9. Sint-Paulus Secundair E. De Deynestraat en Loofblomeestraat

Beste

Op de komende Algemene Vergadering zal er gestemd worden aangaande de campusvoorrang. Campusvoorrang laat toe dat de kinderen uit de basisschool op de campus voorrang krijgen bij de inschrijvingen in de secundaire school.

Er werden tien motiveringen ingediend: 

Buitengewoon onderwijs 1. Buitengewoon Secundair Onderwijs Sint-Jozef 2. S.S.B.O.G.O. Reynaertschool 3. KOC Sint-Gregorius Gentbrugge 4. School aan de waterkant



Gewoon Onderwijs 5. Atheneum Gentbrugge 6. Koninklijk Atheneum Mariakerke 7. Middenschool IVG 8. Sint-Barbaracollege 9. Sint-Paulus Secundair E. De Deynestraat en Loofblomeestraat 10. Middelbare Steinerschool Vlaanderen

U vindt de motiveringen verder in dit document. Op de Algemene Vergadering zal u de mogelijkheid krijgen om bijkomende vragen te stellen aan de secundaire scholen. Om u voor te bereiden op de vergadering, stellen de leden van de coördinatievergadering (CV) u dit document voor. De CV-leden willen benadrukken dat een tekort aan plaatsen niet wordt opgelost door het inrichten van een voorrang, maar enkel door het uitbreiden van de capaciteit. Dit werd dan ook niet meegenomen in de discussie. Dé vraag die u zich moet stellen, is waarom wel of waarom niet kiezen voor het inrichten van een voorrang. Het antwoord op deze vraag heeft gevolgen voor de scholen en hun leerlingen. Vandaar dat we u enkele handvaten aanreiken om te komen tot een beslissing.

Waarom wel kiezen voor een campusvoorrang? 

het emotionele en menselijke aspect van de gehele situatie



er wordt een continuïteit gegarandeerd



het is een logische gevolg (als er een overgang verzekerd is tussen het kleuter- en lager onderwijs, waarom dan niet van het lager naar het secundair onderwijs?)

Document ter voorbereiding van de AV van LOP Gent Basisonderwijs – 28/05/2013

1



het bieden van een zekerheid naar de ouders toe bij de inschrijving in het basisonderwijs



doordat er reeds plaatsen ingevuld zijn, zullen er ouders de boot missen, maar dit is het gevolg van het inschrijvingsbeleid. Namelijk door chronologie. Het al dan niet inrichten van een campusvoorrang gaat aan dit gegeven niets veranderen



Specifiek voor BuO: de kinderen kunnen genieten van een voortgezette therapie door gekende therapeuten in een vertrouwde setting, wat het welzijn van het kind ten goede komt



Specifiek voor BuO: het is voor de kinderen opnieuw de dichtste school, waardoor het leerlingenvervoer gegarandeerd blijft

Waarom niet kiezen voor een campusvoorrang? 

kinderen die niet in de basisschool van de campus ingeschreven zijn, maken minder kansen tot een inschrijving in het desbetreffende secundair onderwijs want de plaatsen werden reeds ingenomen door leerlingen uit de ‘eigen’ basisschool (denk hierbij aan het te verwachte capaciteitstekort in SO op middellange termijn)



voorrang geven is een ongelijke startkans bieden, waardoor de gelijke onderwijskansen van de leerlingen in het gedrang komen



ouders die te laat op de hoogte zijn, over het algemeen kansarme ouders, hebben minder kansen tot een inschrijving



voorrang inrichten is het niet bieden van een vrije schoolkeuze



het niet toekennen van campusvoorrang zorgt er niet automatisch voor dat alle voordelen van campusvoorrang voor alle leerlingen vervallen. In de meeste gevallen zullen leerlingen toch op de campus kunnen blijven. Lagere scholen met een secundaire school op de campus, hebben reeds alle middelen in handen om hun ouders te informeren en hen tijdig toe te leiden naar inschrijving in de secundaire school. Dit voordeel zou moeten volstaan.



deze maatregel zal zorgen voor een aanzuigeffect voor de basisscholen die gelegen zijn op een campus met een secundaire school. En dat zal nog meer het geval zijn voor die secundaire scholen die zich profileren als de zgn. "betere" scholen met een uitgesproken ASO-profiel.



de sociale selectie zal dus nog vroeger gebeuren. Ouders die het systeem niet kennen zullen merken dat - wanneer hun kind naar de 1e graad SO mag - een hele reeks plaatsen bij voorrang ingenomen worden door andere kinderen. Hetgeen de sociale segregatie enkel zal versterken. Kinderen uit sociaal-economisch sterke milieus krijgen zo nog meer voorrang op kansarme leerlingen.



scholen die geen secundair onderwijs op de campus hebben, kunnen nadelige effecten ondervinden van deze maatregel, waardoor de concurrentie tussen de scholen zal toenemen en de druk op het personeel zal verhogen



waarom zouden ouders nog inschrijven in een basisschool, die geen secundaire school op haar campus heeft, als zij 7 km verder een garantie krijgen van 6 tot 18 of 21 jaar?


2

De instroom in basisscholen zonder secundair onderwijs zou op deze manier beperkt kunnen blijven tot “geweigerde leerlingen” of leerlingen die omwille van regelgeving leerlingenvervoer uit de boot vallen (leerlingenvervoer is specifiek voor BO) 

Specifiek voor BuO: voor leerlingen die al van jonge leeftijd naar school gaan én thuiskomen in een MPI op dezelfde campus, kan zijn/haar leefwereld misschien iets ruimer worden door op een andere plaats naar school te mogen gaan



Specifiek voor BuO: de regelgeving rond leerlingenvervoer zorgt voor een quasi-verplichting de dichtstbijzijnde school van het net van de keuze te kiezen (in realiteit zien we namelijk dat het ontvangen van leerlingenvervoer een criterium is bij ouders in hun schoolkeuze voor een school in het BuO). Campusvoorrang betekent derhalve een discriminatie voor mensen die nabij een BuBaOschool zonder BuSO op de campus wonen. Die hebben bij inschrijving in het BuBaO geen recht hebben op leerlingenvervoer naar een school mét BuSO op de campus en kunnen daar praktisch niet voor kiezen. Het kan niet de bedoeling zijn van het LOP (vertrekkende vanuit het decreet gelijke kansen) om ongelijkheid te vergroten.



Specifiek voor BuO: campusvoorrang houdt geen rekening met de zorgvraag van de leerling. Een aantal leerlingen die uit een BuBaO-school zonder BuSO op de campus komen, hebben vanuit hun evolutie of vanuit het pas laattijdig onderkennen van de werkelijke problematiek, evenzeer nood aan bijkomende ondersteuning als leerlingen die reeds in een campus mét BuSO zitten.



Specifiek voor BuO: leerlingen die inschrijven in een observatiejaar (dit jaar is te vergelijken met beroepsvoorbereidend leerjaar in 1B) van om het even welk BuSO hebben de facto recht op leerlingenvervoer naar betreffende school voor de rest van hun schoolcarrière. Er is geen gevaar voor het verliezen van het recht op leerlingenvervoer.



Specifiek voor BuO: kinderen die in buitengewoon basisonderwijs naar een school gingen die tegemoet kwam aan hun behoeften maar bij wie in de puberteit nood ontstaat aan ander en specifiek BuSO, raken niet meer ingeschreven in die BuSO-school omdat de leerlingen uit de basisschool op dezelfde campus voorrang krijgen

1. Motivering Buitengewoon Secundair onderwijs Sint-Jozef Beste, Hierbij de motivering voor campusvoorrang (ik diende ze nog niet in omdat wij geen capaciteitsproblemen hebben), wat niet wil zeggen dat campusvoorrang niet zou hoeven. Motivering: verderzetten van de geïntegreerde werking die reeds vanuit een gezamenlijk IHP (individueel handelingsplan) ontwikkeld wordt. Vriendelijke groet, Geert Van den Bossche Algemeen Directeur BuSO Sint-Jozef E. De Deynestraat 1 9000 Gent


3

2. Motviering S.S.B.O.G.O. Reynaertschool

Gent, 19 april 2013 Geachte, BETREFT : aanvraag campusvoorrang voor de campus Reynaertschool/MPI GO! „De Oase‟, Voskenslaan 362, 9000 Gent Hierbij willen wij campusvoorrang vragen voor de campus MPI GO! „De Oase‟ / Reynaertschool, gelegen Voskenslaan 362, 9000 Gent. De Reynaertschool biedt onderwijs binnen OV2 en OV4 (ASS); het MPI GO! „De Oase‟ biedt onderwijs van het type 1-, 2-, 3-, 4- en 8-onderwijs. Motivatie van onze vraag : De internen van de Reynaertschool (met vestigingsplaatsen ) verblijven op het internaat van het MPI GO! „De Oase‟, gelegen op Voskenslaan 362, 9000 Gent. Het is dan ook belangrijk dat kinderen die schoolverlater zijn op het MPI GO! „De Oase‟ en op het internaat verblijven, ook voorrang kunnen krijgen in de Reynaertschool zodat een continuïteit op het internaat kan verder gezet worden, dit in het belang van de kinderen zelf. Het schoolwerkplan van beide scholen zijn op elkaar ingesteld. Zo is „Impuls‟ van de Reynaertschool ( OV4 Type 4 ASS ) een vervolg op het autiproject „Impuls‟ van het MPI GO! „De Oase‟. Zo is het project „ Olijfgaard‟ gericht op een type 2-stroming een basis voor een mogelijke doorverwijzing naar OV2 van de Reynaertschool. Tevens zijn ook regels en afspraken binnen de campus op elkaar afgestemd. Een mogelijke doorstroming en voorrang is bijzonder belangrijk in het kader van een continuïteit. In beide scholen zijn er projecten die in elkaars‟ verlengde liggen. Tevens zijn afspraken, regels gelijklopend over de campus en is er een verregaande samenwerking tussen beide scholen opgezet. Er is een gezamenlijk leerlingenvervoer met beide scholen ( Reynaertschool en MPI GO! „De Oase‟ ) . Dit heeft als gevolg dat er geen extra vervoer/bussen moeten worden ingezet voor beide scholen afzonderlijk en dat dit een beperking van het kostenplaatje tot gevolg heeft. Meer bussen moeten voorzien heeft meer kosten naar leerlingenvervoer tot gevolg. Er zijn naast broers en zussen ook andere familieleden die zowel op het MPI GO! „De Oase‟, als in de Reynaertschool onderwijs volgen. Vaak maakte men de keuze voor het MPI omdat een doorstroming naar een op dezelfde campus gelegen school voor secundair onderwijs - de Reynaertschool – mogelijk was. Het zou dan ook wenselijk zijn om een campusvoorrang mogelijk te maken. Hoe moeten we verantwoorden dat er misschien geen doorstroming mogelijk zou kunnen zijn. De campusvoorrang heeft ook een sociaal-emotionele waarde. Ouders en leerlingen kennen de campus. Voor hen is de campus Reynaertschool - MPI GO! „De Oase‟ een vertrouwde omgeving, een vertrouwd domein met vertrouwde gezichten Het overdragen van informatie en nuttige gegevens verloopt vlot en gemakkelijk. De leerlingen die de overstap naar de Reynaertschool overgaan zijn reeds gekend; eveneens is hun geschiedenis al een gekend gegeven wat natuurlijk belangrijk is naar handelingsplanning en de aanpak van de kinderen.


4

Wanneer de kinderen van het MPI GO! „De Oase‟ bij de overgang naar de Reynaertschool een voorrangsregel kunnen krijgen zou dit ook de plaatsing door Comité of Jeugdrechtbank kunnen vereenvoudigen en de administratie hieromtrent gemakkelijker en vlotter maken. Het Comité of Jeugdrechtbank moet niet opnieuw op zoek naar een internaatsplaats of plaats voor een dagschool. Dit kan vanuit het MPI GO! „De Oase‟, afhankelijk van de mogelijkheden van de kinderen en de doorverwijzing van de kinderen naar het secundair onderwijs, gewoon doorgetrokken worden. Wij hopen dat met onze aanvraag en motivering kan rekening gehouden worden om de campusvoorrang voor onze beide scholen toe te staan. Met de meeste hoogachting, Ivan Leroy Directeur MPI GO! „De Oase‟ Voskenslaan 362 9000 GENT

Marijke Eeckhout Directeur S.S.B.O.G.O. Reynaertschool Voskenslaan 362 9000 GENT

3. Motivering KOC Sint-Gregorius Gentbrugge SECUNDAIR ONDERWIJS OV1 - OV2 - OV3 - OV4 - GON KONINKLIJK ORTHOPEDAGOGISCH CENTRUM SINTGREGORIUS BROEDERS VAN LIEFDE Jules Destréelaan 67 9050 Gentbrugge Tel. 09 210 01 50 • Fax 09 210 01 55 • Rek. 446-9604951-54 E-mail [email protected] • Site www.busosintgregorius.be De instelling behoort tot de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde • Stropstraat 119 – 9000 Gent Gesubsidieerd door het Ministerie van Onderwijs

Aanvraag tot inrichten campusvoorrang (BuBaO – BuSO) binnen het KOC St.-Gregorius Gentbrugge (vanaf schooljaar 2014 – 2015) 1. Doelgroep a. We stellen de vraag voor de verschillende doelgroepen die zich op de campus bevinden en nood hebben aan een verdere begeleiding binnen het Buitengewoon onderwijs op niveau van BuSO. De doelgroepen zijn: autismespectrumstoornissen, gedrags- en emotionele stoornissen, motorische beperkingen. b. Reden van de vraag is een nood aan continuering van de zorg van kinderen die zich binnen de verschillende doelgroepen bevinden en gebruik maken van het MFC. Deze kinderen hebben nood aan een ‘samen aanpak’. Voor de externe leerlingen BuBaO is er vaak eveneens nood aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. In die zin is een voorgezet aanbod op de gekende campus een reden tot aanvraag van de voorrang. Veel van deze kinderen zitten vaak op externaat bij gebrek aan een plaatsje binnen het MFC maar zouden daar graag beroep op kunnen doen. Soms valt dit aanbod samen met een opstart binnen het secundair onderwijs en wordt deze meerwaarde in de begeleiding gehypothekeerd doordat de voorrang niet kan geboden worden.


5

2. Capaciteit binnen de school en regio a. Onze school biedt een aanbod voor de verschillende hierboven benoemde doelgroepen en heeft een aanbod voor de doelgroep jongeren met een auditieve beperking. Voor de verschillende doelgroepen zijn er een beperkt aantal scholen die een aanbod hebben. De regio biedt echter voldoende mogelijkheden voor leerlingen die op externe basis school dienen te lopen met een bijzondere aanpak. b. Het knelpunt binnen de regio bevindt zich op het niveau van de nood aan ‘samen aanpak’ waarbij school en zorg zich op één campus kunnen bevinden. Door deze samenwerking kunnen we ernstig beperkte jongeren een schools aanbod op maat geven en biedt de continuering, voorspelbaarheid en duidelijkheid in de samenwerking meer kans op slagen van de schoolse loopbaan van de jongeren. Deze aanpak werd in vele gevallen ook opgestart vanaf de BuBaO schoolloopbaan.

3. Gevolgen externe aanmelders a. Ook dit schooljaar werden een aantal leerlingen geweigerd, maar dit aantal was zeer beperkt. Er zijn verschillende leerlingen uit andere lagere scholen ingeschreven. b. Uit ervaring weten we dat veel ouders op verschillende paarden wedden en pas rond het einde van het schooljaar een definitieve schoolkeuze maken waardoor we al enkele jaren bijna al onze weigeringslijsten kunnen wegwerken en alle leerlingen die een vraag aan deze school stellen een plaats kunnen geven. Twee jaar geleden was dit zo met de lijst OV4, dit schooljaar met de lijst OV3 en voor volgend schooljaar (2013-2014) hebben we nog open plaatsen binnen OV3 en slechts 3 geweigerden voor OV4.

4. Schoolpopulatie a. De leerlingen binnen onze school zijn in het bezit van een attest voor een opleiding OV1, OV2, OV3, OV4 met als doelgroep T7 ASS, T7, T4, T3. b. Binnen OV4 wordt onderwijs aangeboden TSO Handel voor T7 ASS. Binnen OV3 voor alle bovengenoemde doelgroepen, voor OV2 idem en voor OV1 binnen de doelgroep T7 ASS en T7.

Saskia de Clercq

Geert Van De Vijver

Adjunct directeur BuSO

Algemeen directeur BuSO


6

4. Motivering School aan de waterkant


7

5. Atheneum Gentbrugge Aan het LOP Basisonderwijs Gent Motivering aanvraag campusvoorrang Atheneum Gentbrugge Het Atheneum Gentbrugge biedt een eerste graad A-stroom en een tweede en derde graad Algemeen secundair onderwijs. Het Atheneum ligt op eenzelfde campus met Basisschool Gentbrugge en deelt de beschikbare infrastructuur. Het Atheneum is een buurtschool die voornamelijk recruteert in de regio Gentbrugge – Ledeberg – Sint-Amandsberg. Analyse van de instroom van de voorbije jaren in het eerste jaar A toont dat er een stijgende interesse is van kinderen die school liepen in de rand van Gent of het stadcentrum. De basisschool Gentbrugge kent een stijgend leerlingenaantal. Het aantal klasgroepen per leerjaar stijgt en wordt groter. Momenteel zijn er reeds capaciteitsproblemen in de gemeente Gentbrugge op het niveau van het kleuteronderwijs. De basisschool Gentbrugge komt hieraan tegemoet en heeft extra plaatsen gecreëerd. Met het verdwijnen van AA Gent en de creatie van een nieuwe woonwijk, wordt een nog extra instroom aan leerlingen verwacht. De capaciteitsproblemen zullen op korte termijn ook voelbaar zijn in het Atheneum Gentbrugge. Zowel de Basisschool als het Atheneum hebben op dit moment hun beperkingen qua infrastructuur. Het aantal leerlingen dat we momenteel kunnen inschrijven, is beperkt op basis van de huidige beschikbare infrastructuur. We leveren de nodige inspanningen om te voldoen aan de extra vraag en creëren extra lokalen waar mogelijk, maar dit is geen evidentie. Traditioneel kiezen de ouders voor ‘campus Gentbrugge’. Leerlingen die na de lagere schoolcarrière kiezen voor ASO stromen quasi integraal door naar het Atheneum. Gezien de huidige beperking qua schoolinfrastructuur en de stijgende inschrijvingstendens, vragen we de campusvoorrang aan. We wensen hiermee tegemoet te komen aan de wensen van de ouders die de keuze maakten hun kind in te schrijven in een buurtschool die onderwijs aanbiedt van 2,5 tot 18 jaar. Met beleefde groeten Nathalie Vanden Bossche Directeur Atheneum Gentbrugge

6. Motivering Koniklijk Atheneum Mariakerke Geachte mevrouw Graag geef ik u mijn motivatie door die eenvoudig, maar ook logisch is. 1) Ouders rekenen er op dat hun kinderen bij ons van bij de geboorte tot aan hun 18 jaar op dezelfde campus kunnen blijven. Dit blijkt bovendien zeer duidelijk uit de enquête “Welbevinden” die we naar aanleiding van onze doorlichting hebben uitgevoerd. 2) Er is een uitermate nauwe samenwerking met de basisschool “De Wijze Eik”, waar de leerlingen goed worden voorbereid op het secundair onderwijs. Het zou nogal belachelijk dat we deze leerlingen moeten weren.


8

Ik hoop u met deze informatie van dienst te zijn geweest. Met achting en vriendelijke groeten Walter Blieck | Directeur Koninklijk Atheneum Mariakerke | Amand Casier de ter Bekenlaan 26 | 09 216 84 44 [email protected] | www.kamariakerke.be

KRITISCH EN DYNAMISCH

7. Motivering Middenschool IVG Geachte mevrouw Onze IVG-School heeft voor de inschrijvingen 2014-2015, net zoals voor 2012-2013, een campusvoorrang ingediend bij het LOP-Secundair. Wij vinden het als secundaire school belangrijk dat de leerlingen die naar een klas 1A wensen over te gaan voorrang krijgen. Sommige leerlingen van de basisschool zitten hier dan al 9 jaar en is de verankering op deze campus voor veel mensen dus significant. Bovendien dreigt zich een gebrek aan capaciteit de komende jaren aan te dienen. Sinds half maart werken we nu al met een wachtlijst voor de klas 1A. Tenslotte heeft onze basisschool en secundaire school een doorstromingsbeleid uitgewerkt dat mogelijks hierdoor voor bepaalde individuele leerlingen in het gedrang kan komen. Meestal zijn het trouwens de kansarme leerlingen die het langst wachten om in te schrijven, waardoor het principe van sociale mix zou kunnen verdwijnen.

Met vriendelijke groeten Kris Van Huynegem Directeur middenschool IVG-School Nederkouter 112 9000 Gent 0032477357828


9

8. Motivering Sint-Barbaracollege SINT-BARBARACOLLEGE VZW Savaanstraat 33 9000 GENT Tel. 09/235 72 50 Fax. 09/235 72 51 E-mail: [email protected] Website: http://www.sint-barbara.be 22 april 2013 Mevrouw Joke Goetmaeckers deskundige-ondersteuner LOP Gent basisonderwijs e-mail: [email protected]

Geachte mevrouw Goetmaeckers, De vzw Sint-Barbaracollege wenst aan de leden van de Algemene Vergadering van het LOP Gent Basisonderwijs een vraag voor te leggen aangaande het inrichten van een campusvoorrang, met name dat de zesdejaars leerlingen van de Basisschool van het SintBarbaracollege voorrang krijgen als ze zich willen inschrijven in het eerste jaar Secundair van het Sint-Barbaracollege. De Basisschool en de Secundaire school van het Sint-Barbaracollege liggen recht tegenover elkaar, aan weerszijden van de Savaanstraat. Ze vormen een eenheid op bestuurlijk, organisatorisch en praktisch vlak, en ze delen hetzelfde Opvoedingsproject (Vlaamse jezuïetencolleges), waardoor ouders het basis- en secundair onderwijs van het SintBarbaracollege zien als één pedagogisch geheel. Bestuurlijke eenheid: 1. Beide scholen hebben sinds 1983 één en dezelfde Inrichtende Macht, de vzw SintBarbaracollege; de Algemeen Directeur is afgevaardigd bestuurder van de vzw SintBarbaracollege en hij draagt de eindverantwoordelijkheid voor de Basisschool én de Secundaire school. 2. Er is één gemeenschappelijke Ondernemingsraad personeelsvertegenwoordigers van beide scholen zetelen.

en

CPBW

waarin

3. Beide scholen behoren tot CEBECO, de koepel van de Vlaamse jezuïetencolleges, waarvan de voorzitter de gemandateerde is van de Provinciaal-overste van de Vlaamse jezuïeten. Organisatorische eenheid: 1. Er is al tientallen jaren één oudervereniging (vzw Oudervereniging Sint-Barbaracollege) voor beide scholen; tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering worden de vertegenwoordigers van beide scholen aangeduid; de Raad van Bestuur van de Oudervereniging vergadert maandelijks onder het voorzitterschap van één en dezelfde persoon; de directeur van de Basisschool en de Algemeen directeur worden op deze vergaderingen altijd samen uitgenodigd. 2. De Schoolraad van beide scholen vergadert gemeenschappelijk onder het voorzitterschap van één en dezelfde persoon. 3. In de vzw Dienstbetoon (een vereniging die fondsen probeert te werven voor beide scholen) werken leerkrachten en ouders van beide scholen samen.


10

4. Het wekelijkse directieoverleg bestaat uit de algemeen directeur, de directeur van de Basisschool, en de adjunct-directeurs en de internaatsdirecteur van de Secundaire school. 5. Er is één economaat voor beide scholen. 6. Er is één preventieadviseur voor beide scholen. Eenheid op praktisch gebied: 1. Overleg tussen leerkrachten zesde leerjaar Basisschool en leerkrachten eerste jaar Secundair m.b.t. leerinhouden en didactische aanpak. 2. Doorstroming van informatie over leerlingen van Basisschool naar Secundair (leerlingenbegeleiding). 3. De Basisschool gebruikt de infrastructuur van de Secundaire school: gemeenschappelijke refter voor warme maaltijden; grotere groepen ouders van de Basisschool worden wegens afwezigheid van grotere zalen in de Basisschool ontvangen in ruimten van de Secundaire school. 4. Een adjunct-directeur van de Secundaire school volgt het bouwdossier op van de Basisschool. Sinds 1988 delen de Basisschool en de Secundaire school hetzelfde Opvoedingsproject (“Hedendaags Opvoedingsproject voor de Vlaamse jezuïetencolleges”). Leerkrachten van beide scholen volgen vormingssessies daaromtrent, georganiseerd door CEBECO. We menen niet dat een campusvoorrang voor de zesdejaars leerlingen van onze Basisschool negatieve gevolgen zou hebben voor zesdejaars van andere basisscholen. In de voorbije jaren heeft de Secundaire school slechts zelden de inschrijvingen in het eerste jaar moeten stopzetten wegens capaciteitsproblemen. Bovendien komt van de maximaal 175 leerlingen in het eerste jaar Secundair slechts ongeveer 40% van de eigen Basisschool; ouders van andere basisscholen hebben haast nooit problemen ondervonden om hun kind in te schrijven in het eerste jaar van de Secundaire school. Gemiddeld ongeveer 10 à 15 % van de zesdejaars van de eigen Basisschool kiest trouwens een andere secundaire school. Om al deze redenen hopen wij dat de campusvoorrang zal worden toegestaan aan de zesdejaars leerlingen van de eigen Basisschool. Dank voor de aandacht die u aan deze vraag wil besteden. Met de meeste hoogachting,

Pierre Vinck, algemeen directeur en afgevaardigd bestuurder van de vzw Sint-Barbaracollege


11

9. Motivering Sint-Paulus Secundair E. De Deynestraat en Loofblommestraat

Aanvraag campusvoorrang bij inschrijving in Sint-Paulus Secundair 22/04/2013 Het Sint-Paulusinstituut is een school voor gewoon secundair onderwijs met een eerste graad Latijn en moderne wetenschappen, en een tweede en derde graad ASO. Het Sint-Paulusinstituut Secundair Onderwijs telt vier campussen: Patijntjestraat 45 te Gent, Marathonstraat 35 te Gent, Ebergiste De Deynestraat 2 te Gent en Loofblommestraat 2 te Sint-Denijs-Westrem. In campus De Deynestraat en campus Loofblommestraat bestaat er naast de secundaire school ook een basisschool. Voor deze twee campussen vragen wij een voorrangsperiode aan voor leerlingen die van de basisschool willen overstappen naar het secundair. Momenteel zijn er geen capaciteitsproblemen in het eerste jaar van de eerste graad, maar wij willen principieel van deze voorrangsperiode gebruik maken voor het geval er in de toekomst capaciteitsproblemen zouden ontstaan. Met de huidige stijging van de leerlingenpopulatie in de basisscholen is het waarschijnlijk dat er over enkele jaren een grotere doorstroming zal zijn naar het secundair toe. Ook voorzien we een bijkomende toename van de leerlingenpopulatie in de campus Loofblommestraat door herlocatie en vernieuwbouw van de basisschool. Volgens ons kunnen er geen negatieve gevolgen zijn voor andere basisscholen of secundaire scholen.

10. Motivering Middelbare Steinerschool Vlaanderen

Beste mevrouw Goetmaeckers, (Beste Emiel in cc) Excuus voor onze laattijdigheid: De Gentse vestiging van de Middelbare Steinerschool Vlaanderen wenst voor de inschrijvingen (voor het schooljaar 14-15) ook gebruik te maken van de campusvoorrang: de basisschool (Vrije Rudolf Steinerschool Vlaanderen) 

de categorie (voor welk type wordt de campusvoorrang aangevraagd); overgang van het basisonderwijs naar het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs



het al dan niet ervaren van capaciteitsproblemen op de school en in de regio;


12

er zijn de voorbije jaren vaak wachtlijsten aangelegd voor inschrijvingen in het eerste jaar (gewoon secundair onderwijs) 

het aantonen van de gevolgen voor de basisscholen;



een verduidelijking van de schoolpopulatie.

zeer kleine gevolgen: de basisschool van onze campus heeft één zesde klas. Het aantal plaatsen in ons eerste jaar secundair is momenteel 56 en willen we in september 14 optrekken naar 72 Kunt u goede ontvangst van dit bericht melden? Hartelijk dank. Vriendelijke groeten, Arnout De Meyere Vestigingsdirecteur Middelbaar


13

9. Sint-Paulus Secundair E. De Deynestraat en Loofblomeestraat

Recommend Documents