- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -oo\J\:1
I
111::.\..ltl
I MUM
NEDERLANDSE POLITtEKE
iI
Jaarverslag Informatie CDA/EVP '90/'91 1989 .
1989 was het jaar van de Europese en Tweede Kamerverkiezingen . Jean Fenders ( r) voerde de Europese CDA-lijst aan terwijl premier Lubbers uoor de tweede aallijsttrekker was bij de Tweede Kamerverkiezingen . Naast Fenders zitten CDA-voorzitter Van Velzen, diens echtgenote en erevoorzitter Steen kamp .
1. Dagelijks Bestuur en Partijbestuur
In het teken van de verkiezingen Het jaar 1989 stond geheel in het teken van de verkiezingen. Het eer· ste half jaar werd beheerst door de aanloop naar de Europese Verkie· zingen van 15 juni 1989. Met de val van het tweede kabinet Lubbers, be· gin mei 1989, stond het tweede half jaar vooral in het teken van de ver· kiezingen voor 6 september 1989 en daamà van de kabinetsformatie. Daarnaast wees de publicatie van het model-gemeenteprogram op de naderende Raadsverkiezingen van 1990. En de insteUing van een com· missie provinciaal model-program op de Statenverkiezingen van 1991. Al met al was het een top-jaar voor de bestuurlijke organen van de par· tij. Het Dagelijks Bestuur kwam 21 keer bijeen. Het Partijbestuur verga· derde liefst 12 keer. Daaronder wa· ren uiteraard enkele extra-vergade· ringen die geheel gewijd waren aan de politieke situatie: de val van het tweede kabinet Lubbers, en de be· spreking van verkiezingsuitslag en voortgang van de kabinetsformatie.
Tot de belangrijkste taken van het Partij· bestuur kan men, kijkend naar de statuten, rekenen: - de voorbereiding en organisatie van de verkiezing voor de leden van Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement; - het opstellen van ontwerp(model)programma's ten behoeve van verkiezingen van vertegenwoordigende lichamen; - de zorg voor het beheer van geldmiddelen en eigendommen van het CDA. Daarmee zijn nog niet alle taken en bevoegdheden opgesomd die het Partijbestuur krachtens artikel 71 van de partijstatuten toekomen. Samenvattend gaat het om: · Het leiding geven aan alle politieke en organisatorische activiteiten van en binnen het CDA. Krachtens artikel 73 van de partijstatuten heeft het Dagelijks Bestuur vooral tot taak: - de dagelijkse leiding van alle politieke en organisatorische activiteiten van en binnen het CDA; - de voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het Partijbestuur; -het nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen, waarbij het Dagelijks Bestuur namens het Partijbestuur optreedt; JAARVERSLAG CDA 1989
- en het bijeenroepen van het Congres en de Partijraad, hetzij schriftelijk, hetzij door oproep door middel van een partij-orgaan.
Politieke discussie In 1989 werd opnieuw veel aandacht aan de politieke discussie gewijd. Een document over milieubeleid werd voorbereid met het oog op de Partijraad van 27 mei te Hilversum. Het Partijbestuur wijdde een tweetal zittingen aan de bespreking van het concept-rapport 'Bestuurlijke Vernieuwing', dat is opgesteld door een commissie onder leiding van het DB-lid Woertman. Verder besprak het PB een -door een commissie onder leiding van het bestuurslid dr. J. van Laarhoven- opgesteld pré-advies over het rapport van het Wetenschappelijk Instituut "Zinvol leven". Voorbereidingen werden getroffen voor een partij-politieke discussie (PPD) over het thema "criminaliteit" in 1990. Een model-gemeenteprogram werd opgesteld door een commissie onder leiding van burgemeester Blanken van Ede. Een commissie onder leiding van de Brabantse gedeputeerde drs. J. de Geus moet een model-program gaan opstellen ten behoeve van de Statenverkiezingen van 1991. Politieke discussie-thema's waren er ook op de deelraden van de Partijraad van Hilversum (mei) en Amsterdam (december). Het nieuwe verkiezingsprogramma "Verantwoord Voortbouwen" dat onder leiding van drs. Jos Werner werd opgesteld verdient hier uiteraard vermelding. Door de val van het tweede kabinet-Lubbers moest de commissie haar werkzaamheden versnellen. Het programma werd op een tweedaagse Partij-
Verkiezingen De voorbereiding van de Europese- en Tweede Kamer verkiezingen vroeg veel tijd en energie van het Partijbestuur. Dat betrof zowel de technisch-organisatorische voorbereidingen als de meer inhoudelijke activiteiten. In maart kwam te Apeldoorn het CDACongres bijeen, dat tevens als start diende van de Euro-campagne. Het "huishoudelijke deel" van dit Congres besloot het Congres, afwijkend van het voorstel van de Partijraad, niet op te heffen. Vrijwel alle andere voorstellen uit de operatie-aanpassing van de statuten (de zogeheten "stofkam-operatie") werden wel aanvaard.
Noodprocedure De kandidaatstellingsprocedure moest in record-tempo worden afgewikkeld door de voortijdige val van het kabinet. Het Partijbestuur besloot op 30 mei met een noodprocedure te werken waarin alle dagen tot aan de verkiezingen van 6 september 1989 hard nodig waren om aan de eisen van de kandidaatstelling en campagnevoering te voldoen. Een commissie onder leiding van vice-voorzitter mevrouw Van Mantfrans kweet zich gedegen van de taak om tot een advieslijst voor de kandidaatstelling te komen. Op 26 juni vergaderde het Partijbestuur in versterkte samenstelling over de advieslijst voor de gemeentelijke afdelingen, die daarover begin juli zouden kunnen stemmen. Op de Partijraad in Bussum werd de uitslag van de stemming bekend gemaakt en werd premier Lubbers opnieuw als lijsttrekker aangewezen. In paragraaf 4 staat de volledige kandidatenlijst afgedrukt. Van de kandidaten Bolsius, Laning-Boersema en Hermes besloot een commissie onder leiding van de heer Boukema voor te stellen het gravamen op een onderdeel van het nieuwe verkiezingsprogramma te erkennen. Het Partijbestuur stemde hier mee in.
Evaluatie
Overleg tussen twee promin~nte leden van het Dagelijks Bestuur: partijvoorzitter Van Velzen en fractievoórzitter De Vries.
Van zowel de Europese verkiezingen als de Tweede Kamerverkiezingen werd een uitvoerig evaluatie-rapport opgesteld dat in het najaar uitvoerig aan de orde kwam. Het verloop van de kandidaatstellingsprocedure bij de Tweede Kamerverkiezingen kreeg daarbij extra aandacht. De politieke rondblik is op elke bestuursvergadering een vast onderdeel. Fractievoorzitter Brinkman nam dit
36
van Van Montfrans, De Vries, Lubbers en Van Velzen.
Het partijbestuur in vergadering bijeen.
onderdeel van zijn voorganger dr. B. de Vries over sinds deze in november als minister van Sociale Zaken naar het derde kabinet Lubbers is 'verhuisd'. Ook de heren Kaland en Penders, respectievelijk voorzitter van de Eerste Kamer fractie en CDA-delegatie in het Europees Parlement, werken soms aan deze rondblik mee, indien de vragen de opstelling van hun fracties betreffen. Tenslotte vermelden wij hier nog enkele saillante punten. In maart besloot het PB tot de oprichting van een "Stichting voor Internationale Samenwerking". In januari werd hesloten een uitgever aan te stellen voor de bladen CD/Actueel en de CDA-krant. De heer mr. L. Jongsma werd benoemd als uitgever. In november besprak het PB het beleidsplan "Positieve Aktie"; een plan dat beoogt om tot een evenwichtiger verhouding te komen in het bestuurlijke aandeel van mannen en vrouwen in de partij. Besloten werd een nieuwe begeleidingscommissie in te stellen die deze taak ter hand gaat nemen. Het Dagelijks Bestuurslid, mevrouw de GoeijSmulders zal ook de nieuwe commissie gaan voorzitten. Minister-president Lubbers woonde enkele bestuursvergaderingen bij in verband met de kabinetscrisis en formatie
Dagelijks Bestuur De DB-vergaderingen stonden uiteraard onder meer in het teken van de voorbereiding van de Partijbestuursbijemkomsten. Periodiek kwamen er personeelsaangelegenheden in het DB aan de orde. Dat gold onder meer de vaststelling van een CAO in januari 1989. Verder noemen wij op dit terrein het vaststellen van een studiefaciliteiten-regeling en een sollicitatiecode. Ook kwam een stappenplan voor de eventuele verhuizing aan de orde. Verder werd een pensioen-reglement voor het personeel vastgesteld. Drs. Theo Kralt werd als nieuwe Secretaris BuiJAARVERSLAG CDA 1989
tenland ter benoeming aan het PB voorgedragen. Einde 1989 besloot het DB aan het Partijbestuur het plan tot de viering van het tienjarig jubileum voor te leggen. De politieke actualiteit was verder een vast onderdeel van de DB-agenda. In het voorjaar werd uitvoerig aandacht besteed aan de voorbereiding van een conferentie met de Raad van Kerken over onder meer de "nieuwe armoede" en "de verantwoordelijke samenleving". Van deze ontmoeting is een verslag gemaakt dat inmiddels in boek-vorm is verschenen.
Samenstelling Het DB en PB zijn per 1 januari 1990 als volgt samengesteld: Dagelijks Bestuur: mr. R. H. van de Beeten, Arnhem; mw. M.E.B. de Goeij-Smulders, Bleiswijk; ir. D.H.A. van Hemmen, Emmeloord; mw. mr. P.C. Lodders-Eifferich, Mook; mw. G.W. van Montfrans-Hartman, Katwijk; drs. W.G. van Velzen, Waalwijk (voorzitter); J. Verbree, Capelle ald !Jssel; mw. drs. C.M. Wortmann-Kool, Zeist; mw. A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven, Vlaardingen; drs. C. Bremmer, Voorschoten (secretaris); mr. drs. L.C. Brinkman, Leiden; prof. mr. H. Franken, Rotterdam; A.J. Kaland, Zoutelande; A. Koppejan, Amsterdam; drs. C. J. Klop (wnd. directeur W.I.), Hoofddorp; drs. J. J. M. Penders, Leidschendam; drs. W. K. N. Schmelzer, Wassenaar; G. J. M. Woertman, Hengelo. Partijbestuur: Vrijgekozen leden: mr. RH. van de Beeten, Arnhem; drs. W.S.,J.M. Buck, Den Haag; T. Demirhan, Nieuwegein; mw. J.C.M. Demmers-Vriens, Wijchen; dr. J.W.A. van Dijk, Sassenheim; mw. M.E.B. de Goeij-Smulders, Bleiswijk; dr. J.W. Hekkelman, Leiderdorp; drs. M. Kastelein, Gouda; mw. M.J.Th.N.J. Koopman-Goumans, Hoorn; mw. P.C. Lodders-
Elfferich, Mook; mw. drs. J.M.J. LuitenMonchen, Eersel; mw. G.W. van Montfrans-Hartman, Katwijk; mw. drs. J.J.T. Omta, Den Haag; drs. J.B.V.N. Pleumeekers, Simpelveld; mw. J.C.J. Poort-van Dommelen, Hengelo; drs. W.G. van Velzen, Waalwijk (voorzitter); J. Verbree, Capelle a/ d !Jssel; mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos, Houten; mw. drs. C.M. Wortmann-Kool; Vertegenwoordigers namens de kamerkringen: A.W.P. vd Berg, Heino; H.G. van Beek, Zwolle; B. Bilker, Leeuwarden; drs. J. Buitink, Heerde; G.H.M. Driessen, Horst; drs. H.K. van Egmond, Wassenaar; drs. H.C.J. van Etten, Westmaas; mr. J. de Goede, Drachten; J.J.M. Helgers, Utrecht; ir. D.H.A. van Hemmen, Emmeloord; K. Jonker, Dwingeloo; mr. K. de Kam, Koudekerke; mr. L.J. Klaassen, Midwolda; dr. J.P.R.M. van Laarhoven, Nijmegen; A.F. Magielsen, Voerendaal; mw. M.L. de Pater-van der Meer, Zutphen; C. Plokhooij, Bussum; P. Schriek, Oosterhout; mw. M.H.B. Snelling Berg-Driessen, Naaldwijk; A.F. Steenmeyer, Alkmaar; T.P. van der Stoep, Pijnacker; W.J. Stolte, Den Haag; mr. LA. Struik, Rotterdam; A.J. van der Velde, Hengelo; H.G.M. van der Vondervoort, Veldhoven; J.A.M. Vos, Roosendaal; drs. E. Wermuth, Amsterdam; K.H. Wiegertjes, Mijdrecht; Vertegenwoordigers namens bijzondere organisaties: mw. A.M.A. van Ardenoe-van der Hoeven, Vlaardingen; W.j. Bos, Groningen; A. Koppejan, Amsterdam; mw. drs. J.I.C.G. Prick, Den Haag; Adviserende leden drs. C. Bremmer, Voorschoten; mr. drs. L.C. Brinkman, Leiden; prof. mr. H. Franken, Rotterdam; A.J. Kaland, Zoutelande; drs .. C. J. Klop (wnd. directeur W.I.), Hoofddorp; drs. J. de Koning, Voorschoten; mr. B. M. J. Pauw, Den Haag; drs. J. J. M. Penders, Leidschendam; drs. W. K. N. Schmelzer, Wassenaar; G. J. M. Woertman, Hengelo;
37
2. Het Kern Dagelijks Bestuur
Klankbordfunctie ten opzichte van partijvoorzitter Het Kern Dagelijks Bestuur vervult een klankbordfunctie ten behoeve van de partijvoorzitter. Deze klank· bordfunctie wordt vervuld door de 2 vice-voorzitters, de penningmeester en partijsecretaris die samen met de partijvoorzitter het zogeheten Kern-DB vormen.
Dit vergadert als regel één keer per week,
ofschoon het nogal eens voorkomt dat door de drukbezette agenda's van de betrokken Kern Dagelijks Bestuursleden dit ritme niet altijd gehaald kan worden. De taken van het Kern-DB bestaan vooral uit: - het adviseren van de voorzitter bij zijn dagelijkse taakuitoefening (de klankbordfunctie);
- het voorbereiden van vergaderingen van het Dagelijks Bestuur. Door toezending van een doorlopende actielijst in de vorm van een voortgangsrapportage van de werkzaamheden van het Kern-DB, alsmede het mededelingenblad van de partijsecretaris, wordt het Dagelijks Bestuur periodiek geïnformeerd.
3. Partijraad en Congres
Druk jaar vanwege verkiezingen Door de Euroverkiezingen en de vervroegde Kamerverkiezingen werd het ook wat congres en partijraden betreft een "vol" en druk jaar.
Op 18 maart vond te Apeldoorn het CDAcongres plaats, waar het EVP-program en de kandidatenlijst werden bekrachtigd en waar Jean Penders tot lijsttrekker werd gekozen. Dit congres werd vooral een feestelijke "familiedag" die de start was van de Eurocampagne. De Kamerkringcampagneteams hadden kraampjes ingericht rond de Europese lidstaten en er was een kindercreche. Bijna 2000 CDA' ers woonden dit congres bij. In het huishoudelijk gedeelte werd een voorstel om het CDA-congres op te heffen opgeschort. De overige voorgestelde statutenwijzigingen, die reeds op de Partijraad van 12 november 1988 werden aanvaard, werden door het congres bekrachtigd.
's Middags spraken de Duitse staatsminister Stavenhagen en ook de heer Daillet van de Franse COS, tot ieders verbazing in het Nederlands. De Belgische premier Martens was op het laatste moment verhinderd een toespraak te houden. Hij zou dit later in de Euro-campagne meer dan goed maken met een tweetal spreekbeurten.
Voorjaars-partijraad te Hilversum Op 27 mei vond een reguliere Voorjaarspartijraad plaats, waar jaarverslag en begroting van '88 werden goedgekeurd. Verder werden een aantal wijzigingen in het kandidaatstellingreglement voor Tweede Kamer en Gemeenteraadsverkiezingen vastgesteld. Het politieke gedeelte stond in het teken van het milieu. De resultaten van de partijpolitie-
De Westduitse bondskanselier Kohl bracht een onverwachts bezoek aan de Voorjaarspartijraad. Na zijn toespraak overhandigde partijvoorzitter-Van Velzen hem een schilderij.
JAARVERSLAG CDA 1989
ke discussie werden vastgelegd in een resolutie. Daarnaast werd de gelegenheid geboden in een drietal deelraden te discussiëren over Europees milieubeleid, het modelgemeenteprogram en het thema bestuurlijke organisatie in de jaren '90. Naast de milieuresolutie werd een resolutie aanvaard waarin de ter-dood-veroordeling van een aantal zwarten in Upington, ZuidAfrika, werd veroordeeld. De partijraad werd 's middags opgeluisterd door een overwacht bezoek van de Duitse Bondskanselier Heirnut Kohl, die een inspirerende toespraak hield voor ruim 800 bezoekers.
Extra partijraad te Bussum Deze extra partijraad te Bussum werd nodig door de vervroegde Kamerverkiezingen. Het verkiezingsprogram en de kandidatenlijst moesten worden vastgesteld en er moest een lijsttrekker worden verkozen. De bespreking en vaststelling van het program "Verantwoord Voortbouwen" vond grotendeels plaats in vijf deelraden rond de vijf hoofdblokken van dit program. De amendementen die vrijdagmiddag en avond "overbleven", werden vervolgens plenair behandeld. Plenaire discussie vond vooral plaats met betrekking tot het onderwijs, de asielzoekers, milieumaatregelen en de media. De kandidatenlijst werd bij acclamatie vastgesteld, waarna de unanieme verkiezing van lijsttrekker Ruud Lubbers gepaard ging met het onthullen van de nieuwe verkiezingsleus "Verder met Lubbers".
Najaarspartijraad te Amsterdam Deze eerste partijraad na de kabinetsforma-
38
tie stond in het teken van discussie over het politieke beleid en van de komende Gemeenteraadsverkiezingen. In een zestal workshops werd gesproken over aspecten van gemeentelijk beleid, college-onderhandelingen en campagnevoering. Deze discussie was ingeleid !Jiet toespraken van de partijvoorzitter en van staatsecretaris Heerma, die de plenaire ochtendzitting afsloot met een bijdrage over het CDA-profiel in de gemeente.
's Middags werd vice-voorzitter Van de Beeten herverkozen en werd afscheid genomen van de scheidende bewindslieden en Kamerleden. Helaas was de nieuwe fractievoorzitter Brinkman verhinderd wegens ziekte zijn bijdrage te leveren. Ook werden een aantal resoluties aangenomen. In een resolutie over Midden- en Oost-Europa werden uitspraken gedaan over de hulp aan zusterpartijen in Polen,
Hongarije en Tsjechoslowakije. Hiervoor werd tevens een financiële actie gehouden. Ook nam de partijraad een resolutie aan over positieve aktie, waarin kamerkringen en afdelingen worden opgeroepen streefcijfers op te stellen voor de vertegenwoordiging van vrouwen in partijfuncties en op verkiesbare plaatsen op kandidatenlijsten. De tekst van deze resoluties treft u aan op pagina 78 en 79.
4. Kandidaatstelling
Kandidatenlijst Tweede Kamerverkiezingen vastgesteld In zijn vergadering van 16juni 1989 kwam het Partijbestuur tot de op· stelling van een eerste ontwerp-ad· vieslijst ten behoeve van de Tweede Kamerverkiezingen. Op 26 juni 1989 werd deze lijst op· nieuw besproken in een bijeenkomst van het versterkte Partijbe· stuur. Het versterkte Partijbestuur besloot navolgende advleslijst vast te stellen ten behoeve van een stem· mlng onder de gemeentelijke afde· lingen van het CDA. Gelet op de kabinetscrisis van 2 mei stelde het Partijbestuur een versnelde procedure vast met inkorting van de gebruikelijke termijnen. Zie hiervoor ook paragraaf 1. De advieslijst t.b.v. de Tweede Kamerverkiezingen op 6 september zag er als volgt uit: 1. R.F.M. Lubbers te Rotterdam 2. B. de Vries te Bergschenhoek 3. H. van den Broek te Wassenaar 4. W.J. Deetman te Gouda 5. G.J.M. Braks te Sint Michielsgestel 6. mw. Y.M.C.T. van Rooy te Den Haag 7. L.C. Brinkman te Leiden 8. P. Bukman te Voorschoten 9. H. Eversdijk te Rilland-Bath 10. P.R.H.M. van der Linden te Nuth 11. E. Heerma te Amsterdam 12. mw. F.J. Laning-Boersema te Den Helder 13. H.J.B. Ac.rts te Goirle 14. A.G.W.J. Lansink te Nijmegen 15. L. de Graaf te Naarden 16. G. Gerritse te Soest 17. F.L.A.J. Wolters te Venlo-Blerick 18. mw. M.H.J. Soutendijk-van Appeldoorn te Nuenen 19. B.M.J. Hennekam te Prinsenbeek 20. A.B.M. Frinking te Rijswijk 21. J. van Noord te Dwingelo 22. mw. A. Doelman-Pel te Hoogezand 23. VAM. van der Burg te Zeist 24. M.J.J. van Amelsvoort te Veldhoven 25. J. van Houweliogen te Putten JAARVERSLAG CDA 1989
26. B.J. Baron van Voorst tot Voorst te Den Haag 27. M. Seinerna te Middelburg 28. WA Mateman te Aalten 29. mw. M.HA Boers-Wijnberg te Tilburg 30. H.J. Schartman te Delden 31. M.B.M.J. van Vlijmen te Heemstede 32. A.J. Hermes te Heiloo 33. G. van Leijenhorst te Garderen 34. F. Borgman te Aalsmeer 35. G. de Jong te Voorburg 36. J.P. van Ierse! te Den Haag 37. mw. M.J.J. Roosen-van Pelt te Schaijk 38. F.J. van der Heijden te Rotterdam 39. J.F. de Leeuw te Krimpen ald IJsset 40. G. Koffeman te Oudewater 41. J.G. de Hoop Scheffer te Den Haag 42. G.H. Terpstra te Utrecht 43. J. Nijland te Wolvega 44. J.S.L. Gualthérie van Weezei te Den Haag 45. A.W. Paulis te Melick 46. J.G.H. Krajenbrink te Bleiswijk 47. W.G.J.M. van de Camp te Den Haag 48. A. H. Esselink te Dalfsen 49. mw. H. Tegelaar-Boonacker te Heetsurn 50. L.J.P.M. Frissen te Puth/Schinnen 51. P.J. Biesheuvel te Den Haag 52. J. Reitsma te Emmeloord 53. M. Smits te Den Haag 54. H. Koetje te Amsterdam 55. J.F. Huihers te Amsterdam 56. A.C.H.M. de Kok te Abcoude 57. mw. M.Y.J.H. Vriens-Auerbach te Rosmalen 58. Th.O. Vreugdenhil te Koudekerk a/d Rijn 59. mw. M. Janmaat-Abee te Nieuwe Pekela 60. K. Tuinstra te St. Annaparochie 61. mw. PAL. Mulder-van Dam te Emmen 62. mw. M.D.Th.M. de Jong te Delft 63. mw. A.Th.B. Bijleveld-Schouten te Enschede 64. J.S.J. Hillen te Hilversum 65. G.B.M. Leers te Goirle 66. J. Hagendoorn te Den Haag 67. J. de Graaf te Dronten
68. mw. C.Ch. Kerkhof-Mos te Roosendaal 69. D. Ramlal te Den Haag 70. mw. M.J.A. van der Hoeven te Maastricht 71. mw. A.J. Baas-Jansen te Nunspeet 72. J. WA van Dijk te Sassenheim 73. mw. M. van der Ploeg-Posthumus te Leeuwarden 74. W.M.M. van Fessem te Breda 75. mw. AAM. Willemse-van der Ploeg te Heiloo 76. mw. K. Eisses-Timmerman te Dwingeloo 77. A.P. van der Lee te Naaldwijk 78. J. Booij te Boskoop 79. FAM. Kerckhaert te Arnhem 80. mw. P.J.M.G. Blanksma-v.d. Heuvel te Eindhoven 81. A.R.A. van den Ham te Veenendaal 82. mw. E.G.E.M.Bloemen te Enschede 83. B.G. Westerink te Groningen 84. G. Chr. Voerman te Vorden 85. mw. H.G.M. Giezeman te Den Haag 86. T. Demirhan te Nieuwegein 87. L.J.J. van Nistelrooij te Nuland 88. mw. M.C.E. Eikenboom te Rotterdam 89. Ph.J. van Beeck Calkoen te Zwolle 90. P.M. Bruinooge te Middelburg 91. mw. A.J. Bakker-Osinga te Dordrecht 92. mw. J. Nuijt-Verschoor te Pijnacker 93. mw. M.E.B. de Goeij-Smulders te Bleiswijk 94. Y.R. Hoekstra te Katlijk (Fr.) 95. mw. H.J. van Kuijk-Blommestein te Weert 96. S. Rambocus te Utrecht 97. mw. M.L. de Pater-van der Meer te Zutphen 98. mw. N.A. van den Nieuwboer-Langenkamp te Hengelo (Ov.) 99. B. Bilker te Leeuwarden 100. R.C. Robbertsen te Renswoude Op de tweedaagse Partijraad te Bussum op 14 en 15 juli 1989 werd de uitslag van de stemming onder de gemeentelijke afdelingen over de advieslijst van het versterkte Partijbestuur bekend gemaakt. Op een aan39
tal punten vond er een wijziging plaats ten opzichte van de advieslijst. De einduitslag van de stemming onder de gemeentelijke afdelingen was als volgt: Landelijke totaallijst van CDA-kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen ("moederlijst") 1. R.F.M. Lubbers te Rotterdam 2. B. de Vries te Bergschenhoek 3. H. van den Broek te Wassenaar 4. G.J.M. Braks te Sint Michielsgestel 5. mw. Y.M.C.T. van Rooy te Den Haag 6. W.J. Deetman te Gouda 7. L.C. Brinkman te Leiden 8. P. Bukman te Voorschoten 9. H. Eversdijk te Rilland-Bath 10. E. Heermate Amsterdam 11. mw. F.J. Laning-Boersema te Den Helder 12. H.J.B. Aarts te Goirle 13. A.G. W.J. Lansink te Nijmegen 14. P.R.H.M. van der Linden te Nuth 15. F.L.A.J. Wolters te VenJo-Bieriek 16. G. Gerritse te Soest 17. mw. M.H.J. Soutendijk-van Appeldoorn te Nuenen 18. B.M.J. Hennekam te Prinsenbeek 19. A.B.M. Frinking te Rijswijk 20. mw. A. Doelman-Pel te Hoogezand 21. J. van Noord te Dwingelo 22. V.A.M. van der Burg te Zeist 23. M.J.J. van Amelsvoort te Veldhoven 24. J. van Houweliogen te Putten 25. B.J. Baron van Voorst tot Voorst te Den Haag 26. M. Seinerna te Middelburg 27. W.A. Mateman te Aalten 28. H.J. Schartman te Delden 29. mw. M.H.A. Boers-Wijnberg te Tilburg 30. M.B.M.J. van Vlijmen te Heemstede 31. A.J. Hermes te Heiloo 32. G. van Leijenhorst te Garderen 33. F. Borgman te Aalsmeer 34. G. de Jong te Voorburg 35. J.P. van Ierse) te Den Haag 36. mw. M.J.J. Roosen-van Pelt te Schaijk 37. F.J. van der Heijden te Rotterdam 38. J.F. de Leeuw te Kl'irnRen a/d !Jssel 39. J. Nijland te Wolvega 40. J.G. de Hoop Scheffer te Den .Haag 41. G. Koffeman te Oudewater 42. G.H. Terpstra te Utrecht 43. A.W. Paulis te Melick 44. J.S.L. Gualthérie van Weezei te Den Haag 45. AH. Esselink te Dalfsen 46. W.G.J.M. van de Camp te Den Haag 47. J.G.H. Krajenbrink te Bleiswijk 48. L.J.P.M. Frissen te Puth/Schinnen 49. J. Reitsma te Emmeloord 50. mw. H. Tegelaar-Boonacker te Heelsum 51. P.J. Biesheuvel te Den Haag 52. H. Koetje te Amsterdam 53. M. Smits te Den Haag 54. J.F. Huibers te Amsterdam 55. A.C.H.M. de Kok te Abcoude JAARVERSLAG CDA 1989
92. mw. N.A. van den Nieuwboer-Langen-
Premier Lubbers na zijn verkiezing tot lijsttrekker op de extra Partijraad.
56. K. Tuinstra te St. Annaparochie 57. mw. M. Janmaat-Abee te Nieuwe Pekela 58. mw. M.Y.J.H. Vriens-Auerbach te Rosmalen 59. mw. A.Th.B. Bijlevelcl-Schouten te Enschede 60. Th.O. VreugdenhiJ te Koudekerk a/d Rijn 61. mw. P.A.L. Mulder-van Dam te Emmen 62. mw. M.D.Th.M. de Jong te Delft 63. J.S.J. Hillen te Hilversum 64. G.B.M. Leers te Goirle 65. J. de Graaf te Dronten 66. mw. M.J.A. van der Hoeven te Maastricht 67. mw. M. van der Ploeg-Posthumus te Leeuwarden 68. J. Hagendoorn te Den Haag 69. mw. C.Ch. Kerkhof-Mos te Roosendaal 70. D. Ramlal te Den Haag 71. mw. A.J. Baas-Jansen te Nunspeet 72. mw. K. Eisses-Timmerman te Dwingeloo 73. A.P. van der Lee te Naaldwijk 74. J.W.A. van Dijk te Sassenheim 75. mw. AAM. Willemse-van der Ploeg te Heiloo 76. W.M.M. van Fessem te Breda 77. mw. E.G.E.M.Bloemen te Enschede 78. J. Booij te Boskoop 79. F.A.M. Kerckhaert te Arnhem 80. mw. P.J.M.G. Blanksma-v.d. Heuvel te Eindhoven 81. B.G. Westerink te Groningen 82. A.R.A. van den Ham te Veenendaal 83. Ph.J. van Beeck Calkoen te Zwolle 84. G.Chr. Voerman te Vorden 85. mw. H.G.M. Giezeman te Den Haag 86. T. Demirhan te Nieuwegein 87. L.J.J. van Nistelrooij te Nuland 88. mw. M.C.E. Eikenboom te Rotterdam 89. P.M. Bruinooge te Middelburg 90. mw. A.J. Bakker-Osinga te Dordrecht 91. Y.R. Hoekstra te Katlijk (Fr.)
kamp te Hengelo (Ov.) 93. mw. M.E.B. de Goeij-Smulders te Bleiswijk 94. mw. J. Nuijt-Verschoor te Pijnacker 95. mw. H.J. van Kuijk-Blommestein te Weert 96. B. Bilker te Leeuwarden 97. mw. M.L. de Pater-van der Meer te Zutphen 98. R.C. Robbertsen te Renswoude 99. mw. M.G.J. van der Sanden-Holthuizen te Geldrop 100. C.W.J. van Helvoirt te Diessen 101. E.L. Veerman teEastermar 102. B.J. van Bochave te Lelystad 103. J.Th.M. Hoedemaker te Tilburg 104. mw. M.Th.P. Hofman-Ruijters te Lemiers-Vaals 105. J.A. de Boe te Poortvliet 106. mw. G.M. Visser-Mous te Gorredijk 107. R.J. van der Zwaag te Geleen 108. H.J. Walch te Hilversum 109. J.J. Stavast te Hoogeveen 110. B.J.A. Hakvoort te Wieringermeer 111. J. van Rooijen te Terneuzen 112. A. Slob te Noordelcos 113. C.H.J.M. Lebens te Buchten 114. H. Bleker te Vlagtwedde 115. J. Heijkoop te Oud-Albias 116. J.J.A.G. van der Velden te Steyi/Tegelen 117. J. Vink te Bergambacht 118. J.G.H. Draijer te Hillegom 119. mw. H.G. van de Aker-van der Schoot te Boxtel 120. H.J. Mes te 's-Gravenzande 121. H.J. Morssink te Groningen 122. J. Vroegindeweij te Amersfoort 123. L.M.M. Bolsius te Rotterdam 124. mw. C.C.L.M. van NieuwenhuijzenBovée te Roosendaal 125. mw. J. de Jong-den Held te Wijchen 126. mw. F.P.A.M. van de Ven-van Lee te Erp 127. T.P. van der Stoep te Pijnacker 128. J.C.J. Smallenbroek te Amsterdam 129. H.C.J. van Etten te Westmaas 130. A.W.M. de Zwart te Breda 131. mw. H.M.L. Remijn-de Badts te Oostburg 132. H.E. Houwers te Eibergen 133. K. de Vries te Delft 134. mw. Y. Schram te Etten-Leur 135. V.H. Bruins Slot te Amsterdam 136. mw. M. Holst-Brink te Schoonhoven 137. C.H.M. Driessen te Horst 138. L.P.H. Hameleerste Echt 139. mw. C.H.G. Adams-Ruiten te Eli 140. J.P. de Savornin Lohman te Den Haag 141. mw. L. Nederhoed-Zijlstra te Zierikzee 142. LA. van Gelder te Rotterdam 143. G.P.J. Koopmans te Velden 144. B.J.M. Damen te Hellevoetsluis 145. G.C.A. de Mooij te Giesbeek 146. J.J.C.M. Niesten te Roermond
40
5. Partijsecretariaat
Grote werkdruk door verkiezingen De werkzaambeden van bet partijse· cretarlaat werden In 1989 groten· deels beheerst door drie verkiezln· gen. De voorbereidingen voor de verkiezingen van bet Europees P•r· leaaent op 15 juni 1989 en voor de Geaaeenteraadsverklezlngen op 21 aaaart 1990 waren voorzien. Maar de voorbereidingen voor de niet-ge· plande Tweede Kaaaer-verkiezlngen op 6 •epteaaber verel•ten veel flelli· bUltelt van de aaedewerken, zowel In de werksfeer (organisatorl•ch) al8 prlvi (verschuivingen van ge· plande zoaaervakantle•). In 1989 hebben zich diverse personele mutaties voorgedaan. Jacquelien Manrho heeft medio augustus haar functie van secretaresse Hoofd Organisatie verruild voor die van medewerkster van de Bestuurdersvereniging. Haar zuster Patricia heeft vanaf 1 september tot eind 1989 de functie van secretaresse Hoofd Organisatie waargenomen. Op 1 oktober is Johan Rol als interim Hoofd Organisatie in dienst getreden. José Miltenburg was tot 1 november medewerkster Organisatie en Voorlichting en werkt sindsdien als beleidsmedewerkster Bestuur. Met ingang van 1 april is Erica Versteeg, die daarvoor als uitzendkracht bij het Secretariaat werkte, in dienst getreden als receptioniste/telefoniste. Vanaf september heeft zij Rada Datadin opgevolgd als medewerkster bij de Ledenadministratie. Begin augustus respectievelijk eind september zijn Sandra
De medewerkers van partUsecr~tariaat hadden hun handen vol aan de voorbereiding van Europese en Tweede Kamerverkiezingen.
Hek en Willem Jelle Berg, als opvolgers van Peter Roelafs en Rob van der Zwaag, als consulenten voor het project ledenzorg aangesteld. Begin november is de heer A. Schoonhoven tijdelijk aangetrokken voor de financiële administratie. Vanaf half september was Harry Wels drie maanden voor 20 uur per week beleidsmedewerker ten behoeve van de Stichting voor Internationale Solidariteit. Daarna heeft hij zijn parttime-functie bij de Vrije Universiteit uitgebreid tot een volledig dienstverband.
Op 8 november vond de afscheidsbijeenkomst van de Secretaris Buitenland Dick Kolster plaats. Marga van Leeuwen heeft eind november als administratief medewerkster afscheid genomen. Stafmedewerkster Emancipatie Hillie van der Streek heeft eind 1989 afscheid genomen in verband met de afloop van het CDA-project Positieve Actie. Zij is vervolgens als promovendus in dienst getreden bij de Vakgroep Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Utrecht.
6. Partijvoorlichting
Zelfbewust in de media 1989 i• publicitair bet jaar van de aaedia-caaapagnes. Door een duide· lijk en zelfbewast optreden in de aae· dia is bet CDA er In geslaagd op· nieuw bij twee verkiezingen, de Eu· ropese en de nationale, een breed electoraat aan zich te binden. Juist de eerlijke presentatle die de partij gekozen beeft, aaet naaae rondo• de kabinetscri•is tassen CDA en WO, Is door de kiezer zeer gewaardeerd. Voorafgaand aan de Europese ver· kiezingen is vanaf januari bard ge· werkt aan bet uitdragen van de Euro· pese aspecten in de cbrlsten-deaao· cratle. Een andere activiteit die in JAARVERSLAG CDA 1989
1989 beeldbepalend is geweest was de ledenwerving. Voor bet eerst sind•Jaren is bet CDA er in geslaagd de dalende trend in bet ledenbestand een balt toe te roepen en weer een groei tot stand te brengen. De partijvoorlichting heeft als doel in brede zin het CDA herkenbaar en duidelijk te presenteren binnen en buiten de partij. De taken zijn onder te verdelen in publieksvoorlichting, persvoorlichting, interne begeleiding, advisering van het bestuur -in het bijzonder de voorzitter-, ondersteuning en toerusten van de voorlichting en publiciteit van andere partij-organen, kamerkringen en afdelingen, publicitaire activiteiten, verkie-
zingscampagnes, vormgeving, bepalen van de huisstijl en allerlei ad hoc-activiteiten.
Mediacampagnes: de Europese campagne In 1989 vond de Europese campagne plaats. De Europese verkiezingen krijgen helaas nog steeds de minste belangstelling in vergelijking met andere campagnes. Daarom is in nauwe samenwerking met de CDA-delegatie in de EVP-fractie een intensieve informatie-campagne voorafgaande aan de verkiezingscampagne georganiseerd. Deze is van start gegaan met de campagne-informatiedag voor het kader eind januari in de Jaar-
41
beurs in Utrecht. Door een goede organisatie en professionele opzet, maar met name ook door sterke inhoudelijke instructie, werd deze kaderdag als een zeer goede start van de Europese campagne ervaren. Tegelijkertijd werd in de CDA-Krant en in afzonderlijke CDA-informatiebulletins de aandacht gevestigd op de uiteenlopende belangrijke Europese onderwerpen. In het bijzonder een aantal Europese video-presentaties die tevens gebruikt zijn als televisie-uitzending en in de zendtijd van politieke partijen hebben een goede bijdrage geleverd in de Europese beeldvorming. Met name naar de afdelingen toe is veel ondersteuning gegeven, wederom vanuit de CDA-delegatie in de EVP-fractie en vanuit de partijvoorlichting. Door het toezenden van foto's, teksten en advertentieprints, maar evenzeer door de persoonlijke aanwezigheid van de verschillende Europese kandidaten in de kamerkringen en afdelingen. De goede resultaten voor het CDA als uitkomst van de Europese campagne zijn voor een deel ook te verklaren door de grondige informatiecampagne die onder de eigen achterban is gevoerd. De goede opkomst van die eigen achterban is hiervan een logisch gevolg. Toch blijkt met name in de harde campagnefase qua interesse bij het publiek de Europese dimensie nog steeds achter te blijven. Voor een deel is dit te verklaren uit het feit dat Europa ver van het eigen bed is. Aan de andere kant is het geringe politieke profiel van de Europese verkiezingen ook als duidelijke oorzaak aan te geven. Het is zaak om ook voor de komende jaren het publiek stelselmatig te informeren over Europa. Met name moet worden geprobeerd de Europese dimensie van onze toekomst in termen die dicht bij de mensen liggen, te vertalen. Binnen de Europese campagne ging de kabinetscrisis een belangrijke rol spelen. Vlak voor de harde campagnefase startte, viel het CDA-WO-kabinet over het punt van het milieu. Juist de Europese kant van deze problematiek leverde voor de campagne een goed extra item op. Hoewel de uitkomsten voor het CDA hierdoor zeker versterkt zijn, is de Europese campagne toch uiteraard in een wat meer nationale sfeer geraakt. In de mediacampagne is hierop ook een bewust accent gelegd.
ken. Met name de wijze waarop de Europese muurkranten vorm kregen. Nadere kanttekeningen vindt u hierover bij het onderdeel campagne van het jaarverslag. In elk geval is de innovatieve kant die het CDA in de campagnes heeft aangebracht bij de media in zekere mate opgevallen. Een belangrijk element in de nationale campagne, publicitair, was het wijzen op continuïteit en stabiliteit als fundament voor eventuele vernieuwingen. Dit fundament van de kabinetten Lubbers I en 11 moest worden vastgehouden. Juist ook vanwege een grotere onzekerheid over een toekomstige coalitie, is dit in de mediacampagne benadrukt. In concreto is vanuit de partijvoorlichting ondersteuning gegeven in het verzorgen van advertentie-prints, teksten voor plaatselijk verkiezingsmateriaal, de vormgeving van de verschillende folders en verkiezingskranten, de affiches en de muurkrant, foto's van de belangrijkste kandidaten, enzovoort. Zowel voor de Europese als voor de nationale campagne zijn er vanuit de partijvoorlichting, voor technische ondersteuning, regelmatige contacten met het reclamebureau geweest. Juist deze technische ondersteuning is een belangrijke aanvulling op de activiteiten die vanuit de campagneorganisatie kunnen worden ondernomen. Een bijzondere vermelding verdient de goede en intensieve samenwerking met de voorlichters van de Europese fractie en van de Tweede Kamer-fractie. In een campagne is het absoluut noodzakelijk om tot een goede afstemming en samenwerking te komen met de collega's van fracties, evenals met de
De nationale mediacampagne De publicitaire voorbereiding van de nationale campagne moest in een korte periode geschieden. Dit betekende dat ook voor het publicitaire deel op belangrijke fronten werd aangesloten bij de Europese campagne. Bijzondere vermelding verdienen de muurkranten die zowel voor de Europese als voor de nationale campagne gemaakt zijn. Deze hebben publicitair ook veel aandacht getrokJAARVERSLAG CDA 1989
De campagnes voor de verkiezingen waren mediacampagnes. Op de foto worden de lijsttrekkers voor de Tweede Kamerverkiezingen geïnterviewd door de VARA-televisiejournalist Paul Witteman.
persoonlijke woordvoerders van verschillende kandidaten. Dat garandeert in belangrijke mate het eensgezinde en duidelijke beeld wat via de publicitaire kanalen bij het publiek ontstaat. Tenslotte verdienen de publiciteitsmensen in kamerkringen en afdelingen een bijzondere vermelding. Het CDA slaagt er steeds beter in op alle niveaus enthousiaste en steeds meer deskundige personen in te zetten die aan de mediakant van verkiezingscampagnes concreet gestalte kunnen geven. De electorale betekenis van het werk van deze mensen moet niet onderschat worden. Een investering in de professionaliteit, bijvoorbeeld via de cursus PR van het scholingsinstituut, is een investering in een vergroting van het electoraat.
Pablieksvoorlichting Naast de tijd die besteed is aan de campagnevoering is ook de publieksvoorlichting niet verwaarloosd. Veel tijd is besteed aan telefonisch en schriftelijke informeren van het publiek. Een aantal onderwerpen hebben in 1989 in het bijzonder vragen opgeleverd. Uiteraard de vragen rondom de verkiezingscampagnes, zowel vanuit de kamerkring- en gemeentelijke campagneteams, maar ook van het brede publiek. In de Europese campagne gold dit met name ook voor de zorgen rondom de gevolgen van Europa 1992. Daarnaast kwamen rondom de kabinetscrisis adhesiebetuigingen voor de Minister-President binnen. Andere onderwerpen die leidden tot vragen zijn de gevolgen van het plan van de commissie Dekker met betrekking tot de ziektekosten, de gevolgen van de belastingherziening, en met name de zorgen die bij ouderen heersen ten aanzien van de nieuwe systematiek van de AOW. Ook de politie-demonstraties en gevolgen daarvan hebben tot veel vragen geleid. Daarnaast is de affaire rondom het boek van Rushdie reden geweest tot vrij veel telefoontjes en schriftelijke informatieverzoeken. Problemen van politiek-actuele aard konden veelal door de voorlichters, de medewerkers en het ombudsbureau van de CDA-Tweede Kamerfractie worden behandeld. De publieksvoorlichting is in 1989 nader gesystematiseerd. Dit is nog niet voltooid door de ingrijpende werkzaamheden voor de beide verkiezingscampagnes. Voor een aantal onderwerpen zijn inmiddels evenwichtige pakketten vervaardigd. Er wordt nog gewerkt aan een foldergewijze aanpak met regelmatige actualisering over verschillende onderwerpen. De Tweede Kamerfractie zal hierin ook een aandeel hebben. Tenslotte: dat publieksvoorlichting meer is dan feitelijke informatieverschaffing zal duidelijk zijn. Naast de vele schriftelijke verzoeken van scholieren, studenten en afdelingen zijn het vooral ook de telefonische contacten die een groot beslag leggen op het secreta-
42
Voordat hü geïnterviewd wordt door NOS-journalist Charles Huijskens, groet Euro-lijsttrekker Penders een bekende.
riaat, in het bijzonder op de afdeling Voorlichting. Het CDA als luisterende partij heeft hierin een belangrijke taak. Het geduld en de persoonlijke aandacht waarmee mensen hierbij te woord worden gestaan, verdient extra vermelding. In dit verband moet in het bijwr:de~ Nelly Marey worden genoemd, als eerst verantwoordelijke medewerkster voor de publieksvoorlichting.
Ledenwervingen ledenzorg De werkgroep ledenwerving en ledenzorg heeft in 1989 belangrijke voortgang geboekt. Er werd gewerkt met een tweetal professionele ledenwerf-consulenten. Deze hebben als taak gekregen kamerkringen en gemeentelijke afdelingen te benaderen en persoonlijk te begeleiden bij het opzetten van een ledenwerfcampagne. Deze begeleiding geschiedt volgens het succesmodel dat de afgelopen jaren is ontwikkeld. Deze behelst dat de persoonlijke benadering van CDA-geïnteresseerden de enige methode is die echt rendement oplevert. Inmiddels zijn daarvan in de praktijk een aantal duidelijke voorbeelden. Illustratief materiaal uit de praktijk, aandacht in de CDA-Krant en in CD/Actueel, het bezoeken en checken van afdelingen voorafgaande, tijdens en na campagnes hebben reeds vruchten afgeworpen. In 1989 is voor het eerst het ledental gestabiliseerd na een jarenlang dalende tendens. De instroom van nieuwe leden is groot geweest, groter dan in andere jaren waarin nationale verkiezingscampagnes gevoerd zijn. Daarnaast is de uitstroom van leden nog steeds een zeer zorgelijk fenomeen. Hoewel JAARVERSLAG CDA 1989
met name rondom de verkiezingen veel nieuwe leden zijn ingestroomd, blijkt de uitstroom deze toevloed nog steeds te compenseren. Dat hangt in belangrijke mate samen met de ledenzorg. Deze kan op alle niveaus verder worden geïntensiveerd. Met name op het afdelingsniveau liggen er ook veel mogelijkheden. De ledenwerfconsulenten hebben, in samenspraak met de werkgroep ledenwerving en ledenzorg, een apart hoofdstuk hierover aan de ledenwerfbrochure toegevoegd. Deze brochure is inmiddels voor alle afdelingen verkrijgbaar. Voorts is gewerkt aan voltooiing van een organisatieoverzicht. Van alle afdelingen en kamerkringen zijn actuele gegevens verwerkt over de toestroom van nieuwe leden, de uitstroom van leden en de organisatiegraad, afgezet tegen het laatst behaalde electorale resultaat. De contacten met afdelingen en kamerkringen zijn uitgebreid tot veertig. Van elk contact wordt verslag bijgehouden. Van deze veertig contacten hebben inmiddels tien geleid tot goede resultaten, dat is zo'n twintig tot veertig procent groei. Van vijftien afdelingen is zeker nog een goed resultaat te verwachten. Voorgenomen is met ingang van 1990 te werken aan het opbouwen van een ledenwerfconsulentennet dat zich op het kamerkringniveau organiseert. Ook in de sfeer van de dienstverlening aan nieuwe leden en recente opzeggers is in het kader
van het projekt intensief verder gewerkt. De ledenadministratie is doorgelicht op kwetsbare onderdelen. De termijn waarop nieuwe leden worden ingeboekt en bericht krijgen is in vrijwel alle gevallen gereduceerd tot veertien dagen. Ook de ledenpakketten zijn nader doorgelicht. Leden die dit jaar of vorig jaar hebben opgezegd zijn aangeschreven per brief of zij het lidmaatschap niet opnieuw willen overwegen. Ook zijn een aantal van hen telefonisch benaderd. Het resultaat hiervan is niet overweldigend en leidt voorlopig niet tot herhaling. Bij de ledenwerfcampagne is zowel het partijbestuur als de Landelijke Permanente Campagneraad intensief betrokken. De werkgroep ledenwerving en ledenzorg, onder voorzitterschap van O.B.-lid mevrouw De Goeij-Smulders, en waarin extern ook de heren Van Kooten en Klein Kranenburg zitting hebben, is een aantal keren bijeen geweest ter ondersteuning en bestuurlijke coördinatie van het projekt. Ledenwerfconsulenten waren Peter Roelofs en Rob van der Zwaag, later opgevolgd door Willem Jelle Berg en Sandra Hek.
Publicitaire ondersteuning Kamerkringen en afdelingen De publiciteitscoördinatoren van de kamerkringen zijn in 1989 geïntegreerd in de Lan-
Ledental per Kamerkring Kamerkring
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Arnhem Nijmegen Utrecht Amsterdam Den Helder Haarlem Leiden Den Haag Rotterdam Dordrecht Zeeland Tilburg Den Bosch Limburg Buitenland
Aantal leden peildatum '88 5.546 10.327 5.286 11.721 1.891 7.776 8.032 7.935 1.221 6.599 5.056 10.417 1.918 1.632 9.157 3.325 6.798 10.892 7.170 60
Aantal leden peildatum '89 5.425 10.156 5.276 11.564 1.810 7.802 8.027 8.523 1.252 6.471 4.927 9.799 1.943 1.591 9.053 3.299 6.760 10.938 7.207
per 1-1-'90 5.548 10.324 5.385 11.829 1.853 7.986 8.260 8.773 1.346 6.585 5.023 10.002 1.987 1.625 9.212 3.385 6.972 11.209 7.729
Totaal
122.759
121.823
125.033
Bij het ledenaantal per 1-1-1990 zijn ook de leden gerekend die tijdens de verkiezingscampagne '89 en de 10.000-/edenaktie zijn geworven.
43
delijke Permanente Campagneraad. De publiciteit is hier regelmatig aan de orde, in het kader van een permanente campagne. Uiteraard geldt dit in de eerste plaats de ondersteuning in campagnetijd. Dit betreft standaard-interviews, advertentieprints en het desgewenst ondersteunen van de kamerkringen met PH-adviezen of materiaal. Bijzondere aandacht heeft dit keer de publiciteit van het CDA in de grote steden gehad. In de kamerkringen en gemeentelijke afdelingen zijn er steeds meer mensen die zich uitsluitend met publiciteit bezighouden. Deze tendens verdient nadere voortzetting. Regelmatig worden door afdelingen en kamerkringen nieuwe huis-aan-huis- of afdelingsperiodieken opgericht. Op deze wijze de achterban informeren is een van de beste communicatiemiddelen, ook in het kader van de ledenzorg. Regelmatig worden aan de partijvoorlichting uitstekend vormgegeven bladen toegezonden. In het land zijn verschillende spreekbeurten gehouden bij afdelingen of gemeenteraadsfracties over het wat en hoe van publiciteit op plaatselijk afdelingsniveau. De P.R.-cursus van het scholingsinstituut mag zich nog steeds in een grote belangstelling verheugen. De weekenden over P.R. en publiciteit bij de kaderschool zijn succesvol geweest. Steeds beter slaagt het CDA erin door middel van P.R. en publiciteit aan de basis een partij in het hart van de samenleving te zijn.
Radio en televisie In 1989 zijn 22 radio-uitzendingen gemaakt. De produktie van deze uitzendingen werd gecoördineerd en veelal uitgevoerd door
Nelly Marey. De uitzendingen stonden voor een gedeelte, uiteraard, in het kader van de beide verkiezingscampagnes. Daarnaast is aan uiteenlopende onderwerpen aandacht besteed. Met name zijn ook de uitzendingen gericht op groepen binnen het CDA, zoals een uitzending over jongeren, over positieve aktie, en over het Intercultureel Beraad. De uitzendingen blijken als middel voor ledenwerving niet direct effectief te zijn. Steeds blijkt een vaste groep luisteraars de radio-uitzendingen te volgen, naar schatting tussen de 20.000 en 30.000. Hoewel dit niet overtrokken moet worden is het toch een redelijk aantal, dat de tijd en de moeite waard is. Ook blijkt er een vrij vaste respons te zijn waaruit op te maken valt dat een goede beeldvorming zeker niet wordt benadeeld. Er zijn in 1989, mede door de verkiezingscampagnes, negen televisie-uitzendingen geproduceerd, drie boven het normale aantal. Met name de uitzending tijdens de Tweede Kamerverkiezingen heeft veel aandacht getrokken. In de media is deze geprezen als de beste van alle politieke partijen. Door een duidelijk concept, een snelle opzet met veel beeldwisselingen en goede ondersteunende muziek, alsmede een centrale boodschap "Verder met Lubbers" werd met relatief bescheiden middelen een zeer professionele uitzending geproduceerd. Voor deze, en voor andere uitzendingen, past ook de dank aan de fractievoorlichting, en andere mensen die hieraan hun medewerking hebben verleend. Ook de Europese televisie-uitzendingen mochten zich verheugen in een goede aandacht. Het streven om de uitzendingen multifunctioneel te maken, dat wil zeggen ook bruikbaar voor andere gelegenhe-
Op een persconferentie lichtten o.a. fractievoorzitter De Vries, partijvoorzitter Van Velzen, partijvoorlichter Van Ark en programcommissie-voorzitter Wemer het CDA-verkiezingsprogramma toe.
JAARVERSLAG CDA 1989
den binnen het CDA, blijkt goed te werken. Voor manifestaties en bijeenkomsten, met name tijdens de campagne, blijkt bij de afdeling veel vraag naar audio-visueel materiaal te bestaan. Ook thematische uitzendingen over onderwerpen die gebruikt worden bij studiebijeenkomsten en conferenties, blijken goed te werken. Een goed voorbeeld hiervan is de uitzending over de grote steden, die aan het eind van het jaar werd geproduceerd. Dankzij het overleg met de politieke voorlichters, onder leiding van het CDA, is gedurende de verkiezingen ook op Nederland 1 en 2 gewerkt met korte verkiezingsspots. Deze kwamen naast de 5-minuten uitzendingen op Nederland lil. De groep wil zich nu sterk maken om in campagnetijd twee minutenspots op Nederland 1 en 2 te continueren. Daarnaast blijkt vijf minuten een beter concept te zijn voor partijspots, ook voor het derde net. Dit is aangekaart bij het Commissariaat voor de Media en het bestuur van NOS/NOB. Een bijeenkomst in de eerste helft van 1990 over politieke uitzendingen, georganiseerd door de Stichting Burgerschapskunde, toonde aan dat er bij politieke partijen op dit punt nog veel werk valt te verrichten. Door de vijf-minutenuitzending lijkt hier in ieder geval een beter uitgangspunt te zijn gecreëerd ten opzichte van de voormalige 10 minuten uitzending.
Media-optredens De partij-voorzitter heeft een aantal keren opgetreden rondom de Europese en Tweede Kamer-verkiezingen. Onder andere in enkele debatten met collega-partijvoorzitters, alsmede een aantal optredens rondom de kabinetscrisis. Met name naar aanleiding van een interview in Trouw is enige discussie in partij en media ontstaan rondom de vermeende "technocratie" in het CDA. Het is belangrijk dat het CDA in alle geledingen probeert dergelijke kritiek serieus te nemen en steeds naar buiten toe duidelijk uit te dragen wat het ideologische profiel voor de christen-democratie betekent. Het eind van het jaar gaf een grote belangstelling te zien voor de activiteiten van christen-democraten in Midden- en Oost-Europa. Bij verschillende gelegenheden is in schrijvende media en op radio en televisie, door verschillende CDA-vertegenwoordigers, waaronder de partijvoorzitter, uitgebreid ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot de christen-democratie in Midden- en Oost Europa en de rol die het CDA daarbij wil spelen. Uiteraard is er ook rond de verschillende partijraden een intensieve publiciteit geweest. Deze partijraden werden uiteraard door activiteiten rondom verkiezingen bepaald. De vaststelling van de verschillende programma's, de benoeming van de lijsttrekkers, de vaststelling van de kandidatenlij44
sten maakten hietvan onderdeel uit. Daarnaast vonden ook discussies plaats met betrekking tot de grote steden-problematiek. Met name de partijraad in Amsterdam heeft in de media de aandacht getrokken. Bijzondere vermelding verdient hierbij de uitspraak over de collegevorming van de partijvoorzitter. De partijpolitieke discussies over ontwikkelingssamenwerking en milieu hebben tijdens de partijraden centraal gestaan. Gesteld kan worden dat deze in de media enigszins onderbelicht zijn gebleven. Hieraan zijn mede de actuele ontwikkelingen rondom de kabinetscrisis debet. De Nederlandse media blijven nu eenmaal sterk gericht op het actuele politieke nieuws.
CDA-Krant en CD/Actueel Door de formulewijziging van CD/Actueel, zowel qua inhoud als qua vormgeving is er een sterker accent op de CDA-Krant komen te liggen, als informatiebron voor de CDA-leden. Vanuit de partijvoorlichting is deze ontwikkeling ook toegejuicht. Zaak is de informatie in de CDA-Krant nu zo goed en toegankelijk mogelijk te presenteren. De rol van de partijvoorlichting bij de totstandkoming van de CDA-Krant is hierdoor versterkt. De
7..
constructie waarbij een uitgever de taken van Ark (partijvoorlichter). Daarnaast vallen van de partij waarneemt, heeft voor werkwij- onder de afdeling ook twee ledenwerfconze en organisatie van zowel de totstandko- sulenten, mevrouw S. Hek en de heer N.J. ming van CD/Actueel als de CDA-krant ge- Berg. Per 1 januari 1990 is mevrouw Hek als volgen gehad. De overgang naar een andere part-time medewerkster tot de afdeling drukker heeft aanvankelijk geleid tot aan- voorlichting toegetreden. Zij vetvulde de vapassingsproblemen. Kopij dient tijdiger en cature die was ontstaan door het vertrek van volgens een vaste formule te worden aange- mevrouw drs. J. Miltenburg, die sinds 1 jaboden. Ook CD/Actueel, als apinierend par- nuari als medewerkster voor het partijbetijblad vindt bij lezers en pers veel waarde- stuur nog steeds voor het CDA werkzaam is. ring. Als gemis bij het kader is het ontbreken van partijnieuws en het Europese nieuws Gedurende de verkiezingscampagnes hebetvaren. In de toekomst wordt bezien hoe ' ben een aantal persoonlijke medewerkers uit deze zaken toch binnen de redactionele for- de Tweede Kamer activiteiten verricht voor mule tot hun recht kunnen komen. Bijzon- de afdeling voorlichting. Een bijzondere verdere vermelding verdient Marcel Meijer, die melding verdienen hierbij Frederique van als redactie-secretaris op een uitstralende Middelkoop en Jan de Vries, Celine Hasker wijze de overgang van de ene naar de ande- en Ria van der Linden. Naast de partijvoorre formule voor beide bladen heeft begeleid. lichting heeft ook de redactiesecretaris MarNiet onvermeld dienen ook andere redactio- cel Meijer, als eerder vermeld, een aantal nele activiteiten te blijven, die hij voor de activiteiten voor de afdeling voorlichting verpartij verricht, zoals bijvoorbeeld de ondank- richt, met name waar het eindredactioneel bare klus van de eindredaktie van dit jaarver- werk betreft. Hoewel de komst van mevrouw Milten burg, en later mevrouw Hek de slag. afdeling voorlichting zeker heeft versterkt, blijft het nog steeds gewenst een full-time Personeel medewerker aan te stellen, met name voor De samenstelling van de afdeling voorlich- zaken als documentatie, de ondersteuning ting was per 31 december 1988: mevrouw van de publieksvoorlichting en de verschilP. Marey-Bevaart (medewerker) en drs. R.J. lende redactionele activiteiten.
Redactieraad
Bladen nieuwe stijl succesvol 1989 was het eerste jaar waarin de CDA-Krant en CO/Actueel volgens de nieuwe stijl van start gingen. Oe redactieraad heeft zich gebogen over de wijze van invulling van deze nieuwe formule. In dat kader is re· gelmatig met de redactie gesproken. De redactieraad heeft daarbij zijn waardering uitgesproken voor de wijze waarop de redactie de over· gang heeft begeleid. Wel zijn vraag· tekens geplaatst bij de nieuwe opzet van de CDA-Krant. Het informatieve karakter, gecombineerd met lees· baarheid en toegankelijkheid, moet nog worden versterkt.
De taak van de redactieraad is erop toe te zien, dat de redactie van CD/Actueel en van de CDA-Krant handelt overeenkomstig de reglementen. De redactieraad vervult ten opzichte van de redactie een stimulerende, toezichthoudende en adviserende functie. In 1989 is de redactieraad vier keer bijeen geweest. Belangrijk hierbij was het begeleiden en becommentariëren van de nieuwe formules van de beide bladen. De redactieJAARVERSLAG CDA 1<J89
raad heeft met veel genoegen geconstateerd dat de eerder besproken formulewijziging op een goede manier tot stand is gekomen. Het nieuwe model waarbij een uitgever namens de partij de productie van de bladen voor zijn rekening neemt blijkt goed te werken. Gesproken is over nadere afstemming van verantwoordelijkheden van uitgever, redactieraad en redactie. De verschenen nummers van de CDA-Krant en CD/Actueel volgens de nieuwe stijl zijn door de redactieraad over het algemeen positief beoordeeld. Met name de teruggang naar het oude formaat is door de redactieraad toegejuicht. Wel zijn regelmatig opmerkingen gemaakt over de layout, de duidelijkheid van presentatie en de onderwaardering van fotografie. Door de overgang naar een nieuwe drukker is de werkwijze rondom de produktie van de krant strakker geworden. Dat legt een extra druk op het redactie-secretariaat en de medewerkers. Regelmatig heeft de redactieraad gewezen op de zware taak die er rust op de redactie, op dergelijke professionele wijze met een groep vrijwilligers steeds tot een goed produkt te komen. Helaas is de redactieraad ook nog steeds geconfronteerd met een conflict tussen de
Europese fractie enerzijds en de uitgever en de redactie anderzijds. Er is naar gestreefd een compromis te bereiken over de vormgeving van de Europese pagina. Helaas heeft deze door het conflict het hele jaar moeten ontbreken. Aan het eind van het jaar werd geconstateerd dat de Europese fractie met een eigen informatiebulletin is gekomen. Uitgesproken is dat deze ontwikkeling niet de meest gewenste is en dat het bulletin, zo mogelijk, zou moeten worden geïntegreerd in de CDA-Krant. De redactieraad heeft het betreurd dat aan het eind van het jaar de hoofdredacteur Ben Pauw, na een groot aantal jaren trouwe dienst, zijn functie moest neerleggen wegens drukke werkzaamheden. De redactieraad heeft veel waardering uitgesproken voor de wijze waarop de heer Pauw zich gedurende vijf jaren heeft ingezet voor het hoofdredacteurschap van de CDA-Krant en CD/Actueel. Bij de vervulling van de openstaande vacature wordt de redactieraad intensief betrokken. Per 31 december bestaat de Raad uit de volgende personen: Mevrouw G.M.P. Cornelissen, mevrouw mr. N. ten Hagen-Pot en de heren drs R.J. van Ark (secretaris), drs J. van de Assem, drs C. Bremmer, drs J.D. Gabor, drs H. Glimmerveen, mr S.J. Hartkamp, drs C. Klop, drs H. van Spanning, mr.dr A. Postma (voorzitter) en de heer D. van Vliet (wnd. hoofdredacteur). 45
8. Redactiecommissie
Nieuwe formule CD/Actueel Vanaf 4 •aart 1989 verscheen CD/ Actueel in een nieuwe for•ule. TIJ· dens een speciale perspresentatie werd het eerste exe•plaar van het vernieuwde blad aangeboden aan partijvoorzitter Van Velzen. Maar niet aUeen de for.ule van CD/Actu· eel werd veranderd; ook de uitgeversstrnctuur onderging een verandering. Het partijbestuur benoe•de begin 1989 •r. drs. Bert Jongs•• tot uitgever en •r. Ben Pauw tot hoofdredacteur van CD/Actueel en de CDA Krant. De nieuwe formule van CD/Actueel was een rechtstreeks gevolg van de aanbevelingen die een evaluatiecommissie, bestaande uit mediadeskundigen, in 1987 deed. De redactie bereidde in 1988 de formule inhoudelijk voor. Uitgangspunt bij het voorbereiden van de nieuwe formule was het vergroten van het onderscheid tussen CD/Actueel en de CDA Krant door het versterken van resp. het opiniërende karakter van CD/Actueel en het benadrukken van de CDA Krant als voorlichtingsinstrument. Tevens wilde de redactie de verkaveling in CD/Actueel die tot uitdrukking kwam in aparte rubrieken voor het CDJA, het Vrouwenberaad, de CDAdelegatie in het Europese Parlement en de Tweede Kamerfractie overwinnen. Dit laatste lukte echter niet: ook in het nieuwe CD/Actueel kregen de genoemde organen een eigen rubriek, zij het onder uiteindelijke, doch marginale toetsing door en onder verantwoordelijkheid van de redactie. Naast een aantal andere gehandhaafde vaste rubrieken zoals Zwart-wit, Van Schalsum, Aan de orde, de column van de partij- en fractievoorzitter, hoofdcommentaar en commentaren werden in het nieuwe CD/Actueel nieuwe rubrieken geïntroduceerd als Over de schutting (interviews met niet-partijgenoten), Cultuur en Randnieuws . .Daarmee poogde de redactie de lezers een breder oriëntatiekader te verschaffen. Het partijnieuws werd in zijn geheel overgeheveld naar de CDA Krant. De ontwerper Bert Arts ontwierp de nieuwe lay-out van het blad dat tweewekelijks in magazine-formaat met een full coloromslag en een betere kwaliteit papier zou gaan verschijnen. Voor de advertentie-acquisitie werd in 1989, voor wat CD/Actueel betreft, een nieuw advertentiebureau, buro B.D.M. in de arm genomen. De genoemde wijzigingen zouden eind 1989 in een zogeheten lezersonderzoek ter beoordeling aan de lezers van CD/Actueel worden voorgelegd. JAARVERSLAG CDA 1989
Hoofdredacteur Ben Pauw overhandigt partijvoorzitter Van Velzen het eerste exemplaar van het vernieuwde CD/Actueel. Links Elco Brinkman en Telegraafcommentator Lunshof.
CD/Actueel verseneen in 1989 tweeëntwintigmaal met in totaal504 pagina's. Het totaal aantal advertentiepagina's in dit jaar bedroeg 86. De wijziging van de formule plaatste de gedachtenwisseling over het ontwerp-redactiestatuut tussen redactie, redactieraad, uitgever en partijbestuur op een laag pitje.
Forumdiscussie Aan de perspresentatie van het eerste nummer van het vernieuwde CD/Actueel werd op 2 maart in perscentrum Nieuwspoort een forumdiscussie gekoppeld over het belang van een pluriforme partijpers. Aan de forumdiscussie namen deel CDA-voorzitter Van Velzen, WVC-minister Brinkman, oudredactievoorzitter Hartkamp, politiek commentator Lunshof van de Telegraaf en de Leidse hoogleraar in de politieke geschiedenis Cramer. Circa vijftig joumalisten en andere belangstellenden waren getuige van een levendige discussie. Tijdens deze perspresentatie suggereerde minister Brinkman dat partijbladen door de overheid gesubsidieerd zouden moeten worden. Deze suggestie trok volop aandacht in de pers en leidde zelfs tot Kamervragen van het GPVTweede Kamerlid Schutte.
CDAKrant De voorbereiding van het nieuwe CD/Actueel vergde veel tijd en inzet van de redactie. Daarnaast droeg de redactie echter ook zorg
voor de CDA Krant, het ledenblad van het CDA. Nog meer dan voorheen poogde de redactie het karakter van de CDA Krant als voorlichtingsinstrument bij uitstek tot zijn recht te laten komen. Als gevolg van de overheveling van al het partijnieuws en de grotere hoeveelheid ruimte voor de Tweede Kamerfractie, het CDJA en het Vrouwenberaad werd de indeling van de krant ingrijpend gewijzigd. Ondanks de grote hoeveelheid vaste rubrieken probeerde de redactie de CDA Krant zo leesbaar en aantrekkelijk mogelijk te maken. De CDA Krant verscheen in 1989 negen keer. De meeste uitgaven van de CDA Krant stonden in het teken van verkiezingen. Op 15 juni waren er immers verkiezingen voor het Europese Parlement en op 6 september vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Als gevolg van de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen verschenen er ook in juli en augustus uitgaven van de CDA Krant. De CDA Krant van 8 mei was gewijd aan de vijftigste verjaardag van CDA-premier Ruud Lubbers. De totale omvang van de CDA Krant bedroeg in 1989 144 pagina's (in 1988 112). Het aantal advertentiepagina's 25 (in 1988 29 112). Evenals in voorgaande jaren telde de CDA Krant in 1989 zeven verschillende regionale edities. Ook in 1989 zorgde Ton van de Houten voor de coördinatie en eindredactie van deze edities. Eind 1989 gaf hij te kennen na zeven jaar deze taken te willen
46
neerleggen. Begin 1990 werd in de opvolging voorzien. Tot september werd de CDA Krant gedrukt door de B.D. U., daarna door Salland Rotatiedrukkerij te Deventer.
Samenstelling redactie De samenstelling van de redactie onderging in 1989 een enkele wijziging. Reina van Ditzhuyzen moest vanwege drukke bezigheden haar redactielidmaatschap neerleggen. Zij werd vast medewerker. Vanwege de aanvaarding van een andere functie legde Jolly Kerkstra haar redactielidmaatschap namens
de Tweede Kamerfractie neer. Frits Wester volgde haar -tijdelijk- in deze functie op. Jolly Kerkstra bleef wellid van de redactie. Op het redactie-secretariaat werd eindredacteur/ redactie-secretaris Marcel Meijer vanwege langdurig ziekte-, zwangerschaps- en bevallingsverlof van secretaresse Andrea Vleeschouwer vanaf medio 1989 terzijde gestaan door achtereenvolgens Daisy Jonkers, Meta Kok en Yessica de Jong. Ook in 1989 kon de redactie rekenen op de steun van de vaste medewerkers: Alice Bakker-Osinga, Kees Beerthuizen, Carmen Boersma, Theo Brinkel, Reina van Ditzhuijzen, Klaasje Eisses-Timmerman, Ton Huijs-
soon, Karla Peijs, Frank de Klerk en Tjeu Korten. De medewerkers verrichten tal van redactionele werkzaamheden. De redactiecommissie was per 31 december 1989 als volgt samengesteld: mr. B. M. J. Pauw (hoofdredacteur), D. van Vliet (plv hoofdredacteur), D. Aanen, A. M. A. van Ardenne, H. Lokkerbol, E. J. Mathies, J. J. Schipper, W. Scholten en K. de Vries. Adviserende leden van de redactie waren: drs. R. J. van Ark (partijvoorlichter), drs. C. Bremmer (partijsecretaris) en F. Wester (fractievoorlichter).
9. Campagne
Twee succesvolle verkiezingscampagnes Terwijl de voorbereidingen voor de Eurocampagne voor de Europese verkiezingen op 15 juni 1989 in volle gang waren, maakte de val van het kabinet Lubbers 11 op 2 mei een tweede campagne in ditjaar noodzakelijk. De Eurocampagne werd gekenmerkt door een accent op voorlichting en enthousiasm~ring van het eigen kader. De voorbereiding hiervan werd in I 988 al gestart en heeft zeker vruchten afgeworpen. Zeer veel afdelingen hebben zich ingezet om ook deze, voor de kiezers minder aansprekende, verkiezingen voor het CDA tot een succes te maken.
Ook heeft verkiezingsonderzoek laten zien, dat het CDA, samen met de kleine christelijke partijen, het beste in staat is geweest zijn "eigen" achterban naar de stembus te trekken. Op 28 januari vond er een kader-instructiebijeenkomst plaats in Utrecht, waar ruim 700 campagnevoerders uit het hele land samenkwamen. Gerichte instructie, plenair en in workshops, stond centraal. Innovatie in de campagnevoering kreeg veel aandacht. Met de slogan "Laten we ons samen sterk maken voor Nederland in Europa" werd de campagneboodschap kort samengevat. Deze boodschap werd ingevuld door vijf thematische accenten te leggen, nl. op een
In de Euro-campagne werden op muurkranten vooraanstaande nationale politici en Euro-lijsttrekker Pender en nummer 2 Maij- Weggen afgebeeld.
JAARVERSLAG CDA 19H9
verantwoordelijk Europa, een sociaal Europa, een gezond en bloeiend Europa, een groen Europa en een veilig Europa. De uitwerking van deze thema's werd gedaan in een "nationale campagne met Europese dimensie". In deze opzet werden nationale politici ingezet naast de Eurokandidaten. De gedachte hierachter was, dat ook duidelijk moest worden dat de nationale CDA-politici, Kamerleden en regionale politici al volop bezig zijn met Europees beleid. Op die manier zou Europa dichter bij de kiezer kunnen worden gebracht. Het concept van de "gelede campagne" werd geïntroduceerd. De praktische uitwerking was onder meer, dat de portretten van de nationale politici, naast Euro-lijsttrekker Penders en nummer twee Maij-Weggen, ook op de muurkranten werden afgebeeld. Bij de regionale manifestaties werden de genoemde thema's ook gehanteerd. Op deze bijeenkomsten werden steeds drie personen geïnterviewd: een Euro-kandidaat, een nationaal politicus en een persoon uit een maatschappelijke organisatie, die met het thema bezig waren. Ook de Belgische premier Martens, CVP-voorzitter Van Rompuy en de Duitse bondskanselier Kohl werkten mee aan deze manifestaties, die veel belangstelling trokken. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Tindemans, sprak op de slotmanifestatie in Poeldijk De val van het kabinet Lubbers II op 2 mei 1989 bracht onvermijdelijk met zich mee, dat het accent zwaarder kwam te liggen op de nationale politiek. Een bijzondere activiteit was een agrarische manifestatie op 17 april in de Flevohof. Zo'n 1500 boeren waren daar aanwezig om met minister Braks en de Eurokandidaten van gedachten te wisselen.
47
Opzet en uitwerking van de Euro-campagne gebeurde in goede samenwerking met de LPC, die bestaat uit de campagneleiders van de Kamerkringcampagneteams. Via bijeenkomsten eens in de zes weken met deze LPC, werd contact gehouden met de uitvoerders van de campagne in het hele land. De campagne-organisatie was voor de Euroverkiezingen als volgt samengesteld: Campagneraad:
drs. C. Bremmer, drs. R.F.M. Lubbers, drs. J.J.M. Penders, drs. W.G. van Velzen, dr. B. de Vries. Campagnestaf:
drs. R.J. van Ark (partijvoorlichter), drs. C. Bremmer (campagneleider), T. Huijssoon (EVP-fractievoorlichting), mw. drs. M. Knol (campagnesecretaresse), drs. T. Koot, C. Lamers. Mw. P. Marey-Bevaart, drs. J.J.M. Penders {lijsttrekker), Mw. C.C. VerbaanKeus, F. Wester (fractievoorlichting).
De Tweede Kamerverkiezingen Tijdens de lopende campagne voor de Euro-verkiezingen moest op korte termijn een Kamercampagne op de rails worden gezet. Door de vakantieperiode werd de duur van de feitelijke 'harde' fase van de JAARVERSLAG CDA 1989
campagne flink bekort; deze vond plaats van 21 augustus tot 4 september. Het campagnedoel werd uitgedrukt in de slogan "Verder met Lubbers". Twee elementen werden daarbij naar voren gebracht: de presentatie van het succesvolle sociaaleconomische herstelbeleid van twee kabinetten Lubbers én de noodzaak nieuwe thema's te gaan aanvatten, zoals het milieubeleid en verdeling van de welvaart. Dit laatste werd "de agenda van de toekomst" genoemd. In korte tijd werd veel werk verzet, onder meer door een goede samenwerking met het secretariaat van de CDA Tweede Kamerfractie. Campagneleider Bremmer en de ambtelijk secretaris van de Tweede Kamerfractie, mw. Reuchlin, zorgden voor onderlinge afstemming van activiteiten. Het optreden van de lijsttrekker werd beperkt tot een zestal regionale manifestaties en deelname aan twee - televisiedebatten. Er moest immers ook tijd blijven "om te regeren", zoals de voorbereiding van de begroting 1990. De overige kandidaten waren in 4 teams van ongeveer 15 kandidaten dagelijks op werkbezoek; zij ontmoetten de kiezer in het land. Ook bij deze campagne werd weer gebruik gemaakt van de muurkrant, een artikel dat
snel is ingeburgerd bij de plaatselijke campagneteams. Ook werd de decentrale aanpak verder uitgewerkt door onder meer subsidies voor advertenties in lokale bladen en voor activiteiten in de 40 grootste gemeenten. De verkiezingsuitslag was zeer positief: het CDA won bijna 1%, bleef de grootste partij en behield de zetelwinst van '86. Ook elders in het Jaarverslag leest u veel over de campagnevoering. De campagne-organisatie was voor de Kamerverkiezingen als volgt samengesteld: Campagneraad:
drs. C. Bremmer, drs. R.F.M. Lubbers, drs. W.G. van Velzen, dr. B. de Vries. Campagnestaf:
drs. R.J. van Ark (partijvoorlichter), drs. C. Bremmer (campagneleider), drs. H. van Etten, mw. D. Graafland (verslaglegging), drs. C.J. Klop (namens het WI), mw. drs. M. Knol (campagnesecretaresse), C. Lamers, mw. P. Marey-Bevaart, mw. A. Reuchlin, mw.C.C. Verbaan-Keus, F. Wester (fractievoorlichting). Ten slotte: Van beide campagnes is een uitvoerige evaluatie gemaakt in samenspraak met de LPC, die in het partijbestuur na grondige bespreking zijn vastgesteld. 48
10. Steenkampinstituut, Scholingsinstituut van het CDA
Kader· en Vormingswerk en Kaderschool samengevoegd Het Scholingainstituut van bet CDA ia ontstaan door bet samenvoegen van bet Kader· en vormingswerk en de Kaderschool. Dra. J. de Koning werd als eerste voorzitter van bet Instituut door de partijraad op 16 december 1989 tot voorzitter be· noemd. Op 26 septamber 1989 beeft bet partijbeatuur de leden van bet curatorlam van bet Scbollngsln· stltuat benoemd. Op 3 februari 1990 kreeg bet lnsti· tuut de naam: Steenkampinstltuat. Het Steenkampinstituut is belast met de leiding, ontwikkeling, uitvoering en coördinatie van alle activiteiten op het gebied van scholing, vorming en training. Het instituut werkt daartoe samen met gelieerde organisaties en de kamerkringen/provinciale organisaties. Een greep uit de activiteiten van het Steenkampinstituut geeft een breed scala van scholing en cursuswerk - cursussen voor nieuwe leden, - praatstukken, - kadercursussen, - cursussen voor raads- en statenleden, - mediatrainingen, - politiek managementtrainingen voor kamerkringen/provinciale afdelingsbesturen, - deskundigheidsbevordering van docenten en inleiders, - nascholing van Kaderschoolcursisten, - de éénjarige Kaderschoolleergang. Daarnaast nog het gevarieerde aanbod scholingsactiviteiten dat op initiatief van de kamerkring-scholingscommissies tot stand komt.
1. Stichting Kader· en vormingswerk CDA l.I.Bestuur De samenstelling van het bestuur van de stichting was in 1989 als volgt: Drs. W. Th. Thuis, voorzitter Drs. Th. van Rijmenam, penningmeester Drs. C. W.J. van Helvoirt, secretaris D. Boersma-Barenbrug, T. Bot-van Gijzen, dr. J.Chr. van Dalen, mr. J. Fijen, C.A.H. van den Hout, A. v.d. Velde, M. van Welie, drs. C. Bremmer (namens partijbestuur), drs. C.J. Klop (namens Wetenschappelijk Instituut voor het CDA), H. Ubaghs-Huisman (namens Bestuurdersvereniging). J. Punt-van Osnabrugge (namens CDA-Vrouwenberaad, H. v.d. Bom (namens CDJA). Door de totstandkoming van het SteenkamJAARVERSLAG CDA 1989
1.2.3 Verkiezingen Tweede Ka· mer der Staten-Generaal Het campagne-handboek voor deze verkiezingen is een produkt van de stichting.
1.2.4 Gemeenteraadsverkiezin· gen 1990 Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in 1990 gaven medewerkers van de stichting permanent advies en informatie aan de afdelingen; vele vragen en problemen ten aanzien van de kandidaatstellingsprocedure zijn behandeld. Het campagnehandboek voor deze verkiezingen is wederom een produkt van de stichting.
1.2.5 Nieuwe publicaties
* Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
De nieuwe voorzitter van het Steenkamp-instituut, Jan de Koning.
* Gemeentefinanciën * Vaardigheden * Politiek vanuit christelijke inspiratie
pinstituut leggen een aantal bestuursleden hun functie neer. We nemen afscheid van: Drs. Th. van Rijmenam, mr. J. Fijen, A. v.d. Velde, M. van Welie, drs. C.J. Klop, H. Ubaghs-Huisman, J. Punt-van Osnabrugge en H. v.d. Bom.
Deze uitgave is een co-produktie van het Steenkampstituut en het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. * Rollenspel "Sint Maartenskerke" ten behoeve van de aspirant-raadsledencursus.
1.2. Bijzondere projecten
Onder verantwoordelijkheid van het KAVO-bestuur is een commissie werkzaam, die praatstukken uitgeeft. De commissie bestaat uit mr. J. Fijen (voorzitter) T. Bot-van Gijzen, D. Mul-ter Schiphorst (namens Vrouwenberaad), mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck(namens Wetenschappelijk Instituut voor het CDA), H. Kats (namens CDJA), drs. C. Bremmer, als adviseur. Praatstukken geven informatie over min of meer politiek actuele thema's. Door middel van discussievragen wordt de mogelijkheid geboden samen over het onderwerp te discussiëren. In 1989 verschenen de volgende praatstukken: Praatstuk 26: Milieu Praatstuk 27: Europa Praatstuk 28: Nieuwe armoede Praatstuk 29: Kerk en Staat Praatstuk 30: Vluchtelingenbeleid.
In 1989 zijn de volgende nieuwe bijzondere trainingsprojecten aangepakt.
1.2.1 Politiek management-trai· ningen In de provinciale afdelingen Overijssel, Noord-Brabant en Limburg zijn ten behoeve van het optimaal functioneren van de besturen van de provinciale afdelingen politieke managementtrainingen ontwikkeld en uitgevoerd. Als onderdelen van de trainingen kunnen worden genoemd: het interne communicatie- en informatiebeleid, het public relations beleid, het personeelsbeleid, het beleid t.a.v. de politieke presentatie. Deze trainingen worden ook in 1990 en volgende jaren aan andere afdelingen aangeboden.
1.2.2 Verkiezingen Parlement
Europees
Ter voorbereiding op de verkiezingen voor het Europees Parlement leverde de stichting een bijdrage aan de kader-informatiedag in Utrecht op 28 januari. De workshops "Spreken over Europa" en "Canvassing!ledenwerving" werden door medewerkers van de stichting geleid. Ook leverden zij een bijdrage aan het campagne-handboek voor deze verkiezingen.
1.2.6 Praatstukken
1.2.7 Specifieke begeleiding Naast een algemene begeleiding van het regionaal scholingswerk werd personele inzet geleverd voor een aantal bijzondere regionale projecten. Genoemd kunnen worden de begeleiding van een aantal gemeenteraadsfracties en afdelingsbesturen, campagne-cursussen, public relations-cursussen en een jongeren-cursus. Twee projecten ge49
* Ledenwerving.
*
Gemeenteflnanclên Steenkampinstituut SchollnplnsUtuut van het CDA
Integratie KAVO-kaderschool, inzet van kaderschoolcursisten in het regionale werk en het jaarprogramma 1990 van het Steenkampinstituut * De gemeenteraadsverkiezingen, modelprogramma, kandidaatstellingsprocedures en campagnewerk * Samenwerking met de sectie Vorming van het Vrouwenberaad. * De consequenties van het rapport "bestuurlijke vernieuwing" voor consulentenen commissiewerk Tijdens de landelijke themadag over het regionale vormingswerk werd tussen stichtingsbestuur enerzijds en commissieleden, consulenten en leden van de sectie Vorming anderzijds van gedachte gewisseld over potenties en problemen van het vormingswerk. Dat gebeurde aan de hand van een inleiding van Arie Slob, consulent in Dordrecht, en Teunis Wagenaar, voorzitter van de vormingscommissie in Friesland. Onderstaand treft u een greep uit de rapportages van scholingscommissies aan.
richt op minderheden verdienen bijzondere vermelding. Een aantal cursussen in Amsterdam was gericht op kennismaking met en integratie in het CDA van grotere groepen van Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse afkomst. Het tweede project was een cursus georganiseerd in samenwerking met de Chinese Stichting voor Cultuur, Recreatie en maatschappelijk werk en gericht op chinese jongeren die politiek en maatschappelijk willen gaan participeren.
1.3. Regionaal vormingswerk Zoals reeds enige jaren het geval is, wordt het overgrote deel van de activiteiten regionaal gepland, georganiseerd en uitgevoerd. Onder verantwoordelijkheid van 16 regionale vormingscommissies zijn in 1989 18 consulenten actief. In alle kamerkringen werd een cursusaanbod gedaan aan de doelgroepen die het beleidsplan noemt: nieuwe leden, afdelingsbesturen en gemeenteraadsleden. Dankzij de inzet van ongeveer 150 commissieleden en alle consulenten namen 4040 mensen deel aan regionale scholingsactiviteiten. De begeleiding van het regionale werk vond plaats op een aantal consulentenbijeenkomsten en -weekenden en een landelijke themadag van stichtingsbestuur, commissieleden en de sectie vorming van het Vrouwenberaad over aard en aanpak van het regionale vormingswerk. Tijdens de consulentenbijeenkomsten werden de volgende onderwerpen behandeld: * Cursusprogramma's fractiestrategie, nieuwe ledencursus, gemeentelijke milieubeleid en (aspirant-)raadsleden. JAARVERSLAG CDA 1989
1.3.1 Den Haag In totaal namen 135 mensen deel aan thema-bijeenkomsten over Europa en volkshuisvesting, een penningmeester-cursus, een vaardigheden-cursus en een cursus voor (aspirant )raadsleden.
1.3.2 Amsterdam Aan de opstap-cursus voor minderheden namen 50 mensen deel. Een gedeelte daarvan nam met 35 anderen deel aan een cursus voor mensen die het CDA in de stadsdeelraden moeten gaan vertegenwoordigen. Voorst namen ongeveer 60 mensen deel aan de nieuwe leden-cursus.
1.3.3 Zeeland Zeeland vertoonde hetzelfde beeld als in 1988. Gespreid over de provincie vonden veel cursussen en andere activiteiten plaats. 185 mensen namen deel aan cursussen over Algemene Beschouwingen, fractie functioneren, werken in de gemeenteraad, public relations, het afdelingsbestuurswerk en bezinning op de CDA-uitgangspunten.
1.3.4 Utrecht In Utrecht is het scholingswerk en het werk van de sectie vorming samengevoegd, hetgeen een groot bereik geeft. Dat blijkt wel uit de deelname van 225 mensen aan bestuursleden-cursussen, vaardigheden-cursussen, public relations-cursussen en studiedagen, trainingen en themabijeenkomsten.
1.3.5 Flevoland In deze provincie met maar zes afdelingen namen 45 mensen deel aan cursussen over sociale zekerheid, public relations en het
bestuurswerk in de gemeentelijke CDA-afdeling.
1.3.6 Den Helder In Den Helder namen 150 mensen deel aan 11 cursussen hetgeen veel aandacht voor de individuele cursist mogelijk maakt. Het aanbod van cursussen is met name gericht op vrouwen, raadsleden en afdelingsbestuurders.
1.3.7 Overijssel Overijssel is een grote kamerkring met veel afdelingen en een ambitieuze commissie. Het doel 80 cursisten te werven voor de raadsleden-cursussen werd gehaald. Daarnaast was er aandacht voor afdelingsbesturen, pubtic relationswerk, nieuwe leden en vrouwen. In totaal namen 335 mensen deel.
1.3.8 Gelderland Deze provincie laat het vanouds bekende beeld zien. Veel cursussen, goed gespreid over de provincie en druk bezocht. In de kamerkring Arnhem bijvoorbeeld vonden 15 cursussen plaats en namen ruim 200 mensen deel aan cursussen over onder andere plaatselijke politiek, gemeenteraadswerk, afdelingswerk en Algemene Beschouwingen. Ook was er aandacht voor nieuwe leden. In de kamerkring Nijmegen namen ongeveer evenveel cursisten deel.
1.3.9 Friesland In Friesland werd in 1989 veel aandacht besteed aan introductie en integratie van nieuwe leden. Daarnaast was er aandacht voor training van vaardigheden, opleiden van (nieuwe) raadsleden en public relationswerk.
1.3.10 Leiden Er is door de scholingscommissie hard gewerkt in 1989. 375 mannen en vrouwen waren van de partij, zij deden mee aan themadagen over gezondheidszorg, thuiszorg, land-en tuinbouw in Europees perspectief, vandalisme of armoede. Van de cursussen willen we minderhedenbeleid noemen, georganiseerd in samenwerking met het Centrum Buitenlanders Rijn en Lek. Als themabijeenkomst viel de bijeenkomst waar verkiezingsicleeën zijn uitgewisseld bijzonder in de smaak. Leden van de Zuidhollandse Bestuurdersvereniging kunnen aan vele bijscholingsmogelijkheden deelnemen; zij worden halfjaarlijks daarvan op de hoogte gesteld. Samen met de kamerkring Dordrecht worden thema-bijeenkomsten en cursussen aangekondigd. Het vermelden waard is het leeuwenaandeel van de scholingscommissie in het tot stand komen van het kamerkring-informatieboekje. 50
1.3.11 Dordrecht Ruim 800 deelnemers aan cursussen en thema-avonden in de kamerkring Dordrecht. Dat is het belangrijkste resultaat van het werk van de scholingscommissie in 1989. Een groot aandeel in het werk heeft het zogenoemde CDA-Europaproject gehad met het oog op de Europese verkiezingen in juni en opgezet in samenwerking met het kamerkringcampagneteam. Zo'n 20 keer is het project voor CDA-afdelingen gepresenteerd en er zijn ongeveer 350 mensen mee bereikt. In nauw overleg met Instituut Rhetorica te Dordrecht kwam een cursus snellezen tot stand. Het contact met het CDJA om gezamenlijk te komen tot de oprichting van CDJA-kemen, is verstevigd en niet zonder resultaat. De samenwerking met het CDA-Vrouwenberaad begon in 1989 meer gestalte te krijgen. Het gezamenlijk opzetten van activiteiten door de kamerkring Dordrecht en Leiden en de Zuidhollandse afdeling van de CDA-Bestuurdersvereniging verloopt steeds meer gestructureerd.
1.3.12 Groningen Aan de cursus Fractiestrategie en de Basiscursus voor nieuwe leden (CDA-Uitgangspunten en Politiek stromingen) werd door 40 deelnemers meegedaan. Aan studiedagen namen zo'n 100 mensen deel.
1.3.13 Haarlena Er hebben 30 mensen meegedaan aan de cursussen Vaardigheden, Gemeentefinanciën en Aspirantraadsleden.
De cursisten van de derde Kadersschool/eergang.
1.3.14 Noord-Brabant
De Kaderschoolleergang, die bij de cursisten de mogelijkheid en de bereidheid moet versterken om de uitgangspunten van de christen -democratie tot gelding te brengen, valt in 1989 voornamelijk onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Kaderschoolcuratorium.
1.3.15 Drenthe
2.1. Curatorium
In Drenthe namen in totaal 190 cursisten deel aan een achttal activiteiten. Daaronder vallen onder andere een aspirantraadsledencursus, twee cursussen fractiestrategie en campagnetraining.
Het Kaderschoolcuratorium bestond in 1989 uit: -drs. J.M.J.Th. Luiten-Monchen, voorzitter - N. Schouten, penningmeester -drs. R.P.H. Oudenhoven, vice-voorzitter - mr. R. H. van de Beeten -mw. mr. H.G.M. Giezeman - prof. ir. B. Krol - ir. W.C.M. van Lieshout - E. Mulder. Vanwege de totstandkoming van het Steenkampinstituut legden een aantal curatoriumleden hun functie neer. We namen afscheid van N. Schouten, mr. RH. van de Beetenen ir. W.C.M. van Lieshout.
1.3.16 Linaburg
n1euwe ormoede Het cursusboek over gemeentefinanciën werd tijdens cursussen volop gebruikt.
JAARVERSLAG CDA 1989
2. CDA Kaderschool
In het oostelijk gedeelte van Brabant vonden 15 cursussen plaats met in totaal200 deelnemers. De cursussen variëren van Algemene Beschouwingen en aspirantraadsleden-cursussen tot milieubeleid en "Het conciliair proces en de CDA-politiek." In West-Brabant vonden 9 cursussen plaats met circa 135 deelnemers.
In Limburg werden 3 basiscursussen georganiseerd met in totaal 50 deelnemers, twee cursussen Fractie in actie met een deelnemersaantal van 50 personen. Tevens werden er nog 4 cursussen georganiseerd ter voorbereiding op de Gemeenteraadsverkiezingen. In totaal namen hier 105 personen aan deel. Aan een cursus Algemene beschouwingen namen 1 7 personen deel. Twee themadagen zijn georganiseerd: één voor Statenleden over Grondslag en politiek handelen met 80 deelnemers en één themadag over Bestuurlijke vernieuwing met 50 deelnemers. Aan een bijeenkomst over Europa in verband met de Europese verkiezingen namen 70 personen deel. Tot slot was er een CDJA kadercursus met 15 deelnemers en een introductieweekend voor jongeren met 20 deelnemers.
1.3.17 Rotterdana In Rotterdam namen 68 mensen deel aan cursussen. Er waren cursussen over campagnevoering, ouderenbeleid en partijvorming vanuit christelijke inspiratie.
2.2 Kaderschoolleergang De Kaderschoolleergang bestaat uit drie blokken: 1. Uitgangspunten 2. Maatschappij en samenleving 3. Vaardigheden. Tijdens Blok 1 Uitgangspunten komen uitgangspunten en grondslagen van de christen-democratie uitgebreid aan de orde. Blok 2 Maatschappij en samenleving is bedoeld om bij het behandelen van concrete politieke thema's een verband te leggen tussen uitgangspunten en het behandelde thema. 51
In de leergangperiode van september tot mei worden in Blok 3 gedurende 5 weekenden vaardigheden onderricht en beoefend, die er toe leiden dat de cursisten in staat moeten worden geacht over onderwerpen die in Blok 1 en 2 zijn behandeld een discussie te leiden, een spreekbeurt of inleiding te houden, of het CDA te vertegenwoordigen, actief een rol te kunnen vervullen in de partijpolitieke discussie en als docent c.q. inleider op te treden.
2.2.1 Kaderschoolleergang 1988/1989 Vanwege de relatieve onbekendheid van de Kaderschoolleergang volgt een uitgebreide weergave van de Kaderschoolleergang. Van januari 1989 tot mei 1989 wordt Blok 2 van de tweede Kaderschoolleergang afgewerkt. Het programma luidt: Wij en ons milieu, door A. H. Esselink, lid van de CDA-Tweede Kamerfractie en Ing. E.M. Masten broek, lid van Gedeputeerden Staten in de provincie Limburg. De christen-democratie en het belastingstelsel door, Mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk, docent belastingrecht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij was lid van de commissie-Gort en Prof. dr. L.F. van Muiswinkel, hoogleraar Economie en openbare financiën aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij is lid van de CDA-programcommissie 1990-1994. Europa, Gelijke behandelingsrichtlijnen, door J.R.H. Maij-Weggen, lid van de EVPfractie van het Europees Parlement. Het CDA en het EVP-program, door drs. A.M. Oostlander, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Volkshuisvesting, door drs. E. Heerma, staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en drs. A. A.M. Jacobs, burgemeester te Nederweert. Medische voortplantingstechnieken, door M. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, medewerkster van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA en Mr. M.J.H. Soutendijk-van Appeldoorn, lid van de CDA-Tweede Kamerfractie.
2.2.3 Derde Kaderschoolleer· Maatschappijvisies: het protestantisme, door Prof. dr. H.E.S. Woldring. gang 1989/1990 Voor deelname aan de derde Kaderschoolleergang meldden zich 48 cursisten (27 mannen en 21 vrouwen). De uit het curatorium samengestelde selectiecommissie voerde met allen een toelatingsgesprek. Er namen 40 cursisten deel (21 mannen en 19 vrouwen). De derde Kaderschoolleergang begon op 26 augustus 1989 met een gastcollege van drs. J. de Koning over "Verder met de Christendemocratie, sociaal-economische ordening en de christen-democratie in de negentiger jaren". Het programma van Blok 1 luidt: Geschiedenis van de Christen-democratie, door Prof.dr. D.Th. Kuiper, hoogleraar sociologie aan de VU te Amsterdam, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Mensvisies, door Dr. P.A. van Gennip, algemeen secretaris van de Katholieke Raad voor Kerk en Samenleving. Individualisering, door Dr. P.A. van Gennip. Maatschappijvisies: het katholicisme, door Prof. dr. H.E.S. Woldring, hoogleraar Levensbeschouwing en politieke filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Kerk en Staat; Geloof en politiek, door dr. G.J.M. van Wissen, docent Staatsrecht en algemene staatsleer aan de Universiteit van Amsterdam. Politieke stromingen: Christen-democratie Drs. C.J. Klop, adjunct-directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Visie op de staat en de taak van de overheid Prof. mr. E.M.H. Hirsch Ballin, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant. Politieke stromingen: Liberalisme Prof. mr. dr. A. Postma, hoogleraar Onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, docent Staatsrecht aan de Rijks Universiteit te Groningen en lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Politieke stromingen: Communisme en Socialisme, door Prof. mr. dr. A. Postma. Christen-democratie: internationaal, door M. van Ditmarsch, voorzitter van de werkgroep Latijns Amerika van de Commissie Buitenland van het CDA. Christen-democratie in Europa, door Drs. A.M. Oostlander, lid van de EVP-fractie in het Europees Parlement en Drs. Th.B.F.M. Brinkel, medewerker van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.
Afsluiting De leergang werd afgesloten met het maken van een scriptie over een politiek-relevant onderwerp. Prof. ir. B. Krol, dr. P.A. van Gennip en drs. A. Klink leverden een belangrijke bijdrage aan de beoordeling van de scripties. Op 3 juni 1989 werd de tweede Kaderschoolleergang afgesloten met een gastcollege van drs. R.F.M. Lubbers over "De CDApoliticus en de plaats en functie van het maatschappelijk middenveld". Mevrouw Luiten en minister-president Lubbers reikten aan de cursisten het getuigschrift uit dat aan het voltooien van de Kaderschoolleergang is verbonden. JAARVERSLAG CDA 1989
Ee~ CDA-delegatie bezocht in december Budapest. V.I. n. r. scholingsleider Van Helvoirt, delegatieleider Gabor en oud-minister Ruding die een gast-college hield.
52
3. Steenkampinstituut
3.1. Oost-Europa
Het curatorium van het Steenkampinstituut bestaat uit: Drs. J. de Koning te Voorschoten, voorzitter Drs. J.M.J.Th. Luiten-Monchen, 1e vicevoorzitter Drs. W.Th. Thuis te Geleen, 2e vice-voorzitter Mw.mr. H.G.M. Giezeman te Den Haag, secretaris/penningmeester D. Boersma-Barenburg te Sambeek, namens het CDA-Vrouwenberaad T. Bot-van Gijzen te Spijkenisse Prof. dr. J.Chr. van Dalen te Hoge Hexel C.A. H. van den Hout, te Coevorden Prof. ir. B. Krol te Amerongen, namens het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA E. Mulder te Langbroek Drs. R.P.H. Oudenhoven te Babberich Drs. A.C. Wielemaker te Gouda, namens het CDJA Drs. C. Wortmann-Kool te Zeist, namens het DB-CDA. Het curatorium stelt in december 1989 het beleidsplan op voor het Steenkampinstituut Het beleidsplan wordt voor commentaar gezonden aan de scholingscommissies en aan de consulenten, Het beleidsplan wordt tenslotte aan het partijbestuur aangeboden.
Het Scholingsinstituut heeft alert gereageerd op de nieuwe ontwikkelingen in Hongarije. Op verzoek van de Hongaarse christen-democratische volkspartij (KDNP) heeft een CDA-delegatie in december 1989 een trainingsprogramma uitgevoerd in drie steden in dat land. Het ziet er naar uit, dat Oosteuropese zusterpartijen vaker een beroep zullen gaan doen op het CDA.
3.2. Scholingscommissies, consulenten en personeel Ook in 1989 vormden de Scholingscommissies en de consulenten de motor van het scholingswerk in de kamerkringen. Het zijn de werkzaamheden van vele vrijwillig(st)ers, waarop het welslagen van de scholingsactiviteiten mede drijft. De consulenten zijn: Groningen, mw M.S. de Jonge Friesland, mw J. Boonstra-de Hoop Drenthe, H. Zomer Overijssel, H. Schoevers, mr. dr. A.M. v.d. Veen Gelderland, G.J. Mombarg en mw. H. Linde-Driegen
Revoland, J. v.d. Sloot Utrecht, mw W.J. Vergoed-Verboom Den Helder, mw M. Overtoom Amsterdam, mw B. Burggraaff-Moscoviter Haarlem, mw L. de Zwart-de Gier Leiden, mw W.J. Harteveld-van Drie) Den Haag, mw mr. A.M.A.C. Theunissen Rotterdam, vacature Dordrecht, mr. A. Slob Zeeland, P. Bruinooge, mw. J.L. Hack-Engel Noord-Brabant, mw. J.C.H. Leenderts-van den Maagdenburg en mw E. Vos-van Oorsouw Limburg, J. de Hoon en G. Peerboom Het personeel van het Steenkampinstituut bestaat uit: Mr. Wim Eikelboom, directeur Drs. Cees van Helvoirt Harm Waterborg Drs. Bert Komdeur (part-time) De secretariële ondersteuning wordt verleend door: Renée Torn en Els Jansen-Keuvelaar (parttime)
11. Internationaal werk/Commissie Buitenland
Handen vol aan Europese verkiezingen 1989 •tond voor da Comml..le Buitenland voor een groot deel In het teken van de Earope8e 1ferkiezingen. Kohl en Tindaman• traden op op Earomanlfe.tatla• van het CDA die zeer •acce8vol waren. In mei 1989 werd teven• de hentractarerlng van de Cle Baltenland voltooid. Na 9 jaar trouwe dlan•t .a. •ecreta· rt. Baltenland verliet Dlck Koa.ter het CDA op een af•cheld•receptie op 8 november 19891n 'Het Gouden Hooft'. Per 23 oktober werd dn. T.P.G. Kralt benoemd tot nieuwe •e· cretart. Buitenland. Hij zal per 1 januari 1990 In dlen•t van het CDA treden.
paragraaf en de paragrafen over de gentechnologische kwestie en de toetreding van nieuwe lidstaten hebben zeer veel gevraagd
van de formuleerkunst en vooral de overredingskracht van de leden om tenslotte resultaten te kunnen boeken op het Congres van Luxemburg in november. Dit was m.n. het resultaat van een gezamenlijke inspanning van de Cie Buitenland en de werkgroep Europa, terwijl verschillende leden uit de andere werkgroepen daaraan hun eigen bijdragen hebben geleverd. Deze krachttoer, want zo mag het samenstellen van een EVP-verkiezingsprogram wel genoemd worden, had de neiging om de aandacht voor andere thema's die ook in de Cie Buitenland werden behandeld weg te trekken. Uit het overzicht hieronder van de onderscheiden werkgroepen zal echter het tegendeel blijken.
De Europese verkiezingen bepaalden een groot deel van de activiteiten van de Cie Buitenland in het verslagjaar.
Nieuwe samenstelling werkgroepen Commissie Buitenland
Het betreft hier o.a. de formulering van eerste concepten die een belangrijke impuls waren voor de trendsetting van het programma van de Europese Volkspartij (EVP). Vooral de laatste loodjes zoals de landbouw-
Eind 1989 werden door het Dagelijks Bestuur voorstellen aangeboden voor een nieuwe samenstelling van de werkgroepen van de Cie Buitenland. Per 1 februari 1990 was de samenstelling
JAARVERSLAG CDA 1989
De nieuwe secretaris Buitenland. Theo Krolt.
53
Drs. C. van Vliet
Het CDA boekte goede resultaten op het congres van de Europese Volkspartij te Luxemburg. Op de foto spreekt partijvoorzitter Van Velzen het congres toe.
van de Cie Buitenland, de werkgroepen van de Cie Buitenland en de vertegenwoordigingen in EVPJEUCD-verband als volgt: Commissie Buitenland: Voorzitter: Drs. W.KN. Schmelzer Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Mr. R.H. van de Beeten De heer M. van Ditmarsch Mw.mr. B.M.R. Exterkate Drs. D.J. Gabor Prof.dr. H de Haan Dr. DAC.M. Nootenboom Dr. Th.G.J. Kerstiëns Prof. dr. L.B. M. Mennes Drs. A. Gostra De heer JAM. Reijnen Mr. M.HJ.Ch. Rutten Drs. W.G. van Velzen Adviserende leden: Drs. HJ.B. Aarts Drs. R.J. van Ark Mw. B.F. Bos-Beemink Drs. C. Bremmer Mr.drs. L.C. Brinkman Mr. J.JAM. van Gennip Mr. J.S.L. Gualthérie van Weezei Dr. KJ. Hahn Drs. H Hoogerwerf De heer A. Hordijk Mw. J.I.M. Kerstiëns-Smeets Mr. JA Mommersteeg Drs. J.J.M. Penders De heer HJ. van der Ven (notulist) Werkgroep Europa Voorzitter: De heer JAM. Reynen Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Drs. D.J. van den Berg Drs. J.B. Dik Dhr. L.J.J. Duijn JAARVERSLAG CDA 1989
Drs. Th. Hustinx Dhr. L.J.H Janssen Mw. E.M.K Joosten Mw. J.I.M. Kersfiens-Smeets Drs. M.CA Klinkenberg Drs. J.G.M. Meertens Mw. drs. A. Offermans Drs. P.L.M. Pex Mr. P. Russen Jhr. drs. R.H vanSwinderen Drs. J.HM. Tak Drs. G.N.M. Wijngaards Prof. mr. JA Winter Dhr. J.E.F. Wintermans Adviserende leden: Ir. S. Brouwer Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mr. J.P. van Ierse) Drs. P.R.HM. van der Linden Drs. A.M. Oostlander Drs. B. Pronk Drs. M.J.M. Verhagen Dhr. H.J. van der Ven (notulist) Werkgroep Vrede en VeUigbeid Voorzitter: Mr. M.HJ.Ch. Rutten Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Mw. AH Boersma-Van Doome Drs. J.B.G. Bom Drs. Th.B.F.M. Brinkel De heer G.L.H Huyser Drs. E.J. Janse de Jonge Mw. M.E. Kwast-Van Duuren Drs. F.J.J. Princen De heer L. van der Put De heer J.J.JA van Rooijen Mr. A.C. de Ru Drs. J.P. deSavomin Lohmann Prof.mr. P.J. Teunissen Drs. G.K Timmerman
Adviserende leden: De heer A.B.M. Frinking Ir. P.E. Maris Drs. J.J.M. Penders Drs. J. W. Wiggers Werkgroep Centraal· en Oost Enro· pa. Voorzitter: Drs. D.J. Gabor Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Mw. AL van den Beld-Pott Mr. G.L.V. Baron van Boetzelaer Mw. B. F. Bos-Beemink Mr. P.J.J. Bouma Dr. KJ. Hahn Mr. J.W.M. van Gent Mr. JAM. Houben Dr. R. Th. Junjens Drs. E.J. Korthals Altes Prof.dr. 0. Kuschpeta Prof.mr. P.J. Teunissen Drs. G.W.P.J. Wismans Adviserende leden: Drs. M. Seinerna Drs. Th.B.F.M. Brinkel Drs. T. Houben Drs. A.HC.M. de Kok Ir. P.W. Maris Drs. A.M. Oostlander Drs. J.J.M. Penders Dhr. H.J. van der Ven (notulist) Werkgroep Ontwikkelingssamen· werking. Voorzitter: Prof. dr. L.B.M. Mennes Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Mw. A.M.A. van Ardenne-Van der Hoeven Mr. drs. J.P. Balkenende Mw. mr. G.M.M. Blokdijk-Houwert Ir. S. Brouwer Prof. drs. GA de Bruijne Drs. F. de Haan
Drs. D. J. Gabor, voorzitter van de werkgroep Centraal- en Oost-Europa.
54
Drs. F.BAM. van Haren Prof. dr. J.G.M. HUhorst De heer R. Knijff Drs. HAJ. Kruijsen Ir. J.C.J. Mohrmann Mw. E. van Moorse! (notuliste) Drs. M. van der Schaft Drs. WA Zuidhof Adviserende leden: Drs. H.B.M. Aarts Mr. J.G. de Hoop Scheffer Drs. G. van Leyenhorst Drs. M.J.M. Verhagen Werkgroep Latlj. . A•erllua Voorzitter: De heer M. van Ditmarsch Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Drs. A van Bochove Drs. H. van Eijck Mw.drs. A.H.W. Hazenkamp (notuliste) Drs. J.W.G. Jansing Mr. J.G.A Molenaar De heer P. Nelissen De heer G. Pruim De heer M. Stam De heer B.J. Zweers Adviserende leden: Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mw. M.G.H.C. Oomen-Ruyten Drs. J.J.M. Penders Werkgroep M......rec:htVoorzitter: vacature Secretaris: Drs. T.P.G. Kralt Leden: Mw.drs. M.J. Altlng von Geusau Mw. JA van den Berg-Engelse Mr. J.P.H. Donner Dhr. A. riorelijk Dhr. J. Marij Drs. A.J. van der Meer Mr. JA Mommersteeg Mw. drs. C.E. Moret - De Jong Dhr. F.Th. Niemeyer Mr. P.JAM. Peters Drs. D. Ramlal Drs. J.W. Sap Dr.ir. G. van der Wees Mw. mr. Ph. M. Weijenborg-Pott Adviserende leden: Drs. H.J.B. Aarts Mr. J. Krayenbrink Drs. A.M. OostJander
SamensteUing CDA· vertegenwoording naar EVP/ElJCO per 1 februari
1990: Politiek baro EVPIEVCD Gewone leden: Drs. W.G. van Velzen De heer JAM. Reijnen Drs. M. Kastelein Mevrouw drs. C.M. Wortman-Kool Drs. T.P.G. Kralt (Drs. W.KN. Schmelzer, ex officio als vicevoorzitter) JAARVERSLAG CDA 1989
Plaatsvervangers: De heer M. van Ditmarsch Dr. J.P.R.M. van Laarhoven Prof.dr. L.B.M. Mennes Mr. R.H. van de Beeten Mevrouw J.I.M. Kerstiëns-Smeets
Plaatsvervanger: Drs. T.P.G. Kralt
EVPIEUCD·werkgroepen: c-traal· en Ooat Earopa
VeUigheid
Voorzitter: Dr. KJ. Hahn Gewone leden: Drs. D.J. Gabor Drs. T.P.G. Kralt Drs. W.G. van Velzen
EuropeseUnie Gewone leden: Mr. R.H. van de Beeten Drs. J.H.M. Tak Prof.dr. JA Winter Plaatsvervangers: De heer JAM. Reijnen De heer J.E.F. Wintermans
Doctdae/Gentelijke groad81agea Gewone leden: Mr. J.JAM. van Gennip Drs. T.P.G. Kralt Drs. H.H.F. Wijffels Plaatsvervangers: Dr. KJ. Hahn Drs. Th.B.F.M. Brinkel Mevrouw mr. B.M.R. Exterkate
LatQ.. A.erllua Gewone leden: De heer M. van Ditmarsch Mevrouw drs. AH W. Hazenkamp Drs. A van Bochove Plaatsvervangers: Drs. J.W.G. Jansing Drs. P. NeUssen
Statatea Gewoon lid: Mr. R.H. van de Beeten Vervanger: Drs. T.P.G. Kralt
eo........ latenaatloaale politiek: Voorzitter: Drs. W.KN. Schmelzer Gewone leden: Mr. J.JAM van Gennip Mr. R.H. van de Beeten Drs. W.G. van Velzen Plaatsvervanger: Drs. T. P. G. Kralt
eo......... Velllahetd ea dete. .te Gewone leden Prof.mr. P.J. Teunissen Mr. M.H.J.Ch. Rutten Drs. F.J.J. Princen Plaatsvervangers: Drs. T.P.G. Kralt Drs. G.L. Timmerman De heer A.B.M. Frinking
Co•.tule RechtepoOtlek Gewoon lid: Mevrouw V.N.M. Korte-van Hemel
~erkgroepenovendcht ~erkgroep Vrede en
De werkgroep Vrede en Veiligheid heeft een aantal notities vervaardigd en besproken naar aanleiding van vragen van de partijvoorzitter van december 1987. Zij behelzen het succes of falen van Gorbatsjow' s interne politiek en de politiek-psychologische en militaire gevolgen daarvan, de West-West-verhoudingen, en de rol van Europa in de veranderde relatie tussen de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten. Mede in dat verband kwamen aan de orde: vrede en veiligheid in het algemeen, de Oost-West verhoudingen, de relatie Frankrijk-Duitsland.
Oe werkgroep ad hoc Midden-Oosten De vragen die aan de orde werden gesteld waren: a. de aard van het fundamentalisme in het Midden Oosten en de gevolgen ervan in het Westen en in Nederland. b. is er een apart asielrecht nodig voor Christelijke minderheden uit de Midden Oosten-regio? c. is het wenselijk/mogelijk te komen tot een internationale vredesconferentie voor het Midden Oosten? d. de gevolgen van een Amerikaans/lsraelisch strategisch bondgenootschap voor Europa c.q. Nederland? e. een duidelijker invulling van de CDA-paragraaf m.b.t. - de toekomst van de door Israël bezette gebieden; - staatkundige rechten van de Palestijnen; - de loop van de Israëlische grenzen; - eventuele ruimte voor Europese verantwoordelijkheid; f. Iran-Irak in het Partijprogram; g. terrorisme in de Midden Oosten-context. In de nieuwe opzet van de Cie Buitenland zal de Midden-Oosten-problematiek veel meer door een werkgroep ad hoc worden behandeld, door middel van goed voorbereide bijdragen van deskundigen.
~erkgroep ad hoc Zuid·
A&ika In de werkgroep is intensief gesproken over de geformuleerde EG-gedragscode en de problemen die het wetsvoorstel investeringen geeft (zoals controleerbaarheid, het niet gehoord hebben van de zwarte vakbonden). De vraag of de wet niet verbeterd kan worden door een vergunningensysteem in te
55
Norhert Schmelzer, voorzitter Commissie Buitenland
•
Europese eenwording verdiepen en versterken Zullen de ontwikkelingen in Centraalen Oost-Europa en de groeiende samenwerking met die landen het eenwordingsproces van de Europese Gemeenschap afremmen? "Als christen-democraten zullen wij ons ervoor inzetten om dat te voorkomen. Een verdiepte en versterkte EG - uiteindelijk ook een politieke unie kan immers niet alleen voor de volkeren van de Gemeenschap maar ook voor de verhoudingen West-Oost en Noord-Zuid beter dienstbaar zijn". Zal de Atlantische Alliantie aan waarde gaan verliezen?
stellen, om het verschil aan te geven tussen een nieuwe en een vervangingsinvestering, is voorgelegd aan de Cie Buitenland. Vervolgens is de startnotitie van het WI over Zuid-Afrika gereed gekomen. Ook is de werkgroep betrokken geweest bij het Breed Overleg Tegen Apartheid (BOTA). Naar aanleiding hiervan is een resolutie ontworpen voor de CDA-Partijraad vanjuni 1988. De CDJA-notitie over Zuid Afrika is met vreugde begroet in de werkgroep en aanvaard. In het kader van de reorganisatie van de werkgroepen van de Cie Buitenland werd besloten dat de werkgroep Zuid Afrika op zal gaan in de werkgroep Mensenrechten.
Werkgroep Mensenrechten In dit jaar heeft de werkgroep Mensenrechten afscheid genomen van de voorzitter, mr. RH van de Beeten. Hij werd opgevolgd door de heer mr. H. Smulders. De werkgroep heeft commentaar geleverd op de nota "Vluchtelingenwerk". Dit commentaar is bedoeld als "leidraad" vanuit de partij voor Kamerleden e.a. die over asielzaken praten. Voorts is het Burgerlijk-Politiek Verdrag (BuPo-verdrag) van de Verenigde Naties aan de orde geweest. Nederland zou moeten uittreden uit dit verdrag, omdat de uitvoering ervan door de Nederlandse regering een flinke aanslag zou betekenen op 's Rijks schatkist. Het commentaar van de werkgroep op het NCJM-advies in deze, is naar de Cie Buitenland gestuurd. Intensief is er gesproken over de CDJA-nota "Mensenrechten en buitenlands beleid", mede in het kader van de UCV over dit onderwerp. JAARVERSLAG CDA 1989
Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking De werkgroep heeft meegewerkt aan de partijpolitieke discussie over ontwikkelingssamenwerking; de nota over vermaatschappelijking werd afgerond. Met minister Bukman is intensief gesproken over de kwestie Suriname en het bezoek van de minister aan dit land. Voorts heeft de werkgroep haar bezorgdheid uitgesproken bij fractievoorzitter De Vries, minister Bukman en de minister-president n.a.v. plannen van de regering ontwikkelingssamenwerking niet uit te sluiten bij bezuinigingen. Aan de orde is geweest de nota over het sectorprogramma "Onderwijs, Training en Onderzoek" waarover een UCV was belegd in mei 1988. Tevens is de encycliek "Sollicitudo Rei Socialis" aan de orde geweest. De werkgroep heeft deelgenomen aan een besloten studieconferentie over deze encycliek. De werkgroep heeft, op basis van een CDJA-notitie, gesproken over de oprichting van een stichting met als doel de financiering van gerichte projecten. Als laatste dient vermeld te worden, dat de partijpolitieke discussie over ontwikkelingssamenwerking succesvol is geweest. Hieraan is door de werkgroep zeer actief deelgenomen.
Werkgroep Latijns Amerika De werkgroep Latijns Amerika heeft een notitie over Chili gepresenteerd. Tevens is de werkgroep actief betrokken geweest bij de organisatie van de schuldenconferentie,
"Veiligheid, stabiliteit en effectiviteit met aangepaste strategieën en constructieve wapenvermindering in onderhandelingen - blijven gediend, zeker nog voor langere tijd, met deze Alliantie". Zal de overwinning van de Duitse deling gevaar opleveren voor de Europese Gemeenschap? "De politieke, morele en sociaal-economische krachten in de Gemeenschap, daarbij zeker inbegrepen die in de Bondsrepubliek wettigen het vertrouwen dat de overwinning van die deling in goede samenwerking positief kan worden verwerkt. De Christen-democratie heeft daarbij een bijzondere bindende en stuwende rol te spelen".
als laatste onderdeel van de partijpolitieke discussie over ontwikkelingssamenwerking. Daartoe werd vanuit de werkgroep, de werkgroep ontwikkelingssamenwerking en het secretariaat een stuurgroep geformeerd die een en ander begeleidde. Deze studieconferentie was een groot succes en vraagt om een vervolg in 1990. Tevens kon aan het antwoord op de vraag wat Europa kan doen aan de schuldenproblematiek n.a.v. deze conferentie worden voldaan.
Werkgroep Europa Uitvoerig beraad vond plaats over een notitie m.b.t. de knelpunten bij de uitvoering van de Europese Akte. Een notitie van het Dagelijks Bestuur terzake werd opgesteld. Aan de orde is gekomen een discussie over de vraag wat er moet gebeuren met de Benelux als de Interne Markt tot stand is gekomen. Tevens heeft de werkgroep een substantiële bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het verkiezingsprogram van de Europese Volks Partij. De werkgroep was nauw betrokken bij de opstelling van het Euro-Infobulletin.
Midden- en Oost-Europa In 1989 is een werkgroep Centraal- en Oost-Europa opgericht, die reeds in dat jaar actief heeft gefunctioneerd. De omwentelingen in Centraal- en Oost-Europa maken het nodig opnieuw fundamenteel na te denken over de kernvragen met betrekking tot het Nederlandse veiligheidsbeleid in NAVO-verband, de positie van de EG en verdere Europese integratie, de consequenties voor Europa en ons land van de Duitse eenwording en de in een nieuw kader te plaatsen relaties met Centraal- en OostEuropa alsmede de Sowjet-Unie.
56
12. Wetenschappelijk Instituut voor het CDA
Rapporten, verkiezingsprograms en een afscheid De eerste helft van 1989 staat ener· zijds in het teken van het verschij· nen van drie rapporten en ander· zijds van werkzaamheden ten be· hoeve van het landelijk verkiezing•· program en het model-gemeenteprogram. In het n.qaar neemt direc· teur drs. A. M. Oosdander afscheid na gedurende veertien jaar leiding te hebben gegeven aan het weten· schappelijk werk ten behoeve van het CDA. Het afscheid krijgt gestalte in een druk bezocht symposium, dat gewijd is aan ontwikkelingen in de christen-democratie in West· en Oost-Europa.
In 1989 verschijnen de rapporten "Economische groei", "Zuid-Afrika" en "Ruimte voor kwaliteit, een christen-democratische visie op de onderwijspolitiek". Het eerstgenoemde rapport speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van het CDA-verkiezingsprogram voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het rapport inzake Zuid-Afrika trekt de aandacht door de bruggen die het bouwt tussen voor- en tegenstanders van sancties jegens dat land, zowel binnen als buiten "et CDA. Zelden wordt een studie van het Instituut zo vlug ingehaald door de feitelijke ontwikkelingen als dit rapport hetgeen alleen maar verheugend is, omdat er uitzicht komt op het einde van de apartheid. Het onderwijsrapport trekt zeer veel belangstelling in de media en de vakpers en mag zich in brede steun voor zijn beleidsaanbevelingen verheugen. De werkzaamheden als rapporteur ten behoeve van programcommissies vergen altijd veel inzet van de medewerkers van het Instituut. De directeur is secretaris van de lande-
· van W.l.-directeurOostlander(metzijn echtgenote op de voorgrond) in hetHaagsePromenade Hotel.
lijke programcommissie, daarbij geassisteerd door mr. drs. J.P. Balkenende als co-rapporteur. Tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement, welke tot verkiezing van de directeur tot lid van het Parlement leidt, neemt hij de taak geheel waar. De overige stafmedewerkers treden op als rapporteur van de programcommissie voor het onder hun sector ressorterende hoofdstuk. Het program moet vanwege de val van het kabinet versneld worden uitgebracht. De adjunct-directeur is tezelfder tijd secretaris van de commissie die het model-gemeenteprogram opstelt voor de raadsverkiezingen van 1990. Het is verheugend dat naast de intensieve programwerkzaamheden ten behoeve van het CDA en de daaruit voortvloeiende actviteiten, zoals het schrijven van
Bij de aanbieding van dit jaarverslag aan de Stichtingsraad hecht het bestuur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA eraan zijn erkentelijkheid uit te sprekenjegens de medewerkers van het Instituut voor hetgeen zij in het afgelopen jaar hebben verricht. Zoals het verslag aangeeft zijn er drie belangrijke rapporten versche· nen en is hard gewerkt om drie verschillendeverkiezingsprogramma's samen te steDen. Dit gebeurde naast een veelvoud van andere activiteiten. Daarbij geldt, dat gedurende de helft van het verslagjaar de plaats van de directeur vacant was. Het bestuur dankt drs. C.J. Klop voor de wijze waarop deze de directietaken heeft waargenomen. Het Wetenschappelijk Instituut is inmiddels aangeland in het tiende jaar van zijn bestaan. Moge het ook dat jaar een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling en verbreiding van het christen-democra· tische gedachtengoed. prof.mr. H. Franken, voorzitter
JAARVERSLAG CDA 1989
een spreekschetsenbundel, de normale werkzaamheden van het Instituut ook voortgang kunnen vinden. Op 18 juni wordt bekend dat de directeur gekozen is in het Europees Parlement, op 25 juli wordt hij aldaar geïnstalleerd. De heer Klop wordt met ingang van de maand juli benoemd als waarnemend directeur. Op 10 november neemt drs. OostJander afscheid. Op het daartoe belegde symposium, dat plaatsvindt een dag nadat de Berlijnse muur valt, spreken de voorzitter van het Instituut, prof.mr. H. Franken, de heer Szakolczai, bestuurslid van de Christen-Democratische Volkspartij uit Hongarije, de voorzitter van de werkgroep Oost-Europa van het CDA, drs. D. Gabor, de delegatieleider in het Europees Parlement, drs. J. Penders en de scheidende directeur zelf. Het symposium en de aansluitende receptie in het Promenade Hotel worden bezocht door ruim vierhonderd personen.
DoelstelUng Het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA heeft ten doel het verrichten van wetenschappelijke arbeid ten behoeve van het CDA op basis van de grondslag van het CDA en in aansluiting op het Program van Uitgangspunten. Het Instituut geeft gedocumenteerde adviezen over de hoofdlijnen van het beleid, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek vanuit het CDA en/of van de leden van het CDA in vertegenwoordigende lichamen. Deze taken worden verricht door de directeur, de adjunct-directeur en de drieën-
57
halve wetenschappelijk medewerker, alsmede door vier (niet geheel full-time) medewerkers op organisatorisch en administratief gebied. Voorts waren enkele stagiaires in het kader van hun studies bij het Instituut werkzaam. De medewerkers van het Instituut kunnen rekenen op de enthousiaste inzet van een netwerk van deskundigen op vele terreinen, die bereid zijn de christen-democratie met hun advies te dienen. Elk lid van de wetenschappelijke staf is verantwoordelijk voor een min of meer omvangrijke sector van het overheidsbeleid. Voor politieke en wetenschappelijke advisering kunnen zij steeds terugvallen op het overlegorgaan voor hun eigen sector.
Bestuur Het bestuur bestaat in het verslagjaar ongewijzigd uit prof.mr. H. Franken (voorzitter), drs. C.J. Bakker (penningmeester), mr. RH. van de Beeten, H.A. de Boer, A.J. Gijsbers, ir. H. van Harten, prof.dr. J. Klapwijk, prof.dr. B. Krol (vice-voorzitter), mevr. M.E.Ch.E. Nagel-Comelissen, dr. A.J. Vermaat,
drs. A.M. Oostlander (secretaris tot juli) en drs. C.J. Klop (secretaris met ingang van juli). In het verslagjaar komt het bestuur zevenmaal bijeen. Het bestuur sluit een samenwerkingsovereenkomst met het partijbestuur van het CDA, welke behelst dat het Instituut jaarlijks één full-time-equivalent ter beschikking stelt van direct ten behoeve van het partijbestuur te verrichten activiteiten. Voorts bespreekt het bestuur op intensieve wijze de rapporten die in het verslagjaar verschijnen, in aanwezigheid van de voorzitters en enkele leden van de studiecommissies. Aan de orde zijn voorts de probleemstelling voor de studie inzake het milieubeleid, de participatie van het Wetenschappelijk Instituut in de op te richten Stichting voor Internationale Solidariteit, de benoeming van nieuwe redactieleden voor Christen-Democratische Verkenningen, de jaarrekening, enz. Het bestuur ontwikkelt een beleid gericht op samenwerking met zusterinstituten in het buitenland teneinde tot meer wetenschappelijke advisering in Europees christen-democratisch verband te komen. Initia-
Arie Oostlander, oud-directeur W.I.
W .1. moet op Europese toer gaan U was secretaris van de commissie die het rapport Grondslag en Politiek Handelen opstelde. Als u nu terugblikt, is het CDA dan gegroeid in de richting die u toen aanbeval? "Jazeker. Het toenmalige conflict inzake het karakter van de partij (open programpartij öf "een partij-met-deBijbel") is overstegen door het CDA te definiëren als een evangelisch geïnspireerde beginselpartij die met de beginselen praktisch wat döet. We zeiden toen: "Het CDA moet, vanuit de politieke werkelijkheid, antwoorden op de oproep van het Evangelie". Natuurlijk blijven er altijd mensen die terugverlangen naar het oude - de partij verscheurende - conflict en die dus öf voor de open programpartij öf voor het fundamentalistisch beroep op de Heilige Schrift pleiten, maar verreweg de meeste CDA-ers voelen dat men het best recht doet aan de opdracht van onze beweging als we blijven in het spoor van Grondslag en Politiek Handelen. De rapporten van het W.I., de partijnota's en de programs bieden talrijke voorbeelden van de toen bedoelde praktische, christelijk gemotiveerde politiek". Wat was het hoogtepunt van uw veertienjarig directeurschap?
JAARVERSLAG CDA 1989
"Het schrijven van het verkiezingsprogram van de Europese Volkspartij in 1983/'84. Toen, en ook later, merkte ik dat het CDA-denkwerk een veel groter toepassingsgebied had dan ooit verwacht was. Buitenlandse collega's zagen en zien dat zelf ook zo. Ik ben erg blij dat Kees Klop en het hele W.I.-team op de Europese toer gaan". Welke uitdagingen liggen er in de toekomst voor wat betreft de doorwerking van de politieke overtuiging van het CDA? "Ik ervaar regelmatig hoeveel steun al dat W.I. -denkwerk in de parlementai-
tieven terzake zullen in 1990 worden gerealiseerd. Het bestuur benoemt per 1 december drs. A.C. Wietemaker te Gouda als part-time wetenschappelijk medewerker op projectbasis in de vakature van stafmedewerker voor de sector WVC. De Stichtingsraad, waarin vertegenwoordigers van alle kamerkringen en bijzondere CDA-organisaties zitting hebben, komt in het verslagjaar driemaal bijeen. Buiten de reguliere voor- en najaarsvergadering behandelt de Raad in een extra vergadering de met het CDA-partijbestuur te sluiten samenwerkingsovereenkomst. Naast huishoudelijke zaken (goedkeuring jaarverslag, jaarrekening en begroting) bespreekt de raad altijd een thema. In de voorjaarsvergadering leidt drs. A Klink het onderwerp 'onderwijsbeleid' in, in de najaarsvergadering spreekt drs. C.J. Klop over milieubeleid. De plannen van het bestuur met betrekking tot meer Europese aktiviteiten hebben de hartelijke instemming van de Stichtingsraad. Afscheid van de raad nemen in het verslagjaar: mr. W. Aantjes, drs. A.C. Wielemaker, dr. B. de Vries.
re praktijk biedt. Daarom heb ik stapels rapporten meegenomen om uit te delen in voorkomende gevallen. Er is veel behoefte aan vertalingen. Zo help je de internationale christen-democratie aan een creatieve, moderne uitwerking van haar idealen ten opzichte van de vele nieuwe vragen die nu worden gesteld. Heb je die steun niet, dan val je terug op vage intuïties; je wordt dan conservatief of modieus. Onze uitdaging ligt dus m.i. in het verder uitdiepen van nieuwe problemen. Vervolgens moeten we oplossingen proberen te vinden van authentiek christelijk karakter. Het vertalen en breed verbreiden van de resultaten van dat werk komt nu aarzelend op gang. Voor de zusterpartijen in de Europese Unie van ChristenDemocraten èn vooral voor de nieuwe partijen in Centraal en Oost-Europa is dat van groot belang. Soms ontbreekt daar de elementaire kennis over onze maatschappijfilosofie, soms kent men die wèl uit kerkelijke documenten maar weet men de brug naar de praktische politiek niet te vinden. Heel bevredigend werk om je met dat type assistentie en samenwerking bezig te houden. Je vraagt je wel eens af: hebben we ooit zo'n periode, met zo'n positief perspectief meegemaakt? Je zou wel dwaas zijn als je de mogelijkheden en de opdrachten die daarin vervat zijn niet zou oppakken".
58
*"Tussen familie-album en kompas: hoofdlijnen van het Europees program", 1-1; * "Alternatieven voor een immorele economie", 1-2; * "Het gezin en de goede bedoelingen van de verzorgingsstaat", 1-3; * "In de keuken van de buren: links en rechts over de Europese Gemeenschap", 1-4; * "Een Instituut als het onze", 1-8; In Friesch Dagblad: * "Verhouding Oost-West en de verantwoordelijke samenleving", 22-5; *"CDA-beleid in ontwikkeling", 16-5.
Hun plaatsen worden Ingenomen door resp. de heer dr. P.E. van Staveren, mevr. K. Nieuwenhuizen-Bovee en de heer mr.drs. L.C. Brinkman.
De raad bestaat in het verslagjaar uit: prof.mr. H. Franken (voorzitter), drs. C.J. Bakker (penningmeester), mr. R.H. van de Beeten, H.A. de Boer, A.J. Gijsbers, ir. H. van Harten, prof.dr. J. Klapwijk, prof.dr. B. Krol, mevr. M.E.Ch.E. Nagel-Comelissen, prof.dr. A.J. Vermaat, drs. A.M. Oostlander (secretaris tot juli) drs C.J. Klop (waarnemend secretaris vanaf juli), drs. J. Nauta, mr. R.J. van der Kluit, mevr. A Hermsen-Douma, A.C.J. van Haaften, mr. J. Buijse, drs. W.J. Huisjes, C. Plokhooy, dr. W.L.M. Adriaansen, mevr.drs. A.J. Bakker-Osinga, H.J. van der Meiden, Wm.C. de Kruyf, G. Doomwaard, mevr.drs. J.M.B. Lansink-van Dam, P.E. van Staveren, H. van der Pas, drs. C.O.W. Dubbelman, mr. JA de Boe, dr. H. Knibbe, J. de Graaf, mevr. K. van Nieuwenhuizen-Bovee, mevr. D. Boersma-Barenbrug, jhr.drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland, drs. C. van Helvoirt, prof.d N.H. Douben, prof.mr. P.J. Teunisen, dr. E. Schroten, drs. J. W. Solberg; adviserende leden zijn dr. G.J. Aeers, drs. B. Beumer, drs. C. Bremmer, mr.drs. L.C. Brinkman, F. Borgman, drs. C.J. Klop (tot juli), mr.drs. J.P. Balkenende, mevr.mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, drs. Th.B.F.M. Brinkel, drs. A Klink, drs. A.C. Wielemaker.
Directie Het jaar 1989 staat in het teken van de verkiezingsprograms voor de Tweede Kamer en voor de gemeenteraadsverkiezingen in 1990. De heer Ooedander fungeert als secretaris van de programcommissie voor de Tweede Kamerverkiezingen, bijgestaan door mr.drs. J.P. Balkenende als co-rapporteur. Door de val van het kabinet moet het program versneld worden afgemaakt. "Verantwoord voortbouwen" wordt een program waarin de continuïteit van het beleid gericht op herstel van de economie en het toegroeien naar een verantwoordelijke samenleving zichtbaar zijn. In het verslagjaar treedt de directeur op als technisch voorzitter van de studiecommissie onderwijsbeleid, welke zijn werkzaamheden in juni afrondt Hij is adviserend lid van het Dagelijks Bestuur en het Partijbestuur van het CDA, van de Commissie Buitenland en van de redactie van CD Verkenningen. Vanaf april neemt de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement, waarvoor de directeur kandidaat staat, veel tijd in beslag: werkbezoeken en spreekbeurten staan in april en mei in dit teken. Als leider van de CDA-delegatie in het overleg met de vredesbeweging is de directeur mede-organisator van een vredesconferentie die op 29 september gehouden wordt en waarop een JAARVERSLAG CDA 1989
Ook in 1989 was prof. Franken de voorzitter uan het W.I.
groot aantal Oost-Europeanen op indrukwekkende wijzeactede présence geven. De contacten met de grote vredesbewegingen IKV en Pax Christi vinden hiermee een constructieve voortzetting. De ontmoetingen in het kader van het Overlegorgaan tegen de kernbewapening worden niet meer voortgezet vanwege onoverbrugbare verschillen van inzicht met de kleine vredesgroepen ten aanzien van de regimes en de officiële vredesorganen van de communistische staten. De heer OostJander vervult 12 spreekbeurten (afgezien van de Euro-campagne). Hij geeft een vijftal interviews aan dag- en weekbladpers.
Publlkatles dn. A.M. Ooedander * "Individualisering en solidariteit", CDA-Bestuurdersvereniging 5-1; * Artikel over het conciliair proces, Dagblad Trouw, 5-1; * "De verantwoordelijke samenleving en de Oost-West-relaties", Volks, 11-1; * ,.Het smalle pad van normen en waarden", Dagblad Trouw, 10-2; * "Armoede een veelzijdige verantwoordelijkheid", De Volkskrant, 10-2; * Publikatie ter gelegenheid van de installatie van de Raad voor het Jeugdbeleid, 1-3; * "De verantwoordelijke samenleving en de Oost-West-betrekkingen", maart; * "Het CDA en de verantwoordelijke samenleving", Raad van Kerken; 7-4; *"Vragen aan D'66", D'66 Tijdschrift, 10-5; * "Nonsense politiek", De Volkskrant, 16-5; * "Het CDJA en de zonde van de gezagsgetrouwheid", CDJA-krant Zwolle, 26-5; * "Waarom heidens over liefdadigheid?", Hervormde Gemeente Nijmegen, 8-6; * Stichting Burgerschapskunde. In het Centraal Weekblad: * "Problemen van de ontkerstende mens", 1-3; * "Europa 1992 en de kerken", 3-4; * "Beginselen, carrières en de zonde van de gezagsgetrouwheid", 16-5; * "Democratie - een toverwoord - een versleten begrip", 21-6; In CD Verkenningen:
De heer OostJander legt zijn functie van directeur met de daarbij behorende neventaken neer vanaf de datum van installatie als lid van het Europees Parlement (25 juli 1989). Met ingang van de maand juli treedt dre. C.J. Klop als waarnemend directeur op. Uit dien hoofde neemt hij ook de vertegenwoordigende functies van de directeur waar. In samenwerking met de uitgever Van Loghum Slaterus te Deventer wordt in september een aktie · gehouden om donateurs te werven voor het Instituut. Aldus streeft het Instituut ernaar het aantal vaste afnemers van publikaties op peil te houden nu het aantal service-abonnees bij het CDA terugloopt. De aktie verloopt succesvol: eind december zijn de eerste aanmeldingen binnen, deze belopen dan ruim zeventig donateurs. In november heeft de staf van het Instituut een uitvoerige ontmoeting met de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamerfractie. Met name het thema "verantwoordelijke samenleving" wordt stevig doorgesproken in het licht van de Algemene Beschouwingen. In zijn functie als adjunct-directeur is de heer Klop secretaris van de commissie die het model-gemeenteprogram opstelt. ,,Burgers en bestuurders, samen verantwoordelijk" komt in april beschikbaar voor de gemeentelijke afdelingen van het CDA Lijnen naar de verantwoordelijke samenleving op lokaal niveau zijn in het modelprogram duidelijk terug te vinden. De heer Klop maakt voorts deel uit van de werkgroep opiniepeilingen, van de redactieraad van CD/Actueel, van de pensioencommissie, van de campagnestaf, van de projektgroep verhuizing, van de politieke staf, leidt (samen metJ. Schinkelshoek) de werkgroep spreekschetsen, is adviserend lid van het bestuur van de Stichting Kaderen Vormingswerk (tot aan de fusie van de stichting met de kaderschool), en van het bestuur van de Vereniging van christen-democratische gemeente- en provinciebestuurders. Hij is lid van het begeleidingscollege van het Sociaal en Cultureel Planbureau en docent aan de Kaderschool van het CDA, waar hij "christen-democratische kernbegrippen" inleidt. De heer Klop vervult in het verslagjaar acht spreekbeurten bij respectievelijk de Universiteit voor theologie en pastoraat te Heerlen, de Driestar, de Universiteit van Amsterdam,
59
de Rijksuniversiteit Utrecht, de Raad van Kerken en de Katholieke Universiteit Brabant. Hij spreekt over kerk en staat, christendemocratische besturingsconcepties, armoede, gezondheidszorg, media en de betekenis van de grondslag voor het CDA. Pabllkaties dn.C..J.Kiop * "Massa- of kassacommunicatie", Fries Dagblad, 3 maart; * "Politiek vormingswerk in de verantwoordelijke samenleving", Burgerschapskunde maart· * :• zergvernieuwing door structuurverandering", ' ' Fnes Dagblad, mei; *"Gelijke behandeling", Fries Dagblad, mei; *"CDA-model gemeenteprogram 1990 verschenen", Bestuursforum, april; * "Condooms dienen eenvoudig verkrijgbaar te zijn, ~e~gelijking modelprograms PvdA, CDA en WD , Bestuursforum, mei; * "Een christendemocratische visie op de financiering van het milieubeleid en de milieuzorg", Openbare Uitgaven, oktober (samen met drs.A.van Boven); *"De kunst van het compromis", CDVerkenningen, september; *"De cultuur van de verantwoordelijke samenleving", CDVerkenningen, november; * "Sociale vernieuwing", CDVerkenningen, december; * "Wat de dokter doet moet weer goed worden", Katholiek Nieuwsblad, oktober; * "Vrijheid, gelijkheid, broederschap" Evangelisch Commentaar, december; ' * "Profiel van de christendemocratie in Nederland"(verschijnt bij de EVP).
Sector Welzijn Het sectoroverlegorgaan, dat de studies op dit beleidsterrein beoordeelt en begeleidt, bestaat in het verslagjaar uit: prof.dr. E. Schroten (voorzitter), G.C. de Bruijn, mr.dr. A.P.J. van der Eijden, drs. C. Groen, A.J. Gijsbers, mevr. drs. A. Kreutzkamp-Schotel, dr. W.H.G. Wolters, secretaris: drs. C.J. Klop (vanaf 1 december: drs. A.C. Wielemaker). Omdat er in deze sector gedurende het grootste deel van het jaar een vacature voor een wetenschappelijk medewerker bestaat komt het sectorverlegorgaan niet bijeen. De werkzaamheden, welke nog door drs. C.J. Klop worden waargenomen, betreffen enkele gesprekken tussen het CDA en KRO en
[i]l
NCRV, alsmede het rapporteurschap voor het hoofdstuk volksgezondheid en maatschappelijke dienstverlening van het verkiezingsprogram voor de Tweede Kamerverkiezingen. De heer Klop houdt een inleiding op het symposium "zorgen over zorg", waar de Hattinga Verschure-prijs wordt uitgereikt (RU Utrecht). De fractiebegeleidingscommissie volksgezondheid, onder voorzitterschap van drs. F.J.M. Werner, komt enkele malen bijeen, met name in het kader van de totstandkoming van het verkiezingsprogram.
Sector Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu,Verkeer en Vervoer Het sectoroverlegorgaan, bestaande uit prof.mr. P. de Haan (voorzitter), dr. P . Hörchner, ir. F.J. Creemer, mr. P.C. van Wijmen, drs. H.J. Viersen, ir. P.A.M. Cornelissen, drs. H.J. van Bemmel en drs. C.J. Klop (secretaris) bespreekt de probleemstelling voor een studie naar het milieubeleid. De studie gaat over de internationalisering van normen van rentmeesterschap in de sterk vervuilende sectoren van de maatschappij, zelfregulerend vermogen, handhaafbaarheid van wetten en regels, wijze van normstelling; voorts over milieubeleid in de EG en ander grensoverschrijdend milieubeleid; de rol van milieugroepen, essentiële overheidstaken en in het algemeen gesproken; over de vraag of er een groene economie bestaat. Een studiecommissie wordt gevormd. De feitelijke start van de studie wordt echter vertraagd doordat de secretaris/rapporteur in juli belast wordt met het waarnemend directeurschap van het Instituut. In de oktobervergadering van de Stichtingsraad van het Wetenschappelijk Instituut leidt de heer Klop de probleemstelling van de voorgenomen studie in. In de loop van het verslagjaar verleent hij voorts medewerking aan de CDA-werkgroep die de partijpolitieke discussie over het milieubeleid begeleidt, welke op de voorjaarspartijraad met een resolutie wordt afgerond. Stagiaire A. van Boven, die door de heer Klop wordt begeleidt, rondt zijn studie aan de EUR succesvol af met een scriptie inzake ondernemersgedrag en milieuzorg. Klop en Van Boven schrijven samen een artikel over christen-democratie en de financiering van het milieubeleid in , ,Openbare uitgaven".
Sector onderwijs en wetenschappen Voorzitter drs. J.W. Solberg, secretaris drs. A. Klink. Leden van het sectoroverlegorgaan: M. Baayens, W. Dijkhuizen, dr. J. de Jonge, Ir. W.C.M. van Lieshout, prof.dr. R.P. Zuidema. Op 25 september publiceert het Instituut het
JAARVERSLAG CDA 1989
aandachttrekkende rapport "Ruimte voor kwaliteit". Het rapport bevat een christendemocratische visie op de onderwijspolitiek De geschiedenis van de Nederlandse onderwijsstelsels (openbaar en bijzonder onderwijs) wordt belicht. Er volgt een schets van de bevoegdheden en onderwijstaken van de overheid. Het rapport biedt een visie op het bestuur en beheer van het onderwijs, op de verhouding tussen openbaar en bijzonder onderwijs, de bekostiging en planning van onderwijsvoorzieningen en ten slotte op de kwaliteitsbevorderende en deugdelijkheidsbewakende rol van de overheid. Op al deze fronten pleit de publicatie voor veranderingen in de onderwijspolitiek Ruimte moet er komen voor schoolbesturen en directies om eigen doelstellingen te formuleren en een herkenbaar schoolbeleid te voeren. Een vermaatschappelijking van planningsbevoegdheden, een bekostigingsstelsel dat scholen meer beleidsinhoudelijke armslag biedt en een deugdelijkheidsbewaking die vooral door scholen zelf ter hand genomen wordt, zijn de oogmerken van de betreffende studie. Korte tijd later bleek dat vooral de ideeën over de planningsmethode doorwerkten in het regeerakkoord van het kabinet Lubbers lil. Het rapport is opgesteld door een studiecommissie waarvan drs. A.M. OostJander voorzitter was. Leden van de commissie: drs. J.C. van Bruggen, mr. M. Frederix, drs. G.A.J. Janssen, drs. K. de Jong Ozn., mw. C.W.M. Jongma-Roelants, ir. W.C.M. van Lieshout, prof.mr. A. Postma, ir. P. van Rijn, mw. Y. Schram, G. Verhey, mw. M. de Boer (co-rapporteur), drs. A. Klink (secretaris/rapporteur) van de commissie. Op 18 november 1989 vindt in Concordia te Hoogland een studieconferentie plaats waarin "Ruimte voor kwaliteit" centraal staat. Als inleiders treden op drs. W.J. Deetman, prof.dr. A. Postrna, prof.dr. A.K. Koekkoek, drs. J.C. van Bruggen. Drs. K. de Jong Ozn. houdt een slotbeschouwing. De conferentie wordt voorgezeten door drs. C.J. Klop. Tijdens het middaggedeelte vindt een forumdiscussie plaats waaraan eveneens wordt deelgenomen door drs. A. Klink. Het rapport, de pers- en studieconferentie trekken sterk de aandacht. De positie van het openbaar onderwijs, de integratie tussen studiefinanciering en sociale zekerheid, de inrichting van de basisvorming, de situering van scholen; het zijn alle thema's die de landelijke pers halen. De hoofdredactionele commentaren van landelijke dagbladen besteden er aandacht aan. Er verschijnen commentaren in de vakliteratuur, interviews met commissieleden en discussieprogramma's op de radio. De heer Klink heeft vraaggesprekken met Veronica Nieuwslijn, Tros Aktua, NCRV's !:lier en Nu, met de NRC, het Parool, het Binnenhof en andere dag- of weekbladen.
60
-
--
-~-
--
--
-----
Enorme drukte bij de persconferentie over het rapport "Economische groei". Achter de tafel de heren Oost/ander, Balkenende, Zij/stra, Boorsma en Hirsch Bal/in.
De heer Klink treedt op als sectorrapporteur van de landelijke programcommissie op het terrein van onderwijs en wetenschappen. In dat kader licht hij het program toe op de Partijraad van 27 mei en schrijft hij een achttal notities voor de bundel spreekschetsen (onderwijs, welzijn en cultuur). Tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen verricht de heer Klink ondersteunende activiteiten voor minister Deetrnan. In het najaar gaat een commissie onder leiding van drs. J. de Geus, gedeputeerde van Noord-Brabant, van start, die het modelprogram voor de provincies (1991-1995) opstelt. De heer Klink is secretaris/rapporteur van deze commissie. Voorts werkt de heer Klink aan het rapport over de christen-democratische visie op de overheid, dat in het najaar van 1990 zal verschijnen. Van de hand van de heer Klink verschijnen een vijftal artikelen. Hij houdt vijftien spreekbeurten binnen en buiten het CDA (diverse CDA-afdelingen, Kader en Vormingswerk, Stichtingsraad W.I., Provinciaal Orgaan Welzijn Zuid Holland, Ons Middelbaar Onderwijs, diverse scholengemeenschappen, Duitse Studenten, Adriaan v.d. Ende Genootschap van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen - tesamen met prof. dr. A. Postrna -, de jhr.mr. A.F. de Savomin-Lohmanstichting, over diverse onderwerpen: verzorgingsstaat en welzijnsbeleid, theocratie en christen-democratie, planning van onderwijsvoorzieningen, kwaliteitsbewaking in het onderwijs, christen-democratische gemeentepolitiek, de grote operaties en sociale vernieuwing, de christen-democratie in Europa enz. De heer Klink adviseert een tiental CDA-afdelingen over het lokale onderwijsbeleid (gemeentelijke onderwijsnota' s, planningsvraagstukken), over het welzijnsbeleid (proJAARVERSLAG CDA 1989
vindaal subsidiebeleid op het terrein van steunfuncties) en verwante organisaties over staatkundig-politieke vraagstukken (verhouding kerken en overheid). Voorts begeleidt de heer Klink de stagiaire, mevrouw M. de Boer, vanuit de Rijksuniversiteit te Utrecht. Zij studeerde af in de studierichting onderwijskunde.
Pablikatles A. Klink
* "De democratisering van de rechtsstaat", Bestuursiorum januari 1989 (mede-auteur mr. drs. J.P. Balkenende), * "Privatisering in perspectief', Bestuursforum januari 1989, * "Het onderwijsbeleid uitgedaagd", Bestuursforum december 1989 * "Gespreide verantwoordelijkheid in plaats van functionele decentralisatie", Bestuurswetenschappen 1989 (mede-auteur mr.drs. J.P. Balkenende).
Sector sociaal-economisch beleid Voorzitter: prof.dr. N.H. Douben, secretaris: mr.drs. J.P. Balkenende Leden van het sectoroverlegorgaan: prof. dr. J.J.J. van Dijck, dr. P.B.R. de Geus, H. Hofstede, prof. E.J. Kimman sj., S. Veninga, prof.dr. A. Wattèl, prof.drs. J. Weitenberg. In dit verkiezingsjaar wordt veel inzet voor de partij verlangd. Zo moet na de val van het tweede kabinet-Lubbers grote spoed worden betracht met de afronding van het concept-verkiezingsprogramma. De heer Balkenende is co-rapporteur van de programcommissie. Extra taken komen bij de co-rapporteur te berusten wanneer de rapporteur drs. A.M. OostJander in de maanden juni en juli in beslag wordt genomen door de Europese verkiezingen. In dat kader worden overigens ook diverse activiteiten ondernomen door de heer Balkenende die als kandidaat deelneemt aan de Eurocampagne. Tijdens de
campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen verricht de heer Balkenende ondersteunende activiteiten voor staatssecretaris Van Rooy. In november schrijft hij, op verzoek van de partijvoorzitter, een notitie over "Sociale vernieuwing in een verantwoordelijke samenleving", welke als advies wordt ingebracht bij de Algemene Beschouwingen. Het hoogtepunt in de activiteiten voor het Wetenschappelijk Instituut vormt de publikatie op 5 april van het rapport "Economische groei. Een christen-democratische beschouwing''. Het rapport is opgesteld door een studiecommissie onder voorzitterschap van oud-premier en oud-president van De Nederlandsche Bank dr. J. Zijlstra. Leden van de commissie: prof.dr. P.B. Boorsma, dr. P.B.R. de Geus,. prof. mr. E.M.H. Hirsch Ballin, mr. H.B. van Liemt, prof.dr. L.B.M. Mennes, H. van der Meulen, prof.dr. L.F. van Muiswinkel, jhr.mr. F.O.J. Sickinghe en drs. H.H.F. Wijffels. Mr. drs. J.P. Balkenende is secretaris/rapporteur van de commissie. Het rapport bepleit een verantwoorde economische groei. Daarvoor zijn onder andere nodig: meer werk in een schoner milieu, optimalisering van vestigingsfactoren en behoedzaamheid in de sfeer van de overheidsfinanciën. Het rapport staat stil bij het verband tussen groei en technologische ontwikkeling, het milieuvraagstuk, economische internationalisering en groeibevorderende en -belemmerende factoren. De publicatie wordt besloten met een beschouwing over Nederland in de jaren '90, waarin diverse beleidsaanbevelingen worden gedaan. Het rapport trekt zeer de aandacht en is , ,voorpagina-nieuws". Op 22 april vindt in het Jaarbeurscongrescentrum te Utrecht een studieconferentie plaats, waarin het rapport centraal staat. Dr. Zijlstra geeft een toelichting op het rapport. WRR-voorzitter prof.dr. W. Albeda spreekt
61
over "grenzen aan de groei". Minister van Financiën dr. H.O.C.R. Ruding bespreekt het onderwerp "Groei en de overheidsfinanciën: internationale en nationale aspecten". Tijdens het middaggedeelte vindt een forumdiscussie plaats waaraan eveneens wordt deelgenomen door mr. J. P. van Ierse!, lid van de Tweede Kamer en voorzitter van de CDA-fractiecommissies Economische en Europese Zaken. Het dagvoorzitterschap is in handen van drs. A.M. Oostlander. In het najaar oriënteert de heer Balkenende zich op een nieuw onderzoeksproject: nieuwe armoede. Het onderwerp komt aan de orde tijdens een vergadering van het sectoroverlegorgaan, mede aan de hand van een inleiding van prof. Kimman. Het ligt in het voornemen van het sectoroverlegorgaan om in de loop van 1990 een beleidsadvies over dit thema uit te brengen. Ook in 1989 is de heer Balkenende redactie-secretaris van Bestuursforum, het maandblad voor CDA-raads- en Statenleden. Eén nummer is gewijd aan het thema ,,Grote steden'', terwijl in dit jaar tevens een artikelenserie over "democratie" wordt opgenomen. Voorts is de heer Balkenende voorzitter van de redactie van Samsom's Handboek voor Gemeenteraadsleden. Mede met het oog op de raadsverkiezingen in 1990 bereidt hij, samen met de griffier van de provincie Overijssel drs. J.M. Staatsen, een hoofdstuk voor dit handboek voor, getiteld "De toekomst van de gemeente, de gemeente van de toekomst". Publicatie zal in de loop van 1990 plaatsvinden. Door de stafmedewerker
wordt deelgenomen aan een drietal conferenties van de Konrad Adenauer Stiftung in Brussel. Van de hand van de heer Balkenende verschijnen elf artikelen. Hij houdt zesentwintig spreekbeurten binnen en buiten het CDA (Vrouwenberaad, Bestuurdersvereniging, CDJA, diverse CDA-afdelingen, Woodbrookers, Christelijke Studenten Delft, TNO, Vereniging voor Administratief Recht, kerkelijke activiteiten, Slotemaker de Bruïne Instituut, Platform jonge academici enz.) over diverse onderwerpen: individualisering en solidariteit, Europa 1992, technologie, responsible society, Nederlands beleid en bestuursrecht onder druk, armoede, sociale zekerheid, bestuurlijke vernieuwing enz.
- "Europa: meer dan economie", RO, orgaan van de retinistenvereniglng SSR, september 1989 - "Het overheidsapparaat In beweging", Interview met minister Van Dijk, Bestuursforum, oktober 1989 (mede-auteur drs. J.D. Gabor) - "Het regeerakkoord van CDA en PvdA", Bestuursforum, november 1989 - "Gespreide verantwoordelijkheld In plaats van functionele decentralisatie", Bestuurswetenschappen, november 1989 (mede-auteur drs. A Klink)
Sector Baltenland
Leden van het Sectoroverlegorgaan zijn: prof.mr. P.J. Teunissen (voorzitter), prof.dr. L.B.M. Mennes, prof.dr. G.A. de Bruijne, drs. W.K.N. Schmelzer, mr. C.A. Bos, drs. A.M. Oostlander (na zijn vertrek: drs. C.J. Klop) en drs. Th.B.F.M. Brinkel (secretaris). Pabllkatlea d.P. Balkenende: 1989 is het jaar van de voltooiing van het - "Een basisinkomen in de verantwoordelijke sa- rapport "Zuid Afrika; mensenrechten en menleving?", Katholiek Nieuwsblad, 10 januari buitenlands beleid". De studiecommissie, 1989 - "De democratisering van de rechtsstaat", Be- die het rapport geschreven heeft, bestaat uit stuursforum, januari 1989, (mede-auteur drs. A prof.dr. H. de Haan (voorzitter), W.J. Bos, Th. Derkx, A. Hordijk, dr. A. Kruyswijk, drs. Klink) A.J. van der Meer, dr. R.J. Mooi, dr. H. van - "1992", Bestuursforum, mei 1989 - "Boycot van tropisch hardhout: een warm ge- Ruller, ir. E.J. de Rijck van de Gracht, voel?'' (Interview met minister Bukman en staats- mevr.drs. T.L.E. Strop-von Meijenfeldt, drs. secretaris Van Rooy), Bestuursforum, juni/juli Th.B.F.M. Brinkel (secretaris). Als adviseurs 1989 treden op drs. J.J.M. Penders (vanuit het - "Nederlands beleid en bestuursrecht onder Europese Parlement) en drs. H.J.B. Aarts druk", Bestuursrecht na 1992, pre-adviezen van de Vereniging voor Administratief Recht, Alphen (vanuit de Tweede Kamer). Voor de laatste hand aan de tekst wordt gelegd raadpleegt aan den Rijn 1989, blz. 13-26 -"Economie en ethiek weer in elkaar gaan schui- de studiecommissie een groot aantal desven", Trouw, 21 juli 1989 kundigen. Van hen moet hier vermeld wor-"Grote steden hoger op de politieke agenda van ·den in ieder geval dr. C.F. Beyers Naudé, het CDA", Bestuursforum, augustus/september met wie de studiecommissie een zeer inten1989 sieve discussie kan voeren. Daarnaast wordt een besloten studiedag gehouden, bij welke gelegenheid de studiecommissie een grote hoeveelheid suggesties in ontvangst kan nemen. Op 2 mei komt het rapport uit. Die gelegenheid raakt helaas wat op de achtergrond door de val van het kabinet Lubbers-U die dag. Toch komen er zeer veel, vooral positieve reacties binnen. Ook in de Zuidafrikaanse pers wordt het rapport besproken. Het Zuid Afrikarapport heeft in ieder geval een rol kunnen spelen bij de teksten van het CDA-verkiezingsprogram. De artikelen over Zuid Afrika in "Verantwoord voortbouwen" geven de essentie weer van de aanbevelingen van het WI-rapport. Op 23 september organiseert het Wetenschappelijk Instituut een studiedag over het rapport. Een aantal conferentiedeelnemers grijpt die gelegenheid aan om hun hart over dit tere onderwerp te luchten. Veel indruk maakt de toespraak van dr. Shun Govender, theoloog en directeur van het Kalros-centrum in Zuid Afrika. Het verslag van de studieconferentie wordt aan het einde van het jaar gemaakt en zal begin 1990 aan de deelnemers worden toegestuurd. De secretaris van de studiecommissie voert besprekingen met het seTalrijke aanwezigen luisteren naar de forumdiscussie tijdens de studieconferentie over hetZuidafrika-rap- cretariaat van de Europese Volkspartij in Brussel over vertalingen van het rapport. port.
JAARVERSLAG CDA 1989
62
Tegelijkertijd behoudt de zaak van vrede en veiligheid de aandacht van deze sector. De heer Brinkel neemt deel aan gesprekken met de Raad van Kerken, Pax Christi en het IKV over dit onderwerp. Vooral de bevrijdende gebeurtenissen in Oost Europa worden gevolgd. Het Wetenschappelijk Instituut organiseert samen met de PvdA, Pax Christi en het IKV een Oost-Westsymposium op 22 september. Het sectoroverlegorgaan vergadert eind 1989 over een nieuw thema om een studie aan te wijden. Die nieuwe studie zal gericht zijn op de Oost-Westverhoudingen en in het bijzonder de Duitse eenwording. De sectorsecretaris brengt begin december een bezoek aan Berlijn (West en Oost). In West Berlijn houdt de CDU een partijdag over de hereniging. De heer Brinkel houdt dit jaar 12 spreekbeurten. Daaronder vallen twee colleges voor de Luchtmacht Opleidingsschool in Gilze Rijen, vier spreekbeurten in het kader van het Conciliair Proces, een inleiding voor het PvdA-gewest Rotterdam over het veiligheidsbeleid van de PvdA, een inleiding voor het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlandse Protestantisme over dr. Ph.J. Hoedemaker, een college voor de kaderschool en enige forumoptredens. Veel aandacht vraagt de medewerking aan de Programcommissie. De heer Brinkel is rapporteur van het hoofdstuk Buitenland van "Verantwoord voortbouwen". Voorts maakt hij deel uit van de campagnestaf bij de verkiezingen voor het Europese Parlement en de werkgroep "Statements" voor de Tweede Kamercampagne.
Historisch Comité Christen Democratie De heer Brinkel fungeert als ambtelijk secretaris van het Historisch Comité. Uit dien hoofde is hij secretaris van het Comité Herdenking Hoedemaker, dat voorts bestaat uit dr. G. Abma, dr. G. Bos (voorzitter), dr. J. de Bruijn, drs. R. H. M. de Jonge, prof. dr. mr. A. Postma. In het kader hiervan wordt een plechtige herdenking georganiseerd op 23 juni in de Noorderkerk in Amsterdam. In september komt de bundel uit "Hoedemaker herdacht", waarin een groot aantal theologen, historici e.a. hun visie geven op het theologische en politieke denken van dr. Ph.J. Hoedemaker. In samenwerking met het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlandse Protestantisme en de Confessionele Vereniging organiseert het Historisch Comité tenslotte op 27 oktober een symposium over dit onderwerp aan de Vrije Universiteit.
Christen Democratische Verkenningen De redactie van Christen Democratische JAARVERSLAG CDA 19H9
* Interview met drs. R. F. M. Lubbers, CD/Actueel, 15-7-1989; * "Technocratisch meebeheren van de b.v. Ne-
derland", Friesch Dagblad 16-7-1989. * Interview met drs. R.F.M. Lubbers, CDA-Krant 24-7-1989; *Interview met drs. W.G. van Velzen, CD/Actueel 2-9-1989; *Artikel over Zuid Afrika, CD/Actuee116-9-1989; * "Eerst maar eens afwachten of het De Klerk menens is", Podiumpagina Trouw 27-10-1989. * "Politiek vanuit diepe overtuiging", Christen Democratische Verkenningen (1989 nr. 10) 456460. En voorts: * "Vreemden onder het uitverkoren volk. Hoedemaker en de katholieken in de Nederlandse politiek", Hoedemaker herdacht (Baarn 1989) 246257.
Mr. Jos van Gennip, lid van de redactie van CD! Verkenningen. In het voorjaar van '90 werd bekend dat Van Gennip Oost/ander als W.I.-directeur zal opvolgen.
Verkenningen ondergaat in het verslagjaar enige wijzigingen. Prof.dr. W. Albeda, dr. J.W.A. van Dijk, dr. KJ. Hahn, drs. A.M. Oostlander, prof.dr. C.J. Rijnvos en prof.dr. AG. Weiier moeten de redactie verlaten. Tot dit gezelschap treden toe: drs. C.J. Klop, mevr.drs. M.J.Th. Marteos en prof.dr. H.E.S. Woldring. De totale redactie ziet er daardoor eind 1989 als volgt uit: ir. W.C.M. van Lieshout (voorzitter), drs. H. Eversdijk, mr. J.J.A.M. van Gennip, drs. J. Grin, mr. A.K Huibers, drs. C.J. Klop, drs. M.J.Th. Martens, dr. H. van Ruller, mevr.drs. T.LE. strop-von Meijenfeldt, prof.dr. H.E.S. Woldring, mr. LB.M. Wüst, drs. Th.B.F.M. Brinkel (secretaris). Het zomernummer van Christen Democratische Verkenningen staat in het teken van de herdenking van 200 jaar Franse Revolutie. Vooral wordt aandacht besteed aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Bijdragen zijn geleverd door o.a. prof.dr. J.M.M. de Valk, prof. mr. A.M. Donoer, prof.dr. A.M. Manning, dr. G. Puchinger, prof.dr. Joh. Verkuyl. In oktober staat het blad stil bij het afscheid van drs. AM. Oostlander als directeur van het Wetenschappelijk Instituut en als lid van de redactie. In die hoedanigheid schreef hij iedere maand een Presicoop. Daarin stelde hij op prikkelende en inspirerende wijze thema's aan de orde die voor de christen-democratie van belang zijn.
Publikaties drs. Th.B.F.M. Brinkel * "Tijd van ideologie of pragmatisme", Friesch Dagblad 9-1-1989; * "Beginselen zijn niet opzij te zetten", Friesch Dagblad 24-1-1989; * "Het Verenigd Europa en de nationale staat", Christen Democratische Verkenningen (1989 nr. 5) 225-230. * "Absolute macht is uit de gratie", Christen Democratische Verkenningen (1989 nr. 6/7) 314318.
Sector Justitie en Binnenlands Bestuur Voorzitter: prof. mr. E.M.H. Hirsch Ballin (tot zijn benoeming als minister van justitie in november). Secretaris: mevr.mr. Y.E.M.A Timmerman-Buck. Leden van het sectoroverlegorgaan: jhr.drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland, prof.mr. P. de Haan, R.H. Hessing, mr. H.J.M. Jeukens, prof.mr. S.C.J.J. Kortmann, dr. H. van Ruller en prof.mr. T.M. Schalken. Mevrouw Timmerman-Buck, die part-time aan het Instituut verbonden is, is gedurende dit jaar vanwege zwangerschap en bevalling ongeveer drie maanden met verlof thuis. Gedurende dit verslagjaar concentreren de werkzaamheden zich op een goede afronding van het rapporteurschap voor de landelijke verkiezingsprogramcommissie (in het bijzonder voor het hoofdstuk Justitie), alsmede op voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van een WI-rapport over gentechnologie (literatuurstudie, conferenties over de problematiek met betrekking tot de gentechnologie en gesprekken met terzake deskundigen). De startnotitie ten behoeve van de in te stellen studiecommissie is dit verslagjaar samengesteld. Het belang van het ontwikkelen van een herkenbare christen-democratische visie op hetgeen de gentechnologie vermag te bewerkstelligen, is, op aandrang van de Partijraad, door het CDA nog eens onderstreept in het verkiezingsprogram ,,Verantwoord voortbouwen'' (1990-1994). Zo stelt het hoofdstuk "Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening" onder andere: "Erfelijkheidsonderzoek bij de mens kan een positieve bijdrage leveren in de gezondheidszorg. Het roept echter ook ethische en maatschappelijke vragen op. Het gebruik van dit soort onderzoek dient daarom wettelijk te worden geregeld" (art. 1.2.11) en "Het toepassen van gen-therapie dient nader te worden bestudeerd en zonodig geregeld. Methoden en doeleinden dienen te worden getoetst op veiligheid en ethische aanvaardbaarheid. 63
Gen-therapie mag geen eugenetica worden, noch de uniciteit en de waardigheid van de mens aantasten" (art. 1.5.12).
vervullingen binnen de verschillende fractiebegeleidingscommissies vergen hierbij de aandacht.
Mevrouw Timmerman-Buck houdt dit verslagjaar 10 spreekbeurten: 6 over medische voortplantingstechnieken (Katholiek Vrouwengilde Aalst/Waalre, NCVB Noord-Holland-Noord, Katechesanten gereformeerde kerken Zevenhuizen, CDA-Vrouwenberaad Monster, CDA-Kaderschool, over moraal en recht (toerustingswerk Hervormde enGereformeerde Kerk Drachten), over familierechtelijke aspecten van de voortplanting (Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht), over politieke aspecten van de ethiek in de gezondheidszorg (NCVB Zuid-HollandNoord), en over in vitro fertilisatie vanuit genimistisch perspectief (studentenpastoraat Vrije Universiteit Amsterdam)). Op 11 mei geeft zij in het KRO-radioprogramma ,,Klasse" haar reactie op de vraag "Is een vader noodzakelijk?". Het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA wordt ook dit jaar door mevrouw Timmerman-Buck vertegenwoordigd in de CDA-Werkgroep Homofilie en in de Commissie Werkgroepenwerk van de Stichting Kader- en Vormingswerk. Zij is tevens verantwoordelijk voor de coördinatie binnen het Instituut van de fractiebegeleidingscommissies. Met name de vacature- .
In dit verslagjaar heeft mevrouw Timmerman-Buck 5 artikelen gepubliceerd. Pabllkati- mevr.mr. Y.E.M.A.Tim· mer.an-Back: * "De verleiding te groot", in Christen Democratische Verkenningen (maart 1989) blz. 108-117. * "Donorkind mag weten wie de donorvader is", Podiumpagina Dagblad Trouw, 15 april1989. * "Kunstmatige bevruchting alleen voor heteroparen", Open Forumpagina van De Volkskrant, 15 april1989. * Reactie op een bespreking van het rapport "Zinvolleven" in Tijdschrift MARA, jrg. 2, nr. 3 (mei 1989) blz. 35-37. * "Samenlevingsvormen", in de serie over de verantwoordelijke samenleving, Friesch Dagblad, 3 juni 1989.
Samenvatting beleidsadvisering t.b.v. het CDA-Partijbestuur In 1989 neemt de beleidsadvisering t.b.v. het partijbestuur 375,5 dag in beslag voor de wetenschappelijke staf en 150 dagen voor het secretariaat. Eén fulltime equivalent omvat 242 dagen per jaar. De beschikbaar gestelde fte is dus ruimschoots overschreden.
De werkzaamheden betreffen: - verkiezingsprogram voor de Tweede Kamerverkiezingen - model-gemeenteprogram - model-provincieprogram - paper voor discussie met Raad van Kerken - partijpolitieke discussie milieubeleid - spreekschetsen - notitie sociale vernieuwing - beleidsadvies armoede -EVP-program - secretariaat commissie NIC' S - campagnestaf Euroverkiezingen
Secretariaat Op het secretariaat zijn vier medewerksters werkzaam: mevr. T. lvens, belast met de dagelijkse leiding en met zaken die de organisatie van het instituut betreffen, mevr. J. Hageman, die samenwerkt met mevr. Timmerman-Buck en de heren Brinkel en Klink en zich in het bijzonder bezighoudt met automatisering; mevr. H. Veringa-Loomans als redactie-secretaresse van CDVerkenningen en belast met overige redactionele werkzaamheden. Mevr. W. Renkema nam in het verslagjaar afscheid. Per 1 mei kon het secretariaat mevr. K. Ranti welkom heten als secretaresse van de heren Klop en Balkenende.
13. Bestuurdersvereniging
Veel bijzondere activiteiten en publikaties Trefwoorden voor de bijzondere ac· tiviteiten van de vereniging · naast het gewone werk · in 1989 waren: gemeenten en buitenlands beleid ( de titel van een brochure en het on· derwerp van de jaarlijkse conferen· tie), bestuurlijke vernieuwing (pa· blikatle van "het" rapport), demo· eratie in gemeente en provincie (een serie artikelen in Bestaarsforam) en grote steden (themanummer en on· derwerp van een ledenraadsverga· dering) Daarnaast vroegen weer tal van onderwerpen de aandacht. De jaarlijkse conferentie, op 20 mei, had ditmaal als thema: Gemeenten - provincies, Europa en buitenlands beleid'. De belangstelling hiervoor was geringer dan op grond van de actualiteit van het onderwerp mocht worden verwacht: 75 personen waren aanwezig in Engels te Rotterdam. Het programma omvatte drie inleidingen. Drs. J.J.M. Penders, voorzitter van de CDA-delegatie in het Europees Parlement en lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, sprak over "Europa (1992) en de lagere overheden". De tweede inleiding werd verzorgd door drs. P. BukJAARVERSLAG CDA 1989
man, toen nog minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Zijn onderwerp was: "Taken voor gemeenten en provincies op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking". Ten-
slotte hield hetTweede Kamerlid mr. J.G. de Hoop Scheffer een inleiding over "Gemeenten/provincies en buitenlands beleid". 's Middags was er een forumdiscussie onder leiding van de dagvoorzitter, mevrouw drs. K.M.H. Peijs, toen nog lid van het verenigingsbestuur, inmiddels lid van het Europees Parlement. Het forum bestond verder uit: drs. P. Bukman, mr. T. Elzenga (burgemeester van Bolsward), mr. J.G. de Hoop Scheffer enK. de Vlies (wethouder in Delft en voorzitter van de LOTA (Lagere overheden tegen apartheid)). De slottoespraak werd gehouden door drs. C.P. van Dijk, toen nog minister van Binnenlandse Zaken. Een verslag van de conferentie is opgenomen in het junii-julinummer van Bestuursforum Zeer groot (190 inschrijvingen) was de belangstelling voor de studiedag over Fractiestrategie op 14 oktober in De Reehorst te Ede. Deze bijeenkomst werd belegd in samenwerking met het Scholingsinstituut van het CDA. Onder meer kwam aan de orde met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen - hoe beleid wordt gemaakt door raadsfracties, hoe het fractiewerk doelmatig kan worden georganiseerd en hoe men met con64
flicten kan omgaan. Over het ontwikkelen van een fractiestrategie sprak drs. H. Eversdijk, toen nog vice-voorzitter van de CDAfractie in de Tweede Kamer. De tweede inleiding - over samenwerking in een fractie en het omgaan met conflicten - werd verzorgd door drs. J. Zijlstra, raadslid in Eindhoven en voorzitter van de Royementscommissie van het CDA. Na de inleiding volgden groepsdiscussies. 's Middags was er een forumdiscussie onder leiding van de dagvoorzitter, H.H.L.M. Pröpper, burgemeester van West Maas en Waal en lid van de Eerste Kamer. Het forum werd verder gevormd door M.M. Kokxhoorn-Papenhove (voorzitter van de CDA-fractie in de staten van Zuid-Holland), het Tweede-Kamerlid dr. A.G.W.J. Lansink en drs. J. Zijlstra. Een verslag van de studiedag is opgenomen in het novembernummer van Bestuursforum.
Statendag Dit jaar werd de CDA-statendag georganiseerd door de statenfractie in Noord-Brabant, en wel op 30 september. Zoals gebruikelijk gaf de vereniging financiële en organisatorische steun aan deze bijeenkomst van
___..
DEMOCIATIE
In Bestuursforum stond een serie over democratie in gemeente en provincie.
JAARVERSLAG CDA 1989
Op het dakterras van hotel Engels te Rotterdam tijdens de jaarlijkse conferentie van de Bestuurdersvereniging.
provinciebestuurders en Eerste-Kamerleden. De ochtend van de drukbezochte bijeenkomst werd gevuld met een welkomstwoord van dr. ir. J. W.M.A. Hou ben, voorzitter van de CDA-fractie in de Brabantse staten, en toespraken van gedeputeerde drs. J. de Geus (over "De taak en positie van de provincie in de toekomst"), de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben, mr. drs. L.C. Brinkman, toen nog minister van WVC (als vervanger van premier Lubbers) en dr. P.A.J.M. Steenkamp, voorzitter van de Eerste Kamer. Voor de Brabantse koffietafel in het provinciehuis gaf drs. L.J.J. van Nistelrooij, vice-voorzitter van de statenfractie, met een video-presentatie een toelichting op het middagprogramma, dat bestond uit drie excursies. De deelnemers aan de excursie "Landbouw en milieu" brachten een bezoek aan het mestverwerkingsbedrijf Promest in Helmond, het "Praktijkonderzoekproject beperking ammoniakemissie veehouderijbedrijven" in Moergestel en een landbouwbedrijf waar mestinjectie wordt toegepast. De tweede excursie was gewijd aan "Cultuur en museaal beleid". Zij voerde de deelnemers naar het Noordbrabants Museum en de kathedraal van Sint Jan in Den Bosch. De derde excursiegroep bracht een bezoek aan het Autotron in Drunen, waar gedeputeerde P. Wagtmans een inleiding hield over toerisme en recreatie, en aan het Huis van de toekomst. Aan het eind van de midddag konden alle deelnemers nog een rondrit maken door het Safaripark Beekse Bergen, waar de dag werd afgesloten met een buffet in het restaurant van het park.
Bestuursforum In de jaargang 1989 van Bestuursforum is
onder meer een serie artikelen - onder de titel "Omgaan met elkaar" - gepubliceerd over Democratie in gemeente en provincie. In de serie zijn de volgende onderwerpen behandeld: het democratie-begrip van het CDA en zijn erflaters; directe democratie; de herziening van de Kieswet; de onderlinge verhoudingen tussen de gemeentelijke, resp. provinciale bestuursorganen; de legitimatie van overheid en politiek; inspraak en participatie; deelgemeenteraden; de relatie tussen bestuurders en pers; volksvertegenwoordigers en het overheidsapparaat; de doeltreffendheid van democratisch bestuur. Aan de artikelenserie is meegewerkt door: dr. M.E. Beek, mr. drs. J.P. Balkenende, drs. L.M.M. Bolsius, O.C. Dekker, mr. drs. A.H.M. Dölle, dr. G.J. Fleers, D.Y.W. de Graaff-Nauta, F.J. van der Heijden, drs. A. Klink, prof. mr. A.K Koekkoek, C.H.J. Lamers en prof. drs. W. Lemstra. Inmiddels zijn de artikelen uit de serie in gekopieerde vorm gebundeld. Ook verscheen dit jaar een themanummer, en wel over de grote steden (augustus/september 1989). Tevens is daarin de zgn. agglomeratieproblematiek behandeld. Het themanummer bevat bijdragen over: het CDA en de grote steden (mr. drs. J.P. Balkenende), grootstedelijk beleid (D.Y. W. de Graaff-Nauta), sociaal-economische ontwikkelingen (J. van Duijn), de sociale problematiek (mr. M.C. van Hemert), de bestuursstructuur van en voor de grote stad (dr. H. van Ruller), de relatie tussen centrum- en randgemeenten (W.F. de Vreeze), het bestuur van stedelijke agglomeraties in andere landen (dr. G.J. Fleers) en het profiel van het CDA in de grote stad (drs. E. Wermuth). In redactioneel opzicht verdient verder de
65
uitwerking van het thema Bestuurlijke vernieuwing in enkele artikelen vermelding. De - ongewijzigde - samenstelling van de redactie was per 31 december als volgt: -drs. J.D. Gabor, burgemeester van Haaks· bergen (voorzitter); - H. G. Cloudt, ambtelijk secretaris van de vereniging (eindredacteur); -mr. drs. J.P. Balkenende, stafmedewerker van het Wetenschappelijk instituut voor het CDA en raadslid in Amstelveen (secretaris); - G.C. de Bruijn, directeur van de Stichting verpleeg- en rusthuizen Zeeland; - drs. A.J. van Duist, burgemeester van Haarlemmermeer; -drs. A.H.W. Hazenkamp, raadslid In Houten; - P.H.M. Jacobs-Aarts, voorzitter van de CDA-raadsfractie in Deurne en lid van provinciale staten Noord-Brabant; - drs. H.J. Kaiser, burgemeester van Margraten; -prof. mr. A.K. Koekkoek, hoogleraar in het staats- en bestuursrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant; -drs. H.J. Koetje, lid van de Tweede Kamer; - ir. J.L.M. Mandos, toen nog wethouder in Delft; - mr. J.P. Miedema, burgemeester van Baarn; - M.E.Ch.E. Nagei-Cornelissen, lid van gedeputeerde staten van Gelderland; - drs. L.J.J. van Nistelrooij, lid van provinciale staten van Noord-Brabant. Het aantal redactionele pagina's bedroeg 345, één minder dan in 1988. De oplage was 6300 (in 1988: gemiddeld 6350). De advertentiebezetting stemde wederom tot tevredenheid.
Publikaties In januari verscheen de brochure "Gemeenten en buitenlands beleid", een gezamenlijk produkt van de Tweede-Kamerfractie, de partij en de vereniging, die als uitgever fungeerde. De notitie beschrijft de staatsrechtelijke kanten van de zaak en geeft tevens een politieke lijn aan. Kern van het stuk is dat gemeenten (en provincies) ook op het terrein van het buitenlands beleid zekere bevoegdheden en mogelijkheden hebben, maar dat hun bij besluitvorming op dit gebied een "natuurlijke" terughoudendheid past. De notitie is, op basis van een concept uit de Tweede-Kamerfractie, opgesteld door een werkgroep, bestaand uit: mr. R.H. van de Beeten (vice-voorzitter van het CDA), drs. C. Bremmer (partijsecretaris), H.G. Cloudt (ambtelijk secretaris van de bestuurdersvereniging) en mr. J.G. de Hoop Scheffer (lid van de Tweede Kamer). In mei volgde de publikatie in brochurevorm van het rapport "Bestuurlijke vernieuwing in de verantwoordelijke samenleving". Het betreft de definitieve versie van het rapJAARVERSLAG CDA 1989
GEMEENTEN EN BUITENLANDS
BELEID
sentanten zal haar dus een aanhoudende zorg moeten zijn. Het rapport is opgesteld door een werkgroep -onder leiding van G.J.M. Woertman (vicevoorzitter van de vereniging) - van het CDA en de bestuurdersvereniging, die de brochure heeft uitgegeven. Het schrijfwerk is vooral verricht door drs. H.J. Kaiser (burgemeester van Margraten) en mr. dr. A.G.J.M. Hornbouts (inmiddels burgemeester van Boxtel); samen met H. G. Cloudt zorgden zij ook voor de eindredactie.
Afdelingen en aantallen leden
port dat in eerste instantie is geschreven voor de conferentie op 9 en 10 december 1988 in Noordwijkerhout. Het rapport beoogt een aanzet te geven tot een vertaling van de politieke conceptie van het CDA in het overheidsbestuur. Onder andere komt aan de orde of bij "de verantwoordelijke samenleving" een bepaalde stijl van besturen hoort, hoe CDA-bestuurders met elkaar en met anderen behoren om te gaan en wat er in het CDA kan worden gedaan om te zorgen dat bestuurlijke kwaliteit gehandhaafd blijft. De partij dient immers, aldus het rapport, te bevorderen dat zij overal en steeds vertegenwoordigd wordt door herkenbare christendemocraten. De kwaliteit van haar repre-
Voor de activiteiten - ledenvergaderingen, regionale bijeenkomsten, politieke cafés, enz. - die de provinciale afdelingen aan de leden voorschotelden, moet kortheidshalve verwezen worden naar de rubriek Verenigingsnieuws in Bestuursforum. Doordat niet alle afdelingen toekomen aan regelmatige verslaglegging is het beeld helaas niet compleet. Vermelding verdient, dat de afdeling Noord-Brabant een rapport vervaardigde over "Investeren in samenwerking", terwijl de afdeling Overijssel een studiedag over collegevorming hield. Het aantal verenigingsleden nam als gevolg van de gemeentelijke herindeling in Utrecht-West enigszins af, van 4468 in oktober 1988 tot 4430 in november 1989. De aantallen leden per provincie worden in de tabel hieronder weergegeven.
Ledenraad en bestuur De ledenraad, bestaand uit afgevaardigden van de afdelingen en de leden van het verenigingsbestuur, vergaderde driemaal. De vergadering van 11 maart stond in het teken van de Discussienota milieubeleid van het CDA Na een inleiding van dr. P. Hörch-
Ledental Bestuurdersvereniging Provincie
D....,tlae Flevolead Fri..Jead Gelderlead Groalagea
u."..",
Nooni·Brebeat Noord-HoUead
Over#J..el
Utrecbt Zeelead Zald·HoUead
Verschil
Aantal leden oktober '88 148 55 229 573 191 391 755 479 401 326 161 759
november '89 148 57 233 578 191 385 760 480 398 301 162 737
4468
4430
+ 2 + 4 + 5 6
+ 5 + 1 +
3 25 1 22
- 38
66
ner, statenlid in Zuid-Holland en secretaris van de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne, behandelde de ledenraad het ontwerpcommentaar van de vereniging op de discussienota. De tekst van het definitieve commentaar is afgedrukt in het aprilnummer van Bestuursforum. Op 10 juni stond het Tweede structuurschema verkeer en vervoer als politiek onderwerp op de agenda. Daarover werden inleidingen gehouden door de Limburgse gedeputeerde P. G. G. HiJhorst en H. J. Morssink, wethouder in de stad Groningen. Tijdens de derde vergadering van de ledenraad, op 18 november, ging de voorzitter, jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland, onder meer in op de reorganisatie van de politie, zulks naar aanleiding van het regeerakkoord tussen CDA en PvdA en de daarop volgende "precisering". Op verzoek van de ledenraad formuleerde de voorzitter de opvattingen van de vereniging over de politieorganisatie in een brief die aan de vooravond van het debat over de regeringsverklaring werd verzonden aan de CDAfracties in de Eerste en Tweede Kamer. De brief is gepubliceerd in het decembernummer van Bestuursforum In deze vergadering werd ook voorzien in de vacature die in het bestuur was ontstaan door de verkiezing van mevrouw drs. K.M.H. Peijs tot lid van het Europees Parlement. In haar plaats werd als bestuurslid benoemd mevrouw mr. J.G.J. Kamp, statenlid in Utrecht. Het politieke onderwerp, de positie van de grote steden, werd ingeleid door mevrouw D.Y.W. de Graaff-Nauta, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, en mevrouw H.C.J. van Sonvan Beek, wethouder in Haarlem; zij ging in op de sociale problemen in de steden en op het kernpunt "sociale vernieuwing" in het regeerakkoord van CDA en PvdA. Het bestuur vergaderde viermaal. Daarnaast kwam het dagelijks bestuur regelmatig bijeen. Op uitnodiging van mevouw Peijs brachten de leden van het verenigingsbestuur ter gelegenheid van haar afscheid een bezoek aan Utrecht. Zoals uit het voorgaande blijkt, heeft de vereniging mede dankzij de inbreng van enkele provinciale afdelingen, een bijdrage geleverd aan de partijpolitieke discussie over het milieubeleid, door middel van een commentaar dat is aangeboden aan het partijbestuur. Ook heeft de vereniging een aantal amendementen op het ontwerp-verkiezingsprogram "Verantwoord voortbouwen" ingediend. Enkele wijzigingsvoorstellen - onder meer wat betreft de mogelijkheid van reclame via lokale en regionale omroep, medezeggenschap van verzekerden met het oog op de gezondheidszorg, en een structurele investeringsimpuls voor de gemeenten zijn in het program opgenomen. Voorts heeft het verenigingsbestuur de invoering van een landelijke bijdrageregeling voor CDA-beJAARVERSLAG CDA 19H9
stuurdersop de voet gevolgd. De correspondentie daarover tussen de partij en de vereniging is afgedrukt in het decembernummer van Bestuursforum. Tenslotte was er ook sprake van enige bemoeienis met de komst van commerciële televisie in Nederland. Op verzoek van het verenigingsbestuur werd er vanuit de Tweede Kamerfractie een advies opgesteld inzake het al dan niet toelaten van TV10 en Véronique op de kabel. Dit advies is door de vereniging toegezonden aan alle CDA-raadsfracties. De tekst is opgenomen in het novembernummer van Bestuursforum. Het bestuur was per 31 december als volgt samengesteld (de naam van het nieuwgekozen bestuurslid is vergedrukt): - jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland, commissaris der Koningin in Utrecht (voorzitter); - G.J.M. Woertman, raadslid in Hengelo Ov. (vice-voorzitter); - H. Folkeringa, raadslid in Arnhem (secretaris); - M. Dekker, voorzitter CDA-raadsfractie Vlissingen (penningmeester); - L. de Beij, burgemeester van De Wijk; - Mr. H.J.E. Bruins Slot, toen nog burgemeester van Zeewolde; - Mr. A.M.G. Gresel, burgemeester van Nistelrode; - J. Koops, secretaris van de gemeente Tiel; - M.J.A. van der Hoeven (v), raadslid in Maastricht; -mr. J.G.J. Kamp (v), lid van provinciale staten van Utrecht;
Als gevolg van haar verkiezing tot tariër trad Kar/a Peijs uit het verenigingsbestuur.
- A.A. de Leeuw, wethouder in Haarlemmermeer; - B. Migchels, wethouder in Stadskanaal; - A.P.R. Pieterse-de Geus, wethouder in Borne; - J.C. Ubaghs-Huisman, voorzitter van de CDA-raadsfractie in Hendrik-Ido-Ambacht; - Drs. B. Vries, burgemeester van Dantumadeel
Overleg met de TweedeKamerfractie In de loop van het jaar vond er driemaal overleg plaats tussen leden van het verenigingsbestuur en de Commissie voor binnenlandse zaken uit de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Zo werd op 2 maart van gedachten gewisseld over de herziening van de Gemeentewet en op 11 mei over het functioneren van vertrouwenscommissies bij burgemeestersbenoemingen. In beide gevallen werd de delegatie van het verenigingsbestuur aangevoerd door mr. H.J.E. Bruins Slot. Op 6 december sprak een delegatie onder leiding van H. Folkeringa in het kader van het reguliere overleg met de fractiecommissie over diverse onderwerpen, zoals sociale vernieuwing vanuit CDA-optiek, de provincie- en gemeentefinanciën, en de reorganisatie van de politie.
Secretariaat Een van de taken van het secretariaat is het verstrekken van advies, informatie en documentatie op verzoek van leden en derden. Vooral in verband met de kandidaatstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen werd het secretariaat veelvuldig aangesproken als vraagbaak. Op 7 september heeft de vereniging tijdens een geanimeerde receptie afscheid genomen van mevrouw mr. T.W.A.M. WillemseRaijmann. Na een dienstverband van bijna tien jaar als stafmedewerker van de vereniging én redactiesecretaresse van Bestuursforum koos zij voor een nieuwe baan. In de vacature is voorzien door de indiensttreding, per 16 augustus, van mevrouw J.M. Manrho, tot dan secretaresse van het hoofd organisatie en financiën van het partijsecretariaat Per 15 november heeft ook mevrouw mr. M.E. Kloppenburg, die twee jaar werkzaam was als bureauredacteur van Bestuursforum, een andere betrekking aanvaard. Per 31 december bestond het personeel uit: H.G. Cloudt (ambtelijk secretaris, tevens eindredacteur van Bestuursforum), mevrouw J.M. Manrho (medewerkster) en mevrouw N.M.A. Munsterman (administratief medewerkster). In de vacature die was ontstaan door het vertrek van mevrouw Kloppenburg, moest eind 1989 nog voorzien worden.
67
14. Werkgroep Homofilie
Gelijke behandeling actueel thema De vroegtijdige val van het kabinet· Lubbers 11 heeft als indirect gevolg gehad, dat de twee wetsvoorstellen inzake Gelijke Behandeling, te we· ten het wetsvoorstel Algemene Wet Gelijke Behandeling van het kabinet en het wetsvoorstel Wet tegen Sexe· discriminatie van de PvdA, zijn inge· trokken. Bij de formatie-onderhan· delingen zijn in gezamenlijk overleg met de coalitiepartners bouwstenen aangedragen ten behoeve van een nieuw wetsvoorstel "Wet gelijke be· handeling" op basis van het voorlig· geode Algemene Wetsvoorstel GeJij. ke Behandeling (AWGB). De werk· groep Homofilie heeft zich in het desbetreffende wetsvoorstel kun· nen vinden. Het tweede indirecte gevolg van de kabinetscrisis was dat er een nieuw landelijk verkiezingsprogram voor de periode 1989/ 1993 moest komen. De werkgroep heeft moeten constateren dat het begrip Homofilie in het ontwerp-program niet genoemd werd niettegenstaande het feit dat er een specifiek hoofdstuk Emancipatoir beleid is opgenomen. Een reactie hierover is naar het Partijbestuur uitgegaan. Een positiever commentaar is door de wer!,groep opgesteld in de richting van de programcommissie Model Gemeenteprogramma. Hierin is namelijk wel duidelijk een hoofdstuk opgenomen met bet:ekking tot
het beleidsterrein emancipatie en homofilie. De ingediende amendementen betroffen beleidsterreinen als gezondheidszorg en onderwijs, volkshuisvesting, openbare orde en veiligheid, kunst en cultuur.
king van een studiedag. De leden A. Slob, J. Krajenbrink en P.A. van Gennip zullen concrete biidragen hieraan leveren.
Partijcommissie Zinvol leven
De klankbordfunctie richting Tweede Kamerfractie is een belangrijk aspect gebleken. Naast de reeds vermelde activiteiten zijn tevens te noemen onze inbreng bij de behandeling van de nota: "Overheidsbeleid en homoseksualiteit" en de behandeling van het wetsvoorstel: "Wet tegen sexediscriminatie". De werkgroep heeft het jaar 1989 in december afgesloten met een evaluatie van de voorgaande periode en een herbezinning op de geformuleerde taakstelling en het aandraQen van nieuwe aandachtspunten.
De bijdrage van de werkgroep aan de notitie van het Partijbestuur over het W.I.-rapport "Zinvol leven" is in goed overleg met de leden van de PB-commissie verwerkt. Het betreft de medisch/ethische kwesties rond de verschillende vormen van voortplantingstechnieken. Met name de vraag of ook homofiele/lesbische paren in aanmerking mogen komen voor een medische voortplantingsbehandeling stond in de discussies centraal. De slotsom van de werkgroep Homofilie was conform die van de PB-commissie en die in "Zinvol leven", namelijk dat de toepassing van de nieuwe technieken beperkt dient te blijven tot man-vrouwrelaties. Ten aanzien van gelieerde organisaties binnen de partij zijn te melden: de medewerking via de werkgroep aan het produceren van een artikel voor het maandblad Bestuursforum van de Bestuurdersvereniging over het onderwerp Overheidsbeleid en homoseksualiteit, toegespitst op gemeentelijk c.q. provinciaal niveau. Tenslotte is op verzoek van het CDJA medewerking toegezegd voor de opzet en uitwer-
Klankbordfunctie richting fractie
Samenstelling De samenstelling van de werkgroep is ongewijzigd gebleven en is derhalve als volgt: Jan Krajenbrink (voorzitter), Hanske Evenhuis-van Essen (vice-voorzitter) Margot Overmars-Spelbrink (secretariaat) Jan Buikerna Pieter Anton van Gennip Eric Ouwejan Jan Willem de Savornin Lohman Aad Westhoff-Hubee Arie Slob (adv. I.) Yvonne Timmerman-Buck (adv. 1.)
15. CDJA
"Het is groen en het groeit'' 1989 is voor het CDJA geen jaar van rustig voortzetten geworden, mede gelet op de vervroegde verkiezingen van de Tweede Kamer en een en· thousiaste campagne. Een fors groeiend aantal leden en een nog steeds groeiend aantal acti· viteiten, alsmede grote wijzigingen op het secretariaat, maken 1989 tot een bruisend en vernieuwend jaar. Het jaarthema: "Ruimte voor milieu, zet het sein op groen'' zorgde voor vele plaatselijke, provinciale en Jan· delijke activiteiten. Er werd uitge· breid stilgestaan bij een rapport van de Kommissie Politiek Structureel (beter bekend als KOPS) waarin
JAARVERSLAG CDA 1989
voorstellen worden gedaan om de betrokkenheid van de organisatie rond politieke besluitvorming te vergroten. Het CDJA stelt zich ten doel door voorlichting en vorming jongeren te betrekken bij de christen-democratie. Tweede doelstelling is het meedenken met en kritisch volgen van de christen-democratie. Deze doelstellingen worden in concrete activiteiten vertaald. De meeste van deze activiteiten die op landelijk niveau worden georganiseerd worden overzichtelijk gepubliceerd in het Draaiboek 1989.
Leden Het geregistreerde ledenaantal nam tussen
januari '89 toe van 2100 naar ruim 2500 in januari 1990. Daarnaast telt het CDJA ongeveer 750 steunleden/sympathisanten, die met name gedurende de campagne rond de Tweede Kamerverkiezingen worden geworven.
Algemene Ledenvergadering (ALV) De ALV kwam zaterdag 20 mei in Ede bijeen en besprak o.a. reglementswijzigingen. Tevens stond de dag in het teken van Europa en de Europese verkiezingen. Lijsttrekker Penders sprak 's ochtends de zaal toe. De ALV nam resoluties aan over: sociaal-groene beleidsdoelstellingen, uitstel
68
EUROPA
Naast vele politieke zaken, waarover elders meer, vergaderde het bestuur over zaken als financiën en de resultaten van de Kommissie Onderzoek Politieke Structuur (KOPS). De laatstgenoemde commissie werd ingesteld om de "politieke besluitvormingscircuits" door te lichten en overzichtelijk in beeld te brengen. In 1989 werden er twee verkiezingscampagnes gehouden, één voor de Europese verkiezingen (met Maxime Verhagen als jongerenkandidaat) en één voor de Tweede Kamerverkiezingen (met Hans Huibers en Ank Bijleveld als jongerenkandidaten).
Dagelijks Bestuur
RAADSSTUK
modemisering SNF-wapens, jongerenbeleid en vluchtelingen. Het middaggedeelte bestond uit drie deelprogramma's, te weten:milieu (film), jeugdbeleid (forumdiscussie), journalistiek forum, waarin Arie Oostlander, Wim Mateman en Jan de Koning aan de tand gevoeld worden. Na het voorstellen van Maxime Verhagen en de rede van Ruud Lubbers werd de AL V besloten door een gelegenheidscabaret.
COdA-Raad De CDJA-Raad, bestaande uit de leden van het Algemeen Bestuur en vertegenwoordigers van provinciale afdelingen en grote kernen, vergaderde in 1989 twee maal. Op zaterdag 15 april vergaderde de Raad over het raadsstuk Europa. In de najaarsraad op 25 november werd het raadsstuk Milieu vastgesteld. De raadsdiscussies werden begeleid door een groot aantal spreekbeurten van schrijvers en bestuursleden in het land, alsmede door twee studieconferenties. In 1989 is de voorzitter van de CDJA-Raad Paul van den Biggelaar.
Het uit zeven leden en twee adviseurs bestaande Dagelijks Bestuur vergaderde in 1989 16 maal. Daarnaast werd regelmatig in kleiner verband vergaderd of namens het DB overlegd met provinciale besturen en diverse organisaties. In de reguliere DB-vergaderingen werden de AB-vergaderingen voorbereid en de besluiten daarvan uitgevoerd. Tevens vond terugkoppeling plaats door verschillende vertegenwoordigers in diverse organisaties en organen binnen CDJA/CDA en daarbuiten. Bij de DB-verkiezingen van juni traden Christof Wielemaker en Rob v.d. Zwaag af. In hun plaats werden Linda Rozendaal en Paul Dekkers benoemd. De voorzitter Ad Koppejan was van september tot december op studieverlof en werd gedurende die periode vervangen door Wimjan Bos (vice-voorzitter). Het DB kende eind 1989 de volgende samenstelling: Ad Koppejan, voorzitter; Wimjan Bos, vice-
voorzitter; Karin van Nieuwenhuijzen-Bovée, tweede vice-voorzitter; Hans Horlings, penningmeester; Paul Dekkers; Lind.a Rozendaal; Harry van Waveren; Govert Veldhuijzen (adv./secretaris tot 1-10-89) I Harm v.d. Bom (adv./vanaf 1-10-89); Corine Vreugdenhil (adv); Rob v.d. Zwaag (adv.) en René Vrugt (adv.).
Organisatiecommissie (OC) De OC is belast met de advisering over organisatorische en financiële aangelegenheden, de propaganda en de organisatorische aspecten van vorming. Daarnaast ondersteunt de oe de organisatie van activiteiten als de ALV en de kernendag en het begeleiden van de actie "Noorden des lands". Veel tijd besteedde de OC aan het KCPwerk, financiën, sponsoring en ledenwerving en het bespreken van de voorstellen van KOPS. Daarnaast coördineerde de OC de verkiezingscampagne rond de Tweede Kamerverkiezingen en onder het motto: "We komen naar je toe, deze zomer", reed een campagnebus kris-kras door het land. De OC heeft als belangrijke taak het toezicht op de kernenbegeleiding. De kernencontactpersonen kwamen in 1989 tweemaal bijeen, waarvan eenmaal een weekend in Soest. Voorzitter van de OC was in 1989 Corine Vreugdenhil en Albert Elzinga was vicevoorzitter en vertegenwoordiger van de oe in de vormingscommissie.
Binnenlandcommissie (Bico) De Bico is belast met het bevorderen van
Algemeen Bestuur (AB) Het AB is belast met de algemene politieke en organisatorische leiding van het CDJA. Het bestaat uit leden van het dagelijks bestuur, 3 door de ALV gekozen leden en 17 vertegenwoordigers van provinciale afdelingen en één vertegenwoordiger namens het personeel. Adviserende leden zijn de CDJA-secretaris, de voorzitters van de organisatie-, binnenland- en buitenlandcommissie en CDJA-Raad, alsmede een vertegenwoordiger van het CDA-partijbestuur. In 1989 vergaderde het AB zeven maal. JAARVERSLAG CDA 11JH9
69
meningsvorming en -uiting over binnenlandse politieke vraagstukken. De commissie bestaat uit de coördinatoren van de fractiebegeleidingsgroepen en zgn. kerngroepleden. De Bico vergaderde in 1989 6 maal en er vond in februari een Bico-dag plaats. De Bico bracht in de loop van 1989 de zgn. Bico-Bundel uit over het jaarthema milieu. VooTZitter van de Bico was tot 24 juni Hielke Wolters die werd opgevolgd door Pieter Postma.
Provindale afdelingen en
kernen
Buitenlandcommissie (Buco) De Buco is met name belast met het bevorderen van meningsvorming en -uiting over buitenlandse politieke onderwerpen. Daarnaast onderhoudt de commissie de reguliere contacten met het buitenland. Met name met onze Europese organisatie, de EJCD, is veelvuldig overleg en contact. CDJA-ers nemen deel aan vrijwel alle door de EJCD georganiseerde seminars, studieweken, alsmede aan de diverse vergaderingen van het EJCD-bestuur (politiek buro). Tevens zijn CDJA-ers present op de jaarlijkse conferentie van het Gesprekscentrum, een organisatie waarin naast het CDJA de Scandinavische christen-democratische jongerenorganisaties participeren. Eind 1989 vonden verrassende ontwikkelingen in het Oostblok plaats. Dit vergt extra aandacht van de Buco. Voorzitter van de Buco was tot 29 september Peter Roelofs, daarna werd dat Harro Hoogerwerf.
Redactiecommissie (RedCie) De RedCie is belast met het samenstellen van het ledencontactorgaan van het CDJA, · Interruptie, alsmede de CDJA-ruimte in CD/Actueel en de CDA-Krant. In 1989 groeide Interruptie, door veel inspanning van de redactiecommissie, uit tot een volwaardig ledenblad, waaruit regelmatig door de pers geciteerà wordt. Besloten werd het opinie-magazine Perspectief vanwege financiële tegenvallers per eind '89 op te heffen. Voorzitter van de redactie is Wilfred Scholten.
Vormingscommissie (VoCie) De VoCie was ook in 1989 actief op het terrein van het kader- en vormingswerk. In vrijwel alle provincies werden kennismakingsdagen georganiseerd, die door leden van het DB werden verzorgd. Met de partij, met name de Stichting KaderJAARVERSLAG CDA 1989
Het CDJA deed volop mee aan de verkiezingscampagne. Op de foto Hans Huibers op de Dam in Amsterdam.
en Vormingswerk CDA wordt overlegd en samengewerkt. In alle CDA-kamerkringen zijn Vormingscommissies waarin meestal ook CDJA-ers plaatsnemen. De VoCie adviseert het CDJA tevens bij de inrichting van studiedagen en KCP-trainingen. . De VoCie is vertegenwoordigd in het bestuur van het Steenkampinstituut via Christof Wielemaker en tevens vertegenwoordigt een lid van de VoCie het CDJA (mede) in de Algemene Vergadering van M50. In 1989 verscheen het doe-project Europa, waarin informatie over uitwisselingen met buitenlandse zusterorganisaties is opgenomen. Voorzitter van de VoCie is Paul van de Biggelaar.
Secretariaat Het bestuur, de commissies en de organisatie in het land worden bijgestaan door het secretariaat, dat bestaat uit een aantal bij het CDJA in dienst zijnde medewerkers. Het jaar 1989 is het jaar van de grote personele veranderingen. Twee oud-gedienden Govert Veldhuijzen en Theo Bovens nemen afscheid en verkozen een baan elders. In 1989 ziet de bezetting er als volgt uit: Theo Bovens, adjunct secretaris tot 1 juli; Govert Veldhuijzen, secretaris tot 1 oktober; Harm v.d. Bom, vormingsmedewerker (50%) en vanaf 1 oktober wnd. secretaris en Sylvia Vooijs, medewerker. Vanaf half september versterkte Titia Lont als medewerker organisatie (50%) het secretariaat. Gedurende juli tot eind december werkte Jan Willem Sap op het secretariaat (50%). Als vrijwillige medewerkers functioneren in 1989: Sandra Hek (publieksvoorlichter), Paul Wessels (eindredacteur Interruptie), Jan Kuit (persvoorlichter) tot november. Kuit werd opgevolgd door Ron van Duffelen.
De provinciale afdelingen spelen als basis van de landelijke organisatiestructuur in het CDJA een belangrijke rol. Via vertegenwoordiging in het AB en de OC wordt daaraan mede gestalte gegeven. Daarnaast spelen zij een belangrijke rol in het begeleiden van kernen. In 1989 was er speciale aandacht en extra ondersteuning voor met name de noordelijke provincies. Ook in 1989 werden er weer nieuwe kernen opgericht en wel te Putten, Epe, Amerongen e.o., Deurne e.o., Zoetermeer, Den Ham en Lichtenvoorde. Daarnaast zijn er een groot aantal kernen in oprichting, die begin 1990 zullen worden opgericht.
M50/' 31 '/Exis Het CDJA is net als de meeste overige politieke jongerenorganisaties georganiseerd in M50, dat zich ten doel stelt algemeen politiek vormingswerk te ontwikkelen. Elke lid-organisatie kan projecten aandragen. Meegewerkt wordt aan onder andere het M50-project Close-Up. Het CDJA is lid van de adviesraad van Exis, de organisatie voor het internationaal jongerenwerk. De vereniging "31" is voor de vertegenwoordiging van de Nederlandse jongeren naar de Europese fora. Buco-lid Elske Hörchner is secretaris van deze vereniging.
Politieke activiteiten 1989 stond in het teken van het jaarthema , ,Ruimte voor Milieu, zet het sein op groen''. Daarnaast was er in de eerste helft van 1989 aandacht voor Europa en de Europese verkiezingen. De 'voorjaars' -Raad discussieerde over het Raadsstuk Europa en daaraan voorafgaand vond er op zaterdag 28 januari een studiedag over Europa plaats. De 'najaars' -raad alsmede de grote kernendag op zaterdag 14 oktober gingen over het jaarthema milieu. In heel het land vroegen CDJA-kemen aandacht voor de milieu-problematiek en kwamen zij zaterdagmiddag 14 oktober bijeen op de slotmanifestatie in Utrecht. In samenwerking met de NS reden er speciale CDJA-treinen naar de manifestatie. Begin 1989 was het CDJA druk bezig rond het jaarthema milieu en de partijpolitieke discussie milieu van het CDA. Enkele amendementen op de resolutie werden op de Partijraad van het CDA aanvaard: onder meer een amendement dat het oppakken van milieumaatregelen door het bedrijfsleven minder vrijblijvend maakt. Op 29 april stelde het AB het raadsstuk
70
milieu vast. De Bico stelde ter ondersteuning van de discussie over het raadsstuk een milieubundel samen. De ALV aanvaardde een resolutie over Europees milieubeleid waarin gepleit werd voor striktere handhaving van milieurichtlijnen en de mogelijkheid voor Nederland om scherpere milieunormen vast te stellen. Het DB diende een aantal amendementen in op het modelprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen, met name op het terrein van het jeugdbeleid. De meeste ervan werden door het partijbestuur overgenomen, onder meer het voorstel voor een aparte jongerenparagraaf. Begin 1989 werd door het CDJA een discussie gestart waarbij richting CDA is gewezen op het feit dat naast kwalitatieve aspecten de christen-democratische achtergrond van kandidaten van doorslaggevend belang dient te zijn voor recrutering van het kader. Door de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen raakte de discussie over het landelijke programma in een stroomversnelling. Het CDJA stak veel energie in de amendering. Op 24 juni stelde het AB ruim 100 amendementen vast. Op 14/15 juli werden deze op de CDA-partijraad behandeld en werd een aantal amendementen gehonoreerd (met name op het milieuterrein). De ALV nam in mei een resolutie aan over de hoofdpunten van het toekomstig regeringsbeleid. Het jaar 1989 was het jaar van de verkiezingen, zowel voor het Europees Parlement als die van de Tweede Kamer. Dit betekende een enorme inzet van CDJA-ers. Het CDJA reageerde instemmend op de nieuwe coalitie tussen CDA en PvdA.
Bij de kabinetsformatie is enkele malen expliciet aandacht gevraagd voor het jongerenbeleid en het milieu (2% uitstoot-reductie). Ook op het gebied van het buitenlandbeleid was het CDJA actief. Een notitie over Westeuropese veiligheid werd aangeboden aan minister Van den Broek en het Tweede Kamerlid Frinking. De Buco-dag werd gewijd aan alternatieve defensiestrategieen. Tevens aanvaardde het AB een notitie over mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking, waarin bevordering van de mensenrechten wordt gedefinieerd als een hoofddoelstelling van christen-democratisch beleid. De Buco ondernam actie ter ondersteuning van de actie van Zuidafrikaanse hongerstakers. Ook de positie van christenen in de SovjetUnie kreeg aandacht. De ALV aanvaardde een resolutie over de modemisering van de SNF-wapens. In deze resolutie werd gepleit voor uitstel van de modemiseringsbeslissingen en inbreng ervan in de ontwapeningsonderhandelingen. De ALV sprak zich in een resolutie ook uit voor bescherming van de kansen van asielzoekers bij de doorvoering van het Schengen-akkoord. In januari stelde het AB een reactie vast op de geloofsbrief van de Raad van Kerken over gerechtigheid, vrede en de heelheid van de Schepping. In april aanvaardde het AB een resolutie over het omroepbestel. Daarin sprak het zich uit voor een duaal bestel, mits de publieke omroepen daardoor niet in gevaar komen en onder de voorwaarde dat de STER-zend-
tijd tot 7.5% wordt uitgebreid en de commerciële omroep niet meer dan 15% van de zendtijd aan reclame besteedt. Op 4 november organiseerde het CDJA in samenwerking met het Vrouwenberaad een studiedag 'Positieve Actie'. Deze dag vormde het startpunt van meer structurele aandacht voor de participatie van vrouwen in de politiek. In het najaar hield het CDJA zich druk bezig met de aanbevelingen van de Kommissie Onderzoek Politieke Structuur (KOPS). Door overname van het overgrote deel van de aanbevelingen legt het CDJA een groter accent op actieve bestuursbetrokkenheid, een efficiëntere voorbereiding van vergaderingen, alsmede betere begeleiding van de nieuwe kaderleden. Op 18 november besloot het AB om met het 10-jarig bestaan van het CDJA in het vooruitzicht (19-1-1991) een discussie te starten over onze uitgangspunten. Een commissie werd ingesteld. Tevens besloot het AB d.m.v. het jaarthema 1990 zich te richten op de Lokale Politiek, dit onder het motto "Lokaal centraal, politiek op de hoek". Bovengenoemde activiteiten geven een overigens niet compleet- beeld van de variëteit en hoeveelheid van de onderwerpen die in 1989 in het (landelijk) CDJA spelen. Aan de standpuntbepaling wordt bijgedragen door vele fbg's en (ad hoc) werkgroepen, na veelal talloze gesprekken met kamerleden, maatschappelijke organisaties, comité' s, partijgeledingen etc.
Contacten met het CDA
Contacten met het CDA worden behartigd via de CDJA-vertegenwoordigers in dagelijks- en partijbestuur. Ook in de partijraad hebben CDJA-ers een werkzaam aandeel. Via het landelijke secretariaat en vertegenwoordigers in besturen en commissies onderhoudt het CDJA contacten met de redactie van CD/Actueel, Het Intercultureel Beraad, de Stichting Kader- en Vormingswerk, de Stichtingsraad van het Wetenschappelijk Instituut en de Commissie Buitenland plus werkgroepen. Een aantal CDJA-ers wordt toegelaten tot de Kaderschool. Ook op lokaal en provinciaal niveau wordt het CDJA door vele leden in het CDA vertegenwoordigd. Afsluitend mag het CDJA terugzien op een zeer actief jaar, niet in de laatste plaats door de verkiezingen. Het CDJA bereikte een hoog activiteitenniveau, hetgeen een uitdaging voor de toekomst inhoudt. ·Het nieuwe jaarthema Lokale Politiek leent zich bij uitstek voor vele vernieuwende activiteiten op lokaal gebied. Het kernenwerk is daarbij van groot belang DeCDJA'ersAnkBijlefe/d-Schouten enHansHulbers werden in 1989 voorhet CDA lid van de Tweede en vele nieuwe kernen zullen in 1990 worden opgericht. Kamer. JAARVERSLAG CDA 19H9
71
16. Vrouwenberaad
In het teken van vernieuwing Vernieuwing van bestaar vond In het jaar 1989 op zeer veel bestaarsniveaus plaats. In Nederland vlei het tweede kabinet-Lubbers en trad, na de vei'VI'oegde verkiezingen, een regering van christen-democraten en socialisten aan. In het Europees Parlement werden de nieuw gekozen vertegenwoordigers geïnstaUeerd. In de Sowjet-Unie en het Oostblok kwamen maatschappelijke ontwikkelingen in een stroomversneUing. De Glasnost (openheid) en Pere· strojka (herstructurering) veroorzaakten een omwenteling in het be· staar. Ook over de bestaarsstl'actaar van het CDA-Vroawenberaad werd intensief gediscussieerd. In het beleidsplan 1990-1994 •Over de drempel in de jaren negentig' over economische zelfstandigheid komt daldelijk naar voren dat het niet alleen om vernieuwing gaat, maar om verdieping en verbreding. De ver· nieawing van deze structuur zal op 1 januari 1990 ingaan. Het CDA-Vrouwenberaad mocht zich verheugen in een groeiend ledental. Veel nieuwe leden en aspirant-leden konden worden geregistreerd. Het aantal activiteiten en de deelname van leden aan die activiteiten nam sterk toe. Een tiental nieuwe afdelingen werd · opgericht. De politiek-inhoudelijke activiteiten kenmerkten zich door discussies op alle niveaus: plaatselijk, regionaal, provinciaal en landelijk. Met gebruikmaking van de discussienota 88/89: 'Milieu' werd door circa 75 plaatselijke en regionale afdelingen over het milieu gediscussieerd. Het CDA-Vrouwenberaad besteedde veel tijd en energie aan de campagne voor de Europese Verkiezingen en de voorbereiding van verkiezingsprogram en kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ook de tweede ledendag met als thema 'zorg en zelfstandigheid' maakte veel discussie los. Voor de eerste maal werd in een samenwerkingsproject met het CDJA een studiedag georganiseerd. Internationaal werden de contacten geïntensiveerd. Een van de leden van de Sectie Buitenland maakte deel uit van de Koninkrijksdelegatie naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De eerste kontakten met vrouwenorganisaties in Oost-Europa werden gelegà om te komen tot een nieuwe samenwerking.
Doelstellingen Het CDA-Vrouwenberaad stelt zich ten doel JAARVERSLAG CDA 1989
inbreng te leveren in het politieke beleid van het CDA en de regering, het vergroten van de politieke bewustwording van vrouwen en het bevorderen van de integratie van vrouwen in het CDA. Voor het leveren van inbreng in het politiek beleid dienen het Program van Uitgangspunten en de CDA-emancipatieresolutie als toetsstenen. Langs een zestal sporen werd in 1989 aan de realisatie van de drie doelstellingen gewerkt: discussies, meningvorming en standpuntbepaling binnen en buiten de partij, contacten met de leden, contacten in het CDA, vertegenwoordigingen buiten het CDA en internationale contacten.
Discussies, meningsvorming, standpuntbepaling Het jaarthema "Milieu" werd afgerond. Een onderwerp dat blijvende maatschappelijke aandacht en politieke inzet vraagt. Meer dan 1200 exemplaren van de discussienota "Milieu'' werden aangevraagd, welke was uitgebracht ter ondersteuning van de discussie in de afdelingen. N<1ast het thema "Milieu" koos het CDAVrouwenberaad nog diverse andere thema's voor discussie, meningsvorming en inbreng. Tijdens de politieke rondblik op de vergaderingen van het Landelijk Bestuur werd onder andere gediscussieerd over: bestuurlijke vernieuwing, kinderopvang, positieve actie, eiceldonatie en het rapport "Vrouwen en mannen van de partij". Een aantal van deze thema's werd in het Breed Emancipatie Overleg besproken met de vrouwelijke CDA-parlementariërs en staatssecretarissen. Voor het jaarthema 1989-1990 is niet gekozen voor een uitgewerkt jaarthema zoals bijvoorbeeld Milieu. Het jaarthema 19891990 "Gemeenteraadsverkiezingen" leverde de plaatselijke en regionale afdelingen een handleiding. Centraal bij dit jaarthema stonden de vragen: hoe vrouwen te stimuleren zich kandidaat te stellen voor de Gemeenteraad en hoe kunnen vrouwen een herkenbare politieke bijdrage leveren aan het gemeentelijk verkiezingsprogramma. Als jaarthema 1990-1991 van het CDAVrouwenberaad werd "Vrouw en inkomen" gekozen. Ter voorbereiding van dit thema werd een werkgroep ingesteld. Er is veel gediscussieerd over het nieuwe beleidsplan. Het thema van het beleidsplan 1990-1994 is economische zelfstandigheid.
De volgende standpunten heeft het CDAVrouwenberaad per brief doen uitgaan: I. In maart werd een brief gestuurd aan Minister De Koning waarin het CDA-Vrouwenberaad het voorlopig regeringsstandpunt om 130 miljoen te besteden aan kinderopvang ondersteunde. 11. In april zond het CDA-Vrouwenberaad een brief aan de Ministers Bukman en Van de Broek over de deelname van vrouwen in delegaties. 111. Op 14 oktober werd een telegram aan de formateur gestuurd met het verzoek 113 vrouwen op te nemen in het kabinet. IV. Samen met het Presidentieel Overleg werd aandacht gevraagd voor de positie van traditionele vrouwenorganisaties. V. Samen met het Politiek Vrouwen Overleg werd een reactie uitgestuurd op het concept-Regeerakkoord. Vl. De formateur ontving een brief van het CDA-Vrouwenberaad met namen van vrouwelijke kandidaten voor het kabinet. Een resolutie over Kinderopvang en een resolutie over Gemeentelijk emancipatiebeleid werden opgesteld en aangenomen door de Landelijke Raad. Alert werd door het CDA-Vrouwenberaad gereageerd op het in de vakantieperiode gepubliceerde planningsbesluit IVF. Het Dagelijks Bestuur beoordeelde de Readers van de tweede leergang van de Kaderschool op emancipatoire aspecten. Tijdens een gesprek met een delegatie van het curatorium van de Kaderschool wees het Dagelijks Bestuur op het wederom ontbreken van de CDA-Emancipatieresolutie en de politieke vertaling daarvan en op het belang om dit alsnog in de Readers op te nemen. In de nieuwe Readers is de Emancipatieresolutie wel opgenomen en staat onder andere "De Vrouw als mens" op de literatuurlijst. Bij de voorbereiding van de Kaderdag over het Conciliair Proces was het Vrouwenberaad nauw betrokken. Het CDA-Vrouwenberaad nam deel aan de Vrouwenconferentie '89, een vergadering van protestantse en katholieke vrouwenorganisaties, waarin de oprichting van een vrouwenconvent werd besproken en een slotverklaring over gezinsbeleid werd opgesteld.
Contacten met de leden Om als bestuur goed te kunnen runtioneren is goed contact met de leden van essentieel belang. Het Dagelijks Bestuur wees uit haar midden een vertegenwoordiger per provincie aan. De leden van het Dagelijks Bestuur
72
Zeshonderd vrouwen bezochten de ledendag in de Reehorst. Links de volle zaal, rechts een geanimeerd gesprek tijdens de lunch.
bezochten diverse afdelingen in de provincie en vierden een aantallustra mee.
Vertegenwoordigingen buiten het CDA en internationale contacten Het CDA-Vrouwenberaad onderhield intensieve contacten met de Nederlandse vrouwenbeweging. In Nederland is het CDAVrouwenberaad vertegenwoordigd in het Politiek Vrouwenoverleg, het Breed Platform voor Economische Zelfstandigheid, het Landelijk Platform Kinderopvang en het Presidentieel Overleg van Christen-Vrouwenorganisaties. Internationaal leverde het CDA-Vrouwenberaad inbreng in de vrouwenorganisaties van de Europese Volkspartij en in de Unie van Christen-Democratische vrouwen.
Het werk van de Secties De Sectie Buitenland volgde het buitenlandse beleid van het CDA op de voet. Leden van de Sectie hebben zitting in de Commissie Buitenland en in de werkgroepen Latijns-Amerika, Europa, Ontwikkelingssamenwerking, Zuidelijk Afrika, Mensenrechten en Vrede en veiligheid. Directe kontakten tussen So.ctie en Europarlementariërs waren dit jaar vrij schaars in verband met de Europese verkiezingen. Na de aanvaarding van het ministerschap door Hanja MaijWeggen werd de informatieverstrekking vanuit het Europees Parlement door Ria Oomen-Ruijten en Karla Peijs verder voortgezet zodat de Sectie goed op de hoogte gehouden wordt. Actieve bijdragen aan het werk van de Sectie leverden de Kamerleden Beatrice Bos en Corrie Moret. Eén van de hoogtepunten voor de Sectie Buitenland en voor het CDA-Vrouwenberaad was de studiedag "Glasnost en Perestrojka, een nieuJAARVERSLAG CDA 19H9
we uitdaging voor een 40-jarige NAVO". De Sectie kreeg de eervolle taak toegewezen de rapportage "genetique" voor het EVPFcongres in 1990 of 1991 voor te bereiden. Samen met andere Secties werd een actieve bijdrage geleverd aan de ledendag "Zorg en zelfstandigheid" van 25 november. De Sectie Pers en Publiciteit verzorgde de vaste pagina in CD/Actueel en de eigen ruimte in de CDA-Krant. Van belangrijke gebeurtenissen en uitspraken werden persberichten uitgegeven. Vele discussies werden via artikelen publicitair en inhoudelijk begeleid. Door de Sectie werd een cursus "Vorming in publiciteit" georganiseerd. De decentralisatie en integratie van het Kader- en Vormingswerk bracht de Sectie Vonning tot dezelfde geografische indeling als de KAVO-commissies. De leden van de Sectie Vorming hebben plaats in de Vormingscommissies en dragen zo bestuurlijk en inhoudelijk bij aan het vormingswerk van het CDA en het CDA-Vrouwenberaad. Inhoudelijk werd het jaar bepaald door de "Decentralisatie en Integratie", de plaats van het CDA-Vrouwenberaad in het Kaderen Vormingswerk. Veel aandacht werd besteed aan de inhoudelijke profilering van het vrouwenwerk. De leden en de plaatsvervangers van de Sectie Vorming leverden een belangrijke bijdrage aan het opstarten van de jaarthemadiscussie. Een eerste aanzet werd gegeven tot het opstellen van een handboek Vorming.
Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur, bestaande uit zeven leden, vergaderde vijftien maal. In de vergadering werden de bijeenkomsten voor het Landelijk Bestuur en de Landelijke Raad voorbereid en de besluiten daarvan uitgevoerd. Het Dagelijks Bestuur voerde gesprekken met het bestuur van KAVO, een
delegatie van het Curatorium van de Kaderschool, het bestuur van het CDJA en de sollicitatiecommissie voor de kandidaatstelling van de Tweede Kamer. In het Dagelijks Bestuur vond de coördinatie van de activiteiten van de drie Secties en van de verschillende werkgroepen plaats. Ten behoeve van het Landelijk Bestuur werden alle activiteiten in een maandelijks overzicht gepresenteerd. Secretaris Til Boskamp-van Gorkum moest zich al vroeg in het jaar terugtrekken uit het bestuur in verband met het aanvaarden van een full-time functie. Na het ontstaan van deze vacature is in het Dagelijks Bestuur intensief gediscussieerd over de vernieuwing van de bestuursstructuur. Eind 1989 was het Dagelijks Bestuur als volgt samengesteld: Mw. A.M.A. van Ardenne-v.d. Hoeven, voorzitter Mw. drs. J.I.C.G. Prick, vice-voorzitter vacature secretaris Mw. R. van Kuijk-Blommestein, penningmeester Mw. drs. A.J. Bakker-Osinga, coördinator Sectie Pers en Publiciteit Mw. A. Boerma-van Doorne, coördinator Sectie Buitenland Mw. D. Boersma-Barenbrug, coördinator Sectie Vorming
Landelijk Bestuur Het Landelijk Bestuur vergaderde in totaal zes keer over politieke en bestuurlijke zaken en hield in mei twee beleidsdagen. In de vergaderingen werd door de verschillende vertegenwoordigers in en buiten het CDA gerapporteerd. Het Landelijk Bestuur discussieerde en nam waar nodig besluiten over de volgende onderwerpen: bestuurlijke vernieuwing, strategiën kandidaatstelling, kinderopvang met in het bijzonder de zg." alpha-hulpconstructie", positieve actie, de Eurocampagne, het beleidsplan, voorbereidin-
73
gen tot het uitbrengen van Vrouwenberaadsignalen, eiceldonatie, het rapport "Vrouwen en mannen van de partij". Het thema van de beleidsdagen was "fundamentele gelijkwaardigheid en individualisering". Omdat men het tijd vond voor vernieuwing werd besloten een nieuw beleidsplan "Over de drempel in de jaren negentig" op te stellen. In het kader van de vernieuwing van het bestuur werd de toebedeling van taken binnen het bestuur besproken. Het belangrijkste discussiepunt was het omvormen van de functie van secretaris naar een betaalde functie óf het behouden van een secretaris van het bestuur als vrijwilliger.
Positieve Actie Het emancipatie-project 1988-1989 Positieve Actie werd na een gezamenlijke subsidieaanvraag van het CDA en het CDA-Vrouwenberaad gehonoreerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het project viel onder verantwoordelijkheid van het CDA. Het CDA-Vrouwenberaad was vertegenwoordigd in de bestuurscommissie Positieve Actie door Agnes van Ardennevan der Hoeven en Daisy Boersma-Barenbrug, die stafmedewerker-emancipatie drs.Hillie van de Streek in haar werk begeleidde. In 1989 kwam het tot een afronding van het project. Het onderzoek en het rapport 'Vrouwen en mannen van de partij' werd uitgebracht. In het rapport zijn tal van aanbevelingen opgenomen om te bereiken dat vrouwen in evenredige mate in all~ geledingen van de partij gaan deelnemen. Er moet nog veel gebeuren. Slechts 1 op de 10 afdelingsvoorzittersis een vrouw. Van de afdelingssecretarissen is dat 3 op de 10. Geen van de 18 kamerkringvoorzitters is een vrouw. 15.5% van de CDA-raadsleden is een vrouw. Het bestand CDA-wethouders telt slecht 8% vrouwen en er zijn 9 vrouwelijke burgemeesters. (Cijfers uit: "Vrouwen en mannen van de partij, een onderzoek uit 1989 naar de positie van vrouwen in het CDA"). Het Partijbestuur heeft de aanbevelingen van het rapport overgenomen. Deze aanbevelingen zullen onder leiding van de bestuurscommissie Positieve Actie verder worden uitgewerkt. De Kamerkringen en plaatselijke afdelingen zullen Positieve Actieplannen opstellen, waarbij convenanten worden afgesloten. Mentaliteitsverandering, ledenwerving van vrouwen, scholing en vorming van vrouwen zijn eveneens onderdelen van het Positieve Actiebeleid van het CDA. Het CDA-Vrouwenberaad heeft hierin een stimulerende, begeleidende en signalerende taak. Over het thema Positieve Actie werd door het CDA-Vrouwenberaad een studiedag georganiseerd in samenwerking met het CDJA. De Sectie Pers en Publiciteit startte in JAARVERSLAG CDA 1989
CD/Actueel met een artikelenreeks over Positieve Actie.
Contacten in het CDA Het CDA-Vrouwenberaad was in de partij op alle niveaus vertegenwoordigd in de besturen van plaatselijke/regionale en provinciale afdelingen, van Kamerkringen, in de Partijraad, in het Partijbestuur en in het Dagelijks Bestuur. In de Commissie Buitenland en haar werkgroepen, in de redactiecommissie CD/Actueel/CDA-Krant, in het Stichtingsbestuur KAVO, in de Stichtingsraad van het Wetenschappelijk Instituut, in het Inter Cultureel Beraad, in de Stichting Internationale samenwerking in oprichting, in de Landelijke Permanente Campagneraad en de werkgroep ledenwerving had het CDA-Vrouwenberaad eveneens vertegenwoordigende plaatsen. Kernwoorden in dit verband zijn: integratie, informatie en inbreng. Het CDAVrouwenberaad onderhield goede contacten met het CDJA en het Curatorium van de Kaderschool. Het besluit om te komen tot de functie van ambtelijk secretaris en de vacature in het bestuur te ·vervullen met een coördinator inen externe betrekkingen had een statutenwijziging tot gevolg. De vernieuwing van het Landelijk Bestuur vond op de volgende wijze plaats: afscheid werd genomen van Berthe van der Veldevan Dijk uit Drenthe, Mies Ooms-Ruepertuit Overijssel en Marleen de Pater-van der Meer uit Gelderland. Als respectievelijke opvolgers werden Johanna Daling-Feijen, Ans Poort-v.Dommelen en Machteld v.d.Sterre-Groenendal verwelkomd.
Eind 1989 bestond het Landelijk Bestuur uit de leden van het Dagelijks Bestuur en 12 vertegenwoordigers van de provinciale besturen te weten: Mw. J. L. Bil-Roskam (Zeeland) Mw. J. Daling-Feijen (Drenthe) Mw. F. Ekens-van Dam (Groningen) Mw. R. Fleuren-Swinkels (Limburg) Mw. R. Th. de Haan-Koopman (Noord-Holland) Mw. C. Hulsman-de Vries (Flevoland) .Mw. H. Martens-Cosijn (Noord-Brabant) Mw. dr. E.A.M. Matricali-van Lamoen (ZuidHolland) Mw. J.G.J. Poort-v. Dommelen (Overijssel) Mw. S. Siegers-Wijma (Friesland) Mw. M. v.d. Sterre-Groenendal (Gelderland) Mw. C. W. Wiechers-van der Kraan (Utrecht) Dhr. drs. C. Bremmer (adviserend lid als partijsecretaris) Mw. G.W.van Montfrans-Hartman (adviserend lid, namens partijbestuur)
Landelijke Raad De Landelijke Raad is het hoogste besluitvormende orgaan van het CDA-Vrouwenberaad en bestaat uit de stemhebbende leden van het Landelijk Bestuur en drie afgevaardigden per provincie. Mevrouw Til Gardeniers-Berendsen hield op de voorjaarsvergadering van de Landelijke Raad op 24 april een inleiding over "Vrouw en carrière". Tevens werd het jaarthema "Discussiepunten Gemeenteraadsverkiezingen" gepresenteerd. De werkplannen van de Secties, het activiteitenoverzicht en de begroting
Twee van de negen vrouwelijke CDA-burgemeesters: Je/tien Kraaijeveld-Wouters en Willemien van Montfrans.
74
1989 werden vastgesteld. Ook werden het jaarverslag en de jaarrekening over 1988 goedgekeurd. Tijdens de najaarsvergadering van de Landelijke Raad op 14 oktober concentreerden de inleidingen zich rond het thema: gemeentelijk emancipatiebeleid. , ,Overheveling van emancipatiegelden", "waarom decentralisatie" en "argumenten om in fractie en Raad te benutten" werden ingeleid door respectievelijk Riet Roosen-van Pelt, Joke Janse de Jonge en Marleen de Pater-van der Meer. Een resolutie over gemeentelijk emancipatiebeleid werd aangenomen. In de resolutie spreekt het CDA-Vrouwenberaad uit dat, - elke gemeente een emancipatiebeleid voert met een jaarlijkse begrotingspost emancipatie en dat - elke gemeente de gewenste emancipatie-activiteiten van traditionele en niet-traditionele (vrouwen)organiaties ondersteunt. Tevens sprak de Landelijke Raad in een resolutie over Kinderopvang uit dat: - naast de 130 miljoen gulden vrijkomende uit de Gort-operatie, tenminste 50 miljoen gulden ter beschikking dient te komen voor de uitbreiding van kinderopvang, - gemeenten, werkgevers, en werknemers, op basis van een behoefte-onderzoek in een samenwerkingsverband met gebruikmaking van de stimuleringsmaatregel dienen te zorgen voor een voldoende aanbod van verschillende vormen van kinderopvang met waarborgen voor kwaliteit en continuïteit, regionale spreiding, een goede rechtspositie voor de kinderopvangwerksters en een uniforme bijdrage volgens de landelijke tabel waarbij als uitgangspunt een bijdrage naar draagkracht geldt. Beide resoluties werden nog op dezelfde dag aangeboden aan de Bestuurdersvereniging. In het huishoudelijk deel van de vergadering werd het jaarthema "Vrouw en inkomen" geïntroduceerd, het werkplan en de begroting 1990 vastgesteld en de wijziging van de statuten goedgekeurd.
Ledendag Op 25 november werd voor de tweede maal
in het bestaan van het CDA-Vrouwenberaad een ledendag gehouden. De belangstelling was enorm. Ruim zeshonderd vrouwen waren die dag bijeen in de Reehorst te Ede, ondanks het feit dat geen publiciteit aan deze dag mocht worden gegeven. Minister-president Ruud Lubbers was alleen bereid aan de uitnodiging gehoor te geven als de vergadering een besloten karakter zou hebben, omdat de regeringsverklaring nog niet was afgelegd. Ruud Lubbers hield een inleiding over "kindvriendelijk beleid". Mevrouw Frouwke Laning-Boersema hield een zeer indringende rede over "zorg op maat" en mevrouw Anita Rasenberg belichtte het thema "opvoeden tot zorgzaamheid en zelfJAARVERSLAG CDA 1989
Glasnost en Perestrojka te1
lieuwe ultd•lita 'oor et11 401ariat NAVO
*Verandering Verzekerd *Onderzoeksrapport ,,Vrouwen en mannen van de partij" * Emancipatiebeleid in het Regeerakkoord * Rijksstimuleringsregeling Kinderopvang
Werkgroepen
!,. . . . . .. standigheid". De drie Secties presenteerden zich op de informatiemarkt.
Publicaties In 1989 bracht het CDA-Vrouwenberaad de volgende publicaties uit: * Folder ten behoeve van de Europese verkiezingen "Over grenzen heen" *Folder ten behoeve van de Tweede kamerverkiezingen "Verder met vrouwen" *Vrouwenmagazine "Over vrouwen in Europa" * Discussiestuk , ,Gemeenteraadsverkiezingen" *Verslag Jaarthema 1988-1989 "Milieu"; een bundeling van de reacties op de discussienota * De verslagbundel van de studiedag Glasnost en Perestrojka * De nieuwe adressengids De volgende notities werden opgesteld: * Alpha-hulpen in kort bestek * Evaluatie beleidsplan KAVO * Handreiking bij het opstellen van een gemeentelijk verkiezingsprogramma * Functies in het CDA-Vrouwenberaad * Amendementen verkiezingsprogramma "Verantwoord Voortbouwen" * Argumenten ter verdediging van de Amendementen concept-verkiezingsprogramma "Verantwoord Voortbouwen" * Eiceldonatie De volgende resoluties werden aangenomen: * Resolutie Kinderopvang * Resolutie Gemeentelijk emancipatiebeleid Een nieuwe activiteit was het publiceren van Vrouwenberaadsignalen. De volgende signalen zijn in 1989 gereed gekomen:
Een achttal werkgroepen werd voor een korte of langere periode ingesteld. De werkgroep Idaderopvang volgde de ontwikkelingen rondom het kabinetsstandpunt en in het Landelijk Platform Kinderopvang. Leden van het CDJA en het CDA-Vrouwenberaad maakten deel uit van de werkgroep Stadiedag Po•ltleve Actie . Deze werkgroep organiseerde op 4 november een studiedag over Positieve Actie voor de leden van beide organisaties. De werkgroep ledendag had tot taak de organisatie van de ledendag op 25 november in de Reehorst te Ede. De werkgroep MUieu stelde een samenvatting op van de reacties op de discussienota Milieu en beraadde zich over de becommentariëring van het Nationaal Milieubeleidsplan. be werkgroep Jaarthe•a 1989-1990 stelde de discussienota Gemeenteraadsverkiezingen op. De werkgroep Modelge•eeatepro· gra• maakte ten behoeve van de plaatselijke afdelingen een reactie op het conceptmodelverkiezingsprogramma. De werkgroep Dl•ca.•lepaatea Ge· •eeateraaüverldezlagea stelde een handreiking op met discussiepunten die betrekking hebben op de kandidaatstelling en het gemeentelijk program. De werkgroep beco••eatarlërlag verldezlag•pro· gra• bestudeerde met de leden van het Landelijk Bestuur kritisch het programma "Uitzicht" en bereidde de amendementen op het programma "Verantwoord Voortbouwen" voor. Met uitzondering van de werkgroepen kinderopvang en milieu zijn alle bovenstaande werkgroepen in de loop van 1989 opgeheven. Met het oog op het jaarthema 19901991 "Vrouw en lako•ea" werd een werkgroep ter voorbereiding van een discussienota ingesteld.
Het secretariaat Vernieuwing van bestuur hield ook in een andere taakverdeling op het secretariaat en bracht een interne verhuizing met zich mee. Het arbeidskontrakt met drs. Ineke de Ridders kwam eind december tot een einde. Elske Hörchner verzorgde de archivering en documentatie, functioneerde als politiek medewerker en ondersteunde het Breed Emancipatie Overleg en de diverse werkgroepen. Marianne van de Griendl-van den Berg begon haar taak als ambtelijk secretaris.
75
17. Emancipatie
Project positieve actie: van theorie naar praktijk Op 16 december 1989 aanvaardde de partijraad van het CDA vrijwel unaniem een resolutie over het voe· ren van een positieve-actiebeleid voor vrouwen in het CDA. Bij een dergelijk beleid gaat het om het in· halen van achterstanden van vrouwen in alle geledingen en vertegen· woordigingen van de partij met be· hulp van concrete maatregelen. De resolutie vormde de afsluiting van de eerste, verkennende fase van het CDA-project positieve actie en luid· de tevens de start in van de tweede, uitvoerende fase die tot en met de raadsverkiezingen van 1994 zal duren.
Aan de resolutie ging een door de Bestuurscommissie positieve actie verricht onderzoek naar de deelname van vrouwen in het CDA vooraf. Op grond van de uitkomsten hiervan heeft het partijbestuur in november 1989 besloten het door de Bestuurscommissie aanbevolen beleid in grote lijnen uit te voeren. 1989 stond voor de Bestuurscommissie positieve actie, onder wier leiding het CDAproject werd uitgevoerd, in het teken van de voltooiing van de opdracht die haar eiï;d 1987 door het partijbestuur was opgedragen, namelijk de mogelijkheid te onderzoeken van het voeren van een positieve-actiebeleid in het CDA. De commissie werd voor de duur van twee jaar (1988 en 1989) ingesteld en nam zich voor naast deze opdracht zo mogelijk een aanzet te geven tot de uitvoering van het beleid. Vormde 1988 de op onderzoek gerichte startfase van het project; in 1989 werd overgegaan van theorie naar praktijk. In september van het jaar presenteerde de commissie de uitkomsten van haar onderzoek naar de deelname van vrouwen in de partij aan het partijbestuur in de vorm van het rapport "Vrouwen en mannen van de partij". Op grond van deze uitkomsten komt het rapport tot de aanbeveling dat de deelname van vrouwen in het CDA dient te worden bevorderd, en wel met gebruikmaking van het instrument van positieve actie. In het beleidsplan dat in het rapport is opgenomen wordt uitgewerkt waar in het positieve-actiebeleid van het CDA de accenten moeten worden gelegd: het bereiken van evenredige vertegenwoordiging van vrouwen op alle niveaus; het bevorderen van de doorstroming van vrouwen naar leidinggevende functies; het verrichten van studie naar emancipatie in het licht van de christen-democratie en het stimuleren van een JAARVERSLAG CDA 1989
toename van het aantal vrouwelijke leden. Bij de besluitvorming over "Vrouwen en mannen van de partij" besloot het partijbestuur de lijn van het beleidsplan te volgen. Bovendien voegde het er nog enkele punten aan toe ter concretisering van het beleid. Zo zullen bij het streven naar evenredige vertegenwoordiging convenanten tussen afdelingsbesturen en kamerkringen, alsmede tussen kamerkringen en partijbestuur worden overeengekomen. In de convenanten worden afspraken gemaakt over streefcijfers en termijnen. Daarnaast worden financiële prioriteiten gesteld en komt er voor de duur van vier jaar een nieuwe Bestuurscommissie positieve actie. Deze krijgt tot taak de uitvoering van het beleid te begeleiden en de betrokken partijniveaus van advies te dienen.
Uitvoering In het kader van het maken van een begin van de uitvoering van het positieve-actiebeleid heeft de Bestuurscommissie in 1989 alvast een aantal activiteiten in de partij ontplooid. In de eerste plaats het opzetten van een drietal regio-projecten in drie kamerkringen, waarin met inzet van de kamerkringbesturen en onder hun supervisie werkzame werkgroepen aspecten van positieve actie zijn beproefd op hun bruikbaarheid voor de partij als geheel. Daarnaast heeft de commissie ondersteuning geboden aan overige in het CDA ontstane initiatieven tot het opstarten van positieve actie. Bovendien werd in oktober 1989 een kadertraining voor kamerkringbestuurders gehouden met als doel het geven van een impuls aan de uitvoering van het positieve-actiebeleid op regionaal en gemeentelijk niveau. Ook verzorgden leden van de Bestuurscommissie spreekbeurten. De overgang binnen het CDA-project positieve actie van beleidsontwikkeling naar beleidsuitvoering, die eind 1989 met het aannemen van de resolutie concreet gestalte kreeg, betekende het nemen van afscheid
Een ondertoek in het kader van dl' uitwering
1/'en positil'\l'-actiebeleid voor
vrou~en
\&IJ
in het COA
Bestuurscommissie Positieve Actie van het CDA
september 1989
van de sinds begin 1988 werkzame commissie en de installatie van de nieuwe commissie die tot 1994 in functie zal zijn. De nieuwe commissie zal haar activiteiten in 1990 om te beginnen opnieuw o.l.v. mevr. De GoeySmulders richten op de totstandkoming van convenanten.
Bestuurscommissie 19881989 In 1988 en 1989 was de Bestuurscommissie positieve actie als volgt samengesteld: mw M.E.B. de Goeij-Smulders (voorzitter), mw A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven, mw D. Boersma-Barenbrug, drs M. Kastelein, mw G.W. van Montfrans-Hartman, mw M.L. de Pater-van der Meer, drs M. Smits; C. Lamers, drs C. Bremmer (CDA-secretariaat). Als stafmedewerker emancipatie in het kader van het CDA-project positieve actie was werkzaam mw drs H.J. van de Streek die een belangrijk aandeel had in de eindrapportage "Vrouwen en mannen van de Partij".
Bestuurscommissie 19901994 Vanaf 1990 is de Bestuurscommissie positieve actie samengesteld uit o.a. de volgende personen: mw M.E.B. de Goeij-Smulders (voorzitter), mw A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven, mw D. Boersma-Barenbrug, drs M. Kastelein, mw J.G. Kraaijeveld-Wouters, mw mr V. Korte-van Hemel, mr J. Houben, mw D. Kooi, drs M. Smits en dhr Van Houten.
Publicaties Publicaties vanuit het CDA-project positieve actie in 1989/1990: - Vrouwen en mannen van de partij, een onderzoek in het kader van de uitvoering van een positieve-actiebeleid voor vrouwen in het CDA (incl. bijlagen), sept. 1989; - Verslag kadertraining positieve actie voor kamerkringbestuurders, oktober 1989; - Resultaten van de regio-projecten in de kamerkringen Leiden, Overijssel en NoordBrabant, december 1989; - Spreekschets positieve actie (incl. bijlage), januari 1990; - Positieve actie voor evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in fracties en partijfuncties, in: Bestuursforum, februari 1990, p. 31-35, door H.J. van de Streek; - Positieve actie stap voor stap, handleiding positieve actie voor kamerkring- en afdelingsbesturen van het CDA, CDA-Vrouwenberaad en CDJA-kernen, april 1990.
76
18. Intercultureel Beraad (ICB)
Vijf regionale ICB's geïnstalleerd Het jaar 1989 heeft ook voor het Intercultureel Beraad (ICB) in het teken van de verkiezingen gestaan. Vooral door de regionale ICB's, die onder verantwoordelijkheid van de Kamerkringen vallen, is volop mee· gedraaid in de campagnes voor Europees Parlement en de Tweede Ka-
merverkiezingen. Op landelijk ni· veau werd commentaar geleverd op de concept-tekst van het verkie· zingsprogram ., Verantwoord Voort· bouwen". In 1989 werden in Amsterdam, Leiden, Utrecht, Brabant en Rotterdam regionale ICB's officieel geïnstalleerd. In de kamer-
kringen Den Haag en Overijssel en in Amhem waren ICB's actief, in afwachting van een officiële start. Een opvallende activiteit was de kadercursus voor Chinezen. Deze werd bezocht door zo'n 30 deelnemers en in november afgesloten met een officieel getuigschrift, uitgereikt door mw. Luiten-Monchen, vice-voorzitter van het Scholingsinstituut. De doelstelling en plaats van het ICB binnen het CDA zijn volop in beweging. Eind 1989 waren er gesprekken gaande tussen het CDA-bestuur en het ICB over de toekomst van dit adviesorgaan. In het voorjaar van 1990 zal daar afronding aan worden gegeven.
21. Huisvestingscommissie
Exploitatie CDA-huis Uitreiking van getuigschriften bij de afsluiting van de kadercursus voor Chinezen.
19. Fonds W. I.
20. Financiële Commissie
Beheer van gelden
Brede financiële invalshoek
Het Fonds Wetenschappelijk lnsti· tuut is een fonds dat als belangrijk· ste taak heeft het beheren van een aantal gelden die tijdens de fusie zijn voortgekomen uit de ondersteu· ningsfondsen voor de diverse we· tenschappelijke instituten. Een deel van het rendement van dit beheer kan daarbij ten gunste komen van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Concreet komt dit er op neer dat het fonds maximaal 90% van het jaarlijks rendement van de belegde gelden kan benutten om eventuele tekorten in exploitatie van het Wetenschappelijk Instituut te dekken. Blijven de tekorten van het W.I. onder deze maximale grens, dan wordt er uiteraard ee.n lager bedrag uitgekeerd. Het ~onds. W.I. 1s derhalve primair ingesteld op financieel beheer hetgeen in de samenstelling ook .tot uitdrukking is gebracht. In de samenstelhng is in 1989 geen wijziging opgetreden. Voorzitter is de heer mr. H. M. Krans. Penningmeester A. J. Kaland. Leden zijn de heren H. Haenen, dr. J. A. H. Hendriks en Th. E. F. Niers. Adviserende leden zijn de penningmeester van de partlij en van het Wetenschappelijk Instituut alsmede de directeur JAARVERSLAG CDA 1989
De Financiële Commissie heeft als belangrijkste taak het beoordelen van de ontwerp-jaarrekeningen en van de ontwerp-begrotingen alvo· rens deze door de Partijraad worden vastgesteld. Nadat ontwerp-jaarre· keningen of ontwerp-begrotingen door het Partijbestuur zijn behan· deld, buigt de Financiële Commissie zich over deze stukken en brengt af· zonderlijk advies uit. De laatste tijd wordt de commissie ook regelmatig advies gevraagd over beleidsmatige financiële zaken zoals over de meerjarenbegroting van de partij en de financiële situatie rond de huisvesting van het CDA. Het contact met de partijpenningmeester is daardoor aanzienlijk toegenomen. Het aantal vergaderingen van de commissie blijft in principe beperkt tot 3 a 4 per jaar. . . . Per 1 januari 1990 bestaat de commissie wt de volgende personen: mevrouw mr. E. G. E. M. Bloemen (voorzitter), leden de heren drs. C. Dekker en drs. Th. M. M. Schmitz. Ambtelijk secretaris: mevrouw C. Arkesteijn.
van het W.I. Ambtelijk secretaris: C. H. J.
Lamers die per 31-12-'89 zijn taak heeft overgedragen aan J. Rol.
De Huisvestingscommissie is verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van het CDA-huis in de dr. Kuyperstraat te Den Haag. Daar· toe vormt de commissie tevens het bestuur van de Stichting Huisves· ting CDA die de juridische eigenaar van het CDA-huis is. De commissie bestaat uit zeven leden waarvan de voorzitter door de Partijraad wordt benoemd, drie leden door het Partijbestuur en de overige drie leden door het Wetenschappelijk lnsti· tuut. Zoals reeds in het jaarverslag over 1988 is vermeld had de commissie een nieuwe meerjarenbegroting opgesteld waar?ij .de feitelijke financiële situatie van de Stichting Huisvesting beter in beeld was gekomen. Mede als gevolg van deze meerjarenbegroting heeft in 1988 in breder verba~d, o.?. met de partijpenningmeester discussie plaatsgevonden over de ex~loitatiem.o~elijk heden van het CDA-huis. D1t heeft ultemdelijk geleid tot het voorstel van het Partijb~ stuur aan de Najaarspartijraad in 1988 om m principe te besluiten om te zien naar een nieuwe huisvesting van het CDA-kantoor. Deze beslissing is in nauw overleg met de Huisvestingscommissie tot stand gekomen en draagt ook de goedkeuring van de commissie weg. Door de voorbereiding van de geplande Europese verkiezingen en van vooral de niet-geplande Tweede Kamerverkiezingen is de uitwerking van dit voorstel in 1989 vertraagd. Op 1 januari 1989 bestond de commissie uit de volgende leden: H. Haenen (voorzitter), leden: drs. C. G. Bakker, mr. R. H. van de Beeten, drs. C. Dekker (aftredend), J. Kiers, J. Verbree en drs. H. E. S. Woldring. Ambtelijk secretaris: C. H. J. Lamers die per 31-12-'89 deze taak heeft overgedragen aan Johan Rol.
77
22. Royementscommissie
Resoluties
Rustigjaar De Royementscommissie heeft een rustig jaar achter de rug. Slechts vier verzoeken tot royement hebben de commissie bereikt, namelijk een verzoek van het bestuur van het CDA en drie verzoeken vanuit de gemeentelijke afdelingen Wieringermeer, Berghem en Maasbree. De commissie was in 1989 als volgt samengesteld: drs. J.A. Zijlstra (vz), leden de heren Wm.C. de Kruyf en C.B. Verhoeff. Als secretaris trad op tot 31-12-'89 de heer C.H.J. Lam ers.
23. Commissie van Beroep
Op de Voorjaars· en de N~aarspar· tijraad werden een aantal belangrijke resoluties aangenomen. Op de Voorjaarspartijraad op 27 mei be· trof het de resolutie over milieube· leid; op de Najaarspartijraad op 16 december ging het om de resoluties over Midden· en Oost-Europa en het positieve actiebeleid. De volledige tekst van deze resoluties staan hier· onder.
Hoogste instantie
Resolutie over milieubeleid
De Commissie van Beroep is binnen de partij-organisatie de hoogste instantie als het gaat om het instellen van beroep of het indienen van een klacht over het handelen van één van onze partij-organen. Tegen beschikkingen van de partij-organisatie, zowel op lager als op hoger landelijk niveau, bestaat statutair de mogelijkheid van beroep bij de Commissie van Beroep. Binnen de huidige statuten vormt de uitspraak van de Commissie van Beroep een onherroepelijke uitspraak, die binnen de partij algemeen bindend is. De samenstelling van de Commissie van Beroep is op 1 januari 1990 als volgt: mw. mr. L.G. Baud (vz), mr. A.A.M. Boersma, mr. H.S. Pruiksma, drs. J.W. Smeetsen de heer mr. J.M. Stevers. Plaatsvervangende leden zijn: drs. J.J.A. Scholten, HF. Happel en mr. T.W. Mertens. Griffier van de commissie is de heer A.C. Hofland, plaatsvervangend griffier mw. mr. M.A.C. Prins.
24. Toetsingscommissie
Nevenfuncties toetsen
De Toetsingscommissie is een officieel bij de statuten opgerichte commissie, die tot doel heeft de diverse nevenfuncties van bestuursleden en politieke vertegenwoordigers binnen de partij te toetsen aan de regels in de statuten en het huishoudelijk reglement. Dit kan betrekking hebben op de nevenfuncties die Tweede Kamerleden vervullen naast het Kamerlidmaatschap. Het kan zich echter ook uitstrekken tot de eventuele ontheffing van in de statuten verboden combinaties van politieke functies (bijv. raadslid en lid van de Provinciale Staten). De samenstelling van de Toetsingscommissie is als volgt: mr. 0. W.A. Baron van Verschuer (vz), mevrouw E. W.M. Borm-Luijkx, mr. J.M. Boll, mr. G.H. Bruins Slot en drs. J.W. Smeets. JAARVERSLAG CDA 1989
De Partijraad in vergadering bijeen op 27 mei 1989 te Hilversum, gehoord de reacties uit de partijpolitieke discussie Milieu, Constaterende,
- dat de ernst van de situatie waarin het milieu zich bevindt zowel landelijk, Europees als mondiaal noopt tot ingrijpende maatregelen; - dat het CDA vanuit zijn uitgangspunten wil komen tot een situatie van duurzame ontwikkeling, dat wil zeggen een ontwikkeling zonder dat op bestaansbronnen voor de huidige en toekomstige generaties roofbouw wordt gepleegd of natuurlijke kringlopen blijvend worden verstoord; Overwegende,
- dat rentmeesterschap betekent dat in de door God geschapen wereld de mens beheerder is die zorg moet dragen dat natuurlijke kringlopen niet onherstelbaar verstoord worden, het voortbestaan van planten en dieren gewaarborgd wordt, de gezondheid van de mens in acht genomen wordt en niet-vernieuwbare hulpbonnen slechts zuinig worden aangesproken; - dat gerechtigheid in verband met het milieubeleid betekent dat de overheid niet alleen voorwaarden schept waaronder mensen en hun maatschappelijke verbanden zich als goede rentmeesters kunnen gedragen, maar ook een eigen verantwoordelijkheid draagt voor behoud en ontwikkeling van natuur en milieu; - dat gespreide verantwoordelijkheid er op duidt dat het rentmeesterschap beleefd moet worden in de samenleving zelf en dat mensen in hun maatschappelijke omgeving - bedrijven, huishoudens, landbouw, recreatie, verkeer - daar op basis van persoonlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid gestalte aan kunnen geven; - dat solidariteit inhoudt dat wij de vruchten van de schepping niet alleen voor ons zelf mogen plukken, maar ook moeten doen toekomen aan de verre naaste (Derde Wereld) en aan de na ons komende generaties en wel op een wijze die ook voor hen duurzame ontwikkeling mogelijk maakt; Spreekt uit, terzake van
A. de verdeling van verantwoordelijkheden: Al. De verantwoordelijkheid van de overheid 1. dat de milieuproblematiek vraagt om een integrale aanpak waar vele beleidsterreinen bij betrokken zijn, met prioriteit voor voorkoming van onherstelbare schade en voor maatregelen met een gunstige milieubaten/kostenverhouding; 2. dat de overheid daartoe duidelijke en handhaafbare normen in wet- en regelgeving vaststelt
en controleert, die voorkomen dat verdere aantasting van en roofbouw op het milieu worden gepleegd en die bevorderen dat natuur- en landschapswaarden worden beschermd; 3. dat regelgeving in EG-verband de voorkeur heeft en door Nederland krachtig wordt bevorderd, maar dat Nederland tevens tot extra strenge wet- en regelgeving besluit wanneer de specifieke situatie dat mogelijk en noodzakelijk maakt, zo mogelijk in samenwerkingsverband van EG-lidstaten die een verdergaand beleid voorstaan; dat de EG-richtlijnen snel in de Nederlandse wetgeving opgenomen worden; 4. dat de overheid door middel van natuurbescherming, landschapsbeheer en bosbouw werkt aan herstel van het milieu; 5. dat via voorschriften, vergunningen en heffingen het principe dat de vervuiler verantwoordelijk is met kracht wordt doorgevoerd en wel zodanig dat milieukosten in de kostprijs van goederen en diensten tot uitdrukking komen; 6. dat de overheidsmiddelen vooral worden ingezet voor het opruimen van vervuiling uit het verleden, voor het ontwikkelen van nieuwe technieken en methoden om verdere verontreiniging te voorkomen en voor handhaving van wet- en regelgeving; 7. dat de overheid binnen haar wetenschaps- en technologiebeleid een belangrijk aandeel dient te leveren aan fundamenteel toegepast en beleidsonderbouwend onderzoek op het gebied van milieubeheer en duurzame ontwikkeling; 8. dat het subsidie- en fiscale stelsel milieuverantwoord handelen ondersteunt en bevordert en milieu-onvriendelijk handelen onaantrekkelijk maakt; 9. dat in het kader van het nationaal en EG-ontwikkelingssamenwerkingsbeleid meer aandacht wordt geschonken aan de milieu-effecten van ontwikkelingsprojecten en aan specifieke milieuprojecten; 10. dat de doelstellingen van het economisch beleid niet alleen in termen van groei van productie en consumptie, maar ook in termen van milieukosten en -baten worden geformuleerd; 11. dat de bestedingsruimte ten gevolge van economische groei deels wordt aangewend voor het milieubeleid; 12. dat het de taak van de overheid is om burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties aan te zetten tot verantwoordelijkheid t.o.v. de schepping. All. de verantwoordelijkheid van bedrijven en maatschappelijke organisaties 13. dat het bedrijfsleven waaronder de landbouw de kans krijgt onder meer via convenanten, verordeningen en bedrijfsinterne vormen van milieuzorg binnen een bepaald tijdpad toe te groeien naar een situatie van duurzame ontwikkeling; zonodig moet het gedwongen worden op korte termijn te komen tot een voor het milieu minder belastende productiewijze; 14. dat ondernemingsraden en organisaties van werkgevers en werknemers een belangrijke rol vervullen bij het tot stand komen van een ondernemingsstijl die uitmondt in een meer milieuvriendelijke productie en producten;
78
15. dat milieu- en consumentenorganisaties, ook
alle landen die verantwoorde verwerking van gifti-
roepen convenanten overeen te komen met res-
op Europees niveau, een belangrijke taak vervul-
ge stoffen niet kunnen garanderen en tevens een
pectievelijk hun kamerkringbestuur en het Partij-
len op het gebied van voorlichting en educatie en het signaleren van aantastingen van het milieu alsmede bij het beheer van natuurterreinen; Alll. de verantwoordelijkheid van burgers 16. dat men zich steeds meer bewust dient te worden van de ontoereikendheid van uitsluitend technische maatregelen en financiële offers en steeds meer doordrongen dient te raken van de onontkoombaarheid van een andere levensstijl; 17. dat educatie en voorlichting noodzakelijk zijn ter bevordering van milieubewustwording en milieuverantwoord handelen van de burgers waarbij overheid en maatschappelijk middenveld een taak hebben; 18. dat spoedig een milieukeur op goederen en diensten wordt ingevoerd, af te geven door een onafhankelijk instituut waardoor de consument in staat wordt gesteld verantwoorde keuzes te maken; B. een aantal urgente problemen BI. De bescherming van de atmosfeer: 19. dat in Nederland en Europa, zo mogelijk door middel van mondiale verdragen, de stoffen die het meest schadelijk zijn voor de ozonlaag - te beginnen met de meest schadelijke - met kracht teruggedrongen en waar mogelijk uitgebannen worden; 20. dat de uitstoot van kooldioxide, dat het broeikaseffect versterkt, substantieel wordt teruggedrongen, zo snel mogelijk beginnend met stabilisatie van het kooldioxidegehalte, door onder meer energiebesparing en aanwending van duurzame energiebronnen alsmede herbebossing in ons land en elders in de wereld;
verbod op storting van schadelijk afval in zee; voorts is een mondiale gedragscode in het kader van de Verenigde Naties noodzakelijk; Besluit: 1. dat deze resolutie haar uitwerking dient te vinden in het CDA-verkiezingsprogramma'89-'93; 2. de CDA-fracties op gemeentelijk, provinciaal, nationaal en Europees niveau op te roepen in hun beleid mede gestalte te geven aan deze resolutie; 3. maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers op te rooepen hun verantwoordelijkheden te nemen in het streven naar duurzame ontwikkeling.
bestuur waarin regionaal gedifferentieerde streefcijfers zijn opgenomen; 3. het Curatorium van het Scholingsinstituut van het CDA te verzoeken positieve actie op bovengenoemde wijze in het scholingsaanbod te Integreren; 4. het bestuur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA te verzoeken een studiecommissie in te stellen die op korte termijn een studie maakt van emancipatie In het licht van de christen-democratische uitgangspunten; Doet een appèl op: 5. gemeentelijke afdelingen, kamerkringen, partijbestuur em fracties om in gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid mee te werken aan de uitvoering van dit positieve actiebeleid; 6. het Partijbestuur om de uitvoering van dit positieve actiebeleid onder meer financieel te ondersteunen en om periodiek over de voortgang van dit beleid te rapporteren met het oog op een algehele evaluatie van dit beleid voor de verkiezingen van 1994 en het daartoe voorbereidende proces van kandidaatstelling.
Bil. Verzuring, vermesting en verspreiding 21. dat d1astische maatregelen worden genomen om de uitstoot van verzurende stoffen, onder meer bij energie-opwekking, terug te brengen tot een waarde die voor de draagkracht van het milieu aanvaardbaar is; 22. dat de milieuproblematiek in de landbouw primair door middel van zelfregulering wordt aangepakt en wel via drastische vermindering van de ammoniakuitstoot, een aanzienlijke beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en een doelmatige verwerking van de mestoverschotten; waar zelfregulering tekort schiet, moet de overheid ingrijpen; 23. dat het gebruik van de auto teruggedrongen wordt, ondermeer door kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van het openbaar vervoer, in combinatie met het wijzigen van de verhouding tussen de kosten van de auto en die van het openbaar vervoer, ten gunste van het openbaar vervoer; 24. dat de normen voor uitlaatgassen van voer-, vaar- en vliegtuigen worden aangescherpt; 25. dat door middel van de zuiveringsinstallaties voor rioolwater zoveel mogelijk fosfaten teruggewonnen worden; BliJ. Verwijdering van afvalstoffen 26. dat het beleid allereer~t gericht is op voorkoming van afval en het weren van slecht afbreekbare en niet-herbruikbare stoffen uit de afvalstroom. Vervolgens komt hergebruik van materialen en producten aan de orde, waar nodig door middel van statiegeldsystemen en scheiding aan de bron. Daarna wordt het resterend afval zoveel mogelijk verbrand en tenslotte volgt minimale stort onder verantwoorde controle; 27. dat een Europees verbod noodzakelijk is op uitvoer van nucleair en ander gevaarlijk afval naar JAARVERSLAG CDA 1989
Resolutie over positieve ac:tiebe· leid De Partijraad van het CDA, in vergadering bijeen op 16 december 1989 te Amsterdam, Overwegende: a. dat het rapport "Vrouwen en mannen van de partij, een onderzoek in het kader van de uitvoering van een positieve actiebeleid voor vrouwen in het CDA" onder meer concludeert dat de werving van vrouwelijke leden extra aandacht behoeft evenals de doorstroming van vrouwen naar partijfuncties op alle niveaus; b. dat het Program van Uitgangspunten aangeeft dat mannen en vrouwen gelijkelijk verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de samenleving; c. dat politieke participatie een belangrijk instrument is om aan deze ontwikkeling vorm te geven; d. dat vrouwen in toenemende mate een rol spelen in maatschappelijke besluitvorming; e. dat positieve actie in het CDA nodig en wenselijk is, omdat blijkt dat vrouwen te weinig participeren op alle niveaus; f. dat in de resolutie Appèl en Weerklank (19Mei 1984) reeds is uitgesproken dat het aantal vrouwen in bestuursorganen en op kandidatenlijsten dient te worden vergroot; g. dat in een resolutie van het 7e Congres van de Europese Volkspartij (8 november 1988) is besloten te streven naar evenredige vertegenwoordiging van vrouwelijke leden in partijfuncties en op verkiesbare plaatsen op kandidatenlijsten; Voorts overwegende: h. dat de basis voor blijvende grotere participatie van vrouwen in het CDA op alle niveaus ligt bij een mentaliteitsverandering binnen de partijen bij ledenwerving; i. dat voor de bevordering van participatie van vrouwen binnen het CDA convenanten tussen afdelingsbesturen en kamerkringen, alsmede tussen kamerkringen en partijbestuur over de weg waarlangs evenredige vertegenwoordiging van vrouwelijke leden in bestuursorganen en op kandidatenlijsten bereikt kan worden, een geschikt model vormen; j. dat positieve actie gesteund moet worden door: * deskundigheidsbevordering van vrouwen * kennis over het onderwerp positieve actie bij kaderleden te vergroten, beide te bereiken door het onderwerp positieve actie in kadercursussen een vaste plaats te geven; k. dat er op korte termijn behoefte bestaat een studie over emancipatie in het licht van het christen-democratisch denken; Besluit: 1. bij ledenwerving extra aandacht te besteden aan de gerichte werving van vrouwelijke leden; 2. besturen van afdelingen en kamerkringen op te
Resolutie over Midden· en Oost· Europa De Partijraad van het CDA, In vergadering bijeen op 16 december 1989 te Amsterdam, 1. begroet het streven in Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije om tot reactivering te komen van de christen-democratische partij met enthousiasme; 2. stelt vast dat christen-democraten actief deelnemen aan het op democratisering gerichte maatschappelijke proces in deze landen; 3. neemt met waardering kennis van de activiteiten van het CDA t.b.v. zusterpartijen in Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije; 4. nodigt het Partijbestuur uit de ontwikkelingen in Midden- en Oost-Europa en de Sowjet-Unie nauwkeurig te volgen en met christen-democraten daar contact te blijven onderhouden of op te nemen en waar mogelijk vergelijkbare activiteiten te ontwikkelen zoals onder punt 3 vermeld; 5. nodigt het Partijbestuur uit om in samenspraak met daartoe aangewezen landelijke organen en bijzondere organisaties van het CDA , alsook met de EVP en EUCD tot een zinvolle ondersteuning van en samenwerking met de Poolse, Hongaarse en Tsjechoslowaakse christen-democraten te ko-, men; 6. nodigt het Partijbestuur uit om een van de· eerstvolgende Partijraden te wijden aan een bespreking van de ontwikkelingen in Midden-en Oost-Europa, waar ook besluiten genomen worden over de politieke context in brede zin; over de hulpverlening en wesen om voor die hulpverlening de benodigde middelen bijeen te brengen; 7. verzoekt het partijbestuur de inhoud van deze resolutie ter kennis te brengen van geestverwante christen-democratische partijen in Midden-en Oost-Europa; 8. doet tenslotte een appèl op geestverwante maatschappelijke organisaties om binnen het kader van hun mogelijkheden de hervormingsprocessen in Midden-en Oost-Europa te ondersteunen.
79
Algemeen Zaterdag 19 mei 1990: Studieconferentie Steenkampinstituut te Amsterdam over volkshuisvesting. Zaterdag 9 juni 1990: Voorjaarspartijraad te Utrecht. Zaterdag 6 oktober 1990: Studieconferentie CDJA over etnische minderheden.
Tienjarig bestaan CDA Woensdag 10, donderdag 11 en vrijdag 12 oktober 1990: Seminar te Noordwijkerhout over christen-democratie en Europa. Zaterdag 27 oktober 1990: Congres te Den Haag.
Partij-discussie Vanaf september 1990: Partijdiscussie over integratie.
Provinciale Statenverkiezingen 6zn,aart 1991: Verkiezingen van Provinciale Staten.
JAARVERSLAG CDA 1989
80
Wat geven CDA en Europese Volkspartij uit? Europese Volkspartij Lücker, H.A., Hahn, K. J. "Christliche Dernokraten bauen Europa" (Duits) "Die Christliche Demokratie in Europa" (Duits, Frans)
"Programm und Statut" Dokumentation 1 (Duits, Frans, Italiaans, Nederlands, Spaans) "Beträge zur Europäischen Wirtschafts- und Sozialpolitik" Dokum8lttation 4 (Duits, Frans, Italiaans, Nederlands) "Freiheit, Gerechtigkeit, Friede" Dokumentation 5 (Duits, Frans, Italiaans, Nederlands) "Aktionsprogramm für die 2. Wahlperiode des Europäischen Parlaments". V. Kongress der EVP. Rom, Apri11984 Dokumentation 6. "Ander Seite der Bürger" Aktionsprogramm 1989-1994. VII. Kongress der EVP, Luxemburg 1988 (Duits, Engels, Frans, Nederlands, Spaans)
"Robert Schuman. Christlicher Demokrat und Europäer. Aktualität eines Vorbilds" (Duits) "Efforts to defme a Christian Democratie Doctrine" (Duits, Engels, Spaans)
Brochure EG-Stimuleringsfondsen Discussiestuk De Verantwoordelijke Samenleving Discussiestuk Technologie Discussiestuk Ouderenbeleid Discussiestuk Ontwikkelingssamenwerking Discussiestuk Milieu Formatie belicht 1981 Van Agt ll Formatie belicht 1982 Van Agt m Formatie belicht 1982 Lubbers Formatie belicht 1986 Lubbers Adressengids Van Verzorgingsstaat naar verzorgingsmaatschappij Verantwoordelijkheid in beeld Op het spoor van de Verantw. Samenleving Euro-informatie bulletin Europees verkiezingsprogram
5,-
2,50
2,70 2,70 2,20 2,20 3,75 5,3,8,10,50 8,50
1,50 1,50 1,1,2,3,1,50
5,5,50 3,75 3,75 3,75
2,50 3,-
5,.,.--
7,50 6,00
2,2,2,-
Bestellingen: postrekening 131000 t.n.v. Centrale Verrekenkas, CDA Den Haag, onder vermelding van titel en aantal. Steenkampinstituut verkoop· afhaal-
CDJJ.-secretaziaat verkoop- afhaal·
Program van Uitgangspunten (Duits, Engels, Nederlands) Rapport Grondslag en Politiek handelen Statuten en Huishoudelijk Reglement Reglementen Model Gemeenten program '90-'94
Handboek Gemeenteraadsverkiezingen Verantwoord voortbouwen '89 Uitzicht Inleiding voltooid De komende 10 jaar ARP - personen en momenten De Unie waarin we ons thuis voelden INFO-BULLETIN '90/'91
prijs
prijs
2,20 7,50 15,50 9,50 3,75
1,5,10,5,2,-
5,3,50 4,25 3,5,50 18,50 14,50
2,50 2,1,75 1,50 3,14,10,-
prijs
prijs
Lesbrieven in de serie "Politiek? Kom nou." les 4: Parlementaire democratie/verkiezingen 4,25 les 10: Volkerensamenleving en veiligheid 4,25
2,50 2,50
Praatstukken
Praatstuk 1: Energie Praatstuk 2: Bezuinigingen in de gemeente Praatstuk 3: Overheid Praatstuk 4: Drugs Praatstuk 5: Burgerlijke ongehoorzaamheid Praatstuk 6: Homofilie Praatstuk 7: Ouderenbeleid Praatstuk 8: Referendum Praatstuk 9: Woonwagenbewoners en het CDA of woonwagenbewoners van het CDA Praatstuk 10: Gehandicaptenbeleid Praatstuk 11: Euthanasie Praatstuk 12: Jeugdwerkloosheid Praatstuk 13: Medisch-technische voortplantingavormen Praatstuk 14: Minderheden Praatstuk 15: Kleine criminaliteit Praatstuk 16: Samenleven Praatstuk 17: Media Praatstuk 18: Rechten van het kind Praatstuk 19: Vrijwilligerswerk Praatstuk 20: Privacy Praatstuk 21: Land- en tuinbouw Praatstuk 22: Volwasseneneducatie Praatstuk 23: Sociale zekerheid Praatstuk 24: Cultuurbeleid Praatstuk 25: Gezondheidszorg Praatstuk 26: Milieu Praatstuk 27: Europa Praatstuk 28: Nieuwe armoede
3,75 3, 75 3,75 3,75 3, 75 3,75 3,75 3, 75
2,2,2,2,2,2,2,2,-
3,75 3,75 3,75 3,75
2,2,2,2,-
3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3, 75 3,75 3,75 3, 75 3,75
2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,2,32
Praatstuk 29: Kerk en Staat Praatstuk 30: Vluchtelingenbeleid Praatstuk 31: Zuid-Afrika Cursusboek Fractiestrategie Cursusboek Algemene Beschouwingen Cursusboek Politieke Stromingen Cursusboek Provincie Cursusboek Fractiestrategie Cursusboek Gemeentefinanciën Cursusboek Public Relation
3,75 3,75 3,75 14,50 6,9,75 10,14,50 10,14,50
2,2,2,10,3,50 5,25 7,50 10,7,50 10.-
* Gemeenten en provincies met de rug tegen de muur (1983) * Depots voor chemisch afval (1983) * Politie, een lokale zorg (1980) 1)
3,4,50 6,-
1,50 2) 3,-2) 4,50 2)
Prijs voor niet-leden resp. verenigingsleden
2) Voor verenigingsleden gratis Notities e.d.
* Bundel artikelen over milieubeleid (1988) 10,-
7,50
* Cumulatief trefwoordenregister * * * *
Bestuursforum, 1977-1989 Documentatie over collegevorming ( 1986) CDA en lokaal/provinciaal bestuur ( 1986) Handhaving milieuwetten (1986) Gemeentelijk milieubeleidsplan (1985)
12,50 gratis gratis gratis gratis
9,-
naemuiUIIDienr BestaanûoJ'IIJD
* Grote steden * De verzorgingsmaatschappij (januari 1987) * Kleine criminaliteit (april 1986) * Volkshuisvesting (november 1985) * Werkgelegenheid en sociale zekerheid (maart 1985) * Europa (maart 1984) * De stad (april 1983) * Gezondheidszorg (juli/aug. 1982)
7,5,6,50 5,uitverkocht 6,50 5,-
6,50 6,50 6,50 6,50
5,5,5,5,-
Bestellingen: door overmaking op postbankrekening 137000 of bankrekening 30.00.68.778 t.n.v. Centrale Verrekenkas CDA Den Haag, o.v.v. titel én "BSV''. 7,50 6,50
4,-
Handboek Onderhandelen Partijwijzer Partijvorming op Christelijke Grondslag Functioneren van de Gemeentelijke afdeling 0rganiseren van een Thema/Studiedag
6,5,50 6,10,50 4,25
3,50 3,3,50 6,1,75
Bundeling Reeks Vaardigheden
14,50
9,-
Ruimtali~ke Ordening en Volkshuisvesting Politiek vanuit Christelijke inspiratie
5,-
Bestellingen: postrekening 137000 t.n.v. Centrale Verrekenkas, CDA Den Haag, onder vermelding van titel en aantal.
Wetensc.laappeliJic Instituut voor liet CDJI
Euthanasie ( 1979) Gespreide verantwoordelijkheid (1978) Energiebeleid De groei naar het CDA (1980) Over Vredesbeleid Herziening belastingwetgeving (1981) "Massa- of kassa-communicatie?" (1981) De ruimte en wij- wij en de ruimte (1981) "Pastor en politie?" (1982)
5,5,3,18,5,9,4,10,3,-
3,3,1,50 15,3,7,50 2,8,1,50
Bmc.luues CDJI-bestaardenwenntiging
verkoop- afhaalprijs
* Bestuurlijke vernieuwing in de verantwoordelijke samenleving * Gemeenten en buitenlands beleid (1989) * Samen werken aan wonen (advies CDA-werkgroep volkshuisvesting aan Tweede-Kamerfractie; 1988) * De verantwoordelijke samenleving op lokaal niveau (1988) * Wet onbeloonde arbeid (1985) * CDA-visie op de overheid (1984) * Privatisering (1984) * Deregulering (1983) * Vrede en veiligheid - de gemeente en het kernwapenvraagstuk (1983)
INFO-BULLETIN '90f91
prijs
12,50n,5o 10,-/5,- 1) 4,2,50 2) 10,-
7,50
15,-/8,- 1)10,-/5,- 1) 4,2,50 2) 3,1,50 2) 6,50 5,- 2) 7,50 6,- 2) 5,50
4,- 2)
Vernieuwing om behoud (1982) 10,Gewetensbezwaren vragen aandacht (1983) 6,-
8,3,50
33