 11 Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‑ en dekboten................................................................. 12 Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 13 Botsingen met obstakels onder water............................................................................................................... 13 Veiligheidsinstructies voor buitenboordmotoren met stuurknuppel................................................................... 14 Uitlaatemissies.................................................................................................................................................. 15 Accessoires voor buitenboordmotor kiezen...................................................................................................... 16 Suggesties voor veilig varen............................................................................................................................. 16 Noteren van het serienummer.......................................................................................................................... 17 Technische Gegevens...................................................................................................................................... 17 Identificatie van componenten.......................................................................................................................... 20
INSTALLEREN Buitenboordmotor installeren............................................................................................................................ 26 Afstandsbedieningen installeren....................................................................................................................... 27 Accu installeren................................................................................................................................................. 31 Schroef selecteren............................................................................................................................................ 31
VERVOER Motor verwijderen............................................................................................................................................. 33 Motor verplaatsen............................................................................................................................................. 33 Motor opslaan................................................................................................................................................... 33 De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren......................................................................................... 33 Losse brandstoftanks vervoeren....................................................................................................................... 34
iii
INHOUDSOPGAVE BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof.......................................................................................................................... 36 Olieaanbeveling................................................................................................................................................ 37 Brandstof en olie mengen................................................................................................................................. 37 Inloopperiode motor.......................................................................................................................................... 37 Vullen van de brandstoftank............................................................................................................................. 37
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening.................................................................................................................. 39 Omhoog en omlaag klappen............................................................................................................................. 39 Gebruik in ondiep water.................................................................................................................................... 40 Trimhoekafstelling............................................................................................................................................. 41 Stuurfrictie‑afstelling......................................................................................................................................... 42 Draaiweerstand van gasgreep afstellen............................................................................................................ 43 Achteruitvergrendeling...................................................................................................................................... 43 Trimvin afstellen................................................................................................................................................ 44
BEDIENING Controlelijst vóór het starten............................................................................................................................. 47 Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 47 Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 47 Gebruik op grote hoogte................................................................................................................................... 47 Gebruik van de buitenboordmotor als hulpmotor.............................................................................................. 47 Instructies alvorens te starten........................................................................................................................... 48 Procedure voor inlopen van de motor............................................................................................................... 49 Motor opwarmen............................................................................................................................................... 50 De motor starten............................................................................................................................................... 50 Schakelen......................................................................................................................................................... 53 De motor afzetten............................................................................................................................................. 54 Starten bij storing.............................................................................................................................................. 56
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor............................................................................................................... 58 Inspectie‑ en onderhoudsschema..................................................................................................................... 58 Koelsysteem doorspoelen................................................................................................................................. 59 Verwijdering en installatie motorkap................................................................................................................. 60 Accu inspecteren ............................................................................................................................................. 60 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 60 Onderhoud van de buitenkant........................................................................................................................... 62 Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met afstandsbediening.................................................... 62 Anodes vervangen............................................................................................................................................ 62 Schroef vervangen............................................................................................................................................ 63 Bougies inspecteren en vervangen................................................................................................................... 65 Smeerpunten.................................................................................................................................................... 66 Tandwielolie verversen..................................................................................................................................... 66 Onder water geraakte buitenboordmotor.......................................................................................................... 67
iv
INHOUDSOPGAVE OPSLAG Controlelijst aan begin van het seizoen............................................................................................................ 68 Voorbereiding voor opslag................................................................................................................................ 68 Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 69 Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................ 69 Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 69 Buitenboordmotor plaatsen voor opslag........................................................................................................... 69 Accu‑opslag...................................................................................................................................................... 70
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)........................................................................... 71 Motor start niet.................................................................................................................................................. 71 Motor slaat over of draait onregelmatig............................................................................................................ 71 Prestatieverlies................................................................................................................................................. 71 Accu kan lading niet houden............................................................................................................................. 72
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice ............................................................................................................................ 73 Service onderweg............................................................................................................................................. 73 Inlichtingen over onderdelen en accessoires.................................................................................................... 73 Servicebijstand.................................................................................................................................................. 73 Mercury Marine‑servicekantoren...................................................................................................................... 73
ONDERHOUDSLOGBOEK Onderhoudslogboek.......................................................................................................................................... 75
ACCESSOIRES Schroeftabel...................................................................................................................................................... 76 Accessoires....................................................................................................................................................... 77
BIJBEHORENDE ONDERDELEN Bijbehorende onderdelen.................................................................................................................................. 79
v
INHOUDSOPGAVE BEDRADINGSSCHEMA’S MH‑modellen..................................................................................................................................................... 82 EH‑modellen..................................................................................................................................................... 84 E‑modellen........................................................................................................................................................ 86 Enkele afstandsbedieningskast........................................................................................................................ 88 Afkortingen draadkleurcodes............................................................................................................................ 89
vi
INFORMATIE OVER GARANTIE Overdracht van garantie De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende, ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciële toepassingen worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdracht of verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motor per post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten en Canada naar: Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893 Na het verwerken van de garantie-overdracht stuurt Mercury Marine een registratiebevestiging per post naar de nieuwe eigenaar van het product. Er zijn aan deze service geen kosten verbonden. Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
Garantieregistratie in de VS en Canada 1.
U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw dealer kan deze gegevenswijziging verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893
NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden voor het geval dat er melding van een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient plaats te vinden. 2.
Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier registreert Mercury Marine de registratie.
3.
Na het verwerken van de garantieregistratie stuurt Mercury Marine per post een registratiebevestiging aan de koper van het product. Als u deze registratiebevestiging niet binnen 30 dagen ontvangt, dient u onmiddellijk contact op te nemen met de leverancier. Garantiedekking is pas van kracht als uw product bij Mercury Marine is geregistreerd.
Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada 1.
Het is belangrijk dat de leverancier de Garantieregistratiekaart helemaal invult en deze instuurt naar de distributeur of naar het Marine Power Service Center dat het garantieregistratie- en claimprogramma voor uw regio beheert.
2.
De Garantieregistratiekaart vermeldt uw naam en adres, het productnummer en de serienummers, de verkoopdatum, het type toepassing en het codenummer, de naam en het adres van de distributeur/ leverancier. De distributeur/leverancier verklaart tevens dat u de oorspronkelijke koper en gebruiker van het product bent.
1
INFORMATIE OVER GARANTIE 3.
Onmiddellijk nadat de distributeur/leverancier de kaart helemaal heeft ingevuld, MOET aan u een kopie van de Garantieregistratiekaart (de Koperskopie) overhandigd worden. Deze kaart dient voor u ter identificatie van de fabrieksregistratie; u hoort hem voor eventueel toekomstig gebruik te bewaren. Mocht service onder de garantie voor dit product ooit nodig blijken, dan kan uw leverancier u vragen om uw exemplaar van de Garantieregistratiekaart om de aankoopdatum te controleren en om de informatie op de kaart te gebruiken voor het invullen van de garantieclaimformulieren.
4.
In sommige landen stuurt het Marine Power Service Center u een permanente (plastic) Garantieregistratiekaart binnen 30 dagen na ontvangst van de Fabriekskopie van de Garantieregistratiekaart van uw distributeur/leverancier. Als u een plastic Garantieregistratiekaart ontvangt, kunt u de Koperskopie die u ten tijde van aankoop van het product van de distributeur/ leverancier ontvangen hebt, weggooien. Uw distributeur/leverancier kan u laten weten of er in uw geval een plastic kaart uitgegeven wordt.
BELANGRIJK: In sommige landen vereist de wet dat de fabriek en de leverancier registratielijsten bijhouden. Wij streven ernaar ALLE producten in de fabriek te registreren voor het geval dat het nodig mocht blijken om contact met u op te nemen. Zorg dat uw leverancier/distributeur de garantieregistratiekaart onmiddellijk invult en de fabriekskopie aan het Marine Power International Service Center voor uw regio stuurt. 5.
Voor nadere informatie over de Garantieregistratiekaart en de wijze waarop deze bij verwerking van garantieclaims gebruikt wordt, wordt u verwezen naar de Internationale garantievoorwaarden.
Beperkte garantie buitenboordmotor in de Verenigde Staten, Canada en Europa Buiten de Verenigde Staten, Canada en Europa – raadpleeg uw plaatselijke distributeur. WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetproducten vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende twee (2) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik wordt genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden volgens deze garantie leidt niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot voorbij de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Een eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud, zoals beschreven in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking in de toekomst afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar ons goeddunken, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
2
INFORMATIE OVER GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij die service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet binnen het aanbevolen toerentalgebied kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater als gevolg van verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, ook niet de erkende Mercury Marine-dealers, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, behalve die welke in deze beperkte garantie staan, en indien dit toch gebeurt, zijn deze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat in de vorm van verwijzing in deze garantie is opgenomen. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Beperkte garantie buitenboordmotor (Federatie van onafhankelijke staten, het Midden-Oosten en Afrika) WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetproducten vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn.
3
INFORMATIE OVER GARANTIE DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden volgens deze garantie leidt niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot voorbij de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud, zoals beschreven in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar ons goeddunken, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de verrichte reparatie of het gepleegde onderhoud niet door deze garantie wordt gedekt dan betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij deze service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet binnen het aanbevolen toerentalgebied kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater als gevolg van verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig.
4
INFORMATIE OVER GARANTIE Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, ook niet de erkende Mercury Marine-dealers, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, behalve die welke in deze beperkte garantie staan, en indien dit toch gebeurt, zijn deze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat in de vorm van verwijzing in deze garantie is opgenomen. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat een nieuwe Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, Mercury MerCruiser binnenboord- of hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
5
INFORMATIE OVER GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-ButylTin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt.
6
INFORMATIE OVER GARANTIE De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.
3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen.
6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- of huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.
10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis. 11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen. 12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd. 13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling. 14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor. 15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. 16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
7
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Vóór het bedienen van de buitenboordmotor Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuele vragen kunt u contact met uw dealer opnemen. Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico van letsel en beschadiging van het product helpen voorkomen. In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen die gevolgd moeten worden.
!
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.
!
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
!
OPGELET
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
KENNISGEVING Duidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
Vermogen van de boot !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot.
8
ALGEMENE INFORMATIE Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die op uw buitenboordmotor is aangesloten, moet uitgerust zijn met een beveiliging, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart. Hierdoor kan de motor niet starten wanneer in een andere stand dan neutraal geschakeld is.
!
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotseling, onverhoeds optrekken wanneer de motor gestart wordt. Het ontwerp van deze buitenboordmotor maakt het noodzakelijk dat de afstandsbediening die erbij gebruikt wordt, een ingebouwde beveiliging heeft, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart.
26779
Kennisgeving over externe besturing !
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk gewelddadige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
9
ALGEMENE INFORMATIE De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren worden bevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt. a-
a
zelfborgende moeren
3018
Dodemansschakelaar Het doel van een dodemansschakelaar is om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zich zo ver van de plaats van de bestuurder begeeft (zoals wanneer hij uit de stoel wordt gestoten) dat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedienings-units zijn uitgerust met een dodemansschakelaar. Een schakelaar met dodemanskoord kan als optie worden geïnstalleerd - gewoonlijk op het dashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder. Het dodemanskoord is een koord dat gewoonlijk122 - 152 cm (4 - 5 ft) lang is wanneer het uitgetrokken wordt, met een element aan het ene einde dat in de schakelaar wordt gestoken en een drukker aan het andere einde die aan de bestuurder wordt bevestigd. Het dodemanskoord is een spiraalkoord zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken, en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt, zo klein mogelijk is. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren tot een minimum beperkt wordt, mocht de bestuurder zich in de buurt van zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
b
a
21629
ab-
Dodemanskoord Schakelaar dodemanskoord
Lees de onderstaande veiligheidsinformatie voordat u verdergaat. Belangrijke veiligheidsinformatie: Het doel van de dodemansschakelaar is om de motor af te zetten als de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaats vandaan komt dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats vandaan verwijdert. Overboord vallen of uit de stoel worden geslingerd komt eerder voor bij bepaalde types boot, zoals opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel worden gestoten komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid. Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel van personen in het pad van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait. 10
ALGEMENE INFORMATIE Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren in geval ze de motor in een noodgeval moeten bedienen (bv. als de bestuurder per ongeluk uit de boot wordt geworpen).
!
WAARSCHUWING
Als de bestuurder uit de boot valt, kan de kans op ernstig of dodelijk letsel als gevolg van overvaren sterk worden verkleind door onmiddellijk de motor af te zetten. Verbind de twee uiteinden van het dodemanskoord altijd goed met de dodemansschakelaar en met de bestuurder.
!
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig en dodelijk letsel door hevige remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats verlaten zonder eerst het dodemanskoord van zijn lichaam los te halen. Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen; dit is vooral een probleem voor passagiers vóór in de boot; deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de schroef geraakt worden.
•
Verlies van vermogen en verlies van de macht over het stuur in ruwe zee, bij een sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
21604
Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt. Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT !
WAARSCHUWING
Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden.
11
ALGEMENE INFORMATIE Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekboten Houd tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan of andere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Een plotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotseling minder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de boot slingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door de buitenboordmotor overvaren worden.
BOTEN MET EEN OPEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achter het hekje of de afzetting. Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.
26782
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekboot en overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op sleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid. Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over de voorkant uit de boot valt.
26783
12
ALGEMENE INFORMATIE Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
26784
Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
Botsingen met obstakels onder water Neem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar zich onder water mogelijk obstakels bevinden die door de buitenboordmotor of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. Het belangrijkste wat u kunt doen om letsel of stootschade door aanraking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot aan te passen. Onder deze omstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot een minimale planeersnelheid van 24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH).
26785
13
ALGEMENE INFORMATIE !
WAARSCHUWING
Om ernstig of dodelijk letsel te voorkomen doordat een deel van, of een complete, buitenboordmotor in de boot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de snelheid te worden beperkt tot de minimale planeersnelheid. Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot talloze verschillende situaties. Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren: •
Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnen de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit de boot geslingerd.
•
Schade als de buitenboordmotor en/of de boot geraakt is.
Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letsel of schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels onder water. Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk afzetten en inspecteren op gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondige inspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht. De boot moet ook op breuken in de romp of de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd. Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelen van de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar dan veel langzamer.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schade als gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgende botsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Veiligheidsinstructies voor buitenboordmotoren met stuurknuppel In de ruimte vlak vóór de buitenboordmotor mogen zich geen personen of lading bevinden terwijl de boot vaart. Als een obstakel onder water wordt geraakt, kantelt de buitenboordmotor omhoog en kan hij iemand die zich in dit gebied bevindt, ernstig verwonden.
MODELLEN MET KNEVELBOUTEN: Sommige buitenboordmotoren worden met knevelbouten geleverd. Het gebruik van knevelbouten alleen is niet voldoende om de buitenboordmotor naar behoren en veilig op de spiegel vast te zetten. De juiste installatie van de buitenboordmotor omvat het vastbouten van de motor aan de boot door de spiegel heen. Raadpleeg Installatie - Buitenboordmotor installeren voor meer informatie over het installeren.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in aanraking komen met een losgeraakte buitenboordmotor. Accelereer niet tot boven stationair toerental in water waarvan u denkt dat er obstakels onder water kunnen zijn, als de buitenboordmotor niet op juiste wijze aan de spiegel is bevestigd. Als een obstakel bij planeersnelheid wordt geraakt en de buitenboordmotor niet stevig op de spiegel vastzit, is het mogelijk dat de buitenboordmotor van de spiegel loskomt en in de boot terechtkomt.
14
ALGEMENE INFORMATIE Uitlaatemissies WEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren. Hieronder vallen de buitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren waarmee boten worden aangedreven en ook de generatoren die de verschillende scheepsaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijk gas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging die niet mogen worden verward met zeeziekte of dronkenschap zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
!
WAARSCHUWING
Vermijd de combinatie van een draaiende motor en slechte ventilatie. Langdurige blootstelling aan een bepaalde concentratie koolmonoxide kan bewusteloosheid, hersenletsel en overlijden veroorzaken.
GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.
21622
Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot.
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in een omsloten ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
a
b
21626
ab-
De motor laten draaien terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd. Afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor.
15
ALGEMENE INFORMATIE TIJDENS HET VAREN
a
b
21628
ab-
De boot laten varen met de trimhoek van de boeg te hoog. De boot laten varen terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.
Accessoires voor buitenboordmotor kiezen Originele Mercury Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uw buitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers.
!
WAARSCHUWING
Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of het gebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uw buitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd. Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende.
16
ALGEMENE INFORMATIE Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart. Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteren van het serienummer Het is belangrijk m het serienummer en andere belangrijke informatie voor later gebruik te noteren. Noteer het serienummer van de motor zoals aangegeven (op de onderbak van de motor en op het cilinderblok) in de ruimte hieronder. Dit nummer is handig in geval van diefstal en helpt u het producttype snel te bepalen. Serienummer: Modeljaar: Modelaanduiding: Bouwjaar: CE-aanduiding (indien van toepassing):
Technische Gegevens MODEL Totale lengte Totale breedte Totale hoogte
8, 9.8 EH
8, 9.8 E
793 mm (31.2 in.)
505 mm (19.9 in.)
320 mm (12.6 in.)
275 mm (10.8 in.)
S = 996 mm (39.2 in.), L = 1123 mm (44.2 in.), UL = 1250 mm (49.2 in.)
Spiegelhoogte Gewicht
6, 8, 9.8 MH
S = 435 mm (17.1 in.), L = 562 mm (22.1 in.), UL = 689 mm (27.1 in.) S
26,0 kg (57 lb)
29,0 kg (64 lb)
28,5 kg (63 lb)
L
27,0 kg (60 lb)
30,0 kg (66 lb)
29,5 kg (65 lb)
UL
28,0 kg (62 lb)
31,0 kg (68 lb)
30,5 kg (67 lb)
Afgegeven vermogen Max. bedrijfsbereik
4,4 kW (6 HP), 5,9 kW (8 HP), 7,2 kW (9.8 HP) 6, 8: 4500–5500, 9.8: 5000–6000 omw/min
Stationair toerental met motor in vooruit geschakeld
750 omw/min
Stationair toerental in neutraal
950 omw/min
Motortype
Tweetakt
Aantal cilinders
2
Boring x slag
50 x 43 cc (1.97 x 1.69 in.)
Cilinderinhoud
169 ml (10.3 cu in.)
Uitlaatsysteem
Uitlaat via naaf
17
ALGEMENE INFORMATIE MODEL
6, 8, 9.8 MH
8, 9.8 EH
Smeersysteem
Voorgemengde benzine
Koelsysteem
Met thermostaatregeling
Brandstof Motorolie Startsysteem
8, 9.8 E
Normale loodvrije benzine met nominaal octaangetal 87 (RON-octaangetal 92) Mercury/Quicksilver of aanbevolen tweetaktmotorolie Handmatig
Elektrisch met handmatig reservesysteem
Ontsteking
CDI met vliegwielmagneet
Bougies
NGK BPR7HS-10
Trimpositie
Handmatig, 6 standen
Mengverhouding motorolie
Mercury/Quicksilver 2-Stroke motorolie 1: Loodvrije benzine 50
Tandwielolie
Mercury/Quicksilver API GL5 tandwielolie, SAE #80–90, ca. 320 ml (10.8 fl oz)
Brandstoftankinhoud
12 L (3.17 US gal)
Tandwielreductie
2.08 (13:27)
18
19
ALGEMENE INFORMATIE Identificatie van componenten
1
12
2
13
3
14
4
15
5
16
6
17
7
18
8
19
9
20
10
21
11
22 28
23
27
24
26
25
41021
20
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 -
6, 8, 9.8 MH opklaphendel motorkap schakelhendel onderbak indicatieopening waterpomp opklapstop aandrijfhuis waterplug antiventilatieplaat anode/trimvin schroef startergreep gasgreep stopschakelaar
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 -
21
chokeknop brandstofslangconnector klemschroef spiegelklem drukstang olieaftapplug (boven) waterzeef olieaftapplug (onder) brandstoftankdop ontluchtingsschroef brandstofaansluiting brandstoftank kniestuk brandstofinlaat pompbal
ALGEMENE INFORMATIE 1
12
2
13
3
14
4
15
5
16
6
17 18
7
19
8
20
9
21
22
10
23
11
24 30
25
29
26
28
27
41022
22
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 15 -
8B EH, 9.8B EH opklaphendel motorkap schakelhendel onderbak indicatieopening waterpomp opklapstop aandrijfhuis waterplug antiventilatieplaat anode/trimvin schroef startergreep gasgreep stopschakelaar chokeknop
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 -
23
hoofdschakelaar brandstofslangconnector accukabel klemschroef spiegelklem drukstang olieaftapplug (boven) waterzeef olieaftapplug (onder) brandstoftankdop ontluchtingsschroef brandstofaansluiting brandstoftank kniestuk brandstofinlaat pompbal
ALGEMENE INFORMATIE 1
12
2
13
3 4 5
14
6 15
7
16
8 9 10 11
17 19
18
20 21 22
23
31
26
24
30
27
25
29
28 41023
24
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 15 -
8 E, 9.8 E opklaphendel motorkap schakelhendel onderbak indicatieopening waterpomp opklapstop aandrijfhuis waterplug antiventilatieplaat anode/trimvin schroef startergreep chokeknop brandstofslangconnector accukabel
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 -
25
klemschroef spiegelklem drukstang olieaftapplug (boven) waterzeef olieaftapplug (onder) afstandsbedieningskast hoofdschakelaar stopschakelaar snoer brandstoftankdop ontluchtingsschroef brandstofaansluiting brandstoftank kniestuk brandstofinlaat pompbal
INSTALLEREN Buitenboordmotor installeren NB: Is de buitenboordmotor een elektrisch gestart model met afstandsbediening, volg dan de instructies in de installatiehandleiding van de buitenboordmotor (meegeleverd met de buitenboordmotor) voor het installeren van de afstandsbesturing, de schakel- en gaskabels en de afstandsbedrading.
BUITENBOORDMOTOR OP SPIEGEL INSTALLEREN BELANGRIJK: De meeste boten worden geclassificeerd en gecertificeerd volgens hun maximale vermogen, dat op het certificatieplaatje van de boot vermeld staat. Installeer op uw boot geen motor die deze vermogensgrens overschrijdt. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer. Gebruik de motor pas nadat deze stevig op de boot is gemonteerd volgens de onderstaande instructies. 1.
Enkele motor: Plaats de buitenboordmotor op de hartlijn van de spiegel. Monteer hem met een demperstrip of -plaat. a-
spiegel
a
37508
2.
Twee motoren: Plaats de buitenboordmotoren op een afstand van 580 mm (22.8 in.) van elkaar (gemeten vanaf de hartlijn van elke motor), en beide even ver (afstand a) vanaf de hartlijn van de spiegel verwijderd. 580 mm
a
a-
op gelijke afstand vanaf hartlijn
a 37509
3.
Aanpassing voor de spiegel: Zorg dat de antiventilatieplaat van de buitenboordmotor onder water ligt wanneer u met volgas vaart. Raadpleeg de dealer als dit niet mogelijk is vanwege de vorm van de scheepsbodem.
BELANGRIJK: Als de antiventilatieplaat hoger ligt dan de bodem van de boot, kan er oververhitting ontstaan door een gebrek aan koelwater in de koelsystemen.
26
INSTALLEREN 4.
De afstand tussen de antiventilatieplaat van de motor en de bodem van de boot moet 30–50 mm (1.2–2 in.) zijn. Als de afstand groter is dan 50 mm (2 in.), zal de motorprestatie waarschijnlijk afnemen omdat de waterweerstand voor het onderwaterhuis groter wordt. ab-
a
scheepsbodem antiventilatieplaat
30–50 mm (1.2”–2”)
b 37510
5.
Bevestig de buitenboordmotor door twee gaten van 7,9 mm (5/16 in.) in de spiegel te boren, waarbij u de knevelboutgaten als sjabloon gebruikt. Zet vast met de twee bouten, platte ringen en borgmoeren. Het gebruik van de knevelbouten alleen is niet voldoende om de buitenboordmotor correct en veilig op de spiegel te monteren. In de gaten en rondom de bouten moet waterafdichtend middel voor boten worden aangebracht om de installatie waterdicht te maken. a-
a
klemsteunschroef
42041
!
WAARSCHUWING
Als de buitenboordmotor niet op juiste wijze is bevestigd, kan hij van de bootspiegel worden geslingerd, wat tot materiële schade en ernstig of dodelijk letsel kan leiden. Alvorens de buitenboordmotor te gebruiken, moet hij op de juiste wijze worden geïnstalleerd met het vereiste bevestigingsmateriaal. Geef in vaarwater dat mogelijk verborgen obstakels heeft niet meer gas dan stationair, als de buitenboordmotor niet op correcte wijze op de spiegel is gemonteerd.
Afstandsbedieningen installeren Het verdient aanbeveling de dealer te raadplegen voor het installeren en afstellen van de afstandsbediening. 1.
Afstandsbedieningskabels installeren (aan kastzijde): Volg het instructieblad bij de afstandsbedieningskast.
27
INSTALLEREN 2.
Afstandsbedieningskast installeren: Volg het instructieblad bij de afstandsbedieningskast.
37529
3.
Afstandsbedieningskabel (motorzijde) en snoerconstructie (draadboom) installeren.
INSTALLEREN VAN GASKABEL- EN SCHAKELKABELADAPTERS •
Aan gasklepzijde: Bevestig de gaskabeladapter op het uiteinde van de kabel en zet hem met de moer vast.
a
b
c
d
e
f
40468
abcdef-
buitenste kabelgroef gaskabel moer veer gaskabeladapter kogelhouder
28
INSTALLEREN •
Aan schakelzijde: Bevestig de schakelkabeladapter op het uiteinde van de kabel en zet hem met de moer vast.
a
c
b
e
d
f g 40469
abcdefg-
buitenste kabelgroef schakelkabel moer schakelkabeladapter borgpen veer spanstift
AFSTANDSBEDIENINGSKABEL OP DE MOTOR AANSLUITEN •
Aan gasklepzijde: Stel de gaskabel af op de kabelclip en sluit de gaskabeladapter aan op het kogelgewricht van de gashendel.
•
Aan schakelzijde: Plaats de schakelkabel in de kabelclip, steek de borgpen in bij het montagegat op de schakelhendel en draai hem 90° om het geheel te vergrendelen.
a
b
a-
c k
d
j
bcde-
i
f-
h g
e f
41025
ghijk-
schakelkabeladapter: bevestigen op de af‐ standsbedieningskabel en bevestigen op de schakelhendel gaskabeladapter: bevestigen op de af‐ standsbedieningskabel en bevestigen op het kogelgewricht gashendel naar ontstekingsmodule stopkoord afstandsbediening (afzonderlijk verkrijgbaar) aansluiten op draadboom afstandsbedie‐ ningskast stuurhaakplaat kabelclip schakelhendel buitenste kabelgroef schakelkabel
NB: Zet de bedieningshendel in neutraal (N) en de hendel voor warmdraaien in neutraal op de stand helemaal dicht.
29
INSTALLEREN NB: Controleer of de aandrijving aan de motorzijde wordt gekoppeld als u de bedieningshendel van de afstandsbedieningskast op de eerste stand in Vooruit (F) of Achteruit (R) zet, ca. 32°, en of de gasklep van de carburateur helemaal is geopend wanneer u de hendel verder verstelt. Controleer of de gasklep op de carburateur helemaal wordt gesloten wanneer de bedieningshendel wordt teruggezet op Neutraal (N). Als dit niet het geval is, stel dan de positie van de kogelhouder bij.
DRAADBOMEN AANSLUITEN •
Haal de draadboom van de afstandsbedieningskast door het gat in de onderbak en maak de elektrische verbindingen. Zet de draadboom vast met de klem volgens onderstaande afbeelding.
b c
a
d e
i
d
d
h
g
41026
f abcdefghi-
chokerelais gelijkrichter zekeringdraad klem startrelais accukabel draadboom enkele afstandsbedieningskast luchtdemper
30
INSTALLEREN Accu installeren ACCU MONTEREN Volg de instructies van de accufabrikant zorgvuldig. Bevestig de accu stevig aan de romp, op een plaats waar er geen water op kan spatten.
NB: Op elektrisch gestarte buitenboordmotoren moeten de accukabels altijd op de accu geïnstalleerd zijn wanneer de motor draait, zelfs als er handmatig gestart wordt, omdat het laadsysteem anders beschadigd kan raken.
ACCU-AANSLUITINGEN Sluit eerst een rode kabel aan op de positieve (+) accupool en een zwarte kabel op de negatieve (–) accupool. Plaats een rode dop op de pluspool. Koppel eerst de zwarte en dan de rode kabel los wanneer u de accukabels loshaalt. Vereiste accucapaciteit: 12V-accu met aanbevolen capaciteit van ten minste 40 A/h. •
De accukabels moeten lang genoeg zijn om onbelemmerd te kunnen sturen.
•
De accukabels moeten zo worden gelegd dat ze tijdens het sturen niet beschadigd kunnen raken.
•
Als de accuverbindingen slecht zijn, zal de startmotor niet tornen.
•
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
•
De accu moet helemaal opgeladen zijn voordat de motor wordt gestart. ab-
a
rode kabel (+) zwarte kabel (–)
b 37712
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies: •
Tijdens het opladen van een accu komt waterstofgas vrij. Zet de accu tijdens het laden in een goed geventileerde ruimte. Neem de accu van de boot, zo voorkomt u dat de romp en het interieur beschadigd raken. Vonken, sigaretten en andere bronnen van vuur moeten worden geweerd van de oplaadlocatie om ontploffen van de accu te voorkomen.
•
De accuvloeistof (elektrolyt) bevat zwavelzuur. Als er elektrolyt wordt gemorst op de huid of kleding, spoel dan rijkelijk met water en raadpleeg een arts. Draag altijd een beschermbril en rubberen handschoenen wanneer u de accu hanteert.
Schroef selecteren De schroef die is meegeleverd met uw buitenboordmotor geeft de beste prestaties onder gemiddelde bedrijfscondities. De schroef moet zo worden gekozen dat het tijdens varen bij volgas gemeten motortoerental binnen het aanbevolen bereik valt. Model
Toerentalbereik bij volgas
6, 8
4500-5500 omw/min
31
INSTALLEREN Model
Toerentalbereik bij volgas
9.8
5000-6000 omw/min
Als andere omstandigheden zoals warmer en vochtiger weer, gebruik op grotere hoogten, een grotere belasting van de boot of een vuile bodem of vuil onderwaterhuis ertoe leiden dat het toerental tot onder het aanbevolen bereik daalt, kan het nodig zijn de schroef te vervangen of reinigen om de prestaties en levensduur van de buitenboordmotor te handhaven. Controleer met een nauwkeurige toerentalmeter het toerental bij volgas. Doe dit terwijl de motor zo getrimd is dat een uitgebalanceerde stuurconditie ontstaat (evenveel stuurkracht naar beide richtingen) en zonder dat de schroef losschiet.
SCHROEFTABEL De schroef moet zo worden gekozen dat het bij volgas gemeten motortoerental tijdens het varen binnen het aanbevolen bereik valt. Zie Accessoires - Schroeftabel in deze handleiding.
32
VERVOER Motor verwijderen 1.
Zet de motor af.
2.
Haal de brandstofconnector, de afstandsbedieningskabel, de accukabels, de steunbevestigingsbouten en moeren enz. van de motor.
3.
Neem de motor van de romp en tap al het water af uit het onderwaterhuis. Houd de motor hoger dan de schroef terwijl u de motor draagt.
Motor verplaatsen Houd de motor altijd verticaal als u hem draagt.
39485
NB: Houd het motorblok altijd hoger dan de schroef als u de motor in horizontale positie draagt. BELANGRIJK: Er bestaat ontploffingsgevaar. Gemorste en verdampte benzine kan gemakkelijk ontbranden en ontploffen. Tap alle benzine uit de carburateurs af wanneer u de motor verplaatst. Verwijder gemorste benzine met een poetslap.
Motor opslaan Houd de motor rechtop wanneer u hem opslaat.
NB: Als u de motor in horizontale positie opslaat, leg hem dan neer met de hendels omhoog.
40803
De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren De boot moet op een trailer worden vervoerd met de buitenboordmotor helemaal omlaag geklapt, in de verticale stand voor normaal bedrijf.
33
VERVOER NB: Als de boot op een trailer wordt vervoerd met de motor opgeklapt kan dit de motor, de boot enz. beschadigen. Als vervoer op een trailer met de motor helemaal omlaag niet mogelijk is (onderwaterhuis te laag bij de grond in verticale stand) bevestig dan de motor in opgeklapte stand met een daartoe geschikt hulpmiddel (bijv. een spiegelbeschermstang).
39486
Schakel de buitenboordmotor in vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien. Als er meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en stuiterbewegingen van de trailer. BELANGRIJK: De opklapvergrendeling en de ondiepwaterstandfunctie (modellen met stuurknuppel) op de buitenboordmotor zijn niet bedoeld om de buitenboordmotor op de boottrailer in de opgeklapte stand te ondersteunen.
Losse brandstoftanks vervoeren !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg de instructies voor het vervoeren van losse brandstoftanks. Vervoer de brandstoftank in een goed geventileerde ruimte uit de buurt van open vlammen of vonken.
BRANDSTOFTANK MET HANDBEDIENDE ONTLUCHTING 1.
Houd het ventiel van de brandstoftank gesloten terwijl u de tank vervoert. Hierdoor wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
26793
34
VERVOER BRANDSTOFTANK MET AUTOMATISCHE ONTLUCHTING 1.
Koppel de brandstofslang los van de tank. Hierdoor wordt het ontluchtingsventiel gesloten en wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
2.
Breng een dop aan op het steeltje van de brandstofslangaansluiting. Hierdoor kan het steeltje van de aansluiting niet per ongeluk worden ingedrukt, waardoor brandstof of dampen zouden kunnen ontsnappen.
a
ab-
steeltje van aansluiting dop
F
b
26794
35
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof BELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolg van het gebruik van verkeerde benzine wordt als verkeerd gebruik van de motor beschouwd; daardoor veroorzaakte schade wordt daarom niet door de beperkte garantie gedekt.
BRANDSTOFSPECIFICATIES Mercury Marine motoren werken naar behoren wanneer er een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt dat aan de volgende specificaties voldoet: VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook superbenzine (octaangetal 92 [R+M]/2) is aanvaardbaar. Gebruik geen loodhoudende benzine. Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ook superbenzine (RON 98) is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, gebruik dan loodhoudende benzine van een betrouwbaar merk.
GEBRUIK VAN (GEOXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE (ALLEEN VS) Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De twee soorten oxygenaten die in deze brandstoffen worden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) of ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxygenaat is dat in uw regio in de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzine. Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw Mercury Marine motor gebruikt worden.
ALCOHOLHOUDENDE BENZINE Als de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijn van de nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanol aanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan deze nadelige effecten nog verergeren. Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt, waardoor water/alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden. De onderdelen van het brandstofsysteem van uw Mercury Marine motor zijn bestand tegen benzine met een alcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem van uw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande de onderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftank, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk dat het gebruik van alcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van: •
Corrosie van metalen onderdelen;
•
Beschadiging van rubberen en kunststoffen onderdelen;
•
Brandstoflekkage via rubberen brandstofslangen;
•
Problemen bij het starten, stationair draaien en andere functies van de motor.
•
Gebruik geen benzine met meer dan 10% ethanol of meer dan 5% methanol.
•
Schade veroorzaakt door gebruik van benzine met alcohol, aceton of benzeen valt niet onder de beperkte garantie.
!
WAARSCHUWING
Brandstoflekkage leidt tot brand- of explosiegevaar, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Alle onderdelen van het brandstofsysteem moeten periodiek op lekkage, verslapping of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd, met name na opslag. Bij tekenen van lekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt. Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitend alcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekend is of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.
36
BRANDSTOF EN OLIE BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine motor met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken specifieke problemen. In auto's wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze zoveel vocht kan absorberen dat problemen worden veroorzaakt; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Olieaanbeveling Aanbevolen olie
Premium 2-takts TC-W3-buitenboordmotorolie
BELANGRIJK: Het moet door de NMMA gecertificeerde TC-W3 2-taktolie zijn. Mercury of Quicksilver Premium TC-W3 2–taktolie wordt aanbevolen voor deze motor. Voor extra bescherming en smering wordt Mercury of Quicksilver Premium Plus TC-W3 2–taktolie aanbevolen. Als Mercury of Quicksilver buitenboordmotorolie niet verkrijgbaar is, gebruik dan in plaats daarvan een ander merk door NMMA goedgekeurde TC-W3 2-takt buitenboordmotorolie. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade veroorzaken.
Brandstof en olie mengen Gebruik een 1:25 olie/benzinemengsel in de eerste tank brandstof. Nadat het inloopbrandstofmengsel is opgebruikt, gebruikt u een 1:50 olie/benzinemengsel. Zie de onderstaande tabel voor de mengverhoudingen.
MENGVERHOUDINGENTABEL OLIE/BENZINE MENGVERHOUDINGENTABEL BENZINE/OLIE Verhouding olie/ benzine
3,8 liter (1 US gal) benzine
11,5 liter (3 US gal) benzine
23 liter (6 US gal) benzine
1:25
148 ml (5 fl oz) olie
473 ml (16 fl oz) olie
946 ml (32 fl oz) olie
1:50
89 ml (3 fl oz) olie
237 ml (8 fl oz) olie
473 ml (16 fl oz) olie
MENGPROCEDURE Giet de juiste hoeveelheid olie samen met ongeveer vier liter benzine in een goedgekeurd vat. Schud het mengsel tot alles goed met elkaar vermengd is. Voeg de overige benzine toe en schud het vat om voor een goede vermenging te zorgen.
Inloopperiode motor BRANDSTOFMENGSEL VOOR INLOPEN VAN DE MOTOR Gebruik een 1:25 olie/benzinemengsel in de eerste tank brandstof.
PROCEDURE VOOR INLOPEN VAN DE MOTOR Zie onder Bediening - Procedure voor inlopen van de motor voor de juiste inloopprocedure.
Vullen van de brandstoftank !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Stop de motor altijd, rook niet en zorg dat er geen open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u de brandstoftanks vult. Vul brandstoftanks in de buitenlucht uit de buurt van warmte, vonken en open vuur.
37
BRANDSTOF EN OLIE Stop de motor altijd voordat u de tanks gaat vullen. Maak de brandstoftanks nooit helemaal vol. Laat ongeveer 10% van het tankvolume leeg. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur ervan stijgt en kan onder druk gaan lekken als de tank helemaal vol is.
VULLEN VAN PERMANENT GEÏNSTALLEERDE BRANDSTOFTANKS Giet de juiste hoeveelheid olie langzaam bij de benzine terwijl de tank wordt gevuld.
LOSSE BRANDSTOFTANKS VULLEN Haal losse brandstoftanks van de boot als u ze vult. Giet de juiste hoeveelheid olie samen met ongeveer 3,6 liter benzine in de brandstoftank. Meng dit goed en giet dan de rest van de benzine in de tank.
PLAATSING VAN DE LOSSE BRANDSTOFTANK IN DE BOOT Plaats de brandstoftank zo in de boot dat de ontluchting bij normaal gebruik van de boot hoger staat dan het brandstofpeil.
38
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening Uw boot is mogelijk uitgerust met de hier afgebeelde afstandsbediening. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
a b c
d 37982
abcd-
afstandsbedieningshendel alleen-gas hendel contactschakelaar dodemansschakelaar
Omhoog en omlaag klappen OPKLAPPROCEDURE Met behulp van de opklapfunctie kan de bestuurder de buitenboordmotor in een hogere opklaphoek plaatsen voor gebruik in ondiep water, of de buitenboordmotor naar de hoogste stand opklappen. Laat als de buitenboordmotor draait, de opklaphendel in de vrije stand staan. De buitenboordmotor kan dan terugkeren naar de bedrijfsstand als hij een obstakel onder water raakt en wordt opgetild. Als u de opklaphendel in de opklapstand zet, kan de buitenboordmotor vergrendelen in de ondiepwaterstand of in de stand volledig omhoog. BELANGRIJK: Pas bij het op- en neerklappen op dat u uw hand niet tussen de stuurkolom en de spiegelsteun plaatst. Klap de buitenboordmotor langzaam omlaag.
NB: Zet de motor af voordat u deze opklapt. 1.
Zet de motor af.
2.
Met de schakelhendel in Neutraal (N) of Vooruit (F) klapt u de motor helemaal op door hem bij de opklaphendel achterop de motorkap beet te pakken.
27023
39
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 3.
Omhoog klappen: Druk de hendel voor achteruitvergrendeling zo ver mogelijk omlaag. Dit is de opklappositie.
4.
Klap de motor helemaal op totdat hij op zijn plaats vergrendelt.
5.
Omlaag klappen: Trek de hendel voor achteruitvergrendeling omhoog tot hij stuit. Dit is de neerklappositie.
6.
Til de motor een stukje op en laat hem onder zijn eigen gewicht zakken.
a
b c 41032
abc-
opklaphendel opklappositie positie voor ondiepwaterstand
Gebruik in ondiep water BELANGRIJK: Pas tijdens gebruik in ondiep water dat u uw hand niet tussen de stuurkolom en de spiegelsteun plaatst. Klap de buitenboordmotor langzaam omlaag.
NB: Neem gas terug tot het langzaam-varen toerental en zet de versnelling in Neutraal (N) voordat u de motor gebruikt in ondiep water. 1.
Positie voor varen in ondiep water: Met de schakelhendel in Neutraal (N) of Vooruit (F) klapt u de motor langzaam ongeveer 40° op; zet vervolgens de opklaphendel omlaag naar de ondiepwaterstand.
2.
Omlaag klappen vanuit positie voor ondiepwaterstand: Klap de motor helemaal op en laat hem vervolgens langzaam neer naar de normale vaarstand.
b
ab-
positie voor ondiepwaterstand opklaphendel
a 41033
40
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN NB: Volg de onderstaande instructies. •
Zorg dat de waterinlaat altijd onder water ligt en dat er constant water door het indicatiegat van de waterpomp stroomt.
•
Gebruik de motor met een laag toerental wanneer u de ondiepwaterstand gebruikt. Als u te snel vaart, verliest u de controle over de boot en kan de motor beschadigd raken.
•
Pas op dat de motor de bodem niet raakt, vooral wanneer u achteruit vaart. Als de motor de bodem in de achteruitversnelling raakt, wordt de stoot doorgegeven aan de spiegel en kunnen zowel de motor als de boot beschadigd raken.
Trimhoekafstelling De verticale bedrijfshoek van uw buitenboordmotor wordt afgesteld door de stand van de opklap-pen in de aanwezige afstelgaten te veranderen. Door de juiste afstelling loopt de boot stabiel, bereikt de boot optimale prestaties en stabiliteit en verloopt het sturen zo soepel mogelijk. De volgende instructies beschrijven het instellen van de beste hoek voor de boot. De opklap-pen moet zodanig worden afgesteld dat de buitenboordmotor loodrecht door het water gaat wanneer de boot met volle snelheid vaart. Hierdoor kan de boot parallel aan de waterlijn varen. Rangschik passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld. U past de trimhoek aan door de trimpositiepen in de juiste trimpositie te zetten. . . . . . . . . . . . . . . . .
41
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN DE TRIMPOSITIE AANPASSEN • •
•
Goede trimpositie: De trimhoek is optimaal wanneer de boot tijdens het varen evenwijdig is met het wateroppervlak. Omlaag trimmen: Als de trimhoek te groot is, komt de boeg uit het water en neemt de vaarsnelheid af. Ook kan de boeg schommelen of de scheepsbodem kan op het water klappen tijdens het varen. Verklein in dat geval de trimhoek door de trimpositiepen in een lager gat te steken. Omhoog trimmen: Als de trimhoek te klein is, duikt de boeg in het water, neemt de vaarsnelheid af en kan er water in de boot komen. In dat geval vergroot u de trimhoek door de trimpositiepen in een hoger gat te steken.
a
b
f
c e
d abcdef-
41064
goede trimpositie omlaag trimmen omhoog trimmen verplaats de pen om de boeg omhoog te brengen verplaats de pen om de boeg omlaag te brengen trimpositiepen
Stuurfrictie-afstelling De stuurfrictie kan naar wens worden afgesteld met de stelschroef voor stuurfrictie.
!
WAARSCHUWING
Afstellen met onvoldoende frictie kan ernstige of dodelijke ongelukken veroorzaken door verlies van controle over de boot. Stel de stuurfrictie zodanig in dat wordt voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bocht instuurt zodra de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten. Verstel de stelschroef om de gewenste mate van stuurfrictie te verkrijgen. • Draai de schroef rechtsom voor meer frictie.
42
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Draai de schroef linksom voor minder frictie. a-
stelschroef stuurfrictie
a
40867
NB: De stuurstelbout dient voor het instellen van de schuifweerstand van de besturing, niet voor het corrigeren van de besturing zelf. Als de bout te strak wordt aangedraaid, kan dat de stuurkolom beschadigen.
Draaiweerstand van gasgreep afstellen Draai de frictieafstelschroef om de gasgreep op het gewenste toerental in te stellen en te houden. Draai de schroef rechtsom voor meer frictie of linksom voor minder frictie. abc-
meer frictie minder frictie stelschroef gasgreep
a c b 41034
Achteruitvergrendeling De schakelhendel is in de stand Achteruit (R) normaliter vergrendeld. De koppeling voor achteruitvergrendeling staat in de stand (d).
43
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Zet de koppeling voor achteruitvergrendeling van stand (d) naar stand (c) wanneer u de schakelhendel in Achteruit (R) of Neutraal (N) zet. abcd-
a
b
c
achteruitvergrendeling koppeling voor achteruitvergrendeling koppeling voor achteruitvergrendeling in stand (c) koppeling voor achteruitvergrendeling in stand (d)
d 41035
Trimvin afstellen Een op de schroef uitgeoefend stuurmoment zal de boot in één richting doen trekken. Dit stuurmoment is normaal en wordt veroorzaakt wanneer de buitenboordmotor niet getrimd is met de schroefas evenwijdig aan het wateroppervlak. De trimvin kan zo'n stuurmoment vaak helpen compenseren en deze kan binnen bepaalde grenzen worden afgesteld om een eventueel ongelijke stuurkracht te verminderen. •
Laat uw boot op normale kruissnelheid varen, met de buitenboordmotor ingesteld op de juiste bedrijfshoek. Maak een bocht naar links en naar rechts en bepaal in welke richting de boot het gemakkelijkst een bocht maakt.
•
Als afstelling vereist is, draait u de trimvinbout los en voert u de afstelling in kleine stappen geleidelijk uit.
•
Draai de trimvinbout na het afstellen weer goed aan.
NB: Controleer regelmatig of de bout en de trimvin goed zijn vastgezet. Door corrosie zal de trimvin na verloop van tijd slijten. De trimvin bevindt zich onder de antiventilatieplaat. •
Als de boot naar links trekt, stelt u de trimvin af richting B.
44
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Als de boot naar rechts trekt, stelt u de trimvin af richting C.
d
e
a b c 37494
abcde-
trimvin trekt naar links; stel trimvin af richting B trekt naar rechts; stel trimvin af richting C bocht naar links bocht naar rechts
BELANGRIJK: De trimvin fungeert tevens als anode die galvanische corrosie voorkomt. Breng geen lak, vet of ander materiaal aan op de buitenkant van de trimvin.
NB: De afstelling van de trimvin zal het stuurmoment amper verminderen als de buitenboordmotor is geïnstalleerd met de antiventilatieplaat op ten minste 50 mm (2 in.) boven de bodem van de boot. . . . . . .
45
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN FRICTIE AFSTANDSBEDIENINGSHENDEL (STELSCHROEF GASGREEPFRICTIE) Om de frictie van de afstandsbedieningshendel te vergroten draait u aan de stelschroef voor de gasgreepfrictie op de voorkant van de afstandsbedieningskast. Draai de schroef naar rechts om de frictie te verhogen en naar links om deze te verlagen.
a
abc-
b c
38385
46
linksom draaien voor minder frictie rechtsom draaien voor meer frictie stelschroef gasgreepfrictie
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De bestuurder is op de hoogte van veilig navigeren en varen en veilige bedieningswerkwijzen.
•
Een goedgekeurd en gemakkelijk bereikbaar reddingsvest van de juiste maat voor elke passagier is aan boord.
•
Een ringvormige reddingsboei of een drijfkussen, geschikt om naar een persoon in het water te werpen.
•
Zorg dat u de maximale belasting van uw boot weet. Kijk op het typeplaatje.
•
De brandstofvoorraad is in orde.
•
Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk verdeeld is en iedereen op een daarvoor bestemde zitplaats zit.
•
Vertel iemand waar u heen gaat en wanneer u terug denkt te komen.
•
Het is verboden om de boot te besturen terwijl u onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Zorg dat u de waterwegen en het gebied kent waar u gaat varen; het getij, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die u in Bediening - Inspectie- en onderhoudsschema vindt.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik op grote hoogte BELANGRIJK: Voorkom ernstige schade aan de motor als gevolg van een arm brandstofmengsel: gebruik de buitenboordmotor niet (als de carburateursproeiers zijn verwisseld voor varen op grote hoogte) op een lagere hoogte tenzij de sproeiers weer worden verwisseld voor de nieuwe hoogte. Als de buitenboordmotor wordt gebruikt op een hoogte van meer dan750 m (2500 ft.) boven zeeniveau kan het nodig zijn om de carburateursproeiers te vervangen en/of een schroef met een andere spoed te gebruiken. Neem contact op met uw dealer. Hierdoor wordt het normale prestatieverlies verminderd als gevolg van minder zuurstof in de lucht, waardoor een zeer rijk brandstofmengsel ontstaat.
Gebruik van de buitenboordmotor als hulpmotor Als de buitenboordmotor als hulpmotor wordt gebruikt, zet hem dan af en klap hem omhoog uit het water als de hoofdaandrijving gebruikt wordt.
47
BEDIENING BELANGRIJK: Tijdens het gebruik van de hoofdaandrijving moet de buitenboordmotor worden vastgezet zodat hij niet op en neer springt. DOOR OP EN NEER SPRINGEN KUNNEN DE BUITENBOORDMOTOR EN DE BOOTSPIEGEL WORDEN BESCHADIGD.
Instructies alvorens te starten 1.
Sluit de brandstofconnector aan op de motorconnector. De pijl op de pompbal moet naar de motor wijzen.
42043
KENNISGEVING Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten. 2.
Draai de ontluchtingsschroef op de brandstoftankdop los.
a
3.
a-
ontluchtingsschroef
41046 Voer brandstof toe aan de carburateur door in de pompbal te knijpen totdat deze hard wordt.
b
abc-
a
naar brandstoftank naar motor pijlteken (stroomrichting brandstof)
c 37714
48
BEDIENING 4.
Zorg dat de koelwaterinlaat onder water is. ab-
waterinlaat waterzeef
b
a
42604
Procedure voor inlopen van de motor BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de inloopprocedures.
MOTOROLIE Gebruik Mercury of Quicksilver motorolie of andere aanbevolen olie (TC-W3).
NB: Meng geen olie van verschillende merken. Als u olie van verschillend merken of ook verschillende soorten olie van hetzelfde merk vermengt, kan dat gelvorming veroorzaken waardoor de zeeffilters verstopt kunnen raken. Dat kan ernstige motorschade veroorzaken door gebrek aan smering. Mengverhouding (1:50): Mercury of Quicksilver motorolie of aanbevolen motorolie (TC-W3), 1:loodvrije benzine 50.
BRANDSTOFMENGSEL VOOR INLOPEN VAN DE MOTOR Gebruik een 1:25 olie/benzinemengsel in de eerste tank brandstof. Gebruik Mercury of Quicksilver motorolie of de aanbevolen olie (TC-W3).
INLOPEN Inloopperiode van 10 uur Varieer de gasgreepinstelling tijdens het eerste bedrijfsuur. Voorkom in het eerste bedrijfsuur dat de motor langer dan twee minuten met hetzelfde toerental loopt en gebruik niet langdurig volgas. 0–9 min
10–59 min
Bedie‐ ningswijze
Stationair of lang‐ zaam-varen toeren‐ tal
Gasgreep op minder dan ½ open (ca. 3000 omw/ min)
Condities
Varen met niet meer dan minimaal toerental
Tijd
1:00–1:59 uur
49
2:00–9:59 uur
10 uur
Gasgreep op minder dan 3/4 open (ca. 4000 omw/min)
Gasgreep 3/4 open (ca. 4000 omw/min)
Nor‐ maal gebruik
Om de 10 minuten kan 1 minuut met volgas worden gevaren.
Om de 10 minuten kan 2 minuten met volgas worden geva‐ ren.
BEDIENING Motor opwarmen Laat de motor op een laag toerental ongeveer drie minuten warmdraaien. Dit geeft de smeerolie de gelegenheid om alle onderdelen van de motor te smeren. Gebruik van de motor zonder warm te laten draaien bekort de levensduur van de motor. Vergeet niet om te controleren of er koelwater uit de waterpompindicatieopening stroomt wanneer u de motor laat warmdraaien.
NB: Als de motor constant draait zonder dat er water uit de afvoeropening van de waterpomp of uit de stationairopening stroomt, kan de motor oververhit raken. ab-
indicatieopening waterpomp stationairopening
a b
40472
Motortoerentallen: stationair toerental na warmdraaien. Ingeschakeld
In neutraal
750 omw/min
950 omw/min
De motor starten Lees vóór het starten van de motor de Controlelijst voor het starten, de speciale bedieningsinstructies en de Procedure voor inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening . Buitenboordmotoren met elektrisch startsysteem mogen niet draaien of handmatig met het startkoord gestart worden als de accukabels van de buitenboordmotor niet op een accu zijn aangesloten. Dat kan het laadsysteem beschadigen. BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, zet dan de motor af en controleer of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, raakt hij ernstig beschadigd. 1.
Model MH en EH: Zet de schakelhendel op Neutraal (N).
38347
NB: Zorg dat de schakelhendel op Neutraal (N) staat wanneer u de motor start. Dit model heeft een functie die voorkomt dat de motor aanslaat terwijl hij in de versnelling staat.
50
BEDIENING BELANGRIJK: Als de motor aanslaat terwijl de versnelling is ingeschakeld, mag u de motor niet gebruiken. Neem contact op met uw erkende dealer. 2. Draai de gasgreep totdat het merkteken op de greep tegenover het driehoekje op de stuurknuppel staat.
28847
3.
Trek de chokeknop helemaal uit. U hoeft de choke niet te gebruiken als de motor al is warmgedraaid.
38349
4.
MH-modellen: Trek langzaam aan de handgreep van het startkoord totdat u weerstand voelt. Trek vervolgens snel uit.
a
b
ab-
37523
51
langzaam trekken snel trekken
BEDIENING 5.
EH-modellen: Druk op de startknop.
a
6.
a-
startknop
39481 Laat de knop los zodra de motor is aangeslagen.
BELANGRIJK: Als u de chokeknop hebt gebruikt om de motor te starten, drukt u deze terug nadat de motor is aangeslagen. 7. E-modellen: Steek de contactsleutel in het contactslot. 8. Zet de bedieningshendel op Neutraal (N). Haal de hendel voor warmdraaien in Neutraal (N) omhoog.
N
abcde-
a b
geheel open geheel dicht hendel voor warmdraaien in neutraal contactsleutel dodemansschakelaar
c d e
9.
37715 Draai de contactsleutel naar de startpositie. Houd de sleutel vervolgens ingedrukt om te choken.
52
BEDIENING NB: Choken is niet nodig als de motor al is warmgedraaid. abc-
b
a
uit aan indrukken om te choken
c
37466
10. Stop met indrukken van de knop zodra de motor is aangeslagen. De contactsleutel komt automatisch terug naar de oorspronkelijke stand.
NB: U kunt de hendel voor warmdraaien in neutraal niet omhoog zetten als de bedieningshendel op Vooruit (F) of Achteruit (R) staat. NB: Modellen E en EH: •
Als de startmotor langdurig aaneen wordt gebruikt, kan dat de levensduur van de accu en de startmotor bekorten. Gebruik de startmotor niet langer dan drie seconden aaneen. Wacht vijf seconden voordat u de startmotor opnieuw gebruikt als de motor niet aanslaat.
•
Schakel de startmotor niet in nadat de motor is gestart.
Schakelen BELANGRIJK: Doe het volgende: •
Zet de buitenboordmotor alleen in een versnelling terwijl de motor stationair draait. Schakel niet naar achteruit als de motor niet draait.
Modellen MH en EH
a
ab-
b
achteruit (R) vooruit (F)
37713
53
BEDIENING 1.
Vooruit: Draai de gasgreep om het motortoerental te verlagen. Nadat de motor op het langzaam-varen toerental is gekomen, trekt u de schakelhendel snel naar Vooruit (F).
2.
Achteruit: Doe hetzelfde als bij schakelen naar Vooruit (F): verlaag het motortoerental en duw de schakelhendel snel naar Achteruit (R) zodra de motor op het langzaam-varen toerental is gekomen.
3.
E-modellen
e c
d g
b
f
d g
i
a h
a 39483
abcdefghi-
geheel open gasgreep vooruit (F) schakelen neutraal (N) achteruit (R) geheel dicht hendel voor warmdraaien in neutraal vergrendelknop
4.
Vooruit: Duw de bedieningshendel snel naar de stand Vooruit (F) bij 32°, waarbij de versnelling wordt geschakeld, terwijl u de vergrendelknop onderaan de greep op de bedieningshendel omhoog trekt. Als u de hendel verder verstelt, wordt de gasklep geopend.
5.
Achteruit: Trek de bedieningshendel snel naar de stand Achteruit (R) bij 32°, waarbij de versnelling wordt geschakeld, terwijl u de vergrendelknop onderaan de greep op de bedieningshendel omhoog trekt. Als u de hendel verder verstelt, wordt de gasklep geopend.
NB: De bedieningshendel is niet actief, tenzij de hendel voor warmdraaien in neutraal op de stand helemaal dicht is gezet. NB: Verhoog het motortoerental niet onnodig terwijl u de hendel voor warmdraaien in neutraal gebruikt.
De motor afzetten Modellen MH en EH 1.
Draai de gasgreep op de stand voor laag toerental.
2.
Zet de schakelhendel op Neutraal (N). Laat de motor 2–3 minuten stationair draaien als de motor volgas heeft gedraaid.
54
BEDIENING 3.
Druk de stopschakelaar in om de motor te stoppen.
37877
E-modellen 1. Zet de schakelhendel op Neutraal (N) en laat de motor 2–3 minuten stationair draaien.
N
37882
55
BEDIENING 2.
Draai de contactsleutel naar de uit-stand of trek de vergrendeling van de dodemansschakelaar uit.
b
abcd-
c
haak uit aan vergrendeling dodemansschake‐ laar
d
a
37716
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies: •
Draai de ontluchtingsschroef op de brandstofdop dicht nadat u de motor hebt gestopt.
•
Koppel de brandstofconnector los van de motor of de brandstoftank.
•
Koppel de accukabel op motortype EH of E los van de accu als de motor langer dan drie dagen niet zal worden gebruikt.
Starten bij storing Als het startsysteem niet werkt, kunt u het meegeleverde reservestartkoord gebruiken en deze procedure volgen. Verwijder de motorkap, gebruik het meegeleverde reservestartkoord en volg de procedure. 1.
Trek het startkoord met de hand snel uit.
2.
Gebruik een dopsleutel van 10 mm als handgreep op het koord.
38361
56
BEDIENING !
WAARSCHUWING
Er is altijd hoogspanning aanwezig als de contactsleutel naar Aan is gedraaid, met name tijdens het starten of gebruiken van de motor. Raak de ontstekingsonderdelen of metalen testsondes niet aan en houd afstand van de bougiekabels wanneer u tests verricht terwijl het systeem stroomvoerend is.
!
WAARSCHUWING
Het onbedekt draaiende vliegwiel kan ernstig letsel veroorzaken. Houd uw handen, haar, kleding, gereedschap en andere voorwerpen uit de buurt van de motor wanneer de motor wordt gestart of loopt. Probeer de vliegwielkap of de motorkap niet aan te brengen of te verwijderen terwijl de motor loopt.
57
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotor de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- en onderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden.
!
WAARSCHUWING
Het nalaten van inspecties en onderhoud van uw buitenboordmotor of pogingen om onderhoud of reparaties aan de buitenboordmotor uit te voeren als u niet bekend bent met de juiste service- en veiligheidsprocedures, kan ernstig of dodelijk letsel of defecten aan het product veroorzaken. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze publicatie. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
!
WAARSCHUWING
Het gebruik van een vervangingsonderdeel dat inferieur is aan het oorspronkelijke onderdeel, kan tot lichamelijk of fataal letsel, of een defect product, leiden.
Inspectie- en onderhoudsschema VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK •
Controleer of de dodemansschakelaar de motor uitschakelt.
•
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
•
Controleer het stuursysteem op stroef bewegende en losse onderdelen.
•
Modellen met afstandsbediening - Controleer visueel of de stuurstangbevestigers goed vastzitten.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK •
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor door als u de motor in zout of vervuild water hebt gebruikt. Zie onder Koelsysteem doorspoelen.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatdoorgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water als u de motor in zout water hebt gebruikt.
NA 100 GEBRUIKSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERSTE VOORDOET •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Smeerpunten.
•
Inspecteer en reinig de bougies. Zie onder Bougies inspecteren en vervangen.
•
Controleer het brandstofslangfilter op verontreinigingen. Zie onder Brandstofsysteem.
•
Controleer de carburateurafstellingen zo nodig.
•
Controleer de anti-corrosieanodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Anodes vervangen.
•
Tap de olie af uit het onderwaterhuis en ververs deze.
•
Smeer de spiebanen op de aandrijfas en schakelas.1.
1.
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
58
ONDERHOUD •
Elektrisch gestarte modellen – Inspecteer de accu. Zie onder Accu inspecteren.
•
Modellen met afstandsbediening - Controleer de afstelling van de bedieningskabels.1.
•
Verwijder aanslag in de motor met Mercury Precision of Quicksilver Power Tune Engine Cleaner (motorreiniger).
•
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed aangehaald zijn.
•
Reinig het aanzuigfilter van de brandstoftank.
NA 300 GEBRUIKSUREN OF OM DE DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (doe dit vaker als er oververhitting optreedt of als u een lagere waterdruk constateert).1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Zie onder Opslag voor de opslagprocedure.
Koelsysteem doorspoelen Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor door met zoet water na elk gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat neerslag de inwendige waterkanalen verstopt. Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product).
!
WAARSCHUWING
Een draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaats een stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat. 1.
Verwijder de schroef. Zie onder Schroef vervangen. Verwijder de waterplug van de motor en schroef de bijbehorende spoeladapter (slangadapter) op zijn plaats.
2.
Sluit een slang aan op de spoeladapter om de motor inwendig met water door te spoelen. (Plak de waterzeef in het onderwaterhuis met tape dicht.) ab-
a
waterplug waterzeef
b
39488
3.
Zet de schakelhendel op Neutraal (N) en laat de motor met laag toerental draaien terwijl het water uit het koelsysteem stroomt om al het zeewater en de modder te verwijderen.
4.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt. Blijf de buitenboordmotor gedurende 3–5 minuten doorspoelen terwijl u de watertoevoer constant in het oog houdt.
5.
Zet de motor af, draai de kraan dicht en verwijder de doorspoeladapter. Installeer de schroef.
59
ONDERHOUD Verwijdering en installatie motorkap VERWIJDERING 1.
Haal de vergrendeling achter los door de hendel omlaag te duwen.
29054
2.
Til de achterkant van de kap op en haal de haak op de voorkant los.
26851
INSTALLATIE 1.
Zet de haak op de voorkant vast en duw de kap terug over de kapafdichting.
2.
Duw de kap omlaag en duw de vergrendelingshendel achter omhoog om hem vast te zetten.
Accu inspecteren De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten. BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies. 1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
4.
Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien die voorkomt dat de accupolen per ongeluk worden kortgesloten.
Brandstofsysteem !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert.
60
ONDERHOUD Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
MOTORBRANDSTOFFILTER Inspecteer het kijkglas op achtergebleven water en het filterelement op bezinksel. Reinig het filter als volgt:
Brandstoffilters en brandstoftank reinigen In de brandstoftank en de motor zijn brandstoffilters aangebracht. 1.
Brandstoftankfilter: Haal het afgebeelde kniestuk los van de brandstofinlaat. Verwijder het kniestuk en maak het brandstoffilter schoon.
b
a 37711
ab2.
filter kniestuk brandstofinlaat
Motorfilter: Verwijder de dop en maak het brandstoffilter in de motor schoon.
a
b
c
41036
abc-
brandstofpomp brandstoffilter brandstofleiding
61
ONDERHOUD 3.
Brandstoftank: Water of vuil in de brandstoftank kunnen motorproblemen veroorzaken. Maak de tank op gezette tijden of na langdurige opslag van de motor (langer dan drie maanden) schoon.
BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in het filter door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Onderhoud van de buitenkant Uw buitenboordmotor wordt beschermd door duurzame lak. Maak de lak regelmatig schoon en zet deze in de was, gebruikmakend van geschikte reinigingsmiddelen en was.
Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met afstandsbediening BELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt. Het elektrische startcircuit wordt tegen overbelasting beschermd door een SFE zekering van 20 A. Als de zekering doorslaat, werkt de elektrische startmotor niet. Probeer de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering weer doorslaan. Vervang de zekering door een zekering van dezelfde stroomsterkte.
3036
Anodes vervangen De buitenboordmotor heeft een anti-corrosieanode die op het onderwaterhuis is geïnstalleerd. Doordat het metaal van de anode wordt aangetast in plaats van het metaal van de buitenboordmotor, beschermt de anode de motor tegen corrosie.
62
ONDERHOUD Er bevinden zich twee anodes op het onderwaterhuis en de montagesteun. Vervang de anodes als ze voor meer dan tweederde zijn aangetast. a-
anode/trimvin
a
37879
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies: 1.
Smeer of verf de anode nooit.
2.
Haal de bevestigingsbout van de anode bij elke inspectie aan, omdat hij corrodeert door elektrolyse.
Schroef vervangen !
WAARSCHUWING
Een draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaats een stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat. 1.
Schakel de buitenboordmotor in de stand Neutraal (N).
38347
2.
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor aanslaat.
26899
63
ONDERHOUD 3.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef op zijn plaats te houden en de schroefmoer te verwijderen.
27296
4.
Trek de schroef recht van de as. Als de schroef op de as is vastgelopen en niet verwijderd kan worden, laat hem dan door een erkende dealer verwijderen.
a b c
abcde-
d
splitpen moer sluitring schroef draagring
e 38055
5.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan.
27305
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
Ref.-nr. tube
BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf op de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele as tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd.
64
ONDERHOUD 6.
Installeer de voorste draagring, schroef, sluitring, moer en splitpen op de schroefas.
a
b
c
d
e
f 37520
abcdef7.
splitpen moer sluitring schroef voorste draagring schroefas
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en draai de schroefmoer aan.
27341
8.
Installeer de bougiekabels.
Bougies inspecteren en vervangen !
WAARSCHUWING
Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken produceren die de brandstofdampen onder de motorkap tot ontploffing brengen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel door brand of explosie tot gevolg. Voorkom schade aan de bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap om de bougiedoppen te verwijderen.
65
ONDERHOUD 1.
Verwijder de bougiekabels. Draai de rubberen doppen wat heen en weer en trek ze van de bougies af.
26899
2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode versleten is of als de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of brandplekken vertoont.
26946
3.
Stel de elektrodenafstand af (0,9–1,0 mm).
26947
Bougie NGK B7HS-10 of BPR7HS-10 of aanbevolen bougies (Champion L82 of RL 82C met elektrodenafstand van 1,0 mm) 4.
Veeg de bougiezittingen schoon voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en haal ze vervolgens nog een kwartslag aan, of haal ze aan volgens de specificaties.
Beschrijving
Nm
Bougie
27
lb-in.
lb-ft 20
Smeerpunten Laat onderhoud van dit product uitsluitend door de erkende Mercury-dealer verrichten. Gebruik originele onderdelen en originele/aanbevolen smeermiddelen.
Tandwielolie verversen 1. 2.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand. Zet een opvangbak onder de buitenboordmotor.
66
ONDERHOUD 3.
Verwijder de oliepluggen (boven en onder) en tap alle tandwielolie af. abc-
a
bovenste olieaftapplug onderste olieaftapplug waterzeef
c
b
40473
4.
Steek de tuit van de olietube in het gat van de onderste olieaftapplug en vul met tandwielolie door in de olietube te knijpen totdat er olie uit het bovenste pluggat stroomt. abc-
a
bovenste olieaftapplug onderste olieaftapplug waterzeef
c
b
40474
5.
Installeer de bovenste olieaftapplug, trek de tuit van de olietube uit het gat en installeer de onderste olieaftapplug.
BELANGRIJK: Gebruik Mercury/Quicksilver tandwielolie of het aanbevolen product (APL GL-5: SAE #80–#90). Vereiste hoeveelheid: 370 ml (0.10 US gal).
Onder water geraakte buitenboordmotor Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud nodig bij een erkende dealer. Prompt onderhoud bij een dealer is noodzakelijk als de motor eenmaal aan de atmosfeer is blootgesteld om inwendige corrosieschade aan de motor tot een minimum te beperken.
67
OPSLAG Controlelijst aan begin van het seizoen 1.
Controleer het elektrolytpeil en meet de accuspanning en het soortelijk gewicht van de accuvloeistof. Soortelijk gewicht bij 20 °C
Spanning over accupolen (V)
Laadconditie
1.120
10,5
Helemaal leeg
1.160
11,1
1/4 opgeladen
1.210
11,7
1/2 opgeladen
1.250
12.0
3/4 opgeladen
1.280
13,2
Helemaal geladen
2.
Controleer of de accu goed is bevestigd en de accukabels correct zijn aangebracht.
3.
Controleer de werking van de bedieningselementen voor gas en schakelen. Draai de schroefas terwijl u de schakelfunctie controleert, anders kan de schakeloverbrenging beschadigd raken.
Voorbereiding voor opslag Bij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water via alle koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen.
BRANDSTOFSYSTEEM BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming overgaan en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof om vernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies. •
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volg de aanwijzingen op de verpakking). Schud de brandstoftank voorzichtig heen en weer om het stabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.
•
Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volgens de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
•
Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.
68
OPSLAG Doorspoeladapter
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of het gebruik van de motor.
9192
Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen •
Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
•
Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalen buitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes).
Ref.-nr. tube
120
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Corrosion Guard (corrosiebeschermin g)
Externe metalen oppervlakken
92-802878Q55
Bescherming inwendige motoronderdelen NB: Controleer eerst of het brandstofcircuit op opslag is voorbereid. Zie Brandstofsysteem, hiervoor. BELANGRIJK: Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud – Bougies inspecteren en vervangen voor de juiste procedure voor het verwijderen van de bougiedoppen. •
Plaats de buitenboordmotor in het water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Start de motor en laat hem in neutraal warmlopen.
•
Terwijl de motor versneld stationair draait, stopt u de brandstoftoevoer door de brandstofslang los te koppelen. Zodra de motor begint te haperen, spuit u snel Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Storage Seal (afdichting voor opslag) in de carburateur totdat de motor afslaat als gevolg van gebrek aan brandstof.
•
Verwijder de bougies en spuit vijf seconden lang opslagafdichtingsmiddel rond de binnenkant van de cilinder.
•
Draai het vliegwiel enige malen met de hand rond om het opslagafdichtingsmiddel door de cilinder te verdelen. Breng de bougie weer aan.
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie af en ververs deze.
Buitenboordmotor plaatsen voor opslag Sla de buitenboordmotor in een rechtopstaande (verticale) positie op om water uit de motor te laten lopen.
69
OPSLAG KENNISGEVING Als de buitenboordmotor in opgeklapte toestand wordt opgeslagen, kan hij beschadigd raken. Er kan dan water bevriezen dat is ingesloten in de koelkanalen, of regenwater dat zich ophoopt in de schroefuitlaat in het onderwaterhuis. Sla de buitenboordmotor op in de stand volledig omlaag.
Accu-opslag •
Volg de instructies van de fabrikant voor opslag en het laden van de accu.
•
Verwijder de accu van de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig opnieuw opladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer tijdens de opslagperiode het waterpeil regelmatig en laad de accu regelmatig op.
70
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen) MOGELIJKE OORZAKEN •
Modellen met afstandsbediening – Doorgeslagen 20 A-zekering in het startcircuit. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu of accuverbindingen zijn los of aangetast.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Startmotor of solenoïde van startmotor defect.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN •
Noodstopschakelaar niet in de stand "RUN" (LOPEN).
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Motor verzopen. Zie hoofdstukBediening .
•
Brandstof bereikt de motor niet. a. Brandstoftank is leeg. b. Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt. c. Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt. d. Pompbal niet ingeknepen. e. Keerklep van pompbal is defect. f. Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud . g. Brandstofpomp defect. h. Brandstoftankfilter verstopt.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig MOGELIJKE OORZAKEN •
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven. •
Het brandstoffilter van de motor is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.
•
Brandstofleiding is geknikt of dichtgeknepen.
•
Brandstofpomp defect.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Gashendel niet volledig open. 71
OPSPOREN VAN STORINGEN •
Schroef beschadigd of schroef van verkeerde grootte.
•
Verkeerde afgesteld ontstekingsmoment, verkeerde afstellingen of instelling.
•
Boot overbelast of lading niet goed verdeeld.
•
Overmatig veel water in motorruim.
•
Bodem van boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN •
Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Te weinig elektrolyt in de accu.
•
Oude of inefficiënte accu.
•
Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.
•
Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.
72
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Over originele vervangingsonderdelen en accessoires kan uw plaatselijke erkende dealer u informeren. De dealer heeft de benodigde informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Wanneer u naar onderdelen en accessoires informeert, heeft de dealer het model- en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Mercury Marine-servicekantoren Als u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereiken bent als u een brief of fax stuurt. Verenigde Staten, Canada Telefoon
Engels - (920) 929-5040 Frans - (905) 636-4751
Fax
Engels - (920) 929-5893 Frans - (905) 636-1704
Website
www.mercurymarine.com
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939
Australië, Pacific Telefoon
(61) (3) 9791-5822
Fax
(61) (3) 9706-7228
Brunswick Asia Pacific Group 132-140 Frankston Road Dandenong, Victoria 3164 Australië
73
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Europa, Midden-Oosten, Afrika Telefoon
(32) (87) 32 • 32 • 11
Fax
(32) (87) 31 • 19 • 65
Brunswick Marine Europe Parc Industriel de Petit-Rechain B-4800 Verviers, België
Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied Telefoon
(954) 744-3500
Fax
(954) 744-3535
Mercury Marine 11650 Interchange Circle North Miramar, FL 33025 VS
Japan Telefoon
072-233-8888
Fax
072-233-8833
Kisaka Co., Ltd. 4-130 Kannabe-cho Sakai-shi Sakai-ku 5900984 Osaka, Japan
Azië, Singapore Telefoon
5466160
Fax
5467789
Mercury Marine Singapore 72 Loyang Way Singapore, 508762
74
ONDERHOUDSLOGBOEK Onderhoudslogboek Noteer hier het onderhoud dat aan uw buitenboordmotor is uitgevoerd. Denk eraan dat u alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen bewaart. Datum
Uitgevoerd onderhoud
Draaiuren
75
ACCESSOIRES Schroeftabel Gebruik een Mercury/Quicksilver schroef. De schroef moet zo worden gekozen dat het bij volgas gemeten motortoerental tijdens het varen binnen het aanbevolen bereik valt: 6, 8 = 4500–5500 omw/min; 9.8 = 5000–6000 omw/min. Lichte boten ------------------------------------------------- Zware boten Maat zoals aangegeven op schroef
9.5
F8.5
7.5
7.0
6.5
Diameter (mm) x spoed (in.) schroefmaat
226 x 255 (8.9 x 10)
226 x 211 (8.9 x 8.3)
216 x 190 (8.5 x 7.5)
226 x 178 (8.9 x 7.0)
216 x 165 (8.5 x 6.5)
Standaard schroef‐ model
6
S
L
8
S
L en UL
9.8
S
Spiegelhoogte: S = kort, L = lang, UL = extra lang . . . . . . . . . .
76
L en UL
ACCESSOIRES Accessoires OPTIONELE ACCESSOIRES
b
a
d c f e
g
h
i
j k
l 77
41037
ACCESSOIRES abcdef-
dynamo (12 V, 80 W): alleen voor lamp in bedrijfsmodus verlengsnoer voor lamp: lampen zijn in de handel verkrijgbaar toerenteller Mercury/Quicksilver vet doorspoeladapter Mercury/Quicksilver tandwielolie
ghijkl-
78
Mercury/Quicksilver motorolie (0,4 L, 1 L, 4 L, 20 L) bijwerklak verticale starter gelijkrichter: voor het laden van de accu (12 V) dynamo accu of lamp
BIJBEHORENDE ONDERDELEN Bijbehorende onderdelen Naam
Onderhoudsgereedschap
Reserveonderdelen
Aantal
Gereedschapzak
1
Tang
1
Dopsleutel
1
10 x 13 mm
Dopsleutel
1
21 mm
Dopsleutelgreep
1
Schroevendraaier
1
Schroevendraaiergreep
1
Starterkoord
1
1000 mm
Bougie
1
NGK B7HS-10 of BPR7HS-10
Splitpen
1
Brandstoftank
Overige*
Afmetingen
Opmerkin‐ gen
Bladschroevendraaier en kruiskopschroeven‐ draaier
1
Pompbal
1 set
Afstandsbedieningskast
1 set
Alleen Emodellen
Bevestiging voor afstandsbe‐ diening
1 set
Alleen Emodellen
* In sommige landen niet als standaardaccessoire meegeleverd. . . . . . . .
AANTEKENINGEN: . .
79
BIJBEHORENDE ONDERDELEN . .
80
81
BEDRADINGSSCHEMA’S MH-modellen
d
c e
b
f
a 41038
82
BEDRADINGSSCHEMA’S abc-
bougie ontstekingsmodule stopschakelaar
def-
83
stopschakelaar afstandsbediening (optioneel) startkoord vliegwielmagneet
BEDRADINGSSCHEMA’S EH-modellen
f
g
e c
d
h
i l
k b
m
j
n o p
a q r 41039
84
BEDRADINGSSCHEMA’S abcdefghi-
hoofdschakelaar accu accukabel (rood) accukabel (zwart) toerenteller (optioneel) toerentellerdraad (optioneel) gelijkrichter zekeringdraad afzonderlijk snoer (wit) (optioneel)
jklmnopqr-
85
afzonderlijk snoer (geel) (optioneel) startrelais startkoord startmotor dynamo vliegwielmagneet bekrachtigingsspoel ontstekingsmodule bougie
BEDRADINGSSCHEMA’S E-modellen
f
g h e
d
i
j
m
k l
n c
q
o p
r
b
s a 41040
86
BEDRADINGSSCHEMA’S abcdefghij-
stopschakelaar (optioneel) enkele afstandsbedieningskast accu (12 V, 40 A/h) accukabel (rood) accukabel (zwart) toerenteller (optioneel) toerentellerdraad (optioneel) gelijkrichter zekeringdraad startrelais
klmnopqrs-
87
afzonderlijk snoer (wit) (optioneel) startkoord afzonderlijk snoer (geel) (optioneel) dynamo vliegwielmagneet bekrachtigingsspoel startmotor chokerelais ontstekingsmodule
BEDRADINGSSCHEMA’S Enkele afstandsbedieningskast
a
b
d
c
39496
88
BEDRADINGSSCHEMA’S ab-
neutraalschakelaar hoofdschakelaar
cd-
stopschakelaar snoer
Afkortingen draadkleurcodes Draadkleurcodes BLK
Zwart
BLU
BRN
Bruin
GRS
GRN
Groen
ORN of ORG
Oranje
PNK
Roze
PPL of PUR
Paars
ROOD
Rood
TAN
Beige
Wit
YEL
Geel
WHT LT of LIT
Licht
DK of DRK
89
Blauw Grijs
Donker