Status: Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juli 2005. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de Paritaire Commissie Kenteq van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Het bestuur van het kenniscentrum heeft t.b.v. experimenten 2006-2007 dit kwalificatiedossier ingediend bij het ministerie van OCW. De delen 1 en 2 geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument, waarin de keuzes van de paritaire commissie beroepsonderwijs en bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen.
Inhoudsopgave Deel 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL 1.
ALGEMENE INFORMATIE ................................................................................................................................................... 4
2.
SPECIFIEKE INFORMATIE .................................................................................................................................................. 5
3.
KERNTAKEN ........................................................................................................................................................................... 7
4.
KERNOPGAVEN...................................................................................................................................................................... 7
5.
COMPETENTIEMATRIX ....................................................................................................................................................... 8
DEEL 2
DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING ....................................... 9
6.
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL............................................................... 9
7.
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE ........................................ 14
8.
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA ...................................................................................... 15
9.
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL ................................................................................................................................ 24
9.1 9.2
Kern....................................................................................................................................... 24 Uitstroomdifferentiaties ........................................................................................................ 24
10.
CERTIFICEERBARE EENHEDEN...................................................................................................................................... 25
11.
COMPETENTIEMATRIX ..................................................................................................................................................... 26
12.
VERANTWOORDINGSDOCUMENT.................................................................................................................................. 28
12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen................................................................... 28 12.2 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel ...................................................................... 30 12.2.1 De kern van het kwalificatieprofiel.......................................................................... 30 12.2.2 De beschrijving van de uitstroomdifferentiaties ...................................................... 32 12.2.3 De aanwijzing van eventuele certificeerbare eenheden ........................................... 33 12.3 Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel .................................................. 33 12.4 Leer- en burgerschapscompetenties en talen......................................................................... 35 12.4.1 Verantwoording van de gemaakte keuzes................................................................ 36 12.4.2 Talen .......................................................................................................................... 36 12.4.2.1 Nederlands .............................................................................................................. 36 12.4.2.2 Moderne vreemde talen........................................................................................... 37 12.5 Borging van de kwaliteit van examinering ........................................................................... 38 12.6 Doorstroomrechten................................................................................................................ 38 12.7 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier ................................................. 39 12.7.1 Personele invulling van het projectteam .................................................................. 39 12.7.2 Oordeel van de leden van het projectteam ............................................................... 40 12.7.3 Discussies binnen de paritaire commissie................................................................ 40 BIJLAGE TABELLEN LEER-, EN BURGERSCHAPCOMPETENTIES IN RELATIE MET BEROEPSCOMPETENTIES ......... 42 BIJLAGE VISUALISATIE KWALIFICATIESTRUCTUUR KENTEQ ................................................................................................. 50
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 2 van 51
DEEL 3................................................................................................... BRONDOCUMENTEN DEEL 3
BRONDOCUMENTEN........................................................................................................................................................... 52
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 3 van 51
Deel 1 De door het ministerie van OCW/LNV vast te stellen kern van het kwalificatieprofiel Kwalificatieprofiel Onderhoud- en verbouwbedrijf versie: 01 1. ALGEMENE IN- datum: 24 november 2005 FORMATIE
Onder regie van kenniscentrum Ontwikkeld door Bron- en referentiedocumenten
Kenteq Kenteq, afdeling Kwalificatiestructuur Onderliggende beroepscompetentieprofielen: Servicemedewerker gebouwen Ondernemer Klussenbedrijf Op inhoud: d.d. 29-09-2005; Op format vereisten: d.d. 30-09-2005 De door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocumenten: leren en burgerschap, juni 2004; referentiedocument “Talen in de kwalificatieprofielen”, september 2004. Overige bron- en referentiedocumenten: Een onderzoek onder klussenbedrijven, Universiteit Utrecht, E. de Ruijter, 2003.
Verantwoording door/op
Kwalificatiedossier
Advies van de Paritaire Commissie Kenteq d.d. 7 december 2005 Het bestuur van kenniscentrum Kenteq d.d. 12 december 2005
O356/JPjm/049
Pagina 4 van 51
2.
SPECIFIEKE INFORMATIE
Korte typering van het kwalificatieprofiel
De beroepsbeoefenaar (Servicemedewerker Gebouwen, Allround Ondernemer Klussenbedrijf) die in dit kwalificatieprofiel beschreven wordt is een allround vakman die een grote diversiteit aan kluswerkzaamheden uitvoert. Van hem wordt verwacht dat hij de (basis)technieken op het gebied van installatietechniek, bouwtechniek, onderhoud en elektrotechniek op vakkundige wijze kan uitvoeren en een combinatie van deskundigheid op deze verschillende vakgebieden toepast. De beroepsbeoefenaar omvat de beroepen servicemedewerker gebouwen en ondernemer klussenbedrijf. Hieronder wordt een typering van deze beroepen beschreven. De Servicemedewerker Gebouwen is werkzaam in zowel grote als kleine bedrijven in verschillende sectoren. Hij werkt vooral in hotels, zorginstellingen, winkelbedrijven, bouw- en installatiebedrijven, woningbouwverenigingen, buurthuizen, scholen, musea, theaters, zalencentra en dierentuinen. De servicemedewerker verricht (preventief) onderhoud in en rondom gebouwen. Dit betreft zowel (technische1) installatie- als bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden. Afhankelijk van de organisatie waar de servicemedewerker werkt, verricht hij andere werkzaamheden, werkt hij met andere apparatuur en is hij aan andere regels gebonden. Globaal kunnen de belangrijkste werkzaamheden van de servicemedewerker worden samengevat onder: verrichten van preventief onderhoud aan (technische) installaties; verrichten van preventief onderhoud aan gebouwen en omgeving; opsporen, analyseren en verhelpen van storingen. Het werk bestaat grotendeels uit het uitvoeren van (preventief) onderhoud en het lokaliseren en opheffen van (eenvoudige) storingen. Verder is hij inzetbaar voor allerlei voorkomende kluswerkzaamheden. Het werk is veelzijdig en afwisselend. De werkzaamheden kunnen sterk variëren qua omvang en complexiteit. Naar gelang de melding/opdracht werkt hij buiten of binnen, op hoogte of in kleine (kruip)ruimtes. Afhankelijk van het bedrijf waar hij werkt komt het voor dat de servicemedewerker ook in de avonduren en in de nacht moet werken (bijv. voor het draaien van storingsdiensten). In zijn werk heeft de servicemedewerker regelmatig te maken met gebruikers2 of bewoners, andere disciplines en (onder)aannemers. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is werkzaam in de klussenbranche. Naar schatting zijn er circa 18.000 klusbedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Hieronder bevindt zich een aantal gespecialiseerde bedrijven (bijv. aannemers) die zich als klussenbedrijf hebben geregistreerd; het aantal bedrijven dat feitelijk actief is als klussenbedrijf wordt geschat tussen de 12.000 en 15.000.
1 2
Daar waar technische installaties staat worden zowel elektrotechnische als werktuigkundige installaties bedoeld. Daar waar gebruikers staat worden ook bewoners bedoeld.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 5 van 51
De klussenbranche bestaat voornamelijk uit zelfstandigen zonder personeel (ZZP). Circa 1.500 ondernemingen zijn aangesloten bij de brancheorganisatie VLOK (Vereniging van Klussenbedrijven). Daarnaast is een aantal klusbedrijven aangesloten bij de Hout- en Bouwbond CNV, FNV zbo en de FOSAG (Federatie van Ondernemers in het Schilders-, Afwerk- en Glaszetbedrijf) en NOA (Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven). Klussenbedrijven kenmerken zich door hun allround karakter, ze voeren een grote diversiteit aan kluswerkzaamheden uit. De kernactiviteiten verschillen sterk, sommige klusbedrijven richten zich bijvoorbeeld vooral op onderhoudswerkzaamheden en reparaties, andere bedrijven voeren met name verbouw- en renovatiewerkzaamheden uit of kiezen voor een combinatie van grote en kleine klussen. Hoewel het gros van de klussenbedrijven zich richt op de particuliere markt, is er een groeiend aantal bedrijven dat ook de zakelijke markt bedient (bijv. aannemers, woningbouwcorporaties, winkelbedrijven, huisartsenpraktijken etc.). Samengevat zijn de belangrijkste taken van de ondernemer: opdrachten verwerven, werk opnemen en adviseren; uitvoeren van diverse kluswerkzaamheden; zorgdragen voor de bedrijfsvoering. In zijn werk komt de ondernemer in aanraking met een grote diversiteit aan (potentiële) klanten. Hij werkt voornamelijk solistisch. In voorkomende gevallen werkt hij samen met onderaannemers (bijv. collega klusondernemers, tegelzetters, parketleggers of schilders). Daarnaast heeft hij in zijn werk te maken met leveranciers. Het uitvoerende werk is veelzijdig en afwisselend. Afhankelijk van de klus, verricht hij andere werkzaamheden en gebruikt hij verschillende werkmethoden en -technieken.
Kwalificatiestructuur Typering en niveau van de kwalificatie Uitstroomdifferentiaties
Vrije ruimte Examinering
Kwalificatiedossier
Loopbaanperspectief. Afhankelijk van de persoonlijke belangstelling en de opgedane werkervaring is het voor de beroepsbeoefenaar met een diploma Onderhoud- en Verbouwbedrijf met differentiatie Servicemedewerker Gebouwen mogelijk door te groeien naar Allround Ondernemer Klussenbedrijf. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf kan zich ontwikkelen in de breedte (allround) of zich specialiseren in bouwtechniek en -onderhoud of in technische installaties. Kenteq, zie bijlage Visualisatie Kwalificatiestructuur Kenteq Vakman, niveau 2 en 3. De uitstroomdifferentiaties en bijbehorende competentiematrix zijn vastgesteld door de besturen van de kenniscentrum Kenteq op advies van de paritaire commissies beroepsonderwijs bedrijfsleven behorend bij kenniscentra Kenteq op basis van het mandaat van het ministerie van OCW/LNV. De uitstroomdifferentiaties zijn daarmee integraal onderdeel van het door het ministerie van OCW/LNV vastgestelde kwalificatieprofiel. De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling. De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroepen van de Bve Raad de paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De paritaire commissie kan hierover haar eigen mening geven, maar heeft geen bevoegdheden in zake examinering.
O356/JPjm/049
Pagina 6 van 51
Diploma
Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen uit dit kwalificatieprofiel wordt het diploma Onderhoud- en Verbouwbedrijf toegekend, indien de examinering met een voldoende resultaat is afgerond. Mits voldaan is aan de daarvoor vastgestelde voorwaarden wordt op het diploma Onderhoud- en Verbouwbedrijf één van de onderstaande uitstroomdifferentiaties vermeld: Servicemedewerker Gebouwen (niveau 2); Allround Ondernemer Klussenbedrijf (niveau 3);
Certificeerbare eenheden Er worden geen certificeerbare eenheden aangewezen. Wettelijke beroepsvereis- Neen. ten 3. KERNTAKEN De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: 1. Verricht bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en omgeving 2. Verricht onderhoudswerkzaamheden aan (technische) installaties 4. KERNOPGAVEN De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel Kernopgave 1: Omgaan met onverwachte situaties en prioriteiten stellen De beroepsbeoefenaar moet bij schade en storingen direct kunnen optreden wat een beroep doet op zijn flexibiliteit, organisatievermogen, stressbestendigheid en vindingrijkheid. Ook moet hij bij de uitvoering van zijn werkzaamheden van diverse aard, zelf een afweging kunnen maken of hij de werkzaamheden geheel zelfstandig uit kan voeren of dat er externe deskundigheid ingeschakeld moet worden. Een inschattingsfout kan in het ergste geval leiden tot schade aan het gebouw, installaties en in onveilige situaties. Hij moet flexibel omgaan met de indeling van zijn werkzaamheden en tijd maar ook prioriteiten kunnen stellen in welke werkzaamheden voorrang krijgen. Kernopgave 2: Tijd en kosten versus kwaliteit De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om binnen een gegeven tijd de gevraagde kwaliteit te leveren. Binnen zijn werk komt het echter regelmatig voor dat situaties en plannen anders uitpakken dan verwacht of dat onvoorziene gebeurtenissen plaatsvinden. Hierdoor komt de beroepsbeoefenaar onder druk te staan en zal hij (creatieve) oplossingen moeten bedenken om de gevraagde kwaliteit te leveren rekening houden met tijd en kosten. Oplossingen overlegt hij met de leidinggevende, opdrachtgever of andere betrokkenen. Kernopgave 3: Ondersteuning vragen versus zelfstandig oplossingen zoeken De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om bij moeilijkheden tijdens zijn werkzaamheden te besluiten om zelf een oplossing te bedenken of ondersteuning te vragen aan ervaren collega’s, specialisten of leveranciers. Hij moet moeilijkheden en eigen capaciteit kunnen inschatten. Wanneer hij te lang bezig is zelf oplossingen te bedenken, kost deze onnodig veel tijd. Als hij geen hulp vraagt terwijl hij eigenlijk niet capabel is voor de werkzaamheden, dan kan het zijn dat hij fouten maakt waarvoor het bedrijf (financieel) aansprakelijk gesteld kan worden. Echter, roept hij te snel hulp in en neemt hij geen initiatief om zelfstandig oplossingen te bedenken, dan valt hij onnodig collega’s lastig en zal hij zich minder snel ontwikkelen. Kernopgave 4: Verantwoordelijkheidsbesef in ketenproces De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om bij het uitvoeren van zijn taken rekening te houden met het feit dat het resultaat van zijn werkzaamheden/activiteiten een onderdeel zijn van een groter geheel. De beroepsbeoefenaar houdt bij zijn werk rekening met de betekenis van zijn werkzaamheden/activiteiten in de keten. Hoe hij het werk uitvoert heeft gevolgen voor de werkzaamheden van andere disciplines (vakspecialisten). Het kennisdelen met betrekking tot de werkzaamheden is hier een essentieel aspect van het Integraal Ontwerp. Het niet of onvoldoende rekening houden met de ketengedachte leidt tot afbreuk van de kwaliteit en veiligheid van installaties, gebouwen en omgeving.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 7 van 51
Kernopgave 5: Duurzaam omgaan met materialen De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om bij het handelen in de beroepssituatie rekening te houden met het duurzame gebruik van materialen en het gebruik van energie. Daar waar dit mogelijk is moet verspilling van materiaal en energie voorkomen worden. Het niet of onvoldoende rekening houden met het duurzame gebruik van materialen en het gebruik van energie leidt tot een onnodige zware belasting van het milieu en hiermee tot schade aan het milieu op langere termijn. 5. COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken.
De beroepsbeoefenaar is in staat op adequate wijze
Kerntaak 1 2
1
eigen werkzaamheden voor te bereiden
K
2
(technische) installaties te inspecteren en te onderhouden
3
gebouwen, interieur en terreinen te inspecteren
K
4
diverse onderhoud- en kleine renovatiewerkzaamheden uit te voeren
K
5
diverse verbouw- en renovatiewerkzaamheden uit te voeren
K
6
kwaliteit en voortgang te bewaken
K
7
volgens ARBO-, veiligheids- en milieuvoorschriften te werken
8 9
Competenties
Kernopgaven 1
2
3
4
5
K
KO
KO
KO
KO
KO
K
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
KO
K
KO
KO
KO
KO
KO
K
K
KO
KO
KO
KO
KO
met gebruikers / klanten om te gaan
K
K
KO
KO
KO
KO
KO
de voorraad / het magazijn te beheren
K
K
KO
KO
KO
KO
10 samen te werken
K
K
KO
KO
KO
KO
KO
11 instructies en begeleiding te geven
K
KO
KO
KO
KO
KO
12 te functioneren in een professionele organisatie
K
K
KO
KO
KO
KO
KO
13 beroepscompetenties te blijven ontwikkelen
K
K
KO
KO
KO
KO
KO
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
K
K
Pagina 8 van 51
DEEL 2
DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING
6.
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL
Kerntaak 1 Proces
Verricht bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en omgeving De beroepsbeoefenaar verricht volgens opdracht en voorschrift bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden aan woningen, gebouwen en omgeving. Hij is (te allen tijde) alert op gebreken en de conditie van panden en terreinen. Hij controleert volgens opdracht / planning de onderhoudsstaat. Hij controleert bijv. lampen, wandcontactdozen en vervangt deze als dat nodig is. Hij is alert op mankementen, zoals houtrot, kapot tegelwerk, schade aan afwerklagen, loszittend behang, verzakte bestrating, klemmende deuren etc. Kleine reparaties voert hij meteen uit. Hij repareert bijvoorbeeld kapotte dakgoten, tegelwerk, klemmende deuren, vervangt lekkende kranen, hang- en sluitwerk etc. Hij voert daarnaast allerhande klussen uit, zoals het ophangen van een schilderij, het repareren van een meubel, het ophangen van een lamp en dergelijke. In voorkomende situaties voert hij kleine renovatiewerkzaamheden uit: hij monteert dan bijvoorbeeld kranen of schildert een muurtje. Om de bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden goed uit te voeren moet de beroepsbeoefenaar kunnen timmeren, metselen, schilderen, behangen, stukadoren en allerlei loodgieters- en elektrawerk kunnen uitvoeren. Hij laat de werkplek opgeruimd achter en noteert (volgens voorschrift) relevante gegevens.
Rol/verantwoordelijkheden
Extra voor niveau 3 Als Allround Ondernemer Klussenbedrijf verricht hij verbouw- of renovatiewerkzaamheden, zoals bijv. het renoveren van een badkamer, het verbouwen van een zolder, het plaatsen van een keuken of dakkapel etc. Hij verwijdert onderdelen en materialen, plaatst scheidingswanden, stelt kozijnen, legt vloeren, plaatst keukenblokken, sanitair etc. en draagt zorg voor een nette afwerking. De beroepsbeoefenaar voert zijn taken zelfstandig uit. Van hem wordt verwacht dat hij zijn werk uitvoert volgens de gemaakte afspraken, bedrijfsvoorschriften en geldende wet- en regelgeving op het gebied van ARBO, veiligheid en milieu. Hij is (mede) verantwoordelijk voor het imago van het bedrijf. De servicemedewerker gebouwen legt verantwoording af aan en ontvangt leiding van de direct leidinggevende, vaak het hoofd van de technische dienst. In voorkomende situaties begeleidt hij minder ervaren collega’s.
Complexiteit
Kwalificatiedossier
Extra voor niveau 3 De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van de materialen en werkzaamheden. Van de beroepsbeoefenaar wordt verwacht dat hij de onderhoudswerkzaamheden volgens opdracht en voorschriften uitvoert. Onderhoudscontroles worden gekenmerkt door het volgen van standaard procedures die hij eventueel aan de hand van een checklist uitvoert. De complexiteit van de te verrichten werkzaamheden zit vooral in het feit O356/JPjm/049
Pagina 9 van 51
dat hij voor de uitvoering van de werkzaamheden allround moet zijn. Dit betekent dat hij de (basis)technieken uit verschillende vakgebieden moet beheersen en combineren. Hij moet daarbij zijn grenzen bewaken en goed kunnen inschatten wanneer hij de hulp van één of meerdere collega’s (of onderaannemers) moet inschakelen. Hij kan elk moment worden gebeld voor kleine reparaties of spoedklussen. Van hem wordt verwacht dat hij dan de juiste prioriteiten stelt, daarbij de kwaliteit en voortgang van de dienstverlening niet uit het oog verliest en op flexibele wijze schakelt tussen de verschillende opdrachten en klussen. Hij moet kunnen werken met technische voorschriften en documentatie. Verder moet hij kunnen omgaan met verschillende typen mensen in verschillende functies en situaties. Indien hij de taken niet goed uitvoert, resulteert dit voor de organisatie in (onnodig) hoge kosten. Daarnaast kunnen door achterstallig onderhoud ongelukken gebeuren.
Betrokkenen
Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
Kwalificatiedossier
Extra voor niveau 3 Bij de Allround Ondernemer Klussenbedrijf wordt de complexiteit bij de uitvoering van verbouw- en renovatiewerkzaamheden bepaald door het feit dat hij het overzicht behoudt op de werkzaamheden (ook van onderaannemers) maar tegelijk het werk moet uitvoeren en organiseren. Tijdens de werkuitvoering komt hij vaak in aanraking met gebruikers/klanten. Bij de planning en de uitvoering van de werkzaamheden houdt hij hier rekening mee. Daarnaast heeft hij te maken met en/of werkt samen met leidinggevende/collega's, vakspecialisten, leveranciers en collega-ondernemers. Alle gangbare relevante gereedschappen, beschermingsmiddelen en gebruikelijke hulpmiddelen. De bouwtechnische en onderhoudswerkzaamheden worden volgens opdracht en voorschriften efficiënt uitgevoerd. snel en efficiënt werken versus werken volgens de veiligheidsrichtlijnen; snel werken versus voldoende tijd nemen om de werkzaamheden goed uit te voeren, de onderhoudsstaat grondig te inspecteren en problemen tijdig te signaleren; werkzaamheden zelf uitvoeren versus leidinggevende raadplegen (servicemedewerker) of een onderaannemer inhuren (ondernemer); uitvoerende taken versus ondernemerstaken. begeleiden minder ervaren collega’s versus eigen productie
O356/JPjm/049
Pagina 10 van 51
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Kerntaak 2 Proces
Verricht onderhoudswerkzaamheden aan (technische) installaties De beroepsbeoefenaar voert volgens opdracht en voorschrift (preventief) routinematig onderhoud uit aan (technische) installaties. Hij controleert de installaties regelmatig volgens planning (bijv. wekelijks of maandelijks) en voert routinematige onderhoudstaken uit. Hij maakt bijv. de installaties schoon, smeert onderdelen en voert de standaard metingen uit. Hij is alert op slijtage en (toekomstige) gebreken. Indien nodig vervangt hij onderdelen of voert kleine reparaties uit. Hij laat de werkplek opgeruimd achter. Hij noteert volgens bedrijfsvoorschrift relevante (meet)gegevens. Rol/verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar voert zijn taken zelfstandig uit. Van hem wordt verwacht dat hij zijn werk uitvoert volgens de werkvoorschriften en de voor het bedrijf geldende regels op het gebied van ARBO, veiligheid en milieu. Hij is (mede) verantwoordelijk voor het imago van het bedrijf. In voorkomende situaties begeleidt hij minder ervaren collega’s. Extra voor niveau 2 Hij legt verantwoording af aan en ontvangt leiding van de direct leidinggevende, vaak het hoofd van de technische dienst.
Complexiteit
Betrokkenen
Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
Kwalificatiedossier
Extra voor niveau 3 Hij legt verantwoording af aan de klant en wijst desgewenst op een geschillen commissie waar de klant in beroep kan gaan. De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om het onderhoud aan (technische) installaties goed en veilig uit te voeren. Naast de routinematige taken, zoals bijv. het uitvoeren van de standaard metingen, wordt van hem verwacht dat hij (toekomstige) gebreken en onveilige situaties tijdig signaleert. Voert hij de taken niet goed uit, kan er brandgevaar optreden of kunnen installaties vroegtijdig defect raken. Dit betekent dat vakspecialisten ingeschakeld moeten worden of installaties vervangen moeten worden. Gebruikers kunnen hiervan onnodig hinder of gevaar ondervinden en de (financiële) belangen van het bedrijf kunnen geschaad worden. Hij kan elk moment worden gebeld voor kleine reparaties of spoedklussen. Van hem wordt verwacht dat hij dan de juiste prioriteiten stelt en op flexibele wijze schakelt tussen de verschillende opdrachten en klussen. Hij moet kunnen werken met technische voorschriften en documentatie. Verder moet hij kunnen omgaan met verschillende typen mensen in verschillende functies en situaties. Tijdens zijn werk komt hij vaak in aanraking met gebruikers. Bij de planning en de uitvoering van het werk houdt hij hier rekening mee. Daarnaast heeft hij te maken met en/of werkt samen met leidinggevende/collega’s en vakspecialisten. Alle gangbare relevante gereedschappen, beschermingsmiddelen en gebruikelijke hulpmiddelen. De (technische) installaties worden goed onderhouden en reparaties correct uitgevoerd. Gebreken en onveilige situaties worden voorkomen, tijdig opgemerkt en verholpen. snel en efficiënt werken versus werken volgens de veiligheidsrichtlijnen; snel werken versus voldoende tijd nemen om de routinematige controles en metingen zorgvuldig uit te voeren en eventuele afwijkingen tijdig te signaleren; onderdelen preventief vervangen of niet; zelfstandig oplossingen zoeken versus leidinggevende raadplegen; O356/JPjm/049
Pagina 11 van 51
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
begeleiden minder ervaren collega’s versus eigen productie. Verricht werkzaamheden naar aanleiding van storingen De beroepsbeoefenaar spoort volgens opdracht en voorschrift de oorzaken van storingen op. Veel voorkomende storingen zijn bijv. stroomuitval, (riool)verstoppingen en gas- en waterlekkages. Bij een storingsmelding beoordeelt hij de melding op prioriteit. Op locatie probeert hij op systematische en gestructureerde wijze de oorzaak van de storing te achterhalen. Indien mogelijk lost hij de storing meteen op. Hij controleert dan zorgvuldig of de storing ook echt verholpen is. Wanneer er een vakspecialist ingeschakeld moet worden, zorgt hij voor een veilige tijdelijke noodoplossing. Wanneer hij de storingsmelding op de juiste wijze heeft afgehandeld, stelt hij de gebruiker hiervan op de hoogte. Hij laat de werkplek opgeruimd achter en noteert volgens bedrijfsvoorschrift relevante (meet)gegevens. Rol/verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar voert zijn taken zelfstandig uit. Van hem wordt verwacht dat hij zijn werk uitvoert volgens de bedrijfsvoorschriften en de voor het bedrijf geldende regels op het gebied van ARBO, veiligheid en milieu. Hij is (mede) verantwoordelijk voor het imago van het bedrijf. In voorkomende situaties begeleidt hij minder ervaren collega’s. Kerntaak 3 Proces
Extra voor niveau 2 Hij legt verantwoording af aan en ontvangt leiding van de direct leidinggevende, vaak het hoofd van de technische dienst.
Complexiteit
Betrokkenen Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
Extra voor niveau 3 Hij legt verantwoording af aan de klant en wijst desgewenst op een geschillen commissie waar de klant in beroep kan gaan. De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om verschillende typen storingen snel en adequaat op te lossen. De veelheid aan mogelijke storingen maakt deze taak complex. Hoewel hij enerzijds standaard controles uitvoert, moet hij anderzijds goed verbanden kunnen leggen en gegevens op de juiste wijze kunnen interpreteren. Hij moet vaktechnisch inzicht hebben om in korte tijd de oorzaak van het probleem te achterhalen en te verhelpen. Hij moet creatieve oplossingen bedenken voor niet standaard problemen. Van hem wordt verwacht dat hij weet wanneer hij de hulp van een vakspecialist inschakelt. Soms heeft hij te maken met gestresste gebruikers (bijv. bij lekkages of na een inbraak). Van hem wordt dan verwacht dat hij de (soms emotionele) gebruiker gerust kan stellen. Hij moet het overzicht behouden en rustig blijven. Hij moet vooral geconcentreerd te werk gaan en de storing zo snel en adequaat mogelijk verhelpen. Hij moet kunnen werken met technische voorschriften en documentatie. Wanneer hij zijn taak niet goed uitvoert of bijv. te laat een specialist inschakelt, kan dit gevolgen hebben voor de (financiële) belangen van de organisatie of bewoners. De beroepsbeoefenaar heeft te maken met en/of werkt samen met gebruikers, leidinggevende/collega’s en vakspecialisten. Alle gangbare relevante gereedschappen, beschermingsmiddelen en gebruikelijke hulpmiddelen. Storingen worden snel en effectief opgespoord en verholpen.
Kwalificatiedossier
snel de oorzaak van de storing achterhalen versus de tijd nemen om goede veiligheidsmaatregelen te treffen; snel werken versus voldoende tijd nemen om op systematische wijze de oorzaak van de storing te achterhalen; O356/JPjm/049
Pagina 12 van 51
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
leidinggevende raadplegen versus zelfstandig oplossingen zoeken; begeleiden minder ervaren collega’s versus eigen productie. Kerntaak 4 Voert een bedrijf(uitstroomdifferentiatie: Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Proces De Allround Ondernemer Klussenbedrijf draagt zorgt voor de bedrijfsvoering van zijn onderneming. Hij oriënteert zich op de markt en wet- en regelgeving. Hij stelt een ondernemingsplan op dat als basis dient voor zijn bedrijfsvoering. Hij volgt nauwgezet de ontwikkelingen in de verschillende vakgebieden en vertaalt die naar mogelijke kansen of bedreigingen voor zijn bedrijf. Hij draagt zorg voor de aanschaf van een representatief vervoermiddel en goed materiaal en materieel. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf zorgt voor een goede presentatie van het bedrijf naar (potentiële) klanten, hij wint het vertrouwen van de klant, levert kwalitatief goed werk en handelt klachten op passende wijze af. Hij houdt zijn eigen financiële administratie goed bij ten behoeve van de boekhouding. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf verwerft opdrachten en adviseert. Hij onderhoudt contacten met (potentiële) klanten en genereert op die manier opdrachten. Hij neemt samen met de klant de opdracht (en tekening) door. Hij beoordeelt of hij de opdracht (technisch en binnen de gestelde tijd) kan uitvoeren. Hij geeft een advies en biedt eventuele alternatieven om de kluswerkzaamheden zo goed mogelijk uit te voeren. Hij houdt hierbij rekening met de wensen en het budget van de klant. Hij neemt het werk op en maakt op basis van de berekende kostprijs en overwegingen met betrekking tot winst, marktprijs en concurrentiepositie een kostendekkende (en winstgevende) offerte. Hij vermeldt duidelijk de afspraken met de klant m.b.t. de prijs en de uitvoering van de werkzaamheden. Hij onderhoudt contacten met leveranciers en maakt met hen gunstige prijsafspraken. Hij onderhoudt een netwerk van collega-ondernemers waar hij mee samenwerkt. Hij overlegt regelmatig met de klant over de voortgang van de werkzaamheden. Hij registreert gegevens ten behoeve van de financiële administratie. Hij meldt de klant tijdig wijzigingen, zoals budgetoverschrijdingen of veranderingen in de tijdsplanning. Rol/verantwoordelijkheden De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is verantwoordelijk voor een bedrijfsvoering volgens de geldende wet- en regelgeving. In voorkomende gevallen is hij verantwoordelijk voor de taakuitoefening van onderaannemers. Tevens is de Allround Ondernemer Klussenbedrijf verantwoordelijk voor de continuïteit van het bedrijf en dient ervoor te zorgen dat hij duurzame relaties opbouwt met (potentiële) klanten, zodat hij voldoende opdrachten genereert. Complexiteit De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is a-priori vakman en leidt daarnaast zijn eigen onderneming. Hij moet alle aspecten van de bedrijfsvoering met elkaar in verband kunnen brengen. Van hem wordt verwacht dat hij voortdurend kan schakelen tussen de kluswerkzaamheden en zijn ondernemerstaken. Hij moet daarbij discipline en tijd opbrengen om zijn bedrijfsvoering/financiële administratie op orde te houden. Van de Allround Ondernemer Klussenbedrijf wordt verwacht dat hij de wensen van de klant op de juiste wijze interpreteert en ze kan vertalen naar een goed advies. Hij moet op creatieve wijze kunnen meedenken en alternatieven kunnen voorstellen voor materialen en verwerkingsmethoden. Daarnaast moet hij kunnen omgaan met verschillende typen klanten Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 13 van 51
Betrokkenen
Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat
Keuzes en dilemma’s
7.
(particulier en zakelijk), vertrouwen uitstralen en klanten aan zich kunnen binden. De complexiteit wordt verder bepaald door de prijsstelling. Hij moet concurrerende uurtarieven en prijzen hanteren die voldoende scherp zijn om klussen binnen te halen maar voldoende marge bevatten om winst te genereren. Van de Allround Ondernemer Klussenbedrijf wordt verwacht dat hij prioriteiten stelt, keuzes maakt en besluitvaardig optreedt. Hij onderhoudt contacten met klanten, leveranciers, collega-ondernemers en externe instanties (bijv. UWV, Belastingdienst), brancheorganisatie (VLOK) en boekhouder/accountant. Alle gangbare relevante gereedschappen, beschermingsmiddelen en gebruikelijke hulpmiddelen. Het bedrijf is (financieel) gezond; de voortgang en de kwaliteit van de dienstverlening wordt bewaakt. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf heeft een (grote) vaste klantenkring waaruit hij voldoende opdrachten kan genereren om de continuïteit te waarborgen. De klant is passend geadviseerd en geïnformeerd en heeft vertrouwen in het bedrijf. De offertes zijn duidelijk, concurrerend en winstgevend. uitvoerende taken versus ondernemerstaken; uitbreiden versus continueren van het bestaande. klus aannemen of niet aannemen (technisch, planning); wensen van de klant versus uitvoeringsmogelijkheden; afwegen: prijs- kwaliteitverhouding; uitvoerende taken versus ondernemerstaken; begeleiden minder ervaren collega’s versus eigen productie.
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE
De volgende kernopgaven maken deel uit van de uitstroomdifferentiaties op niveau 3 van het kwalificatieprofiel Kernopgave 6: Balans ondernemerschap en vakmanschap De Allround Ondernemer Klussenbedrijf staat voor de opgave om de vele verantwoordelijkheden en taken die hij heeft op elkaar af te stemmen. Hij moet daarbij een balans zoeken tussen enerzijds de bedrijfsvoering en anderzijds de inhoudelijke uitoefening van zijn vak. Dit betekent dat hij naast de tijd die hij besteedt aan de uitvoering van kluswerkzaamheden, tijd moet vrijmaken voor ondernemerstaken, zoals het bijhouden van zijn administratie, inkopen etc. Daarvoor moet hij vooruit kijken, prioriteiten kunnen stellen en keuzes maken. Hij moet voortdurend zicht houden op zijn (financiële) positie. Indien de ondernemer te weinig tijd besteedt aan de bedrijfsvoering, kan de continuïteit van het bedrijf in gevaar komen.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 14 van 51
8.
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA
BeroepsEigen werk voorbereiden competentie 1. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze de eigen werkzaamheden voor te (VM) bereiden. Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
plant zijn (dagelijkse, wekelijkse) werkzaamheden praktisch in, houdt bijv. rekening met de bedrijfsprocessen en aanwezigheid van gebruikers interpreteert de opdrachten (werkbonnen, storingsmeldingen) op de juiste wijze en raadpleegt bijv. beschikbare tekeningen, schema's en (installatie)handleidingen, vraagt bij onduidelijkheden aanvullende informatie of schakelt de hulp van de leidinggevende in zorgt dat hij de juiste (basis) gereedschappen en materialen bij zich heeft en houdt de bedrijfsauto schoon en in goede staat denkt vooruit, bereidt daar waar kan in overleg in de werkplaats werkzaamheden voor informeert gebruikers over de uit te voeren werkzaamheden en maakt duidelijke afspraken treft in overleg maatregelen om het werk veilig uit te kunnen voeren toont respect voor de omgeving, neemt in overleg maatregelen om overlast en beschadiging te voorkomen Extra voor niveau 3: stelt prioriteiten in de opdrachten en werkvolgorde (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) De werkzaamheden zijn zo voorbereid dat deze goed, efficiënt en veilig kunnen worden uitgevoerd.
Beroeps(Technische) installaties inspecteren en onderhouden competentie 2. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze (preventief) onderhoud te ver(VM) richten aan apparatuur en (technische) installaties. Beheersingscriteria gericht op het proces
Kwalificatiedossier
voert in overleg periodieke controles op onderhoud volgens schema uit, let ook buiten de inspectierondes om, goed op de staat van onderhoud informeert naar het functioneren van apparatuur en installaties, vraagt bij gebruikers naar eventuele klachten leest en interpreteert eventuele foutmeldingen (bijv. op het display van regelkasten) en raadpleegt logboeken controleert de technische staat en de conditie van de installatie, bijv. aan de hand van een vaste werkvolgorde of checklist controleert meet- en regelapparatuur, meet secuur en op logische plaatsen voert zorgvuldig de vereiste controles uit (kijkt, luistert, voelt en ruikt) en verricht metingen vergelijkt verwachte en gemeten waardes, interpreteert ze op de juiste wijze en signaleert afwijkingen controleert luchtbehandelingkasten, kijkt bijv. of de snaren op de juiste spanning staan reinigt, smeert of vervangt de juiste onderdelen van installaties, bijv. filters of snaren inspecteert en reinigt cv- en warmwatertoestellen en verricht de noodzakelijke in- of afstellingen is alert op afwijkingen en vervangt in overleg (preventief) onderdelen om toekomstige problemen te voorkomen raadpleegt indien nodig handleidingen en schema’s kent de grenzen van zijn eigen kennen en kunnen, raadpleegt indien nodig de leidinggevende en geeft tijdig aan wanneer een specialist ingeschakeld moet worden
O356/JPjm/049
Pagina 15 van 51
Resultaat
noteert volgens bedrijfsvoorschrift relevante gegevens (bijv. de conditie van installaties, uitgevoerde werkzaamheden, gebruikte materialen etc.) Het onderhoud aan (technische) installaties is volgens werkvoorschriften en geldende wet- en regelgeving uitgevoerd.
BeroepsGebouwen, interieur en terreinen inspecteren competentie 3. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze gebouwen, interieur en terreinen (VM) te inspecteren. Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
voert in overleg periodieke controles op onderhoud volgens schema uit, let ook buiten de inspectierondes om, goed op de staat van onderhoud informeert bij gebruikers naar mankementen en klachten m.b.t. het gebouw, interieur, terrein, vraagt bij bijzonderheden goed door inventariseert de onderdelen van een klein project inspecteert in overleg, van een klein project, schilder- en tegelwerk, de onderhoudstaat van daken, houtwerk, hang- en sluitwerk, sanitair, bestrating etc., slaat geen onderdelen over signaleert gebreken, lekkages of bouwtechnische problemen en meld deze aan de leidinggevende noteert volgens bedrijfsvoorschrift relevante gegevens (bijv. uitgevoerde werkzaamheden, de bouwtechnische conditie van het gebouw, gebruikte materialen etc.) Extra voor niveau 3: voert periodieke controles op onderhoud volgens schema uit, let ook buiten de inspectierondes om, goed op de staat van onderhoud (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) inspecteert schilder- en tegelwerk, de onderhoudstaat van daken, houtwerk, hang- en sluitwerk, sanitair, bestrating etc., slaat geen onderdelen over (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) let bij de inspectie speciaal op functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) trekt conclusies uit inspectie gegevens(Allround Ondernemer Klussenbedrijf) signaleert (toekomstige) gebreken, lekkages of problemen en schakelt een specialist in (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) is alert op mogelijke constructieve problemen, let bijv. op loszittende gevelbeplating en controleert de staat van het voegwerk (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Er is in kaart gebracht wat de conditie van de onderdelen is en welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
BeroepsDiverse onderhoud- en kleine renovatiewerkzaamheden uitvoeren competentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze diverse onderhoud- en kleine 4. renovatiewerkzaamheden uit te voeren aan gebouwen, interieur of terreinen. (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces
Kwalificatiedossier
controleert, smeert en vervangt hang- en sluitwerk verwijdert bladeren en vuil van het dak en maakt de hemelwaterafvoeren schoon verricht kleine reparatiewerkzaamheden aan daken en dakgoten repareert metselwerk, metselt recht en voegt bijv. bij schoon metselwerk netjes in de goede kleur herstelt in overleg beschadigde vloeren en wandafwerking, repareert bijv. behang en stukwerk repareert in overleg tegelwerk, slijpt nauwkeurig oude voegen uit en verwijdert tegels, maakt de ondergrond goed vlak, lijmt nieuwe tegels strak en voegt netjes af voert reparaties uit aan sanitaire voorzieningen, vervangt bijv. een toilet, repareert lekkende kranen, kit naden etc. voert klein timmerwerk nauwkeurig uit, vervangt bijv. plinten of hangt deuren af verricht kleine schilderwerkzaamheden, bereidt goed voor (schuurt grondig, plamuurt) en schildert strak repareert kleine gebreken aan meubels, bijv. bedden of stoelen
O356/JPjm/049
Pagina 16 van 51
Resultaat Beroepscompetentie 5. (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces
Kwalificatiedossier
voert allerhande kluswerkzaamheden uit, hangt bijv. lampen of schilderijen op voert in opdracht eenvoudige reparaties uit aan elektrische installaties; repareert of vervangt wandcontactdozen en schakelaars, trekt kabels etc. voert reparaties zorgvuldig uit en zorgt dat deze nauwelijks zichtbaar zijn, werkt bijv. bij de vervanging van hang- en sluitwerk het schilderwerk netjes bij kent de grenzen van zijn eigen kennen en kunnen, geeft tijdig aan wanneer een specialist ingeschakeld moet worden noteert volgens bedrijfsvoorschrift relevante gegevens (bijv. uitgevoerde werkzaamheden, gebruikte materialen etc.) Extra voor niveau 3: herstelt beschadigde vloeren en wandafwerking, repareert bijv. behang en stukwerk (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) repareert op vakkundige wijze tegelwerk, slijpt nauwkeurig oude voegen uit en verwijdert tegels, maakt de ondergrond goed vlak, lijmt nieuwe tegels strak en voegt netjes af (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) verricht kleine schilderwerkzaamheden, bereidt goed voor (schuurt grondig, plamuurt en behandelt eventuele lichte houtrot) en schildert strak (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) voert eenvoudige reparaties uit aan elektrische installaties; repareert of vervangt wandcontactdozen en schakelaars, trekt kabels etc. (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Reparaties aan gebouwen, interieur en terreinen zijn vakkundig en volgens werkvoorschriften en geldende wet- en regelgeving uitgevoerd. Diverse verbouw- en renovatiewerkzaamheden uitvoeren De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze diverse verbouw- en renovatiewerkzaamheden vakkundig uit te voeren. interpreteert de tekeningen en opdracht op de juiste wijze werkt gestructureerd en systematisch en voorkomt overlast voor de klant zoveel als mogelijk bepaalt zorgvuldig welke onderdelen wel en niet verwijderd of gedemonteerd moeten worden en welke materialen of onderdelen hergebruikt kunnen worden demonteert onderdelen van keukens en sanitair vakkundig gaat voorzichtig te werk, zorgt dat hij geen (onnodige) schade aan constructiedelen, ruimtes of de omgeving toebrengt signaleert gebreken en gevaarlijke situaties (zoals rotte balken of asbest) en onderneemt gepaste actie, schakelt bijv. in overleg met de klant een gespecialiseerd bedrijf in brengt in opdracht leidingwerk en wandcontactdozen aan plaatst keukenblokken op de juiste hoogte, stelt ze volgens tekening op vakkundige wijze waterpas zorgt voor een nette afwerking, bijvoorbeeld: betegelt en schildert wanden strak, timmert plafonds op nette wijze af, legt op de juiste wijze vloerbedekking etc. laat de werkplek altijd opgeruimd achter Extra voor niveau 3: metselt volgens tekening kleine muren (bijv. een badombouw) en plaatst lichte scheidingswanden loodrecht (Allround Ondernemer Klussenbedrijf)
O356/JPjm/049
Pagina 17 van 51
Resultaat Beroepscompetentie 6. (VM/ON/ SC/BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Kwalificatiedossier
stelt en plaatst kozijnen waterpas en hangt deuren en ramen af (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) isoleert in overleg leidingen, wanden en daken volgens voorschrift van de leverancier (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) De verbouw- en renovatiewerkzaamheden zijn binnen de planning en volgens de kwaliteitseisen en de wensen van de klant uitgevoerd. De klant is tevreden. Kwaliteit en voortgang bewaken De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor de kwaliteit en voortgang van de eigen werkzaamheden. werkt volgens de werkvoorschriften, kwaliteitseisen en geldende wet- en regelgeving werkt netjes en gebruikt de juiste materialen en gereedschappen onderhoudt het gereedschap op de voorgeschreven wijze toont vakmanschap, gebruikt de juiste (basis)technieken bij de uitvoering van zijn werkzaamheden stelt, eventueel in overleg, de juiste prioriteiten, start met de meest dringende werkzaamheden werkt zelfstandig, durft beslissingen te nemen binnen de gestelde kaders toont inzicht en inventiviteit door oplossingen te bedenken voor standaard problemen en onvoorziene omstandigheden, improviseert als het werk op een andere manier uitgevoerd moet worden controleert zijn eigen werk en corrigeert fouten tijdig gaat efficiënt om met zijn tijd, plant zijn werkzaamheden praktisch in en schakelt tijdig de hulp van leidinggevende, collega’s en/of vakspecialisten in vult werkbonnen, logboeken etc. nauwkeurig volgens bedrijfsinstructie in leest en interpreteert Nederlands en anderstalige (Engels) technische voorschriften en/of documentatie op de juiste wijze informeert indien nodig gebruikers/klanten over uitgevoerde werkzaamheden en laat de werkplek opgeruimd achter informeert/raadpleegt de leidinggevende over problemen en bijzonderheden kent de grenzen van zijn eigen kennen en kunnen, geeft tijdig aan wanneer een specialist ingeschakeld moet worden Extra voor niveau 3: toont inzicht en inventiviteit door oplossingen te bedenken voor niet standaard problemen en onvoorziene omstandigheden, improviseert als het werk op een andere manier uitgevoerd moet worden (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) brengt voorstellen in voor aanpassing van de onderhoudsplanningen n.a.v. bouwtechnische of installatietechnische gebreken en problemen (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) houdt overzicht op werk dat is uitbesteed, onderneemt gepaste actie indien afspraken niet worden nagekomen of het werk niet voldoet aan de gestelde eisen (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) leest en interpreteert Nederlands en anderstalige (bijv. Duits en/of Engels) technische voorschriften en/of documentatie op de juiste wijze (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) signaleert problemen in de voortgang, bepaalt prioriteiten en zoekt oplossingen om het werk toch af te krijgen, bijvoorbeeld door overwerk (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) regelt bij ziekte tijdig goede en betrouwbare vervanging, schakelt bijv. een collegaondernemer in (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Er wordt efficiënt en goed gewerkt.
O356/JPjm/049
Pagina 18 van 51
Beroepscompetentie Werken volgens ARBO-, veiligheids- en milieuvoorschriften 7. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zorg en verantwoording te dra(VM/SC) gen voor een werkuitvoering volgens de ARBO-, veiligheids- en milieuvoorschriften zodat ongelukken en schade worden voorkomen en de werkzaamheden optimaal verlopen. werkt volgens de voorschriften en past veilige werkmethoden toe, brengt zichzelf en Beheersingscriteria anderen niet in gevaar, let er bijv. op dat hij de spanning van het net haalt wanneer het werk dit vereist gericht op het proces gebruikt gereedschappen, materialen en materieel volgens de gebruiksvoorschriften gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen en de voorgeschreven hulpmiddelen (bijv. valbeveiliging, ladders op lengte, steigers) en gebruikt de juiste tiltechnieken stelt zich verantwoordelijk op, spreekt een ander aan op onveilig gedrag toont verantwoordelijkheidsgevoel, is alert op risico’s en signaleert (toekomstige) onveilige situaties voert afval- en restmaterialen gescheiden af Er wordt volgens de geldende voorschriften op het gebied van ARBO, milieu en veiligResultaat heid gewerkt. Ongelukken en schade worden voorkomen. BeroepsContact met gebruikers / klanten competentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze met gebruikers / klanten om te 8. gaan. (VM/SC) Beheersingscriteria gericht op het proces
fungeert als visitekaartje van het bedrijf, stelt zich representatief en klantvriendelijk op en komt afspraken na staat gebruikers vriendelijk te woord en luistert goed beantwoordt vragen over o.a. bouwtechnische of installatietechnische aspecten geduldig en in begrijpelijke taal straalt zelfvertrouwen en rust uit, houdt in kritische situaties het hoofd koel en stelt gebruikers gerust legt op begrijpbare wijze uit hoe apparatuur of installaties bediend/gebruikt moeten worden en hoe problemen voorkomen kunnen worden gaat serieus in op klachten van gebruikers, zoekt in overleg oplossingen en handelt deze netjes af of neemt in overeenstemming met de werkvoorschriften passende maatregelen Extra voor niveau 3: denkt mee met de klant, adviseert bijv. met betrekking tot de aanvraag van een eventuele bouwvergunning (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) overlegt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden regelmatig met de klant/gebruiker, spreekt eventuele bijzonderheden goed door (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) gaat na of de opdracht naar tevredenheid van de klant/gebruiker is uitgevoerd (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) handelt schades en klachten op passende, klantvriendelijke wijze af en biedt (alternatieve) oplossingen (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) stelt zich zakelijk op in het contact met klanten, ziet erop toe dat klanten afspraken nakomen en neemt indien nodig gepaste actie (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Gebruikers/klanten zijn geïnformeerd en tevreden over het uitgevoerde werk.
Resultaat BeroepsVoorraad / magazijn beheren competentie 9. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze de voorraad / het magazijn te (VM) beheren. Beheersingscriteria gericht op het proces
Kwalificatiedossier
signaleert tijdig mogelijke voorraadtekorten en bestelt (aan de hand van standaardlijsten) artikelen voor de basisvoorraad, vermeldt het juiste aantal en het juiste artikelnummer neemt binnenkomende goederen voor de basisvoorraad in ontvangst en controleert op aantal, soort, kwaliteit en beschadigingen O356/JPjm/049
Pagina 19 van 51
Resultaat Beroepscompetentie 10. (VM/ON/SC/ BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat Beroepscompetentie 11. (VM/ON/SC/ BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
houdt het magazijn ordelijk en overzichtelijk, zorgt dat alle materialen op de juiste plek liggen De voorraad is op peil; het magazijn is ordelijk en overzichtelijk. Samenwerken De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze samen te werken zodat de werkzaamheden prettig en efficiënt verlopen. overlegt met collega’s over de aanpak van de werkzaamheden, stemt daar waar nodig in overleg de eigen werkvolgorde af op het bedrijfsproces stelt zich collegiaal op, helpt een ander wanneer dit nodig is en vraagt hulp als hij er zelf niet uitkomt geeft op positieve wijze kritiek en staat zelf open voor kritiek gaat op gepaste wijze om met verschillende typen mensen in verschillende functies en situaties raadpleegt en overlegt bij twijfel of bijzonderheden de leidinggevende Extra voor niveau 3: overlegt met onderaannemers over de uitvoering van de werkzaamheden en maakt duidelijke afspraken (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) geeft heldere instructies, uitleg en aanwijzingen aan onderaannemers over de uit te voeren werkzaamheden (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) gaat respectvol met andermans werk om en overlegt bij eventuele problemen (Allround Ondernemer Klussenbedrijf) Er wordt efficiënt en prettig samengewerkt. Instructies en begeleiding geven De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze instructies en begeleiding te geven aan minder ervaren collega’s. geeft duidelijke instructies, uitleg en aanwijzingen over de uit te voeren werkzaamheden draagt kennis en ervaring over, geeft tips en advies om het werk beter te kunnen doen fungeert als vraagbaak, beantwoordt de vragen geduldig toont verantwoordelijkheidsgevoel door de werkzaamheden te controleren, let er bijvoorbeeld op of de werkzaamheden volgens de geldende regels worden uitgevoerd geeft het goede voorbeeld qua omgang en uitvoering Een werkomgeving waar wordt gewerkt volgens de bedrijfsinstructies en geldende richtlijnen.
Beroepscompetentie Functioneren in een professionele organisatie 12. De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze een professionele werkrelatie (VM/ON/SC/ met de eigen organisatie te onderhouden met als doel de organisatie optimaal te laten BOS) functioneren. past zich aan de bedrijfscultuur aan en kent zijn plaats en die van anderen binnen de Beheersingscriteria hiërarchie in het bedrijf en het arbeidsproces gericht op houdt zich aan de werkvoorschriften, volgt instructies van leidinggevenden op, vraagt het proces aanvullende informatie bij onduidelijkheden ontwikkelt zichzelf door betrokkenheid en interesse in de vakgebieden te tonen, opleidingen te volgen en/of vakliteratuur te lezen toont inzet en motivatie, is op tijd aanwezig en werkt ijverig stelt zich loyaal op t.o.v. het bedrijf en collega’s toont flexibiliteit, schakelt gemakkelijk tussen verschillende werkzaamheden, ook als dit onverwachts moet gebeuren neemt actief deel aan werkoverleg, (informele) functionering- en/of beoordelingsgesprekken met betrekking tot de eigen functie Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 20 van 51
Resultaat Beroepscompetentie 13. (VM/ON/SC/ BOS)
Positieve ontwikkeling van de eigen competenties. Het functioneren van de organisatie wordt bevorderd. Beroepscompetenties blijven ontwikkelen
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties te blijven ontwikkelen om gedurende de loopbaan goed te blijven functioneren in zijn beroep. reflecteert met volwassenen collega zelf op het beroepsmatig handelen Beheersingscriteria evalueert de eigen werkzaamheden gericht op reflecteert met de leidinggevende op het beroepsmatig handelen het proces brengt met de leidinggevende in kaart wat er nog niet goed gaat bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen toont motivatie om te leren creëert mogelijkheden tot het uitvoeren van leeractiviteiten onderneemt de met de leidinggevende afgesproken activiteiten leest regelmatig vakliteratuur hanteert en combineert verschillende leeractiviteiten Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties Resultaat BeroepsStoringen lokaliseren en analyseren competentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze storingen te lokaliseren en de 14. mogelijke oorzaak van storingen te achterhalen (VM) interpreteert de (schriftelijke en mondelinge) storingsmeldingen op de juiste wijze Beheersingscriteria raadpleegt indien nodig tekeningen, schema’s en handleidingen gericht op informeert waar kan naar de aard van de storing, stelt gerichte vragen aan de bewohet proces ner/gebruiker (bijv. wanneer ontstaan, wat is er gebeurd etc.), luistert en vraagt goed door voert de vereiste controles en metingen uit om de oorzaak van de storing te achterhalen, werkt systematisch en gestructureerd achterhaalt de oorzaak van de storing en beredeneert op logische wijze wat er mis kan zijn (bijv. kortsluiting door overbelasting of vocht) De storingen zijn op de juiste wijze gelokaliseerd en geanalyseerd, de (mogelijke) oorResultaat zaak is vastgesteld. BeroepsStoringen verhelpen competentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze eenvoudige storingen te verhel15. pen. (VM) lost eenvoudige storingen zelf op, vervangt bijv. een adapter of reset een thermostaat, of Beheersingscriteria verhelpt een (riool)verstopping gericht op controleert en test of de storing daadwerkelijk is verholpen en informeert gebruikers het proces wanneer hij bijv. de beveiliging- en brandalarminstallatie heeft gereset biedt noodhulp aan gebruikers bij calamiteiten zoals lekkage, brand of inbraak De storingen zijn op de juiste wijze verholpen of er is een veilige (tijdelijke) noodoplosResultaat sing getroffen. Beroepscompetentie Werk opnemen en offertes schrijven voor onderhoud- en klussenbedrijf projecten 16. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is in staat om op adequate wijze het werk op (SC/BOS/VM te nemen en goede offertes te schrijven met als doel voldoende opdrachten te verwer) ven. neemt de klus aan, interpreteert deze op de juiste wijze, vraagt bij onduidelijkheden Beheersingscriteria goed door gericht op beoordeelt de prioriteit van de klus, maakt bij storingen en reparaties een zorgvuldige het proces afweging en inschatting van de consequenties (risico's, overlast etc.)
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 21 van 51
Resultaat
neemt indien van toepassing het werk op locatie op en noteert eventuele bijzonderheden beoordeelt of hij de opdracht (technisch en binnen de gestelde tijd) kan uitvoeren, vraagt indien nodig offertes op bij onderaannemers geeft de klant een deskundig advies, licht zijn advies toe en beargumenteert de keuze voor materialen en verwerkingsmethoden op heldere wijze, laat eventueel voorbeelden zien of maakt een schets denkt creatief mee met de klant, stelt uitvoeringsalternatieven voor om aan de budgeten kwaliteitseisen te voldoen maakt vooraf heldere afspraken met de klant, bijvoorbeeld over afrekening op basis van voor- of nacalculatie en het tijdstip van oplevering stelt indien van toepassing een gespecificeerde, overzichtelijke offerte op, beschrijft o.a. de werkzaamheden, materialen, kostprijs, startdatum en doorlooptijd en vermeldt bijzondere omstandigheden houdt rekening met de wensen en voorwaarden van de klant, vermeldt in de offerte duidelijk de gemaakte afspraken en voegt de algemene voorwaarden, garantiebepalingen en leveringsvoorwaarden toe toont commercieel inzicht, offreert reëel en scherp De offerte is volledig en afgestemd op de wensen/voorwaarden van de klant. Afspraken zijn helder. De prijs is scherp en concurrerend.
Beroepscompetentie Planning en werkvoorbereiding 17. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is in staat om op adequate wijze de klussen in (VM/SC) te plannen en voor te bereiden zodat de werkzaamheden efficiënt en goed kunnen worden uitgevoerd. plant de klussen praktisch in, houdt in de planning ruimte voor eventuele onvoorziene Beheersingscriteria omstandigheden (uitloop), plant ook tijd in voor eventuele spoedklussen en tussenkomende kleine klussen/reparaties gericht op het proces koopt tijdig de (standaard) materialen in bij betrouwbare leveranciers maakt gunstige afspraken met leveranciers over evt. kortingen en de betalingsvoorwaarden huurt indien nodig de juiste, betrouwbare collega’s en/of onderaannemers in en maakt duidelijke afspraken treft goede voorbereidingen op locatie, zorgt ervoor dat het benodigde materiaal tijdig op de juiste locatie aanwezig is en huurt materieel en voorzieningen zoals bijv. liften, containers etc. zorgt ervoor dat het werk veilig kan worden uitgevoerd, houdt bijv. het gereedschap op orde en treft de juiste voorzieningen op locatie, zorgt bijv. voor een goede stofafzuiging maakt duidelijke afspraken met de klant en spreekt eventuele bijzonderheden door toont respect voor de werkomgeving, neemt maatregelen om overlast en beschadiging te voorkomen De juiste voorbereidingen zijn getroffen. Het werk kan goed, efficiënt, veilig en volgens Resultaat planning worden uitgevoerd.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 22 van 51
Beroepscompetentie 18. (BOS/VM/SC /ON) Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Starten van een onderneming De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is in staat om op adequate wijze een onderneming te starten c.q. zich te vestigen als zelfstandig vakman. bereid zich goed voor, onderzoekt in overleg met welke aspecten hij rekening moet houden, bijv. op het vlak van vestigingsmogelijkheden, wet- en regelgeving etc. kiest in overleg een ondernemingsvorm die het beste past bij het type bedrijf dat hij wil starten stelt onder begeleiding een ondernemingsplan op en formuleert haalbare bedrijfsdoelstellingen bepaalt in overleg de kernactiviteiten en (potentiële) klantenkring van zijn bedrijf draagt zorg voor de aanschaf van bedrijfsmiddelen, koopt bijv. een geschikte bus, pc, gereedschap etc. en zorgt voor een passende werk- en opslagruimte doorloopt in overleg de vereiste procedures voor het opzetten van de onderneming, schrijft de onderneming bijv. in bij de Kamer van Koophandel, meldt het bedrijf aan bij de belastingdienst etc. Er is aan alle voorwaarden en wettelijke regels voldaan om een levensvatbare onderneming te starten.
Beroepscompetentie Uitvoeren (financiële) administratie 19. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is in staat om op adequate wijze de (financië(BOS/VM/SC le) administratie van het bedrijf bij te houden ten behoeve van een optimale bedrijfsvoe/ON) ring. kiest in overleg een praktisch systeem (handmatig of geautomatiseerd) voor de (financiBeheersingscriteria ele) administratie gericht op stelt in overleg overzichtelijke facturen op, zorgt dat de rekeningen corresponderen met het proces de geleverde diensten / materialen en houdt zich aan afspraken controleert betalingen van klanten, onderneemt bij wanbetalingen gepaste actie zorgt dat facturen van leveranciers en onderaannemers worden betaald, controleert nota’s op evt. onjuistheden en verwerkt ze in de administratie administreert in overleg nauwkeurig volgens de geldende boekhoudkundige regels (m.b.t. balans- en resultaatrekening, crediteuren-/ debiteurenbeheer) registreert de gewerkte uren en verbruikte materialen archiveert gegevens op logische wijze, vindt alle gegevens gemakkelijk terug levert tijdig financiële gegevens aan de boekhouder ten behoeve van bijvoorbeeld de belastingdienst, uitkeringsinstantie etc. Een overzichtelijke en correcte financiële administratie. Resultaat BeroepsBedrijf profileren op de markt competentie. De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is in staat om op adequate wijze het bedrijf op 20. de markt te profileren met als doel bestaande klanten te behouden en nieuwe klanten te (BOS/VM/SC werven. /ON) kiest een huisstijl die past bij het imago dat hij met het bedrijf wil uitstralen Beheersingscriteria bouwt een netwerk van klanten op en bewerkstelligt mond-tot-mondreclame door een gericht op klantgerichte service en door kwalitatief goed werk af te leveren het proces promoot het bedrijf door bijv. een representatieve bus te rijden, nette bedrijfskleding te dragen en advertenties in bijv. huis-aan-huisbladen te plaatsen, passend bij de gekozen kernactiviteiten en de (potentiële) klantenkring toont commercieel gevoel, maakt een inschatting van de wensen en behoeften van klanten en vertaalt deze naar (nieuwe) diensten Resultaat Het bedrijf staat positief bekend, bestaande klanten worden behouden en het aantal klanten neemt toe.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 23 van 51
9.
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL
9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf is de volgende inhoud van de kern vastgesteld. Kern De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern: Kerntaken 1, 2 Kernopgaven
1, 2, 3, 4 en 5
Competenties
1 t/m 13
9.2 UITSTROOMDIFFERENTIATIES Voor het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf zijn de volgende uitstroomdifferentiaties vastgesteld. Uitstroomdifferentiatie 1
Servicemedewerker Gebouwen
Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De Servicemedewerker Gebouwen is werkzaam in zowel grote als kleine bedrijven in verschillende sectoren. Hij werkt vooral in hotels, zorginstellingen, winkelbedrijven, bouw- en installatiebedrijven, woningbouwverenigingen, buurthuizen, scholen, musea, theaters, zalencentra en dierentuinen. De servicemedewerker voert (preventief) onderhoud in en rondom gebouwen. Dit betreft zowel (technische) installatie- als bouwtechnische en onderhoud werkzaamheden. Afhankelijk van de organisatie waar de servicemedewerker werkt, verricht hij andere werkzaamheden, werkt hij met andere apparatuur en is hij aan andere regels gebonden. Globaal kunnen de belangrijkste werkzaamheden van de servicemedewerker worden samengevat onder: verrichten van preventief onderhoud aan (technische) installaties; verrichten van preventief onderhoud aan gebouwen en omgeving; opsporen, analyseren en verhelpen van storingen. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: Kerntaken 1, 2 en 3 Kernopgaven
1, 2, 3, 4 en 5
Competenties
1 t/m 13 en 14, 15
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 24 van 51
Allround Ondernemer Klussenbedrijf Uitstroomdifferentiatie 2. Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De Allround Ondernemer Klussenbedrijf is werkzaam in de klussenbranche. Klussenbedrijven kenmerken zich door hun allround karakter, ze voeren een grote diversiteit aan kluswerkzaamheden uit. De kernactiviteiten verschillen sterk, sommige klusbedrijven richten zich bijvoorbeeld vooral op onderhoudswerkzaamheden en reparaties, andere bedrijven voeren vooral verbouw- en renovatiewerkzaamheden uit of kiezen voor een combinatie van grote en kleine klussen. Hoewel het gros van de klussenbedrijven zich richt op de particuliere markt is er een groeiend aantal bedrijven dat ook de zakelijke markt bedient (bijv. aannemers, woningbouwcorporaties, winkelbedrijven, huisartsenpraktijken etc.). Samengevat zijn de belangrijkste taken van de ondernemer: uitvoeren van diverse kluswerkzaamheden; zorgdragen voor de bedrijfsvoering (incl. werk opnemen en adviseren). In zijn werk komt de ondernemer in aanraking met een grote diversiteit aan (potentiële) klanten. Hij werkt voornamelijk solistisch. In voorkomende gevallen werkt hij samen met onderaannemers. Daarnaast heeft hij in zijn werk te maken met leveranciers. Het uitvoerende werk is veelzijdig en afwisselend. Afhankelijk van de klus, verricht hij andere werkzaamheden en gebruikt hij verschillende werkmethoden en -technieken. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: Kerntaken 1, 2, 3 en 4 Kernopgaven
1, 2, 3, 4, 5 en 6
Competenties
1 t/m13 en 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20
10.
CERTIFICEERBARE EENHEDEN
Er worden geen certificeerbare eenheden aangewezen.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 25 van 51
11. COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern en de uitstroomdifferentiaties van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven en in welke uitstroomdifferentiaties. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken.
Kerndeel
Competenties
Uitstroomdifferentiatie 1
Kernopgaven
2
Kerntaak De beroepsbeoefenaar is in staat op adequate wijze
1
2
3
3
4
1
2
3
4
5
6
1
eigen werkzaamheden voor te bereiden
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
2
(technische) installaties te inspecteren en te onderhouden
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
3
gebouwen, interieur en terreinen te inspecteren
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
4
diverse onderhoud- en kleine renovatiewerkzaamheden uit te voeren
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
5
diverse verbouw- en renovatiewerkzaamheden uit te voeren
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
6
kwaliteit en voortgang te bewaken
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
7
volgens ARBO-, veiligheids- en milieuvoorschriften te werken
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
8
met gebruikers / klanten om te gaan
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
9
de voorraad / het magazijn te beheren
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
10
samen te werken
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
11
instructies en begeleiding geven
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
K
Pagina 26 van 51
Kerndeel
Competenties
Uitstroomdifferentiatie 1
Kernopgaven
2
Kerntaak De beroepsbeoefenaar is in staat op adequate wijze
1
2
3
3
4
1
2
3
4
5
6
12
te functioneren in een professionele organisatie
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
13
beroepscompetenties te blijven ontwikkelen
K
K
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
14
storingen op te sporen en analyseren
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
15
storingen te verhelpen
U1
U2
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
16
het werk op te nemen en offertes te schrijven voor onderhoud- en klussenbedrijf projecten
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
17
klussen in te plannen en voor te bereiden
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
18
een onderneming te starten
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
19
de (financiële) administratie uit te voeren
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO
20
een bedrijf te profileren op de markt
U2
KO
KO
KO
KO
KO
KO Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Uitstroomdifferentiatie 1: Servicemedewerker Gebouwen Uitstroomdifferentiatie 2: Allround Ondernemer Klussenbedrijf
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 27 van 51
12. VERANTWOORDINGSDOCUMENT De verantwoording bij het kwalificatieprofiel heeft tot doel de opbouw van het kwalificatieprofiel en de wijze van totstandkoming toe te lichten en te verantwoorden. Het Verantwoordingsdocument heeft twee functies: het is een verantwoording van de stappen die zijn gezet bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat een toetsing door derden mogelijk is; het is een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat voor gebruikers inzichtelijk wordt wat er wel en niet in het kwalificatieprofiel is opgenomen en waarom die keuzes zijn gemaakt. In de verantwoording worden de volgende onderdelen behandeld: 12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen. 12.2. Naam en structuur van het kwalificatieprofiel. 12.3. Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel. 12.4. Leer- en burgerschapscompetenties. 12.5. Borging van de kwaliteit van examinering. 12.6. Doorstroomrechten. 12.7. Het proces van totstandkoming van het Verantwoordingsdocument. 12.1 DE ONDERLIGGENDE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN Naar aanleiding van de resultaten van het beroepscompetentieprofiel onderzoek in de klussenbranche, uitgevoerd in opdracht van sociale partners in september 2005, is een tweetal beroepscompetentieprofielen uitgewerkt. Deskundigen hebben in een klankbordgroepbijeenkomst, onder projectleiding van Kenteq, deze beroepscompetentieprofielen opgesteld en vastgesteld. Tevens zijn de profielen voorgelegd aan deskundigen (geïnterviewden) uit de branche. Het beroepscompetentieprofiel Ondernemer klussenbedrijf is op 29 september 2005 gelegitimeerd door de VLOK (Vereniging van Klussenbedrijven). Het beroepscompetentieprofiel Servicemedewerker Gebouwen is 29 september 2005 gelegitimeerd door een aantal deskundigen uit het bedrijfsleven (zie brondocumenten in deel 3 van het kwalificatiedossier). De Kenniscentra Kenteq en Savantis hebben besloten tot het samen ontwikkelen van een of meerdere beroepscompetentieprofielen. Hoewel de beroepscompetentieprofielen tevens aansluiting hebben bij kwalificaties van het kenniscentrum Bouwradius, is na intern overleg binnen Bouwradius besloten dat zij verder niet actief zullen participeren bij de ontwikkeling van een kwalificatieprofiel. Volgens Bouwradius is niet duidelijk genoeg hoe het profiel zich verder zal ontwikkelen en hoe de verhouding tussen de partijen zal worden, maar ook wat de rol van de status van de ondernemer wordt. De doelgroep staat verder te ver af van de Bouw CAO gerelateerde functies. De kenniscentra Kenteq en Savantis hebben besloten over te gaan tot de ontwikkeling van een kwalificatieprofiel met daarin een aantal differentiaties welke aansluiten op vraag uit de arbeidsmarkt en op de kwalificaties van de beide kenniscentra. Dit om doorstroom binnen de kwalificatiestructuren van Kenteq en Savantis mogelijk te maken. Het kwalificatiedossier is door de Paritaire Commissie Savantis besproken. De commissie kwam tot de conclusie dat de differentiaties die aansluiten op de kwalificatiestructuur Savantis onvoldoende is onderbouwd. Breder onderzoek naar het segment is gewenst. De Paritaire Commissie Savantis is voornemens voor experiment 2007-2008 weer aan te sluiten op de ontwikkeling van het kwalificatiedossier. Tevens zijn Bouwradius en SBW in een fusie traject waarbij de nieuwe taken van het te vormen instituut nog verder vorm gegeven moeten worden. In een later stadium zal bekeken moeten worden of Bouwradius alsnog kan aansluiten. Aan de basis van het ontwikkelen van het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf de volgende gelegitimeerde beroepscompetentieprofielen ten grondslag: Servicemedewerker gebouwen d.d. 29-09-2005 Ondernemer klussenbedrijf d.d. 29-09-2005
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 28 van 51
De verwantschap van deze profielen kenmerkt zich door dezelfde soort werkzaamheden. De beroepsbeoefenaren zijn werkzaam op het gebied van diverse onderhoud, klus-, reparatie- en renovatiewerkzaamheden. Er zijn dan ook overeenkomstige beschrijvingen van beroepscompetenties. De context waarbinnen de beroepen tot uitvoering komen verschilt. Doordat de context waarin een servicemedewerker werkt zoveel verschilt van de allround ondernemer klussenbedrijf hoort deze kerntaak 3 niet in de kern ondanks veel gemeenschappelijkheden. Het coördinatiepunt heeft in zijn gesprek met Kenteq op 15 december 2005 aangegeven dat de kern ten minste de kerntaken, kernopgaven en competenties dient te bevatten die de uitstroomdifferentiaties gemeenschappelijk hebben. In het nieuwe format zal de opbouw van het dossier zijn aangepast. Deze context is uitgeschreven in de uitwerking van kerntaken, kernopgaven en competenties met succescriteria. Door de beroepscompetentieprofielen op basis van verwantschap verticaal te clusteren in één kwalificatieprofiel is in uitvoerende zin voor het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven een concentrische opleidingsmogelijkheid gecreëerd. De civiele waarde voor deze basis en de gespecialiseerde gediplomeerde uitstroommogelijkheid, is evident herkenbaar in de beroepspraktijk. Bij de uitvoer van de beroepspraktijkvorming zal gekeken moeten worden naar de verschillende beroepscontexten waarbinnen ervaring opgedaan kan worden zodat er een keuze gemaakt kan worden voor een gespecialiseerde uitstroomdifferentiatie. De beroepspraktijkvorming (BPV) zal in competentiegericht beroepsonderwijs nog prominenter worden. Arbeidsmarkt: Naar schatting zijn er ca. 18.000 klusbedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Veel van deze bedrijven zijn zogenaamde ‘zelfstandigen zonder personeel’. Bij een geschatte vervangingsvraag van 9 % gaat het om een potentieel van ongeveer 1620 arbeidsplaatsen/jaar voor de Ondernemer Klussenbedrijf. Een in te richten marktmonitor zal de komende jaren inzicht geven in de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt betreffende de beroepen in dit kwalificatieprofiel. Uit een arbeidsmarktonderzoek naar de Servicemedewerker Gebouwen in de regio Rotterdam blijkt dat deze medewerker werkzaam is in hotels, zorginstellingen, bouw- en installatiebedrijven, woningbouwverenigingen, buurthuizen, scholen, musea, theaters, zalencentra en dierentuinen. Uit dit onderzoek blijkt een meerderheid van de organisaties 1-3 Servicemedewerkers Gebouwen in dienst te hebben. Scholingsmarkt: Aangezien het een volledig nieuw kwalificatieprofiel cq. opleiding betreft, zijn nog geen Cfi gegevens over deelnemersaantallen bekend. Er zijn voldoende BPV-plaatsen beschikbaar voor de uitstroomdifferentiaties binnen dit kwalificatieprofiel op basis van de huidige situatie op de scholingsmarkt. Daar waar onvoldoende BPV plaatsen beschikbaar zijn, zal een extra inzet van het kenniscentrum worden gevraagd. Erkennen van leerbedrijven In 2006-2007 worden bedrijven die betrokken zijn bij de experimenten en BPV-plaatsen ter beschikking stellen, desgevraagd erkend. Een leerbedrijf wordt erkend voor een kwalificatie als een kwalitatief goede BPV-plaats beschikbaar is en competenties uit het kwalificatiedossier daar aangeleerd kunnen worden. Openbaar register leerbedrijven Kenteq beschikt over een openbaar register met leerbedrijven. Hierin zijn ruim 15.000 leerbedrijven opgenomen. Dit register is zoals gezegd openbaar en is te vinden op de web-site van Kenteq (www.Kenteq.nl).
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 29 van 51
De leerbedrijven die in 2004-2005 binnen de proeftuinen en experimenten in 2005-2006 en 2006-2007 erkend zijn, zijn/worden opgenomen in dit register. Het CREBO-nummer van de kwalificatie is herkenbaar gekoppeld aan het leerbedrijf. 12.2 NAAM EN STRUCTUUR VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL In projectteambijeenkomsten voor de totstandkoming van het kwalificatieprofiel is met deskundigheden uit het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs onder de projectleiding van Kenteq op basis van het bronmateriaal de naam voor het kwalificatieprofiel vastgesteld op Onderhoud- en Verbouwbedrijf als meest herkenbare (diploma)naam voor een beroepsbeoefenaar in dit beroepenveld. 12.2.1 De kern van het kwalificatieprofiel Korte typering van het kwalificatieprofiel: Het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf beschrijft het beheersingsniveau dat gesteld wordt aan een beginnend beroepsbeoefenaar binnen het werkgebied van de klussenbranche. Het beheersingsniveau komt in de volgende onderdelen van het kwalificatieprofiel tot uiting: specifieke informatie van het kwalificatieprofiel; kerntaken en uitwerking van de kerntaken; kernopgaven beroepscompetenties met beheersingscriteria. De korte typering van het kwalificatieprofiel geeft als onderdeel van de specifieke informatie, een algemene beschrijving van de Servicemedewerker Gebouwen, de Allround Ondernemer Klussenbedrijf. De Ondernemer met specialisatie Bouwtechniek en Onderhoud en de Ondernemer met specialisatie Technische Installaties. Het duidt kort en in algemene termen omschreven, de werkzaamheden, rol en beroepshouding. Deze informatie is een bundeling van de algemene beroepsbeschrijvingen van onderliggende beroepscompetentieprofielen. Typering en niveau: Voor de typering van het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf geldt de omschrijving vakman. Het niveau van de verschillende uitstroomdifferentiaties is bepaald op basis van de beschrijving van de complexiteit van de werkuitvoering, rol en verantwoordelijkheden en de mate van zelfstandigheid bij de uitvoering van de kerntaken. Op basis van genoemde factoren zijn voor de uitstroomdifferentiaties de volgende niveaus vastgesteld: niveau 2 voor de Servicemedewerker Gebouwen niveau 3 voor de Allround Ondernemer Klussenbedrijf De verschillen in niveau kunnen vooral verklaard worden aan de hand van de complexiteit van de werkzaamheden en de verantwoordelijkheden. De werkzaamheden van de Servicemedewerker Gebouwen bestaan voornamelijk uit standaard werkmethoden en procedures die hij naar eigen inzicht combineert. De complexiteit van het werk is afhankelijk van het type werkzaamheden. De meet- en regeltechniek van installaties en het analyseren van storingen kunnen complex van aard zijn. De servicemedewerker gebouwen werkt vaak binnen een organisatie, hij is wel verantwoordelijk voor zijn eigen werkzaamheden, maar ontvangt leiding van een direct leidinggevende. De werkzaamheden van de Ondernemer Klussenbedrijf bestaan uit standaard werkmethoden en procedures die hij naar eigen inzicht combineert én uit niet-standaard, meer specialistische werkzaamheden zoals het uitvoeren van diverse verbouw- en renovatiewerkzaamheden. De complexiteit van het werk is afhankelijk van het type werkzaamheden en de omvang van de klus. Zijn verantwoordelijkheden gaan verder dan die van de servicemedewerker gebouwen. Als ZZP ’er is de ondernemer zelf verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering, het genereren van voldoende opdrachten en een goede werkuitvoering volgens geldende wet- en regelgeving op het gebied van ARBO, veiligheid en milieu. Tevens is hij ook verantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van het werk van onderaannemers. De ondernemer kan zich ontwikkelen in de breedte (allround) of zich specialiseren in bouwtechniek en -onderhoud of in technische installaties. Hiermee wordt aangesloten op de beroepspraktijk enerzijds en op meer branchegerichte opleidingen op niveau 4 anderzijds.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 30 van 51
Bij de uitstroomprofielen gaat het voor een groot deel om beroepsgebonden kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. Daarnaast is er ook sprake van beroepsonafhankelijke kennis, inzicht, attitude, persoonlijke eigenschappen en vaardigheden zoals o.a. samenwerken en kwaliteit bewaken. Instroomeisen: Voor de instroomeisen wordt verwezen naar de Wet Educatie Beroepsonderwijs: Titel 2. Vooropleidingseisen, artikel 8.2.1. Diploma: Het diploma is behaald indien aan de kwalificatie-eisen van de kern en één van de uitstroomdifferentiaties is voldaan. De beschrijving van de relatie tussen (beroeps-)competenties, kerntaken, kernopgaven en beroepscontext: De verwantschap van deze profielen kenmerkt zich in de overeenkomstige beschrijvingen van beroepscompetenties van onderliggende beroepscompetentieprofielen en komt tot uitdrukking in de samenstelling van het kerndeel van het kwalificatieprofiel. In dit kerndeel zijn kerntaken en een set beroepscompetenties opgenomen. De beroepscompetenties in het kerndeel zijn, via de methode “schering en inslag”, geïntegreerd met de leer- en burgerschapcompetenties uit het brondocument “leren en burgerschap”. Kern: ‘Het Coördinatiepunt is van mening dat de kern tenminste de kerntaken, kernopgaven en competenties dient te bevatten die de uitstroomdifferentiaties gemeenschappelijk hebben. In het nieuwe format zal de opbouw van het dossier zijn aangepast’. Kerntaken: Binnen de twee beroepscompetentieprofielen is geen directe overlap in de formulering van de kerntaken maar wel grote verwantschap. De kerntaken van de servicemedewerker gebouwen zijn gericht op het preventief onderhoud en het opsporen en verhelpen van storingen. De kerntaken van de Ondernemer Klussenbedrijf zijn gericht op diverse kluswerkzaamheden uitvoeren, het verwerven van opdrachten en adviseren en een eigen bedrijf voeren. De kerntaken van de Servicemedewerker Gebouwen vertonen echter inhoudelijke overlap met de kerntaak ‘voert diverse kluswerkzaamheden uit’ van de ondernemer. Aangezien beide beroepsbeoefenaren diverse onderhoud-, reparatie- en renovatiewerkzaamheden uitvoeren, is de overlap te vinden op competentieniveau. Het gaat in de beroepsuitoefening van de Servicemedewerker Gebouwen en de Ondernemer Klussenbedrijf veelal om geïntegreerde beroepshandelingen rond kluswerkzaamheden. Er is dan ook voor gekozen om twee van de drie kerntaken van de servicemedewerker gebouwen (hetzij hergeformuleerd) de kern van het kwalificatieprofiel te laten vormen. Naast het gemeenschappelijke karakter en de verwantschap van de profielen is de context waarbinnen een beroep tot uitvoer komt, de beroepspraktijk, bij de verschillende beroepscompetentieprofielen uiteraard een andere. Om de verwantschap van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties stringenter te maken, zijn de kerntaken, kernopgaven voor het kwalificatieprofiel opnieuw bekeken en uitgewerkt. De uitgewerkte context heeft vervolgens een plek gekregen bij de korte typeringen van de desbetreffende uitstroomdifferentiaties. Deze korte typering bevat daarom essentiële informatie en is van cruciaal belang bij het complementeren van het specifieke beroepsbeeld en de beroepsuitoefening. Voor het kunnen uitvoeren van de kerntaken en kernopgaven in een beroepscontext, zijn doorgaans meerdere beroepscompetenties gelijkertijd nodig. De kerntaken en kernopgaven geven daarom belangrijke informatie over de samenhang tussen de beroepscompetenties. Verschillende matrices duiden de verbanden tussen de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties in het kerndeel en de uitstroomdifferentiaties. Kernopgaven Voor het kwalificatieprofiel zijn zes kernopgaven geformuleerd, omdat naast de verrijkte kerntaken kernopgaven zijn gevonden in de onderliggende beroepscompetentieprofielen. Binnen dit kwalificatieprofiel is de extra kernopgave ‘ondersteuning vragen versus zelfstandig oplossingen zoeken’ toegeKwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 31 van 51
voegd aangezien deze kernmerkend is voor de beginnend beroepsbeoefenaar. Kenmerkend voor de beroepsbeoefenaar is het kerntaakdoorsnijdend handelen. De kritische beroepssituaties worden zichtbaar bij de specifieke kerntaak en de uitwerking van de keuzes en dilemma’s. Competenties: De beroepscompetenties komen voort uit de onderliggende beroepscompetentieprofielen en zijn waar nodig vertaald naar het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Contextgebonden elementen in de criteria zijn daar waar het gaat om gemeenschappelijke competenties anders vormgegeven. Voor een goede harmonisatie, transferwaarde en transparantie met andere ontwikkelde kwalificatieprofielen is voor dit kwalificatieprofiel gebruik gemaakt van de set algemene beroepscompetenties ter aanvulling op de vakmatige beroepscompetenties. Deze set van algemene beroepscompetenties (augustus 2004) is door de kenniscentra opgesteld op basis van een analyse van vele honderden beroepscompetentieprofielen. Onder algemene beroepscompetenties worden beroepscompetenties met beheersingscriteria verstaan die algemeen van karakter zijn en die in veel beroepen noodzakelijk zijn om goed te kunnen functioneren. De specifieke context van het beroep ‘kleurt’ de beroepscompetentie verder in om daarmee de kerntaken en kernopgaven te kunnen uitvoeren. Deze set van algemene competenties is gespiegeld aan de vakmatige beroepscompetenties met onderliggende criteria. Uit deze spiegeling is gebleken dat de meeste van toepassing zijnde algemene beroepscompetenties al aanwezig zijn in de vakmatige beroepscompetenties. Er is één extra competentie uit deze set algemene beroepscompetenties aan de kern van dit kwalificatieprofiel toegevoegd n.l. ‘beroepscompetenties blijven ontwikkelen’. Nominale studieduur: De nominale studieduur voor Servicemedewerker Gebouwen, niveau 2 wordt op 2 jaar gesteld. De nominale studieduur voor Allround Ondernemer Klussenbedrijf, niveau 3 wordt op 3 jaar gesteld. (Zie Wet Educatie Beroepsonderwijs Hoofdstuk 7, Titel 2, artikel 7.2.4 lid 9). De vertegenwoordigers van het onderwijs en bedrijfsleven, als deelnemers in het voor de ontwikkeling van het kwalificatieprofiel ingestelde projectteam, zijn van mening dat er binnen de nominale studieduur een competentiegericht leertraject (schoolcomponent en beroepspraktijkvorming) met bijbehorende examinering kan worden georganiseerd. Verder is de uitvoerbaarheid van de opleidingen een thema binnen de Paritaire Commissie van Kenteq. Daarnaast is de verwachting dat ook de ervaringen opgedaan in de proeftuinen en experimenten hierover meer inzichten zullen geven. 12.2.2 De beschrijving van de uitstroomdifferentiaties Naast het kerndeel zijn vier uitstroomdifferentiaties opgenomen in het kwalificatieprofiel. Deze uitstroomdifferentiaties zijn: Servicemedewerker Gebouwen; Allround Ondernemer Klussenbedrijf; Allround Ondernemer Klussenbedrijf Niveau 3
Servicemedewerker Gebouwen Niveau 2 Kern
Bepalend voor de keuze van de uitstroomdifferentiaties zijn de volgende aspecten geweest: herkenbaarheid voor de arbeidsmarkt; uitvoerbaar voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven; Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 32 van 51
‘waarde’ voor de leerling; relatie kwalificatiestructuur en diplomastructuur; duurzaamheid van het profiel. Deze aspecten hebben de structuur van het kwalificatieprofiel bepaald. De verticale clustering biedt de mogelijkheid om tussentijds uit te stromen met een voor de arbeidsmarkt relevant en herkenbaar diploma. Daarnaast kan door middel van een concentrische opleidingsopbouw flexibel doorgestroomd worden naar een hoger gelegen niveau. De drie uitstroommogelijkheden op niveau 3 bieden de mogelijkheid voor de beroepsbeoefenaar om zich te specialiseren. Hiermee wordt aangesloten op de beroepspraktijk enerzijds en op meer branchegerichte opleidingen op niveau 4 anderzijds. De uitstroomdifferentiaties op niveau 3 bieden de mogelijkheid om door te stromen naar een niveau 4 opleiding in een aanpalende branche. Tevens zijn bedrijfsleven en onderwijs voornemens te onderzoeken in hoeverre een uitstroomdifferentiatie op niveau 4 in de toekomst mogelijk is. Wat betreft de aansluiting op de beroepspraktijk is wellicht relevant te melden dat uit een onderzoek, dat aan de Universiteit Utrecht onder klussenbedrijven is uitgevoerd3, blijkt dat een behoorlijk aantal bedrijven naast diverse reparatie- en kluswerkzaamheden ook (specialistische) installatietechnische werkzaamheden uitvoert: 79% van de klussenbedrijven verricht werkzaamheden met betrekking tot de installatie van keukens en badkamers, 61% van de klussenbedrijven verricht specifiek loodgieterwerk, 56% verricht elektrawerkzaamheden en 28% biedt haar klanten technische (onderhoud)service aan. Uit ditzelfde onderzoek blijkt, wat betreft bouwtechniek en –onderhoud, die 84% van de klussenbedrijven tegelwerkzaamheden verricht, 73% isolatiewerkzaamheden, 52% schilderwerkzaamheden en 49% stukadoorswerk. Hoewel een flink aandeel van de klussenbedrijven dus schilder- en stukadoorwerkzaamheden uitvoert, kiest een aantal bedrijven er ook voor zich meer te richten op installatietechniek (en vice versa). In de uitstroomdifferentiaties zijn onderliggende beroepscompetentieprofielen herkenbaar. Onderstaand schema duidt de relatie uitstroomdifferentiatie met beroepscompetentieprofielen.
Beroepscompetentieprofielen: Servicemedewerker Gebouwen
Uitstroomdifferentiaties: Servicemedewerker GeAllround Ondernemer Klussenbedrijf bouwen X
Ondernemer Klussenbedrijf
X
12.2.3 De aanwijzing van eventuele certificeerbare eenheden Aan het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf zijn door de Paritaire Commissie van Kenteq geen certificeerbare eenheden aangewezen. 12.2.4 Op de website van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq ( www.kenteq.nl ) staat de kwalificatiestructuur Kenteq. Hierin is de inbedding van het kwalificatieprofiel te zien. 12.3 VAN BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN NAAR KWALIFICATIEPROFIEL Om te komen van beroepscompetentieprofielen naar een kwalificatieprofiel, is een drietal stappen aan de orde: clusteren en (her)formuleren van de beroepsbeschrijving, kerntaken (uitwerking), kernopgaven en beroepscompetenties op basis van verwantschap tussen onderliggende beroepscompetentieprofielen; de vertaling van vakvolwassen beroepsbeoefenaar naar beginnend beroepsbeoefenaar; de integratie van de beroepscompetenties met de sets van leer- en burgerschapscompetenties middels een vastgestelde methodiek; ‘schering en inslag’. (zie paragraaf 12.4).
3
Een onderzoek onder klussenbedrijven, Universiteit Utrecht, E. de Ruijter, 2003.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 33 van 51
Clusteren en (her)formuleren: De samenhang van onderliggende beroepscompetentieprofielen is met het clusteren/samenvoegen van onderliggende beroepscompetentieprofielen stringenter gemaakt door het vormgeven/herformuleren van de gemeenschappelijke kerntaken. De gemeenschappelijke kerntaken worden weergegeven in het kerndeel. De specifiekere beroepscontext heeft een plek gekregen bij de korte typeringen van de uitstroomdifferentiaties. Alle kerntaken, competenties en succescriteria uit de beroepscompetentieprofielen zijn onderling vergeleken. Overlap tussen kerntaken en competenties is eruit gehaald. Twee kerntaken uit het beroepscompetentieprofiel Servicemedewerker Gebouwen en één kerntaak uit het beroepscompetentieprofiel voor de Ondernemer Klussenbedrijf vormen zijn hergeformuleerd in twee nieuwe kerntaken en vormen de kern van dit kwalificatieprofiel. Eén kerntaak uit het beroepscompetentieprofiel Servicemedewerker Gebouwen vormt de uitstroom voor servicemedewerker. Deze taak geldt echter ook voor de ondernemer aangezien een ondernemer alle kerntaken van de servicemedewerker veronderstelt om een concentrische opleidingsmogelijkheid te creëren. Bijna alle competenties uit de beroepscompetentieprofielen zijn onversneden opgenomen in het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf. Een aantal gelijkluidende competenties zijn samengevoegd waarbij enkele contextaanduidingen in de succescriteria van de beroepscompetenties anders zijn omschreven. De vertaling: De vertaling van het niveau vakvolwassen (beroepscompetentieprofiel) naar het niveau beginnend beroepsbeoefenaar (kwalificatieprofiel) vindt plaats binnen de kerntaken en de beroepscompetenties. In de beroepscompetentieprofielen zijn de beroepscompetenties beschreven op het niveau van de vakvolwassen beroepsbeoefenaar. In termen van beheersing van een competentie, gaat het bij de vakvolwassen beroepsbeoefenaar om succescriteria (output van handelen) en bij de beginnend beroepsbeoefenaar om beheersingscriteria (potentie van handelen). De vertaling van het niveau vakvolwassen naar het niveau beginnend beroepsbeoefenaar vindt plaats binnen de afzonderlijk competenties. De vertaling vakvolwassen naar beginnend beroepsbeoefenaar komt tot uiting in de criteria van de beroepscompetenties. Tijdens het ontwikkelen bleek dat deze vertaalslag echter minimaal behoefde te zijn. Vaak gaat het om bevoegdheden en verantwoordelijkheden die in de criteria afgezwakt zijn. In een enkel geval zijn succescriteria uit het beroepscompetentieprofiel niet overgenomen in het kwalificatieprofiel omdat het niveau duidelijk te hoog is voor een beginnend beroepsbeoefenaar. Voor de kerntaken geldt dat na clustering en herformulering, de beschrijving van de vakvolwassen beroepsbeoefenaar vertaald is naar de beginnend beroepsbeoefenaar. Bij de vertaling beroepscompetenties vakvolwassen naar beginnend beroepsbeoefenaar zijn de volgende aspecten in ogenschouw genomen: Rol en verantwoordelijkheid: Hierbij is gekeken naar de mate van zelfstandigheid, de beslissingsbevoegdheden in het kader van te maken keuzes, de mate van overleg met zijn leidinggevende en de mate van complexiteit ten aanzien van de uitoefening van zijn taken. Ervaringscomponenten: Hierbij is gekeken naar elementen die slechts na enige jaren ervaring in de beroepspraktijk haalbaar worden geacht. Hulpmiddelen: Hierbij is gekeken naar bijvoorbeeld informatiebronnen die de beginnend beroepsbeoefenaar kan raadplegen of concrete hulpmiddelen die hij kan gebruiken bij de uitoefening van zijn taak. Vaak wordt de mate van verantwoordelijkheid tot uiting gebracht in het overleggen met zijn leidinggevende. Met dit begrip ‘leidinggevende’ wordt bedoeld de direct leidinggevende bijvoorbeeld de werkplaatschef, maar dit kan ook uiteraard een collega zijn die tot taak heeft toezicht te houden op een beginnend beroepsbeoefenaar.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 34 van 51
Duurzaamheid De inhoudelijke beschrijving van de eisen te stellen aan beginnend beroepsbeoefenaar en het abstractieniveau van deze beschrijvingen, maakt het mogelijk dat verworven competenties een bredere bruikbaarheid hebben. Bij het bijscholen of herscholen worden deze dan meegenomen als EVC. De paritaire commissies hebben vastgesteld dat verdere clustering met andere kwalificatieprofielen in de toekomst verder vorm moet krijgen. Zij meent dat hiervoor meer tijd nodig is vooral om een juiste afweging te doen tussen transparantie en herkenbaarheid. De kerntaken, met bijbehorende competenties die onderdeel vormen van de kern van het kwalificatieprofiel zijn redelijk stabiel en hebben een grote mate van duurzaamheid. Relatief beperkte ontwikkelingen binnen het beroep of beroepenveld zullen er niet toe leiden dat het kwalificatieprofiel een verandering zal moeten ondergaan. Van de overige kerntaken, kernopgaven en competenties kan worden gesteld dat deze zodanig zijn beschreven dat deze voor een aantal jaren geldig zijn Innovatieve ontwikkelingen doorvoeren in het onderwijs: Door de wijze van beschrijven van de kerntaken, kernopgaven en competenties biedt het kwalificatieprofiel voldoende ruimte om innovatieve ontwikkelingen door te voeren in het onderwijs. Alle kerntaken, kernopgaven en competenties anders dan die gekoppeld zijn aan het kerndeel van het kwalificatieprofiel bieden deze mogelijkheid. Alle resultaten zijn tot stand gekomen in een projectteambijeenkomst waarin een representatieve afspiegeling van het scholenveld en bedrijven vertegenwoordigd was. In de verslaglegging van deze bijeenkomst staat vermeld hoe het proces verlopen is en welke keuzes er gemaakt zijn. Er hebben twee projectteambijeenkomsten plaatsgevonden, de derde projectteambijeenkomst zal plaatsvinden op 24 november 2005. De hoofdlijnen van de discussies die in het projectteam hebben plaatsgevonden hadden betrekking op: De doorstroming naar niveau 4. Voor een aansluitende doorstroom naar het huidige niveau 4 is noodzakelijk gebleken dat leerlingen zich zowel breed als gespecialiseerd moeten kunnen laten opleiden. Een toekomstige uitstroom op niveau 4 binnen dit kwalificatieprofiel is wenselijk. De mogelijkheden hiertoe zullen echter nader onderzocht moeten worden; Gezien de diversiteit van het werkveld bestaat de noodzaak tot verbreden en zich specialiseren, vooral in de context van het beroep. Het verschil komt tot uiting in de criteria van de competenties; De naamgeving van het kwalificatiedossier. Voor de VLOK is de term ‘klus’ essentieel en zij wil dan ook de term klussenbedrijf terugzien in de uitstroomdifferentiatie naamgeving van het profiel. Vanwege de maatschappelijke ontwikkelingen is besloten de naam ‘Onderhoud- en Verbouwbedrijf te hanteren’. Wet- en regelgeving waar een beroepsbeoefenaar aan moet voldoen. Om het belang aan te geven dat de beroepsbeoefenaar altijd aan de geldende wet- en regelgeving moet voldoen(Bouwbesluit en NEN), daar dit geen persoonsgebonden vereisten zijn zoals certificaten op naam gesteld is besloten dit niet op te nemen bij wettelijke beroepsvereisten.
12.4 LEER- EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIES EN TALEN Het is de taak van het middelbaar beroepsonderwijs om te voldoen aan de door het ministerie van OCW vereiste drievoudige kwalificering: voor een beroep, voor de doorstroom/loopbaan en voor de maatschappelijke inpassing. In het beroepsonderwijs dienen de leer- en burgerschapcompetenties geïntegreerd met de beroepscompetenties aangeboden te worden. Bij de ontwikkeling van kwalificatieprofielen worden de leer- en burgerschapcompetenties uit het brondocument leren en burgerschap geïntegreerd met de beroepscompetenties. Dit gebeurt met een door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde methodiek (van schering en inslag). Voor het toepassen van deze methodiek zijn bij het voorliggende kwalificatieprofiel de volgende documenten gehanteerd: concept kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf; set van algemene beroepscompetenties; brondocument leren en burgerschap; Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 35 van 51
methodiek schering en inslag; referentiedocument talen, het CEF (september 2004). 12.4.1 Verantwoording van de gemaakte keuzes Alle criteria van de leer- en burgerschapscompetenties zijn geplaatst in de ‘algemene’ beroepscompetenties zoals deze zijn opgenomen in het kwalificatieprofiel. De werkwijze is nader uitgewerkt in een tweetal tabellen, zoals de methodiek schering en inslag die voorschrijft. Deze tabellen zijn opgenomen als bijlage bij het verantwoordingsdocument. Voor de uitvoering van een kerntaak of een kernopgave is een gekoppelde set van beroepscompetenties nodig. Duidelijkheid hierover geeft de competentiematrix de competentiematrices. Zowel vakmatige- als algemene beroepscompetenties zijn hierbij als één geheel van belang. De opgenomen criteria van leer- en burgerschapcompetenties in de algemene beroepscompetenties worden bij de uitvoering van een kerntaak of een kernopgave geïntegreerd in het beroepshandelen en zijn op deze wijze onlosmakelijk verbonden met de vakmatige beroepscompetenties. 12.4.2 Talen Voor dit kwalificatieprofiel wordt het referentiedocument “Talen in de kwalificatieprofielen”, opgesteld door de Stuurgroep Kwalificatiestructuur in september 2001, van toepassing verklaard. 12.4.2.1 Nederlands In het referentiedocument Talen in de kwalificatieprofielen wordt gesteld dat communicatie in het Nederlands een belangrijke vaardigheid is voor de werknemer op mbo-niveau. Dat geldt voor alle werknemers in alle sectoren. Van hen wordt verwacht dat zij met collega’s en leidinggevenden het dagelijkse werk bespreken en conflicten oplossen, deelnemen aan werkoverleg, met klanten en leveranciers communiceren, werkrapporten schrijven en bijblijven op het vakgebied door tijdschriften en websites te raadplegen. Met Nederlands wordt bedoeld de moedertaal, voor leerlingen die van huis uit Nederlands spreken, of de omgevingstaal – de taal van school en werk en van de openbare ruimtevoor leerlingen die een andere moedertaal hebben en thuis en in de familie- en vriendenkring geheel of gedeeltelijk een andere taal spreken. Er is geen scherpe scheiding tussen het Nederlands als eerste of moedertaal (NT1) en het Nederlands als tweede taal (NT2); er is eerder sprake van een glijdende schaal. Aan de ene kant van die schaal staan leerlingen met Nederlands als moedertaal, aan de andere kant leerlingen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen en het Nederlands als een nieuwe taal hebben moeten leren. Daartussen bevindt zich de grote groep van leerlingen die in twee of meer talen leven. Deze leerlingen zullen over het algemeen veel extra inspanning moeten leveren om de voor het beroep benodigde taalvaardigheid te verwerven. In de onderliggende beroepscompetentieprofielen bij het kwalificatieprofiel zijn de volgende aanwijzingen gevonden voor het toepassen van Nederlands. Het betreft o.a. mondeling en schriftelijk communiceren en rapporteren. In het beroepscompetentieprofiel ligt een extra nadruk op goed luisteren naar de klant en een goed gesprek kunnen voeren met de klant, vandaar dat hier wat meer de nadruk op is gelegd. In het brondocument leren en burgerschap wordt Nederlands als hulpmiddel in verschillende domeinen genoemd. Het gaat dan bijvoorbeeld over zaken als samenwerken, informatie verwerven en verwerken, gebruik maken van media en hulpbronnen, deelnemen aan bijeenkomsten en besprekingen, reflecteren, doelen stellen, werknemer en kiezer. Het gaat ook om leren in het mbo en om levenslang leren in arbeid en maatschappij. Om dit alles te kunnen uitvoeren is taalvaardigheid nodig. Het brondocument leren en burgerschap expliciteert de benodigde taalvaardigheid echter niet en geeft evenmin informatie over het niveau van taalvaardigheid Nederlands dat moet worden nagestreefd voor de verschillende opleidingsniveaus in het mbo. In vrijwel alle geformuleerde beroepscompetenties in het kwalificatieprofiel komen taaluitingen aan de orde. Door het ontbreken van een instrumentarium wordt gesteld gebruik te maken van het taal competentieprofiel van het CEF.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 36 van 51
Het plaatje voor de kern, niveau 2 ziet er als volgt uit: Luisteren Lezen Gesprekken voeren C2 C1 B2 B1 A2 A1 Het plaatje voor niveau 3 ziet er als volgt uit: Luisteren Lezen Gesprekken voeren C2 C1 B2 B1 A2 A1
Spreken
Schrijven
Spreken
Schrijven
12.4.2.2 Moderne vreemde talen In de onderliggende beroepscompetentieprofielen bij het kwalificatieprofiel zijn geen aanwijzingen gevonden voor het toepassen van moderne vreemde talen. In het brondocument leren en burgerschap wordt gesproken over het toepassen van twee moderne vreemde talen “adequaat voor de betreffende situatie”. Analyse van de taaltaken in een aantal beroepssectoren en van de huidige eindtermen voor de talen in het mbo (zie Raamwerk MVT), geeft een beeld van de niveaus waarop we de taalcompetentie van de mbo-schoolverlater moeten plaatsen. Over het algemeen zullen leerlingen die opleidingen op niveau 1 en 2 volgen, in een vreemde taal niet verder komen dan het A2-niveau. Voor leerlingen op niveau 3 en 4 is het B1-niveau haalbaar, en gezien hun toekomstig functioneren ook wenselijk. Voor leerlingen in een aantal sterk talige sectoren zal het nodig zijn om al als schoolverlater in enkele vaardigheden een niveau te halen dat B1 overstijgt. Een volledig B2-niveau zal gezien de eisen ten aanzien van correctheid en vloeiendheid die bij het B2-niveau horen, over het algemeen niet mogelijk zijn. We hebben het hier over een tussenniveau: B1+ of B2.1. Zeer recent is door het NAB -MVT een onderzoek uitgevoerd naar het talenonderwijs in Nederland (Vreemdetalenonderwijs in Nederland. Een situatieschets. Conceptversie, NAB -MVT, november 2003). Uit dat onderzoek kwam onder andere naar voren dat het B2-niveau eigenlijk op HBO niveau geplaatst zou moeten worden en zelfs daar meestal niet gehaald wordt voor alle vaardigheden. Voor sommige talen wordt zelfs op academisch niveau een schrijfvaardigheid op B2-niveau niet gehaald. Deze gegevens onderbouwen een algemene positionering van de taalvaardigheid van de mboschoolverlater in het A2/B1+ gebied. Het advies in het referentiedocument t.a.v. welke niveaus voor de vreemde talen in het mbo bereikt moeten worden is: ga voor de eerste vreemde taal die leerlingen leren als algemene stelregel uit van A2 voor niveau 2 en B1 voor de niveaus 3; maak het mogelijk dat leerlingen een tweede of derde taal op een lager niveau kunnen afsluiten dan hun eerste taal; scherp dit algemene uitgangspunt aan in afzonderlijke taalprofielen per (groep van) competentieprofiel(en); gebruik het CEF, en de uitwerking daarvan in het Raamwerk MVT, als niveaustandaard voor de communicatie over talige competenties. Dit betekent dat zowel bij het stellen van eisen met betrekking tot de te bereiken talige competentie, het formuleren van leerdoelen, het programmeren van het onderwijs, en het examineren de Europese taalniveaus als leidraad en referentiekader gebruikt worden;
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 37 van 51
maak het voor leerlingen mogelijk om alles wat zij als beginnend beroepsbeoefenaar meerwaarde op de arbeidsmarkt meebrengen met betrekking tot de talen (een extra taal, een hoger niveau in een taal, een praktijkervaring in een anderstalige omgeving) naast hun diploma te documenteren in een algemeen geaccepteerd document. Europass en het Europese taalpaspoort kunnen hiervoor als instrumenten ingevoerd worden. Hiermee worden duidelijk de Europese richtlijnen gevolgd.
Wat betreft het te verwerven taalniveau wordt voor niveau 2 geadviseerd om dit te beperken tot A2. Voor dit profiel wordt gesteld ten minste een moderne vreemde taal te kiezen. Afhankelijk van de regio Engels of Duits. MVT-1 voor niveau 2: Engels of Duits Luisteren Lezen Gesprekken voeren C2 C1 B2 B1 A2 A1
Spreken
Schrijven
Wat betreft het te verwerven taalniveau wordt voor niveau 3 gesteld om een verschil te maken tussen de eerste en de tweede vreemde taal. MVT -1 voor niveau 3: Engels Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1.2 B1.1 A2 A1 MVT -2 voor niveau 3: Duits Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
12.5 BORGING VAN DE KWALITEIT VAN EXAMINERING Met betrekking tot de invulling van de examenparagraaf worden vooralsnog geen aanvullende adviezen opgenomen ten aanzien van examinering. Er zijn gesprekken gaande tussen brancheorganisaties en het onderwijs over op welke wijze aanvullende eisen dienen te worden geformuleerd. Ook zullen hierin de ervaringen uit de proeftuinen en experimenten worden meegenomen. De vorm van toetsen moet voldoen aan de geïntegreerde inzet van beroepsgerichte competenties, die in een herkenbare, levensechte situatie aantoonbaar wordt. Daarbij is het van belang dat de deelnemer in de gelegenheid wordt gesteld, of sterker nog, wordt uitgedaagd, zijn of haar competenties te demonstreren. 12.6 DOORSTROOMRECHTEN Voor de gekwalificeerde betekent het behalen van de kwalificatie Onderhoud- en Verbouwbedrijf dat er recht op doorstroom bestaat naar beroepsopleidingen die behoren bij de beroepskwalificerende kwaKwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 38 van 51
lificatieprofielen, die binnen de kwalificatiestructuur op hetzelfde niveau of het naast hogere niveau zijn gepositioneerd. Op basis van een verworven kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf met de uitstroomdifferentiatie Servicemedewerker Gebouwen kan doorgestroomd worden naar de opleiding voor Allround Ondernemer Klussenbedrijf. Op basis van een verworven kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf met de uitstroomdifferentiatie Allround Ondernemer Klussenbedrijf kan doorgestroomd worden naar een (verwante) niveau 4 beroepsopleiding. 12.7 HET PROCES VAN TOTSTANDKOMING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER Bij de totstandkoming van het kwalificatiedossier zijn de volgende processtappen gehanteerd: Opgesteld door Betrokkenen
Beroepscompetentieprofiel
Kwalificatieprofiel
Verantwoordingsdocument
Onderzoek- en adviesbureau Ar- Sociale Partners d.d. september beid Opleidingen Consult, in op- 2005 dracht van Kenteq een in samenwerking met een vertegenwoordiging uit het bedrijfsleven. Kenteq in samenwerking met Paritaire Commissie Kenteq Arbeid Opleidingen Consult en Projectteam kwalificatieprofiel (vertegenwoordiging, onderwijs/bedrijfsleven) Kenteq en Savantis, in samenParitaire Commissie Kenteq werking met Arbeid Opleidingen Consult en Projectteam kwalificatieprofiel (vertegenwoordiging, onderwijs/bedrijfsleven) Kenteq Paritaire Commissie Kenteq
Kwalificatiedossier
Het bestuur van Kenteq stelt het kwalificatiedossier vast op advies van de paritaire commissie en biedt het kwalificatiedossier aan het COLO coördinatiepunt aan. Na een positief advies van het coördinatiepunt wordt het dossier aangeboden aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ter opname in een centraal register kwalificaties middelbaar beroepsonderwijs.
12.7.1 Personele invulling van het projectteam Het kwalificatieprofiel Onderhoud- en Verbouwbedrijf is ontwikkeld samen met vertegenwoordigers van het beroepsonderwijs) en het bedrijfsleven. De projectgroep bestond uit: Bedrijven: De heer K. Huisman, VLOK (Vereniging van Klussenbedrijven) De heer H.Foekema Klussenbedrijf HFSOM De heer R.Schenk Klussenbedrijf EXKlusief De heer R. Steger, Golden Tulip Hotel De heer J. van Schaik, Zorg Compas De heer Hr. Leeuwenstein, Diergaarde Blijdorp Mevrouw M. Delfgouw, Lommerrijk De heer M. Engel, Bokx Bouw De heer B. Eikenboom, Humanitas De heer J. van Essen, Humanitas Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 39 van 51
De heer P. Tuerlings, TBV Tilburg Onderwijs: De heer P. Speekenbrink, ROC Zadkine Rotterdam De heer G. Wolfs, ROC Zadkine Rotterdam De heer F. Wernaart, ROC Eindhoven De heer G. de Wijs, ROC Eindhoven De heer J. van der Steijn, ROC Eindhoven Projectleiding Kenteq en Savantis: De heer J. Peters, afdeling Opleidingsontwikkeling Kenteq De heer A. van Wezep, Hoofd afdeling Onderwijsontwikkeling & Examens Savantis Mevrouw C. Schoof, onderwijskundig medewerker Savantis Externe advisering: Mevrouw J. de Ruijter, Arbeid Opleidingen Consult Mevrouw M. Kuijpers, Arbeid Opleidingen Consult 12.7.2 Oordeel van de leden van het projectteam. Tijdens de bijeenkomsten van het projectteam zijn de volgende vragen aan de orde geweest: Herkent het bedrijfsleven de kerntaken, kernopgaven en competenties van het niveau beginnend beroepsbeoefenaar? Is het projectteam van mening dat onderwijs uitvoering, zowel schoolcomponent als beroepspraktijkvorming, gericht op het bereiken van beginnend beroepsbeoefenaar binnen de nominale studieduur realistisch is? 12.7.3 Discussies binnen de paritaire commissie. De Paritaire Commissie Kenteq heeft met betrekking tot dit profiel gediscussieerd over de volgende zaken: Onderwerp Discussie Actie(besluit van de commissie) Doorstroom naar het hbo Niveau 4 geeft altijd doorStaat op de beleidsagenda van de stroom naar het HBO. Alleen de Paritaire Commissie Kenteq voor mate van vrijstelling en aanvul- 2006. lende voorwaarden zijn nog niet bekend. Naam van het profiel De naam van het profiel moet De namen van de kwalificatieproherkenbaar zijn voor het befielen en de differentiaties worden drijfsleven. In de communicatie geharmoniseerd. Er wordt gekozen tussen het ROC en de omgeving voor de domeinnaam van de het gaat het vooral om aanspreken- profiel en beroepsnamen voor de de benamingen. differentiaties. Het niveau van de differentiaWaarop wordt het niveau van Er moet een instrument worden ties/profiel een profiel en differentiatie ontwikkeld waarvoor landelijk bepaald? Is er een instrument draagvlak is. Dit moet een onderwaarmee dit kan worden vastdeel zijn van de migratie naar het gesteld? Op dit moment wordt nieuwe format. het niveau bepaald aan de hand Staat op de beleidsagenda van de van enkele beroepskenmerken Paritaire Commissie Kenteq voor zoals verantwoordelijkheid, 2006. complexiteit, zelfstandigheid en rol. Waarbij het niveau van de vergelijkbare huidige kwalificatie een belangrijke maat is Aansluiting VMBO Wat zijn de consequenties voor Samen met vertegenwoordigers uit de aansluiting VMBO -MBO het VMBO en MBO wordt bekeals gevolg van het op competen- ken welke acties er moet worden tiegericht beroepsonderwijs in ondernomen om er voor te zorgen het MBO? dat de aansluiting optimaal is. Staat op de beleidsagenda van de Paritaire Commissie Kenteq voor 2006. Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 40 van 51
Doorstroom binnen de kwalificatiestructuur
Examinering
Uitvoerbaarheid
Trends en innovaties
Clustering
Kwalificatiedossier
Welke perspectieven kun je deelnemers bieden met betrekking tot de keuzes die gemaakt kunnen worden voor vervolg opleidingen. Welke vangnet mogelijkheden zijn er? De Paritaire Commissie hecht belang bij de wijze waarop borging plaatsvindt van het op competentie gericht beroepsonderwijs. De uitvoerbaarheid van onderwijs is een aandachtspunt. Hier gaat het om de uitvoerbaarheid binnen de nominale studieduur zoals de WEB aangeeft maar ook om de inrichting van leeromgevingen die competentiegericht zijn. Duurzaamheid van het kwalificatiedossier wordt mede bepaald door het in kaart brengen van ontwikkelingen op economisch, maatschappelijk en technologisch vlak. Verdere clustering van de aanverwante kwalificatieprofielen is gewenst.
O356/JPjm/049
Er wordt op basis van enkele uitgangspunt een doorstroomschema gemaakt. Staat op de beleidsagenda van de Paritaire Commissie Kenteq voor 2006. Er wordt een advies opgesteld over de kwaliteitsborging. Staat op de beleidsagenda van de Paritaire Commissie Kenteq voor 2006. De Paritaire Commissie Kenteq volgt de ontwikkelingen van de experimenten. Zij op basis van de ervaringen binnen de experimenten jaarlijks bekijken of de gekozen nominale studieduur voldoet.
Bekeken wordt om deze aspecten onderdeel te laten zijn van de marktmonitor. Staat op de beleidsagenda van de Paritaire Commissie Kenteq voor 2006. Samenhang wordt nader bekeken. Staat op de beleidsagenda van de Paritaire Commissie Kenteq voor 2006.
Pagina 41 van 51
BIJLAGE TABELLEN LEER-, EN BURGERSCHAPCOMPETENTIES IN RELATIE MET BEROEPSCOMPETENTIES Onderstaande beroepscompetenties zijn middels de methodiek ‘schering en inslag’ geïntegreerd met de leer- en burgerschapscompetenties. TABEL I, Van beroepscompetentie naar brondocument “Leren en burgerschap”. L Leercompetentie E Economische burgerschapscompetentie N Normatieve burgerschapscompetentie S Sociale burgerschapscompetentie C Culturele burgerschapscompetentie O Organisatorische burgerschapscompetentie P Politieke burgerschapscompetentie Leren & burgerschap
1
De beroepsbeoefenaar is in staat op adequate wijze
beroepscompetentie tabelnummering
beroepscompetentie nummering kwalificatieprofiel
Competenties
L E N S
C O P
X X X
Eigen werk voorbereiden
X X
6
Kwaliteit en voortgang bewaken
X X
X X X X
10
Samenwerken
X X X X X X X
12
Functioneren in een professionele organisatie
X X X X X X X
13
Beroepscompetenties blijven ontwikkelen
X X
LEGENDA: BOS(BESTUURLIJK ORGANSATORISCHE EN STRATEGISCHE DIMENSIE); VM(VAKMATIGE): SC(SOCIAAL COMMUNICATIEVE); ON(ONTWIKKELING). 1.1. Eigen werk voorbereiden Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze de (VM/ON/ SC/BOS) eigen werkzaamheden voor te bereiden. Beheersingscriteria plant zijn (dagelijkse, wekelijkse) werkzaamheden praktisch gericht op het proces in, houdt bijv. rekening met de bedrijfsprocessen en aanwezigheid van gebruikers interpreteert de opdrachten (werkbonnen, storingsmeldingen) op de juiste wijze en raadpleegt bijv. beschikbare tekeningen, schema's en (installatie)handleidingen, vraagt bij onduidelijkheden aanvullende informatie of schakelt de hulp van de leidinggevende in zorgt dat hij de juiste (basis) gereedschappen en materialen bij zich heeft en houdt de bedrijfsauto schoon en in goede staat denkt vooruit, bereidt daar waar kan in overleg in de werkplaats werkzaamheden voor informeert gebruikers over de uit te voeren werkzaamheden en maakt duidelijke afspraken treft in overleg maatregelen om het werk veilig uit te kunnen voeren Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
S5, S7,
E2, E8, S5, S8, O1, P1
S4, E19
O10 S6
Pagina 42 van 51
toont respect voor de omgeving, neemt in overleg maatregelen om overlast en beschadiging te voorkomen Extra voor niveau 3: stelt prioriteiten in de opdrachten en werkvolgorde De werkzaamheden zijn zo voorbereid dat deze goed, efficiResultaat ent en veilig kunnen worden uitgevoerd. 1.2. Kwaliteit en voortgang bewaken Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zorg (VM/ON/ SC/BOS) te dragen voor de kwaliteit en voortgang van de eigen werkzaamheden. Beheersingscriteria werkt volgens de werkvoorschriften, kwaliteitseisen en gelgericht op het proces dende wet- en regelgeving werkt netjes en gebruikt de juiste materialen en gereedschappen onderhoudt het gereedschap op de voorgeschreven wijze toont vakmanschap, gebruikt de juiste (basis)technieken bij de uitvoering van zijn werkzaamheden stelt, eventueel in overleg, de juiste prioriteiten, start met de meest dringende werkzaamheden werkt zelfstandig, durft beslissingen te nemen binnen de gestelde kaders toont inzicht en inventiviteit door oplossingen te bedenken voor standaard problemen en onvoorziene omstandigheden, improviseert als het werk op een andere manier uitgevoerd moet worden controleert zijn eigen werk en corrigeert fouten tijdig gaat efficiënt om met zijn tijd, plant zijn werkzaamheden praktisch in en schakelt tijdig de hulp van leidinggevende, collega’s en/of vakspecialisten in vult werkbonnen, logboeken etc. nauwkeurig volgens bedrijfsinstructie in leest en interpreteert Nederlands en anderstalige (Engels) technische voorschriften en/of documentatie op de juiste wijze informeert indien nodig gebruikers/klanten over uitgevoerde werkzaamheden en laat de werkplek opgeruimd achter informeert/raadpleegt de leidinggevende over problemen en bijzonderheden kent de grenzen van zijn eigen kennen en kunnen, geeft tijdig aan wanneer een specialist ingeschakeld moet worden Extra voor niveau 3: toont inzicht en inventiviteit door oplossingen te bedenken voor niet standaard problemen en onvoorziene omstandigheden, improviseert als het werk op een andere manier uitgevoerd moet worden brengt voorstellen in voor aanpassing van de onderhoudsplanningen n.a.v. bouwtechnische of installatietechnische gebreken en problemen houdt overzicht op werk dat is uitbesteed, onderneemt gepaste actie indien afspraken niet worden nagekomen of het werk niet voldoet aan de gestelde eisen leest en interpreteert Nederlands en anderstalige (bijv. Duits en/of Engels) technische voorschriften en/of documentatie op de juiste wijze signaleert problemen in de voortgang, bepaalt prioriteiten en zoekt oplossingen om het werk toch af te krijgen, bijvoorbeeld door overwerk Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
N4, N5
S5, S7
S1, S4, S6, E16
O4
L2 P1, P2, S7, S8, E18, O4, O8
C4, C5, C6
L5, E1, E2, O6
P1, P2, S7, S8, E18, O4, O8
S6, S7, S9, E18, P5, O8, O10, P4 S6, S7, S8, O2
C4, C5, C6
O7, E10, E11, E12, E16, O6, O9
Pagina 43 van 51
regelt bij ziekte tijdig goede en betrouwbare vervanging, S8 schakelt bijv. een collega-ondernemer in Er wordt efficiënt en goed gewerkt. Resultaat * Zie de matrix van het referentiedocument ‘Talen in de kwalificatieprofielen’ (oktober 2004) 1.3. Samenwerken Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze sa(VM/ON/ SC/BOS) men te werken zodat de werkzaamheden prettig en efficiënt verlopen. Beheersingscriteria overlegt met collega’s over de aanpak van de werkzaamhegericht op het proces den, stemt daar waar nodig in overleg de eigen werkvolgorde af op het bedrijfsproces stelt zich collegiaal op, helpt een ander wanneer dit nodig is en vraagt hulp als hij er zelf niet uitkomt geeft op positieve wijze kritiek en staat zelf open voor kritiek gaat op gepaste wijze om met verschillende typen mensen in verschillende functies en situaties raadpleegt en overlegt bij twijfel of bijzonderheden de leidinggevende Niveau 3: overlegt met onderaannemers over de uitvoering van de werkzaamheden en maakt duidelijke afspraken geeft heldere instructies, uitleg en aanwijzingen aan onderaannemers over de uit te voeren werkzaamheden gaat respectvol met andermans werk om en overlegt bij eventuele problemen Er wordt efficiënt en prettig samengewerkt Resultaat 1.4. Functioneren in een professionele organisatie Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze een (VM/ON/ SC/BOS) professionele werkrelatie met de eigen organisatie te onderhouden met als doel de organisatie optimaal te laten functioneren. Beheersingscriteria past zich aan de bedrijfscultuur aan en kent zijn plaats en die gericht op het proces van anderen binnen de hiërarchie in het bedrijf en het arbeidsproces houdt zich aan de werkvoorschriften, volgt instructies van leidinggevenden op, vraagt aanvullende informatie bij onduidelijkheden ontwikkelt zichzelf door betrokkenheid en interesse in de vakgebieden te tonen, opleidingen te volgen en/of vakliteratuur te lezen toont inzet en motivatie, is op tijd aanwezig en werkt ijverig stelt zich loyaal op t.o.v. het bedrijf en collega’s toont flexibiliteit, schakelt gemakkelijk tussen verschillende werkzaamheden, ook als dit onverwachts moet gebeuren neemt actief deel aan werkoverleg, (informele) functionering- en/of beoordelingsgesprekken met betrekking tot de eigen functie Positieve ontwikkeling van de eigen competenties. Het funcResultaat tioneren van de organisatie wordt bevorderd. 1.5. Beroepscompetenties blijven ontwikkelen Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zijn (VM/ON/ SC/BOS) beroepscompetenties te blijven ontwikkelen om gedurende de loopbaan goed te blijven functioneren in zijn beroep.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
N1, N2, N3, O3, O6, O9, S3, E14, E17, C3 L5, E8, E13, P7 O7 C1, C2, C3, S2 E8, E13
N1, N2, N3, N7, O9, O6, S3, E14, E17, C3 P7, O3
N1, E10, E16, E17, P6, N6 E13, E11, E20, S3, S4 L3, L4, E3
L1, L2 E15, O9 N8, O7 E4, E18, P3, P4, P5, O10
Pagina 44 van 51
Beheersingscriteria reflecteert met volwassenen collega zelf op het beroepsmatig gericht op het proces handelen evalueert de eigen werkzaamheden reflecteert met de leidinggevende op het beroepsmatig handelen brengt met de leidinggevende in kaart wat er nog niet goed gaat bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen toont motivatie om te leren creëert mogelijkheden tot het uitvoeren van leeractiviteiten onderneemt de met de leidinggevende afgesproken activiteiten leest regelmatig vakliteratuur hanteert en combineert verschillende leeractiviteiten Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepsResultaat competenties
E1, E16 E3 E1, E16 E1, E2 L10 L3, L4, L8 L1 L6 L11 E19, E3 L6, L7, L8, L9
TABEL II, Van brondocument “Leren en burgerschap” naar kwalificatieprofiel Beroepscompetenties waarnaar verwezen wordt: 1.1. Eigen werk voorbereiden 1.2 Kwaliteit en voortgang bewaken 1.3. Samenwerken 1.4. Functioneren in een professionele organisatie 1.5. Beroepscompetenties blijven ontwikkelen
Geformuleerd in competentie
Leren Competentie
De leerling is in staat om op adequate wijze leeractiviteiten uit te voeren.
Succescriteria 1 Proces 2 3 4 5
Is gemotiveerd. heeft vertrouwen in eigen kunnen. creëert mogelijkheden tot leren. kiest leeractiviteiten. weet wanneer externe sturing / zelfsturing noodzakelijk/mogelijk zijn. 6 hanteert cognitieve leeractiviteiten. 7 hanteert affectieve leeractiviteiten. 8 hanteert regulatieve leeractiviteiten. 9 combineert cognitieve leeractiviteiten met affectieve en regulatieve leeractiviteiten 10 doorloopt de volledige leercyclus. 11 stuurt in toenemende mate het leerproces zelf. beschikt over een repertoire aan leeractiviteiten. Resultaat zet leeractiviteiten in passend bij de situatie in de leeromgeving en bij zichzelf. Economische burgerschapscompetentie Competentie
Kwalificatiedossier
1.4, 1.5 1.2, 1.4 1.4, 1.5 1.4, 1.5 1.2. 1.3 1.5 1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze: zijn/haar employability te ontwikkelen, als burger te participeren in beroeps- en bedrijfscontexten, te handelen als kritisch consument.
O356/JPjm/049
Pagina 45 van 51
Succescriteria 1 2
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
raadpleegt bronnen. zoekt ondersteuning indien nodig. Employability: heeft duidelijk zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden; kan loopbaankoers voor zichzelf uitzetten. heeft inzicht in de mogelijkheden en ontwikkelingen in de markt. bepaalt welke witte vlekken er zijn/welke competenties verder moeten worden ontwikkeld met het oog op de eigen loopbaan.
21
onderneemt passende activiteiten om werk te vinden. hanteert wet- en regelgeving. Werknemersrechten: maakt gebruik van rechten. hanteert wet- en regelgeving. Participatie: onderbouwt keuzen. brengt eigen mening naar voren. hanteert wet- en regelgeving.
Resultaat
22
23
Kwalificatiedossier
Employability: zelfreflectie (beschouwing van capaciteiten en motivaties die van belang zijn voor de loopbaan). werkexploratie (onderzoek van werk en mobiliteit in de loopbaan; inschatting eigen mogelijkheden in relatie tot eisen en mogelijkheden van bepaald werk. raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten. loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van leer- en werkproces. gebruikt zoekstrategieën om werk te vinden, zoekt ondersteuning indien nodig. zelfprofilering (presentatie op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaanontwikkeling). Solliciteren. netwerken en mobiliseren hulp. Werknemersrechten: arbeidscontract afsluiten en beëindigen. verwoordt de eigen situatie; kent rechten en plichten. respecteert regels en uitvoerders. behartigt eigen belangen. zoekt ondersteuning indien nodig Participatie: respecteert meningen van anderen. handelt integer. Beroepsethische keuzen: reflecteert op ethische aspecten eigen (beroeps)handelen. respecteert meningen van anderen. Kritisch consument: formuleert en beargumenteert overwegingen en criteria.
O356/JPjm/049
1.2, 1.5 1.1, 1.2, 1.5
1.4, 1.5 1.4
1.2
1.1, 1.3
1.2, 1.4 1.2, 1.4 1.2 1.3, 1.4 1.3 1.4 1.2, 1.4, 1.5 1.3, 1.4 1.2, 1.4 1.1, 1.5 1.4
Pagina 46 van 51
Beroepsethische keuzen: onderbouwt keuzen. houdt zich aan bestaande regels. hanteert wet- en regelgeving. Kritisch consument: onderbouwt keuzen. onderneemt actie bij klachten. Sociale burgerschapscompetentie
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze te functioneren op het publiek/private raakvlak: in de eigen woon- en leefomgeving om te gaan (samen te leven) met anderen (in buurt, verkeer, uitgaansleven, op school, werk) bij de organisatie van zorg (publiek -private arrangementen, instellingen) Centraal staat het vermogen bij te dragen aan een gewenste ontwikkeling vanuit het perspectief van kwaliteit, persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, en maatschappelijke waarden, normen en verantwoordelijkheden.
Competentie
Succescriteria Samenleven/omgaan: neemt eigen verantwoordelijkheid. respecteert anderen. houdt zich aan regels. Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: 4 houdt zich aan regels van voorzieningen en activiteiten. 5 plant en regelt zelf activiteiten m.b.t. gebruik van de zorginstelling of schakelt hulp in om deze activiteiten te regelen (informatie inwinnen, afspraken maken, deskundige raadplegen e.d.). 6 neemt initiatieven om vereiste procedures te doorlopen; houdt eventuele termijnen in acht. 7 coördineren, organiseren, overtuigen, besluiten, belangen afwegen, respectvol kritiek geven en ontvangen, plannen. Levensterreinen afstemmen: 8 onderzoekt alternatieven 9 is in staat ethische vragen en dilemma’s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de afstemming. Samenleven/omgaan: Resultaat levert een positieve bijdrage aan sociale klimaat in diverse levenssituaties. hanteert wet- en regelgeving. Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: maakt gebruik van voor eigen situatie passende voorzieningen en activiteiten. stelt de juiste vragen, vraagt door, luistert goed, vat gesprek samen en koppelt terug; evalueert achteraf hoe het ging en wat er van te leren valt. hanteert wet- en regelgeving. Levensterreinen afstemmen: geeft overwegingen voor keuzen. hanteert wet- en regelgeving. Culturele burgerschapscompetentie 1 2 3
Competentie Kwalificatiedossier
1.2 1.3 1.3, 1.4 1.1, 1.2, 1.4 1.1
1.2 1.1, 1.2
1.1, 1.2 1.2
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze te participeren in de O356/JPjm/049
Pagina 47 van 51
pluriforme en multiculturele samenleving op nationaal en Europees niveau. Succescriteria 1
reflecteert op eigen maatschappelijk -culturele identiteit (belangrijke kenmerken; overwegingen, normen, waarden) 2 toont respect voor andere gewoonten 3 reflecteert op interactieprocessen acceptatie van verschillen Resultaat respect voor eigenheid van culturele verbanden normen en waarden delen of beheerst van mening verschillen over de normen en waarden, dan wel de juiste uitleg ervan dan wel de adequate toepassing in het werkelijke leven. 4 receptief (lezen en luisteren) en productief (spreken en schrijven) 5 gebruik van Nederlands op adequaat niveau voor de eigen situatie 6 gebruikt twee vreemde talen in voorkomende situaties op adequate wijze kennis van belangrijke aspecten van de eigen en andere culturen kennis en inzicht in ontwikkelingen in de multiculturele samenleving (‘Nederland immigratieland’); mening geven over multiculturele vraagstukken succesvolle interactie tussen burgers met andere culturele achtergrond succesvolle interactie met burgers van andere landen houdt zich aan algemeen aanvaarde normen en waarden m.b.t. vrijheid, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid in de omgang met anderen hanteert wet- en regelgeving Politieke burgerschapscompetentie
1.3 1.3 1.3
1.2 1.2 1.2
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze effectief om te gaan met de opgaven van het politieke domein: zich een mening vormen over politiek relevante issues en daarmee actief of passief deel te nemen aan verkiezingen te participeren op formele en informele wijze in politieke besluitvorming en beleidsbeïnvloeding om te gaan met instanties en regelingen en deze te benutten.
Competentie
Succescriteria 1 2 3 4 5 6 7 Resultaat 8 9 10 11
Kwalificatiedossier
Deelnemen aan verkiezingen: raadpleegt uiteenlopende bronnen. verwoordt eigen standpunt. Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: inventariseert en respecteert meningen. verwoordt eigen standpunt. Omgaan met instanties en regelingen: verwoordt de eigen situatie/vraag/behoefte. respecteert anderen. schakelt indien nodig derden in. Deelnemen aan verkiezingen: onderbouwt keuze. hanteert wet- en regelgeving. Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: onderbouwt keuze tot participatie. brengt eigen mening in. hanteert wet- en regelgeving.
O356/JPjm/049
1.1, 1.2 1.2 1.3, 1.4 1.2, 1.4 1.2, 1.4 1.3, 1.4 1.3
Pagina 48 van 51
Omgaan met instanties en regelingen: benut regels en instanties. verkrijgt gevraagde ondersteuning. hanteert wet- en regelgeving Normatieve burgerschapscompetentie
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze zelfstandig, sociaal betrokken en verantwoordelijk te handelen op basis van maatschappelijk geaccepteerde basiswaarden.
Competentie
Succescriteria 1 2 3 4 5 6 7
stemt eigen handelen af op handelen van anderen respecteert andere meningen (binnen basis normen en waarden) accepteert andere gedrag (binnen basisnormen en waarden) hanteert breed geaccepteerde sociale omgangsvormen hanteert milieunormen gaat kritisch om met eigen normen (cultuur, subgroep) oriënteert zich op verschillende opvattingen en vormt zich daarover een mening wordt gerespecteerd voor zijn / haar mening en handelen in de Resultaat samenleving handelt sociaal betrokken 8 spreekt anderen aan op handelen ontwikkelt eigen normen met betrekking tot duurzaamheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, geweld, solidariteit, tolerantie, veiligheid, verantwoordelijkheid, zorg. handelt van uit overwegingen rond normatieve aspecten van het beroep (ethiek, fraude, milieu) hanteert wet- en regelgeving Organisatorische burgerschapscompetentie
1.3, 1.4 1.3 1.3 1.1 1.1 1.4 1.3
Geformuleerd in competentie
De burger is in staat om op adequate wijze om te gaan met publieke organisatorische context(en) en daarbij behorende problemen binnen de relevante maatschappelijke domeinen en situaties.
Competentie
Succescriteria 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Kwalificatiedossier
plant en regelt de eigen activiteiten in de context van een maatschappelijk verband. Kan het eigen handelen situeren in het grotere geheel. kan samenwerken, coördineren en organiseren toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, leidinggevend vermogen hanteert eigen gevoelens respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen doorloopt keuzeprocessen brengt eigen inzichten overtuigend in komt afspraken na deelt kennis en ervaring levert een bijdrage aan relevante maatschappelijk verband (en) lost problemen op plant en organiseert activiteiten past zich op een zakelijke manier aan veranderingen aan maakt keuzen hanteert wet- en regelgeving
O356/JPjm/049
1.1 1.2 1.3 1.2 1.1.3 1.2, 1.3 1.2, 1.3 1.2 1.2, 1.3, 1.4 1.1, 1.2, 1.4
Pagina 49 van 51
BIJLAGE VISUALISATIE KWALIFICATIESTRUCTUUR KENTEQ (zie ook website van Kenteq, www.kenteq.nl. O
H
B
B
H
O
VliegtuigVliegtuigonderhouds onderhouds technicus technicus (Part 66)
Technicus Middenkader WEI
Niveau 4
A/B/C
Werkvoorbereiden
O Niveau 3
Infratechniek
behandelings
techniek
Elektrotechnische Installaties
Onderhoud en Verbouwbedrijf
B
M
A/B/C
C
A/B/C
Vliegtuigonderhouds monteur (Part 66)
Plaat- en Kunststofbewerker Vliegtuigonderhoud
C
Fijn-
Monteur Service en Onderhoud
C
Pijpen bewerker
mechanische
Techniek Mobiele Werktuigen
Verspanen
Plaatwerken
Lassen
B
Gasturbines
C
C
Vliegtuigonderhoud
Constructie werker
B
C
B/C
B/C
B/C
B/C
B/C
B
B
B
A/B
B
B
B
Vliegtuigbouw
C
C
Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
Niveau 1
Allround Operator
B
Medewerker
beheer ICT
B/C
B
Operator
Medewerker
ICT
B
O
B
C
C Machinebouw Mechatronica
Dakdekker
Niveau 2
Netwerkbeheerder
B
B
A
Service Installatietechniek
Dakdekker Allround
Service Elektrotechniek
ICT Beheerder
Applicatie
M
Installatietechniek
Koude- en Lucht-
Elektrotechnische Industriële Producten en Systemen
ontwikkelaar
B
Assistent Operator
B
B
V M B O
V M B O
Werktuigbouw Elektrotechniek Installatietechniek ICT
Kwalificatiedossier
A Beroepen- Voorbereiding velden - Ontwerpen - Werkvoorbereiden - Tekenen
B Uitvoering - Bediening - Fabriceren - Installeren - Eindcontrole - Leidinggeven
O356/JPjm/049
C Nazorg - Beheer - Onderhoud - Inspectie - Reparatie - In bedrijf stellen
Pagina 50 van 51
Het boven elkaar tonen van profielen betekent niet dat er een logische doorstroom bedoeld is!! In dit overzicht kunnen nog wijzigingen komen. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Recente informatie is te vinden op www.kenteq.nl bij producten-kwalificatiestructuur of bij competentiegericht beroepsonderwijs
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 51 van 51
DEEL 3 BRONDOCUMENTEN Om praktische redenen worden de brondocumenten als papierenversie of digitaal bestand aan het dossier toegevoegd.
Kwalificatiedossier
O356/JPjm/049
Pagina 52 van 51