VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van:
B. Wouda
Geraadpleegd consulent
Tel.nr. 8621 :
Datum: 11 november 2013
Team: Ruimte Beleid en Projecten Financieel:
Tekenstukken: Ja
Bijlagen:
Afschrift aan:
3
J. Zwaneveld; F. Kers; M. Bekkers
N.a.v. (evt. briefnrs.): 13.024778; 13U.17436; 13.029640 Onderwerp:
Bodemkwaliteitskaart en gebiedsgerichtbodembeleid
Datum: 11 n o ve m b e r 2013 Nummer: 13A.01083
Ja Juridisch Nee Personeel Nee Communicatie Nee ICT Nee Inkoop: Nee
Advies: 1. In te stemmen met het projectplan van de ODRU voor het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek bodem beleid voor de gemeente Woerden in samenwerking met de gemeenten Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Montfoort en Oudewater 2. In te stemmen met de dekking van de kosten uit Fcl. 6.722.01.03 vrijverval riolering
Paraaf team-manager:
Begrotingsconsequenties
NEE
B . e n W. d . d . :
Portefeuillehouder: -
Inl ei din g:
wethouder Duindam
Op 19 juni 2012 heeft uw college besloten (12A.00713) de intentie uit te spreken een bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid op te stellen en verzocht om een concreet projectvoorstel met bijbehorende financiële onderbouwing. Beide zaken liggen nu voor. Samenwerking tussen de gemeenten Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater en Woerden op het gebied van bodem heeft een aantal voordelen. Een bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid dat vastgelegd wordt in een nota bodembeheer zijn belangrijke beleidsinstrumenten om bodembeheer goedkoper en duurzamer te maken. De Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) ondersteunt en faciliteert de aangesloten gemeenten in de regio met het bodembeheer. Het projectplan is onder regie van de ODRU, door de gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Montfoort en Oudewater en Woerden opgesteld. Over de aanpak, het kostenplaatje en de planning is ambtelijk consensus. De vijf deelnemende gemeenten dragen gezamenlijk de kosten voor het opstellen van het beleid. De kostenverdeelsleutel die hiervoor is gebruikt is samengesteld uit landoppervlak en inwoneraantal per gemeente. De gemeente Woerden wordt gevraagd 26% aan de kosten bij te dragen, dit is gelijk aan € 23.235,30. In dit voorstel wordt het college van B&W gevraagd in te stemmen met het, in samenwerking met de gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Montfoort en Oudewater, opgestelde projectplan. De ODRU geeft in haar brief (kenmerk 13.029640) aan dat de andere gemeenten inmiddels dekking hebben gevonden en opdracht willen verlenen.
Bev o egd he id: Het is de bevoegdheid van het college om opdracht te geven voor het voorbereiden van nieuw (bodem)beleid. Vaststelling van het beleid vindt plaats door de Gemeenteraad van Woerden.
Beo ogd ef fe ct : In de regio Noordwest Utrecht, is vanwege het ontbreken van gebiedsgericht bodembeleid, grondverzet onnodig moeilijk, duur en niet duurzaam. Door in te stemmen met het projectplan wordt in samenwerking met omliggende gemeenten gebiedsgericht bodembeleid opgesteld.
Ar g um ent en: 1.1.gebiedsgericht bodembeleid biedt de mogelijkheid om tijd en geld te besparen bij grondverzet. De besparing kan gevonden worden in de tijd en kosten voor het uitvoeren van grond- en baggerwerkzaamheden, uitvoeren van partijkeuringen en bodemonderzoeken, afvoer en verwerking van grond en bagger. 1.2 Met gebiedsgericht bodembeleid worden toepassingsmogelijkheden van vrijkomende grond aanzienlijk verruimd. Doordat het gebied waarbinnen grondtoepassingen zonder partijkeuringen mogen plaatsvinden verruimd wordt tot de hele regio Noordwest Utrecht kan vrijkomende grond daar worden toegepast waar dit het meest geschikt en gewenst is. 1.3 Het is goedkoper om samen met andere gemeente nieuw gebiedsgericht beleid op te stellen dan dit als gemeente voor eigen rekening te nemen. Doordat tijd en financiën gebundeld worden bij het opstellen van dit beleid is sprake van efficiency voordeel. 1.4 Indien geen gebiedsgericht bodembeleid wordt opgesteld geldt het zogeheten generieke beleid. Anders dan gebiedsgericht bodem beleid kent het generieke beleid minder bodem-functieklassen en strengere eisen. Bij generiek beleid zal grond minder flexibel en minder duurzaam toegepast kunnen worden dan bij gebiedsgericht bodembeleid.
Kan tte k eni ng:
1.1.Het opstellen van nieuw beleid kost geld. Naast het feit dat het nieuwe beleid tijd en geld bespaart, kost het opstellen van dit nieuwe beleid geld. Hier staat tegenover dat door middel van samenwerking met andere gemeenten onder de regie van de ODRU kosten zoveel mogelijk bespaard worden. 1.2. De terugverdientijd van dit nieuwe beleid is afhankelijk van ontwikkelingen in de komende jaren. Partijkeuringen zijn noodzakelijk bij werken zoals het vervangen van een riolering, het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers of het voorbelasten van een terrein. Per werk zijn veelal meerdere partijkeuringen noodzakelijk. Bij meer dan acht partijkeuringen per jaar uitgevoerd door de gemeente Woerden is het nieuwe beleid binnen drie jaar terug verdiend. Besparingen op bodemonderzoek en het toepassen van grond kunnen groter zijn waardoor de terugverdientijd nog korter is. 2. Dekking van de kosten vindt plaats daar waar het beleid voor de gemeente Woerden ondermeer voor kostenbesparing zal zorgen. Dekking wordt voorgesteld uit vrijverval riolering (fcl 6.722.01.03).
Fin an ci ën: Het voorstel van de afdeling Realisatie en Beheer is om het bedrag à € 23.235,30 te dekken uit fcl. 6.722.01.03 vrijverval riolering. Ten tijde van het schrijven van dit voorstel zat nog ruim € 500.000 in deze fcl. Kosten opstellen beleid wordt in 2013 betaald.
Uit v o er ing : Nadat de betrokken gemeenten akkoord zijn, zal gestart worden met de werkzaamheden. Vaststelling van het beleid vindt naar verwachting plaats in het tweede kwartaal van 2014
Com mun ic at ie / Web s ite: Het beleid wordt voorbereid conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Algemene Wet Bestuursrecht). Het college draagt zorg voor de verplichte ter inzage legging. Publicatie van de ter inzage legging vindt plaats via de gemeentelijke pagina in de lokale media en op de gemeentelijke internetsite.
O nde rn em ing s r aad : n.v.t.
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g: 12A.00713, intentie voor opstellen bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid
Bij l ag en: 1.college spreekt zich uit voor opstellen bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid en vraagt om concreet projectplan en financiering; 12A.00713 2.brief van de ODRU; verzoek om akkoord op projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noordwest Utrecht" BKK en nota bodembeheer NWU; 13.024778 en 13.024777 3.brief aan de ODRU, vragen over projectplan; 13U.17436 4.brief ODRU, antwoord op vragen projectplan; 13.029640
Gemeente Woerden
Regislratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op:
13.029640
Omgevingsdienst regio Utrecht
12/11/2013
o
Q£
/. n
\ 2 NOV. 2013
Gemeente Woerden De heer J. Zwanenveld Postbus 45 3440 AA Woerden
Bezoekadressen: Straatweg 66a, Breukelen Laan van Vollen hove 3211, Zeist Postadres: Postbus 461, 3700 AL Zeist 1030 - 69 99 500 f 030 - 69 99 599
[email protected] www.odru.nl kvk 55523544 btwNL851750126B01 iban NL35 BNGH 0285 1555 71
n ••/ o
OERZONDEN 1 1 NOV 2013
Zeist, 11 november 2013 Uw kenmerk: Ons kenmerk: Behandeld door:
13U. 17436 BKK1307.A001/2457
Onderwerp:
Reactie op brief met wensen rond project bkk en nota
Dhr. M. Boerman
bodembeheer
Geachte heer Zwanenveld, Op 9 oktober 2013 hebben wij uw brief met betrekking tot het project Bodemkwaliteitskaart (bkk) en gebiedsspecifiek beleid (gsb) voor de regio Noord-West Utrecht. Fijn dat u aangeeft dat de gemeente Woerden de meerwaarde van dit project inziet. In uw brief zet u een aantal wensen uiteenzet om akkoord te kunnen gaan met de opdrachtverlening aan de Omgevingsdienst regio Utrecht voor het opstellen van een Bodemkwaliteitskaart (bkk) en gebiedsspecifiek beleid (gsb) voor de regio Noord-West Utrecht. In deze brief wil ik graag aan uw wensen tegemoet komen. In uw brief heeft u de volgende wensen kenbaar gemaakt: 1. Ik ontvang graag een bevestiging van u dat de deelnemende gemeenten dekking hebben gevonden voor de voorgestelde financiering. 2. Graag ontvang ik een definitief projectvoorstel dat ik als bijlage kan toevoegen aan het te nemen college besluit. 3. Omdat de bkk en gsb worden opgesteld door de ODRU wil ik graag dat Woerden vanuit de afdeling Ruimtelijk beleid en projecten en Realisatie en beheer betrokken wordt bij het opstellen en implementeren van dit beleid. Ik zal zorgen dat de namen hiervoor tijdig bekend worden gemaakt. Uitvoering leg ik graag bij u neer. 4. Graag ontvang ik na afronding van iedere fase, genoemd in hoofdstuk 3 fasering van het projectplan (versie 1), een korte management rapportage waarin voortgang van het project wordt toegelicht. Hieronder zal ik uw wensen puntsgewijs beantwoorden: 1. Inmiddels hebben alle gemeenten aangegeven financiële dekking te hebben gevonden. De twee gemeenten Stichtse Vecht en Oudewater hebben dit ook al formeel bekrachtigd door een getekend opdrachtformulier retour naar de OdrU te sturen. Hieronder een overzicht van de stand van zaken hieromtrent.
Kwaliteitsdocument, versie 8.0, 16 april 2013
formele getekende opdrachtbevestiging gemeente
ontvangen?
opmerking Brief ontvangen: in principe akkoord, financiële dekking is gevonden, college moet nog akkoord met definitief projectvoorstel. - verzoek Facturering volledig in 2013 (is mogelijk na getekend opdrachtformulier
WOE
nee
retour bij OdrU)
OUD
ja
- verzoek: facturatie deels in 2013, deels in 2104
DRV
nee
gevonden
STV
ja
Opdrachtbevestiging is ontvangen.
MON
nee
College is akkoord en opdrachtformulier wordt binnen kort verwacht.
Email van A hulshuis: wordt in college van 29 oktober behandeld. Dekking is
2.
3. 4.
Definitieve projectvoorstel is op 28 oktober j.l. aan de projectgroepleden (waaronder voor gemeente Woerden: Fija Kers en Berend Wouda) en overige belanghebbenden per email gestuurd door dhr. M. Boerman. De betrokkenheid van de gemeenten zit geborgd in het projectplan (werksessies), als meer betrokkenheid is gewenst, moet dat worden besproken in de komende projectgroep-vergadering. Voortgangsrapportages worden gemaakt door W&B (is opgenomen in de offerte). In het projectplan staat vermeld dat deze voortgangsrapportages via de ODRU naar de projectgroep worden gestuurd.
Ik ga ervan uit dat met het toezenden van bovenstaande informatie u voldoende kennis heeft om het college in te lichten. Indien zij akkoord gaan kunt u de opdracht formeel bevestigingen door het eerder toegezonden opdrachtformulier retour te zenden. Zodra wij dit formulier getekend hebben ontvangen kom ik graag aan uw wens tegemoet om het totaalbedrag voor het eind van het jaar te factureren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dhr. M. Boerman, telefoon 030 - 69 99 505 / e-mailadres
[email protected] (accountmanager OdrU).
Met vriendelijke groet,
os plaatsvervangend directeur
pagina 2/2
Gemeente Woerden
Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op:
13.024778
Omgevingsdienst regio Utrecht
21/08/2013 Bezoekadressen: Straatweg 66a, Breukelen Laan van Vollenhove 3211, Zeist
0A77Ö
Gemeente Woerden
Postadres: Postbus 4 6 1 , 3700 A L Zeist
t.a.v. B. W o u d a
2 1 AUG. 2013
Postbus 45
1 0 3 0 - 69 99 500 f 030 - 69 99 599
3440 A A W O E R D E N Bed.
mi
[email protected] www.odru.nl
Streeldat. kvk 55523544 btw N L 8 5 1 7 5 0 1 2 6 B 0 1 iban N L 3 5 B N G H 0285 1555 71
Afschr.: B.V.O.:
VERZONDEN 2 0 AUG. 20"
Zeist, 20 augustus 2013 Ons kenmerk: Behandeld door:
INT1399.004/2101 Dhr. M. Boerman/ Dhr. J . Hijzelendoorn
Onderwerp:
Verzoek om akkoord op projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht" B K K en nota bodembeheer N W U
Geachte heer Wouda, U heeft op 15 augustus 2013 van Dhr. M. Boerman per email informatie ontvangen over het projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht". In de email heeft u twee brieven ontvangen, deze zijn hierbij samengevoegd met duidelijke prijsafspraken waarvoor een handtekening vereist is. Inleiding Op dit moment kunnen grondverzet en baggerwerkzaamheden binnen de gemeente alleen plaatsvinden binnen de kaders van het generieke beleid van het Besluit bodemkwaliteit (Wbb). Met dit beleid is geen ruimte voor gebiedsspecifieke afwijkingen en gebiedseigen situaties en kan de gemeente geen eigen voorwaarden stellen aan grondverzet of baggerwerk. Om meer grip te hebben op grondverzet en om kosten te kunnen besparen op de uitvoering bij grond- en baggerwerkzaam heden hebben de gemeenten in de regio Noordwest-Utrecht in 2011/2012 het principebesluit genomen dat voor deze regio gebiedsspecifiek beleid wordt opgesteld. Uitvoeringsprogramma 2013 In het uitvoeringsprogramma 2013 van de omgevingsdienst is opgenomen dat gewerkt wordt aan het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en bijbehorend grondstromenbeleid (nota bodembeheer). Verder is gevraagd om inzichtelijk te maken hoe het grondstromenbeleid opgesteld wordt en welke kosten hier bij horen. Projectplan Omdat voor het maken van een bodemkwaliteitskaart en bijbehorend grondstromenbeleid een samenwerking nodig is tussen de gemeenten Montfoort, Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Woerden en Oudewater (regio Noordwest-Utrecht), is een projectplan opgesteld waarin wordt ingegaan op doel, resultaten, fasering, organisatie, financiën, baten en planning.
pagina 1
ISO 9001 en 14001 g e c e r t i f i c e e r d
Opbouw geraamde kosten Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de geraamde kosten en geldt als alle gemeenten akkoord gaan. Een uitgebreide onderbouwing van de kosten wordt gegeven in hoofdstuk 5 van het projectplan (zie bijlage): Gefactureerde externe kosten t.b.v. Voorbereidingsfase
Voorziene Interne uren Odru in U V P 2013(zie tabel 5.3)
Stichtse Vecht
€ 1.542,87
€ 15.980
€ 17.522,87
€ 43.245,55
€ 25.722,68
De Ronde Venen
€ 1.542,87
€ 7.990
€ 9.532,87
€36.050,15
€26.517,28
Woerden
€ 1.542,87
€ 11.985
€ 13.527,87
€36.763,17
€ 23.235,30
Montfoort
€ 1.073,30
€ 7.990
€ 9.063,30
€ 12.550,04
€ 3.486,74
Oudewater
€ 1.006,23
€ 5.993
€ 6.999,23
€ 11.391,10
€4.391,87
1)
1)
€ 56.646,14
€ 140.000,00
€ 83.353,87
Gemeenten
Totaal
€6.708,14
Totaal gefactureerd + voorzien
€49.938,00
Totale projectkosten (zie tabel 5.4)
Totale nog te financieren kosten
Alle genoemde bedragen zijn exclusief 2 1 % B T W . Deze kosten zullen eenmalig na ontvangst van de opdrachtbevestiging in rekening worden gebracht. Ons verzoek Om gehoor te kunnen geven aan de principebesluiten van 2011/2012 is het nodig dat de gemeenten in de regio Noordwest-Utrecht akkoord gaan met het projectplan. Wij verzoeken daarom om akkoord te gaan met het plan en de voor uw gemeente genoemde bedragen. De opdrachtverlening kan geschieden door ons een ondertekend opdrachtformulier retour te zenden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer M. Boerman, telefoon 030-6999 505 / e-mailadres
[email protected]. Voor inhoudelijke vragen kunt u terecht bij onze adviseur J . Hijzelendoorn, telefoon 0346-260 653 / e-mailadres i.hijzelendoorn(5)odru.nl. Hij is echter tot 2 september met verlof.
erna teur
bijlagen:
-
Projectplan Opdrachtformulier in tweevoud + retourenvelop
pagina 2/3
Opdrachtformulier Opdrachtgever Gemeente Woerden t.a.v. B.Wouda Postbus 45 3440 A A W O E R D E N
Opdrachtnemer Omgevingsdienst regio Utrecht Laan van Vollenhove 3211 Postbus 461 3700 A L Z E I S T
Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn het volgende overeengekomen: Omschrijving opdracht | Zie projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht' Kostenafspraak Gefactureerde externe kosten t.b.v. Voorbereidingsfase
Voorziene Interne uren Odru in U V P 2013(zie tabel 5.3)
Stichtse Vecht
€ 1.542,87
€ 15.980
€ 17.522,87
€ 43.245,55
€ 25.722,68
De Ronde Venen
€ 1.542,87
€ 7.990
€ 9.532,87
€36.050,15
€26.517,28
Woerden
€ 1.542,87
€ 11.985
€ 13.527,87
€36.763,17
€ 23.235,30
Montfoort
€ 1.073,30
€ 7.990
€ 9.063,30
€ 12.550,04
€ 3.486,74
Oudewater
€ 1.006,23
€ 5.993
€ 6.999,23
€ 11.391,10
€4.391,87
1>
1)
€ 56.646,14
€ 140.000,00
€ 83.353,87
Gemeenten
Totaal
€ 6.708,14
Totaal gefactureerd + voorzien
€49.938,00
Totale projectkosten (zie tabel 5.4)
Totale nog te financieren kosten
Dit opdrachtformulier is onlosmakelijk verbonden met het projectplan 'Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht" versie 1, d.d. 20 augustus 2013. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Dienstverleningsvoorwaarden Omgevingsdienst regio Utrecht toepassing. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en rechtsgeldig ondertekend, ^
0 i < 7
Woerden, d.d. ...
Zeist, d.d. %€> " § '
Gemeente Woerden
Omgevingsdienst regio Utrecht
[handtekening]
[handtekening]
Naam
Naam
Dhr. M. Merks
Functie
Functie
Manager Accountmanagement
In te vullen door de Omgevingsdienst regio Utrecht Paraaf accountmanager Paraaf projectleider Facturen
\/\
w
/V
Datum Datum
Eenmalige facturatie na akkoord gemeente.
Indien akkoord verzoeken wij u per gemeente een ondertekend exemplaar te retourneren aan: Omgevingsdienst regio Utrecht, Postbus 461, 3700 A L Zeist Het uurtarief wordt jaarlijks per 1 januari aangepast ' Bijvoorbeeld materiële kosten, analysekosten, of kosten inhuur derden
pagina 3/3
Opdrachtformulier Opdrachtgever Gemeente Woerden t.a.v. B.Wouda Postbus 45 3440 A A W O E R D E N
Opdrachtnemer Omgevingsdienst regio Utrecht Laan van Vollenhove 3211 Postbus 461 3700 A L Z E I S T
Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn het volgende overeengekomen: Omschrijving opdracht Zie projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht'. Kostenafspraak
Gemeenten
Gefactureerde externe kosten t.b.v. Voorbereidingsfase
Voorziene Interne uren Odru in U V P 2013(zie tabel 5.3)
Totaal gefactureerd + voorzien
Totale projectkosten (zie tabel 5.4)
Totale nog te financieren kosten
Stichtse Vecht
€ 1.542,87
€ 15.980
€ 17.522,87
€ 43.245,55
€ 25.722,68
De Ronde Venen
€ 1.542,87
€ 7.990
€ 9.532,87
€36.050,15
€26.517,28
Woerden
€ 1.542,87
€ 11.985
€ 13.527,87
€36.763,17
€ 23.235,30
Montfoort
€ 1.073,30
€ 7.990
€ 9.063,30
€ 12.550,04
€ 3.486,74
Oudewater
€ 1.006,23
€ 5.993
€ 6.999,23
€ 11.391,10
€4.391,87
€ 56.646,14
€ 140.000,00
€ 83.353,87
Totaal
1)
€ 6.708,14
1)
€ 49.938,00
Dit opdrachtformulier is onlosmakelijk verbonden met het projectplan 'Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht" versie 1, d.d. 20 augustus 2013. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Dienstverleningsvoorwaarden Omgevingsdienst regio Utrecht van toepassing. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en rechtsgeldig ondertekend, " O ~
2
0
Woerden, d.d. ...
Zeist, d.d. iP
'
Gemeente Woerden
Omgevingsdienst regio Utrecht
[handtekening]
[handtekening]
Naam
Naam
Dhr. M. Merks
Functie
Functie
Manager Accountmanagement
In te vullen door de Omgevingsdienst regio Utrecht Paraaf accountmanager
Datum
Paraaf projectleider
Datum
Facturen
? o
~ 8 - ? o / i
Eenmalige facturatie na akkoord gemeente.
Indien akkoord verzoeken wij u per gemeente een ondertekend exemplaar te retourneren aan: Omgevingsdienst regio Utrecht, Postbus 461, 3700 A L Zeist Het uurtarief wordt jaarlijks per 1 januari aangepast Bijvoorbeeld materiële kosten, analysekosten, of kosten inhuur derden
pagina 3/3
Omgevingsdienst regio Utrecht ISO MSI on 14001
fl»mlft»ml
Projectplan CONCEPT
Projectnaam:
Bodemkwaliteitskaart Noord-West
Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever:
en gebiedsspecifiek
beleid
regio
Utrecht
projectgroep colleges en raden van de gemeenten Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Woerden, Montfoort en Oudewater
Projectleider:
De heerJ. Hijzelendoorn (Omgevingsdienst
Kenmerk:
INT1399.004-
regio Utrecht)
2109
Projectplan: Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht Versie: 1 Datum: 15 augustus 2013
Verantwoording
Titel
Projectplan Bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid regio Noord-West Utrecht
Opdrachtgever
Gemeenten Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Woerden, Montfoort en Oudewater
Opgesteld door
Omgevingsdienst regio Utrecht
Plaats en datum
Breukelen, 15 augustus 2013
Opgesteld door
De heer J. Hijzelendoorn
Informatie
0346 - 26 06 53
2
INHOUD 1. Inleiding 2. Doel en resultaten 2.1 Doel 2.2 Resultaten 2.3 Uitgangspunten 2.4 Randvoorwaarden 3. Fasering 4. Organisatie 4.1 Organisatie 4.2 Personele invulling 4.3 Rapportages 5. Kosten 5.1 Kostenverdeelsleutel 5.2 Externe kosten 5.3 Interne kosten 5.4 Totale projectkosten 5.4 Dekking van de kosten 6. Baten 7. Planning 8. Gebiedsspecifieke keuzes 8.1 Toemaakdekgebied 8.2 Bestrijdingsmiddelengebied 8.3 Bermen 8.4 Slootdempingen/stortplaatsen 8.5 Oude stedelijke kernen 8.6 Oevergebieden 8.7 Bedrijventereinen 9. Werksessies 10. Gebruikte documenten
•
• •
•
BIJLAGEN: bijlage 1 bijlage 2 Bijlage 3
3
Toelichting fasering van het project Offerte van Witteveen & B o s (basis van dit projectplan) Uitvraag offerte
4 5 5 5 5 5 5 6 6 6 7 8 8 8 8 9 10 10 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 12
>
1. Inleiding De Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) ondersteunt en faciliteert de aangesloten gemeenten in de regio onder andere met het bodembeheer. Een belangrijk beleidsinstrument om bodembeheer goedkoper en duurzamer te maken is de bodemkwaliteitskaart en het opstellen van gebiedsspecifiek beleid dat vastgelegd wordt in een nota bodembeheer. De 5 gemeenten in de regio Noord-West Utrecht (Stichtse Vecht (STV), de Ronde Venen (DRV), Woerden (WOE), Montfoort (MON) en Oudewater (OUD)) hebben in 2011/2012 door middel van een principebesluit van het college van B&W, uitgesproken een bodemkwaliteitskaart en gebiedsspecifiek beleid te willen laten opstellen en hebben de O D R U gevraagd om een projectvoorstel met financiële onderbouwing. In dit plan zijn o.a. opgenomen: doel, uitgangspunten en randvoorwaarden van het project; afgesproken financiële verdeelsleutel; planning en fasering en organisatie van het project. Door de O D R U zijn en worden afspraken gemaakt met aan een projectgroep deelnemende vertegenwoordigers van de gemeenten. Ter voorbereiding op het project zijn door de O D R U bij een 4-tal bodemadviesbureaus offertes opgevraagd voor het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en het opstellen van gebiedsspecifiek beleid. De offertes zijn door de O D R U beoordeeld op inhoud en volledigheid. De offerte die het meeste inzicht biedt in de te verwachten werkzaamheden / kosten, is gebruikt als basis van het onderhavige projectplan. Voor diverse onderdelen zal dan ook verwezen worden naar deze offerte die bij dit plan is gevoegd (bijlage 2). Voor de gemeenten in de regio Zuidoost-Utrecht is in 2011 een bodemkwaliteitskaart (BKK) en een nota bodembeheer (NBB) opgesteld en inmiddels door een aantal gemeenten vastgesteld. Hier wordt voor dit project zoveel mogelijk bij aangesloten.
0 Hr«jtnW4
W«rkg«bied Dt 0-»jr»'i9«**rsfl wgo l * t * » «*ta vow eparidnj**-! «• Maddtr-Stdfttnd H«c
> •
i • Ot M
• Dt tonit . . • « • T • Meatfoort
1
• •:.»<«
v
V'
V
Gemeenten wraarvoor de Dodemkwalileitskaart en de nota bodetioeheer *ordt opgesteld
Fig. 1 Overzicht geografische ligging van gemeenten die meedoen aan het project
4
2. Doel en resultaten 2.1 Doel Het doel is te komen tot een uniforme regionale bodemkwaliteitskaart voor de 5 gemeenten in de regio Noordwest-Utrecht (NWU) en een gedragen gebiedsspecifiek grondstromenbeleid dat vastgelegd wordt in een nota bodembeheer (grondstromenbeleid).
2.2 Resultaten De uitvoering van het project verloopt in fasen. Voor elke fase zijn resultaten gedefinieerd. De fasen kunnen deels parallel lopen, afhankelijk van de nog te maken afspraken. De onderscheiden fasen en de resultaten per fase zijn weergegeven in hoofdstuk 3.
2.3 Uitgangspunten • Het project wordt uitgevoerd in opdracht van en door samenwerking met de gemeenten D R V , W O E , S T V , M O N en O U D ; • Het beheergebied waarvoor de B K K en het grondstromenbeleid wordt opgesteld betreft het gehele grondgebied van deze gemeenten; • De kaart wordt opgesteld voor: o de parameters uit het standaardstoffenpakket van de N E N 5740, aangevuld met de stoffen Arseen, Chroom en O C B ' s voor de zones waar veelvuldig bestrijdingsmiddelen gebruikt zijn (zie hoofdstuk 8); o de bovengrond (0 - 0,5 m - m v ) en de ondergrond (0,5 - 2 m - m v ) ; • Voorlopig wordt uitgegaan van de door Oranjewoud voorgestelde bodemkwaliteitszone-indeling (zie hoofdstuk 10: gebruikte documenten nr. 1); • De bestaande Bodemfunctieklassenkaarten zullen worden aangepast tot een gebiedsdekkende Bodemfunctieklassenkaart; • Voor de gebieden waar de bodemkwaliteit niet aansluit bij de (hoofd)functie van het gebied wordt gebiedsgericht beleid opgesteld en worden Lokale Maximale Waarden berekend (zie hoofdstuk 8: Gebiedsspecifieke keuzes).
2.4 Randvoorwaarden • De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen het budget dat de gemeenten hiervoor beschikbaar hebben gesteld (zie hoofdstuk 5); • De bodemkwaliteitskaart moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de bij het Besluit bodemkwaliteit behorende Regeling bodemkwaliteit en de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten (zie hoofdstuk 10: gebruikte documenten nrs.6 en 7; • Het project (opstellen bkk en nota bodembeheer) moet in 2014 worden afgerond (zie hoofdstuk 7: Planning)
3. Fasering Het project wordt gefaseerd uitgevoerd. De volgende fasen worden onderscheiden: 1. Voorbereidende fase (analyses uit bodem rapporten invoeren in bodeminformatiesysteem, schatting maken voor benodigde verdere werkzaamheden) 2. Participatiefase (vastleggen afspraken/uitgangspunten) 3. Aanbestedingsfase (uitvraag en beoordeling offertes) 4. Uitvoeringsfase (vaststellen programma van eisen, bewerken data, uitvoeren rekensessies, uitvoering aanvullend onderzoek, opstellen concept-bkk) 5. Beleidsfase (opstellen definitieve kaart en uitwerking gebiedsgericht grondstromenbeleid) 6. Vaststellingsfase (vaststellen kaart en gebiedsgericht grondstromenbeleid door gemeenten) 7. Implementatiefase
5
Fase 1 t/m 3 worden in 2013 afgerond. Fase 4 en 5 worden deels in 2013 (opstellen conceptbodemkwaliteitskaart), deels in 2014 (opstellen gebiedsspecifiek grondstromenbeleid) afgerond. Fasen 6 en 7 zullen in 2014 worden afgerond. Sommige fasen worden parallel aan elkaar uitgevoerd.
4. Organisatie 4.1 Organisatie Bij de uitvoering van het project zijn de volgende partijen betrokken: 1.
Gemeenten S T V , D R V , W O E , M O N en O U D :
Bevoegd gezag Besluit bodemkwaliteit opdrachtgever voor opstellen BKK gebiedsspecifiek grondstromenbeleid.
2.
ODRU:
De O D R U is verantwoordelijk voor de coördinatie van de werkzaamheden binnen het project namens de 5 gemeenten en de communicatie over de voortgang en de resultaten van het project. De O D R U treedt op als opdrachtgever richting externe adviesbureaus.
3.
Extern adviesbureau:
Het maken van de bodemkwaliteitskaart en het opstellen van gebiedsspecifiek grondstromenbeleid ligt bij het externe adviesbureau. Ook verzorgt dit bureau enkele werksessies.
4. Overige lokale bodembeheerders:
en en
o.a. DLG, waterschappen en provincie, t.b.v. eventuele medefinanciering. Hebben verder geen inhoudelijke inbreng.
4.2 Personele invulling Binnen de gemeente en de Omgevingsdienst regio Utrecht zijn de hieronder beschreven personen bij het project betrokken. College en Raad:
College of Raad gaat, in lijn met het principeakkoord van 2011/2012, akkoord met plan en uitvoering en de bijbehorende benodigde financiën. College neemt beslissingen over essentiële beslispunten tijdens het project. Raad stelt uiteindelijk het gebiedsspecifieke beleid en de Lokale Maximale Waarden vast. Niet bij elke gemeente zal dit project worden voorgelegd. Dit zijn keuzes van de individuele vertegenwoordigers van de gemeenten in de projectgroep.
Ambtelijk opdrachtgever: De gemeentelijke vertegenwoordigers in de projectgroep zijn direct aanspreekpunt van de projectleider. Zij stellen indien nodig beslisdocumenten op voor de bestuurlijke opdrachtgever en overleggen met de bestuurlijke opdrachtgevers. Projectleider:
6
De heer J. Hijzelendoorn (ODRU). Stemt voortgang van het project af met projectgroep en informeert hen en de milieubeleidsmedewerkers over voortgang of te nemen beslissingen en de resultaten per fase. De projectleider neemt tijdens de uitvoeringsfase beslissingen over onvoorziene uitvoeringstechnische aspecten (binnen de beschikbare financiële ruimte, zie hieronder bij 'beslissers'). De projectleider is contactpersoon voor de bodemadviesbureaus. Hij stemt zijn werkzaamheden intern af met teamleider Bodem & Erfgoed (Vincent de Graaf) en accountmanager O D R U (Mark Boerman).
Projectgroep:
Tabel 4.1:
Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeenten en enkele vertegenwoordigers van de O D R U (accountmanager, teamleider Bodem & Erfgoed, en de projectleider). Periodiek wordt de stand van zaken m.b.t. het project besproken.
Projectgroep
Organisatie
Naam
Functie
Omgevingsdienst regio Utrecht
Jan Hijzelendoorn
projectleider en adviseur van team Bodem en Erfgoed
Mark Boerman
accountmanager
Vincent de Graaf
teamleider Bodem & Erfgoed
Gemeente Woerden
Berend Wouda
beleidsmedewerker
Gemeente Oudewater
Floris Herrman
Gemeente Montfoort
Hans Teeuwen
Gemeente Stichtse Vecht
J a n Knopper
projectleider afdeling bestek en beheer
Gemeente De Ronde Venen
Arnout Hulshuis
projectleider
Friso Klaassen
beleidsmedewerker Milieu en Duurzaamheid
sectorhoofd Ruimtelijke ontwikkeling, Economische zaken en Volkshuisvesting Manager afdeling Ruimtelijke Ordening en Beheer en manager afdeling Maatschappelijk Beleid
4.3 Rapportages Voortgangsrapportage: Bedoeld om de voortgang tijdens het project inzichtelijke te maken. Deze wordt opgesteld door het externe adviesbureau en via de O D R U naar de projectgroep gestuurd. Verslag werksessies:
Na elke werksessie wordt een verslag opgesteld door het externe adviesbureau. Via de O D R U wordt deze naar de projectgroep gestuurd.
(concept)rapportages:
Na afronding van fase 4 wordt een concept-rapportage bodemkwaliteitskaart opgesteld met bijbehorende kaarten (Ontgravings- en Toepassingskaart). Na afronding van fase 5 wordt een concept-nota bodembeheer opgesteld, waarin het gebiedsspecifieke grondstromenbeleid is beschreven en de gemaakte gebiedsspecifieke keuzes zijn uitgewerkt. Na verwerking van opmerkingen op het concept worden de eindrapportages opgesteld. Rapportages en kaarten worden digitaal (in pdf) door het externe adviesbureau aan de O D R U aangeleverd. Rapportages en kaarten worden eveneens op cd-rom aangeleverd. De kaarten worden uiteindelijk ook als shapefiles geleverd om in te kunnen lezen in het Bodem Informatie Systeem van de O D R U .
7
5. Kosten 5.1 Kosten verdeelsleutel In de vergadering van 8 juli 2013 van de projectgroep is afgesproken om te komen tot een gedragen kostenverdeelsleutel
op basis
van het inwoneraantal
en het landoppervlak
per gemeente. D e
afgesproken kostenverdeelsleutel is hieronder weergegeven. Tevens wordt aangegeven hoe d e z e is opgebouwd. Tabel 5.1:
Kostenverdeelsleutel
%
Landopp. in km2
%
Gemiddelde (inwoners en landoppervlak.)''
Stichtse Vecht
63.518
35%
97
27%
30,9%
De Ronde Venen
42.868
24%
101
28%
25,8%
Woerden
50.361
28%
90
25%
26,3%
Montfoort
13.630
8%
38
10%
9,0%
Oudewater
9.859
5%
39
11%
8,1%
Totaal
180.236
100%
364
100%
100,0%
SLEUTEL
Aantal inwoners (per 1-12-2012)
KOSTENVERDEEL-
Gemeenten
;
Let op: deze weergegeven percentages zijn afgerond op 1 decimaal en deze afgeronde percentages worden ook in onderstaande tabellen weergegeven maar er is uitsluitend doorgereken met de daadwerkelijke absolute getallen/percentages. 5.2 Externe kosten Onder externe kosten verstaan wij de kosten voor het externe bureau die de bodemkwaliteitskaart en het gebiedsspecifieke grondstromenbeleid opstelt. Tabel 5.2: Overzicht van nog te maken externe
kosten
Onderdeel
Bedragen excl. BTW (voor 5 gemeenten)
Opstellen B K K
€ 52.000
Opstellen gebiedsspecifiek grondstromenbeleid (nota bodembeheer)
€ 24.000
Communicatie en projectmanagement
€
TOTAAL
€82.000 '""
6.000
bedrag is gebaseerd op offerte van Witteveen & Bos (opstellen bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer) en raming van de ODRU voor extra invoer bodemgegevens, uitvoeren aanvullend onderzoek en aanpassing bestaande kaarten (stelposten in de offerte). Odru let er scherp op dat het externe budget niet overschreden wordt. Indien er gedurende het project onvoorziene zaken zich voordoen die van invloed zijn op dit projectplan (inhoudelijk en of financieel), dan zal dat uiteraard met de betrokken gemeenten worden afgestemd. dit bedrag is excl. € 6.700:aan reeds gemaakte externe kosten (deelfacturen al gestuurd naar gemeenten) 1
5.3 Interne kosten Onder interne kosten verstaan wij d e apparaatskosten van de O D R U . uitvoeringsprogramma's van 2013 ( U V P 2013).
8
D e z e kosten zijn opgenomen in d e
Tabel 5.3: Overzicht van voor het project beschikbaar
gestelde uren in het UVP 2013
aantal beschikbaar gestelde uren (UVP 2013)
Gemeenten
bedragen, excl. BTW
De Ronde Venen
100
€
7.990
Stichtse Vecht
200
€
15.980
Woerden
150
€
11.985
€
7.990
75
€
5.993
625
€
49.938
Montfoort
100
Oudewater
Totaal
1>
inmiddels zijn hier met de ODRU afspraken over gemaakt. De interne kosten kunnen worden opgevangen de uren in het Uitvoeringsprogramma (UVP)
met
5.4 Totale projectkosten Tijdens het projectgroepoverleg van 8 juli 2013 is afgesproken dat de kostenverdeelsleutel ook nog met terugwerkende kracht toegepast gaat worden op de ODRU-uren en de reeds gemaakte externe kosten t.b.v. de voorbereidingsfase (€ 6.700) zodat het totale project conform de overeengekomen verdeelsleutel wordt afgerekend. Dat resulteert in de volgende totale bijdragen in de projectkosten per gemeente. De verrekening zal later plaatsvinden. Tabel 5.4: Overzicht totale projectkosten
per
gemeente
Gemiddelde (inwoners en landoppervlak)
Verdeling kosten volgens de kostenverdeelsleutel
Gemeenten
Aantal inwoners (per 1-12-2012)
%
Landoppervlak % in km
Stichtse Vecht
63.518
35%
97
27%
30,9%
€
43.245,55
De Ronde Venen
42.868
24%
101
28%
25,8%
€
36.050,15
Woerden
50.361
28%
90
25%
26,3%
€
36.763,17 12.550,04
2
Montfoort
13.630
8%
38
10%
9,0%
€
Oudewater
9.859
5%
39
11%
8,1%
€
11.391,10
Totaal
180.236
100%
364
100%
100,0%
€
140.000,00
Opbouw projectkosten: € 6.700: reeds gemaakte externe kosten t.b.v. Voorbereidingsfase (factuur reeds verzonden) € 82.000: (geschatte) nog te maken externe kosten (zie tabel 5.2 en 5.3 voor onderverdeling) € 50.000: Interne kosten OdrU in 2013 (totaal 625 uur in U V P ' s a € 79,90) zie tabel 5.4 € 1.300: Onvoorzien + afronding tot rond bedrag van € 140.000,-
€ 140.000, excl. B T W T o t a a l 1
1)
' In het overzicht zijn de posten weergegeven voor het totaal aan externe kosten en de kosten Odru 2013. Aangezien het project eind 2013 nog niet afgerond zal zijn en in 2014 doorloopt, zal de Odru voor 2014 nog werkzaamheden moeten uitvoeren om het project goed af te kunnen ronden. Voor 2014 schat de OdrU 200 begeleidingsuren nodig te hebben. Odru stelt voor om dit volgens overeengekomen verdeelsleutel te verdelen over de deelnemende gemeente en het binnen de (concept) UVP's 2014 op te nemen (aangezien het binnen het contract voor 2014 wordt opgenomen betaalt de gemeente daar dan niet extra voor). Met het goedkeuren van het projectplan geeft de gemeente akkoord op bovenstaand voorstel.
9
Tabel 5.5: Overzicht nog te financieren
kosten per gemeente
na verrekening
van het totale project via
verdeelsleutel
Gemeenten
Gefactureerde externe kosten t.b.v. Voorbereidingsfase
Voorziene Interne uren Odru in U V P 2013(zie tabel 5.3)
Totaal gefactureerd + voorzien
Totale projectkosten (zie tabel 5.4)
Totale nog te financieren kosten
Stichtse Vecht
€ 1.542,87
€ 15.980
€ 17.522,87
€ 43.245,55
€ 25.722,68
De Ronde Venen
€ 1.542,87
€ 7.990
€ 9.532,87
€36.050,15
€26.517,28
Woerden
€ 1.542,87
€ 11.985
€ 13.527,87
€36.763,17
€ 23.235,30
Montfoort
€ 1.073,30
€ 7.990
€ 9.063,30
€ 12.550,04
€ 3.486,74
Oudewater
€ 1.006,23
€ 5.993
€ 6.999,23
€11.391,10
€4.391,87
Totaal
€6.708,14
€ 56.646,14
€ 140.000,00
€ 83.353,87
1)
1>
€49.938,00
In bovenstaand schema is inzichtelijk gemaakt welke kosten er al rekening zijn gebracht (€ 6708,14) en welke al via U V P 2013 zijn voorzien (€49.938). Uitgaande dat het totale project a € 140.000 via de afgesproken verdeelsleutel wordt afgerekend is hierboven te zien wat er nog per gemeente gefinancierd moet worden. Hierbij is aangenomen
dat beide budgetten in een eerder stadium binnen de gemeente
reeds gedekt zijn.
5.4 Dekking van de kosten De vijf deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor dekking van de kosten. Indien een gemeente zich terugtrekt uit het project, dan heeft dat (financiële) consequenties voor de overige gemeenten. Met het akkoord gaan met dit projectplan (opdrachtformulier wordt bijgeleverd), geeft de desbetreffende gemeente akkoord voor (verdere) uitvoering van deze opdracht. De O D R U onderzoekt of derden (zoals D L G , Provincie, waterschappen, etc) kunnen bijdragen in de kosten.
6. Baten Financiële baten Door het opstellen van gebiedsspecifiek beleid kan de gemeente jaarlijks duizenden euro's besparen. De besparingen betreffen niet alleen geld, maar ook tijd. Samengevat zijn de besparingen: • op de kosten voor het uitvoeren van grond- en baggerwerkzaamheden; •
op het uitvoeren van partijkeuringen en bodemonderzoeken;
•
op de afvoer en verwerking van grond en bagger;
•
Afhankelijk van de dynamiek binnen de gemeente is de terugverdientijd van dit project circa 3-5 jaar.
Uitvoeringsbaten Bovendien worden door het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid de toepassingsmogelijkheden van grond aanzienlijk verruimd door het beheergebied waarbinnen grondtoepassingen zonder partijkeuringen plaats mogen vinden wordt verruimd tot de hele regio Noord-West Utrecht. Wanneer bevoegd gezagen van andere regio's bereid zijn om de kaart van de regio N W U te accepteren kan het toepassingsgebied nog groter worden. ' Duurzaamheidsbaten Met gebiedsspecifiek beleid wordt hergebruik van grond binnen de regio vergemakkelijkt en kan worden bespaard op toepassing van primaire grondstoffen en vindt minder transport plaats (minder verkeersbelasting en minder C0 -uitstoot.. 2
10
7. Planning Voor de planning wordt verwezen naar bijlage 2 (bijlage V van de offerte van W & B (Zie hoofdstuk 10: gebruikte documenten nr. 2)). Tussen het opleveren van de offerte van W & B en de goedkeuring door betrokken gemeenten zit enige tijd. de De (door)start van het project is afhankelijk van de besluitvorming van de gemeenten. Dit zal van invloed zijn op de weergegeven planning.
8. Gebiedsspecifieke keuzes 8.1 Toemaakdekgebied Voor een aantal gebieden is bekend dat de bodemkwaliteit niet aansluit (slechter is) dan voor de (hoofd)functie van dat gebied gewenst is. Een voorbeeld daarvan is het toemaakdekgebied (hieronder afgebeeld). Dit gebied bevindt zich, binnen de regio Noord-West Utrecht, op het grondgebied van de gemeenten De Ronde Venen, Woerden en Stichtse Vecht. Voor dit gebied zullen Lokale Maximale Waarden vastgesteld worden, gebaseerd op de resultaten van uitgevoerde wetenschappelijke onderzoeken naar risiso's van de verontreinigingen in dit gebied voor het ecosysteem (lit. ..)
Fig 2 Ligging toemaakdekgebied
8.2 Bestrijdingsmiddelengebied Gebieden waar in het verleden veel bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt (met name boomgaardpercelen) zijn hierdoor verontreinigd geraakt. Door bestrijdingsmiddelen mee te nemen als parameter bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart kan berekend worden of deze "bestrijdingsmiddelengebieden" apart gezoneerd moeten worden. Zo ja, dan zal worden aangesloten op het beleid zoals deze is opgesteld voor de regio ZuidoostUtrecht. 8.3 Bermen De bodemkwaliteit van wegbermen in het buitengebied is vaak slecht. Gelet op de functie is dat geen probleem. Als er werkzaamheden plaatsvinden aan of in bermen vormt dit wel een knelpunt binnen het geldende generieke beleidskader voor grondverzet. Daarom is ook voor bermen, met name bermen in het buitengebied gebeidsspecifiek bodembeleid nodig om grondverzet uit te kunnen voeren op de wijze dat dit wenselijk is. 11
i g 3 Overzicht gebieden met bestrijdingsmiddelen in de bovengrond
F
8.4 Slootdempingen/stortplaatsen Slootdempingen (en stortplaatsen) kunnen een zeer diverse bodemkwaliteit hebben en worden daarom uitgesloten van een bodemkwaliteitskaart. Desgewenst kan ook hiervoor gebiedsspecifiek beleid worden opgesteld om grondverzet en ontwikkelingen (bouwen e.d.) te reguleren en te faciliteren. 8.5 Oude stedelijke kernen Als gevolg van menselijke activiteiten (bedrijfsmatige werkzaamheden, ophogingen e.d.) is de bodemkwaliteit binnen oude stedelijke kernen vaak minder goed dan gelet op de functie wenselijk is. Ook voor deze gebieden is het opstellen van gebiedsspecifiek beleid nodig om grondverzet en ontwikkelingen niet onnodig te frustreren. 8.6 Oevergebieden Van deze gebieden is bekend dat ze als gevolg van overstromingen van naastgelegen water, verontreinigd zijn. Door deze gebieden in eerste instantie als apart deelgebied te beschouwen bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart kan berekend worden of deze "oevergebieden" apart gezoneerd moeten worden. 8.7 Bedrijventereinen Op de Bodemfunctieklassenkaart is geen enkel gebied ingedeeld in de bodemfunctieklasse Industrie. Dat houdt in dat overal maximaal klasse Wonen-grond mag worden toegepast in de regio Noord-West Utrecht, ook op bedrijventerreinen. Er moet nog een keus gemaakt worden of dit zo blijft. Er kan ook voor gekozen worden om klasse Industrie-grond te mogen toepassen op bedrijventerreinen.
9. Werksessies Het doel is om te komen tot een eenduidige bodemkwaliteitskaart en een gedragen gebiedspecifiek grondstromenbeleid. Door het houden van werksessies met vertegenwoordigers van de betrokken gemeentelijke afdelingen, wordt bijgedragen aan deze doelstelling. Tijdens de werksessies wordt uitgelegd waarom een bepaalde keuzestap belangrijk is en wordt gestreefd naar uniformiteit. Er wordt vooralsnog rekening gehouden met in totaal 3 plenaire werksessies.
10. Gebruikte documenten
12
1.
Voorbereiding regionale bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht, rapport projectnr. 0258578, revisie 01, 12 april 2013-07-31
Oranjewoud,
2.
Plan van aanpak regionale bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid, offerte Witteveen & Bos, projectcode ZT69-1-P, 15 mei 2013-07-31
3.
Verslag projectgroepoverleg 8 juli 2013
4.
Handelingskader bodembeheer toemaakgronden, Landelijk Gebied, concept-notitie december 2010, opgesteld door projectgroep "Beleidskader toemaakdek", bestaande uit vertegenwoordigers van toenmalige Milieudiensten Noord-West Utrecht, Midden Holland, West Holland en van de provincies Utrecht en Zuid-Holland
5.
Besluit bodemkwaliteit
6.
Regeling bodemkwaliteit
7.
Richtlijn opstellen bodemkwaliteitskaarten van 3-9-2007
BIJLAGE 1
TOELICHTING FASERING VAN HET PROJECT
Fase 1 van het project (2013) Binnen de tijd die ervoor stond en met het beschikbare budget kon fase 1 niet geheel afgerond worden, daarom wordt het laatste deel van fase 1 uitgevoerd in fase 4 op het moment dat er vanuit het bestuur akkoord is op het gevraagde investeringsbedrag. Om de door de gemeenten gevraagde financiële onderbouwing te kunnen leveren zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: 1. Er is geselecteerd welke van de duizenden in het verleden uitgevoerde en in het archief van de O D R U gearchiveerde bodemonderzoeken bruikbaar zijn om de bodemkwaliteitskaart op te stellen. Daarna is een groot deel van de bruikbare bodemgegevens ingevoerd in het Bodeminformatiesysteem van de O D R U (periode februari - april 2013); 2. Door een extern adviesbureau (Oranjewoud) is de ingevoerde en de reeds eerder verzamelde informatie gecontroleerd en geanalyseerd. O p basis van deze analyse is er een voorstel gedaan voor een indeling in regionale kwaliteitszones en is aangegeven welke onderwerpen van belang zijn voor de gebiedsspecifieke keuzes die nog gemaakt moeten worden. Een van de conclusies was dat er momenteel nog niet voldoende waarnemingen zijn vooralle voorgestelde zones (periode april - juni 2013); 3. Daarna zijn er bij 4 adviesbureaus offertes aangevraagd voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart en het technisch ondersteunen van de O D R U bij het opstellen van gebiedsgericht bodembeleid en de nota bodembeheer (fase 3 van het project). O p basis van deze informatie is er door de O D R U e e n inschatting gemaakt van het totaal benodigde investeringsbedrag om fasen 4 en 5 te kunnen afronden. 4. Deze bedragen zijn gebaseerd op een gezamenlijke uitvoering en gelijklopende fasering van 5 gemeenten. 1
Fase 2 van het project (2013) Het project bevindt zich momenteel in deze fase. De uitgangspunten moeten duidelijk zijn inclusief de financiële onderbouwing. De O D R U communiceert dit met de p r o j e c t g r o e p .
Fase 3 van het project (2013) Deze fase is afgerond. In het projectgroepoverleg van 8 juli j.l. is besloten om (indien de uitvraag, zie bijlage 3, aan de bureaus onveranderd blijft ) de offerte van W & B als basis te nemen voor het plan van aanpak. Deze offerte is bijgevoegd in bijlage 2. De gemaakte en nog te maken afspraken en de uitgangspunten zullen in een plan van aanpak worden vastgelegd. 2
Fase 4 en 5 (2013/2014) In deze fasen wordt de kaart opgesteld (conform het verplichte stappenplan uit de Regeling bodemkwaliteit) en worden door de O D R U de keuzes voor het gebiedsspecifieke beleid a a n het gemeentebestuur voorgelegd. Omdat het van belang is dat het beleid gedragen wordt zullen de afdelingen die veel met grond- en baggerwerkzaamheden te maken hebben, door middel van in totaal 3 werksessies bij het project betrokken worden. Naar verwachting kan de (concept)-bodemkwaliteitskaart nog dit jaar gereed zijn. E e n en andere is uiteraard afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming over de financiën.
Fase 6 (2014) Zowel de bodemkwaliteitskaart als de nota bodembeheer zal door het college van B & W en uiteindelijk door de gemeenteraad vastgesteld moeten zijn alvorens van kracht te kunnen worden. Het besluit tot vaststelling van gebiedsgericht bodembeleid is een besluit in de zin van de A w b , waarop uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is (afd. 3.4 van de Awb). Het ontwerpbesluit moet dan ook 6 weken ter inzage moet worden gelegd en belanghebbenden hun zienswijzen kunnen indienen.
Fase 7 (2014) Na vaststelling van het beleid komt het aan op een juiste uitvoering. D e voordelen van de bodemkwaliteitskaart en het gebiedsgerichte bodembeleid moeten in de praktijk optimaal benut worden. Hoe beter dit proces verloopt hoe sneller het investeringsbedrag terugverdiend is en des te sneller er daadwerkelijke kostenbesparing optreedt. Goede communicatie, zowel intern als extern is daarbij belangrijk. Er zal gemonitoord moeten worden voor welke projecten/activiteiten de kaart en het beleid daadwerkelijk tot besparingen (in tijd en geld) hebben geleid. Dit vormt de input voor de evaluatie van kaart en beleid over 5 jaar en voor het verlengen van de kaart en het beleid over 10 jaar.
1
Rapportage "Voorbereiding regionale bodemkwaliteitskaart NWU, projectnr. 0258578, 12 april 2013" Voor het laten aanpassen van de offertes door externe bureaus staat de ODRU open als de vertegenwoordigers van de gemeenten in de projectgroep vinden dat de uitvraag moet worden aangepast. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de planning.
13
BIJLAGE 2
OFFERTE W&B
Vanwege de grote van het bestand/document van de offerte van W & B wordt deze, gelijktijding met het aanleveren van dit projectplan, als zelfstandig bestand aan de gemeenten aangeleverd.
BIJLAGE 3
UITVRAAG OFFERTE
Vanwege de grote van het bestand/document van de uitvraag voor een offerte wordt deze, gelijktijding met het aanleveren van dit projectplan, als zelfstandig bestand aan de gemeenten aangeleverd.
14
Bos Witteveen
I
Omgevingsdienst Regio Utrecht
Plan van aanpak regionale bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid
! /
\
i
s
Omgevingsdienst Regio Utrecht
Plan van aanpak regionale bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid
referentie
projectcode
status
ZT69-1-P/posm/001
ZT69-1-P
definitief
projectleider
projectdirecteur
datum
drs. J . L a c k i n
ir. W . Hendriks
15 mei 2 0 1 3 /
autorisatie
naam
paraaf
goedgekeurd
ir W Hendriks
/
Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 P o s t b u s 233 7400 A E Deventer
Het k w a l i t e i t s m a n a g e m e n t s y s t e e m v a n W i t t e v e e n + B o s i s g e c e r t i f i c e e r d o p b a s i s v a n I S O 9 0 0 1 .
t e l e f o o n 0 5 7 0 69 79 11
© Witteveen+Bos
f a x 0 5 7 0 69 73 44
N i e t s uit dit b e s t e k / d r u k w e r k m a g w o r d e n v e r v e e l v o u d i g d en/of o p e n b a a r g e m a a k t in e n i g e v o r m , hetzij e l e k t r o n i s c h , m e c h a n i s c h dan wel met digitale t e c h n i e k e n d o o r f o t o k o p i e ë n , opn a m e n , i n t e r n e t of o p e n i g e a n d e r e w i j z e z o n d e r v o o r a f g a a n d e s c h r i f t e l i j k e t o e s t e m m i n g v a n W i t t e v e e n + B o s R a a d g e v e n d e i n g e n i e u r s B , V . n o c h m a g het z o n d e r e e n d e r g e l i j k e t o e s t e m m i n g w o r d e n g e b r u i k t v o o r e n i g a n d e r w e r k d a n w a a r v o o r het is v e r v a a r d i g d .
www.witteveenbos.nl
INHOUDSOPGAVE
biz.
1. O N Z E INTERPRETATIE VAN UW UITVRAAG 1.1. Uw vraag 1.2. Het project 1.3. Samenwerking 1.4. O n s plan v a n aanpak 2.
ONZE KENMERKENDE AANPAK 2.1. Robuuste en slanke bodemkwaliteitskaart 2.2. W e r k z a a m h e d e n ten behoeve van de bodemkwaliteitskaart 2.3. G e d r a g e n Nota b o d e m b e h e e r 2.4. W e r k z a a m h e d e n ten behoeve van de nota bodembeheer
3 3 3 4 4
3.
ORGANISATORISCHE A S P E C T E N 3.1. Het projectteam 3.2. Resultaatgericht projectmanagement 3.3. Planning 3.4. Oplevering
7 7 7 8 8
4.
O F F E R T E V O O R W A A R D E N EN K O S T E N 4.1. Kwaliteit 4.2. Rechtsverhouding 4.3. Uitgangspunten 4.4. Kosten 4.5. Betalingsregeling 4.6. Geldigheidsduur aanbieding
laatste bladzijde
BIJLAGEN I Referentieprojecten II Toelichting w e r k z a a m h e d e n bodemkwaliteitskaart III Curricula vitae IV Voortgangsrapportage V Planning VI Kwaliteitsborging VII Kostenraming
9 9 9 10 10 10 10 10
aantal blz. 2 4 8 2 1 2 2
1.
O N Z E INTERPRETATIE VAN UW UITVRAAG
1.1.
Uw vraag De Omgevingsdienst regio Utrecht ondersteunt en faciliteert gemeenten in de regio onder andere met het bodembeheer. E e n belangrijk beleidsinstrument om bodembeheer goedkoper en duurzamer te m a k e n is de bodemkwaliteitskaart met de nota bodembeheer. U heeft ons g e v r a a g d een regionale bodemkwaliteitskaart op te stellen voor de gemeenten De R o n d e V e n e n , Stichtse Vecht, W o e r d e n , Montfoort en Oudewater. Daarnaast wilt u ondersteund worden bij het opstellen van het gebiedsgericht bodembeleid.
1.2.
Het project Wij stellen de regionale bodemkwaliteitskaart op conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten en ondersteunen u bij de invulling v a n aan het gebiedsgericht bodembeleid. Hierin wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke uniformiteit in de regio en aansluiting bij het bestaande beleid in Zuidoost Utrecht. Tijdens het project wordt u actief betrokken bij het m a k e n v a n verschillende k e u z e s en geïnformeerd over de voortgang. O m voor d e gemeenten inzichtelijk te m a k e n dat de bodemkwaliteitskaart en d e nota bod e m b e h e e r een substantiële besparing opleveren, gaan wij in dit project de k o s t e n b e s p a ring aantonen a a n de hand v a n enkele praktijksituaties. Hiermee laten wij de gemeenten zien dat de huidige investering zich terugverdient en m a k e n wij het nut v a n toekomstige financiering inzichtelijk. Het resultaat van dit project is een stap vooruit in d u u r z a a m bodembeheer en biedt d e opstap om grondstromencoördinatie in d e regio verder te stroomlijnen.
1.3.
Samenwerking Voor dit project heeft Witteveen+Bos de samenwerking gezocht met M a r m o s B o d e m m a n a gement. Beide bedrijven hebben ruime ervaring in het opstellen van bodemkwaliteitskaarten en zijn beide actief betrokken bij het opstellen van beleid rondom grondverzet en hergebruik. Witteveen+Bos heeft ruime ervaring met het opstellen op gebiedsspecifiek beleid rondom specifieke stoffen zoals O C B ' s , P C B ' s , H C H , a r s e e n , e.d. M a r m o s B o d e m m a n a gement is e v e n e e n s gespecialiseerd in het opstellen v a n bodemkwaliteitskaarten en het uitwerken van bodembeheer. Beide bedrijven zetten adviseurs in die onder andere voor d e Impuls Lokaal B o d e m b e h e e r (ILB) in de periode 2009-2011 in samenwerking met g e m e e n ten en regio's invulling hebben g e g e v e n aan b o d e m b e h e e r . De combinatie van jaren e r v a ring, technische kennis en op de hoogte zijn van beleidsmatige ontwikkelingen biedt een duidelijk fundament voor dit project. In bijlage I zijn projectreferenties o p g e n o m e n v a n beide bedrijven.
1.4.
Ons plan van aanpak O n z e kenmerkende aanpak wordt in hoofdstuk 2 nog nader toegelicht. De onderscheidende kernpunten van o n z e aanpak en de w e r k z a a m h e d e n worden hierin b e s c h r e v e n . Hoofdstuk 3 beschrijft organisatorische aspecten zoals projectbeheersing, planning en resultaatsdocumenten. A l s laatste beschrijft hoofdstuk 4 de offertevoorwaarden en kostenraming.
Witteveen+Bos, ZT69-1 -P/posm/001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
1
2.
ONZE KENMERKENDE AANPAK Uw uitvraag en het gesprek op 1 mei jl. met Mieke de J o n g heeft geleid tot o n z e maatwerk aanpak voor dit project. D e w e r k z a a m h e d e n leiden tot twee eindproducten die in s a m e n hang worden opgesteld: 1. robuuste en ranke bodemkwaliteitskaart; 2. gedragen Nota bodembeheer.
2.1.
Robuuste en slanke bodemkwaliteitskaart Onder een robuuste bodemkwaliteitskaart verstaan wij een bodemkwaliteitskaart van hoge kwaliteit waarbij k e u z e s goed zijn onderbouwd. Z o wordt in stap 2 v a n de richtlijn, identificatie van onderscheidende kenmerken, de basis gelegd voor de bodemkwaliteitskaart. O o k het uitvoeren van een zorgvuldige beoordeling v a n representatieve g e g e v e n s vergroot de kwaliteit. Met een slanke bodemkwaliteitskaart bedoelen w e dat het streven is om het aanvullend onderzoek tot e e n minimum te beperken. O n z e ervaring is dat het uitvoeren v a n een aanvullend bodemonderzoek ten behoeve v a n de bodemkwaliteitskaart een grote kostenpost is.
2.2.
Werkzaamheden ten behoeve van de bodemkwaliteitskaart In het project stellen wij de regionale bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht op voor het beheergebied van 5 gemeenten. Dit betreffen de gemeenten: De R o n d e V e n e n , Stichtse Vecht, W o e r d e n , Montfoort en Oudewater. De richtlijn bodemkwaliteitskaarten van 3 september 2007 is uitgangspunt voor het opstellen v a n de regionale bodemkwaliteitskaart. In bijlage II vindt u een nadere toelichting op onze aanpak. Voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart stellen wij een maatwerk aanpak voor die aansluit bij de gebiedspecifieke k e u z e s en het streven naar een uniformiteit. Kernpunten van o n z e aanpak voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart zijn: interactieve s e s s i e over de onderscheidende kenmerken ten behoeve van de regionale indeling in homogene deelgebieden; beperken van het aanvullend bodemonderzoek tot het minimum. Interactieve sessie over regionale indeling homogene gebieden Stap 2 v a n de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten schrijft voor hoe het b o d e m b e h e e r g e b i e d wordt ingedeeld op basis van onderscheidende kenmerken. D e z e betreffen onder andere bodemopbouw, ontstaansgeschiedenis, voormalig gebruik. In de bestaande bodemkwaliteitskaarten v a n de gemeenten worden verschillende indelingen gehanteerd. Het juist weergeven van d e z e contouren is bepalend voor de bodemkwaliteit van een z o n e . In ons streven naar gedegenheid en uniformiteit stellen wij voor om door middel van een w e r k s e s s i e tot één regionale indeling v a n het totale bodembeheergebied te k o m e n . Hierbij wordt stil gestaan waarom d e z e stap belangrijk is en de betekenis voor de bodemkwaliteitskaart worden toegelicht. O p basis van (historische) kaarten en regionale kennis vanuit medewerkers van de gemeenten e n de omgevingsdienst worden gezamenlijk de nieuwe contouren bepaald. Dit betekent duidelijke k e u z e s en s o m s c o n c e s s i e s m a k e n maar vergroot de uniformiteit bij de start van het project. Bijkomend voordeel van d e z e s e s s i e is dat tevens de bodemfunctiekaart kan worden geactualiseerd zonder bijkomende kosten. E e n juiste bodemfunctiekaart is tevens noodzakelijk voor het bepalen van de toepassingskaart voor generiek beleid. En is d a a r m e e m e d e b e p a lend voor waar gebiedsspecifiek noodzakelijk is.
Witteveen+Bos, ZT69-1-P posm 001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
3
Beperken van aanvullend bodemonderzoek tot het minimum E e n belangrijke kostenpost voor de bodemkwaliteitskaart is het uitvoeren van aanvullend bodemonderzoek. Dit geldt niet alleen voor de huidige bodemkwaliteitskaart maar ook bij actualisatie. De trend is om meer vrijstellingen te verlenen voor bodemonderzoek. Hierdoor komt ook in de toekomst minder o n d e r z o e k s g e g e v e n s beschikbaar. Het kan v o o r k o m e n dat niet wordt voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de richtlijn ten a a n z i e n v a n het a a n tal waarnemingen (per deelgebied of ruimtelijke spreiding). O m kostbaar aanvullend onderzoek te beperken tot het absolute minimum wordt in overleg beoordeeld of de selectie op ouderdom (2003) en type onderzoek niet ruimer kan worden g e k o z e n . Z o kan ook een aanvullend (nader) onderzoek ter plaatse v a n een historische kern met verhoogde gehaltes metalen best representatief zijn voor de bodemkwaliteit ter plaatse. Bij de start kijken naar maximale benutting v a n de beschikbare g e g e v e n s voorkomt dubbel rekenwerk of overbodig veldwerk later in het project. Daarnaast wordt bij een tekort de verschillende oplossingsrichtingen besproken. Dit zijn: 1. het verder s a m e n v o e g e n v a n verschillende z o n e s ; 2. gemotiveerd afwijken v a n de minimale eisen uit de richtlijn, bijvoorbeeld omdat een onderwerp is uitgezocht in omliggende regio's. Denk aan bestrijdingsmiddelen in Utrecht en Rivierenland; 3. grondverzet toestaan onder voorwaarden; 4. het niet zoneren (witte vlek); 5. alsnog aanvullende waarnemingen v e r z a m e l e n door middel van bodemonderzoek. 2.3.
Gedragen Nota bodembeheer K e n m e r k e n d voor een regionale bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer is dat gestuurd wordt op gemeenschappelijkheid tussen g e m e e n t e n . Uniformiteit in kaart en beleid vergroot de kwaliteit van de uitvoer. Initiatiefnemers en uitvoerders in de keten van grondverzet krijgen niet te m a k e n met onnodige detailverschillen. Juist dergelijke verschillen zorgen voor een verhoogde kans op fouten bij de uitvoer v a n grondverzet. Daarnaast vergroten een uniforme kaart en beleid de mogelijkheden v a n gemeentegrens overschrijdend grondverzet.
2.4.
Werkzaamheden ten behoeve van de nota bodembeheer In samenwerking met de omgevingsdienst zetten w e stappen om het regionale gebiedsspecifiek beleid nader in te vullen. O n z e ervaring is dat g o e d voorbereide w e r k s e s s i e s met gemeenten zorgen voor een optimaal resultaat. Dit betekent dat wij vooraf input leveren over de inhoud, opzet en agendastukken leveren voor de nota bodembeheer. Vervolgens worden de k e u z e s vastgelegd die uiteindelijk leiden tot een nota bodembeheer. O p b a s i s v a n het beoogde project hebben wij rekening gehouden met drie w e r k s e s s i e s . De tussenproducten betreffen een notitie uitgangspunten voor de Nota bodembeheer, inhoudsopgaven uitgewerkt op hoofdlijnen, concept nota bodembeheer. In het startoverleg vindt hierover definitieve afstemming plaats. Regionale Nota bodembeheer E e n regionale aanpak betekent niet dat er g e e n rekening wordt gehouden met gemeentespecifieke aspecten. Z o wordt rekening gehouden met toemaakdekken, boomgaarden en verontreinigde historische ophooglagen die niet voor alle gemeenten even relevant zijn. Het streven is wel om verschillen rondom beleidsmatige k e u z e s die alle gemeenten a a n g a a n tot een werkbaar compromis te k o m e n . E e n voorbeeld is de bijmenging v a n b o d e m v r e e m d materiaal, dit betreft een duidelijke keuze voor één percentage.
4
Witteveen+Bos, ZT69-1-P posm 001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
V o l g e n s ons betekent dit de volgende uitgangspunten voor de nota bodembeheer: heldere, eenduidige en praktische regels in de regio; vermindering lasten voor bewoners en ondernemers (administratief, bodemonderzoek, afzet van grond); goede balans tussen b e s c h e r m e n van de bodem en zijn gebruikers en het nuttig hergebruiken van grond en b a g g e r s p e c i e ; streven naar regionale uniformiteit; hergebruik is een regionale o p g a v e . G e z o c h t moet worden naar de gezamenlijke gedragen uitgangspunten door d e deelnemende gemeenten. O n z e ervaring is dat g a a n d e w e g het project verschillen kunnen ontstaan in uitwerking v a n gebiedsspecifiek beleid. Naast de inhoudelijke d i s c u s s i e is het goed om met de deelnemers hierover procesafspraken te m a k e n hoe met dergelijke verschillen om te g a a n . Dit schept duidelijkheid en vergroot de haalbaarheid v a n de planning. O n s inziens is overeenstemming over de uitgangspunten en procesafspraken over o m g a a n met verschillen onderdelen v a n de eerste w e r k s e s s i e . Doorrekenen praktijksituaties O m aan te tonen dat de bodemkwaliteitskaart effectief is en financieel voordeel oplevert voor de gemeenten worden enkele praktijksituaties doorgerekend: wat is het kostenvoordeel van de bodemkwaliteitskaart. Dit betreft als eerste het kostenvoordeel als gevolg van het minder uitvoeren van partijkeuringen. Ten tweede worden door de invulling v a n gebiedsspecifiek beleid de afzetmogelijkheden vergroot wat een kostenvoordeel oplevert door verminderde de afvoer van grond. T e v e n s kan met de praktijksituaties e e n doorkijk worden gemaakt naar de haalbaarheid van regionale grondstromencoördinatie, een vervolg uit ILB2. A a n de hand van de praktijksituaties kan een voorzichtige extrapolatie worden gemaakt van het totale voordeel gedurende de looptijd v a n de bodemkwaliteitskaart en het gebiedsspecifiek beleid. Hierdoor wordt de terugverdientijd inzichtelijk van de gemaakte investering. O o k wordt inzichtelijk welke gemeentelijke afdelingen de kosten en baten hebben van het regionale beleid en bodemkwaliteitskaart. Hierdoor heeft de omgevingsdienst een onderbouwd argument om in de toekomst middelen te vragen aan gemeenten voor eventuele a a n p a s s i n g e n of actualisatie.
Witteveen+Bos, ZT69-1 -P/posm/001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
5
3.
ORGANISATORISCHE A S P E C T E N
3.1.
Het projectteam O m de expertise en continuïteit te borgen worden de w e r k z a a m h e d e n opgepakt door een vast projectteam met veel ervaring op het gebied van bodem kwal iteitskaarten en gebiedsspecifiek beleid. J a s p e r Lackin is door Witteveen+Bos a a n g e w e z e n als projectleider en primaire contactpersoon voor uw organisatie. Daarnaast wordt gebruik gemaakt v a n Corinne Koot (Witteveen+Bos) als projectmedewerker en Marnix M o s s e l m a n s (Marmos B o d e m m a n a g e m e n t ) als bodemkwaliteitskaarten specialist. De curricula vitae van de medewerkers v a n het projectteam zijn toegevoegd als bijlage III. De verantwoordelijke projectdirecteur de heer ir. W . Hendriks heeft de bevoegdheid voor Witteveen+Bos bindende afspraken te m a k e n inzake dit project. N a m e n s uw organisatie treedt de heer J . Hijzelendoorn op als vertegenwoordiger.
3.2.
Resultaatgericht projectmanagement Resultaatgericht betekent dat w e gefocust zijn op het eindresultaat. Met oog voor planning, kwaliteit en kosten wordt gestreefd naar een zo optimaal mogelijk project resultaat. Vooral om in drukke perioden inzicht te houden over de voortgang van het project en gevoel te krijgen bij het eindresultaat. Wij onderstrepen dit belang en hebben g e k o z e n om projectmanagement sterker in te vullen. Door middel van regulier overleg en tussentijdse voortgangsrapportages wordt stilgestaan bij het project waarbij de aandacht wordt besteed aan alle G O T I K R a s p e c t e n . In totaal hebben w e gerekend op 4 overleggen, 3 w e r k s e s s i e s en 3 voortgangsrapportages. Fysieke contact momenten In het project zijn meerdere contactmomenten. Dit betreffen (voortgangs)overleggen en w e r k s e s s i e s . In de (voortgangs)overleggen wordt stil gestaan bij de operationele z a k e n v a n het project. Voortgang, k e u z e s en voorbereiding w e r k s e s s i e s komen hier aan bod. Bij dit overleg wordt stil gestaan bij de G O T I K R aspecten voor dit project. Vervolgens worden S M A R T afspraken gemaakt over vervolg w e r k z a a m h e d e n . V a n elk overleg wordt een beknopt verslag opgesteld. Daarnaast vinden verschillende w e r k s e s s i e s plaats gericht op de dialoog. Z o wordt gevraagd om specifieke kennis over het grondgebied v a n de gemeente, toegelicht wat de stand van z a k e n is met betrekking tot de bodemkwaliteitskaart en het m a k e n van k e u z e s over gebiedsspecifiek beleid. Voortgangsrapportage De voortgangsrapportage is bedoeld om voortgang tijdens het project inzichtelijk te m a k e n . Bij de voortgangsrapportage m a k e n w e gebruik van het stoplicht model om weer te g e v e n welke deelproducten g e r e e d zijn. C o n s e q u e n t i e s op planning en kosten worden inzichtelijk gemaakt zodat vooraf beoordeeld kan worden of u akkoord bent met de wijzigingen. A l s laatste worden de knelpunten g e a d r e s s e e r d , wat de maatregel is en wie actiehouder is. In bijlage IV is een voorbeeld rapportage toegevoegd. De inhoud van d e rapportage wordt in het startoverleg definitief vastgelegd.
Witteveen+Bos, ZT69-1-P/posnV001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
7
3.3.
Planning O p basis v a n o n z e w e r k z a a m h e d e n en de door u aangeleverde concept planning is d e z e geactualiseerd. D e z e planning is houdt rekening met de beoogde oplevering in 2014 en geeft weer de duur van de verschillende stappen en contactmomenten. D e planning is o p g e n o m e n in bijlage V.
3.4.
Oplevering De uitkomsten van de tussentijdse resultaten uit de verschillende stappen worden in pdf of Excel aangeleverd aan de omgevingsdienst. N a het uitvoeren van de w e r k z a a m h e d e n wordt de conceptrapportages ( B K K en nota bodembeheer inclusief ontgravings- en toepassingskaart) opgesteld. D e z e rapportages met kaarten wordt digitaal (in pdf) aangeleverd. N a verwerking v a n de opmerkingen op het concept wordt de eindrapportage opgesteld. U ontvangt d e z e eindrapportage analoog in z e s v o u d . De rapportage en het kaartmateriaal worden e v e n e e n s digitaal op cd-rom bijgevoegd. O p de cd-rom is de eindrapportage beschikbaar als pdf. De kaarten worden digitaal zowel als pdf en als s h a p e toegevoegd op de cd-rom.
8
Witteveen+Bos, ZT69-1-P/posm/001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
4.
O F F E R T E V O O R W A A R D E N EN K O S T E N
4.1.
Kwaliteit Het project wordt uitgevoerd volgens het kwaliteitssysteem van Witteveen+Bos dat gecertificeerd is conform ISO 9 0 0 1 . Witteveen+Bos voldoet a a n de veiligheidsmanagementnorm V C A * * . T e v e n s wordt het veldwerk uitgevoerd onder het B R L S I K B 2000 procescertificaat van Witteveen+Bos (zie bijlage VI). Kwaliteitsborging Het veldwerk wordt uitgevoerd door d e milieumeetdienst van Witteveen+Bos. Het veldwerk wordt uitgevoerd onder het B R L S I K B 2000 procescertificaat van Witteveen+Bos. Het toepassingsgebied van g e n o e m d e certificering betreft plaatsen van handboringen en peilbuiz e n , m a k e n van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en w a t e r p a s s e n conform VKB-protocol 2001. D e w e r k z a a m h e d e n worden uitgevoerd door bij Bodem+, in het kader v a n het Besluit bodemkwaliteit, geregistreerde medewerkers. Het procescertificaat van Witteveen+Bos en het hierbij behorende keurmerk zijn uitsluitend v a n toepassing op de activiteiten betreffende de monsterneming en de overdracht van de monsters, inclusief de daarbij behorende veldwerkregistratie, a a n een erkend laboratorium. J e g e n s Omgevingsdienst regio Utrecht is Witteveen+Bos volledig onafhankelijk, waardoor binnen d e z e opdracht sprake is v a n de vereiste functiescheiding. Het c h e m i s c h onderzoek wordt uitgevoerd door Analytico Milieu B.V. te Barneveld dat geaccrediteerd is volgens de door de R a a d voor Accreditatie gestelde criteria voor testlaboratoria conform N E N - E N - I S O / I E C 17025:2005 onder nummer L 010. Analytico is door het Ministerie v a n Infrastructuur en Milieu erkend voor het uitvoeren van analyses op grond en grondwater onder A S 3 0 0 0 .
4.2.
Rechtsverhouding Bij opdracht zijn, voor zover hiervan niet in d e z e aanbieding wordt afgeweken, de A l g e m e ne Inkoopvoorwaarden Omgevingsdienst Regio Utrecht v a n t o e p a s s i n g , met dien verstande dat de volgende wijzigingen prevaleren: artikel 5.3 en artikel 21.1, eerste bullet: Witteveen+Bos krijgt de kans toerekenbare tekortkomingen binnen een door de gemeente schriftelijk gestelde redelijke termijn te herstellen; artikel 14.1 en 14.2: de door Witteveen+Bos aan de gemeente afgegeven documenten worden eigendom van de gemeente, indien de g e m e e n t e aan zijn financiële verplichtingen jegens Witteveen+Bos heeft v o l d a a n ; artikel 2 0 : de aansprakelijkheid voor s c h a d e a l s m e d e de vrijwaring is beperkt tot directe s c h a d e en tot maximaal 3x de opdrachtsom met een maximum van E U R 1.000.000,-. De aansprakelijkheid vervalt indien er 5 jaar n a het voltooien v a n d e w e r k z a a m h e d e n ingevolge de opdracht zijn verstreken. Andere algemene voorwaarden worden in dit geval uitdrukkelijk van d e hand g e w e z e n .
Witteveen+Bos, ZT69-1 -P/posm/001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
9
4.3.
Uitgangspunten Wij voeren de w e r k z a a m h e d e n uit met inachtneming van de volgende uitgangspunten: de Omgevingsdienst is verantwoordelijk voor het aanleveren van de benodigde g e g e vens bij de start van het project. Dit betreft een export van het bodeminformatiesysteem (Excel) als kaartmateriaal (shape). Indien dit niet mogelijk is wordt in overleg g e k e k e n naar een ander bruikbaar uitleverformaat. Eventuele hieraan verbonden extra kosten worden verrekend. Daarnaast kan een ander uitleverformaat consequenties hebben voor de planning; -
4.4.
Witteveen+Bos draagt zorg voor het opvragen van informatie over de aanwezigheid van kabels en leidingen op de boor-/graaflocatie middels een graafmelding aan het K a bel en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) bij het Kadaster overeenkomstig de W e t Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netten (WION); Omgevingsdienst R e g i o Utrecht is gehouden om de aan hem bekende informatie over de aanwezigheid van kabels en leidingen zo spoedig mogelijk te verstrekken en er zorg voor te dragen dat Witteveen+Bos de g e n o e m d e graafwerkzaamheden op een zorgvuldige wijze kan verrichten overeenkomstig de W I O N en de C R O W Richtlijn 'Graafs c h a d e v o o r k o m e n aan kabels en leidingen; Richtlijn zorgvuldig graafproces'; Witteveen+Bos aanvaardt g e e n aansprakelijkheid voor s c h a d e aan kabels en leidingen in eigendom v a n Omgevingsdienst R e g i o Utrecht of derden, waarvan de aanwezigheid op de boor-/graaflocatie na verkrijging van de informatie van het Kadaster niet kon worden voorzien. D e z e aansprakelijkheidsbeperking geldt ook voor derden die door ons worden ingeschakeld voor de uitvoering van d e z e opdracht. Door opdrachtverlening vrijwaart Omgevingsdienst R e g i o Utrecht Witteveen+Bos en/of door haar ingeschakelde derden voor alle aanspraken v a n derden tot vergoeding van dergelijke s c h a de;
Kosten Wij rekenen d e w e r k z a a m h e d e n af op b a s i s van het vaste bedrag v a n E U R 3 5 . 8 2 8 , - exclusief omzetbelasting. Dit bedrag omvat zowel het honorarium als de ten behoeve v a n de opdracht gemaakte bijkomende kosten. E e n specificatie v a n d e z e kosten is o p g e n o m e n als bijlage VII. Het g e n o e m d e bedrag is vast tot 1 januari 2014 w a a r n a het honorarium voor het nog niet uitgevoerde gedeelte van de opdracht wordt aangepast conform de vanaf die datum voor heeft Witteveen+Bos geldende geïndexeerde tarieven. Bij eventuele door u opgedragen aanvullingen op de opdracht wordt het honorarium afgerekend op basis v a n bestede tijd, waarbij de door Witteveen+Bos gehanteerde functietarieven van toepassing zijn.
4.5.
Betalingsregeling De met de w e r k z a a m h e d e n gemoeide kosten worden als volgt door ons in rekening gebracht: 50 % bij opdrachtverlening; 40 % na opleveren van de conceptrapportages; 10 % bij het indienden de definitieve rapportages.
4.6.
Geldigheidsduur aanbieding 30 september 2013.
10
Witteveen+Bos, ZT69-1-P p o s m 001 definitief d.d. 15 mei 2013, Plan van aanpak
BIJLAGE I
REFERENTIEPROJECTEN
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport ZT69-1-P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Relevante projectervaring W+B
jaartal
Waterbodemkwaliteitskaart Arkermeen en
2012-
Een waterbodemkwaliteitskaart om eenvoudiger verspreiding van bag-
Eemland (waterschap Vallei & Veluwe)
2013
gerspecie mogeliik te maken.
Bodemkwaliteitskaart Hot van Twente
2011-
Een bodemkwaliteitskaart volgens het Twens gebiedspecifiek beleid
2012
waarbij een separaat asbest protocol is opgesteld. Dit om te voorko-
beschrijving
men dat grondverzet met asbesthoudende grond plaatsvindt maar het nut van bodemkwaliteitskaart, grondverzet zonder aanvullend bodemonderzoek, behouden is gebleven. Bodemkwaliteitskaart Hengelo
2010-
Een bodemkwaliteitskaart volgens het Twens gebiedspecifiek beleid
2011
waarbij aanvullend aandacht is uitgegaan naar gebiedspecifiek beleid voor HCH.
Impuls lokaal bodembeheer
2008-
2 adviseurs die in 3 regio's (noord, midden en west) actief zijn om ge-
2011
meenten te begeleiden bij de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit. Dit betrof onder ander Midden-Holland (baggerproblematiek), Rivierenland (bestrijdingsmiddelen en waterbodem).
Invulling
gebiedsspecifiekbeleid
regio
2009-
Gebiedsspecifiekbeleid door LMW's op stof niveau vast te stellen. Dit
Twente
2012
heeft als doel om de invloed van knelpunten, zoals PCB's, weg te ne-
Bodemkwaliteitskaart Stedendriehoek
2010
men en het beperken van de normopvulling voor de klasse industrie. Een regionale bodemkwaliteitskaart waarin stedelijke ambitie voor meer grondverzet mogelijkheden gecombineerd is met landelijk wens tot behoud van bodemkwaliteit. Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerno-
2009
titie gemeente Winterswijk
Ruimte op industrieterrein creëren om een gesloten grondbalans binnen gemeente te realiseren. Op het toekomstig industrieterrein, met huidige kwaliteit AW2000, kan de kwaliteit industrie worden toegepast voor de geplande ophoging.
Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan
2008
Goese schans
Door het opstellen van een raamsaneringsplan in combinatie met BKK en BBN wordt optimale afstemming gezocht tussen sanering en hergebruik van grond binnen het plangebied.
Bodemkwaliteitskaart en nota Vlaardingen
2008
Een van de eerste bodemkwaliteitskaarten conform de richtlijn BKK. Daarnaast is de bodemkwaliteitskaart opgesteld conform het regionale kader van de DCMR (gebiedsspecifiek).
Haalbaarheidsonderzoek regio Rivieren-
2007
land
In het project heeft een evaluatie plaatsgevonden van de bestaande bodemkwaliteitskaarten, grond en baggerverzet. Deze zijn afgewogen tegen het nieuwe beleidskader. Naar verwachting stelt de regio voor baggerverzet en DDT gebiedsspecifiekbeleid op.
Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan
2006-
Op basis van aanwezige bodemkwaliteit en risico's is in overleg met
regio Achterhoek
2007
gemeenten, GGD en RIVM is bepaald hoe om te gaan met de diffuse arseen problematiek in de regio. Hierbij is gebruik gemaakt van de voorloper van de risicotoolbox.
Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan
2005-
Hoe om te gaan met natuurlijk verhoogde gehalten aan arseen tot bo-
gemeente Harderwijk
2006
ven de interventiewaarde. In overleg met provincie en GGD gekomen tot een verantwoorde wijze van grondverzet. Hierbij is een gewasonderzoek uitgevoerd naar arseen.
BKK met bijbehorend beleid
divers
Gemeenten: Arnhem, Berkelland (wegbermen), Deurne, Deventer, Hengelo, Heusden, Noordoostpolder, Middelburg, Oldenzaal, Ommen, Sassenheim, Twenterand, Tubbergen, Wierden, Zutphen; Regio: Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Hoekse waard; DLG: Westkom Over Betuwe; Defensie: Vliegbasis Twenthe; Provincie Overijssel: wegbermen.
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport ZT69-1-P p o s m 001 d.d. 15 mei
2013
MAR MOS M A R M O S BODEMMANAGEMENT Marmos Bodemmanagement is in 2001 opgericht door Marnix Mosselman en is gespecialiseerd in: het Besluit bodemkwaliteit beheer en toepassing van bodeminformatie
Projecten Besluit bodemkwaliteit Vanaf 1997 heeft Marnix Mosselman tientallen bodemkwaliteitskaarten en bijbehorende beleidsnota's opgesteld danwel begeleid. Alle hieronder vermelde projecten zijn uitgevoerd door Marnix Mosselman. In de jaren 2009 t/m 2011 heeft hij als ILB-adviseur gemeentes en waterschappen ondersteund bij de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit
Bodemkwaliteitskaarten
en Nota's
bodembeheer
Bodemkwaliteitskaarten en bodembeheerplannen opgesteld door Marmos Bodemmanagement onder vigeur van de Vrijstellingsregeling grondverzet: project / gebied
opdrachtgever
jaar van afronding
BKK Landinrichtingsgebied Ponte, gemeente
DLG Zeeland
2002
PWN
2004
BKK gemeente Kapelle (hele gemeente) en
DLG Zeeland + gemeente
2005
buitengebied gemeentes Goes, Reimerswaal en
Kapelle
Oostburg BKK Beheersgebied PWN (merendeel van het duingebied in de gemeentes Zandvoort, Bloemendaal, Beverwijk, Heemskerk, Castricum, Bergen)
Noord-Beveland BKK Peelvenen
DLG Limburg e.a.
2005
(grondgebied gemeentes Venray, Sevenum, Helden, Meijel en Maasbree) BKK gemeente Gorinchem
gemeente Gorinchem
2005
BKK Zeeland Seaports
Zeeland Seaports
2005
BKK Drontermeertunnel
Ballast Nedam Infra
2006
(uitgevoerd i.s.m. Dibec Milieutechnisch Adviesbureau) BKK stedelijk gebied gemeente Goes
gemeente Goes
2006
BKK bebouwde kernen gemeente Reimerswaal
gemeente Reimerswaal
2006
Bovenstaande projecten betreffen steeds zowel een bodemkwaliteitskaart als het bijbehorende bodembeheerplan.
Projecten Besluit bodemkwaliteit
1
Mei 2013
MARMOS
Bodemkwaliteitskaarten (landbodem) en Nota's bodembeheer opgesteld door Marmos Bodemmanagement in het kader van het Besluit bodemkwaliteit: project / gebied
opdrachtgever
jaar van afronding
BKK + Nota bodembeheer Zeeuwsch-Vlaanderen
gemeentes Hulst, Terneuzen
2009
en Sluis
(vastgesteld 2010)
BKK + Nota bodembeheer gemeente Borsele
gemeente Borsele
2009 (vastgesteld)
Statistische berekeningen tb.v. BKK gemeente
gemeente Veere
2010
gemeente Middelburg
2010
gemeente Schouwen-
2011 (vastgesteld)
Veere Statistische berekeningen tb.v. BKK gemeente Middelburg BKK + Nota bodembeheer gemeente SchouwenDuiveland
Duiveland
BKK gemeente Peel en Maas
gemeente Peel en Maas
2011 (vastgesteld 2012)
BKK + Nota bodembeheer gemeente Kapelle
gemeente Kapelle
2011 (vastgesteld 2012)
BKK + Nota bodembeheer gemeente Vlissingen
gemeente Vlissingen
In procedure vaststelling
BKK + Nota bodembeheer gemeente Noord-
gemeente Noord-Beveland
2012 (vastgesteld)
BKK + Nota bodembeheer gemeentes
gemeentes Leidschendam-
In procedure vaststelling
Beveland Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en
Voorburg, Voorschoten en
Wassenaar
Wassenaar
BKK + Nota bodembeheer gemeente Baarn
gemeente Baarn
In procedure vaststelling
BKK + Nota bodembeheer gemeente Goes
gemeente Goes
Concept
BKK + Nota bodembeheer wegbermen Zeeland
Zeeuws platform
Concept
bodembeheer De Nota bodembeheer van de gemeente Borsele was één van de eerste Nota's in Nederland met gebiedsspecifiek beleid, onder andere vanwege DDT in voormalige boomgaarden. Ook in de overige Nota's zit in meer of mindere mate gebiedsspecifiek beleid.
Waterbodemkwaliteitskaarten opgesteld door Marmos Bodemmanagement: project / gebied
opdrachtgever
jaar van afronding
WBKK Schouwen-Duiveland
Waterschap Scheldestromen
2011
WBKK Voorne Putten
Waterschap Hollandse Delta
2012
WBKK Zeeuwsch-Vlaanderen
Waterschap Scheldestromen
2012
WBKK Walcheren
Waterschap Scheldestromen
2012
WBKK Beheergebied Zuiderzeeland
Waterschap Zuiderzeeland
In procedure vaststelling
Projecten Besluit bodemkwaliteit
2
Mei 2013
MARMOS boöemmAviAscmcnt Impuls Lokaal Bodembeheer
ÜLB)
Samenwerkingsverbanden van gemeentes en waterschappen zijn bij de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit ondersteund middels het project Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB). Hiertoe heeft Bodem+ in de jaren 2009 t/m 2011 ILB-adviseurs ingeschakeld. Marnix Mosselman is ILB-adviseur geweest voor de volgende samenwerkingsverbanden: Samenwerkingsverband Milieutaken Oosterschelderegio (SMO), bestaande uit de gemeentes Goes, Kapelle, Reimerswaal, Noord-Beveland, Borsele, Tholen en Schouwen-Duiveland; Samenwerkingsverband Walcheren (2010); Waterschap Hollandse Delta, Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard en Hoogheemraadschap Delfland; Gemeentes Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar (2010 en 2011). Voor de SMO-regio is onder andere in 2010 een enquête uitgevoerd over het ambitieniveau voor toezicht en handhaving van het Besluit bodemkwaliteit, gevolgd door een handhavingsdag in 2011. Verder is een analyse gemaakt van de invloed van de 'nieuwe' stoffen uit het standaardpakket van NEN5740 op de toetsing van individuele monsters en de toetsing van zones in bodemkwaliteitskaarten in Zeeland.
Overig
In 2010 is voor het Hoogheemraadschap van Rijnland een validatie uitgevoerd van toetsingen aan toepassingsnormen uit de Regeling bodemkwaliteit.
Projecten Besluit bodemkwaliteit
3
Mei 2013
BIJLAGE II
TOELICHTING W E R K Z A A M H E D E N BODEMKWALITEITSKAART
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1-P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Algemene aanpak conform richtlijn bodemkwaliteitskaarten Het project wordt uitgevoerd conform het Besluit bodemkwaliteit, de Regeling bodemkwaliteit en de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten beschrijft het opstellen van een bodemkwaliteitskaart aan de hand van acht procesmatige stappen: 1.
definitiefase, programma van eisen
2.
identificatie van onderscheidende kenmerken
3.
voorbewerken beschikbare informatie
4.
indelen beheergebied in deelgebieden
5.
evaluatie gebiedsindeling op basis van beschikbare informatie
6.
verzamelen van aanvullende informatie
7.
karakteriseren van de bodemkwaliteit per bodemkwaliteitszone
8.
resultaten weergeven in (water)bodemkwaliteitskaart
Over de status van deze acht stappen schrijft de Richtlijn, dat het in de praktijk niet noodzakelijk is om het stappenplan één op één te volgen maar dat het wel noodzakelijk is dat de elementen hiervan terugkomen in de eigen werkwijze. Deze inhoudelijke elementen vormen de basis voor de te volgen aanpak. Samengevat komt dit op het volgende neer: In een bodemkwaliteitskaart wordt een bodembeheergebied ingedeeld in één of meer zones met een milieuhygiënisch vergelijkbare algemene bodemkwaliteit. Het bodembeheergebied van de op te stellen bodemkwaliteitskaart betreft de landbodem van de gemeentes Woerden, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Montfoort en Oudewater. Gebieden met eenzelfde historie hebben in het algemeen een vergelijkbare diffuse bodemkwaliteit. Dit betekent dat de indeling in zones gebeurt op basis van algemene historische gegevens zoals bodemopbouw, (voormalig) landgebruik en ouderdom van woonwijken en bedrijfsterreinen. Vervolgens worden de analyseresultaten van de binnen de zones uitgevoerde bodemonderzoeken geanalyseerd. Deze gegevens zijn afkomstig uit het bodeminformatiesysteem van de Omgevingsdienst regio Utrecht. Per zone worden verschillende statistische kengetallen berekend (gemiddelde, lognormaal gemiddelde en diverse percentielwaarden) voor verschillende stoffen. Op basis van deze berekeningen en het ruimtelijke patroon van de waarnemingen wordt de zone-indeling getoetst en zonodig bijgesteld. Er wordt gekeken welke analyseresultaten niet representatief zijn voor de algemene zonekwaliteit, zodat deze gegevens als uitbijters buiten de dataset van de zoneringsberekeningen worden gelaten. De uiteindelijke indeling in zones is dus een combinatie van historische informatie en statistische bewerkingen. In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op: de uitgangspunten van het project (in aanvulling / reactie op de voorbereidende rapportage van Oranjewoud); de dataset van de bodemanalyses; de historische gegevens ten behoeve van de indeling in zones; de berekening van de statistische kengetallen en de zonering de rapportage inclusief weergave van de bodemkwaliteitskaart in een aantal kaartbijlagen de benodigde gegevensbestanden 1.2
Aanvulling / reactie op de uitgangspunten
Stap 1 (definitiefase / programma van eisen) uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten is in principe al doorlopen. Een aantal uitgangspunten voor het project is verwoord in de door Oranjewoud opgestelde rapportage 'Voorbereiding regionale bodemkwaliteitskaart Noord-west Utrecht'.
W i t t e v e e n + B o s . b i j l a g e II b e h o r e n d e bij r a p p o r t Z T 6 9 - 1 - P p o s m 001 d . d . 1 5 m e i 2 0 1 3
De insteek voor de nieuwe regionale bodemkwaliteitskaart is, dat dit één overzichtelijk en uniform verhaal wordt voor de hele regio. Vooreen deel van het bodembeheergebied zijn oude bodemkwaliteitskaarten beschikbaar. Deze verschillen onderling qua detailniveau en beleidsmatige achtergrond. Daarnaast is het grootste deel van het gebied niet eerder gezoneerd in een bodemkwaliteitskaart. De (mogelijk) onderscheidende kenmerken zijn nog niet voor de heel regio uniform in kaart gebracht (stap 2 uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten). Het is daarom wellicht voorbarig om oude zones en nog niet gezoneerde gebieden op voorhand te vertalen naar nieuwe zones. De historische gegevens (onderscheidende kenmerken) worden in de nieuwe bodemkwaliteitskaart voor de hele regio uniform vastgelegd en het proces van de data-analyse wordt gedegen doorlopen. Zodoende kan de nieuwe kaart lang mee en kan deze in de toekomst gemakkelijk actueel worden gehouden. Met betrekking tot de voorbereidende rapportage van Oranjewoud willen we specifiek ingaan op: het stoffen pakket; de dieptrajecten; de bodemfunctiekaart; de dataset (zie paragraaf 1.3) Stoffenpakket
Volgens de voorbereidende rapportage wordt minerale olie niet meegenomen in de zonering. De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten schrijft voor, dat tenminste de stoffen uit het standaardpakket van de NEN5740 worden meegenomen. Minerale olie is één van de parameters uit NEN5740, zodat wij deze volledigheidshalve wel meenemen in de bodemkwaliteitskaart, ook al betreffen verhoogde gehaltes minerale olie normaliter geen diffuse verontreiniging. Lokale olieverontreinigingen worden buiten de dataset gelaten.
Met andere woorden, wij gaan tenminste uit van het huidige stoffenpakket van de NEN5740, aangevuld met arseen en chroom die vroeger deel uitmaakten van het stoffenpakket. Voor de bestrijdingsmiddelen stellen wij voor, om een analyse uit te voeren van de in het bodeminformatiesysteem beschikbare gegevens. Afhankelijk daarvan wordt samen met de omgevingsdienst bezien of zonering op basis van de bestrijdingsmiddelen zinvol en mogelijk is (zie verder in paragraaf 1.4 onder 'voormalige boomgaarden'). Dieptetrajecten
De omgevingsdienst heeft nog geen keuze gemaakt met betrekking tot de dieptetrajecten. Wij stellen voor om uit te gaan van de gebruikelijke dieptetrajecten voor de boven- en ondergrond: bovengrond: 0 - 0,5 m-mv ondergrond: 0,5 - 2,0 m-mv Deze dieptetrajecten sluiten aan bij de dieptetrajecten die meestal worden gehanteerd in verkennend bodemonderzoek. De ondergrondmonsters in de dataset bestaan voor een groot deel uit mengmonsters van het dieptetraject 0,5 - 2,0 m-mv. Bodemfunctiekaart
In de offerteaanvraag is verzocht om een stelpost op te nemen voor een update van de bodemfunctie-klassenkaart (kortweg "bodemfunctiekaart"). Op dit moment is er geen gebiedsdekkende bodemfunctiekaart, maar wordt deels verwezen naar bestemmingsplannen.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1-P posm 001 d.d. 15 mei 2013
Zoals ook vermeld in de voorbereidende rapportage is een gebiedsdekkende bodemfunctiekaart om de volgende redenen van belang: de generieke toepassingseisen vloeien direct voort uit de bodemkwaliteitskaart én de bodemfunctiekaart; de bodemfunctiekaart speelt tevens een rol voor het bepalen van terugsaneerwaarden (met name geldt dit voor BUS-saneringen). Voor een overzichtelijk en toegankelijk eindproduct vinden wij het wenselijk dat de bodemfunctiekaart gebiedsdekkend in orde wordt gemaakt. Bovendien is het een verplichting vanuit het Besluit bodemkwaliteit om de bodemfunctieklassen in een kaart vast te leggen, waarbij een verwijzing naar bestemmingsplannen niet volstaat. Wij stellen voor om de actualisatie / completering van de bodemfunctiekaart mee te nemen met de inventarisatie van de onderscheidende kenmerken. (Aandachtspunt: welke keuze wordt gemaakt naar aanleiding van verzoek over rijks- en spoorwegen). NB. De bodemfunctiekaart moet niet worden verward met de bodemkwaliteitskaart of de toepassingskaart. Een bedrijfsterrein wordt dus ingedeeld in de functie industrie, ongeacht de bodemkwaliteitsklasse of de gewenste toepassingseisen/terugsaneerwaarden. Desgewenst valt dit laatste eventueel bij te sturen via gebiedsspecifiek beleid. 1.3
Dataset bodemanalyses
De bodemkwaliteitskaart wordt gebaseerd op de gegevens uit het bodeminformatiesysteem Squit-bodem van de Omgevingsdienst regio Utrecht, eventueel aangevuld met de resultaten uit aanvullend bodemonderzoek. Voor aanvullende invoer in het bodeminformatiesysteem en/of aanvullend bodemonderzoek is elders in dit projectvoorstel een kostenraming opgenomen. Bij aanvang van het project wordt een controle op deze dataset uitgevoerd op mogelijke fouten, zoals: kommafouten; verwisseling van stoffen bij de invoer (bijv. als voor chroom < 0,3 mg/kgds is ingevoerd); volledigheid van invoer analyseresultaten; anderszins onwaarschijnlijk lijkende invoer. Het is belangrijk om dergelijke fouten zo vroeg mogelijk op te sporen en te verhelpen. Hoe later dergelijke fouten aan het licht komen, hoe meer tijd er nodig is om bewerkingen opnieuw uit te voeren. In de kostenraming is ervan uitgegaan dat deze controle slechts tot incidentele correcties in de bestanden leidt. Met het verhelpen van onvolkomenheden in de invoer door hiervoor de bodemdossiers erop na te slaan is in de kostenraming geen rekening gehouden (afgezien van de stelpost voor aanvullende invoer). Voor deze controle wordt gebruik gemaakt van een checklist, die Marmos Bodemmanagement in de loop van de tijd heeft ontwikkeld op basis van onvolkomenheden die in andere datasets zijn aangetroffen. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat dit geen 100%-controle is. De controle is met name gericht op structurele onvolkomenheden in de dataset (die een zodanige omvang hebben dat zij de conclusies over zones mogelijk beïnvloeden). Incidentele invoerfouten hebben een verwaarloosbaar effect op de resultaten van de bodemkwaliteitskaart. In de tabellen 3 en 4 van de voorbereidende rapportage stelt Oranjewoud dat er uit de afgelopen tien jaar circa 300 voor de bodemkwaliteitskaart bruikbare bodemonderzoeken beschikbaar zijn. Volgens een selectie van de omgevingsdienst zijn uit de afgelopen tien jaar circa 900 bruikbare bodemonderzoeken beschikbaar (tabel op blz. 13 van de voorbereidende rapportage).
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1-P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten schrijft expliciet voor, dat alle beschikbare gegevens moeten worden meegenomen. Een eventuele uitbijter moet worden meegerekend, tenzij er een verklaring kan worden gegeven waarom de meetwaarde niet representatief is voor de zonekwaliteit (lokale puntverontreiniging, meetfout etc). Bij twijfel moeten gegevens volgens de Richtlijn wel worden meegerekend. De Richtlijn stelt verder, dat gegevens voldoende recent moeten zijn waarbij gegevens jonger dan vijfjaar in ieder geval voldoende recent zijn. Diffuse verontreinigingen zijn vaak tenminste vijftig jaar geleden al ontstaan, of zelfs eeuwen geleden in het geval van toemaak en het centrum van middeleeuwse stadjes. Ook oudere gegevens zijn dus bruikbaar (ook verder terug dan tien jaar), tenzij er een motivatie is waarom de oudere gegevens niet bruikbaar zijn. Bijvoorbeeld in geval van recente gebiedsontwikkeling waarbij het gebied inmiddels is opgehoogd. Heel oude onderzoeken hebben een mindere onderzoekskwaliteit, bijvoorbeeld door hoge detectiegrenzen. Een verdachte locatie is niet automatisch een verontreinigde locatie. In veel gevallen kunnen gegevens van verdachte locaties dus toch worden meegerekend in de bodemkwaliteitskaart. De gegevens uit verkennende onderzoeken, oriënterende onderzoeken en nulsituatie-onderzoeken worden zoveel mogelijk meegerekend, tenzij er een specifieke verklaring is waarom het desbetreffende rapport niet representatief is voor de zonekwaliteit. Immers: hoe meer gegevens, hoe betrouwbaarder de bodemkwaliteitskaart. Op basis van de dataset willen wij met de omgevingsdienst bekijken: of de selectie op ouderdom bij 2003 wordt gelegd of bij een eerder jaartal kan worden gelegd in hoeverre nader onderzoeken wel of niet worden meegenomen. De volgende gegevens worden standaard niet meegerekend: analyseresultaten van saneringsonderzoeken, saneringsplannen, saneringsevaluaties; individuele olie-analyses (monsters die alleen op minerale olie zijn geanalyseerd zijn in het algemeen verdacht voor minerale olie en vaak ook verontreinigd met minerale olie); Analyses waarvoor geen geografische ligging beschikbaar is (geen rapport- of locatiecontour in GISbestanden Squit-bodem); Analyses van monsters waarbij geen diepte is ingevoerd in Squit-bodem; Bodemonderzoeken uitgevoerd door het voormalige adviesbureau Bodemstaete (In 2009 is vastgesteld, dat het adviesbureau Bodemstaete uit Vught gedurende een aantal jaar bodemrapporten met vervalste analysecertificaten heeft opgesteld). 1.4
Historische gegevens ten behoeve van indeling in zones
Voor de indeling in zones zijn in het bodembeheergebied de volgende (mogelijk) onderscheidende kenmerken van belang: ouderdom van woonwijken en bedrijfsterreinen eventuele aanwezigheid van ophooglagen aanwezigheid van toemaakdek voormalige boomgaarden oevergebieden natuurlijke bodemopbouw (vermoedelijk niet onderscheidend) NB. Grondwaterbeschermingsgebieden zijn geen onderscheidend kenmerk in de bodemkwaliteitskaart. Deze gebieden worden in de bodemkwaliteitskaart meegezoneerd met de omgeving. In de Nota bodembeheer kan eventueel specifieke regelgeving worden opgenomen voor toepassingen binnen de grondwaterbeschermingsgebieden.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1 -P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Ouderdom
bebouwing / ophooglagen
/
bodemfunctiekaart
Ten behoeve van de nieuwe bodemkwaliteitskaart wordt voor het bodembeheergebied een kaart gemaakt met de ouderdom van de bebouwing. Hierbij wordt de volgende indeling gehanteerd: < 1940 (eventueel extra onderscheid voor<1900) 1940-1960 1960-1980 1980-heden Afhankelijk van de beschikbare informatie kan in plaats van 1980 een ander jaartal worden gehanteerd. Voor de gemeente Oudewater en de oude gemeente De Ronde Venen (Mijdrecht / Wilnis / Vinkeveen) is de benodigde informatie naar verwachting beschikbaar in de oude bodemkwaliteitskaart. Voor de overige gemeentes (inclusief de voormalige gemeente Abcoude) is de bebouwingsgeschiedenis voor zover bekend nog niet digitaal in kaart gebracht. Met uitzondering van de gemeente Oudewater is per gemeente een sessie nodig om deze historie in kaartte brengen. In de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is per bouwwerk een bouwjaar opgenomen. De BAG kan als GIS-bestand worden gedownload vanaf internet. Op basis van dit GIS-bestand wordt per gemeente een werkkaart gemaakt. Met deze werkkaart wordt bij de gemeente een sessie gehouden om de kaart met de bebouwingsgeschiedenis te completeren. Het is handig als de gemeente bij deze sessie oude plattegronden / topografische kaarten paraat heeft. Verder wordt gevraagd om in deze sessie aan te geven welke gebieden zijn opgehoogd en wat er bekend is over de aard/herkomst van het ophoogmateriaal. Wij stellen voor om deze sessie tevens te gebruiken voor het actualiseren / completeren van de bodemfunctiekaart. Wij gaan ervan uit dat het contact met de gemeentes voor deze sessies via de omgevingsdienst loopt, waarbij de omgevingsdienst coördineert dat de juiste personen om de tafel zitten. Per gemeente is in de kostenraming uitgegaan van een sessie van een halve dag. NB. Kleine kernen en lintbebouwingen met vooroorlogse bebouwing kunnen het best worden meegezoneerd met de overige vooroorlogse bebouwing. Toemaakdek
De omgevingsdienst stelt bij aanvang van het project een GIS-bestand beschikbaar met de begrenzing van het toemaakdek. In de loop der jaren zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de toemaakdekken. Er wordt over het toemaakdek geen literatuuronderzoek uitgevoerd over het toemaakdek. Voor de rapportage van de bodemkwaliteitskaart wordt aangenomen, dat de omgevingsdienst aangeeft welke tekst uit een bestaande rapportage kan worden overgenomen als historische beschrijving van het ontstaan van het toemaakdek. NB. In provinciaal beleid voor toemaak uit 2006 is de polder Demmenik apart onderscheiden ten opzichte van de rest van het toemaakdekgebied. Is hiervoor een verklaring (moet deze polder apart worden behandeld in de bodemkwaliteitskaart)? Voormalige
boomgaarden
Grond die vrijkomt ter plaatse van voormalige boomgaarden uit de periode 1940 - 1980 vrijkomt valt vaak in bodemkwaliteitsklasse industrie vanwege DDT.
W i t t e v e e n + B o s , b i j l a g e II b e h o r e n d e bij r a p p o r t Z T 6 9 - 1 - P p o s m 001 d . d . 1 5 m e i 2 0 1 3
De omgevingsdienst beschikt over een GIS-bestand met voormalige boomgaarden in de regio. In het bodembeheergebied van de regionale bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht liggen de voormalige boomgaarden vooral in de buurt van Harmeien en Montfoort. Voormalige boomgaarden komen binnen onderhavig bodembeheergebied beduidend minder voor dan in zuidoost Utrecht. Het regionale bodeminformatiesysteem bevat analysegegevens van OCB's. Er wordt een analyse uitgevoerd van beschikbare gegevens om na te gaan in hoeverre het mogelijk is om de bestrijdingsmiddelen in de boomgaarden te zoneren op basis van de huidige invoer. Zo mogelijk worden deze gezoneerd. Als dit nog niet mogelijk is, wordt met de omgevingsdienst overlegd welke gegevens aanvullend moeten worden verzameld om de voormalige boomgaarden wel te kunnen zoneren (aanvullende invoer dan wel aanvullend bodemonderzoek). De afweging om al of niet extra gegevens te verzamelen hangt af van: de inschatting hoeveel grondv'erzet er daadwerkelijk zal plaatsvinden vanaf voormalige boomgaardpercelen; de beleidsmatige keuze in hoeverre de bodemkwaliteitskaart in dat geval als bewijsmiddel (milieuhygiënische verklaring) kan dienen; de eventuele wens om lokale maximale waarden (LMW) vast te stellen voor de bestrijdingsmiddelen; de benodigde inspanning om voldoende analysegegevens digitaal beschikbaar te krijgen. In het verleden werd getoetst aan de som van DDD+DDE+DDT. Om deze reden konden vroeger alleen somwaarden van DDD+DDE+DDT worden ingevoerd in het bodeminformatiesysteem van Squit. De Regeling bodemkwaliteit bevat normwaarden voor DDD, DDE en DDT afzonderlijk. Dit betekent, dat de zonering ook moet worden gebaseerd op de afzonderlijke meetwaarden voor DDD, DDE en DDT. Mogelijk moeten deze afzonderlijke meetwaarden nog worden opgezocht voor oudere invoer. Wanneer de digitaal beschikbare informatie onvoldoende is voor zonering, en ook niet wordt aangevuld, wordt in de rapportage een beschrijving opgenomen van de wel beschikbare informatie. De bodemkwaliteitskaart is dan voor grond afkomstig van voormalige boomgaarden weliswaar geen milieuhygiënische verklaring, maar door de informatie uit andere bodemkwaliteitskaarten met boomgaarden (zuidoost Utrecht, Rivierenland, Zuid-Beveland) erbij te betrekken kan wel een afweging over gebiedsspecifiek beleid worden gemaakt.
Oevergebieden
De omgevingsdienst beschouwt oevergebieden langs een aantal watergangen als mogelijk verontreinigd. Voor deze oevergebieden wordt eerst nagegaan en beschreven in hoeverre de dataset onderzoeksgegevens van deze oevergebieden bevat. Afhankelijk daarvan wordt de verdere behandeling van de oevergebieden afgestemd met de omgevingsdienst. Hiervoor geldt hetzelfde als voor de boomgaarden. Het verzamelen van aanvullende gegevens hangt af van de verwachting met betrekking tot grondverzet.
Natuurlijke
bodemopbouw
In een aantal bodemkwaliteitskaarten is in het buitengebied onderscheid gemaakt op basis van de natuurlijke bodemopbouw. Op grond van de ervaring met andere bodemkwaliteitskaarten wordt verwacht dat de natuurlijke bodemopbouw geen onderscheidend kenmerk voor de zone-indeling vormt Vooralsnog wordt geen aandacht besteed aan de natuurlijke bodemopbouw in het buitengebied, afgezien van de aanwezigheid van een antropogeen toemaakdek. Mocht in het buitengebied het ruimtelijke patroon van één of meer stoffen een clustering van verhoogde gehaltes (boven de Achtergrondwaarde) vertonen die niet worden verklaard door toemaak of voormalige boomgaarden, dan wordt alsnog bekeken wat hiervoor de verklaring kan zijn. Zijn dit verhoogde gehaltes bij een bepaalde bodemopbouw dan wel is er een andere -nog niet onderkende- oorzaak?
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport Z T 6 9 - 1 - P posm/001 d.d. 1 5 mei 2 0 1 3
Indien bij de omgevingsdienst voor de hele regio een bodemkaart digitaal beschikbaar is (als GIS-bestand) dan kan deze desgewenst als kaartbijlage worden opgenomen in de bodemkwaliteitskaart. Lokale
verontreinigingen
De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt expliciet, dat in de bodemkwaliteitskaart een kaartlaag moet worden opgenomen van bekende en verwachte lokale verontreinigingen. Hiervoor mag worden volstaan met een lijst gebaseerd op het LDB. De meest actuele informatie op dit vlak wordt bijgehouden in het bodeminformatiesysteem van de omgevingsdienst. Voorgesteld wordt, om een dergelijke lijst of kaartlaag niet op te nemen in de rapportage, maar voor de meest actuele gegevens te verwijzen naar het regionale bodeminformatiesysteem. Het is namelijk ondoenlijk om alle verdachte/verontreinigde locaties apart te begrenzen en op overzichtelijke wijze als witte vlekken weer te geven in de bodemkwaliteitskaart. 1.5
Berekening statistische kengetallen, zonering
Per zone worden verschillende statistische kengetallen berekend: gemiddelde, lognormaal gemiddelde en diverse percentielwaarden conform de formule zoals voorgeschreven in de Regeling bodemkwaliteit (P25, P50, P75, P80, P90, P95). De berekeningen worden uitgevoerd voor de bovengrond (0-0,5 m-mv) en de ondergrond (dieptetraject 0,5-2,0 m-mv). De berekeningen worden uitgevoerd voor de stoffen uit het huidige standaardpakket uit NEN5740. Arseen en chroom maken geen deel meer uit van het stoffenpakket van NEN5740. Hiervoor zijn wel veel gegevens beschikbaar, zodat deze aanvullend worden meegerekend. In de praktijk vormt het indelen in zones en het vaststellen van de bodemkwaliteitsklasse van de zones een iteratief proces. Op basis van de historische informatie wordt het bodembeheergebied ingedeeld in een aantal kleinere deelgebieden. Per deelgebied worden statistische kengetallen berekend van de analyseresultaten uit de bodemonderzoeken in het deelgebied. De statistische kengetallen worden in onderhavig project getoetst aan de normering uit de Regeling bodemkwaliteit (achtergrondwaarde, maximale waarden voor wonen, maximale waarden voor industrie) inclusief de bijbehorende toetsingsregels. Op basis hiervan worden vergelijkbare deelgebieden samengevoegd tot een beperkt aantal zones die in dezelfde bodemkwaliteitsklasse vallen (Achtergrondwaarde, klasse wonen, klasse industrie). Gekeken wordt, welke onderzoeksgegevens niet representatief zijn voor de zone zodat ze buiten de statistische berekeningen moeten worden gelaten. Verder wordt gekeken naar het ruimtelijke patroon van de analyseresultaten en worden zonodig zonegrenzen aangepast op basis van het ruimtelijke patroon. De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten schrijft voor, dat bij het gemiddelde ook de betrouwbaarheidsintervallen dienen te worden vermeld. Deze worden als aparte bijlage opgenomen in de rapportage (berekend op basis van gemiddelde en standaardfout). Overigens dienen uit theoretisch oogpunt enige kanttekeningen bij deze betrouwbaarheidsintervallen te worden geplaatst, aangezien de gegevens over het algemeen geen normale verdeling hebben. De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt, dat bekend dient te zijn of er monstervoorbehandeling heeft plaatsgevonden en uit hoeveel deelmonsters de mengmonsters bestaan. Voorgesteld wordt om hiervoor te verwijzen naar de betreffende bodemonderzoeken en de hierin gehanteerde onderzoeksprotocollen.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport Z T 6 9 - 1 - P posm/001 d.d. 1 5 mei 2 0 1 3
Aandachtspunt: rekenkundig gemiddelde PCB's Bij het bepalen van het gemiddelde moet men waardes onder de detectiegrens volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten meerekenen als 0,7 x detectiegrens. Bij lage humuspercentages is de detectiegrens voor de som van PCB's hoger dan de Achtergrondwaarde die bij de betreffende bodemtypecorrectie geldt. Zo zou het kunnen gebeuren, dat alle waarnemingen onder de detectiegrens liggen, maar door de bodemtypecorrectie valt de 0,7 x detectiegrens hoger uit dan de Achtergrondwaarde. Voor deze stof is de Maximale waarde voor wonen gelijk aan de Achtergrondwaarde waardoor de zone door PCB's zou worden geclassificeerd als klasse industrie. Het is natuurlijk niet wenselijk om een zone in de klasse industrie in te delen vanwege PCB's, terwijl alle waarnemingen voor PCB's lager zijn dan de detectiegrens. In de praktijk worden incidenteel wel waardes iets boven de detectiegrens gemeten (en dus ook boven Achtergrondwaarde en Maximale waarde voor wonen). De vraag is waar je dan de grens trekt om de zone gemiddeld nog als 'schoon' (voldoet aan Achtergrondwaarde) te classificeren. In de regio Zuidoost Utrecht is dit opgelost door gehaltes beneden 2 x Achtergrondwaarde als schoon te beschouwen. Daarnaast loopt er volgens de laatste wijziging van de Regeling bodemkwaliteit nog een onderzoek naar de normstelling voor PCB's. Voor de invoer in het bodeminformatiesysteem is van belang dat analyseresultaten van PCB's beneden de detectiegrens ook ingevoerd worden als een waarde beneden de detectiegrens (en niet als een positieve meetwaarde van 0,7 x detectiegrens). Zo blijft inzichtelijk dat bij veel monsters geen gehalte boven de detectiegrens is gemeten. Op grond van de statistische verdeling leidt een factor 0,7 overigens tot een te hoog gemiddelde wanneer de meeste waarnemingen beneden de detectiegrens zijn.
1.6
Rapportage van de bodemkwaliteitskaart
In de rapportage van de bodemkwaliteitskaart wordt de gevolgde werkwijze verantwoord en worden de resultaten weergegeven in een aantal kaartbladen op A3-formaat. De belangrijkste kaarten worden opgedeeld in vier deelkaarten met als schaal 1:50.000. Het hele bodembeheergebied past op één A3-kaart met schaal 1:100.000. Tenminste de volgende kaarten worden opgenomen in de rapportage: bebouwingsgeschiedenis; ligging van ophooglagen (voorzover van toepassing); begrenzing toemaakdek (op basis van GIS-bestand omgevingsdienst) ligging voormalige boomgaarden (op basis van GIS-bestand omgevingsdienst) bodemkwaliteitskaart: begrenzing van de zones bodemkwaliteitskaart: kwaliteitsklassen boven- en ondergrond (ontgravingskaart) De toepassingskaart hangt af van de beleidskeuzes die worden gemaakt voor de Nota bodembeheer (generiek beleid of deels gebiedsspecifiek beleid). Als werkkaart wordt voor deze beleidskeuzes een losse toepassingskaart gemaakt volgens generiek beleid. Desgewenst kan deze ook als bijlage worden opgenomen in de rapportage van de bodemkwaliteitskaart. In principe past de toepassingskaart als bijlage beter in de Nota bodembeheer (met eventuele gebiedsspecifieke keuzes hierin verwerkt). De rapportage van de bodemkwaliteitskaart wordt tevens digitaal beschikbaar gesteld in pdf-format. Verder worden de verschillende GIS-bestanden met zonegrenzen, bebouwingsgeschiedenis etc. aan het eind van het project kosteloos ter beschikking gesteld als ArcGIS shape-file. De dataset waarop de berekeningen zijn gebaseerd wordt als zodanig teruggeleverd aan de omgevingsdienst. 1.7
Aanlevering benodigde gegevensbestanden
Ten behoeve van het project dient de opdrachtgever de volgende digitale gegevensbestanden kosteloos beschikbaar te stellen: topografische ondergrond van de vijf gemeentes (qua schaalniveau bij voorkeur toplO- of top25 vectorbestand, anders de GBKN)
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1-P posm 001 d.d. 15 mei
2013
GIS-bestand huidige bodemfunctiekaart Beschikbare GIS-bestanden van voorgaande bodemkwaliteitskaarten: - zonegrenzen voorgaande bodemkwaliteitskaarten - bebouwingsgeschiedenis oude gemeente De Ronde Venen en gemeente Oudewater Oracle-dump van de database uit Squit-bodem dan wel export van relevante tabellen uit Squit-Bodem in ander database-format zoals Excel (géén XML !) GIS-bestanden met rapport- en locatiecontouren (en eventueel van boorpunten indien ook boorpunten zijn ingetekend) uit Squit-Bodem GIS-bestand begrenzing toemaakdek GIS-bestand voormalige boomgaarden NB. Bij oudere versies van Squit kan een afzonderlijke Oracle-dump worden gemaakt van de BIS-tabellen. Bij de nieuwste versie van Squit-XO is dit niet meer mogelijk (alleen een export mogelijk van alles wat in Squit-XO zit). In dat geval is aanlevering van losse tabellen in bijvoorbeeld Excel-format of CSV-format waarschijnlijk gemakkelijker. Bij de meest recente versie gaat het om de volgende tabellen uit Squit-bodem: Bis_aantek BISanalysemonster BIS_analyseresultaat BIS_component BISJocatie BIS_rapport BIS tabellen
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport ZT69-1-P/posm/001 d.d. 15 mei
2013
curriculum vitae Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 A E Deventer telefoon 0570 69 7911 fax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl
volledige naam
voornamen geboortejaar nationaliteit
opleidingen
cursussen
specialismen
lidmaatschappen
huidige positie
functieoverzicht
werkervaring
drs. J . Lackin Jasper 1976 Nederlandse 2002 milieu geochemie, Universiteit van Utrecht doctoraal 2000 milieutechnologie, Saxion H o g e s c h o o l 2011 upside down, Ondergrond en R O , Nirov 2008 energieopslag in d e b o d e m : Hoe doe je dat?, P A O beleidsadvisering: Besluit bodemkwaliteit, W e t bodembescherming, b o d e m toets bij bouwen en b e s t e m m e n specialist op het gebied v a n bodembeheer, bodemkwaliteitskaarten en nota bodembeheer Nederlands goed Engels goed W M , bestuur sectie bodembeheer (2008-heden). Organiseren v a n bijeenkomsten over b o d e m , ondergrond en ontwikkelingen in het v a k g e b i e d projectleider afdeling Bodemgebruik, ondergrond en reststoffen bij de sector Milieu, klimaat en energie te Deventer 2007-heden in huidige positie 2005-2007 projectleider bij d e onderafdeling bodem v a n provincie G e l derland 2003-2005 projectmedewerker bij S y n c e r a te Arnhem 2007-heden
Adviseur ondergrond: B o d e m b o e k Katwijk (lopend): inzichtelijk m a k e n v a n d e verschillende thema's in d e ondergrond voor collega professionals met behulp van kansenkaarten. Duurzaam bodemgebruik Apeldoorn (lopend): Inspireren e n agenderen v a n ondergrond bij de collega's v a n ruimtelijke ordening. Met behulp v a n kaartmateriaal, aansprekende voorbeelden en factsheets worden thema's inzichtelijk. Impuls Lokaal B o d e m b e h e e r 2 ; Adviseur namens d e rijksoverheid die gemeenten ondersteund bij d e transitie van bodemverontreiniging naar meerdere thema's in d e ondergrond. Speerpunt ligt op d e organisatorische inbedding v a n bodemenergie (2012-2013). D P L Ondergrond; Aanvulling ontwikkeld voor d e b e staande DuurzaamheidsProfiel v a n e e n Locatie waarin integrale duurzaamheidanalyse gemaakt kan worden van een wijk of wijkontwerp met betrekking tot d e o n dergrond (2012);
W i t t e v e e n + B o s , curriculum vitae drs. J . Lackin d.d. 23 april 2012
cursus bodem en ondergrond in de ruimtelijke ordening voor de gemeenten, provincies en milieudiensten Brabant (2012); Handreiking ondergrond milieudienst Zuid-Oost Utrecht (2011). Het opstellen van een blauwdruk om ondergrond m e e te nemen in het planproces en de c o n s e quenties van A m v b bodemenergie inzichtelijk te m a k e n voor gemeenten; opstellen van de atlas v a n de ondergrond voor de gemeente Dinkelland (2011). Informatie uit meerdere werkvelden (bodem, water en natuur) gecombineerd tot thema kaarten ter ondersteuning voor R O ; SKB-project 'groene kracht in de stad' (2010). Het uitwerken v a n het projectidee van de kansen voor e c o s y s teemdiensten in de stad. Projectleider bij het opstellen v a n bodemkwaliteitskaarten en invulling geven aan generiek/gebiedsspecifiek beleid. In opdracht voor gemeenten, regio's, provincie of de rijksoverheid zijn diverse projecten uitgevoerd: adviseur namens Bodem-i- voor de regio noord en midden Nederland vanuit de subsidieregeling Impuls Lokaal B o d e m b e h e e r (ILB 2008-2011). Voor de s a m e n w e r kingsverbanden Twente, Rivierenland, Stedendriehoek en de Vallei; verschillende bodemkwaliteitskaarten en bodembeheernota's variërend v a n plangebied, gemeente tot regio (2007-2013). Opvallende projecten zijn: Hof van Twente. A s b e s t protocol voor grondverzet aanvullend op gebiedspecifiek beleid invulling gebiedspecifiek beleid regio Twente. B a l a n s tussen normopvulling en regionale grondverzet mogelijkheden. T e v e n s verantwoordelijk voor de B K K v a n Hengelo, Dinkelland en O l d e n z a a l , W i e r d e n ; gemeente Hengelo met diffuus verontreinigd binnenstedelijk gebied en diffuse H C H verontreiniging; bodemkwaliteitskaart en bodembeheernotitie gemeente Winterswijk. Ruimte op industrieterrein creëren om grondbalans binnen gemeente te realiseren. Dit alles in het tijdsbestek v a n 4 w e k e n ; bodembeheerplan G o e s e S c h a n s voor de gemeente G o e s , uitwerking generiek en gebiedsspecifiek en afstemming met raamsaneringsplan; bodemkwaliteitskaart Stedendriehoek: E e n kaart en bodembeleid voor verschillende type gemeenten (stedelijk en landelijk); ondersteuning van provincie Overijssel bij afstemming W b b e n Bbk(2010). Daarnaast actief als projectleider/adviseur bij bodembeleid in brede zin: ondersteuning helpdesk bij Bodem+/SenterNovem voor vragen over wet®elgeving bodem in de combinatie met aangrenzende wetgeving als woningwet en ruimtelijke ordening (2008/2009/2011);
W i t t e v e e n + B o s . curriculum vitae drs. J . Lackin d.d. 23 april 2012
(actualisatie) bodembeleidsplannen (2007-2010): O m m e n , Twenterand en O p m e e r ; actualisatie en verzorgen v a n de cursus (voor B o d e m breedacademie) handreikingen bodem voor gemeenten (2008-2009); ondersteunend in diverse projecten op het gebied van bodembeleid, bodemonderzoek & -sanering. 2005-2007
Projectleider bij de onderafdeling bodem van provincie G e l derland. De w e r k z a a m h e d e n omvatten het afhandelen meldingen van derden in het kader van d e W e t bodembescherming: B s b en nulsituatie o n d e r z o e k e n , verkennend en nader bodemonderzoek, B U S - m e l d i n g e n , saneringen, evaluaties en nazorgplannen. T e v e n s actief in de beleidsvorming rondom diffuse b o d e m kwaliteit in het G e l d e r s bodembeleid. N a m e n s IPO deelnemer van deelprojectgroep opstellen richtlijn bodemkwaliteitskaarten in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Betrokken bij project 'bodemkwaliteitskaarten vanuit bovengemeentelijk perspectief' vanuit het G e l d e r s b o d e m b e r a a d en G e l d e r s e gemeenten ondersteund bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart. Bij de introductie van Besluit Uniforme Saneringen ( B U S ) zorg gedragen voor de technische implementatie bij de provincie.
2003-2005
publicaties/ symposia
Projectmedewerker bij S y n c e r a (MWH) te A r n h e m . Hierin verantwoordelijk voor het opstellen v a n bodemkwaliteitskaarten e n bodembeheerplannen voor diverse gemeenten. Voor verschillende gemeenten d e invoer, kwaliteitsborging en conversie w e r k z a a m h e d e n v a n en op het bodeminformatiesysteem ( G l o B i s / S t r a B i s / H B B ) uitgevoerd. Daarnaast archiefonderzoek van het W e t bodembescherming dossier uitgevoerd.
Publicaties De nieuwe bodemmedewerker: oogst van drie generaties: blad B o d e m , juni 2012 C o m p a c t ondergrond, uitgever S D U . mei 2012 Grondwater in Ruimtelijk perspectief: R O m a g a z i n e , april 2012. Handreiking voor Veilig werken in verontreinigde b o d e m : Land+Water Maart 2012. Veilig werken aan kabels e n leidingen in verontreinigde b o d e m : B o d e m , nummer 1 februari 2012. Symposia Flexival van de ondergrond 2012: Duurzaamheidsprestatie op locatie en MapTable Impuls Lokaal B o d e m b e h e e r 2012: S a m e n w e r k i n g en netwerken: op zoek naar nieuwe partners! Landelijk Overleg Milieuhandhaving-congres 2010 'Verbreden en verdiepen bodemhandhaving'.
W i t t e v e e n + B o s . curriculum vitae drs. J . Lackin d.d. 23 april 2012
3
curriculum vitae Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 A E Deventer telefoon 0570 69 79 11 fax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl
volledige naam
voornamen geboortejaar nationaliteit
opleidingen
cursussen
specialismen
talen
lidmaatschappen
huidige positie
functieoverzicht
C . Koot M S c . Corinne 1985 Nederlandse M S c Bodemkunde, W a g e n i n g e n Universiteit, richting 'Landdynamiek', minor Hydrologie B S c B o d e m , Water en Atmosfeer, W a g e n i n g e n Universiteit, 2003-2007 richting 'Bodeminventarisatie en Landevaluatie' 'Juridische helderheid in het grondwaterbeheer', 2012 B o d e m B r e e d A c a d e m ie ' G e z o n d e grond', W a g e n i n g e n B u s i n e s s S c h o o l 2011 ' B o d e m en ruimtelijke ordening', G e o p l a n 2010 'From Mountain to Fjord' a a n d e Hogskulen i S o g n og Fjor2005 dane te S o g n d a l in N o o r w e g e n ecosysteemdiensten, b o d e m s y s t e e m a n a l y s e , landschappelijke bodemkunde, bodemonderzoek, d e rol v a n bodem in gebiedsontwikkeling uitstekend Nederlands goed Engels bestuurslid j o n g S K B (Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht B o dem), e e n netwerkorganisatie voor Young Professionals w e r k z a a m op gebied van bodem en ondergrond 2007-2009
adviseur en projectleider bij d e afdeling Bodemgebruik, Ondergrond en Reststoffen te Deventer 009-heden in huidige positie
2
2008
D H V te Amersfoort, stage
algemeen
Corinne is w e r k z a a m als adviseur voor verschillende projecten in opdracht v a n gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies en bedrijven. Het betreft veelal projecten op het raakvlak van b o d e m , ondergrond e n ruimtelijke ontwikkeling.
2009-2012
Adviseur voor (water)bodemkwaliteitskaarten en nota bodembeheer: waterbodemkwaliteitskaart polders A r k e m h e e n en E e m land, waterschap Vallei & V e l u w e ; bodematlas gemeente Dinkelland; bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer gemeente Hof van Twente; bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer gemeente Wierden;
Witteveen+Bos, curriculum vitae C . Koot M s c . d.d. 10 oktober 2012
-
bodemkwaliteitskaart gemeente Hengelo; bodemkwaliteitskaart gemeente O l d e n z a a l ; bodemkwaliteitskaart gemeente H e u s d e n .
Adviseur op het gebied v a n duurzaam gebruik ondergrond, ecosysteemdiensten en communicatie: project 'Sturen op biodiversiteit en ecosysteemdiensten in de betonketen' in opdracht van M V O Netwerk Beton. Voor d e z e opdracht is een raamwerk ontwikkeld, dat helpt bij het formuleren van strategieën, ambities, doelstellingen en handelingsperspectieven in relatie tot biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Onderdeel v a n de opdracht is een a n a l y s e van de impact van de betonketen op biodiversiteit en ecosysteemdiensten, betrokken bij het S K B - p r o j e c t 'Milieu Effect Rapportage Integreert Ecosysteemdiensten ( M E R I T E ) ' . In s a m e n werking met Deltares en de M E R c o m m i s s i e is de integratie van het concept ecosysteemdiensten in milieu effect rapportages verkend;
-
opstellen 'plan van aanpak meet- en monitoringsplan Gebiedsgericht grondwaterbeheer gemeente Apeldoorn'. Met dit plan van aanpak wil de gemeente Apeldoorn invulling g e v e n aan het efficiënt en duurzaam o m g a a n met grondwaterverontreiniging in de gemeente; verkenningsstudie 'gebiedsgerichte v s . gevalsgerichte aanpak verontreinigd grondwater Pilot K a n a a l z o n e Zuid te Apeldoorn'; opstellen C R O W - p u b l i c a t i e 307 ' K a b e l s en leidingen in verontreinigde b o d e m , richtlijn voor veilig en zorgvuldig werken aan ondergrondse lijninfrastructuur', publicatie december 2011; beekherstel Hartense Molenbeek, V a a s s e n : betrokken bij het communicatieproces door het uitvoeren van keukentafelgesprekken met o m w o n e n d e n .
Adviseur bij gebiedsontwikkelingsprojecten en Milieu Effect Rapportages ( M E R ) : A r n h e m s Buiten: het uitvoeren van smart bodemonderzoek ten behoeve v a n de herontwikkeling en bestemmingsplanprocedure; provinciaal inpassingplan Overijssel N 3 4 0 : quick s c a n voor het thema b o d e m ; herontwikkeling Burgemeester Schneidersingel te A l m e lo: voor het onderdeel b o d e m betrokken bij dit project M E R studie dijkversterking C a p e l l e aan den IJssel en Moordrecht; M E R studie Ruimte voor Rivieren, 4 deellocaties langs de Nederrijn; opstellen 3D-grondstromenplannen Ruimte voor Rivieren, Nederrijn; M E R studie dijkversterking Kinderdijk - S c h o o n h o v e n s e veer; M E R studie dijkversterking Rijswijk - O p h e u s d e n ; M E R studie Waddenzeedijk A m e l a n d / T e x e l ; M E R studie Veiligheid Zuidelijke R a n d m e r e n ; M E R studie Skülenboarch-Westkern.
Witteveen+Bos, curriculum vitae C . Koot M s c . d.d. 10 oktober 2012
Projectleider en adviseur diverse b o d e m - en waterbodemonderzoeken: bepaling van de bijdrage v a n de waterbodemkwaliteit op de waterkwaliteit in Nederrijn en Lek; grondwatermonitoring Schonenvaardersstraat Deventer; grondwatermonitoring diep grondwater stationsemplacement Zwolle; verkennend en aanvullend waterbodemonderzoek T w e n tekanaal te Hengelo; verkennend en aanvullend bodemonderzoek rioolwaterzuiveringsinstallaties waterschap Vallei & E e m ; verkennend- en nader bodemonderzoek dijkverbetering Zuidelijke R a n d m e r e n ; aanvullend bodemonderzoek stortplaatsen G r o n i n g e n ; waterbodemonderzoek kwelsloot en kade E e m s k a n a a l ; waterbodemonderzoek toekomstige v i s p a s s a g e Vierlingsbeek; verkennend (water)bodemonderzoek beekherstel Urkhovense Zegge, Nuenen; verkennend bodemonderzoek inrichting retentiebekken, Lateraalkanaal W e s t , omgeving R o e r m o n d ; verkennend bodemonderzoek nieuwbouwlocatie site S a ra L e e te J o u r e ; verkennend en nader onderzoek herontwikkelingslocatie het Z o n n e h u i s te Zuidhorn. 2008
S t a g e bij advies- en ingenieursbureau D H V B.V. te A m e r s foort. O n d e r w e r p e n : biomassastromen, gebiedsontwikkeling, veenweidegebieden. Afstudeeropdracht 'De relatie tussen b o d e m en landgebruikdynamiek in noord Spanje'. O n d e r z o e k naar de invloed van bosbranden op b o d e m e i g e n s c h a p p e n ( S O M , p H , textuur) en de invloed v a n de bodem op het herstel van vegetatie na bosbranden.
publicaties
Lackin, J . , Koot, O , S c h o u t e n , M.B.A., B o g a a r d , v a n den E . A . J . M . (2012), Veilig werken aan kabels en leidingen in verontreinigde b o d e m , B o d e m , nummer 1, februari 2012. Lackin, J . , Koot, O , S c h o u t e n , M.B.A., B o g a a r d , v a n den E . A . J . M . (2012), Kabels en leidingen, Handreiking voor het werken in verontreinigde b o d e m , Land+Water, nummer 3, maart 2012. Presentatie op congres 'reclamation and revitalization of demoted areas', P o len 2 0 1 1 . G e o w e e k 2011-2013, lesgeven op middelbare scholen 'ter promotie v a n het vakgebied bij middelbare scholieren'.
Witteveen+Bos, curriculum vitae C. Koot M s c . d.d. 10 oktober 2012
3
MARMOS CURRICULUM VTTAE
Personalia Achternaam: Voornaam: Geboortedatum: Geboorteplaats: Nationaliteit:
Mosselman Mamix 2 februari 1969 Leiden Nederlandse
Opleiding 1981 - 1987
Johan de Witt-gymnasium, Dordrecht
1987 - 1993
Fysische geografie, Rijksuniversiteit te Utrecht
Werkervaring 1994 - 1997
Bodemonderzoeksbureau, Ingenieursbureau Milieu, gemeentewerken Rotterdam Projecten: o.a. geostatistisch onderzoek van gasfabrieksterrein Keilehaven, van locatie Buizengat te Vlaardingen en integraal bodemonderzoek Schiehaven-Mullerpier. Ontwikkeling van diverse rekenmodellen in MS-Access.
1997 - 2001
De Straat Milieu-adviseurs, afdeling Bodem, Delft Projecten: Diverse bodemkwaliteitskaarten en bodembeheerplannen in het kader van de Vrijstellingsregeling grondverzet. Installatie van bodeminformatiesysteem StraBis/StraGis bij verschillende gemeenten. Verkennende en nader bodemonderzoeken. Integraal bodemonderzoek locatie Petroleumhaven te Den Haag. Historisch onderzoek ISV/Landsdekkend Beeld gemeente Rijswijk
2001 - heden
Marmos Bodemmanagement, Rotterdam Marmos Bodemmanagement is in oktober 2001 opgericht door Marnix Mosselman. Zie bijgevoegd overzicht voor projecten in het kader van het Besluit bodemkwaliteit (inclusief bodemkwaliteitskaarten/bodembeheerplannen in het kader van de Vrijstellingsregeling grondverzet) Projecten in het kader van het Landsdekkend beeld bodemkwaliteit (LDB) en de aanpak van de werkvoorraad: Inventarisatiefase provinciedekkend beeld bodemkwaliteit 2004 voor de provincie Noord-Holland (2002) Samenstellen LDB-tabel gemeente Helmond in nauwe samenwerking met de Milieudienst Regio Eindhoven (najaar 2003) Prioritering werkvoorraad gemeente Terneuzen (databaseselecties, historisch onderzoeken, begeleiding oriënterende onderzoeken namens de gemeente) vanaf begin 2007 t/m 2011. Hierbij is o.a. een methode ontwikkeld voor de selectie van mogelijke spoedlocaties (humaan en ecologisch) op basis van analysegegevens onderzochte locaties uit gemeentelijk BIS en Sanscrit. Selectie mogelijke spoedlocaties op basis van analysegegevens onderzochte locaties uit Bis4AII en Sanscrit (humaan en ecologisch) voor de gemeente Venlo.
voorbeeld Witteveen+Bos Postbus 233 7400 A E Deventer telefoon 0570 69 79 11 fax 0570 69 73 44
onderwerp
Voortgangsrapportage
- periode x
projectcode referentie opgemaakt door datum opmaak
7
mei 2 0 1 3
bijlagen
aan kopie
1.
Inleiding
D e z e voortgangsrapportage
betreft de periode v a n x tot en met x.
Stand v a n Z a k e n 2.
Voortgang
W e r k z a a m h e d e n verricht: start binnenkort/ in uitvoer/ op schema?
Omschrijving
afgerond t i l l
Concept BKK en nota bodembeheer
start binnenkort
Opstellen toepassingskaart gebiedsspecifiek beleid
in uitvoer
Werksessie gebiedsspecifiek beleid
afgerond
r
m
Opstellen ontgravingskaart generiek beleid
afgerond
K
H
Tussentijdsoverleg evaluatie gebiedsindeling, uitbijters en aanvullend bodemonderzoek
afgerond
Beknopte toelichting op w e r k z a a m h e d e n :
3.
Wijzigingen
T e n opzichte van het plan van aanpak, de gemaakte afspraken en/of de planning zijn de wijzigingen opgetreden. Wijziging
Invloed op tijd?
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport ZT69-1 -P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Invloed op kosten?
Het overzicht van nog goed te keuren mutanten en de al goedgekeurde mutanten is opgenomen in bijlage. 4. Knelpunten Belangrijkste knelpunten: nr.
omschrijving
beheersmogelijkheden
actiehouder
1
Wel of geen verruiming ter plaatse van
toelichten consequenties en mogelijkheden
W+B
Opzoek naar achtervang
Omgevingsdienst
industrie terreinen 2
Langdurige ziekte contactpersoon gemeente X
3 4 5 6
5. Planning Er is een planning gemaakt bij de start v a n het project. Zijn hierop nog wijzigingen van toepassing .
Akkoord, Datum: Projectleider:
Datum: Projectleider [Opdrachtgever]:
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport ZT89-1-P'posm/001 d.d. 15 mei 2013
BIJLAGE V
PLANNING
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport ZT69-1 -P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
«eek 1 week 1 week 1 week 1 week 1 week 1 week 1 week 1 week 1 week 2 35 36 37 38 39 40 41..,; 42 43 44
a
Deadline
week 2 45.
week 2 week 2 46....'.„47,
week 2 48
week 2 : week 2 ; week 2 .49 50 51
week 2 . week 2 week 3 52 1 ...2
week 3 .week 3 3...., ....4.,..
Onderhavig project wordt uitgevoerd onder één of meerdere van onderstaande certificeringen v a n Witteveen+Bos. In de hoofdtekst is a a n g e g e v e n welke certificeringen op dit onderzoek van toepassing zijn.
ISO 9001 Onze diensten binnen de werkvelden van water, infrastructuur, ruimte en milieu en bouw zijn gecertificeerd volgens de ISO 9001. Deze certificering heeft betrekking op de procedures die wij toepassen voor kwaliteitsborging, document- en gegevensbeheer, het management van middelen en personeel en het doorvoeren van verbeteringen. VCA" Witteveen+Bos voldoet aan de veiligheidsmanagementnorm V C A " , inclusief de Branchespecifieke Toelichting voor het werken bij Railinfrastructuur (BTR). Deze norm is van toepassingen op onze diensten die regelmatig buitenwerkzaamheden verrichten, waaronder de milieumeetdienst.
r (AS
Monsternemingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit Witteveen+Bos is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aangewezen als een onderzoeksinstelling die bemonsteringen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit uit mag voeren. Deze aanwijzing is gebaseerd op onze certificering conform de BRL SIKB 1000 (Monsterneming voor partijkeuringen) en geldt voor de monsterneming voor partijkeuringen van grond en baggerspecie (conform protocol 1001). Veldonderzoek bij milieuhygiënisch bodemonderzoek De milieudienst van Witteveen+Bos is gecertificeerd voor het uitvoeren van veldonderzoek voor milieuhygiënisch bodemonderzoek volgens de BRL SIKB 2000 (Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Deze certificering is van toepassing op: plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen conform VKB-protocol 2001; het nemen van grondwatermonsters conform VKB-protocol 2002; veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek conform VKB-protocol 2003; locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem conform VKB-protocol 2018. Milieukundige begeleiding bij bodemsaneringen Witteveen+Bos is gecertificeerd voor het verzorgen van milieukundige begeleiding conform de BRL SIKB 6000 (Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen en nazorg). Deze certificering is van toepassing op: milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden conform VKBprotocol 6001 (processturing en/of verificatie); milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden conform VKB-protocol 6002 (processturing en/of verificatie); milieukundige begeleiding van waterbodemsaneringen conform VKB-protocol 6003 (processturing en/of verificatie); milieukundige begeleiding van nazorg conform VKB-protocol 6004 (procesmonitoring en/of verificatie).
4» _
VKB Witteveen+Bos is lid en mede oprichter van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). \ \ Deze vereniging heeft als doel kwaliteitsborging en continue verbetering van milieutechnisch bodemonderzoek. Deze doelstelling wordt onder meer bereikt door het ontwikkelen en uitgeven van onderzoeksprotocollen. Deze protocollen zijn gebaseerd op vigerende normen en richtlijnen en voorzien onder meer in de uitvoering van interne controles, waarbij de kwaliteit en reproduceerbaarheid van metingen en waarnemingen wordt getoetst.
W i t t e v e e n + B o s . b i j l a g e VI b e h o r e n d e bij r a p p o r t ZT69-1 - P p o s m 001 d . d . 1 5 m e i 2 0 1 3
Chemisch onderzoek Witteveen+Bos besteedt het chemisch onderzoek in de regel uit aan laboratoria die beschikken over een accreditatie volgens NEN-EN-ISO 17025 voor de betreffende analyses. De laboratoria zijn tevens door het ministerie van Infrastructuur en Milieu erkend voor het uitvoeren van analyses onder AP-04 en AS3000.
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport ZT69-1 -P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Ü
RAMING PROJECTKOSTEN
| Witteveen
projectleider: drs. J . Lackin projectdirecteur: ir. W. Hendriks opgesteld door: drs. J . Lackin datum: 13 mei 2013
project: Regionale BKK Noord-West Utrecht opdrachtgever: Omgevingsdienst Regio Utrecht projectcode: ZT69-1-P Fk3 92,29 738 Corinne Koot
functieklasse medewerker uurtarief 2013 (incl. reis- en verblijfkosten) dagtarief 2013 (incl. reis- en verblijfkosten) naam projectmedewerker / functie in het team
Fk3 92,29 738
Fk4 113,42 907 Jasper Lackin
Bosl
Marnix Mosselman
^
Totale kosten in Euro
Bodemkwaliteitskaart 12
Controle aangeleverde bodeminformatie Verwerking beschikbare informatie
16
Indeling beheersgebied in deelgebieden
12
Evaluatie gebiedsindeling en uitbijters
40
Karakterisering van de BKK (ontgravingskaart)
40 30
Rapportage Resultaten weergeven in BKK (toepassingskaart gebiedsspecifiek beleid)
16 12
Definitieve rapportage en kaarten TOTAAL UREN KOSTEN
0 0
178 16.427
0 0
16.427
Nota Bodembeheer Notitie uitgangspunten en onderwerpen nota Inhoudsopgaven nota bodembeheer
12
Uitwerking gebiedsspecifiek beleid Concept Nota bodembeheer Definitieve Nota bodembeheer projectmanagement + kwaliteitsborging
30 48 16
TOTAAL UREN KOSTEN
4
16
122 11.259
8 8 4 0 0
24 2.722
13.981
Contactmomenten en projectmanagement Startoverleg Eerste tussentijds overleg: controle BIS-info, uitgangspunten nota en voorbereiding werksessie 1 Werksessie 1: onderscheidende kenmerken + verkenning nota Tweede tussentijds overleg: eva gebiedsindeling, uitbijters en gebiedsspecifiek beleid Werksessie 2: gebiedsspecifiek beleid: regionale keuzes Werksessie 3: gebiedsspecifiek beleid: definitieve keuzes Concept bespreking BKK en Nota
4
2 4 4
4 4
2 4 4 4
4 9
12 1.107
25 2.836
Voortgangsrapportages (3X) TOTAAL UREN KOSTEN
16 1.477
4
5.420
KOSTEN UREN
35.828
OFFERTE exclusief BTW
35.828
STELPOSTEN Alle aanvullende w e r k z a a m h e d e n worden uitgevoerd op basis van de daadwerkelijk besteden uren. Hierbij wordt het uurtarief gehanteerd z o a l s in de kostenraming is w e e r g e g e v e n . O m een inschatting te kunnen m a k e n van de kosten voor aanvullend invoer, bodemonderzoek of a a n p a s s i n g kaartmateriaal zijn hieronder enkele eenheidsprijzen w e e r g e g e v e n . Tijdens het project wordt in overleg eerst een raming afgegeven voor de aanvullende werkzaamheden. Invoer bodemgegevens Naar verwachting kan de invoerder tussen de 8-12 rapporten per dag invoeren. Dit wordt sterk bepaald door de complexiteit v a n de rapportage. De kosten worden per dag afgerekend en bedragen: invoer v a n nog niet ingevoerde rapporten E U R 2 0 , invoer v a n nog niet ingevoerde analyses (std pakket) E U R 20,-dagtarief van de invoer E U R 3 8 0 , Aanvullend veldwerk De kosten voor aanvullend veldwerk zijn sterk afhankelijk v a n het aantal te n e m e n monsters. Voorbereiding van het veldwerk (opstellen bemonsteringsplan, inzetten monsters, K L I C melding, coördinatie, e.d.) zijn op dit ogenblik niet te ramen. G l o b a a l m a k e n d e z e kosten 1/3 uit van het totaal aan kosten v a n het uit te voeren bodemonderzoek. Bij een grootschalig onderzoek liggen d e z e kosten lager. Het uurtarief voor de voorbereiding, coördinatie en verslaglegging zijn gelijk aan F K 3 uit de kostenraming E U R 92,29. De kosten voor een erkende boormeester zijn: Boring tot 0,5 meter E U R 12,50 Boring tot 2 meter E U R 22,50 Analyse van een standaard pakket bedraagt E U R 92,50 Aanpassing van de kaarten In onze aanbieding is rekening gehouden met a a n p a s s i n g e n van het kaartmateriaal van generiek naar gebiedsspecifiek beleid. Indien tussentijds veel a a n p a s s i n g e n gewenst zijn worden d e z e a a n p a s s i n g e n uitgevoerd op basis van de werkelijk bestede uren tegen de tariefstelling F K 3 uit de kostenraming E U R 92,29. Globaal kan worden gesteld dat kleine aanpassing aan het kaartmateriaal kan worden uitgevoerd binnen halve d a g . C o m p l e x e r e aanpassingen kosten één d a g . Onder kleine aanpassingen wordt verstaan: beperkt s a m e n v o e g e n van z o n e s , wijziging v a n kwaliteit, e.d. Grotere a a n p a s s i n g e n betreffen het opnieuw intekenen van zoneringen.
Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport ZT69-1-P/posm/001 d.d. 15 mei 2013
Witteveen & Bos De heer Lackin Westervoortsedijk 50 6827 A T Arnhem
Zeist, datum (dd maandnaam jjjj) Uw kenmerk: Ons kenmerk:
nvt Ons kenmerk
Behandeld door:
Jan Hijzelendoorn
Onderwerp:
Bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht
Geachte heer Lackin, Langs deze weg vragen wij u offerte uit te brengen voor het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en het ondersteunen van de Omgevingsdienst regio Utrecht bij het opstellen van gebiedsgericht bodembeleid voor het grondgebied van 5 gemeenten in de regio Noord-West Utrecht (De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort en Oudewater). Een overzichtskaartje met de geografische ligging van deze gemeenten is opgenomen in bijlage 1. Algemene informatie Onze dienst, de Omgevingsdienst regio Utrecht, bestaat sinds 1 juli 2012 en is voortgekomen uit een fusie tussen de oude Milieudiensten Noord-West (NWU) en Zuidoost Utrecht (ZOU). Voor de gemeenten in de regio Z O U (Bunnik, De Bilt, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede en Zeist) is onlangs een regionale bodemkwaliteitskaart en een Nota bodembeheer opgesteld en door de meeste gemeenten vastgesteld. Een samenvatting van de uitgangspunten van het opgestelde bodembeleid voor de gemeenten in de regio Z O U is opgenomen als bijlage 2. Opgemerkt wordt dat voor de gemeente Renswoude, een gemeente die ook in de regio Z O U valt, nog geen bodemkwaliteitskaart is opgesteld. In de regio N W U (De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort en Oudewater)) zijn in het verleden voor diverse gebieden bodemkwaliteitskaarten opgesteld, maar deze hebben inmiddels allemaal hun geldigheid verloren. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen waarin per gemeente aangegeven is welke bodemkwaliteitskaarten er in het verleden opgesteld zijn. Wat houdt het project in? Het doel van het project is het opstellen en vaststellen van een bodemkwaliteitskaart en een Nota bodembeheer (inclusief gebiedsgericht bodembeleid) voor het beheergebied van de 5 gemeenten (De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort en Oudewater). Mogelijk dat gedurende het project ook de gemeente Renswoude aanhaakt en/of de gemeente Woudenberg (is geen eigenaargemeente van de Omgevingsdienst regio Utrecht). Voor het opstellen van de offerte hoeft hier geen rekening mee gehouden te worden.
Kwaiiteitsdocument. versie 3.0. 3 juli 2012
De volgende projectfasen worden onderscheiden: 1. Voorbereidende fase (deze is inmiddels afgerond) 2. Participatiefase (vastleggen afspraken/uitgangspunten) 3. Aanbestedingsfase (uitvraag en beoordeling offertes) 4. Uitvoeringsfase (vaststellen programma van eisen, bewerken data, uitvoeren rekensessies, uitvoering aanvullend onderzoek, opstellen concept-bkk) 5. Beleidsfase (keuzes en uitwerking gebiedsgericht beleid en opstellen definitieve kaart) 6. Vaststellingsfase (vaststellen kaart en nota bodembeheer door gemeenten) Voorbereidingsfase
Tijdens de voorbereidingsfase zijn er analyseresultaten van een groot aantal mogelijk bruikbare rapporten in SQUIT Bodem ingevoerd (in totaal zijn er c a . 500 rapporten van na 1 juli 2003 ingevoerd) en zijn de aanwezige bodemgegevens geïnventariseerd en gecontroleerd. Op basis hiervan zijn er door Oranjewoud conclusies getrokken en voorstellen gedaan omtrent: indeling van homogene deelgebieden en het aantal beschikbare en eventueel nog benodigde waarnemingen; mogelijke beleidskeuzes die nog gemaakt moeten worden voor zones waar gebiedsspecifiek beleid voorgesteld wordt. De resultaten van de voorbereidingsfase zijn samengevat in een rapportage. Deze rapportage is los bijgevoegd bij deze offerte (bijlage 4). Wat houdt de opdracht in? De offerte heeft betrekking op fasen 4 en 5, namelijk: Uitvoeringsfase (fase 4): o opstellen Programma van eisen; o uitvoeren rekensessies; o opstellen voorstel zone-indeling; o uitvoeren veldwerk voor aanvullende waarnemingen; o opstellen van de concept-bodemkwaliteitskaart (ontgravingskaart, toepassingskaart, e.d.) volgens het in het Besluit bodemkwaliteit beschreven stappenplan. Beleidsfase (fase 5): o maken van een bodemkwaliteitskaart die vervolgens vastgesteld wordt door de colleges van B&W; o ondersteuning van de Omgevingsdienst regio Utrecht bij het opstellen van gebiedsgericht bodembeleid (bepalen van Lokale Maximale Waarden). Globale planning: Het streven is er op gericht om eind 2013 gebiedsgericht beleid op ambtelijk niveau vast te stellen. De uitvoeringsfase loopt voor de 5 gemeenten gelijk. Door Oranjewoud is een planning opgesteld (zie bijlage 5). Om eind 2013 zowel de bodemkwaliteitskaart als het gebiedsgerichte bodembeleid (op ambtelijk niveau) vast te kunnen stellen zullen de Uitvoeringsfase en de Beleidsfase deels parallel aan elkaar moeten worden uitgevoerd. Hiermee dient in de offerte rekening gehouden te worden. Stelposten Invoer bodemgegevens: Omdat mogelijk nog extra bodem rapporten moeten worden ingevoerd zouden we graag ook een prijs voor het invoeren van bodemgegevens in SQUIT Bodem als stelpost opgenomen zien in de offerte. De invoer vindt plaats bij de Omgevingsdienst regio Utrecht (kantoor Breukelen). Een werkplek en toegangsaccount voor SQUIT Bodem zal beschikbaar gesteld worden. De rapporten en dossiers kunnen niet uitgeleend worden. Ik verzoek u de kosten te specificeren voor de volgende onderdelen: Invoer van analyseresultaten (betreft reeds tot onderzoeksniveau in SQUIT Bodem ingevoerde rapporten); Invoer van nog niet ingevoerde rapporten (tot analyseniveau). De prijs per in te voeren rapport moet duidelijk zijn aangegeven per onderdeel (uitgaande van een standaardrapport met 2 bovengrond(meng)monsters en 1 ondergrond(meng)monster. Ook zal het uurtarief moeten worden aangegeven, inclusief een verwachting wat de productie per uur zal zijn.
Kwaliteilsaocumem, versie 3.0, 3 juli 2012
Thans is nog niet precies bekend hoeveel aanvullende waarnemingen nog benodigd zijn. Aanpassen van de kaarten: Het kan zijn dat vanwege het gebiedsgericht beleid de kaarten moeten worden aangepast. Daarom dient hiervoor een stelpost in de offerte te worden opgenomen. Bodemfunctieklassenkaarten: Er zijn voor alle gemeenten in de regio N W U Bodemfunctieklassenkaarten vastgesteld, waarbij alleen de gebieden die in de bodemfunctieklasse Wonen vallen zijn aangegeven (de kaarten zijn als shapefile beschikbaar). Er zijn geen gebieden ingedeeld in de bodemfunctieklasse Industrie. Mogelijk dienen de Bodemfunctieklassenkaarten nog geüpdate te worden. Hiervoor dient een stelpost in de offerte te worden opgenomen. Uitgangspunten/voorwaarden Kaarten en data: De data-analyse die Oranjewoud gemaakt heeft is beperkt. Om een volledige data-analyse uit te kunnen voeren zal een E X C E L - d a t a b a s e beschikbaar gesteld worden met alle tot nu toe ingevoerde analyseresultaten en overige relevante gegevens zoals: dieptetraject, adresgegevens van de onderzoekslocatie, datum onderzoek, onderzoekshypothese, soort onderzoek, percentage gemeten L/H, vindplaats in het archief. Indien gewenst kan er ook een dump van SQUIT Bodem geleverd worden. Hierbij dient zeer exact aangegeven te worden aan welke eisen deze dump moet voldoen. Dit geldt ook voor eventueel aan te leveren overige informatie. Voor wat betreft bodembeleid zal zoveel mogelijk aansluiting gezocht worden met het bodembeleid dat geldt in de regio Z O U . De volledige versie van de Nota bodembeheer Z O U kan desgewenst ter beschikking worden gesteld. De bodemkwaliteitskaart moet opgesteld worden volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten (meeste recente versie) en bijlage M van de Regeling bodemkwaliteit. De volgende kaarten zullen in ieder geval gemaakt moeten worden: Ontgravings- en Toepassingskaart Bodemverwachtingskaart (voor die gebieden waarvoor Lokale Maximale Waarden moeten vastgesteld).
worden
De te vervaardigen kaarten moeten geleverd worden als shapefiles, die in te lezen zijn in Geoloket, SQUIT Bodem en S Q U I T - X O . De gegevens zoals weergegeven op de papierenkaart moeten in 1 shapefile staan, dus niet meerdere verschillende shapes per kaartlaag. De kaarten moeten geografisch aansluiten op de reeds gemaakte bodemkwaliteitskaarten, zodat na oplevering de kaarten gepubliceerd kunnen worden op het Geoloket. Aanvullend onderzoek (veldwerk): In geval van opdrachtverstrekking gaan wij er vanuit dat u zelf zorg draagt voor toegang tot de onderzoekslocatie en voor informatie over de ligging van kabels en leidingen. Vóór uitvoering van het veldwerk dient het boorplan aan ons te worden voorgelegd en door ons te worden goedgekeurd. De werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden met in achtneming van alle erkenningen en certificeringen conform KWALIBO. Overige zaken: Wij vinden een goede communicatie vooraf en tijdens de uitvoering zeer belangrijk. Wij verwachten, op verzoek, graag tussentijds de boorbeschrijvingen, analyseresultaten en (handmatig) opgestelde tekeningen met de ligging van de boringen van u te kunnen ontvangen. Wij verzoeken u de rapportage in conceptvorm aan te leveren en ons eventuele commentaar op het concept in het definitieve rapport te verwerken. Voor ons Bodem informatie-systeem stelt u een digitale versie van het rapport (inclusief bijlagen) beschikbaar in pdf-format. Ook de overige door u gemaakte bestanden ontvangen wij na afronding van de opdracht graag digitaal. Wat valt buiten de offerte-aanvraag Buiten de offerte valt het ontwikkelen van een interactieve webapplicatie om op een eenvoudige wijze de gegevens van de bodemkwaliteitskaart te kunnen raadplegen en uit te wisselen, waardoor met een paar muisklikken de
Kwaliteitsdocument, versie 3.0. 3 juli 2012
toepassingsmogelijkheden van grond inzichtelijk worden. Ideeën en tips en ervaringen of een visie hierop zijn uiteraard van harte welkom. Dat geldt overigens ook voor de overige onderdelen van de opdracht. Mogelijk maakt het opstellen van een waterbodemkwaliteitskaart ook onderdeel uit van de opdracht. Hierover moet nog overeenstemming bereikt worden met de waterschappen Waternet en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en met gemeenten. Graag vernemen we uw visie op de eventuele meerwaarde van een waterbodemkwaliteitskaart en/of gebiedsgericht beleid voor de baggerproblematiek in de regio N W U . Algemene Voorwaarden Op een eventuele opdracht zijn de Inkoopvoorwaarden van toepassing die aan deze brief zijn gehecht als bijlage 6. Eventuele algemene voorwaarden van de wederpartij worden uitdrukkelijk verworpen. Ik verzoek u om de offerte uit te brengen voor 8 mei aanstaande. De opdrachtverlening zal pas plaatsvinden na goedkeuring van gemeenten, aangezien dit een lang proces kan zijn vragen wij u uw offerte stand te laten houden tot 1 september 2013. In uw offerte dient u onderscheid te maken in de kosten voor de verschillende fases. Tevens dient u de kosten voor het veldwerk apart te offreren, zodat inzichtelijk is wat de kosten zijn wanneer aanvullende boringen en analyses verricht worden. Ik verzoek u bij de offerte een overzicht op te nemen van de C V ' s van de medewerkers die voor de opdracht ingezet zullen worden en een overzicht van de relevante projecten die door uw bureau zijn uitgevoerd, met vermelding van contactpersonen van de opdrachtgever. Verder wordt verzocht een plan van aanpak en de verwachte doorlooptijd aan te geven. Voor nadere informatie kan contact opgenomen worden met de heer Hijzelendoorn te bereiken op telefoonnummer 0346-26 06 53 en per email
[email protected]. In de periode 25 april - 7 mei kunt u contact opnemen met mevr. M. de Jong, tel. 030 - 699 99 593 of email:
[email protected].
Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van de gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort en Oudewater,
Nienke Sikkema directeur
bijlagen:
Ligging gemeenten waarvoor een bodemkwaliteitskaart wordt opgesteld Samenvatting Nota Bodembeheer gemeenten regio ZOU Overzicht oude bodemkwaliteitskaart Rapport voorbereiding regionale bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht Planning Inkoopvoorwaarden
doc.ref cc intern cc.
documentl
Kwaliteitsdocument, versie 3.0, 3 juli 2012
Bijlage 1 Ligging gemeenten waarvoor een bodemkwaliteitskaart wordt opgesteld
0 eigenaaroemeente
Werkgebied De Omgevingsdienst regio Utrecht werkt voor gemeenten, andere oveftsetdsinstelingen en opdrachtgevers in Midden-Nederland. Het eigenaarschap van de Omgevingsdienst ligt op dit moment bij de volgende deelnemers in de Wgr-regeling: • Bunnik • De Bilt • De Rónde Venen V • tVlonrfoort V • Oudewater V • Renswoude • Rhenen * «Stichtte Vecht • Utrechtse Heuvelrug « Veenendaal • Vanen •Wijkbij Duurstede • Woerden V • Zeist
gemeenten waarvoor de bodemkwaliteitskaart en de nota bodembeheer wordt opgesteld (huidige offerte-aanvraag)
Kwaiiteitsdocument, versie 3.0. 3 juli 2012
Bijlage 2 Samenvatting Nota Bodembeheer voor gemeenten in de regio ZOU De Nota is een regionaal samenwerkingsproject tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede en Zeist. Voor het recreatiegebied Het Noorderpark is samengewerkt met Utrecht. De basis van deze Nota is een regionale bodemkwaliteitskaart en de volgende uitgangspunten: • heldere, eenduidige en praktische regels in de regio;vermindering lasten voor bewoners en ondernemers (administratief, bodemonderzoek, afzet van grond); • goede balans tussen beschermen van de bodem en zijn gebruikers en het nuttig hergebruiken van grond en baggerspecie. De regionale bodemkwaliteitskaart bestaat uit twaalf bodemkwaliteitszones. Iedere zone heeft een bepaalde bodemkwaliteitsklasse. De bodem kwaliteitsklasse geeft aan wat de kwaliteit is van bodem. De huidige/beoogde functie van de bodem is in de bodemfunctieklassenkaart aangegeven. Een combinatie van de bodemkwaliteitsklasse en de bodemfunctieklassenkaart vormt de basis voor de ontgravingskaart, die informatie geeft over de gemiddelde kwaliteit van de vrijkomende grond, en de toepassingskaart en die aangeeft aan welke kwaliteit toe te passen grond minimaal moet voldoen. Diegene die grond wil verzetten zullen deze twee kaarten (ontgravingskaart en toepassingskaart) in de praktijk gaan gebruiken. Regionaal gebiedsspecifiek grondstromenbeleid De hoofdregel van de Nota bodembeheer is dat hergebruik van grond binnen de regio is toegestaan zonder voorafgaand onderzoek mits: • de locatie waar grond vrijkomt onverdacht is; • de kwaliteit van grond die vrijkomt (zie ontgravingskaart) voldoet aan de toepassingseis (zie toepassingskaart); • de toepassing is gemeld bij het landelijk meldpunt bodemkwaliteit.. Behalve deze hoofdregel zijn er ook een aantal gebiedsspecifieke beleidsregels opgesteld. Deze betreffen: • gebiedsspecifieke normen voor de stofgroep PolyChloorBifenylen (afgekort als P C B ' s ) ; • gebiedsspecifieke normen voor grond afkomstig uit (voormalig) boomgaarden vanwege diffuse verontreiniging met organochloor-bestrijdingsmiddelen (afgekort als O C B ' s ) ; • gebiedsspecifieke normen voor hergebruik van grond binnen de bodemkwaliteitszone 'ophooglaag Noorderpark'; • bodemonderzoek voor grond afkomstig uit de kernen van Vianen, Wijk bij Duurstede en Veenendaal, vanwege het voorkomen van historische verontreinigingen; • de mogelijkheid om af te wijken van de regels bij toepassing van grond op industrieterreinen en bedrijfstereinen; • een verscherping van het toegestane percentage bijmenging van bodemvreemd materiaal voor toepassingen in het landelijk gebied; • hergebruik van grond afkomstig van wegbermen; • omgaan met grond bij kabels, leidingen en riolering; • het gebruik van de bodemkwaliteitskaart voor een omgevingsvergunning bouwen; • het mogelijk maken van grond- en baggerstromen tussen de gemeenten die in de regio Zuidoost-Utrecht zijn gelegen, inclusief een deel van het recreatiegebied 'Het Noorderpark' dat op het grondgebied van de gemeente Utrecht is gelegen.
Kwaliteitsdocument, versie 3.0. 3 juli 2012
Bijlage 3 Overzicht oude bodemkwaliteitskaarten Gemeente Woerden: Landelijk gebied gemeente Woerden (incl. toemaakdekgebied) Binnenstad kern Woerden Kassengebied Harmelerwaard Driebruggen (heel beperkt) Gemeente De Ronde Venen: hele grondgebied (incl. toemaakdekgebied) Gemeente Stichtse Vecht: Maarssen (Noorderpark) Legakkers Loenen en Breukelen Maarssenbroeklocatie (bkk-achtige aanpak voor grondverzet gehanteerd) Bethunepolder Gemeente Montfoort: Lopikerwaard Gemeente Oudewater: (voornamelijk) bebouwd gebied Lopikerwaard
Kwaliteitsdocument, versie 3.0, 3 juli 2012
Bijlage 4 Rapport voorbereiding regionale bodemkwaliteitskaart Noord-West Utrecht
Kwaliteitsdocument. versie 3.0, 3 juli 2012
Bijlage 5 Planning
Kwaliteitsdocument, versie 3.0, 3 juli 2012
Omgevingsdienst (5
Bijlage 6 Inkoopvoorwaarden
regio Utrecht
ALGEMENE INKOOPVOORWAARDEN OMGEVINGSDIENST REGIO UTRECHT
ISO 9001
a n 14001
grartifïeMrd
Van: de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht, Laan van Vollenhove 3211, 3706 A R Zeist
Definities: In deze inkoopvoorwaarden wordt verstaan onder: Omgevingsdienst regio Utrecht: koper, opdrachtgever Wederpartij : verkoper, leverancier, opdrachtnemer Partijen : de Omgevingsdienst regio Utrecht en de wederpartij Producten : goederen en diensten. 1. Toepasselijkheid: 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, opdrachten en overeenkomsten met betrekking tot de levering van producten aan de Omgevingsdienst regio Utrecht door de wederpartij. 1.2 De algemene inkoopvoorwaarden zijn volledig van toepassing, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. 1.3 Indien enige bepaling van deze algemene voorwaarden nietig is of vernietigd wordt, zullen de overige bepalingen van deze algemene voorwaarden volledig van kracht blijven. 1.4 In geval van strijdigheid tussen hetgeen afzonderlijk tussen partijen schriftelijk is overeengekomen en deze voorwaarden prevaleert het expliciet afzonderlijk overeengekomen, de overige algemene voorwaarden blijven onverkort van toepassing. 1.5 Toepasselijkheid van eventuele algemene voorwaarden van de wederpartij wordt uitdrukkelijk verworpen, ook voor later te verstrekken opdrachten c.q. meer- en minder-werken. 2. Offertes, orders en totstandkoming van de overeenkomst: 2.1 Alle aanbiedingen van een wederpartij dienen schriftelijk te worden gedaan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. 2.2 Een schriftelijke offerte van een wederpartij is bindend en onherroepelijk gedurende een termijn van dertig dagen nadat deze de Omgevingsdienst regio Utrecht heeft bereikt, tenzij de uitnodiging tot het doen van een aanbod een afwijkende termijn inhoudt. In het geval van een inschrijving is de offerte onherroepelijk gedurende 30 dagen na sluiting van de inschrijving, tenzij deze een afwijkende termijn inhoudt. 2.3 De overeenkomst komt tot stand indien door de Omgevingsdienst regio Utrecht een schriftelijke opdracht bij de wederpartij wordt geplaatst of wanneer de onherroepelijke offerte wordt aanvaard. 2.4 Indien bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik gemaakt wordt van door de Omgevingsdienst regio Utrecht ter beschikking gestelde of door haar goedgekeurde tekeningen, modellen, specificaties, instructies, keu rings voorschriften en dergelijke, maken deze deel uit van de overeenkomst. 2.5 Wijziging of aanvulling van de overeenkomst kan alleen schriftelijk plaatsvinden. 3. Prijs 3.1 De door partijen overeengekomen prijs is exclusief BTW en omvat alle kosten in verband met de nakoming van de verplichtingen van de wederpartij, waaronder in ieder geval wordt begrepen de prijs van de te leveren producten, de transportkosten en alle overige af leveringskosten. De wederpartij geeft telkens aan welk BTW-tarief van toepassing is. 3.2 Op de factuur staat de contactpersoon van de Omgevingsdienst regio Utrecht vermeld. 3.3 De prijs is vast voor de duur van de overeenkomst, tenzij de overeenkomst omstandigheden vermeldt die tot prijsaanpassing kunnen leiden en de wijze waarop de aanpassing plaatsvindt. 3.4 Eventuele prijsaanpassingen kunnen pas dan worden geëffectueerd, nadat de Omgevingsdienst regio Utrecht hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 3.5 Indien zich na het sluiten van de overeenkomst omstandigheden voordoen die bij de totstandkoming van de overeenkomst niet waren te voorzien en die hun invloed hebben op prijsbepalende factoren als loonkosten of materiaalprijzen, is de wederpartij niet gerechtigd de Omgevingsdienst regio Utrecht hiervoor een prijsverhoging te berekenen, tenzij de Omgevingsdienst regio Utrecht hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 3.6 De prijs wordt vermeld in Euro's. 3.7 De prijzen zijn gebaseerd op de leveringsconditie Delivery Duty Paid op de overeengekomen plaats van levering. 4. Leveringscondities 4.1 De levering geschiedt conform de toepasselijke bepalingen van " Incoterms", laatste versie, uitgegeven door de internationale Kamer van Koophandel. 4.2 Levering geschiedt Delivery Duty Paid (franco inclusief rechten), op de overeengekomen plaats van levering, op het overeengekomen tijdstip en binnen de overeengekomen termijn. 4.3 De Omgevingsdienst regio Utrecht behoudt zich het recht voor niet overeengekomen (deel)leveringen voor rekening en risico van de wederpartij te retourneren, in geval niet de overeengekomen hoeveelheden en/of kwaliteit worden geleverd en in geval deze afwijking groter is dan binnen de desbetreffende branche gebruikelijk, is de Omgevingsdienst regio Utrecht gerechtigd het meerdere en in geval van minder de gehele levering te weigeren en/of voor rekening van de wederpartij te retourneren.
materialen zijn vervaardigd. 6.2 De wederpartij garandeert verder dat het geleverde voldoet aan alle relevante wettelijke bepalingen of andere van overheidswege ter zake gegeven voorschriften betreffende o.a. kwaliteit, milieu, veiligheid en gezondheid. 6.3 Indien de Omgevingsdienst regio Utrecht constateert dat het geleverde niet geheel of slechts gedeeltelijk voldoet aan hetgeen de leverancier conform de leden 1 en 2 van dit artikel heeft gegarandeerd, zal wederpartij, onverminderd het recht van de Omgevingsdienst regio Utrecht op schadevergoeding, alle gebreken die ontstaan zijn tijdens de garantieperiode, onmiddellijk en op eerste schriftelijk verzoek van de Omgevingsdienst regio Utrecht en op kosten van wederpartij binnen de door de Omgevingsdienst regio Utrecht bij aanzegging gestelde redelijke termijn volkomen herstellen dan wel vervangen door dezelfde producten. 6.4 Indien spoed geboden is, kan de Omgevingsdienst regio Utrecht onverminderd haar overige rechten, herstel of vervanging door derden laten verrichten voor rekening van de wederpartij. 7. Verpakking, verzekering, transport 7.1 De producten moeten behoorlijk verpakt (tenzij de aard van de goederen zich daartegen verzet) en op zodanige wijze beveiligd worden dat zij bij normaal vervoer de plaats van bestemming in goede staat bereiken, en het lossen aldaar veilig kan geschieden. 7.2 De wederpartij zal zich ten genoegen van de Omgevingsdienst regio Utrecht voldoende verzekeren tegen redelijkerwijze aanwezig te achten risico's gedurende het transport. 7.3 Alle verpakkingen, met uitzondering van leenemballage, worden bij levering eigendom van de Omgevingsdienst regio Utrecht. Als de Omgevingsdienst regio Utrecht dit wenst dient de wederpartij emballage terug te nemen zonder daarvoor de Omgevingsdienst regio Utrecht kosten in rekening te brengen. 7.4 De wederpartij dient de producten te verpakken volgens de geldende normen van de milieuwetgeving. 8. Milieugevaarlijke stoffen 8.1 Indien de aangeboden en te leveren producten milieugevaarlijke stoffen bevatten, die vrij kunnen komen zowel tijdens het normale gebruik, alsook bij storingen, reparaties, onderhoud of calamiteiten, het verwijderen, opslaan, storten, verplaatsen, afvoeren, dan wel vernietigen aan het einde van de levensduur van de desbetreffende producten, dient de wederpartij daarvan uiterlijk voor het tot stand komen van de overeenkomst schriftelijk melding te doen aan de Omgevingsdienst regio Utrecht en dient de wederpartij bij de aflevering een duidelijke instructie te voegen met preventieve maatregelen hoe het vrijkomen dient te worden voorkomen. Bovendien dient de wederpartij de maatregelen te vermelden, die getroffen dienen te worden om medewerkers van de Omgevingsdienst regio Utrecht in geval van vrijkomen van deze stoffen te beschermen. 9. Wijzigingen 9.1 De Omgevingsdienst regio Utrecht is op redelijke gronden bevoegd in overleg met de wederpartij de omvang en/of de hoedanigheid van de te leveren producten en/of prestaties te wijzigen. Wijzigingen worden schriftelijk medegedeeld. 9.2 De wederpartij mag geen wijzigingen aanbrengen of uitvoeren zonder schriftelijke toestemming of schriftelijke opdracht van de Omgevingsdienst regio Utrecht. 9.3 Indien een wijziging naar het oordeel van de wederpartij gevolgen heeft voor de overeengekomen vaste prijs en/of het tijdstip van levering, is hij verplicht, alvorens aan de wijziging gevolg te geven, de Omgevingsdienst regio Utrecht hieromtrent zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen 8 werkdagen na de kennisgeving van de verlangde wijziging, schriftelijk te informeren. Indien deze gevolgen voor de prijs en/of levertijd naar het oordeel van de Omgevingsdienst regio Utrecht onredelijk zijn, zullen partijen hierover in overleg treden. 9.4 Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt kan de wederpartij daaraan geen rechten ontlenen en neemt de Omgevingsdienst regio Utrecht daardoor geen plichten op zich anders dan die voortvloeien uit de bestaande overeenkomst. 10. Uitvoering en kwaliteit van diensten 10.1 Het resultaat van de geleverde diensten dient te voldoen aan het gestelde in de overeenkomst. De diensten dienen met goed vakmanschap te zijn uitgevoerd. De wederpartij zal voor het verrichten van diensten uitsluitend gebruik maken van betrouwbare en vakkundige personen. 10.2 De ingevolge de overeenkomst op te stellen documenten dienen te voldoen aan door de Omgevingsdienst regio Utrecht aangegeven vormvereisten en worden voor de definitieve indiening in concept aan de Omgevingsdienst regio Utrecht voorgelegd, waarbij een redelijke beoordefingstermijn voor de Omgevingsdienst regio Utrecht in acht wordt genomen. De wederpartij is gehouden het commentaar van de Omgevingsdienst regio Utrecht in de definitieve versie te verwerken, tenzij dit in redelijkheid niet van de wederpartij kan worden gevergd.
5. Levering / levertijd 5.1 De wederpartij is verplicht de overeenkomst binnen de in de overeenkomst vermelde termijn(en) uit te voeren. 5.2 De wederpartij dient dreigende levertijdoverschrijding onverwijld schriftelijk te melden aan de Omgevingsdienst regio Utrecht, onder vermelding van de omstandigheden die dit veroorzaken. 5.3 Wederpartij schiet vanaf de overeengekomen uitvoerings-/leveringstermijn(en) tekort in de nakoming van een verplichting, zonder dat daartoe een ingebrekestelling is vereist, als wederpartij niet op de overeengekomen leverdatum of niet in overeenstemming met de overeengekomen verplichtingen voor of op de overeengekomen leverdatum de producten aflevert of de diensten verricht. De wederpartij zal de maatregelen aangeven welke noodzakelijk zijn om de uit dit verzuim voor de Omgevingsdienst regio Utrecht voortvloeiende problemen zoveel mogelijk te beperken . Onverlet het bepaalde in artikel 22 draagt de wederpartij alle daaruit voortvloeiende schade voor de Omgevingsdienst regio Utrecht. 5.4 In geval de Omgevingsdienst regio Utrecht wegens bijzondere omstandigheden niet in staat is de levering op het overeengekomen tijdstip te ontvangen dan wel de te verrichten diensten niet kunnen worden uitgevoerd, zal de wederpartij op verzoek van de Omgevingsdienst regio Utrecht de levering of de te verrichten diensten uitstellen gedurende een door de Omgevingsdienst regio Utrecht te bepalen redelijke periode. 5.5 Bij overschrijding van de levertijd als gevolg van overmacht aan de zijde van de wederpartij of als gevolg van het niet tijdig aan de wederpartij ter beschikking stellen van goederen, diensten, tekeningen, berekeningen en andere voor de wederpartij noodzakelijk geachte gegevens, ontstaat geen recht tot annulering van de opdracht dan wel ontbinding van de overeenkomst, noch tot weigering van goederen of uitvoering van werken of het eisen van enige schadevergoeding, indien en voor zover de Omgevingsdienst regio Utrecht schriftelijk verklaart met de overschrijding van de levertijd akkoord te zijn.
11. Personeel 11.1 De wederpartij zal bij een overeenkomst voor het verrichten van diensten eigen werknemers inzetten, dan wel door haar opgeleide uitzendkrachten. Het is de wederpartij, behoudens toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht, niet zondermeer toegestaan eenmaal ingezet personeel te vervangen tijdens de uitvoering van de overeenkomst. Indien een personeelslid van de wederpartij moet worden vervangen, zal de wederpartij zorgdragen voor een adequate vervanging waarbij in geen geval sprake is van een vermindering van het kwaliteitsniveau. De daarmee gemoeide kosten, bijvoorbeeld voor het inwerken, is voor rekening van de wederpartij. Bij vakantie of ziekte van ingezet personeel vindt direct, dan wel binnen vier (4) uren vervanging plaats. 11.2 Het inschakelen van werknemers van derden is slechts mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht. 11.3 De wederpartij is en blijft te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor de nakoming van de uit hoofde van de overeenkomst op haar rustende verplichtingen die voortvloeien uit de belastingwetgeving en sociale verzekeringswetgeving. Wederpartij draagt dan ook zorg voor de afdracht van de omzetbelasting, de loonbelasting en de premies sociale verzekeringswetten die zijn verschuldigd naar aanleiding van het uitvoeren van de overeenkomst en zal in dit opzicht de Omgevingsdienst regio Utrecht volledige vrijwaren tegen aanspraken ter zake. Indien werkzaamheden ter uitvoering van de overeenkomst langer duren dan drie maanden heeft de Omgevingsdienst regio Utrecht het recht ieder kwartaal een schriftelijke opgave te ontvangen van de accountant van de wederpartij waaruit diens nakoming van zijn verplichting tot afdracht blijkt. 11.4 Indien de Omgevingsdienst regio Utrecht hiervoor gegronde redenen heeft kan zij aan personen die zijn ingezet bij de uitvoering van de overeenkomst de toegang tot haar terreinen en gebouwen ontzeggen. In dat geval is de wederpartij gehouden zo spoedig mogelijk voor acceptabele vervanging te zorgen conform het gestelde in lid 1 van dit artikel. Indien partijen in overleg niet kunnen komen tot een acceptabele wijziging of vervanging van de aangewezen perso(o)n(en) is de Omgevingsdienst regio Utrecht gerechtigd de overeenkomst te beëindigen en geidt het bepaalde in artikel 21.
6. Kwaliteit en garantie 6.1 De wederpartij garandeert dat alle geleverde producten en de eventuele installatie en/of montage van de producten beschikken over de eigenschappen en specificaties die zijn overeengekomen en dat de geleverde producten vrij zijn van gebreken en van deugdelijke
12. Aanvullende diensten 12.1 Indien de wederpartij tijdens het verrichten van de diensten ontdekt dat aanvullende werkzaamheden noodzakelijk zijn die tijdens het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijs niet konden worden voorzien, dient de wederpartij hiervan zo spoedig mogelijk melding te maken bij
Kwaliteitsdocument. versie 3.0. 3 juli 2012
de Omgevingsdienst regio Utrecht. De aanvullende werkzaamheden kunnen slechts na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht voor haar rekening worden uitgevoerd. 13. Hulpmiddelen 13.1 De wederpartij draagt zelf zorg voor de noodzakelijke (hulp)materialen, gereedschappen, machines, werkkleding en veiligheidsmiddelen. 13.2 Voor het gebruik van materialen, gereedschappen en machines van de Omgevingsdienst regio Utrecht dient de wederpartij te beschikken over voorafgaande toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht. Het gebruik is voor rekening en risico van de wederpartij en de wederpartij is volledig aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik mocht ontstaan. 13.3 Door de Omgevingsdienst regio Utrecht ter beschikking gestelde dan wel voor rekening van de Omgevingsdienst regio Utrecht door de wederpartij aangeschafte of vervaardigde materialen, tekeningen, modellen, instructies, specificaties en overige hulpmiddelen blijven eigendom van de Omgevingsdienst regio Utrecht c.q. worden eigendom van de Omgevingsdienst regio Utrecht op het moment van aanschaf of vervaardiging. 13.4 De wederpartij is verplicht de in het vorige lid bedoelde hulpmiddelen voor zover mogelijk te merken als herkenbaar eigendom van de Omgevingsdienst regio Utrecht, deze in goede staat te houden en voor zijn risico te nemen, zolang de wederpartij ten aanzien van de hulpmiddelen als houder optreedt. 13.5 Verandering aan bedoelde hulpmiddelen evenals het aanwenden van deze hulpmiddelen voor of tn verband met enig ander doel dan de levering aan de Omgevingsdienst regio Utrecht, is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Omgevingsdienst regio Utrecht. Goedkeuring laat de garantieverplichtingen van de wederpartij echter onverlet. 14. Risico-en eigendomsovergang 14.1 De eigendom en het risico van de producten gaan over op de Omgevingsdienst regio Utrecht op het moment dat de wederpartij het product in de macht van (of ter beschikking van) de Omgevingsdienst regio Utrecht heeft gesteld, zo nodig heeft gemonteerd en geïnstalleerd en de Omgevingsdienst regio Utrecht de producten heeft goedgekeurd. 14.2 Indien de Omgevingsdienst regio Utrecht de goederen echter afkeurt, bij controle niet akkoord bevindt of op goede gronden het recht op ontbinding van de overeenkomst of vervanging van de goederen inroept, zijn zij van de aanvang af voor rekening van de wederpartij gebleven. 14.3 De Omgevingsdienst regio Utrecht behoudt zich het recht van eigendom voor van al haar ter beschikking gestelde materialen, zoals grondstoffen, hulpstoffen en software, ook indien deze zijn verwerkt tot een nieuw product. 14.4 Indien door de Omgevingsdienst regio Utrecht in het kader van de overeenkomst tot het leveren van een prestatie in de vorm van een dienst of een advies deelbetalingen worden verricht vooruitlopend op de gehele levering van deze dienst of dit advies, verschaft de wederpartij de Omgevingsdienst regio Utrecht de eigendom van de rechten op dat deel dat reeds werd geleverd. Het staat de Omgevingsdienst regio Utrecht vrij over deze resultaten te beschikken, zoals bepaald in de oorspronkelijke overeenkomst 14.5 De wederpartij dient de eigendommen van de Omgevingsdienst regio Utrecht als zodanig te markeren en veilig te bewaren tot het moment van aflevering aan de Omgevingsdienst regio Utrecht. De wederpartij zal derden geen toegang tot deze goederen verlenen of deze op tentoonstellingen laten zien of hierover beschikken of aan derden ter beschikking stellen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht. 15. Betaling 15.1 Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen zal betaling plaatsvinden binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur, mits de levering is goedgekeurd en alle bijbehorende bescheiden door de Omgevingsdienst regio Utrecht zijn ontvangen. 15.2 De facturen zullen tenminste de volgende gegevens bevatten: - Volledige naam en (post)adres van de Omgevingsdienst regio Utrecht - Factuurdatum - Nummer van de opdracht en/of specificatie van de geleverde goederen en/of diensten - aam Opdrachtgever - Omschrijving van de opdracht indien vermeld op de opdrachtbrief - B T W (in percentage en bedrag) Facturen worden per post verstuurd naar postbus 461, 3700 A L Zeist 15.3 Indien de factuur niet voldoet aan de gegevens zoals genoemd in lid 2 van dit artikel zal de Omgevingsdienst regio Utrecht de wederpartij hiervan zo snel mogelijk op de hoogte stellen. 15.4 Indien er volgens de Omgevingsdienst regio Utrecht gebreken kleven aan een geleverd goed en/of een dienst niet deugdelijk is verricht, is de Omgevingsdienst regio Utrecht gerechtigd betaling te weigeren of zijn betalingsverplichting op te schorten met betrekking tot de geleverde goederen en/of verrichte diensten waaromtrent de klachten kenbaar zijn gemaakt. De Omgevingsdienst regio Utrecht is in dat geval niet gerechtigd betaling te weigeren of zijn betalingsverplichting op te schorten met betrekking tot de goederen uit dezelfde zending c.q. levering waaromtrent geen klachten zijn kenbaar gemaakt. 15.5 Indien de Omgevingsdienst regio Utrecht een factuur geheel of gedeeltelijk betwist of indien de factuur op enigerlei wijze incorrect is opgesteld of ingediend, heeft de Omgevingsdienst regio Utrecht het recht het betwiste bedrag niet te betalen. De Omgevingsdienst regio Utrecht zal de wederpartij op de hoogte stellen van de redenen en partijen zullen een dergelijk geschil zo snel mogelijk oplossen. Voor het deel van de factuur wat correct is opgesteld, is Opdrachtgever niet gerechtigd de betaling te weigeren of op te schorten. 15.6 Kredietbeperkingstoeslagen worden door de Omgevingsdienst regio Utrecht niet aanvaard. 15.7 De bij de goederen en/of diensten behorende bescheiden zoals certificaten, urenlijsten, paklijsten, attesten, instructieboeken, reservedelen-lijst, onderhoudsvoorschriften en dergelijke dienen met de op- of aflevering van de goederen en/of diensten te worden meegeleverd. Indien de bij de goederen behorende bescheiden ontbreken heeft de Omgevingsdienst regio Utrecht het recht de betaling op te schorten. 15.8 Met betaling van de factuur wordt geen afstand gedaan van rechten en vorderingen die de Omgevingsdienst regio Utrecht heeft jegens de wederpartij. 16. Overdracht van rechten en verplichtingen 16.1 De wederpartij zal de rechten en verplichtingen die voor hem uit de overeenkomst voortvloeien noch geheel, noch gedeeltelijk aan derden overdragen of uitbesteden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht. 16.2 De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft het recht aan deze toestemming voorwaarden te verbinden. 16.3 De wederpartij blijft volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor door derden in verband met de opdracht te verrichten werkzaamheden en zal de Omgevingsdienst regio Utrecht vrijwaren voor elke aansprakelijkheid inzake de Wet Ketenaansprakelijkheid. 17. Geheimhouding 17.1 De wederpartij, diens personeel en degenen die door de wederpartij zijn ingehuurd, zijn tot geheimhouding jegens derden verplicht ten aanzien van alle bedrijfs-, product-. klantgegevens van de Omgevingsdienst regio Utrecht en overige informatie waarvan het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs mag worden aangenomen , tenzij deze informatie i) van algemene bekendheid is, ii) zelfstandig is ontwikkeld zonder dat daarbij gebruik is gemaakt van deze informatie, üi) rechtmatig is verkregen van een derde of iv) openbaar dient te worden gemaakt op grond van wet of regelgeving, een rechterlijke uitspraak of een uitspraak van een regelgevende instantie. Wederpartij verplicht zich de in dit artikel bedoelde informatie uitsluitend te gebruiken voor de uitvoering van de tussen hen gesloten overeenkomst. 17.2 indien deze verplichting wordt geschonden verbeurt de wederpartij een direct opeisbare boete tot maximaal € 10.000,- per gebeurtenis. 17.3 De wederpartij is voorts aansprakelijk voor alle schade die voortvloeit uit handelen in strijd met de verplichtingen in lid 1 van dit artikel. 17.4 De wederpartij conformeert zich aan de werkwijze van de Omgevingsdienst regio Utrecht ten aanzien van het informeren van de pers. Dit houdt in dat het de wederpartij niet is toegestaan
Kwaliteitsdocument, versie 3.0. 3 juli 2012
informatie te verstrekken aan de pers die verband houdt met de aan de wederpartij verleende opdracht zonder medeweten en toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht. Indien de wederpartij wordt benaderd door de pers dan zal deze voor beantwoording eerst contact opnemen met de woordvoerder van de Omgevingsdienst regio Utrecht of degene die tijdens zijn of haar afwezigheid deze verantwoordelijkheden waarneemt. 17.5 De verplichting tot geheimhouding blijft ook na de uitvoering van de overeenkomst onverminderd van kracht. 18. Intellectuele eigendom 18.1 Indien en voor zover wederpartij een reeds bestaand intellectueel eigendomsrecht heeft op de geleverde producten en/of verrichte diensten, verleent wederpartij een gebruiksrecht aan de Omgevingsdienst regio Utrecht voor onbepaalde tijd. De vergoeding voor dit gebruiksrecht is in de prijs inbegrepen. In geval dat de wederpartij een bestaand intellectueel eigendomsrecht heeft op software die aan de Omgevingsdienst regio Utrecht wordt geleverd, zal wederpartij de broncode van deze software aan een derde in escrow (bewaring) geven, waarbij de Omgevingsdienst regio Utrecht (het recht heeft om) begunstigde is (te zijn). 18.2 Eventuele intellectuele (eigendoms)rechten die wederpartij anders dan het bepaalde in artikel 18.1 mocht verkrijgen op het resultaat van de specifiek ten behoeve van de Omgevingsdienst regio Utrecht te ontwikkelen en te leveren producten en diensten, worden door de wederpartij overgedragen aan de Omgevingsdienst regio Utrecht, welke overdracht in dat geval door de Omgevingsdienst regio Utrecht reeds bij de totstandkoming van de overeenkomst ingevolge artikel 2. 3 wordt aanvaard. Voor zover nodig verleent wederpartij aan de Omgevingsdienst regio Utrecht een volmacht om uit naam van wederpartij de eventuele akten te laten passeren die noodzakelijk zijn voor de overdracht van de voornoemde (intellectuele) eigendomsrechten. 18.3 Ten aanzien van de door de Omgevingsdienst regio Utrecht verstrekte tekeningen, ramingen, schema's, ontwerpen en dergelijke behoudt de Omgevingsdienst regio Utrecht zich naast het eigendomsrecht ook het intellectuele eigendomsrecht voor. Deze mogen zonder uitdrukkelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd, of aan derden worden getoond, of ter hand gesteld, of door de wederpartij worden gebruikt ter vervaardiging van goederen of uitvoering van werken waarop deze betrekking hebben. 18.5 De wederpartij garandeert dat de te leveren producten en toebehoren evenals de te leveren diensten vrij zijn van bijzondere lasten en beperkingen, zoals bv. octrooirechten, merkrechten, modelrechten, auteursrechten en andere rechten van derden en dat door de uitvoering van de overeenkomst geen inbreuk wordt gemaakt op enig geldend recht van intellectuele eigendom van derden. De wederpartij vrijwaart en verdedigt de Omgevingsdienst regio Utrecht tegen, en stelt de Omgevingsdienst regio Utrecht schadeloos met betrekking tot alle kosten en/of schaden die voortvloeien uit eventuele aanspraken van derden ter zake. De Omgevingsdienst regio Utrecht zal wederpartij binnen redelijke termijn in kennis stellen van een dergelijke aanspraak waarna de wederpartij een schikking zal treffen met deze derden, dan wel zich in rechte, in plaats van of gezamenlijk met de Omgevingsdienst regio Utrecht - een en ander ter beoordeling van de Omgevingsdienst regio Utrecht - zal verweren tegen aansprakelijkheid als hiervoor bedoeld. Alle kosten die door de Omgevingsdienst regio Utrecht in verband met een eventuele procedure, regeling en/of schikkingsonderhandeling worden gemaakt worden vergoed door de wederpartij. 19. Cessieverbod en verrekening 19.1 Het is de wederpartij behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de Omgevingsdienst regio Utrecht verboden om zijn vorderingen op de Omgevingsdienst regio Utrecht over te dragen aan derden . 19.2 De Omgevingsdienst regio Utrecht is steeds bevoegd at hetgeen hij schuldig is aan de wederpartij te verrekenen met hetgeen de wederpartij of de aan de wederpartij gelieerde vennootschappen al dan niet opeisbaar, onder voorwaarde of tijdsbepaling aan de Omgevingsdienst regio Utrecht schuldig is of zijn. 20. Aansprakelijkheid 20.1 De wederpartij die toerekenbaar tekort komt in de nakoming van zijn verplichtingen, is tegenover de Omgevingsdienst regio Utrecht, alsook zijn personeel en door de Omgevingsdienst regio Utrecht ingeschakelde derden, aansprakelijk voor de vergoeding van alle geleden en/of te lijden schade, zowel direct als indirect, onverminderd diens overige rechten, waaronder begrepen het recht op ontbinding van de overeenkomst. 20.2 De wederpartij is aansprakelijk voor alle schade die door de Omgevingsdienst regio Utrecht of derden wordt geleden als gevolg van een gebrek in zijn product dat daardoor niet de veiligheid biedt die men gerechtvaardigd is te verwachten. 20.3 De wederpartij is aansprakelijk voor alle schade die door de Omgevingsdienst regio Utrecht of derden wordt geleden als gevolg van handelen of nalaten van hemzelf of zijn medewerkers of van diegenen die door hem bij de uitvoering van de overeenkomst zijn betrokken. 20.4 De wederpartij vrijwaart de Omgevingsdienst regio Utrecht voor aanspraken van derden op vergoeding van schade op grond van aansprakelijkheid als bedoeld in de beide vorige leden en zal op het eerste verzoek van de Omgevingsdienst regio Utrecht een schikking treffen met deze derden, dan wel zich in rechte, in plaats van of gezamenlijk met de Omgevingsdienst regio Utrecht - een en ander ter beoordeling van de Omgevingsdienst regio Utrecht - verweren tegen aansprakelijkheid als hiervoor bedoeld. 20.5 Voor toepassing van dit artikel worden personeelsleden van de Omgevingsdienst regio Utrecht mede als derden aangemerkt 20.6 De wederpartij zal zich tegen aansprakelijkheid als bedoeld in dit artikel voldoende verzekeren en verleent de Omgevingsdienst regio Utrecht desgewenst inzage in de betreffende polissen. 21. Ontbinding 21.1 Onverminderd alle andere rechten of vorderingen is de Omgevingsdienst regio Utrecht bevoegd de overeenkomst door een schriftelijke verklaring zonder nadere ingebrekestelling, geheel of gedeeltelijk te ontbinden zonder rechterlijke tussenkomst en/of betalingsverplichtingen op te schorten en/of uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk voor rekening van de wederpartij aan derden op te dragen zonder dat de Omgevingsdienst regio Utrecht tot enige schadevergoeding is gehouden, indien: - de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn verplichting uit hoofde van de overeenkomst c.q. in verzuim is; - de wederpartij in staat van faillissement wordt verklaard of aan hem, al dan niet voorlopig, surséance van betaling wordt verleend; - door of vanwege de wederpartij enig voordeel is aangeboden of verschaft aan personeel, medewerkers of vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst regio Utrecht 21.2 Indien de overeenkomst op grond van het in het eerste lid bepaalde is ontbonden, zal de wederpartij de reeds aan hem verrichte betalingen aan de Omgevingsdienst regio Utrecht terugbetalen, vermeerderd met de wettelijke rente over het bepaalde bedrag vanaf de dag waarop is betaald. 21.3 Indien de overeenkomst gedeeltelijk is ontbonden bestaat de terugbetalingsverplichting alleen voor zover de betalingen op het ontbonden gedeelte betrekking hebben. 22. Overmacht 22.1 Indien een van de partijen de verplichtingen uit de overeenkomst als gevolg van een niet toerekenbare tekortkoming (overmacht) geheel of gedeeltelijk niet kan nakomen, wordt de uitvoering van de overeenkomst opgeschort voor de duur dat niet kan worden nagekomen zonder dat partijen ten opzichte van elkaar tot schadevergoeding zijn verplicht. 22.2 De partij die zich op niet toerekenbare tekortkoming beroept dient dit aan de andere partij kenbaar te maken binnen 24 uur na het intreden van de overmachtsituatie. De eerstgenoemde partij dient het beroep op een niet toerekenbare tekortkoming tegenover de wederpartij met bewijs te staven. 22.3 Gebeurtenissen als stakingen en werkonderbrekingen vormen geen aanleiding tot een beroep op niet toerekenbare tekortkoming, evenmin als wanprestatie van toeleveranciers of
anderen van wie wederpartij/leverancier goederen en/of diensten betrekt. 22.4 Indien de overmachtsituatie langer duurt dan dertig (30) kalenderdagen, of indien deze langere duur al eerder vaststaat, heeft de wederpartij het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang schriftelijk te beëindigen. Partijen zijn ten opzichte van elkaar niet tot schadevergoeding verplicht. 23. Toepasselijk recht 23.1 Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Het W e e n s Koopverdrag is niet van toepassing. 23.2 Indien en voorzover enige bepalingen in deze algemene inkoopvoorwaarden strijdig zouden zijn met huidige en toekomstige in Nederland geldende wetten en richtlijnen, is uitsluitend de betreffende bepaling niet van toepassing. Deze bepaling zal in dat geval worden vervangen door een geldige bepaling die zo dicht mogelijk de bedoeling van de partijen ten tijde van de overeenkomst benadert. 24. Geschillen 24.1 Geschillen tussen partijen, daaronder begrepen die welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen zoveel mogelijk door middel van goed overleg tot een oplossing worden gebracht. 24.2 Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, zal in afwijking van de wettelijke regels voor de bevoegdheid van de burgerlijke rechter, dit geschil tussen Omgevingsdienst regio Utrecht en wederpartij worden beslecht door de bevoegde rechter te Utrecht.
Kwaliteitsdocument, versie 3.0, 3 juli 2012
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Tel,nr, 8621 :
Geraadpleegd consulent
Datum: 4 j u n i 2 0 1 2
Datum: 4 juni 2012
Afd.:
Nummer: 12A.00713
Tekenstukken: NEE
Bijlagen:
Financieel: Nee Juridisch Nee Personeel Nee Communicatie Nee ICT Nee Inkoop: Nee
Van:
M Scholten
Afschrift aan:
Ruimte
Wim Burgers, Jan Zwaneveld, Fija Kers, Rob Smits
N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp: intentie voor opstellen bodemkwaliteitskaart en
gebiedsgericht bodembeleid
afd.:
raad:
archief:
Advies: 1. De intentie uitspreken om een bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid op te stellen. 2. Verzoeken om een concreet projectvoorstel, inclusief financiële onderbouwing.
Paraaf afd. manager:
Begrotingsconsequenties
NEE
B . e n W. d . d . :
Paraafbesluit 19-06-2012: Conform
Portefeuillehouder: -
Inl ei din g:
wethouder Duindam
In 2008 is het Besluit bodemkwaliteit vastgesteld. Met deze wetswijziging ontstond er een nieuw beleidskader voor grondverzet en de aansluiting tussen bodemkwaliteit en functie. Er zijn nu twee mogelijkheden, het generieke of het gebiedsgerichte beleidskader. 1. Generiek: hierbij wordt er uitgegaan van drie in het besluit vastliggende bodem-functieklassen (landbouw/natuur, wonen en industrie), met bijbehorende in het besluit vastgelegde waarden (Generieke Maximale Waarden). De bodem moet voldoen aan de waarden die horen bij de functie én de bodemkwaliteit mag niet verslechteren. 2. Gebiedsgericht: Gemeenten mogen, op basis van een risico-onderbouwing, eigen stofnormen (Lokale Maximale Waarden) voor de bodem vaststellen binnen de in het besluit aangegeven grenzen. Deze normen zijn afgestemd op de gebiedseigen bodemkwaliteit. Voorwaarde is dat de bodemkwaliteit moet worden vastgelegd op een bodemkwaliteitskaart en dat de regels voor grondverzet worden vastgelegd in een nota bodembeheer. Via een Awb-procedure volgt vaststelling van dit beleidskader door de gemeenteraad. Voor de hele regio Noord-West Utrecht geldt nu het generieke beleidskader. Het generieke beleid is eigenlijk te streng voor de regio en maakt grondverzet moeilijker, duurder en minder duurzaam. Uit onderzoek is gebleken dat er in de regio Noord-West Utrecht een groot aantal knelpunten zijn binnen het huidige (generieke) beleidskader. Grond of bagger wordt afgevoerd in plaats van te worden hergebruikt, terwijl er sprake is van bodemdaling en dus grond op veel plaatsen nodig is. Ook wordt gebiedseigen grond die niet voldoet aan de landelijke eisen gesaneerd, terwijl er geen blootstellingsrisico’s zijn. Dit is op te lossen door gebiedsgericht bodembeleid vast te stellen.
Vaststellen van een gebiedsgericht bodembeleidskader biedt dus kansen, want het werkt kostenbesparend bij grondverzet en saneringen. Uit gesprekken met RO-projectleiders blijkt dat ook op ambtelijk niveau de voordelen voor de gemeente worden ingezien. Ondanks de onderkende voordelen is er tot nu toe nog geen bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer opgesteld. Reden hiervan is onder meer dat de kosten voor de baten uitgaan. Door nu gebiedsgericht bodembeleid op te stellen, kunnen de baten van dit beleid binnen afzienbare tijd, naar verwachting vanaf 2013, worden verzilverd.
Bev o egd he id : Het is de bevoegdheid van het collega opdracht te geven voor het voorbereiden van nieuw (bodem)beleid.
Beo ogd ef f e ct : Gebleken is dat er in de regio Noord-West Utrecht knelpunten zijn die grondverzet onnodig moeilijk, duur en niet duurzaam maken. Het nieuwe beleid maakt grondverzet makkelijker, goedkoper en duurzamer. Dit voorstel geeft opdracht voor het uitwerken van een concreet projectvoorstel dat op een later moment aan het college wordt voorgelegd voor een akkoord.
Ar g um ent en:
1. Met het beleid worden ruimtelijke ontwikkelingen gefaciliteerd, want er zijn minder bodemverplichtingen Omdat er inzicht is in de algemene bodemkwaliteit en inzicht is in locaties waar grond mag worden toegepast, zijn er met een bodemkwaliteitskaart minder bodemonderzoeken en minder partijkeuringen nodig. Met het Gebiedsgerichte bodembeleid hoeft bovendien er minder te worden gesaneerd en kan er meer grond worden hergebruikt. Gebiedsspecifieke knelpunten zoals toemaakdek1 kunnen hiermee ook worden weggenomen. 2. Met het beleid worden kosten bespaard/de kosteneffectiviteit vergroot De totale te verwachten kostenbesparing is niet te becijferen. Wel zijn er voorbeelden beschikbaar in de bijlage en wordt dit thema verder uitgewerkt in de financiële paragraaf. De gemeente bespaart in ieder geval op het niet (volledig) uit te hoeven voeren van partijkeuringen en verkennende bodemonderzoeken. Daarnaast wordt er bespaard op het opbrengen en afvoeren van grond, omdat makkelijker grond binnen de regio kan worden hergebruikt. Ook zijn er indirecte besparingen, zoals beperking van de tijd die aan beoordeling van bodemonderzoeken wordt gebruikt.
Daarnaast wordt grondverzet vaak overgelaten aan aannemers, waardoor kosten in een totaalafrekening zijn opgenomen. Met dit beleid worden de totale kosten voor aannemers ook lager, en daarmee hun rekeningen. Ten slotte wordt het voor burgers en bedrijven makkelijker en goedkoper om in de bodem te werken (zoals bouwen). 3. De uitvoering van projecten wordt duurzamer Omdat meer grond binnen de regio hergebruikt wordt hoeft er minder grondtransport (aan- en afvoer van grond) plaats te vinden. Er hoeft dus minder grond te worden gewonnen, en er is minder verkeersdruk, minder CO2, minder fijnstof en een grotere verkeersveiligheid. 4. Het overgangsbeleid geldt niet meer Het overgangsbeleid uit het Besluit bodemkwaliteit, dat gold voor de oude bodemkwaliteitskaarten (Woerden, De Ronde Venen, Oudewater) en voor het toemaakdekgebied (Woerden, De Ronde Venen) is sinds 1 juli 2011 niet meer geldig. Op dit moment geldt voor alle gebieden in de regio NWU het generieke beleidskader, met alle beperkingen van dien. 5. Andere gemeenten in de regio hebben reeds de intentie uitgesproken De andere gemeente in de regio Noord-West Utrecht hebben reeds de intentie uitgesproken om te komen tot een bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid. De kostenefficiëntie is het hoogst als alle 5 gemeenten in de regio deelnemen.
Kan t t e k eni ng : Er worden hogere vervuilingswaarden van grond geaccepteerd 1. Uitgangspunt is dat een vervuilingsgraad die voor het gebied als “gebiedseigen” kan worden gezien wordt vastgelegd als Lokale Maximale Waarde, mits de risico’s voor mens en ecologie acceptabel zijn. Hiervoor wordt een risico-onderbouwing opgesteld die wordt gebaseerd op richtlijnen uit het Besluit bodemkwaliteit. 2. Er zijn financiële risico’s voor de gemeenten Bij het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer gaan de kosten voor de baten uit. Het is afhankelijk van de implementatie van beleid en van het aantal projecten in de gemeente hoe snel de kosten zijn terugverdiend. Om zorg te dragen voor implementatie wordt een communicatie/implementatieplan opgesteld. 3. Na vijf jaar zijn evaluatie en mogelijk actualisatie nodig Met deze kostenpost kan vooraf rekening worden gehouden, ze zullen 25-30% van de kosten van de huidige kaart bedragen. Als dit wettelijk mogelijk is, kan aan diegenen die profiteren van de kaart een bijdrage worden gevraagd bij projecten ten behoeve van het in stand houden van de kaart.
Fin an ci ën: 1
gebied waar de bodemkwaliteit de Generieke Maximale Waarden overschrijdt, maar waar voor hoofdfunctie in dit gebied (Landbouw/Natuur) geen actuele milieurisico’s zijn.
De kosten voor het opstellen van een bodemkwaliteitkaart en een nota bodembeheer voor de regio NWU worden geschat op een totaalbedrag tussen de €100.000,- en €150.000,- excl. BTW. Dit zijn de kosten als alle 5 gemeenten in de regio Noord-West Utrecht deelnemen. Nemen minder gemeenten deel, dan is het bedrag per gemeente hoger. Gemeenten De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater en Stichtse Vecht hebben al het principebesluit genomen om tot een bodemkwaliteitskaart te komen. In deze gemeenten wordt momenteel onderzocht hoe dit gefinancierd kan worden.
Voor de verdeling van de kosten is een voorstel voor een verdeelsleutel gemaakt. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op de omvang van de gemeente, inwoneraantal en de verwachte mate waarin de gemeente zal profiteren van het beleid. Voor gemeente Woerden worden de kosten geschat op zo’n € 35.000,-. Dit bedrag wordt terugverdiend als er (bijvoorbeeld) 28 partijkeuringen (à € 1250,- per stuk) minder worden uitgevoerd. Er is overleg geweest met dhr. Ronald v/d Marel van de afdeling Realisatie & Beheer, om de bodemkwaliteitkaart en een nota bodembeheer in zijn algemeenheid te bespreken, en om een inschatting te maken voor de gemeente Woerden van de terug te verdienen kosten. Er is ingeschat dat er op jaarbasis tenminste 10 partijkeuringen worden uitgevoerd in opdracht van gemeente Woerden. De terugverdientijd is dan minder dan 3 jaar. Ook verkennende bodemonderzoeken bij gebiedsontwikkeling zijn met een bodemkwaliteitskaart vaak niet meer nodig of kunnen goedkoper worden uitgevoerd. Alleen de verdachte locaties (waar bodemverontreiniging wordt verwacht), moeten dan worden onderzocht. Dit betekent in het algemeen ongeveer een halvering van de kosten van een verkennend bodemonderzoek. Een verkennend bodemonderzoek voor een kleine locatie, voor een enkele woning, kost al gauw € 1000,- tot € 5 000,-, en met de bodemkwaliteitskaart kunnen deze kosten vaak worden bespaard, of in ieder geval worden beperkt. De geldigheid van een bodemkwaliteitskaart is maximaal 10 jaar. Na 5 jaar is evaluatie noodzakelijk en eventueel bijstelling. De kosten van actualisatie van kaart en nota worden geraamd op 25 – 30% van het totale investeringsbedrag.
Er zijn meerdere financieringsmogelijkheden voor opstellen/beheer/actualiseren van de bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer, o.a: - dekking uit de algemene middelen van gemeenten - dekking uit projectbudgetten; - dekking uit uitvoeringsbudgetten onderhoud en beheer (bijv. een x bedrag opnemen in het bestek als bijdrage aan de bodemkwaliteitskaart als een partijkeuring komt te vervallen); - cofinanciering door ontwikkelaars/overige lokale bodembeheerders (waterschap, Dienst Landelijk Gebied, provincie Utrecht); - bedrag reserveren per te actualiseren bestemmingsplan; - leges heffen bij bouwplannen waar grond bij vrijkomt; - bij vrijstelling bodemonderzoek bodemleges gebruiken voor onderhoud bodemkwaliteitskaart. De terugverdientermijn is afhankelijk van te maken afspraken met marktpartijen en van het aantal projecten dat de gemeente zelf uitvoert of waar ze opdracht voor geeft. Gezien de omvang van projecten die nodig is om de kosten terug te verdienen is dit een klein risico. Het is van belang dat de gemeentemedewerkers die te maken hebben met bodemonderzoek en grondverzet zich bewust zijn van de mogelijkheden met de bodemkwaliteitskaart en dat binnen de regio uitwisseling van grond plaatsvindt. Dat scheelt kosten voor het aan- en afvoeren van grond. Daarvoor wordt een communicatietraject opgezet richting de medewerkers die met het verzet te maken hebben. Ook moet bij de verdere uitwerking inzichtelijk worden gemaakt hoeveel uren nodig zijn van afdeling Realisatie en Beheer en eventuele andere betrokken afdelingen. De financieel consulent (Rob Smits) is geconsulteerd en heeft aangegeven in de volgende fase (het concrete projectvoorstel) in detail het voorstel te bekijken. In deze fase heeft hij aangegeven het voorstel niet te hoeven accorderen omdat het nog niet concreet genoeg is.
Uit v o er ing : Planning: e 2012 - 1 helft: interne procedure (college, commissie, raad) e 2012 - 2 helft: concreet projectvoorstel voorleggen aan college en evt. gemeenteraad e e 2012 - 2 helft/1 helft 2013: opstellen bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer e 2013 - 2 helft): vaststellen beleid door gemeenteraad
Com mun ic at ie / Web s it e: - Na vaststelling van dit voorstel wordt samenwerking gezocht met marktpartijen en organisaties die in de regio veel aan grondverzet doen, om financiële steun te verwerven. Hierbij zal ook de inzet van de wethouder worden gevraagd om dit onderwerp ook bestuurlijk aan te kaarten bij deze organisaties. - Wordt uiteindelijk besloten tot het opstellen van kaart en beleid, dan is afstemming nodig met de teams die invloed hebben op het graven in de grond: Ruimtelijke Ontwikkeling en Bestek en Beheer. - Na vaststelling wordt een communicatietraject opgestart voor de teams die met het traject gaan werken. Daarnaast worden bedrijven die in de regio werken met de bodem ingelicht. - Het beleid wordt pas na het volgen van de Awb-procedure (goedkeuring door de raad en ter inzage legging van de nota bodembeheer en de bijbehorende bodemkwaliteitskaart voor commentaar) van kracht.
O nde rn em in g s r aad :
S am enh ang m et e e rd er e b es lu i t v or min g:
Bij l ag en: -
•
Gemeente Woerden
•
13U.17436 gemeente
WOERDEN Blekerijlaan 14 3447 GR Woerden Postbus 45 3440 A A Woerden
Omgevingsdienst Regio Utrecht t.a.v.: M. Boerman Postbus 461 3700 AL ZEIST
Telefoon 14 0348 Fax (0348) 42 4108
[email protected] www.woerden.nl BTW-nummer NL0017.21.860.1 .02 KvK-nummer 50177214 Banknummer 28.50.09.672
Onderwerp:
Verzoek om akkoord op projectplan "Bodemkwaliteitskaart en gebied specifiek beleid regio NoordWest Utrecht"
Uw Kenmerk: INT1399.004/2099
Uw brief van: 1 oktober 2013 geregistreerd onder nr. 13.024777
Datum
Ons Kenmerk
Doorkiesnummer/Behandeld door:
Verz 0 8 OKT.
428621
7 oktober 2013
2013
/ B. Wouda
13U.17436
Geachte heer Boerman, Op 21 augustus 2013 heeft de gemeente Woerden uw brief ontvangen waarin u vraagt om haar akkoord bij de opdrachtverlening aan de ODRU voor het opstellen van een Bodemkwaliteitskaart (bkk) en gebiedsspecifiek beleid (gsb) voor de regio Noord-West Utrecht. In uw brief verwijst u tevens naar de door u verstuurde emails waarin nader informatie is opgenomen over het bijbehorende projectplan. De gemeente Woerden ziet de meerwaarde in van het hebben van een bodemkwaliteitskaart als beleidsinstrument om bij grondwerk en werkzaamheden te kunnen sturen op het hergebruik van grond. Dit is ook de reden geweest dat op 4 juni 2012 het college van Woerden de intentie heeft uitgesproken een bkk en gsb op te stellen en gevraagd heeft om een projectvoorstel inclusief financiële onderbouwing. Als ambtelijke opdrachtgever ben ik blij dat er een projectvoorstel ligt waar alle deelnemende gemeenten gevraagd wordt hun reactie op te geven en een onderbouwd financieel voorstel. Omdat de inhoudelijke expertise van bodembeleid door de gemeente Woerden is ondergebracht bij de ODRU vertrouw ik erop dat bij de totstandkoming van de bkk en gsb deze expertise voldoende wordt ingezet. Mijn reactie op de voorliggende stukken hebben dan ook voornamelijk betrekking op het proces en financiën.
O p alle leveringen tn o v e r e e n k o m s t e n zi]n o n z e algemene inkoopvoorwaarden van toepassing ( w w w . w o e r d e n nl)
W O E R D E N ,
f f F T G f c - O E N / E HART
KLOPT
V-uJ FSC
Papier FSCC004511
•
•
gemeente
WOERDEN
Vanuit het proces heb ik de volgende wensen: ik ontvang graag een bevestiging van u dat de deelnemende gemeenten dekking hebben gevonden voor de voorgestelde financiering; graag ontvang ik een definitief projectvoorstel dat ik als bijlage kan toevoegen aan het te nemen college besluit; omdat de bkk en gsb worden opgesteld door de ODRU wil ik graag dat Woerden vanuit de afdeling Ruimtelijk beleid en projecten en Realisatie en beheer betrokken wordt bij het opstellen en implementeren van dit beleid. Ik zal zorgen dat de namen hiervoor tijdig bekend worden gemaakt. Uitvoering leg ik graag bij u neer; graag ontvang ik na afronding van iedere fase, genoemd in hoofdstuk 3 fasering van het projectplan (versie 1), een korte management rapportage waarin voortgang van het project wordt toegelicht. Ik heb dekking kunnen vinden voor het bedrag a € 23.235,30 dat wordt genoemd in de opdrachtformulier dat u mij heeft toegezonden. Nadat het college akkoord is gegaan met het definitieve projectvoorstel voor het opstellen van een bkk en gsb zal ik deze ondertekend retour zenden. Graag zou ik het bedrag voor het einde van het jaar gefactureerd willen zien. Ik ontvang graag zo spoedig mogelijk genoemde stukken en een reactie op de door mij geuite wensen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen kunt u met mij contact opnemen op telefoonnummer 0348-428330 of met Berend Wouda die vanuit de vakgroep milieu contactpersoon is.
Hoogachtend en met vriendelijke groet,
Ing. J. Zwaneveld Teammanager Ruimtelijk beleid en projecten