22,9
Gebiedsanalyse Jeugd De kleur en werkwijze van Giessenlanden
Het motto “Buitengewoon Giessenlanden”, geeft in twee woorden weer waar de gemeente Giessenlanden voor staat: gericht op de natuur en een nuchtere houding met oog voor ondernemerschap en vernieuwing. Het bieden van hoogwaardige dienstverlening aan haar ruim 14.400 inwoners staat daarbij centraal. De gemeente Giessenlanden bestaat uit zeven dorpskernen namelijk Giessenburg, Arkel, Giessen-Oudekerk, Hoogblokland, Hoornaar, Noordeloos en Schelluinen. Arkel is de meest industriële kern van Giessenlanden, gevolgd door Giessenburg. De overige kernen hebben een meer agrarisch karakter, elk met een eigen sfeer en identiteit. De twee riviertjes De Giessen en De Linge geven het landschap een bijzondere charme. Dat landelijke en vriendelijke dorpsgevoel is in de gehele gemeente voelbaar. De vele monumentale panden, fraaie boerderijen, kerken, molens en opgravingen vertellen iets over de lange en rijke historie van Giessenlanden. De eerste bewoners vestigden zich al rond het jaar 1000. Giessenlanden organiseert jaarlijks meerdere evenementen zoals de Fokveedag in Hoornaar en het Nationaal Knikker kampioenschap in Noordeloos. In de visie “Giessenlanden: Een Vitaal Perspectief” staat geschreven dat de gemeente, samen met de verschillende dorpsgemeenschappen, burgers en bedrijven, werkt aan een vitale gemeente voor een zelfbewuste en zelfredzame gemeenschap gericht op actief burgerschap. De gemeente wil ruimte creëren om initiatieven van burgers en ondernemers te ondersteunen. Dat vraagt een basishouding van dienstbaar zijn en meedenken door oplossingsgericht te handelen bij initiatieven uit de samenleving. Maar ook om een grondhouding waarin grenzen worden aangegeven en duidelijkheid wordt verschaft. Om het actief burgerschap te faciliteren en te ondersteunen werkt de gemeente met het instrument ‘kerngericht werken’. Dit instrument zorgt ervoor dat er met initiatieven op allerlei (beleids)terreinen aangesloten wordt bij het eigen karakter van een kern en de burgers die daar wonen. Deze kanteling van werkwijze draagt bij aan het ontwikkelen van een voedingsbodem voor bewustwording en energie die noodzakelijk is om de veranderingen in de maatschappij bij burgers, maatschappelijke organisaties en andere partijen in de samenleving op het gebied van de decentralisaties in het sociaal domein te realiseren. Zederik
Molenwaard
Leerdam
Alblasserdam
Hendrik-IdoAmbacht
Papendrecht
Zwijndrecht OudBeijerland
Dordrecht
Gemeente
HardinxveldGiessendam
Binnenmaas
Korendijk
Cromstrijen
Gorinchem Sliedrecht
Giessenlanden
Strijen
Giessenlanden
Gebiedsanalyse Jeugd
Transitie jeugdhulp Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Op dit moment is elke gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid. Hier komen vanaf 2015 alle vormen van jeugdhulp bij waarvoor nu een indicatie nodig is, te weten: jeugdzorg, begeleiding en/of verzorging van jeugd met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking en de geestelijke gezondheidszorg. De transitie maakt het mogelijk een meer samenhangend jeugdhulpbeleid te voeren. Het doel is meer preventie, uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en ouder/opvoeder(s) en een betere samenwerking rond gezinnen.
Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse staat niet op zichzelf. De Stichting Jeugdteams, op dit moment nog in oprichting, heeft onderzoek gedaan naar de formatie (omvang) van de jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. De stichting heeft hiervoor de gegevens verzameld die ten grondslag liggen aan het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid. Dat onderzoek biedt inzicht in de personele bezetting per jeugdteam. Deze gebiedsanalyse en het document van Stichting Jeugdteams vormen samen het vertrekpunt van het gesprek tussen de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en de gemeente.
Regionale samenwerking Met deze nieuwe verantwoordelijkheid ontstaat er een kans om de zorg voor jeugdigen te verbeteren. De 17 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben voor een gezamenlijk regionaal jeugdhulpstelsel gekozen. Met dit stelsel wordt jeugdhulp dicht bij de leefomgeving van de jeugdige/het gezin geboden, ondersteuning vanuit de sociale omgeving van het gezin gestimuleerd en bestaat er voor het gezin één aanspreekpunt en één zorgplan. Het regionaal jeugdhulpstelsel kent vier focuspunten: jeugdteams, het diagnostiek advies netwerk, de zorgmarkt en een Serviceorganisatie Jeugd. De basisvoorzieningen vormen het voorportaal (de toegang) naar de jeugdteams. Basisvoorzieningen zijn aanwezig in de directe leefomgeving van kinderen en hun ouder/opvoeder(s) en kunnen hierdoor sneller signalen opvangen. Ondersteuningsvragen die niet door de basisvoorzieningen kunnen worden opgevangen, kunnen worden doorgeleid naar de jeugdteams. De jeugdteams vormen een integraal onderdeel van jeugdhulp. Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse geeft informatie over de belangrijkste trends die relevant zijn voor de vorming van het Sociaal Team in de gemeente Giessenlanden. Wat is de kracht in het gebied? Welke problemen komen het meeste voor? Wat is de zorg die nu wordt gebruikt? Kortom, specifieke kenmerken van de gemeente Giessenlanden. De gebiedsanalyse bestaat naast de aanwezige kwantitatieve gegevens op het gebied van jeugd(hulp), ook uit kwalitatieve duiding uit de literatuur en uit gesprekken met lokale ambtenaren. Alles tezamen geeft dit de ‘kleuring’ van Giessenlanden weer. De Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid ziet dit document als een belangrijke bouwsteen voor de gemeente en betrokken organisaties om met elkaar in gesprek te gaan over de inrichting van het onderdeel jeugd van het Sociaal Team.
Sociaal Team In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is gekozen voor een Sociaal Team gericht op alle burgers, jong en oud, die op meerdere leefgebieden een ondersteuningsvraag hebben. Het Sociaal Team bestaat uit professionals die het sociaal domein (de drie D’s) goed kennen. Het jeugdteam, zoals voorgesteld vanuit de regio Zuid-Holland Zuid, wordt ingebed in het Sociaal Team. Het Sociaal Team hanteert het principe ‘één huishouden, één plan, één regisseur’. Het team werkt vanuit het kantelingsprincipe waarbij vraagverhelderingsgesprekken, Eigen Kracht en Sociale Netwerk Versterking/Strategie centraal staan. Samen met de burger wordt er een ondersteuningsplan opgesteld. Het team heeft een mandaat voor de afhandeling van ondersteuningsvragen op de diverse leefdomeinen van de zelfredzaamheidmatrix (ZRM). Het Sociaal Team start in 2015 als ontwikkelmodel van minimaal twee jaar.
Hoeveel jeugdigen wonen er in Giessenlanden? Hoe groot zijn de risicofactoren op ernstige opvoedproblemen? Wat is, op hoofdlijnen, het gebruik van jeugdhulp? En wat betekent dit voor het onderdeel jeugd in het Sociaal Team? Op deze vragen en meer, wordt antwoord gegeven in deze gebiedsanalyse.
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
1. De jeugd: nu en in de toekomst Huidige cijfers Op 1 januari 2014 telt de gemeente Giessenlanden 3.302 jeugdigen (0-17 jaar). Dat betekent dat 22,9% van het totaal aantal inwoners onder de 18 jaar is. Men spreekt dan ook wel van groene druk; het percentage jeugd tot 18 jaar ten opzichte van de totale bevolking. De groene druk in Giessenlanden is hoger ten opzichte van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid (21,7%) en Nederland (20,5%). Het aantal jong volwassenen in de leeftijd 18 tot 23 jaar, bedraagt 847.
Giessenlanden AV
22,9
Tabel 1. Aantal inwoners van 0 t/m 22 jaar op 1 januari 2014 (%)
ZHZ
23,3
AV
ZHZ
NL
3.302
30.443
104.920
3.442.802
18-22
847
8.099
28.152
1.037.344
groene druk
22,9
23,3
21,7
20,5
Bron: CBS
21,7 NL 20,5
Giessenlanden 0-17
Figuur 1. Aandeel jeugdigen naar leeftijd op 1 januari 2014 4,2%
Giessenlanden
AV
4,6%
ZHZ
4,5%
NL
4,2%
9,9%
8,7%
10,3%
8,4%
9,6%
7,6%
9,1%
0% 4-11 jaar
6,2% 20%
12-17 jaar
6,2%
5,8%
7,2%
10% 0-3 jaar
5,9%
30%
18-22 jaar
Bron: CBS
De toekomst Het Tympaan Instituut, het kennisinstituut op het gebied van sociale en culturele vraagstukken, stelt op basis van berekeningen dat het aantal jeugdigen in Giessenlanden de komende 15 jaar zal dalen met 14,2%. De daling in de gemeente is sterker dan in de regio en op landelijk niveau.
Gebiedsanalyse Jeugd
Tabel 2. Bevolkingsprognose jeugd 0 t/m 17 jaar 2015
2020
2025
2030
verschil 2015-2030
Giessenlanden Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Zuid-Holland Zuid Nederland
3.260
3.040
2.850
2.800
-14,2%
29.760
27.750
26.480
26.370
-11,4%
102.690
98.230
93.310
97.450
-5,1%
3.448.240
3.360.450
3.340.090
3.382.920
-1,9%
Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen. Bron: Tympaan Instituut
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
2. Risicofactoren Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2013 een onderzoek uitgebracht dat ingaat op risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen: “Terecht in de jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik”. Hieruit blijkt dat verschillende kenmerken van het kind en/of zijn of haar ouders van invloed zijn op het ontstaan van ernstige opvoedproblemen, de zogenaamde risicofactoren. Kenmerken van het kind zelf hebben de grootste invloed, maar kenmerken van de ouders spelen zeker ook een rol. Om inzicht te krijgen in de omvang van de risicogroepen in Giessenlanden, is in kaart gebracht hoe de jeugdigen in deze gemeente scoren op de door het SCP onderzochte risicofactoren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risicofactoren gerelateerd aan het kind en risicofactoren gerelateerd aan het gezin/opvoeder(s). De scores zijn indicatief voor het gebruik van jeugdhulp. Een direct causaal verband kan niet worden ontleend aan deze scores. Het geeft wel een beeld van de risico’s op problemen in Giesssenlanden en kan een signaal zijn voor waar verbindingen gelegd moeten worden met het preventieve veld.
2a.
Risicofactoren bij het kind Risicofactoren gerelateerd aan het kind zijn: laag geboortegewicht, verstandelijke beperkingen, langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen en lage onderwijsvorm. Voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid worden meegenomen ter verdieping.
Laag geboortegewicht Er wordt gesproken van een laag gewicht wanneer het kind bij de geboorte minder weegt dan 2.500 gram. Informatie over laag geboortegewicht is belangrijk maar niet beschikbaar op gemeentelijk en landelijke niveau. Het is daarom lastig om deze risicofactor als signaal mee te kunnen nemen. Er is geen verschil in het aandeel jeugdigen met een laag geboortegewicht in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en gemiddeld in Zuid-Holland Zuid.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geeft aan dat jeugdigen tussen de 12-23 jaar, jeugdigen met een laag geboortegewicht en jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, vaker problemen hebben. Jongens ondervinden vaker problemen dan meisjes. En jeugdigen met een verstandelijke beperking en langdurige lichamelijke aandoening hebben een sterk verhoogde kans op ontwikkelings- en opvoedproblemen.
Gebiedsanalyse Jeugd
Tabel 3. Aandeel kinderen met een laag geboortegewicht (%), 2006-2009 gram
AV
ZHZ
< 500
0,2
0,2
500 - 1.499
1,3
1,3
1.500 - 2.500
4,8
4,7
totaal < 2.500
6,4
6,3
Toelichting: er is geen recentere bron beschikbaar. Bron: Stichting Perinatale Registratie (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ)
Kinderen met een verstandelijke beperking hebben vaak beperkingen op het gebied van sociale redzaamheid, ernstige leerproblemen en gedragsproblemen. Opvallend is dat vergeleken met de problemen van licht verstandelijk gehandicapten die van de zwaarder gehandicapte kinderen niet groter zijn (Bron: SCP (2013).
Beperkingen Kinderen met een verstandelijke beperking ondervinden niet alleen problemen op het gebied van sociale redzaamheid, maar ook op leer- en gedragsgebied. Het werkelijk aantal jeugdigen met een verstandelijke beperking is niet bekend. Ook zijn er verschillende definities in gebruik. Het aantal jeugdigen met een indicatie vanwege een verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek is wel bekend. Dit aantal is een stuk kleiner. Giessenlanden telde op 1 januari 2014 ongeveer 25 jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking (VG). Dat is 0,8% van het totaal aantal 0–17 jarigen. Een aandeel dat gelijk is aan het landelijke percentage. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige lichamelijke beperking (LG) bedraagt circa 10. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige zintuiglijke beperking (ZG) in Giessenlanden is nihil.
Terecht in de Jeugdzorg).
Tabel 4. Jeugdigen met een indicatie, per 1 januari 2014 Giessenlanden
AV
ZHZ
NL
aantal indicaties VG
25
245
780
27.195
aandeel (%)
0,8
0,8
0,7
0,8
verstandelijke beperking
lichamelijke beperking aantal indicaties LG
10
15
60
1.835
aantal indicaties ZG
x
x
15
560
aandeel (%)
-
-
0,1
0,1
Toelichting: kinderen (0-17 jarigen) met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2014 met als dominante grondslag VG, LG en/of ZG. Uit privacyoverweging toont het CIZ alleen aantallen vanaf de waarde vijf en zijn de aantallen afgerond op vijftallen. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. x = waarden 0 t/m 4. - = aandeel is niet te berekenen vanwege privacymaatregelen. Bron: CIZ, Op weg naar andere zorg (2014)
MEE Nederland, een stichting die mensen met een beperking ondersteunt, heeft op basis van verschillende onderzoeken een schatting gemaakt van het aantal jeugdigen met een beperking. Hierin is ook het aantal jeugdigen met een licht verstandelijke beperking meegenomen. Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de problematiek bij licht verstandelijk gehandicapten niet verschilt met de problematiek bij zwaarder verstandelijk gehandicapten. Tabel 5 geeft deze gegevens weer. Ter verdieping is ook het aantal geschatte jeugdigen met een lichamelijke beperking opgenomen. Deze categorie beperkt zich tot 12-20 jarigen, waar het bij verstandelijke beperkingen 0 tot 20 jarigen betreft.
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
Tabel 5. Geschatte aantal jeugdigen (tot 20 jaar) met een beperking Alblasserdam
AV
ZHZ
NL
licht verstandelijke beperking 506
4.644
15.952
526.425
VG licht (IQ 50-70)
zwakbegaafd (IQ 70-85)
15
140
481
15.870
VG matig + ernstig (IQ < 50)
14
130
446
14.709
lichamelijke beperking LG minstens één beperking
57
514
1.734
57.675
LG beperkingen in bewegen
18
158
533
17.634
3
30
100
3.227
ZG in horen
11
101
339
11.227
ZG in zien
35
319
1.076
35.990
LG beperkingen in verstaanbaarheid
Toelichting: MEE Nederland baseert zich op een onderzoek van het SCP uit 2007 ‘(Meedoen met beperkingen’) en twee onderzoeken van het SCP uit 2012 (‘IQ met beperkingen. De mate van verstandelijke handicap van zorgvragers in kaart gebracht’ en ‘Factsheet mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen’). Landelijke cijfers zijn op basis van het aantal inwoners vertaald naar gemeenten. De cijfers van gemeenten zijn dus schattingen en kunnen onderling niet vergeleken worden omdat het aantal jeugdigen met een beperking ook samenhangt met de samenstelling van de bevolking. Daarnaast kunnen jeugdigen meerdere beperkingen hebben. De cijfers van verschillende beperkingen kunnen daarom niet bij elkaar worden opgeteld. Bron: MEE Nederland, 2013
Lage onderwijsvorm Laag onderwijs verwijst naar het Leerwegondersteunend Onderwijs (vo Lwoo), Praktijkonderwijs (vo Praktijkonderwijs), Voorbereidend Speciaal Onderwijs (vso) en Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo). (V)so cluster III betreft leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen of leerlingen met epilepsie. Het (v)so cluster IV betreft zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke beperking en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. In 2012–2013 volgden 435 jeugdigen (12,9%) in de leeftijd van 5 tot 23 jaar laag onderwijs. Daarmee scoort Giessenlanden lager ten opzichte van het aantal jeugdigen in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (13,5%), maar hoger dan in de regio Zuid-Holland Zuid (12,5%).
Tabel 6. Jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, schooljaar 2012-2013 Giessenlanden
AV
ZHZ
vo lwoo
70
716
2.464
vo praktijkonderwijs
18
243
812
(v)so cluster III
8
83
313
(v)so cluster IV
7
77
388
332
3.080
9.267
totaal
435
4.199
13.244
aandeel (%)
12,9
13,5
12,5
vo vmbo
Toelichting: betreft de gemeente waar de persoon woonachtig is. Er zijn geen gegevens op landelijk niveau beschikbaar. Bron: Leerlingen Basis Administratie (leeftijd 5-23 jaar) en CBS (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ)
Gebiedsanalyse Jeugd
Voortijdige schoolverlaters Voortijdig schoolverlaters zijn jeugdigen van 12 tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie behaald te hebben. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo- of vwo-niveau of een diploma op mbo-2 niveau of hoger.
Voortijdige schoolverlaters
25 20 5 VO
MBO
In het schooljaar 2012-2013 verlieten 25 leerlingen in Giessenlanden voortijdig hun opleiding aan het voortgezet onderwijs of mbo. Dat is 1,8% van het totaal aantal leerlingen in de gemeente Giessenlanden. Landelijk en in de regio is het aandeel iets hoger. Uitval vindt vooral plaats onder leerlingen op het mbo.
Tabel 7. Voortijdig schoolverlaters, schooljaar 2012-2013 Giessenlanden aantal vo
aandeel (%)
AV
ZHZ
NL
aandeel (%)
aandeel (%)
aandeel (%)
5
0,5
0,6
0,6
0,6
mbo
20
5,5
5,6
6,4
5,7
totaal
25
1,8
2,1
2,3
2,1
Toelichting: aandeel is gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen op het vo en mbo. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de meetmethode waarmee het aantal voortijdig schoolverlaters bepaald wordt, aangepast. Hierdoor is een trendbreuk ontstaan en is het niet mogelijk een ontwikkeling weer te geven. Bron: DUO
Jeugdwerkloosheid Op 1 januari 2014 stonden 33 jeugdigen jonger dan 27 jaar als niet-werkende werkzoekenden ingeschreven in Giessenlanden. Dit is beduidend minder dan in de regio. Niet-werkende werkzoekenden zij mensen die als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf staan ingeschreven. Afgezien van een kleine daling in 2011, neemt het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden toe, zowel in de regio als in Giessenlanden.
Tabel 8. Niet-werkende werkzoekenden (15-26 jaar), per 1 janauari 2014 Giessenlanden
AV
ZHZ
aantal
33
534
1.837
aandeel (%)
1,6
2,7
2,7
Bron: UWV WERKbedrijf, CBS (verkregen via Tympaan Instituut)
Zo’n 30 jeugdigen jonger dan 25 jaar ontvingen in 2013 een Wajong-uitkering. Dit aantal in Giessenlanden is stabiel, terwijl het in de regio Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid sterk groeit.
Tabel 9. Aantal Wajong-uitkeringen voor jeugdigen (jonger dan 25 jaar), 2013 Giessenlanden
ZHZ
NL
30
450
1.860
aantal Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen Bron: CBS (verkregen via Tympaan Instituut)
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
2b.
Risicofactoren bij de ouder/opvoeder(s) Kenmerken van de ouder/opvoeder(s) zijn inherent verbonden aan de ontwikkeling van de jeugdige en het ontstaan van eventuele opvoed- en ontwikkelingsproblemen.1 Risicofactoren zijn: gezinnen waar verslaving voorkomt, ouders die lichamelijke of psychische problemen hebben en wanneer er sprake is van een tienermoeder of een eenoudergezin. Het aantal echtscheidingen is hier ook opgenomen ter verdieping. Buurtkenmerken doen er nauwelijks toe bij de voorspelling van ernstige problemen. Alleen bij gezinnen die wonen in een buurt waar het inkomen gemiddeld laag is, is de kans op problemen iets groter. We nemen daarom ook armoede mee.
Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP 1
Verslavingen Het hebben van een verslaafde ouder/opvoeder(s) is een risicofactor voor ernstige ontwikkelings- en opvoedproblemen bij een jeugdige. Verslaving is echter lastig in beeld te brengen. Het speelt zich vaak af achter de voordeur. De Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) heeft zo goed mogelijk de aantallen ouders/ opvoeders met een verslaving in beeld gebracht via de Gezondheidsmonitor. De DG&J heeft niet direct gevraagd naar verslaving. Er is een combinatie gemaakt van de volgende indicatoren: zware rokers, alcoholgebruik dat door de omgeving als probleem wordt ervaren, harddruggebruik in de afgelopen vier weken en/of bezoek in afgelopen jaar aan CAD/verslavingszorg. Zwaar roken is meegenomen omdat dit duidt op verslavingsgevoeligheid van ouders en omdat roken tijdens de zwangerschap gevolgen kan hebben.
Kinderen en jongeren die opgroeien met een (chronisch) ziek of verslaafd gezinslid hebben vaak taken en zorgen die niet passen bij de leeftijd. Eigen ontplooiing en ontspanning komen in het gedrang. Ook schoolprestaties kunnen er onder lijden. Veel jonge mantelzorgers kampen met psychosociale problemen. Een deel van hen loopt blijvende schade op. Bron: factsheet Jonge mantelzorgers, Movisie 2010
Gebiedsanalyse Jeugd
In 2012 telde Giessenlanden, volgens deze definitie, 143 ouders/opvoeders met een verslaving. Het aandeel ouders/opvoeders met een verslaving ligt in Giessenlanden lager dan in de regio Zuid-Holland Zuid. Dit percentage in Giessenlanden is 3,3% tegenover 4,6% in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en 4,4% in Zuid-Holland Zuid.
Tabel 10. Inwoners met een verslaving en thuiswonende kinderen, 2012 aantal
Het aandeel ouders met lichamelijke en/ of psychische problemen is een stuk lager.
aandeel (%)
Giessenlanden
AV
ZHZ
143
1.694
6.084
3,3
4,6
4,4
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ
Lichamelijke en/of psychische problemen Het aantal ouders/opvoeders met lichamelijke problemen was in 2012 241. Het gaat om inwoners met thuiswonende kinderen. Dit is een percentage van 6,3% in Giessenlanden: minder ten opzichte van de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (7,5%) en Zuid-Holland Zuid (8,9%). Het aantal ouders/opvoeders met psychische problemen ligt ook lager in de gemeente dan in de regio: 4,0% van de inwoners met thuiswonende kinderen heeft psychische problemen in Giessenlanden. Terwijl in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden dit percentage ligt op 5,3% en in Zuid-Holland Zuid nog iets hoger, namelijk 6,3%.
Tabel 11. Inwoners met problemen en thuiswonende kinderen, 2012 Giessenlanden
AV
ZHZ
241
2.377
10.430
6,3
7,5
8,9
165
1.908
8.407
4,0
5,3
6,3
lichamelijke problemen aantal aandeel (%) psychische problemen aantal aandeel (%)
Toelichting: Lichamelijk probleem = minimaal één chronische aandoening en sterk belemmerd door hun beperking. Psychisch probleem = in het afgelopen jaar voor zichzelf hulp gezocht bij RIAGG, GGZ, een vrijgevestigde psycholoog of een vrijgevestigde psychiater. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
2
Tienermoeders Het aantal tienermoeders (moeders jonger dan 20 jaar) in Giessenlanden is dermate laag zodat het schetsen van een ontwikkeling niet mogelijk is. Voor de regio en Nederland kan dat wel en dan blijkt een dalende trend sinds 2010.
Giessenlanden
AV
16 NL
ZHZ
Eenoudergezinnen Het aantal eenoudergezinnen is de laatste jaren gestegen. Was het aantal in 2011 in Giessenlanden nog 163. In 2013 bedroeg het 197. Dat is een groei van 21%. Op 1 januari 2013 groeiden 313 (7%) jeugdigen op in een eenoudergezin in Giessenlanden. In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is dit aandeel 9% en in Zuid-Holland Zuid 12%. Meer dan de helft van de eenoudergezinnen (105) heeft één kind.
74
Tabel 12. Eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar, per 1 januari 2013
2.688
Giessenlanden
AV
ZHZ
NL
105
1.199
6.230
244.419
2 kinderen
76
736
3.651
137.347
3 of meer kinderen
16
258
1.132
43.014
197
2.193
11.013
424.780
7
9
12
14
1 kind
Bron: CBS totaal a
aandeel (%)
a Betreft het aandeel kinderen van 0-25 jaar dat in een eenoudergezin woont Bron: CBS
Figuur 2. Ontwikkeling aantal eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar (index, 2011=100) 150 125 100 75 2012
2011 Index Giessenlanden
Index Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
Index Zuid-Holland Zuid
Index Nederland
2013
Bron: CBS
2012 2012
dex Alblasserwaard/Vijfheerenlanden dex Alblasserwaard/Vijfheerenlanden dex Nederland dex Nederland Gebiedsanalyse Jeugd
2013 2013
2 Spruijt, E (2010). Handboek scheiden en kinderen. Via www.nji.nl
3 Fischer et al. (2001). Ouderlijke echtscheiding en de levensloop van kinderen; negatieve gevolgen of schijnverbanden. Via www.nji.nl
Echtscheidingen Een ouderlijke echtscheiding brengt voor jeugdigen veel veranderingen met zich mee. Dit kan een gevoel van verlies en rouw- en schuldgevoelens oproepen.2 Wanneer de ouders ernstige conflicten hebben en het kind wordt ingezet in de onderlinge strijd tussen de ouders, spreekt men van een vechtscheiding. Deze conflicten leiden bij jeugdigen vooral tot gedragsproblemen en een lager opleidingsniveau. Er zijn alleen gegevens bekend over het aantal echtscheidingen. Niet over het verloop van deze scheidingen. Het aantal echtscheidingen waar minderjarigen bij betrokken zijn laat een fluctuerend beeld zien. Sinds 2010 is het aantal in Giessenlanden gestegen. In 2012 vonden er 17 echtscheidingen in de gemeente plaats. Hierbij waren 31 kinderen van 0-18 jaar betrokken (0,9%). In de regio en landelijk is dit aandeel ongeveer gelijk.
Tabel 13. Echtscheidingen met kinderen van 0-18 jaar, 2012
Giessenlanden 200
6,1%
ZHZ 9.400
AV
2.000
9,0% 407.500
6,6%
NL 11,8%
Toelichting: aantallen zijn afgerond op veelvouden van 100. Het aandeel is hierdoor indicatief en er zit een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Bron: CBS
Giessenlanden
AV
ZHZ
NL
aantal
17
132
558
18.814
aantal betrokken kinderen
31
251
1.022
33.834
aandeel (%)
0,9
0,8
1,0
1,0
Bron: CBS
Kans op armoede Er wordt gesproken over kans op armoede wanneer het inkomen in een meerpersoonshuishouden tot 120 procent van het sociaal minimum is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek schat het aantal jeugdigen in 2011 met kans op armoede in Giessenlanden op ca. 200. Na een daling in 2008 en een stijging in 2009 is het aantal jeugdigen die kans hebben op armoede redelijk stabiel. Voor Nederland als voor de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid, zien we een licht stijgende lijn. Het percentage jeugdigen met kans op armoede is hier hoger dan in Giessenlanden.
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
3. Gebruik Jeugdhulp Gezinnen met ernstige problemen kunnen aanspraak maken op gespecialiseerde jeugdhulp. Er is echter sprake van een gat tussen gerapporteerde problemen en het werkelijk gebruik van jeugdhulp. Sommige gezinnen doen vaker een beroep op jeugdhulp dan anderen, terwijl de problematiek even zwaar of soms zelfs minder zwaar is. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen. Zo is het mogelijk dat de ouder/opvoeder(s) het probleem onderschatten en er vanuit gaan dat het vanzelf oplost. Professionele hulp wordt dan ook niet gezocht. Met name migrantengezinnen, waar sprake is van ernstige kind- en opvoedproblematiek, maken minder gebruik van jeugdhulp.4
4 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP
Om het gebruik van jeugdhulp in Giessenlanden inzichtelijk te maken, kijken we naar drie financieringsvormen met betrekking tot jeugdhulp: 1. begrotingsgefinancierde jeugdhulp (provinciaal en Rijk); 2. hulp via de Zorgverzekeringswet (eerste lijns en tweede lijns); 3. AWBZ gefinancierde jeugdhulp. Het aantal unieke jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp is per financieringsvorm, op hoofdlijnen, bekend. Er is echter overlap tussen de drie vormen. Een jeugdige kan tegelijkertijd bijvoorbeeld een vorm van AWBZ-jeugdhulp èn een vorm van begrotingsgefinancierde jeugdhulp ontvangen. Deze overlap kan op basis van de huidige cijfers niet in beeld gebracht worden. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat figuur 3 de cijfers weergeeft van slechts een jaar, terwijl het gebruik van jeugdhulp per jaar sterk kan fluctueren: een gemeente kan in het ene jaar geen jeugdigen in een JeugdzorgPlusinstelling hebben terwijl in het jaar daarop zes.
Figuur 3. Aantal jeugdigen in jeugdhulp in Giessenlanden, per financieringsvorm 400
300
200
100
0
160 40
0
Provincie
Rijk
75 ZvW, 1e lijns
70 ZvW, 2e lijns
AWBZ
Begrotingsgefinancierde jeugdhulp Begrotingsgefinancierde jeugdhulp omvat provinciaalgefinancierde jeugdhulp en rijksgefinancierde jeugdhulp. In 2012 zijn in Giessenlanden geen jeugdigen in een JeugdzorgPlus-instelling, ofwel rijksgefinancierde zorg, geplaatst. JeugzorgPlus is een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt zodat de jeugdige de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft. JeugdzorgPlus-instellingen in deze regio zijn bijvoorbeeld: Schakenbosch, Horizon en De Hoenderloo Groep.
Gebiedsanalyse Jeugd
Begrotingsgefinancierde jeugdzorg = provinciaalgefinancieerd + rijksgefinancieerd
In datzelfde jaar vallen ongeveer 40 jeugdigen onder provinciaalgefinancierde jeugdhulp. Dat is 1,2% van het totaal aantal jeugdigen in de gemeente. Het aandeel ligt daarmee lager dan in de regio en in het land. Het gaat hierbij om het totaal aantal unieke jeugdigen in de provinciale jeugdhulp: één jeugdige kan gebruik maken van meerdere vormen van provinciale jeugdhulp tegelijk. Onder het provinciaal gefinancierd aanbod jeugdhulp valt: 1. Ambulante jeugdhulp: hulp gericht op gezinnen. De hulpverlening – bijvoorbeeld bij spijbelen, ruzie met ouders of een lichte depressie – vindt plaats in de thuissituatie en is vooral kindgericht. Het kind (tot 18 jaar) woont thuis, kan naar school of werk en heeft afspraken met een jeugdhulpinstelling. Bij Intensieve Ambulante Jeugdhulp wordt niet alleen het aangemelde kind, maar ook de overige gezinsleden bij de behandeling betrokken. 2. Daghulp: het kind woont in deze hulpvorm thuis en ontvangt de zorg overdag in een instelling in de vorm van daghulp. Een voorbeeld hiervan is het medisch kinderdagverblijf, ook wel verblijf deeltijd genoemd. 3. Pleegzorg: een kind gaat tijdelijk in een ander gezin wonen. Wanneer er problemen zijn in een gezin, wordt altijd eerst gekeken of deze thuis opgelost kunnen worden. Kan dat niet, dan wordt gekeken naar pleegzorg als mogelijke oplossing. In het geval van pleegzorg nemen de pleegouders (tijdelijk) de opvoeding en verzorging van het kind op zich. Het is een vorm van opvang die het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie blijft. 4. Residentiële jeugdhulp: hulpverlening waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. 5. Jeugdbescherming: om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen, kan de rechter de jeugdbeschermingsmaatregelen opleggen: ondertoezichtstelling (ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen) of een maatregel waarbij het gezag van ouder/verzorger(s) over de kind(eren) wordt beperkt om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen (voogdij). 6. Jeugdreclassering: een combinatie van intensieve begeleiding en controle voor jeugdigen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. Voorbeelden van instellingen zijn, naast Bureau Jeugdzorg, Trivium en Horizon. Tabel 14. Jeugdhulpcliënten, gebruik in begrotingsgefinancierde jeugdhulp in 2012 Giessenlanden
AV
ZHZ
NL 57.810
provincie ambulante jeugdhulp
30
475
1.780
daghulp
5
70
265
7.590
pleegzorg
5
150
555
20.540
residentiële jeugdhulp
10
95
400
11.875
totaal Jeugd en Opvoedhulp
35
530
1.980
71.345
ondertoezichtstelling (OTS)
39.355
10
205
985
voogdij
5
100
300
8.520
jeugdreclassering
5
60
245
15.970
15
325
1.395
59.620
totaal
40
660
2.650
103.450
aandeel (%)
1,2
2,2
2,5
3,0
totaal Bureau Jeugdzorg
JeugdzorgPlus betreft alleen instroom. Kinderen die al in 2011 deze zorgvorm ontvingen en dit ook in (een deel van) 2012 ontvingen zijn hierbij niet meegeteld. a
rijk JeugdzorgPlusa aandeel (%)
0
10
35
1.555
0,00
0,03
0,03
0,05
Toelichting: zorg zoals bedoeld en beschreven is in de Wet op de Jeugdzorg (2005). De cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 7 maart 2014 (laatste levering tot nu toe voor provinciale jeugdhulp)
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
Ter verdieping van de begrotingsgefinancierde jeugdhulp, wordt ook gekeken naar kindermishandeling, Bureau Halt en jeugdoverlast.
Kindermishandeling Een veilige omgeving is essentieel voor een kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het ontbreken daarvan, zoals in het geval van kindermishandeling, kent ernstige gevolgen. Kindermishandeling is, net als verslaving, moeilijk in kaart te brengen. Het speelt zich vaak af achter gesloten deuren. Om toch een goed beeld te krijgen van de situatie, is gekeken naar het aantal onderzoeken dat is uitgevoerd na een melding in het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Door een goede aanpak van kindermishandeling kan uiteindelijk het aantal onder-toezichtstellingen (OTS-en) en het aantal voogdijmaatregelen afnemen. Meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kunnen door kinderen zelf worden gedaan, of kunnen over mishandelde kinderen gaan. De politie is de belangrijkste melder van kindermishandeling. In Giessenlanden is het aandeel jeugdigen dat betrokken is bij een onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMK lager dan in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid.
Tabel 15. Onderzoeken en daarbij betrokken jeugdigen, 2013 Giessenlanden
AV
ZHZ
32
380
1.720
aantal jeugdigen
49
660
2.973
aandeel (%)
1,5
2,2
2,8
aantal onderzoeken
Toelichting: het betreft het aantal onderzoeken dat in 2013 heeft plaatsgevonden na een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Bureau Jeugdzorg, Factsheet ‘AMK Regio Zuid-Holland Zuid 2013’
Bureau Halt Halt staat letterlijk voor ‘Het ALTernatief’. Bureau Halt zorgt, op het snijvlak van repressie en preventie van jeugdcriminaliteit, voor bewustwording en gedragsbeïnvloeding van jeugdigen en hun ouders/opvoeder(s). Als rechtspersoon met een wettelijke taak levert Halt kortlopende, laagdrempelige interventies ter voorkoming, bestrijding en bestraffing van jeugdcriminaliteit. Jeugdigen van 12 tot 18 jaar krijgen de mogelijkheid om recht te zetten wat zij fout deden, zonder dat zij meteen een strafblad krijgen. Hiertoe voeren zij een leer- en/of werkstraf uit, bieden excuses aan en vergoeden de schade aan de benadeelde. Het doel is het terugdringen van jeugdcriminaliteit en zo een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare samenleving (Bron: www.halt.nl). Bureau Halt werkt veelvuldig samen met ouders/opvoeders, docenten, politie en andere professionals die een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het normbesef en gedragsbewustzijn bij jeugdigen. Bij een vermoeden van achterliggende problemen verwijst Halt door naar de jeugdhulpverlening. In 2013 zijn in Giessenlanden 25 jeugdigen door de politie verwezen naar Bureau Halt. In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden waren dit in totaal 179 jeugdigen en in Zuid-Holland Zuid bedroeg het aantal 845. Daarmee is het aandeel in Giessenlanden gelijk aan dat in de regio Zuid-Holland Zuid.
Gebiedsanalyse Jeugd
Tabel 16. Verwijzingen naar Bureau Halt, 2013 Giessenlanden
AV
ZHZ
aantal
25
179
845
aandeel (%)
0,8
0,6
0,8
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Bureau Halt (verkregen via Tympaan Instituut)
Jeugdoverlast Jeugdcriminaliteit zorgt vaak voor overlast en onveiligheidsgevoelens bij mensen. Bij jeugdoverlast gaat het om de beleving van mensen. Een subjectief gevoel, dat niet per se hoeft overeen te stemmen met het objectieve aantal strafbare feiten. Veiligheidsbeleving is een bonte verzameling van gedachten, percepties, emoties en gevoelens. En bovendien is ‘die verzameling’ voor elke persoon en ook voor elke situatie verschillend. Het gevoel veilig te zijn, is een basale menselijke behoefte. Daar tegenover staat dat een gevoel van onveiligheid juist zand in de maatschappelijke machinerie kan gooien en het welbevinden van mensen kan aantasten. In Giessenlanden zijn in 2013 28 meldingen van jeugdoverlast gedaan bij de politie. Het aantal meldingen van jeugdoverlast in Giessenlanden ligt lager dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid.
Tabel 17. Meldingen van jeugdoverlast, 2012 Giessenlanden
AV
ZHZ
aantal
28
1.123
4.950
aandeel (%)
0,2
0,9
1,0
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale bevolking Bron: Korps Landelijke Politiediensten (verkregen via Tympaan Instituut)
5
www.voordejeugd.nl
Jeugdhulp via Zorgverzekeringswet De meeste jeugdigen in de gemeente Giessenlanden, die een beroep doen op jeugdhulp, krijgen hulp via de Zorgverzekeringswet. Het gaat hierbij om geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) waarbij de psychische aandoening van jeugdigen zo ernstig kan zijn dat zij hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. De psychische aandoeningen die behandeld worden in de jeugd-ggz, zijn zeer divers en kunnen sterk variëren in duur. Duurt een behandeling met verblijf langer dan een jaar, dan valt deze zorg onder de AWBZ.5 In Giessenlanden is het beroep op jeugdhulp via de Zorgverzekeringswet lager dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid.
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
Tabel 18. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via Zorgverzekeringswet in 2011 Giessenlanden
AV
ZHZ
NL
eerste lijn
75
515
2.115
60.540
aandeel eerste lijn (%)
2,3
1,7
2,0
1,8
155
1.550
6.035
209.485
tweede lijn zonder verblijf tweede lijn met verblijf totaal tweede lijn aandeel tweede lijn (%)
5
50
155
5.280
160
1.575
6.145
212.395
4,8
5,2
5,9
6,2
Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: voor eerste lijn: CBS 15 januari 2014, voor tweede lijn: CBS 5 juni 2013 (laatste levering jeugdhulp via ZVW)
AWBZ gefinancierde jeugdhulp Wanneer een jeugdige zorg nodig heeft vanwege een beperking, kan die zorg verkregen worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Nu de AWBZ verdwijnt, komt een deel van deze zeer diverse groep per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet te vallen.6
6 Het andere deel zal vallen onder de Wet langdurige zorg. Alleen de meest kwetsbare kinderen en jongeren met (zeer) ernstige verstandelijke of ernstige meervoudige beperkingen krijgen straks zorg uit de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz, voorheen aangeduid met ‘kern-AWBZ’). Zij hebben ‘levensbreed’ en ‘levenslang’ zorg en ondersteuning nodig.
De groep jeugdigen met een beperking is zeer divers, zowel in omvang als wat betreft de soort aandoening. Het gaat om kinderen en jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking, lichamelijke beperking (ook nietaangeboren hersenletsel), een chronische ziekte en een psychiatrische aandoening. ‘Jeugdigen met een beperking’ maken gebruik van verschillende soorten AWBZ-hulp en -ondersteuning, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf (logeren) en behandeling. Circa 70 jeugdigen in Giessenlanden maken gebruik van zorg via AWBZ in 2011. Dat is een percentage van 2,1%. Dat betekent dat in de gemeente Giessenlanden evenveel gebruik wordt gemaakt van AWBZ gefinancierde jeugdhulp als gemiddeld in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden of Zuid-Holland Zuid, waar het percentage 2,0% is.
Tabel 19. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via AWBZ in 2011 Giessenlanden
DS
ZHZ
NL
65
560
1.930
75.040
0
50
175
7.360
totaal
70
620
2.110
82.400
aandeel (%)
2,1
2,0
2,0
2,4
zonder verblijf met verblijf
Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde ‘5’ heeft daarmee de betekenis ‘zeven of minder, maar niet nul’. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 15 januari 2014 (laatste uitgebreide levering met uitsplitsing naar met en zonder verblijf)
Gebiedsanalyse Jeugd
Preventieve jeugdhulp Een kind of jongere staat niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een breed sociaal netwerk, waaronder het gezin/opvoeder(s), school, vrienden en de buurt. Het Sociaal Team moet aansluiten bij deze lokale situatie en bij de aanwezige preventieve activiteiten. Preventie is één van de kernpunten van de transformatie: effectieve inzet op preventie voorkomt dat zwaardere jeugdhulp ingezet hoeft te worden. In de opmars naar 2015 en ook daarna zullen de accenten van preventie opnieuw vorm moeten krijgen. Om een beeld te krijgen bij preventie en het gebruik daarvan, worden vier huidige vormen nader toegelicht: 1. 2. 3. 4.
algemeen maatschappelijk werk; schoolmaatschappelijk werk; begeleiding van gezinnen; Jeugd Preventie Team.
Algemeen maatschappelijk werk Volgens het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een goede ouder-kind relatie een belangrijke beschermende factor voor de positieve ontwikkeling van jeugdigen. In 2012 waren er 12 dossiers bekend bij Algemeen maatschappelijk werk in Giessenlanden, waarbij problemen met ouder-kind relatie centraal stonden. In de afgelopen jaren is het aantal dossiers met ouder-kind problematiek gedaald, zo blijkt uit figuur 4.7
Dit betekent niet dat het gebruik van Algemeen maatschappelijk werk is gedaald. Er zijn namelijk ook andere categorieën dossiers waar jeugdigen en hun gezinnen bij betrokken zijn, zoals de categorieën gezinsproblematiek en huiselijk geweld. 7
Tabel 20. Dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding, 2012 Giessenlanden
AV
ZHZ
aantal
12
147
379
aandeel (%)
0,5
0,7
0,5
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut
Figuur 4. Ontwikkeling aantal dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding (index, 2009=100) 120 100 80 60 40 20 0 2009
2010 Index Giessenlanden
2011 Index Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
Schoolmaatschappelijk werk In 2012 waren zeven leerlingen op de basisschool aangemeld voor een traject van het Schoolmaatschappelijk werk (SMW). Opvallend is dat bij Schoolmaatschappelijk werk een duidelijk dalende lijn te zien is in Giessenlanden sinds 2010. Het aantal kinderen begeleidt door Schoolmaatschappelijk werk in de regio Zuid-Holland Zuid, laat daarentegen een continue stijging zien.
Tabel 21. Door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen, 2012 Giessenlanden
DS
ZHZ
7
131
1.167
0,2
0,4
1,1
basisonderwijs aantal aandeel (%) voortgezet onderwijs aantal
-
48
1.056
aandeel (%)
-
0,2
1,0
Toelichting: betreft schoollocatie, vandaar dat er in Giessenlanden geen trajecten voor vo zijn. Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Tympaan Instituut
Figuur 5. Ontwikkeling aantal door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide basisschoolkinderen (index, 2008=100) 250 200 150 100 50 0 2008
2009 Index Giessenlanden
2010 Index Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden
2011
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
Gezinsbegeleiding Veertien gezinnen werden in 2012 in Giessenlanden begeleid (bijvoorbeeld door ReSet). Gezinsbegeleiding richt zich op de begeleiding van autochtone en allochtone ouders/opvoeders in risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In deze gezinnen is (nog) geen sprake van ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Het aantal gezinnen dat begeleiding krijgt, stijgt flink in de gemeente. Deze stijging is mogelijk te verklaren door de subsidie die destijds via de provincie beschikbaar kwam.
Tabel 22. Risicogezinnen in begeleiding, 2012 Giessenlanden
AV
ZHZ
aantal
14
128
415
aandeel (%)
0,6
0,6
0,5
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut
Gebiedsanalyse Jeugd
Figuur 6. Ontwikkeling aantal risicogezinnen in begeleiding (index, 2008=100) 1500 1200 900 600 300 100 0 2008
2009 Index Giessenlanden
2010
2011
Index Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden
2012
2013
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
Jeugd Preventie Team Het Jeugd Preventie Team (JPT) is een samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Het JPT begeleidt jeugdigen die in aanraking zijn gekomen met de politie en dreigen af te glijden richting de criminaliteit. Het JPT werkt dus preventief. De begeleiding is outreachend, praktisch, concreet en richt zich op drie leefgebieden: thuis, school of werk en vrijetijdsbesteding.
Samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland
Medewerkers van de politie Zuid-Holland Zuid kunnen rechtstreeks jeugdigen aanmelden bij het JPT. Ook via de sociale netwerken waar de politie deel van uitmaakt kunnen jeugdigen voor het JPT worden aangemeld. Waar nodig werkt het JPT samen met Bureau Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, Leerplicht en andere partners. In Giessenlanden gaat het om een klein aantal jeugdigen dat bij het JPT in begeleiding is. In 2012 ging het om drie jeugdigen. Dit is beduidend lager dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid.
Tabel 23. Jeugdigen in JPT, 2012 aantal aandeel (%)
Giessenlanden
AV
3
65
ZHZ 405
0,09
0,21
0,39
Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Tympaan Instituut
Figuur 7. Ontwikkeling aantal jeugdigen in JPT (index, 2008=100) 250 200 150 100 50 0 2008
2009 Index Giessenlanden
2010 Index Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden
2011
2012
Index Zuid-Holland Zuid
Bron: Tympaan Instituut
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
4. Conclusie
De groene druk in Giessenlanden is relatief hoog. Voor de toekomst wordt een sterke daling van het aantal jeugdigen verwacht. De meeste risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen, zowel kind-gerelateerd als ouder-gerelateerd, zijn in Giessenlanden lager dan in Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden en de regio Zuid-Holland Zuid. Het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van begrotingsgefinancierde jeugdhulp en tweede lijnszorg via de Zorgverzekeringswet is dan ook lager in de gemeente. Van eerste lijnszorg wordt verhoudingsgewijs juist meer gebruik gemaakt. In Giessenlanden zal het jeugdteam integreren in het Sociaal Team zodat vraagstukken breed opgepakt kunnen worden. Het is belangrijk om bij de samenstelling van het team rekening te houden met het eigen karakter van de gemeente. De gemeente werkt bijvoorbeeld met ‘kerngericht werken’. Het is van belang dat het Sociaal Team hierop bedacht is en mee kan werken. Het maken van ruimte voor oplossingen vanuit inwoners zelf is hierbij belangrijk. Ten slotte zal de praktijk vanaf 1 januari 2015 moeten uitwijzen wat goed gaat en op welke punten extra inzet (en expertise in het team) nodig is. Daarbij is het van groot belang de doelgroep, de jeugdigen en hun gezinnen, goed in het oog te houden en te luisteren naar hun specifieke wensen en behoeften. Binnenkort zal de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid met iedere gemeente afzonderlijk in gesprek gaan voor specifieke wensen ten aanzien van de teams, om zo tot een zorgvuldige lokale inbedding te komen. Aansluitend start Stichting Jeugdteams met de werving en selectie van de professionals voor alle jeugdteams in Zuid-Holland Zuid.
Gebiedsanalyse Jeugd
Colofon Opdrachtgever Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid Projectleiding R. Rutten, JSO Auteurs drs. M.C.A. Bakx drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden drs. D.M. Verkade Redactie J. Weski Vormgeving en opmaak Impuls Publiciteit B.V. Sliedrecht
augustus 2014
De kleur en werkwijze van Giessenlanden
2 Onderzoekcentrum Drechtsteden
Serviceorganisatie Jeugd ZHZ
Postbus 619 3300 AP Dordrecht Telefoon (078) 770 39 05
[email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
[email protected] www.jeugdzhz.nl