19,7
Gebiedsanalyse Jeugd De kleur van Zwijndrecht
Zwijndrecht is van oorsprong een tuindersdorp, gelegen tussen Dordrecht en Rotterdam, en vormt samen met Heerjansdam één gemeente. Door de ligging aan het bekende ‘Drierivierenpunt’, het drukst bevaren punt in Nederland en aan een belangrijke binnenvaartroute, kent Zwijndrecht veel watergebonden bedrijvigheid. Met haar ruim 44.500 inwoners is het een levendige woongemeente. De bebouwing is zowel stedelijk als landelijk. Zo bieden de uitgestrekte oeverlanden van de rivier de Oude Maas volop recreatieve mogelijkheden voor fietsers en wandelaars. Zwijndrecht is om uiteenlopende redenen een aantrekkelijke woon- en leefomgeving voor jeugdigen en gezinnen. De gemeente doet veel voor haar jeugd. Zij investeert in verschillende voorzieningen, in samenwerking met de inwoners en meerdere partners, waarbij jeugdigen de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen. Zo is er genoeg speelruimte, is de kwaliteit van het onderwijs hoog en kunnen jeugdigen gebruik maken van een rijk geschakeerd opleidingsaanbod. Ook op het gebied van sport en muziek kent de gemeente een actief verenigingsleven.
Zederik
Molenwaard
Zwijndrecht
Hendrik-IdoAmbacht
Papendrecht
Zwijndrecht OudBeijerland
Leerdam Giessenlanden
Alblasserdam
Gorinchem Sliedrecht
HardinxveldGiessendam
Binnenmaas
Dordrecht Korendijk
Cromstrijen
Gemeente
Strijen
Zwijndrecht
Gebiedsanalyse Jeugd
Transitie jeugdhulp Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Op dit moment is elke gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid. Hier komen vanaf 2015 alle vormen van jeugdhulp bij waarvoor nu een indicatie nodig is, te weten: jeugdzorg, begeleiding en/of verzorging van jeugd met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking en de geestelijke gezondheidszorg. De transitie maakt het mogelijk een meer samenhangend jeugdhulpbeleid te voeren. Het doel is meer preventie, uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en ouder/opvoeder(s) en een betere samenwerking rond gezinnen.
Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse staat niet op zichzelf. De Stichting Jeugdteams, op dit moment nog in oprichting, heeft onderzoek gedaan naar de formatie (omvang) van de jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. De stichting heeft hiervoor de gegevens verzameld die ten grondslag liggen aan het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid. Dat onderzoek biedt inzicht in de personele bezetting per jeugdteam. Deze gebiedsanalyse en het document van Stichting Jeugdteams vormen samen het vertrekpunt van het gesprek tussen de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en de gemeente.
In de Zwijndrechtse Waard vindt momenteel ook een kostenbatenanalyse plaats. De uitkomsten van dit onderzoek leveren input voor de inrichting van het jeugdteam.
Regionale samenwerking Met deze nieuwe verantwoordelijkheid ontstaat er een kans om de zorg voor jeugdigen te verbeteren. De 17 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben voor een gezamenlijk regionaal jeugdhulpstelsel gekozen. Met dit stelsel wordt jeugdhulp dicht bij de leefomgeving van de jeugdige/het gezin geboden, ondersteuning vanuit de sociale omgeving van het gezin gestimuleerd en bestaat er voor het gezin één aanspreekpunt en één zorgplan. Het regionaal jeugdhulpstelsel kent vier focuspunten: jeugdteams, het diagnostiek advies netwerk, de zorgmarkt en een Serviceorganisatie Jeugd. De basisvoorzieningen vormen het voorportaal (de toegang) naar de jeugdteams. Basisvoorzieningen zijn aanwezig in de directe leefomgeving van kinderen en hun ouder/opvoeder(s) en kunnen hierdoor sneller signalen opvangen. Ondersteuningsvragen die niet door de basisvoorzieningen kunnen worden opgevangen, kunnen worden doorgeleid naar de jeugdteams. De jeugdteams vormen een integraal onderdeel van jeugdhulp. Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse geeft informatie over de belangrijkste trends die relevant zijn voor de vorming van het jeugdteam in de gemeente Zwijndrecht. Wat is de kracht in het gebied? Welke problemen komen het meeste voor? Wat is de zorg die nu wordt gebruikt? Kortom, specifieke kenmerken van de gemeente Zwijndrecht. De gebiedsanalyse bestaat naast de aanwezige kwantitatieve gegevens op het gebied van jeugd(hulp), ook uit kwalitatieve duiding uit de literatuur en uit gesprekken met lokale ambtenaren. Alles tezamen geeft dit de ‘kleuring’ van Zwijndrecht weer. De Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid ziet dit document als een belangrijke bouwsteen voor de gemeente en betrokken organisaties om met elkaar in gesprek te gaan over de inrichting van het jeugdteam.1
Het jeugdteam Voor het op te richten jeugdteam wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de kennis en ervaring die de gemeente Zwijndrecht heeft opgedaan binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Met de oprichting van het CJG heeft de gemeente geïnvesteerd in een stevige zorginfrastructuur. Het CJG biedt advies, ondersteuning en hulp op maat en werkt met een groot aantal lokale partners samen zoals het onderwijs en gezondheidszorg. De gemeente zet in op regie, sturing en deskundigheidsbevordering ten behoeve van vroegsignalering. Voor lichte problematiek zal het CJG doorontwikkeld worden tot een Preventief Team CJG. Het jeugdteam in Zwijndrecht is er voor middel tot zeer zware problematiek bij jeugdigen en hun gezinnen. Beide teams zullen integraal op elkaar aansluiten en de CJG-coördinator heeft een regierol in beide teams. Er wordt veel samengewerkt met professionals binnen het onderwijs, huisartsen en woningcorporaties.
1
Hoeveel jeugdigen wonen er in Zwijndrecht? Hoe groot zijn de risicofactoren op ernstige opvoedproblemen? Wat is, op hoofdlijnen, het gebruik van jeugdhulp? En wat betekent dit voor het jeugdteam? Op deze vragen en meer, wordt antwoord gegeven in deze gebiedsanalyse.
De kleur van Zwijndrecht
1. De jeugd: nu en in de toekomst Huidige cijfers Op 1 januari 2014 telt de gemeente Zwijndrecht 8.790 jeugdigen (0-17 jaar). Dat betekent dat 19,7% van het totaal aantal inwoners onder de 18 jaar is. Men spreekt dan ook wel van groene druk; het percentage jeugd tot 18 jaar ten opzichte van de totale bevolking. De groene druk in Zwijndrecht is lager dan in de Drechtsteden (21,3%) en in Nederland (20,5%). Het aantal jong volwassenen in de leeftijd 18 tot 23 jaar, bedraagt 2.536.
Zwijndrecht DS
19,7
Tabel 1. Aantal inwoners van 0 t/m 22 jaar op 1 januari 2014 (%)
ZHZ
21,3
DS
ZHZ
NL
8.790
57.088
104.920
3.442.802
18-22
2.536
15.512
28.152
1.037.344
19,7
21,3
21,7
20,5
groene druk Bron: CBS
21,7 NL 20,5
Zwijndrecht 0-17
Figuur 1. Aandeel jeugdigen naar leeftijd op 1 januari 2014 4,3%
Zwijndrecht
8,7%
DS
4,7%
9,3%
ZHZ
4,5%
9,6%
NL
4,2%
6,7%
7,3%
4-11 jaar
5,8%
6,2%
7,2%
10% 0-3 jaar
5,8%
7,6%
9,1%
0%
5,7%
20% 12-17 jaar
30%
18-22 jaar
Bron: CBS
Lokale (onderwijs)gegevens sluiten niet allen één-op-één aan bij de gegevens in deze gebiedsanalyse. Verder onderzoek moet hierover duidelijkheid geven.
2
Gebiedsanalyse Jeugd
De toekomst Het Tympaan Instituut, het kennisinstituut op het gebied van sociale en culturele vraagstukken, stelt op basis van berekeningen dat het aantal jeugdigen in Zwijndrecht de komende 15 jaar zal stijgen met 8,5%.2 De stijging in de gemeente is aanzienlijk sterker dan in de regio Drechtsteden. In Zuid-Holland Zuid en in Nederland wordt juist een daling van het aantal jeugdigen verwacht.
Tabel 2. Bevolkingsprognose jeugd 0 t/m 17 jaar 2015
2020
2025
2030
verschil 2015-2030
Zwijndrecht Drechtsteden Zuid-Holland Zuid Nederland
8.490
8.530
8.780
9.210
8,5%
55.680
54.720
55.230
56.870
2,1%
102.690
98.230
93.310
97.450
-5,1%
3.448.240
3.360.450
3.340.090
3.382.920
-1,9%
Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen. Bron: Tympaan Instituut
De gemeente Zwijndrecht heeft de volgende elf vraagstukken benoemd die betrekking hebben op jeugdproblematiek: 1. Alleenstaande ouders met ernstige inkomensproblematiek en schuldenproblematiek. 2. Armoede onder gezinnen (en toename huisuitzettingen). 3. Hoog percentage jonge moeders (onder 27 jaar) met een laag IQ tussen 80-90 en meerdere kinderen. 4. Ouderproblematiek gerelateerd aan psychische problematiek/verslaving. 5. Inzet thuisbegeleiding (frequenter en langduriger). 6. Toename aantal vechtscheidingen. 7. Toename seksueel grensoverschrijdend gedrag (zedenproblematiek) 8. Inzet en continueren van zorg bij verschillende culturen. 9. Ontbreken van ruimte voor flexibiliteit en maatwerk. 10. Ontbreken van een sociaal netwerk (geïsoleerde gezinnen). 11. Te laat vragen om hulp, waardoor escalatie niet altijd voorkomen kan worden.
De kleur van Zwijndrecht
2. Risicofactoren Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2013 een onderzoek uitgebracht dat ingaat op risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen: “Terecht in de jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik”. Hieruit blijkt dat verschillende kenmerken van het kind en/of zijn of haar ouders van invloed zijn op het ontstaan van ernstige opvoedproblemen, de zogenaamde risicofactoren. Kenmerken van het kind zelf hebben de grootste invloed, maar kenmerken van de ouders spelen zeker ook een rol. Om inzicht te krijgen in de omvang van de risicogroepen in Zwijndrecht, is in kaart gebracht hoe de jeugdigen in deze gemeente scoren op de door het SCP onderzochte risicofactoren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risicofactoren gerelateerd aan het kind en risicofactoren gerelateerd aan de ouder/opvoeder(s). De scores zijn indicatief voor het gebruik van jeugdhulp. Een direct causaal verband kan niet worden ontleend aan deze scores. Het geeft wel een beeld van de risico’s op problemen in Zwijndrecht en kan een signaal zijn voor waar verbindingen gelegd moeten worden met het preventieve veld.
2a.
Risicofactoren bij het kind Risicofactoren gerelateerd aan het kind zijn: laag geboortegewicht, verstandelijke beperkingen, langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen en lage onderwijsvorm. Voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid worden meegenomen ter verdieping.
Laag geboortegewicht Er wordt gesproken van een laag gewicht wanneer het kind bij de geboorte minder weegt dan 2.500 gram. Informatie over laag geboortegewicht is belangrijk maar niet beschikbaar op gemeentelijk en landelijke niveau. Het is daarom lastig om deze risicofactor als signaal mee te kunnen nemen. Er is geen verschil in het aandeel jeugdigen met een laag geboortegewicht in de Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geeft aan dat jeugdigen tussen de 12-23 jaar, jeugdigen met een laag geboortegewicht en jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, vaker problemen hebben. Jongens ondervinden vaker problemen dan meisjes. En jeugdigen met een verstandelijke beperking en langdurige lichamelijke aandoening hebben een sterk verhoogde kans op ontwikkelings- en opvoedproblemen.
Gebiedsanalyse Jeugd
Tabel 3. Aandeel kinderen met een laag geboortegewicht (%), 2006-2009 gram
DS
ZHZ
< 500
0,2
0,2
500-1.499
1,3
1,3
1.500-2.500
4,9
4,7
totaal < 2.500
6,3
6,3
Toelichting: er is geen recentere bron beschikbaar. Bron: Stichting Perinatale Registratie (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ)
Kinderen met een verstandelijke beperking hebben vaak beperkingen op het gebied van sociale redzaamheid, ernstige leerproblemen en gedragsproblemen. Opvallend is dat vergeleken met de problemen van licht verstandelijk gehandicapten die van de zwaarder gehandicapte kinderen niet groter zijn (Bron: SCP (2013).
Beperkingen Kinderen met een verstandelijke beperking ondervinden niet alleen problemen op het gebied van sociale redzaamheid, maar ook op leer- en gedragsgebied. Het werkelijk aantal jeugdigen met een verstandelijke beperking is niet bekend. Ook zijn er verschillende definities in gebruik. Het aantal jeugdigen met een indicatie vanwege een verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek is wel bekend. Dit aantal is een stuk kleiner. Zwijndrecht telde op 1 januari 2014 ongeveer 70 jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking (VG). Dat is 0,8% van het totaal aantal 0–17 jarigen. Een aandeel dat vergelijkbaar is met het landelijke percentage. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige lichamelijke beperking (LG) en/of indicatie langdurige zintuiglijke beperking (ZG) in Zwijndrecht is nihil.
Terecht in de Jeugdzorg).
Tabel 4. Jeugdigen met een indicatie, per 1 januari 2014 Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
aantal indicaties VG
70
430
780
27.195
aandeel (%)
0,8
0,8
0,7
0,8
aantal indicaties LG
x
15
60
1.835
aantal indicaties ZG
x
x
15
560
aandeel (%)
-
-
0,1
0,1
verstandelijke beperking
lichamelijke beperking
Toelichting: kinderen (0-17 jarigen) met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2014 met als dominante grondslag VG, LG en/of ZG. Uit privacy overweging toont het CIZ alleen aantallen vanaf de waarde vijf en zijn de aantallen afgerond op vijftallen. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. x = waarden 0 t/m 4. - = aandeel is niet te berekenen vanwege privacy maatregelen. Bron: CIZ, Op weg naar andere zorg (2014)
MEE Nederland, een stichting die mensen met een beperking ondersteunt, heeft op basis van verschillende onderzoeken een schatting gemaakt van het aantal jeugdigen met een beperking. Hierin is ook het aantal jeugdigen met een licht verstandelijke beperking meegenomen. Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de problematiek bij licht verstandelijk gehandicapten niet verschilt met de problematiek bij zwaarder verstandelijk gehandicapten. Tabel 5 geeft deze gegevens weer. Ter verdieping is ook het aantal geschatte jeugdigen met een lichamelijke beperking opgenomen. Deze categorie beperkt zich tot 12-20 jarigen, waar het bij verstandelijke beperkingen 0 tot 20 jarigen betreft.
De kleur van Zwijndrecht
Tabel 5. Geschatte aantal jeugdigen (tot 20 jaar) met een beperking Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
(licht) verstandelijke beperking 1.342
8.642
15.952
526.425
VG licht (IQ 50-70)
zwakbegaafd (IQ 70-85)
40
261
481
15.870
VG matig + ernstig (IQ < 50)
37
241
446
14.709
LG minstens één beperking
147
925
1.734
57.675
LG beperkingen in bewegen
45
284
533
17.643
8
53
100
3.227
ZG in horen
29
181
339
11.227
ZG in zien
92
575
1.076
35.990
lichamelijke beperking
LG beperkingen in verstaanbaarheid
Toelichting: MEE Nederland baseert zich op een onderzoek van het SCP uit 2007 ‘(Meedoen met beperkingen’) en twee onderzoeken van het SCP uit 2012 (‘IQ met beperkingen. De mate van verstandelijke handicap van zorgvragers in kaart gebracht’ en ‘Factsheet mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen’). Landelijke cijfers zijn op basis van het aantal inwoners vertaald naar gemeenten. De cijfers van gemeenten zijn dus schattingen en kunnen onderling niet vergeleken worden omdat het aantal jeugdigen met een beperking ook samenhangt met de samenstelling van de bevolking. Daarnaast kunnen jeugdigen meerdere beperkingen hebben. De cijfers van verschillende beperkingen kunnen daarom niet bij elkaar worden opgeteld. Bron: MEE Nederland, 2013
Lage onderwijsvorm Laag onderwijs verwijst naar het leerwegondersteunend onderwijs (vo lwoo), praktijkonderwijs (vo praktijkonderwijs), voorbereidend speciaal onderwijs (vso) en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het (v)so cluster III betreft leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen of leerlingen met epilepsie. Het (v)so cluster IV betreft zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke beperking en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. In 2012–2013 volgden 1.068 jeugdigen (12,0%) in de leeftijd van 5 tot 23 jaar laag onderwijs. Daarmee scoort Zwijndrecht iets lager ten opzichte van het aantal jeugdigen in de regio Drechtsteden (12,5%) en Zuid-Holland Zuid (12,5%). Tabel 6. Jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, schooljaar 2012-2013 Zwijndrecht
DS
ZHZ
264
1.320
2.464
vo praktijkonderwijs
67
509
812
(v)so cluster III
25
182
313
(v)so cluster IV
36
260
388
676
4.839
9.267
1.068
7.110
13.244
12,0
12,5
12,5
vo lwoo
vo vmbo totaal aandeel (%)
Toelichting: betreft de gemeente waar de persoon woonachtig is. Er zijn geen gegevens op landelijk niveau beschikbaar. Bron: Leerlingen Basis Administratie (leeftijd 5-23 jaar) en CBS (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ)
Gebiedsanalyse Jeugd
Voortijdige schoolverlaters Voortijdig schoolverlaters zijn jeugdigen van 12 tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie behaald te hebben. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo- of vwo-niveau of een diploma op mbo-2 niveau of hoger.
Voortijdige schoolverlaters
85 72 13 VO
MBO
In het schooljaar 2012-2013 verlieten 85 leerlingen in Zwijndrecht voortijdig hun opleiding aan het voortgezet onderwijs of mbo. Dat is 2,5% van het totaal aantal leerlingen in de gemeente Zwijndrecht. Landelijk ligt dit aandeel lager (2,1%). Uitval vindt vooral plaats onder leerlingen op het mbo.
Tabel 7. Voortijdig schoolverlaters, schooljaar 2012-2013 Zwijndrecht aantal
aandeel (%)
DS
ZHZ
NL
aandeel (%)
aandeel (%)
aandeel (%)
vo
13
0,5
0,6
0,6
0,6
mbo
72
6,9
7,5
6,4
5,7
totaal
85
2,5
2,7
2,3
2,1
Toelichting: aandeel is gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen op het vo en mbo. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de meetmethode waarmee het aantal voortijdig schoolverlaters bepaald wordt, aangepast. Hierdoor is een trendbreuk ontstaan en is het niet mogelijk een ontwikkeling weer te geven. Bron: DUO
Jeugdwerkloosheid Op 1 januari 2014 stonden 176 jeugdigen jonger dan 27 jaar als niet-werkende werkzoekenden ingeschreven in Zwijndrecht. Dit is ongeveer evenveel als in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Niet-werkende werkzoekenden zijn mensen die als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf staan ingeschreven. Na een daling in 2010 en 2011 neemt het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden weer flink toe in Zwijndrecht en in de regio Drechtsteden.
Tabel 8. Niet-werkende werkzoekenden (15-26 jaar), per 1 janauari 2014 Zwijndrecht
Drechtsteden
ZHZ
176
1.055
1.837
2,9
2,8
2,7
aantal aandeel (%)
Bron: UWV WERKbedrijf, CBS (verkregen via Tympaan Instituut)
Zo’n 160 jeugdigen jonger dan 25 jaar ontvingen in 2013 een Wajong-uitkering. Dit aantal is sterk gestegen in Zwijndrecht, net als in de Drechtsteden en ZuidHolland Zuid.
Tabel 9. Aantal Wajong-uitkeringen voor jeugdigen (jonger dan 25 jaar), 2013 Zwijndrecht
Drechtsteden
ZHZ
160
1.150
1.860
aantal Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen Bron: CBS (verkregen via Tympaan Instituut)
De kleur van Zwijndrecht
2b.
Risicofactoren bij de ouder/opvoeder(s) Kenmerken van de ouder/opvoeder(s) zijn inherent verbonden aan de ontwikkeling van de jeugdige en het ontstaan van eventuele opvoed- en ontwikkelingsproblemen.3 Risicofactoren zijn: gezinnen waar verslaving voorkomt, ouders die lichamelijke of psychische problemen hebben en wanneer er sprake is van een tienermoeder of een eenoudergezin. Het aantal echtscheidingen is hier ook opgenomen ter verdieping. Buurtkenmerken doen er nauwelijks toe bij de voorspelling van ernstige problemen. Alleen bij gezinnen die wonen in een buurt waar het inkomen gemiddeld laag is, is de kans op problemen iets groter. We nemen daarom ook kans op armoede en gezinnen met schulden mee.
Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP 3
Verslavingen Het hebben van een verslaafde ouder/opvoeder(s) is een risicofactor voor ernstige ontwikkelings- en opvoedproblemen bij een jeugdige. Verslaving is echter lastig in beeld te brengen. Het speelt zich vaak af achter de voordeur. De Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) heeft zo goed mogelijk de aantallen ouders/ opvoeders met een verslaving in beeld gebracht via de Gezondheidsmonitor. De DG&J heeft niet direct gevraagd naar verslaving. Er is een combinatie gemaakt van de volgende indicatoren: zware rokers, alcoholgebruik dat door de omgeving als probleem wordt ervaren, harddruggebruik in de afgelopen vier weken en/of bezoek in afgelopen jaar aan CAD/verslavingszorg. Zwaar roken is meegenomen omdat dit duidt op verslavingsgevoeligheid van ouders en omdat roken tijdens de zwangerschap gevolgen kan hebben.
Kinderen en jongeren die opgroeien met een (chronisch) ziek of verslaafd gezinslid hebben vaak taken en zorgen die niet passen bij de leeftijd. Eigen ontplooiing en ontspanning komen in het gedrang. Ook schoolprestaties kunnen er onder lijden. Veel jonge mantelzorgers kampen met psychosociale problemen. Een deel van hen loopt blijvende schade op. Bron: factsheet Jonge mantelzorgers, Movisie 2010
Gebiedsanalyse Jeugd
In 2012 telde Zwijndrecht, volgens deze definitie, 862 ouders/opvoeders met een verslaving. Het aandeel ouders/opvoeders met een verslaving ligt in Zwijndrecht beduidend hoger dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid.
Tabel 10. Inwoners met een verslaving en thuiswonende kinderen, 2012 aantal aandeel (%)
Het aandeel ouders met lichamelijke problemen is hoger dan in Zuid-Holland Zuid
Zwijndrecht
DS
ZHZ
862
3.417
6.084
6,7
4,5
4,4
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ
Lichamelijke en/of psychische problemen Het aantal ouders/opvoeders met lichamelijke problemen was in 2012 1.345. Het gaat om inwoners met thuiswonende kinderen. Dit is een percentage van 12,8% in Zwijndrecht. Dat is meer ten opzichte van de regio Drechtsteden (10,5%) en Zuid-Holland Zuid (8,9%). Ook het aantal ouders/opvoeders met psychische problemen ligt beduidend hoger in de gemeente dan in de regio: 10,2% van de inwoners met thuiswonende kinderen heeft psychische problemen in Zwijndrecht. Terwijl in de Drechtsteden dit percentage ligt op 6,7% en in Zuid-Holland Zuid op 6,3%.
Tabel 11. Inwoners met problemen en thuiswonende kinderen, 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
1.345
6.588
10.430
12,8
10,5
8,9
1.263
4.843
8.407
10,2
6,7
6,3
lichamelijke problemen aantal aandeel (%) psychische problemen aantal aandeel (%)
Toelichting: Lichamelijk probleem = minimaal één chronische aandoening en sterk belemmerd door hun beperking. Psychisch probleem = in het afgelopen jaar voor zichzelf hulp gezocht bij RIAGG, GGZ, een vrijgevestigde psycholoog of een vrijgevestigde psychiater. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ
De kleur van Zwijndrecht
10
Tienermoederschap Het aantal tienermoeders (moeders jonger dan 20 jaar) in Zwijndrecht is dermate laag zodat het schetsen van een ontwikkeling niet mogelijk is. Voor de regio en Nederland kan dat wel en dan blijkt een dalende trend sinds 2010.
Zwijndrecht
DS
47 NL
ZHZ
Eenoudergezinnen Het aantal eenoudergezinnen is de laatste jaren licht gestegen. Was het aantal in 2011 in Zwijndrecht 1.178. In 2013 bedroeg het 1.268. Dat is een groei van 8%. Op 1 januari 2013 groeiden 2.081 jeugdigen (17%) op in een eenoudergezin in Zwijndrecht. In de regio Drechtsteden is dit aandeel 15% en in Zuid-Holland Zuid 12%. Meer dan de helft van de eenoudergezinnen (682) heeft één kind.
74
Tabel 12. Eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar, per 1 januari 2013 Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
682
4.136
6.230
244.419
2 kinderen
426
2.339
3.651
137.347
3 of meer kinderen
160
750
1.132
43.014
1.268
7.225
11.013
424.780
17
15
12
14
1 kind
2.688
totaal
Bron: CBS
aandeel (%)a
a Betreft het aandeel kinderen van 0-25 jaar dat in een eenoudergezin woont Bron: CBS
Figuur 2. Ontwikkeling aantal eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar (index, 2011=100) 150 125 100 75 2012
2011 Index Zwijndrecht
Index Drechtsteden
Index Zuid-Holland Zuid
Index Nederland
2013
Bron: CBS
2012 Index Drechtsteden Index Nederland Gebiedsanalyse Jeugd
2013
4 Spruijt, E (2010). Handboek scheiden en kinderen. Via www.nji.nl
Fischer et al. (2001). Ouderlijke echtscheiding en de levensloop van kinderen; negatieve gevolgen of schijnverbanden. Via www.nji.nl 5
Echtscheidingen Een ouderlijke echtscheiding brengt voor jeugdigen veel veranderingen met zich mee. Dit kan een gevoel van verlies en rouw- en schuldgevoelens oproepen.4 Wanneer de ouders ernstige conflicten hebben en het kind wordt ingezet in de onderlinge strijd tussen de ouders, spreekt men van een vechtscheiding. Deze conflicten leiden bij jeugdigen vooral tot gedragsproblemen en een lager opleidingsniveau.5 Er zijn alleen gegevens bekend over het aantal echtscheidingen. Niet over het verloop van deze scheidingen. Het aantal echtscheidingen waar minderjarigen bij betrokken zijn daalt licht sinds 2010 in Zwijndrecht. In 2012 vonden 48 echtscheidingen in de gemeente plaats. Hierbij waren 85 kinderen van 0-18 jaar betrokken (1,0%). Ook in de regio en in het land ligt dit percentage op 1,0%. Tabel 13. Echtscheidingen met kinderen van 0-18 jaar, 2012
Zwijndrecht 1.100
12,5%
ZHZ 9.400
6.200
9,0% 407.500
DS 10,9%
NL 11,8%
Toelichting: aantallen zijn afgerond op veelvouden van 100. Het aandeel is hierdoor indicatief en er zit een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Bron: CBS
Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
aantal
48
324
558
18.814
aantal betrokken kinderen
85
586
1.022
33.834
aandeel (%)
1,0
1,0
1,0
1,0
Bron: CBS
Kans op armoede Er wordt gesproken over kans op armoede wanneer het inkomen in een meerpersoonshuishouden tot 120 procent van het sociaal minimum is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) schat het aantal jeugdigen in 2011 met kans op armoede in Zwijndrecht op ongeveer 1.100. Dit aantal is sinds 2008 gestegen. In Nederland en in de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid is ook sprake van een licht stijgende lijn. Wel is het percentage jeugdigen met kans op armoede hier lager dan in Zwijndrecht. Gezinnen met schulden Op basis van een extra analyse van de Monitor Sociaal, zien we dat 7% van de huishoudens met jeugdigen in Zwijndrecht schulden moet maken om rond te komen. Tabel 14. Aandeel huishoudens met thuiswonende kinderen (jonger dan 23 jaar) dat schulden moet maken aandeel (%)
Zwijndrecht
DS
7
7
Bron: OCD, Monitor sociaal 2013
De kleur van Zwijndrecht
3. Gebruik Jeugdhulp Gezinnen met ernstige problemen kunnen aanspraak maken op gespecialiseerde jeugdhulp. Er is echter sprake van een gat tussen gerapporteerde problemen en het werkelijk gebruik van jeugdhulp. Sommige gezinnen doen vaker een beroep op jeugdhulp dan anderen, terwijl de problematiek even zwaar of soms zelfs minder zwaar is. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen. Zo is het mogelijk dat de ouder/opvoeder(s) het probleem onderschatten en er vanuit gaan dat het vanzelf oplost. Professionele hulp wordt dan ook niet gezocht. Met name migrantengezinnen, waar sprake is van ernstige kind- en opvoedproblematiek, maken minder gebruik van jeugdhulp.6
4 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP
Om het gebruik van jeugdhulp in Zwijndrecht inzichtelijk te maken, kijken we naar drie financieringsvormen met betrekking tot jeugdhulp: 1. begrotingsgefinancierde jeugdhulp (provinciaal en Rijk); 2. hulp via de Zorgverzekeringswet (eerste lijns en tweede lijns); 3. AWBZ gefinancierde jeugdhulp. Het aantal unieke jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp is per financieringsvorm, op hoofdlijnen, bekend. Er is echter overlap tussen de drie vormen. Een jeugdige kan tegelijkertijd bijvoorbeeld een vorm van AWBZ-jeugdhulp èn een vorm van begrotingsgefinancierde jeugdhulp ontvangen. Deze overlap kan op basis van de huidige cijfers niet in beeld gebracht worden. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat figuur 3 de cijfers weergeeft van slechts een jaar, terwijl het gebruik van jeugdhulp per jaar sterk kan fluctueren: een gemeente kan in het ene jaar geen jeugdigen in een JeugdzorgPlusinstelling hebben terwijl in het jaar daarop zes.
Figuur 3. Aantal jeugdigen in jeugdhulp in Zwijndrecht, per financieringsvorm 600 500 400 300
535
200 100
250
260 150 5
0 Provincie
Rijk
ZvW, 1e lijns
ZvW, 2e lijns
AWBZ
Begrotingsgefinancierde jeugdhulp Begrotingsgefinancierde jeugdhulp omvat provinciaalgefinancierde jeugdhulp en rijksgefinancierde jeugdhulp. In 2012 zijn in Zwijndrecht vijf nieuwe jeugdigen in een JeugdzorgPlus-instelling, ofwel rijksgefinancierde zorg, geplaatst. JeugzorgPlus is een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt zodat de jeugdige de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft. JeugdzorgPlus-instellingen in deze regio zijn bijvoorbeeld Schakenbosch, Horizon en De Hoenderloo Groep.
Gebiedsanalyse Jeugd
Begrotingsgefinancierde jeugdzorg = provinciaalgefinancieerd + rijksgefinancieerd
In datzelfde jaar vallen ongeveer 250 jeugdigen onder provinciaalgefinancierde jeugdhulp, die mogelijk gebruik maken van meerdere vormen van provinciale jeugdhulp tegelijkertijd. Dat is 2,8% van het totaal aantal jeugdigen in de gemeente. Het aandeel ligt daarmee op hetzelfde niveau als in de regio Drechtsteden. Onder het provinciaalgefinancierd aanbod jeugdhulp valt: 1. Ambulante jeugdhulp: hulp gericht op gezinnen. De hulpverlening – bijvoorbeeld bij spijbelen, ruzie met ouders of een lichte depressie – vindt plaats in de thuissituatie en is vooral kindgericht. Het kind (tot 18 jaar) woont thuis, kan naar school of werk en heeft afspraken met een jeugdhulpinstelling. Bij Intensieve Ambulante Jeugdhulp wordt niet alleen het aangemelde kind maar ook de overige gezinsleden bij de behandeling betrokken. 2. Daghulp: het kind woont in deze hulpvorm thuis en ontvangt de zorg overdag in een instelling in de vorm van daghulp. Een voorbeeld hiervan is het medisch kinderdagverblijf, ook wel verblijf deeltijd genoemd. 3. Pleegzorg: een kind gaat tijdelijk in een ander gezin wonen. Wanneer er problemen zijn in een gezin, wordt altijd eerst gekeken of deze thuis opgelost kunnen worden. Kan dat niet, dan wordt gekeken naar pleegzorg als mogelijke oplossing. In het geval van pleegzorg nemen de pleegouders (tijdelijk) de opvoeding en verzorging van het kind op zich. Het is een vorm van opvang die het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie blijft. 4. Residentiële jeugdhulp: hulpverlening waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. 5. Jeugdbescherming: om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen, kan de rechter de jeugdbeschermingsmaatregelen opleggen: ondertoezichtstelling (ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen) of een maatregel waarbij het gezag van ouder/opvoeder(s) over de kind(eren) wordt beperkt om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen (voogdij). 6. Jeugdreclassering: een combinatie van intensieve begeleiding en controle voor jeugdigen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. Voorbeelden van instellingen zijn, naast Bureau Jeugdzorg, Trivium en Horizon.
Tabel 15. Jeugdhulpcliënten, gebruik in begrotingsgefinancierde jeugdhulp in 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL 57.810
provincie ambulante jeugdhulp
170
1.025
1.780
daghulp
35
145
265
7.590
pleegzorg
35
330
555
20.540
residentiële jeugdhulp
JeugdzorgPlus betreft alleen instroom. Kinderen die al in 2011 deze zorgvorm ontvingen en dit ook in (een deel van) 2012 ontvingen zijn hierbij niet meegeteld. a
40
255
400
11.875
totaal Jeugd en Opvoedhulp
180
1.140
1.980
71.345
ondertoezichtstelling (OTS)
39.355
100
650
985
voogdij
10
155
300
8.520
jeugdreclassering
35
160
245
15.970
totaal Bureau Jeugdzorg
135
890
1.395
59.620
totaal
250
1.600
2.650
103.450
2,8
2,8
2,5
3,0
aandeel (%) rijk JeugdzorgPlusa aandeel (%)
5
25
35
1.555
0,06
0,04
0,03
0,05
Toelichting: zorg zoals bedoeld en beschreven is in de Wet op de Jeugdzorg (2005). De cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 7 maart 2014 (laatste levering tot nu toe voor provinciale jeugdhulp)
De kleur van Zwijndrecht
Ter verdieping van de begrotingsgefinancierde jeugdhulp, wordt ook gekeken naar kindermishandeling, Bureau Halt en jeugdoverlast.
Kindermishandeling Een veilige omgeving is essentieel voor een kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het ontbreken daarvan, zoals in het geval van kindermishandeling, kent ernstige gevolgen. Kindermishandeling is, net als verslaving, moeilijk in kaart te brengen. Het speelt zich vaak af achter gesloten deuren. Om toch een goed beeld te krijgen van de situatie, is gekeken naar het aantal onderzoeken dat is uitgevoerd na een melding in het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Door een goede aanpak van kindermishandeling kan uiteindelijk het aantal onder-toezichtstellingen (OTS-en) en het aantal voogdijmaatregelen afnemen. Meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kunnen door kinderen zelf worden gedaan, of kunnen over mishandelde kinderen gaan. De politie is de belangrijkste melder van kindermishandeling. In Zwijndrecht is het aandeel jeugdigen dat betrokken is bij een onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMK (iets) hoger dan in de Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid.
Tabel 16. Onderzoeken en daarbij betrokken jeugdigen, 2013 Zwijndrecht
DS
ZHZ
aantal onderzoeken
179
1.154
1.720
aantal jeugdigen
323
1.996
2.973
3,7
3,5
2,8
aandeel (%)
Toelichting: het betreft het aantal onderzoeken dat in 2013 heeft plaatsgevonden na een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Bureau Jeugdzorg, Factsheet ‘AMK Regio Zuid-Holland Zuid 2013’
Bureau Halt Halt staat letterlijk voor ‘Het ALTernatief’. Bureau Halt zorgt, op het snijvlak van repressie en preventie van jeugdcriminaliteit, voor bewustwording en gedragsbeïnvloeding van jeugdigen en hun ouders/opvoeder(s). Als rechtspersoon met een wettelijke taak levert Halt kortlopende, laagdrempelige interventies ter voorkoming, bestrijding en bestraffing van jeugdcriminaliteit. Jeugdigen van 12 tot 18 jaar krijgen de mogelijkheid om recht te zetten wat zij fout deden, zonder dat zij meteen een strafblad krijgen. Hiertoe voeren zij een leer- en/of werkstraf uit, bieden excuses aan en vergoeden de schade aan de benadeelde. Het doel is het terugdringen van jeugdcriminaliteit en zo een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare samenleving (bron: www.halt.nl). Bureau Halt werkt veelvuldig samen met ouders/opvoeders, docenten, politie en andere professionals die een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het normbesef en gedragsbewustzijn bij jeugdigen. Bij een vermoeden van achterliggende problemen verwijst Halt door naar de jeugdhulpverlening. In 2013 zijn in Zwijndrecht 59 jeugdigen door de politie verwezen naar Bureau Halt. In de regio Drechtsteden waren dit in totaal 498 jeugdigen en in Zuid-Holland Zuid bedroeg het aantal 845. Daarmee is het aandeel in Zwijndrecht ongeveer gelijk aan het aandeel in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid.
Gebiedsanalyse Jeugd
Tabel 17. Verwijzingen naar Bureau Halt, 2013 Zwijndrecht
DS
ZHZ
aantal
59
498
845
aandeel (%)
0,7
0,9
0,8
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Bureau Halt (verkregen via Tympaan Instituut)
Jeugdoverlast Jeugdcriminaliteit zorgt vaak voor overlast en onveiligheidsgevoelens bij mensen. Bij jeugdoverlast gaat het om de beleving van mensen. Een subjectief gevoel, dat niet per se hoeft overeen te stemmen met het objectieve aantal strafbare feiten. Veiligheidsbeleving is een bonte verzameling van gedachten, percepties, emoties en gevoelens. En bovendien is ‘die verzameling’ voor elke persoon en ook voor elke situatie verschillend. Het gevoel veilig te zijn, is een basale menselijke behoefte. Daar tegenover staat dat een gevoel van onveiligheid juist zand in de maatschappelijke machinerie kan gooien en het welbevinden van mensen kan aantasten. In Zwijndrecht zijn in 2013 479 meldingen van jeugdoverlast gedaan bij de politie. Het aantal meldingen van jeugdoverlast in Zwijndrecht is hetzelfde als in de Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid.
Tabel 18. Meldingen van jeugdoverlast, 2012 aantal aandeel (%)
Zwijndrecht
DS
ZHZ
479
2.955
4.950
1,1
1,1
1,0
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale bevolking Bron: Korps Landelijke Politiediensten (verkregen via Tympaan Instituut)
8
www.voordejeugd.nl
Jeugdhulp via Zorgverzekeringswet De meeste jeugdigen in de gemeente Zwijndrecht, die een beroep doen op jeugdhulp, krijgen hulp via de Zorgverzekeringswet. Het gaat hierbij om geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) waarbij de psychische aandoening van jeugdigen zo ernstig kan zijn dat zij hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. De psychische aandoeningen die behandeld worden in de jeugd-ggz, zijn zeer divers en kunnen sterk variëren in duur. Duurt een behandeling met verblijf langer dan een jaar, dan valt deze zorg onder de AWBZ.8 In Zwijndrecht is het beroep op jeugdhulp via de Zorgverzekeringswet hoger dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid.
De kleur van Zwijndrecht
Tabel 19. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via Zorgverzekeringswet in 2011 eerste lijn aandeel eerste lijn (%) tweede lijn zonder verblijf tweede lijn met verblijf totaal tweede lijn aandeel tweede lijn (%)
Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
260
1.205
2.115
60.540
3,0
2,1
2,0
1,8
520
3.285
6.035
209.485
15
80
155
5.280
535
3.350
6.145
212.395
6,1
5,9
5,9
6,2
Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: voor eerste lijn: CBS 15 januari 2014, voor tweede lijn: CBS 5 juni 2013 (laatste levering jeugdhulp via ZVW)
AWBZ gefinancierde jeugdhulp Wanneer een jeugdige zorg nodig heeft vanwege een beperking, kan die zorg verkregen worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Nu de AWBZ verdwijnt, komt een deel van deze zeer diverse groep per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet te vallen.9
Het andere deel zal vallen onder de Wet langdurige zorg. Alleen de meest kwetsbare kinderen en jongeren met (zeer) ernstige verstandelijke of ernstige meervoudige beperkingen krijgen straks zorg uit de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz, voorheen aangeduid met ‘kern-AWBZ’). Zij hebben ‘levensbreed’ en ‘levenslang’ zorg en ondersteuning nodig. 9
De groep jeugdigen met een beperking is zeer divers, zowel in omvang als wat betreft de soort aandoening. Het gaat om kinderen en jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking, lichamelijke beperking (ook nietaangeboren hersenletsel), een chronische ziekte en een psychiatrische aandoening. ‘Jeugdigen met een beperking’ maken gebruik van verschillende soorten AWBZ-hulp en -ondersteuning, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf (logeren) en behandeling. Circa 150 jeugdigen in Zwijndrecht maken gebruik van zorg via AWBZ in 2011. Dat is een percentage van 1,7%. Dat betekent dat in de gemeente Zwijndrecht minder gebruik wordt gemaakt van AWBZ gefinancierde jeugdhulp dan gemiddeld in de Drechtsteden of Zuid-Holland Zuid, waar het percentage 2,0% is.
Tabel 20. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via AWBZ in 2011 zonder verblijf met verblijf totaal aandeel (%)
Zwijndrecht
DS
ZHZ
NL
140
1.075
1.930
75.040
10
95
175
7.360
150
1.170
2.110
82.400
1,7
2,0
2,0
2,4
Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 15 januari 2014 (laatste uitgebreide levering met uitsplitsing naar met en zonder verblijf)
Gebiedsanalyse Jeugd
Preventieve jeugdhulp Een kind of jongere staat niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een breed sociaal netwerk, waaronder het gezin/opvoeder(s), school, vrienden en de buurt. Het jeugdteam moet aansluiten bij deze lokale situatie en bij de aanwezige preventieve activiteiten. Preventie is één van de kernpunten van de transformatie: effectieve inzet op preventie voorkomt dat zwaardere jeugdhulp ingezet hoeft te worden. In de opmars naar 2015 en ook daarna zullen de accenten van preventie opnieuw vorm moeten krijgen. Om een beeld te krijgen bij preventie en het gebruik daarvan, worden vier huidige vormen nader toegelicht: 1. 2. 3. 4.
Algemeen maatschappelijk werk Volgens het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een goede ouder-kind relatie een belangrijke beschermende factor voor de positieve ontwikkeling van jeugdigen. In 2012 waren 42 dossiers bekend bij Algemeen maatschappelijk werk in Zwijndrecht, waarbij problemen met ouder-kind relatie centraal stonden. Na een stijging in 2010 daalt vanaf 20122 het aantal dossiers met deze problematiek weer in Zwijndrecht, zo blijkt uit figuur 4.7
Dit betekent niet dat het gebruik van Algemeen maatschappelijk werk is gedaald. Er zijn namelijk ook andere categorieën dossiers waar jeugdigen en hun gezinnen bij betrokken zijn, zoals de categorieën gezinsproblematiek en huiselijk geweld. 7
ex Drechtsteden
algemeen maatschappelijk werk; schoolmaatschappelijk werk; begeleiding van gezinnen; Jeugd Preventie Team.
Tabel 21. Dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding, 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
aantal
42
199
379
aandeel (%)
0,6
0,5
0,5
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut
Figuur 4. Ontwikkeling aantal dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding (index, 2009=100) 150 125 100 75 50 25 0 2009
2010 Index Zwijndrecht
2011 Index Drechtsteden
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
2011
2012 De kleur van Zwijndrecht
Index Zuid-Holland Zuid
Schoolmaatschappelijk werk In 2012 waren 137 leerlingen op de basisschool en 15 leerlingen in het voortgezet onderwijs aangemeld voor een traject van het Schoolmaatschappelijk werk (SMW). Opvallend is dat in Zwijndrecht een dalende lijn te zien is in het aantal kinderen dat begeleid wordt door Schoolmaatschappelijk werk, terwijl het aantal in de regio Drechtsteden verder toeneemt.
Tabel 22. Door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen, 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
137
966
1.167
1,6
1,7
1,1
aantal
15
900
1.056
aandeel (%)
0,2
1,6
1,0
basisonderwijs aantal aandeel (%) voortgezet onderwijs
Toelichting: betreft schoollocatie. Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Tympaan Instituut
Figuur 5. Ontwikkeling aantal door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen (index, 2008=100) 250 200 150 100 50 0 2008
2009
2010
2011
Index bo Zwijndrecht
Index bo Drechtsteden
Index bo Zuid-Holland Zuid
Index vo Zwijndrecht
Index vo Drechtsteden
Index vo Zuid-Holland Zuid
2012
Bron: Tympaan Instituut
Gezinsbegeleiding Drieënveertig gezinnen werden in 2012 in Zwijndrecht begeleid (bijvoorbeeld door ReSet). Gezinsbegeleiding richt zich op de begeleiding van autochtone en allochtone ouders/opvoeders in risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In deze gezinnen is (nog) geen sprake van ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Afgezien van een daling in 2011, stijgt het aantal gezinnen dat begeleiding krijgt in Zwijndrecht gestaag. De stijging is mogelijk te verklaren door de subsidie die destijds via de provincie beschikbaar kwam.
Tabel 23. Risicogezinnen in begeleiding, 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
aantal
43
287
415
aandeel (%)
0,6
0,7
0,5
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut
Gebiedsanalyse Jeugd
Figuur 6. Ontwikkeling risicogezinnen in begeleiding (index, 2008=100) 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2007
2008 Index Zwijndrecht
2009
2010
Index Drechtsteden
2011
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
Jeugd Preventie Team Het Jeugd Preventie Team (JPT) is een samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Het JPT begeleidt jeugdigen die in aanraking zijn gekomen met de politie en dreigen af te glijden richting de criminaliteit. Het JPT werkt dus preventief. De begeleiding is outreachend, praktisch, concreet en richt zich op drie leefgebieden: thuis, school of werk en vrijetijdsbesteding.
Samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland
Medewerkers van de politie Zuid-Holland Zuid kunnen rechtstreeks jeugdigen aanmelden bij het JPT. Ook via de sociale netwerken waar de politie deel van uitmaakt kunnen jeugdigen voor het JPT worden aangemeld. Waar nodig werkt het JPT samen met Bureau Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, Leerplicht en andere partners. In 2012 waren 26 jeugdigen in Zwijndrecht onder begeleiding van het JPT. Het aandeel is ongeveer hetzelfde als in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid.
Tabel 24. Jeugdigen in JPT, 2012 Zwijndrecht
DS
ZHZ
aantal
26
229
405
aandeel (%)
0,3
0,4
0,4
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Tympaan Instituut
Figuur 7. Ontwikkeling aantal jeugdigen in JPT (index, 2008=100) 120 100 80 60 40 20 0 2008
2009 Index Zwijndrecht
2010 Index Drechtsteden
2011
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
De kleur van Zwijndrecht
4. Conclusie
De groene druk in Zwijndrecht is lager dan in de regio Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid. Voor de toekomst wordt een toename van het aantal jeugdigen verwacht. De meeste risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen, zowel kind-gerelateerd als ouder-gerelateerd, zijn in Zwijndrecht vergelijkbaar met gemiddeld in de regio. Het aantal kinderen met kans op armoede, ouders/opvoeders met verslavingen, lichamelijke en/of psychische problemen en het aantal eenoudergezinnen is wel hoger dan in de regio Drechtsteden. Het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp via de Zorgverzekeringswet is hoger in de gemeente dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Van AWBZ-hulp wordt verhoudingsgewijs juist minder gebruik gemaakt. In Zwijndrecht zal het jeugdteam integreren in het bestaande Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zodat vraagstukken breed opgepakt kunnen worden. Het is belangrijk om bij de samenstelling van het team rekening te houden met het eigen karakter van de gemeente. Ook afstemming en samenwerking met het onderwijs zal met de komst van het jeugdteam moeten verbeteren. De praktijk zal vanaf 1 januari 2015 moeten uitwijzen wat goed gaat en op welke punten extra inzet (en expertise in het team) nodig is. Daarbij is het van groot belang de doelgroep, de jeugdigen en hun gezinnen, goed in het oog te houden en te luisteren naar hun specifieke wensen en behoeften. Binnenkort zal de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid met iedere gemeente afzonderlijk in gesprek gaan voor specifieke wensen ten aanzien van de teams, om zo tot een zorgvuldige lokale inbedding te komen. Aansluitend start Stichting Jeugdteams met de werving en selectie van de professionals voor alle jeugdteams in Zuid-Holland Zuid.
Gebiedsanalyse Jeugd
Colofon Opdrachtgever Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid Projectleiding R. Rutten, JSO Auteurs drs. M.C.A. Bakx drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden drs. D.M. Verkade Redactie J. Weski Vormgeving en opmaak Impuls Publiciteit B.V. Sliedrecht
augustus 2014
De kleur van Zwijndrecht
1 Onderzoekcentrum Drechtsteden
Serviceorganisatie Jeugd ZHZ
Postbus 619 3300 AP Dordrecht Telefoon (078) 770 39 05
[email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
[email protected] www.jeugdzhz.nl