9. Wat was eigenlijk de Organisation Todt (OT)? Fritz Todt In 1933 werd Fritz Todt benoemd tot ‘Generalinspektor für das deutsche Strassenwesen’. Hierdoor werd hij verantwoordelijk voor de aanleg van de ‘Reichsautobahnen’ en was hij direct ondergeschikt aan Adolf Hitler. Voor de aanleg van de autosnelwegen creëerde Todt een organisatie, die in 1938 uitgroeide tot de ‘Organisation Todt’ (OT). Op dat moment was Todt als ‘Generalbevollmächtigter für die Regelung der Bauwirtschaft’ verantwoordelijk voor het hele bouwwezen in het Derde Rijk. Het eerste grote project dat de OT uitvoerde was de bouw van de ‘Westwall’, een verdedigingslinie aan de grens met Frankrijk. Vanaf 1940 was de OT actief in de bezette gebieden, waar ze zich bezighield met herstel en wederopbouw van straten, bruggen en spoorwegen. Daarnaast werden onder leiding van de OT steunpunten en bunkers gebouwd voor de Duitse onderzeeërs. In 1943 legde de organisatie lanceerinstallaties aan voor de V1 en de V2 en bouwde zij aan de kust van de bezette gebieden in het westen de ‘Atlantikwall’. Ook werd de OT ingezet om schuilkelders aan te leggen in Duitse steden en de schade van de toenemende bombardementen te herstellen. Speciale militair georganiseerde eenheden van de OT werden als pioniers ingezet aan het front. In 1940 werd Todt benoemd tot ‘Reichsminister für Bewaffnung und Munition’. Hij kon hierdoor zijn OT verder uitbouwen tot een van de belangrijkste organisaties in naziDuitsland. Dankzij zijn vele uiteenlopende volmachten wist Todt veel vertragende bureaucratische processen te omzeilen en kon hij zijn organisatie zeer onafhankelijk laten opereren. Organisatie Op 8 februari 1942 kwam Fritz Todt om bij een vliegtuigongeluk nabij het ‘Führerhauptquartier’ in Rastenburg (Oost-Pruisen). Nog altijd zijn er vermoedens dat Adolf Hitler zelf de hand heeft gehad in zijn dood. Todt werd in al zijn belangrijke functies opgevolgd door de architect Albert Speer, die tot de kleine kring van Hitlers hofhouding behoorde. Ook de OT kwam onder zijn leiding te staan. Als ‘Reichsminister für Rüstung und Kriegsproduktion’ werd hij verantwoordelijk voor de hele oorlogseconomie. Speer hervormde de OT tot een goed georganiseerd geheel, die als schakel tussen de ‘Wehrmacht’ en de private bouwsector kwam te staan. De OT voerde de opdrachten van de Wehrmacht uit en maakte daarbij gebruik van gecontracteerde aannemersbedrijven uit Duitsland en de bezette gebieden. De organisatie werd vanuit de ‘OT-Zentrale’ (waar maar liefst 57.000 man personeel werkzaam was) in Berlijn geleid. Verder was de OT per landsdeel georganiseerd in zogenaamde zelfstandig werkende ‘OT-Einsatzgruppen’. Een ‘OT-Einsatzgruppe’ was weer onderverdeeld in ‘Oberbauleitungen’, die verantwoordelijk waren voor een bepaalde regio of een bepaald bouwproject. Een ‘Oberbauleitung’ was vervolgens verder onderverdeeld in ‘Bauleitungen’, die op hun beurt weer bestonden uit ‘Einsätze’ of ‘Abschnittsbauleitungen’. In 1943 waren er zes Einsatzgruppen (zie onderstaand schema):
Einsatzgruppen 1943 Naam OT-Einsatzgruppe Italien OT-Einsatzgruppe Ost OT-Einsatzgruppe Reich OT-Einsatzgruppe Südost OT-Einsatzgruppe West OT-Einsatzgruppe Wiking
Hoofdkwartier Onbekend Kiev Berlijn Belgrado Parijs Oslo
Opgericht in Augustus 1943
Begin 1941 Mei 1940
In 1944 werden er in Duitsland zelf ook nieuwe OT-Einsatzgruppen opgericht, die zich onder andere bezig gingen houden met de bouw van schuilkelders voor de burgerbevolking (zie onderstaand schema): 1944 Naam Deutschland I (‘Tannenberg’) Deutschland II Deutschland III (‘Hansa’) Deutschland IV (‘Kyffhäuser’) Deutschland V Deutschland VI Deutschland VII Deutschland VIII (‘Alpen’) Deutschland IX
Hoofdkwartier Rastenburg Berlijn Essen/Bremen Weimar Heidelberg München Praag Villach ?
Rangen Net als vrijwel alle nationaal-socialistische organisaties in het Derde Rijk was de OT militair georganiseerd. Dit kwam ondermeer tot uiting in onderstaande rangentabel, die vanaf de eenvoudige OT-Arbeiter opliep tot de Chef der OT: - Chef der OT - OT-Einsatzgruppenleiter I - OT-Einsatzgruppenleiter II - OT-Einsatzleiter - OT-Hauptbauleiter - OT-Oberbauleiter - OT-Bauleiter - OT-Hauptbauführer - OT-Oberbauführer - OT-Bauführer - OT-Haupttruppführer - OT-Obertruppführer - OT-Truppführer - OT-Obermeister - OT-Meister - OT-Vorarbeiter - OT-Stammarbeiter - OT-Arbeiter
De speciale fronteenheden kenden een andere rangverdeling: - OT-Einsatzleiter - OT-Oberstfrontführer - OT-Oberstabsfrontführer - OT-Stabsfrontführer - OT-Hauptfrontführer - OT-Oberfrontführer - OT-Frontführer - OT-Haupttruppführer - OT-Obertruppführer - OT-Truppführer - OT-Obermeister - OT-Meister - OT-Vorarbeiter - OT-Arbeiter Personeel De arbeiders van de OT waren in eerste instantie vrijwillige of dienstplichtige Duitsers. De OT-leden droegen olijfgroene uniformen met een hakenkruisband om de arm. In de Tweede Wereldoorlog wierf de OT al snel ‘vrijwilligers’ in de bezette gebieden. Vanaf 1942 werden ook dwangarbeiders en krijgsgevangenen ingezet. Een jaar later leverden ook de concentratiekampen - waar mogelijk - arbeidskrachten voor de OT. Al deze arbeiders moesten zeer zware werkzaamheden verrichten, waarbij velen onmenselijk werden behandeld. Eind 1944 telde de OT ongeveer 1,4 miljoen arbeidskrachten. Slechts een heel klein gedeelte hiervan bestond uit Duitsers, meestal oudere of gehandicapte soldaten uit de Wehrmacht, die niet meer geschikt waren voor frontdienst. OT in Nederland In mei 1940 werd de ‘OT-Einsatzgruppe West’ opgericht. Bij de Duitse inval in Frankrijk, België en Nederland volgden de gemotoriseerde ‘Frontarbeiterkolonnen’ van de OT de Wehrmacht op de voet. De OT werd ingezet om verkeerswegen te herstellen en pionierswerkzaamheden te verrichten. Het hoofdkwartier van OT-Einsatzgruppe West kwam in Parijs. De organisatie van de OT in Nederland was vrij gecompliceerd. Tot eind oktober 1942 bestonden er in Nederland twee Oberbauleitungen, namelijk ‘Holland Süd’ (Rotterdam) en ‘Holland Nord’ (Haarlem). Beide afdelingen waren ondergeschikt aan de ‘Oberbauleitung Belgien’. Vanaf begin november 1942 viel de OT in Nederland rechtstreeks onder Einsatzgruppe West. De twee afdelingen werden samengevoegd tot ‘Einsatz Holland’ en het hoofdkantoor kwam in Delft. In 1943 werd de Nederlandse afdeling omgedoopt tot ‘Oberbauleitung Holland’, maar in april 1944 werd dit weer ongedaan gemaakt. Vanaf juli 1944 waren er plannen om drie nieuwe Oberbauleitungen te vormen, waarin een aantal ‘Bauämter’ van de ‘Kriegsmarine’ en de ‘Luftwaffe’ zouden worden ingevoegd. Deze plannen leidden echter alleen maar tot verwarring. Begin september 1944 werd het hoofdkantoor van Einsatz Holland, dat al eerder van Delft naar Culemborg was verplaatst, in Ommen gehuisvest. In diezelfde maand werd Einsatz Holland onder ‘OT-Einsatzgruppe Hansa’ geplaatst, omdat OT-Einsatzgruppe West inmiddels was opgeheven door de snelle opmars van de geallieerden. Einsatz Holland probeerde zich te herstructureren. Naast de Oberbauleitungen in Lochem en Zwolle kwam er nog een derde in Assen. Maar nadat Einsatzgruppe Hansa werd gesplitst, bleven de reorganisaties elkaar
opvolgen en was de chaos compleet. Begin april verhuisde het hoofdkantoor van Einsatz Holland naar Winschoten, maar slechts een paar dagen later verliet de OT Nederland definitief. De Oberbauleitungen - in het Nederlands ‘hoofdbouwleiding’ - waren vernoemd naar de hoofdbouwleiders. De afdeling in Assen heette ‘Hoofdbouwleiding dr. Winkler’, die in Lochem ‘Hoofdbouwleiding Wilde’ en die in Zwolle ‘Hoofdbouwleiding Klomp’. De hoofdbouwafdelingen waren verder onderverdeeld in bouwafdelingen, hoofdreferaten, referaten en zaakgebieden. Ook in Nederland maakte de OT veel gebruik van dwangarbeiders. In totaal werden ongeveer 60.000 burgers in meer of mindere mate gedwongen bouw- en graafwerkzaamheden voor deze organisatie te verrichten. Naast Duitse bewakers werden ook Duitsgezinde Nederlanders opgeleid tot toezichthouder. Zij droegen zwarte uniformen en een armband met daarop de tekst Organisation Todt. ARCHIEVEN Nationaal Archief Het Nationaal Archief heeft geen apart archief over de OT. Wel zijn er stukken met betrekking tot het personeel en de organisatie van de OT aanwezig in de onderstaande archieven: • toegang 2.04.57 Ministerie van Binnenlandse Zaken: Afdeling Binnenlands Bestuur, (1870)1879-1950(1957) inv.nrs. 2770-2771 Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de verplichte tewerkstelling van overheidspersoneel in Duitsland (Organisatie Todt), 1942-1946. 2770 Voorbereiding en uitvoering 2771 Uitbetaling en verhaal op salarissen • toegang 2.05.80 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Londens Archief inv.nr. 3529-3551 Dossiers van naar diverse landen uitgewekenen, waaronder ook Nederlanders in dienst bij de Waffen-SS en Organisation Todt, die zijn uitgeweken naar Griekenland en personeel van de PTT, dat is uitgeweken naar Zwitserland, 1940-1944. • toegang 2.09.08 Ministerie van Justitie, Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging, (1945-1952) Deel I. Inleiding Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging en taakopvolger(s) inv. 947 Organisation Todt, 1945-1950, met retro-acta vanaf 1943. • toegang 2.09.09 Ministerie van Justitie, Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging, (1945-1952) Deel II. Uitvoerende instanties (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging) raadpleging van stukken alleen mogelijk na indiening van een schriftelijk verzoek inclusief onderzoeksopzet bij het hoofd Onderzoek van het Nationaal Archief.
inv.nr. 79350
Lijst van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Utrecht met namen van personen, werkzaam voor de Organisation Todt op Walcheren. • toegang 2.09.16 Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Beheersdossiers, (1929)1945-1967 raadpleging van stukken alleen mogelijk na indiening van een schriftelijk verzoek inclusief onderzoeksopzet bij het hoofd Onderzoek van het Nationaal Archief. inv.nr. 13014 Organisation Todt. • toegang 2.09.53.01 Ministerie van Justitie: Directoraat-Generaal van Politie, (1937)1940-1946(1948) raadpleging van stukken betreffende personen alleen mogelijk na indiening van een schriftelijk verzoek inclusief onderzoeksopzet bij het hoofd Onderzoek van het Nationaal Archief. inv.nrs. 48-49 Stukken betreffende benoeming, bevordering, overplaatsing, salariëring en ontslag van personeel van de rijksveldwacht, 1941. N.B.: Chronologisch geordend. inv.nr. 48 Jan. - apr. inv.nr. 49 Mei - dec. • toegangsnummer 2.09.61 (individuele gevallen) Ministerie van Justitie: Commissies tot Opsporing van Oorlogsmisdadigers, (1942)19441949(1984) raadpleging van stukken alleen mogelijk na indiening van een schriftelijk verzoek inclusief onderzoeksopzet bij het hoofd Onderzoek van het Nationaal Archief. • toegang 2.16.09 Hoofdbestuur van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 1940-1954 inv.nr. 25 Stukken betreffende de briefwisseling met Nederlandse arbeiders bij de organisatie Todt in Zuid-Frankrijk, 1943. • toegang 2.21.310 F. Hollander, (1929)1945-1955(1961) inv.nr. 53 (rapport in het Duits over de organisatie van de OT in Nederland) ‘Aufbau und Organisation der O.T. in den Niederlanden’; Rapport van prof. Wiendieck, hoofd van de Organisation Todt in Nederland, afschrift, z.j. Elders in Nederland • toegang 98 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), Organisation Todt, 1941-1945 N.B.: Dit archief bevat stukken over de organisatie van de OT in Nederland, maar is incompleet. Duitsland (Bundesarchiv) • toegang R 50 I
Bestand Organisation Todt, 1916, 1929, 1938-1946, 1950 N.B.: In dit archief bevindt zich onder andere informatie over OT-Einsatzgruppe West en Hansa. • toegang R 50 II Bestand Transporteinheiten Todt/Speer, 1940-1948 N.B.: In dit archief bevindt zich informatie over ‘Abschnittsführung West’. De ‘Zentralnachweisstelle des Bundesarchivs’ bewaart onder andere de persoonsdossiers van voormalige OT-leden. LITERATUUR • Franz W. Seidler, Die Organisation Todt – Bauen für Staat und Wehrmacht 1938-1945 (Koblenz 1998). • Quellen zur Geschichte der Organisation Todt. Vier delen in drie banden. Hiervan met name deel 4: Handbook of the Organisation Todt by the Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force. Counter-Intelligence Sub-Division. Reprint of the edition March 1945. (Osnabrück 1992).