VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Tel.nr. 8304 :
Geraadpleegd consulent
Datum: 1 9 s e p t e m b e r 2013
Datum: 19 september 2013
Afd.:
Nummer: 13A.00871
Tekenstukken: Ja
Bijlagen:
Financieel: Nee Juridisch Ja Personeel Nee Communicatie Nee ICT Nee Inkoop: Nee
Van:
W. van Bodegraven
Afschrift aan:
Realisatie en Beheer 3
W. Visser, I. Elemans, J. Michel, M. Stam
N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp:
Grondwateronderlast en funderingsituatie Schilderskwartier
Advies: 1. Te besluiten tot het aangaan van de bijgevoegde Samenwerkingsovereenkomst (concept) die de basis vormt voor het uit te voeren innnovatieonderzoek met betrekking tot schadeontwikkeling, onderdeel van het proces grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier. 2. Het verlenen van een volmacht van de burgemeester van Woerden aan wethouder C.J. van Tuijl, om de gemeente te vertegenwoordigen door het ondertekenen van de overeenkomst.
Paraaf team-manager:
Begrotingsconsequenties
NEE
B . e n W. d . d . : 2 4 / 0 9 / 2 0 1 3
Besluit 24-09-2013: Akkoord. Woord ‘blijvend’ regie voeren wijzigen in ‘tijdens dit onderzoek’.
Portefeuillehouder: -
w e t h o u d e r Va n Tu i j l
Inl ei din g: De gemeente vervult vanuit haar grondwaterzorgplicht de regisseursrol in het dossier grondwateronderlast en funderingsituatie Schilderskwartier. Afgelopen maanden hebben in het teken gestaan van besluitvorming over financieel draagvlak voor het innovatieonderzoek naar de vraag waarom fysieke schade aan de woningen door paalrot uitblijft. Het doel van dit innovatieonderzoek is om inzicht te krijgen in de urgentie van de technische aspecten van de problematiek, het tempo waarmee maatregelen getroffen moeten worden en de onderbouwing van argumenten om voor en/of tegen één van de drie overgebleven oplossingsrichtingen te kiezen. De bestuurders hebben onlangs overeenstemming bereikt over de verdeling van de kosten voor dit onderzoek. Ook gemeente Woerden heeft middels het collegebesluit van 3 september 2013 (13B.00623) een financiële bijdrage toegezegd. De bestuurders hebben afgesproken dat de voorwaarden voor deze investering en deze samenwerking worden vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst (SOK). Deze SOK is door de betrokken partners* in gezamenlijkheid opgesteld. Op 27 september 2013 is het Bestuurlijk Overleg gepland en staat de ondertekening van deze SOK geagendeerd. Dit collegevoorstel heeft tot doel om het College in te laten stemmen met de strekking en inhoud van de Samenwerkingsovereenkomst en wethouder C.J. van Tuijl, tevens voorzitter van het Bestuurlijk Overleg inzake het proces van de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier, een volmacht te verlenen voor het ondertekenen van de SOK namens het College van Gemeente Woerden. * Gemeente Woerden, Provincie Utrecht, Drinkwaterbedrijf Oasen, Woningcorporatie GroenWest en Bewonersvereniging Grondwater Woerden.
Bev o egd he id: Het College van Burgemeesters en Wethouders is bevoegd om op grond van artikel 160, eerste lid, sub e gemeentewet om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten. De burgemeester kan op grond van artikel 171, tweede lid, gemeentewet een volmacht verlenen om de gemeente Woerden te vertegenwoordigen, zoals het ondertekenen van een overeenkomst.
Beo ogd ef fe ct: 1. Het faciliteren van een proces waarin de betrokken parijen tot een maatschappelijk aanvaardbare oplossing komen voor het risicogebied in het Schilderskwartier. 2. Gedurende de looptijd van het innovatieonderzoek blijft gemeente Woerden de regierol op zich nemen om de maatschappelijke onrust in het Schilderskwartier te verminderen. 3. Duidelijkheid verkrijgen over de urgentie van de problematiek door middel van het innovatieonderzoek.
Ar g um ent en: Instemmen met de Samenwerkingsovereenkomst (concept) (Advies 1) Het college wordt gevraagd in te stemmen met de Samenwerkingsovereenkomst (concept) die de basis vormt voor het uit te voeren innnovatieonderzoek met betrekking tot schadeontwikkeling, onderdeel van het proces grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier.
In de Samenwerkingsovereenkomst (concept) is onder andere vastgelegd: dat de overeenkomst van toepassing is gedurende de looptijd van het innovatieonderzoek; wat de bijdrage per partij is; dat de financiële bijdrage los staat van enige vorm van juridische aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen betreffende de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier en de maatregelen die daarvoor getroffen moeten worden; dat meedoen ook betekent dat partijen zich committeren aan de uitkomsten van het innovatieonderzoek; de taken en verantwoordelijkheden van de bestuurders, de projectgroepleden, de projectcoördinator en de penningmeester. Indien het College in kan stemmen met de Samenwerkingsovereenkomst kan het bestuurlijk overleg op vrijdag 27 september 2013 tot ondertekening overgaan. Hierna kan de projectgroep het Innovatieonderzoek uit gaan voeren. Verlenen van volmacht (Advies 2) Wethouder Cor van Tuijl is namens gemeente Woerden voorzitter van het Bestuurlijk Overleg en daarmee ook trekker van het proces. Aangezien het een samenwerking betreft over een specifiek onderwerp met afgebakende inhoud, vaste partners en voor een beperkte looptijd wordt geadviseerd wethouder Van Tuijl een volmacht te verlenen om deze SOK namens de gemeente Woerden te ondertekenen.
Kan tte k eni ng: Risico’s Er blijft altijd het risico dat na het afronden van het innovatieonderzoek weer nieuwe kennisvragen ontstaan of dat er situaties ontstaan die de samenwerking tussen de partijen bemoeilijken. Dit is onvermijdelijk maar wordt deels ingeperkt door afspraken die in de SOK worden vastgelegd, waaronder: - een duidelijke focus op het urgentievraagstuk; - andere kennisvragen worden opgenomen in een bijlage bij het convenant; - een breed kennisnetwerk betrekken om vragen te beantwoorden; - het managen van verwachtingen: dit is geen wetenschappelijk onderzoek; - een plafondbedrag waardoor de onderzoeksscope niet uit kan breiden. Innovatiefonds Over de bijdragen per partij bestaat geen discussie meer. HDSR heeft aangegeven de schenking in één keer over te willen maken naar het Innovatiefonds. Dit wordt formeel nog per brief bevestigd en als bijlage aan de SOK toegevoegd. Daarnaast leggen de partijen nog de laatste hand aan de financiële afspraken met betrekking tot de vulling van het innovatiefonds. Partijen moeten vooraf een percentage van het toegezegde bedrag in het Innovatiefonds storten zodat er geen sprake is van voorfinanciering door Gemeente Woerden, die fondsbeheerder is van het Innovatieonderzoek.
Fin an ci ën: In het collegevoorstel van 3 september 2013 is al ingestemd met de financiële bijdrage van Gemeente Woerden aan het Innovatieonderzoek. In de Samenwerkingsovereenkomst wordt dit bedrag genoemd.
Uitv o er ing : Conform het collegebesluit wordt het advies uitgevoerd.
Com mun ic at ie / Web s ite:
Gemeenteraad De gemeenteraad is het afgelopen jaar door het college middels raadsinformatiebrieven, de infobrieven en persberichten op de hoogte gehouden van het proces. In september 2012 is de raad op uitnodiging van GWW in het Schilderskwartier op bezoek geweest en zowel in februari als in juni zijn de standpunten van het college in een RIB aan de orde geweest in de Commissie Ruimte. Bestuurlijk overleg Wethouder Van Tuijl zal overeenkomstig dit bestuurlijk kader handelen en deze boodschap communiceren naar het bestuurlijk overleg.
O nde rn em ing s r aad : n.v.t.
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g: Collegevoorstel Onderzoek funderingen en grondwateronderlast in het Schilderskwartier, akkoord op 12-04-2011. Collegevoorstel Standpunt college in dossier grondwater- en funderingsproblematiek Schilderskwartier, akkoord op 13-09-2011. Collegevoorstel Dossier grondwater- en funderingsproblematiek Schilderskwartier, akkoord op 03-112011. Collegevoorstel Dossier grondwater- en funderingsproblematiek Schilderskwartier, akkoord op 08-012013. Collegevoorstel Dossier grondwater- en funderingsproblematiek Schilderskwartier, akkoord op 26-022013. Collegevoorstel Dossier grondwater- en funderingsproblematiek Schilderskwartier, akkoord op 03-092013.
Bij l ag en: 1. S am en werk i ngs o v ere e nk om s t (c o nc e pt 1 3 i. 0 37 3 9 ) 2. “Van a l ter n at i ef v oors t e l to t pr oj ec tp l a n” ( d. d . 15 f e bru ar i 2 0 13 – 1 3 i. 03 7 4 0 ) 3. Vers l ag va n d e I nn o v a ti em id d ag d. d. 1 2 s e pt em ber 2 01 3 (1 3 i. 0 37 4 1)
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST (concept) Inzake het Innovatieonderzoek met betrekking tot schadeontwikkeling, onderdeel van het proces grondwateronderlast en funderingsituatie Schilderskwartier DE ONDERGETEKENDEN
1. Gemeente Woerden, gevestigd te Woerden aan de Blekerijlaan 14, te dezen krachtens een volmacht van de burgemeester van Woerden rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder C.J. van Tuijl, handelende ter uitvoering van het besluit d.d. 24 september 2013 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden; En 1. Provincie Utrecht, gevestigd te Utrecht aan de Archimedeslaan 6, ten dezen namens het College van Gedeputeerde Staten rechtsgeldig vertegenwoordigd door Gedeputeerde drs. R.E. de Vries; en 2. Oasen, gevestigd te Gouda aan de Nieuwe Gouwe O.Z. 3, ten dezen namens het managementteam rechtsgeldig vertegenwoordigd door algemeen directeur prof. dr. ir. W.G.J. van der Meer; en 3. GroenWest, gevestigd te Woerden aan de Oslolaan 2, ten deze namens de Directie rechtsgeldig vertegenwoordigd door directeur-bestuurder drs. K.L. Verdooren; en 4. Vereniging Grondwater Woerden (in het vervolg GWW), gevestigd te Woerden aan de Pieter Mondriaanlaan 37, ten deze namens de vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigd door voorzitter drs. G.J. Wammes. hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen”.
OVERWEGENDE: Dat Partijen gezamenlijk een Innovatieonderzoek wensen uit te voeren ten behoeve van de aanpak van de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier te Woerden. Doel van dit Innovatieonderzoek is inzicht krijgen in de urgentie van de technische aspecten van de problematiek, het tempo waarmee maatregelen getroffen moeten worden en het onderbouwen van argumenten om voor en/of tegen één van de drie overgebleven oplossingsrichtingen te kiezen. Voor de goede orde zijn dit: tijdig funderingsherstel (dit is herstel voordat schade ontstaat), het aanbrengen van een infiltratiesysteem in het openbaar gebied, gecombineerd met tijdig funderingsherstel voor de woningen waarvoor deze maatregel geen oplossing biedt, het op termijn verplaatsen van de drinkwaterwinning, gecombineerd met tijdig funderingsherstel, voor de woningen waarvoor deze maatregel geen oplossing biedt. 1
Daarnaast kan uit het onderzoek blijken dat er mogelijk goedkopere technieken te ontwikkelen zijn. Dat (de mate van) financiële en inhoudelijke deelname aan het Innovatieonderzoek volledig los staat van enige vorm van juridische aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van de Partijen betreffende de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier en de maatregelen die daarvoor getroffen moeten worden. Dat Partijen vooraf gezamenlijk een Projectplan hebben opgesteld waarin de inhoudelijke kennisvragen zijn verwoord. Dit Projectplan is als bijlage toegevoegd en maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de Samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1). Dat Partijen een akkoord hebben over de totale (gemaximeerde) budget van het innovatieonderzoek, maar dat sprake is van een gefaseerde aanpak met tussentijdse mogelijkheid tot bijstelling van het onderzoek als de resultaten of inzichten hiertoe aanleiding geven. Dat Partijen gezamenlijk de resultaten van het onderzoek vaststellen als gemeenschappelijke basis voor de vervolgfase na het onderzoek. Dat Partijen vooraf overeen gekomen zijn dat het Innovatieonderzoek geen wetenschappelijke studie betreft maar uitgaat van bestaande en beschikbare kennis en technieken, aangevuld met meetgegevens uit het betreffende Onderzoeksgebied van het Schilderskwartier. Dat Partijen afspraken hebben gemaakt over bovengenoemde samenwerking en deze afspraken in onderhavige overeenkomst wensen vast te leggen. Dat Gemeente Woerden een coördinerende voorzitter levert, voor zowel het Bestuurlijk Overleg als het Projectgroepoverleg. In dit proces zal de voorzitter de belangen van alle Partijen meenemen en door de Partijen laten inbrengen. Partijen dragen gezamenlijk zorg voor inhoudelijke bijdragen aan het innovatieonderzoek. GroenWest draagt zorg voor de communicatie en public relations rond het onderzoek. Partijen maken hier nog nadere afspraken over.
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN Artikel 1 – Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1.1
Innovatieonderzoek
Het onderzoek dat ten doel heeft om inzicht krijgen in de urgentie van de technische aspecten van de problematiek, het tempo waarmee maatregelen getroffen moeten worden en het onderbouwen van argumenten om voor en/of tegen één van de drie overgebleven oplossingsrichtingen te kiezen. Daarnaast kan uit het onderzoek blijken dat er mogelijk goedkopere technieken te ontwikkelen zijn (zie overwegingen). De basis voor het definitieve projectplan staat beschreven in “Van alternatief voorstel naar projectplan” (d.d. 15 februari 2013, zie bijlage 1) en het verslag van de Innovatiemiddag (d.d. 12 september 2013, zie bijlage 2).
2
1.2
Onderzoeksgebied
De begrenzing van het risicogebied zoals dit in het Infiltratieen funderingsonderzoek Schilderskwartier is weergegeven in figuur 3.7 (Witteveen+Bos, d.d. 17 april 2013).
1.3
Innovatiefonds
Het fonds ten behoeve van de uitvoering van het Innovatieonderzoek, met bijdragen van de betrokken partijen, inclusief de schenking van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
1.4
Fondsbeheerder
Gemeente Woerden is Fondsbeheerder en verantwoordelijk voor de financiële verantwoording aan het Bestuurlijk Overleg.
1.5
Partijen
De vijf Partijen die de samenwerkingsovereenkomst ondertekend hebben, te weten: Gemeente Woerden, Provincie Utrecht, Oasen, GroenWest en Vereniging Grondwater Woerden.
1.6
Bestuurlijk Overleg
Het overleg tussen de vijf bestuurlijke vertegenwoordigers van de Partijen over de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier.
1.7
Projectgroep
Het overleg tussen de vertegenwoordigers van de Partijen over de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier.
1.8
Projectcoördinator
De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de algehele bestuurlijke en ambtelijke voortgang van het innovatieonderzoek (zie lid 3.3). De projectcoördinator is onafhankelijk, werkt in opdracht van de gezamenlijke Partijen en is aan alle Partijen verantwoording verschuldigd.
1.9
Derden
Inhuur ten behoeve van het Innovatieonderzoek
1.10 Deskundigen
Mensen die op basis van hun kennis en expertise een bijdrage leveren aan het Innovatieonderzoek.
Artikel 2 - Doel overeenkomst 2.1
Met het ondertekenen van de Samenwerkingsovereenkomst committeren Partijen zich aan: het Innovatieonderzoek (zie 1.1); de resultaten van dit Innovatieonderzoek.
2.2
Partijen hebben het gezamenlijke doel om het Innovatieonderzoek, met inachtneming van hetgeen in deze overeenkomst is bepaald, in samenwerking te realiseren. Deze overeenkomst bepaalt de rechtsverhouding tussen Partijen, de wijze van samenwerking en de realisatie van het Innovatieonderzoek.
3
Artikel 3 – Werkzaamheden/taken 3.1
Het totale project kent 3 fasen. De bureaustudie, het veldwerk+analyse en innovatie. Parallel daaraan loopt de rapportage en de projectbegeleiding.
3.2
Het Bestuurlijk Overleg treedt op als opdrachtgever van het onderzoek. Verantwoordelijkheden van het Bestuurlijk Overleg zijn: het vaststellen de samenwerkingsovereenkomst; het nemen van besluiten over tussentijdse aanpassingen van het projectplan wanneer die zich noodzakelijkerwijs voordoen; het vaststellen van het eindrapport met conclusies en aanbevelingen, met inachtneming van het bepaalde in 2.1.
3.3
De Projectgroep begeleidt de uitvoering van het onderzoek. Verantwoordelijkheden van de Projectgroep zijn: het voorbereiden van het projectplan en de samenwerkingsovereenkomst; het voorbereiden en het aanbesteden van de benodigde werkzaamheden aan Derden en/of Deskundigen; de inhoudelijke en procesbegeleiding van het Innovatieonderzoek; de inhoudelijke en financiële verantwoording aan het Bestuurlijk Overleg; de rapportage en argumentatie aan het Bestuurlijk Overleg wanneer bijsturing van het projectplan nodig is, onder vermelding van de consequenties; de voorbereiding van het Bestuurlijk Overleg, inclusief vergaderstukken; het zorg dragen voor een goede in- en externe communicatie .
Artikel 4 – Financiële bepalingen 4.1
Het Innovatieonderzoek zoals beschreven in bijlage 1 heeft een maximaal budget van € 350.900,= (zegge: driehonderdvijftigduizend en negenhonderd euro), inclusief BTW. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft een schenking van € 35.000,= aan het Innovatieonderzoek toegezegd (zie bijlage 3). Het totale door de Partijen ingebrachte budget minus de schenking van HDSR bedraagt daarmee € 315.900,= (zegge: driehonderdvijftienduizend en negenhonderd euro), inclusief BTW.
4.2
De inbreng per Partij is als volgt: Tabel 1: bijdrage per partij Partij Bijdrage Gemeente Woerden Provincie Utrecht Oasen GroenWest GWW
€ € € € €
Totaal
€ 315.900
Percentage (over € 315.900)
83.100 93.150 93.150 40.000* 6.500
26,31% 29,49% 29,49% 12,66% 2,06% 100%
* De bijdrage van GroenWest bestaat uit een financiële bijdrage van € 35.000,= en een in natura bijdrage van € 5.000 voor de communicatie en public relations, zoals verwoord onder ‘overwegende’.
4
4.3
Gemeente Woerden handelt naar derden als opdrachtgever namens en na goedkeuring door het Bestuurlijk Overleg. Gemeente Woerden opent een rekeningnummer voor het Innovatiefonds.
4.4
De Fondsbeheerder is verantwoordelijk voor het versturen en betalen van rekeningen aan Derden die in het kader van het Innovatieonderzoek door het Bestuurlijk Overleg en/of de Projectgroep worden ingehuurd. Gelijktijdig met elke betalingstermijn vanuit het Innovatiefonds wordt naar rato (zie tabel 1, lid 4.2) een rekening naar de Partijen verstuurd om een bedrag naar het Innovatiefonds over te maken. Tegelijk met de rekening ontvangen Partijen een financieel voortgangsoverzicht van het Innovatieonderzoek. De schenking van HDSR wordt als werkbudget voor de eerste kosten in het project ingezet.
4.5
De Budgetten voor Projectbegeleiding en Rapportage worden fasegewijs beschikbaar gesteld en op de onder 4.4. genoemde factuur opgenomen en in rekening gebracht.
4.6
Indien het Bestuurlijk Overleg tussentijds besluit het Innovatieonderzoek te beëindigen wordt het resterende bedrag uit het Innovatiefonds naar rato (zie tabel 1 onder lid 4.2) teruggestort.
4.7
Het totale onderzoeksbudget (€ 350.900,=) is inclusief BTW. Alle rekeningen naar Derden zijn inclusief BTW. Gemeente Woerden zal, als Fondsbeheerder van het Innovatieonderzoek, de BTW terugvorderen via het Compensatiefonds. Het BTWbedrag is een extra pot die ingezet kan worden voor aanvullende onderzoeksvragen en wordt ook zichtbaar in de projectadministratie aan Projectgroep en het Bestuurlijk Overleg teruggekoppeld. Artikel 4, lid 6 is ook voor deze post van toepassing.
4.8
In geval van fusies, overnames en dergelijke draagt een daarbij betrokken partij ervoor zorg dat de financiële verplichtingen overgaan op haar rechtsopvolger(s).
Artikel 5 - De organisatie van de samenwerking 5.1
Partijen verplichten zich gedurende de looptijd van deze overeenkomst tot samenwerking in een projectorganisatie, en om al datgene te doen wat redelijkerwijs van hen verwacht mag worden om tot een juiste uitvoering van deze overeenkomst te komen.
5.2
Vergaderingen van het Bestuurlijk Overleg en de Projectgroep worden in principe alleen gehouden als alle Partijen vertegenwoordigd zijn. Als een vertegenwoordiger van een Partij niettemin toch verhinderd is, zorgt deze Partij voor een plaatsvervanger met gelijke bevoegdheden.
5.3
Als Fondsbeheerder van het Innovatieonderzoek treedt op: Gemeente Woerden De Fondsbeheerder: voert de financiële administratie van het innovatieonderzoek; beheert de overeenkomsten met eventuele inhuur van Deskundigen/experts.
5.4
De Fondsbeheerder zal zorgdragen voor het voeren van een zodanige projectadministratie, dat uitgaven en inkomsten met betrekking tot het Innovatieonderzoek te allen tijde inzichtelijk zijn voor Partijen, ook per onderdeel van het onderzoek.
5.5
Een onafhankelijke, boven de partijen staande projectcoördinator zal door gemeente Woerden worden benoemd. De Projectcoördinator is in opdracht van de Partijen verantwoordelijk voor de coördinatie, de organisatie en de voortgang van het 5
Innovatieonderzoek door: het plannen, voorbereiden en coördineren van de projectgroepvergaderingen; het plannen en voorbereiden van de Bestuurlijke Overleggen; het onderhouden van de contacten met derden en overige externen; het bijhouden van de informatie op de website. De Projectcoördinator is verantwoording verschuldigd aan alle Partijen in het Bestuurlijk Overleg. 5.6
De kosten van de Fondsbeheerder, de projectcoördinatie en de verslaglegging van het Bestuurlijk Overleg en de Projectgroep komen voor rekening van het Innovatieonderzoek.
5.7
Van de Projectgroepvergaderingen en de Bestuurlijk Overleggen wordt een verslag gemaakt, die aan iedere Partij ter goedkeuring wordt voorgelegd en bij de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld. Verslagen en andere stukken voor een vergadering worden tenminste een week tevoren aan de deelnemers gestuurd, mits de daarvoor benodigde informatie tijdig beschikbaar is
5.8
Eventuele verschillen van inzicht over de resultaten van het Innovatieonderzoek worden binnen de looptijd van het Innovatieonderzoek besproken en indien mogelijk opgelost. Een blijvend verschil van inzicht kan leiden tot een aparte vermelding in het eindrapport.
5.9
Gedurende de looptijd van het Innovatieonderzoek worden deelresultaten uit het Innovatieonderzoek (inhoud en proces) niet gedeeld met de pers en/of via social media, tenzij hier nadrukkelijk toe is besloten in het Bestuurlijk Overleg.
Artikel 6 – Risicoaansprakelijkheid en vrijwaring 6.1
De (mate van) financiële en inhoudelijke deelname aan het Innovatieonderzoek staat volledig los van enige vorm van juridische aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van de Partijen betreffende de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier en de maatregelen die daarvoor getroffen moeten worden.
6.2
De resultaten van het Innovatieonderzoek vormen een inhoudelijke bouwsteen voor de aanpak van de grondwateronderlast en funderingsituatie in het Schilderskwartier.
6.3
Eventuele twijfels over data, gebruikte gegevens en uitgangspunten worden tijdens het Innovatieonderzoek besproken en behandeld. In de verslagen wordt vastgelegd hoe met deze twijfels wordt omgegaan. Bij eventuele geschillen beslist het Bestuurlijk Overleg hoe er moet worden gehandeld.
Artikel 7 – Duur van de overeenkomst 7.1
Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening. en zal eindigen op het moment dat Partijen in onderling overleg overeenkomen de samenwerking in het kader van het Innovatieonderzoek te beëindigen. In het Bestuurlijk Overleg wordt dit besluit in het verslag vastgelegd.
7.2
Binnen een maand na de vaststelling door het Bestuurlijk Overleg dat het Innovatieonderzoek als gereed kan worden beschouwd wordt door de Fondsbeheerder een voorstel tot verrekening van de kosten ter definitieve besluitvorming voorgelegd. Op deze verrekening en besluitvorming zijn alle
6
bepalingen uit deze overeenkomst van toepassing.
Artikel 8– Bijlagen 8.1
De volgende bij deze overeenkomst gevoegde bijlagen maken, mits geparafeerd door Partijen, integraal deel uit van deze overeenkomst: Bijlage 1 ’Van alternatief voorstel naar projectplan’ (d.d. 15 februari 2013), bijlage 2 van bestuurlijk overleg d.d. 7 juni 2013; Bijlage 2 Verslag van de Innovatiebijeenkomst d.d. 12 september 2013. Bijlage 3 Brief Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (PM)
7
Aldus overeengekomen en getekend in vijfvoud
Gemeente Woerden,
De heer C. J. van Tuijl. Wethouder Woerden, 27 september 2013
8
Provincie Utrecht
De heer drs. R.E. de Vries Gedeputeerde Woerden, 27 september 2013
9
Oasen N.V.
De heer prof. dr. ir. W.G.J. van der Meer Algemeen Directeur Woerden, 27 september 2013
10
GroenWest
Mevrouw drs. K.L. Verdooren Directeur-Bestuurder Woerden, 27 september 2013
11
Vereniging Grondwater Woerden
De heer drs. G.J. Wammes Voorzitter Woerden, 27 september 2013
12
Titel: Van alternatief voorstel naar projectplan Door: Welmoed Visser Datum: 15 februari 2013 Bedoeld voor: interne besluitvorming ter voorbereiding op bestuurlijk overleg Schilderskwartier d.d. 27 februari 2013
Inleiding In het bestuurlijk overleg van 10 januari jl. is inhoudelijk ingestemd met onderdeel 1 van het alternatieve voorstel. Een aantal partijen moet intern de afweging maken of er ook financieel commitment is om dit uit te voeren. Als basis voor de besluitvorming is het daarom belangrijk scherper te krijgen: 1. welke activiteiten worden uitgevoerd en 2. wat de kosten zijn. Deze notitie is dus een verdiepingsslag van het Alternatief Voorstel (onderdeel 1) op weg naar een projectplan. De bedoeling is de kennisvragen binnen een periode van circa 6 maanden op te beantwoorden. Dit betekent automatisch een beperking van de diepgang: het betreft geen wetenschappelijk onderzoek. Er moet worden geput uit beschikbaar materiaal. In de kostenraming is nog geen rekening gehouden met de beschikbaarheid van subsidies. Onderzoek naar mogelijke subsidiegelden vindt plaats tijdens het innovatieonderzoek. 1. Innovatie De partijen investeren een half jaar in de eerste fase van het innovatieonderzoek naar: • vaststellen samenstelling bodem/water, bepalen effect hiervan én van infiltratie op schimmelontwikkeling bij de palen en prognose voor schadeontwikkeling in de tijd. De huidige situatie van de schimmelaantasting bij een representatief aantal woningen wordt vastgesteld, • een inventarisatie naar nieuwe technische oplossingen die bij voorkeur goedkoper uitvallen dan de huidige oplossingsrichtingen. De verwachting is dat er een markt is voor betere en goedkopere technieken. Woerden is namelijk niet de enige gemeente met funderingsproblemen. Uit onderzoek van Deltares1 blijkt dat het landelijk om schadebedragen van tientallen miljarden gaat. Doel van deze eerste fase is inzicht krijgen in de urgentie van de problematiek (fysieke schade), het tempo waarmee maatregelen getroffen moeten worden en het onderbouwen van argumenten om voor en/of tegen één van de drie overgebleven oplossingsrichtingen te kiezen. Voor de goede orde zijn dit: • tijdig funderingsherstel (dit is herstel als schade dreigt te ontstaan), • het aanbrengen van een infiltratiesysteem in het openbaar gebied. Gecombineerd met tijdig funderingsherstel voor de woningen waarvoor deze maatregel geen oplossing biedt, • het op termijn verplaatsen van de drinkwaterwinning, gecombineerd met tijdig funderingsherstel, voor de woningen waarvoor deze maatregel geen oplossing biedt. Daarnaast kan uit de inventarisatie blijken dat er mogelijk goedkopere technieken te ontwikkelen zijn. Fase 1 bestaat uit vier onderdelen te weten: analyse (stap 1 t/m 3), innovatie (stap 4) rapportage (stap 5) en communicatie (stap 6).
1
Schades door watertekorten en –overschotten in stedelijk gebied, maart 2012
Analyse (stap 1 t/m 3) Aanleiding Het tempo van schadeontwikkeling verloopt in dit gebied veel trager dan volgens de experts te verwachten zou zijn. De situatie in het Schilderskwartier is uitzonderlijk in vergelijking met andere landelijke schadegevallen. In de projectgroep heeft dit geleid tot de vraag of het typische ontwikkelingsproces misschien te wijten is aan specifieke bodemopbouw en/of waterkwaliteit in het gebied, en hoe zich dit gedraagt. In het bestuurlijk overleg is deze onzekerheid ook gekoppeld aan de keuze voor een oplossingsrichting. Namelijk als het tempo van schimmelaantasting laag ligt, welke oplossingsrichting past dan bij dit tempo? En is het dan ook niet belangrijk de huidige samenstelling en kwaliteit van de bodem en/of water zo min mogelijk te verstoren als dat bepalende factoren zijn? Onderzoeksvragen Er is een voorlopige lijst met onderzoeksvragen opgesteld. Er is een opsplitsing gemaakt in verschillende stappen omdat de verkregen informatie bepalend is voor vervolgonderzoek. Er wordt steeds aangegeven wat voor type werk gedaan moet worden voor het beantwoorden van de vraag: B: bureaustudie (informatie verzamelen en ordenen, analyseren, conclusies trekken en adviseren) V: veldwerk (metingen in de wijk doen) A: analyses door een laboratorium Stap 1 Hoe verloopt het schimmelproces (Relatie tussen intrinsieke waarde grond, schimmelproces en gevolgen voor de palen)? 1
B
2
B
3
VAB
4
VAB
5
B
6
B
7
B
8
B
9
B
10
B
Wat is de normale levensduur van het gebruik van houten funderingspalen in Nederland? Wat zou onder de gegeven omstandigheden ( bodemgrondslag, bodemstructuur, grondwaterstand en gebruikte funderingsmethode) in Woerden de levensduur van de houten fundering? Wat voor schimmels zijn op de palen aanwezig en in welk ontwikkelingsstadium bevinden deze zich? Wat is de samenstelling van de bodem en het grondwater, wat zijn de chemische/biologische eigenschappen van de bodem en het grondwater? Bij het bepalen van de onderzoekslocaties een representatieve steekproef doen, verspreid over het gebied, verschillende bodemtypen en eventueel op verschillende dieptes. Wat is de invloed van deze samenstelling op het schimmelontwikkelingsproces rond de houten palen? In hoeverre zijn factoren als zuurgraad, zuurstofgehalte en temperatuur hierop van invloed? Zijn er factoren aan te wijzen die zorgen voor een mogelijk afwijkend schadepatroon (is sprake van een wonder van Woerden)? Wat is de invloed van de pluim van Texaco aan de westkant van de wijk op de schimmelontwikkeling? Verstoort infiltratie van (on)gezuiverd oppervlaktewater of rioolwater de samenstelling van de bodem en het grondwater dusdanig dat het schimmelproces verandert? Tot nu toe kan incidenteel zuurstof bij een houten paal komen als gevolg van het inmeten van de onderkant van de betonopzetter of bij technisch onderzoek naar de kwaliteit van een houten paal. Experts geven aan dat dit niet schadelijk is omdat het maar van korte duur is maar is dit echt zo?
11
B
12 13
B B
Experts zeggen dat als de houten palen onder water staan (bijvoorbeeld door infiltratie) het schimmelproces stopt. De palen blijven dan behouden. Is dit echt zo? En hoever moet dan de houten paal onder water staan ter behoud van de palen? Kan er tijdens het heien klei meegesleept zijn rond de palen? Inzichtelijk maken stand van zaken literatuur (o.a. bij KCAF).
Stap 2 Wat is het tempo van schadeontwikkeling (paalrot) bij de houten palen? 14
B
15
B
16
B
Historie van het proces, tijdlijn van wat er de afgelopen 15 jaar met de paal is gebeurd. Hierbij ook de 5 losstaande palen bij de Kringschool betrekken. Hoe is dat milieu geweest in die jaren, en dan de lijn doortrekken richting toekomst(verwachting). Onder gelijkblijvende omstandigheden van de grond, wat is dan de verwachting voor de kwaliteit van de palen en mogelijke aantastingen? Waar ligt het kritisch moment dat palen zodanig zijn verzwakt/aangetast dat ze niet meer voldoen aan de eisen voor wat betreft draagkracht?
Stap 3 Wat is de huidige conditie van de houten palen? 17
VAB
Op basis van bovenstaande gegevens een representatief aantal houten palen onderzoeken. Statistisch gezien is er een foutmarge van 5%. Dit komt ongeveer neer op bij ieder blok (90) een paal. Het onderzoek aan de houten paal betreft meer dan alleen een visuele inspectie. Het gaat in ieder geval om het vaststellen van type hout, kwaliteit van de spintlaag en vaststellen type schimmel/bacterie.
18
B
Wat is het effect van al die jaren in de grond staan? (Zie ook de 5 palen bij de Kringschool)
19
B
Een afspraak maken over toegestane onzekerheidsmarge voor besluitvorming.
Innovatie (stap 4) Stap 4 Welke kennis en technieken is momenteel beschikbaar? 20 21
B B
Onderzoeksplan maken van het innovatieonderzoek. Inventarisatie state of the art technieken, toepassingen in het veld (welke bedrijven/instellingen doen wat), literatuur, enz.
22
B
23
B
Beelden schetsen, visioenen, hoe beleid/wetgeving zich gaat ontwikkelen, bijv. als er waterschaarste zou komen en dan in verhouding tot infiltratie Verkenning subsidiemogelijkheden. Denk aan constructies als: je financiert een deel van het onderzoek, betrekt daarbij een kennisinstituut (zowel van bodem als van bouw: TNO, TU, SBR) en brengt dat onder bij een consortium. Je kunt dan misschien door de subsidie die je daarover ontvangt en in combinatie met de middelen die marktpartijen ter beschikking hebben, dat tweede deel heel goedkoop ontwikkelen.
In bijlage 1 is een eerste inventarisatie van mogelijke kennisbronnen opgenomen. Rapportage (stap 5) Stap 5 Samenvatten van de resultaten en advies over vervolg. • Resultaten van 1 t/m 4 beschrijven • Analyse en conclusies: wat betekent dat voor schadeontwikkeling en de voorgestelde maatregelen? • Nut en noodzaak tot het ontwikkelen van een nieuwe techniek? Communicatie (stap 6) Stap 6 • Het opstellen en verspreiden van twee infobrieven voor de periode van een half jaar en het bijhouden van de website. Tabel 1 Financiën Innovatieonderzoek (aanzet, zie ook bijlage 5) Innovatieonderzoek Kosten (tot max.) Analyse • Stap 1, 2 en 3 - Bureaustudie - Veldwerk (+/- 90 palen) - Analyse
€ 30.000 € 115.000 € 55.000
Innovatie • Stap 4
€ 30.000
Rapportage • Stap 5
€ 10.000
Communicatie • Stap 6
€ 5.000
Projectmanagement • Periode 8 mnd
€ 45.000
Subtotaal Totaal (inclusief BTW)
€ 290.000 € 350.900
1,5 maand
Figuur 1: aangepast procesvoorstel
Uitwerken projectstructuur (consortium) (projectplan, uitzetten werk, kennismarkt etc.)
6 maanden?
Communicatie Infobrief nr 1
Stap 4 Inventarisatie kennis & technieken
Stap 1 Verloop schimmelproces
Stap 2 Tempo schadeontwikkeling
Stap 3 Huidige conditie houten palen
Stap 5 Rapportage
GO/NO GO vervolg innovatie en/of infiltratieproeven Communicatie Infobrief nr 2
Bijlage 1
Voorlopige lijst van aangedragen kennispartijen
Onderzoek TNO Delft/Utrecht TU Delft Universiteit Utrecht Universiteit Wageningen
Jitze Kopinga, effect bomen op de grondwaterstand
DLO Staring centrum / Alterra Stichting/Netwerkorganisaties Stichting Hout Research Wageningen KCAF CUR SBR Bedrijven Witteveen+Bos Arcadis IFCO Fugro Deltares Delft/Utrecht Geofox Lexmond Alcontrol Laboratories Hazenberg Archeologie Leiden
René Klaassen, databank funderingsonderzoeken Jan Berkhout, handboek funderingsherstel. Infobladen
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Grondwateronderlast Schilderskwartier Woerden Verslag van de innovatiemiddag op 12 september 2013, Kasteel, Woerden
10
20
30
Datum en tijd: donderdag 12 september 2013, 13.00 tot 17.00 uur Aanwezig: zie presentielijst Dagvoorzitter: De bijeenkomst wordt geleid door Maarten Pieters (tevens wethouder in Oisterwijk).
40
50
Programma: Welkom, door dagvoorzitter Maarten Pieters Bestuurlijke aftrap, door wethouder Cor van Tuijl Onderzoeksmethode: trillingsonderzoek, door André Opstal Houtonderzoek, door René Klaassen Prakijkervaring telt!, door Peter Nelemans Hypothese uitblijven schade, door Arie Haasnoot Discussie in workshops Verslag: Tekstbureau Talent, Marja van Steijn / Margreeth Menkveld N.B. De sheets van de presentaties worden als bijlage meegeleverd met het verslag.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
1/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
1. Welkom Dagvoorzitter Maarten Pieters opent de bijeenkomst. Het gaat vandaag om kennisuitwisseling rond het probleem van de houten palen in het Schilderskwartier in Woerden: gaan ze het houden of niet?? De belangen zijn groot! Het gaat om woningen van mensen. En daarom is er voor voor gekozen om ook bewoners van het Schilderskwartier aan tafel uit te nodigen. Samen met de experts zullen zij in de gesprekken zoeken naar oplossingen, innovatieve oplossingen. Maarten Pieters roept de aanwezigen op om naar elkaar te luisteren vanuit een openstaan voor wat de ander zegt, zodat er stappen gezet worden en alle deelnemers tevreden naar huis gaan. Het woord is aan wethouder Van Tuijl voor de bestuurlijke aftrap.
10
20
2. Bestuurlijke aftrap Wethouder Cor van Tuijl heet alle deelnemers van harte welkom op deze bijzondere locatie: het Kasteel van Woerden. Het feit dat er in het Schilderskwartier palen zijn die tijdelijk of permanent droogstaan is een grote zorg: gaan die palen rotten? En wanneer dan? Waarom is het tot nu toe zo goed gegaan? Een onderzoek moet daar helderheid over geven. Het plan voor dat onderzoek is afkomstig van de overlegtafel: partijen zijn voortdurend met elkaar in overleg om scherp te krijgen wat het probleem is en welke oplossingen er mogelijk zijn. Deze bestuurlijke partijen zijn hier vandaag aanwezig, en ook de bewoners. (Het waterschap is er niet maar is wel betrokken.) De wethouder roept eenieder op om innovatie de ruimte te geven en niet sec vanuit de eigen positie naar de situatie te kijken maar het probleem objectief te benaderen en out of the box te denken. Hij benadrukt dat er geen enkel juridisch gevolg wordt gegeven aan uitspraken die hier gedaan worden, en hij pleit ervoor om alle kennis open op tafel te leggen. Graag meedenken, in goede harmonie! 3. Onderzoeksmethode: trillingsonderzoek; door André Opstal, gemeente Rotterdam André Opstal vertelt over een idee dat hij samen met Don Zandbergen heeft bedacht. Het is een dynamische methode voor het bepalen van gedrag van funderingen, ofwel onderzoek naar de kwaliteit van funderingen. [Zie ook de handout met de tekeningen]
30
40
50
Doel Het doel van het trillingsonderzoek is het bepalen van de locatie voor een nader funderingsonderzoek. Het is dus geen oplossing, ook niet direct een onderzoek, maar het is een voor-onderzoek. André wil daarmee nagaan of er ergens potentiële indicatoren zijn waarvan je mag verwachten dat er iets mis is. Methode Het idee is om aan de hand van een trillingsmethode te bepalen waar sprake is van afwijkend gedrag van funderingsconstructies. Een pand staat op palen, met een bepaalde grondslag. Er wordt dan een trillingsbron (f) neergezet in de buurt van het pand. Daarnaast komt een trillingsmeter (t1) te staan, en ook op het trottoir vlakbij het pand (t2); tot slot wordt er nog een trillingsmeter vastgeschroefd aan het pand zelf (t3). Wanneer je met de trillingsbron een trilling gaat veroorzaken gaan de palen daarop reageren, en vervolgens ook het pand. Bij een straat met een aantal woningen naast elkaar kun je zo ook meten wat het effect is op de panden ernaast; je kunt de trillingsbron ook steeds verplaatsen om nog meer metingen te doen. Waar de trillingen sterk afwijken kan dat een reden zijn om het nader te onderzoeken omdat er kennelijk iets mis is met het pand. Voorwaarden Voor het bepalen van het afwijkend gedrag van de fundering(sconstructie) dienen de gebouwen en de grondslag gelijkwaardig te zijn. Het is dus zaak daar inzicht in te krijgen. Binnen een afstand van 50m mag je verwachten dat de situatie gelijkwaardig is; maar dat moet je meet-technisch zien te onderbouwen. Constructie, fundering, type paal: dat moet allemaal min of meer gelijkwaardig zijn. Deze gelijkwaardigheid kun je op verschillende manieren bepalen. Visueel (door ter plekke te gaan kijken); aan de hand van bouwtekeningen; door archiefgegevens zoals bouwvergunningen op te vragen; en door inzicht te vragen in de funderingsconstructie. De funderingspalen van de panden die je wilt gaan meten, moeten gelijkwaardig zijn. Hier in het Schilderskwartier is dat: muur van het pand / betonnen oplanger / funderingspaal. Nu zou er in het diepere deel van een paal een probleem kunnen zijn. Dan krijg je te maken met de zgn .'veerconstante', een waarde die iets aangeeft over de veerstijfheid/elasticiteit van de paal. Die is als volgt te berekenen: veerconstante = EA/L. E=elasticiteitsmodules; A =oppervlak f (d2); L=lengte.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
2/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
10
20
30
Op die manier kun je de veer-stijfheid van de paal bepalen en bepalen welk deel aangetast zou kunnen zijn. Het deel met de laagste veerconstante is het zwakst. Dat deel is de zwakste schakel; dat deel is dus bepalend voor het hele veersysteem. Door het trillen gaat de paal veren en kan er een voorspelling gedaan worden, in de zin van “ergens op een bepaalde diepte kan de paal aangetast zijn”. Die vering wordt bepaald door de veerstijfheid/elasticiteit. En hoe langer de paal is, hoe meer hij zal veren. De niet-aangetaste stukken zijn relatief stijf. Het aangetaste stuk is minder stijf, en die zwakste schakel bepaalt de stijfheid van het geheel. Ga je bovenop die paal drukken, dan gaat hij inveren, en het meest in dat slechte deel. Hij gedraagt zich dus anders dan een paal die helemaal stijf is. Wanneer die paal gaat trillen zijn dat eigenlijk kleine proefbelastinkjes. Zand en klei als ondergrond heeft daar ook invloed op (komt straks nog terug). Er worden extra trilopnemers geplaatst waaruit het verschil in grondslag kan worden afgeleid en zo mogelijk kan worden geëlimineerd. Kortom: door een aantal verschillen van elkaar af te trekken blijft alleen de paal over. Dus: de slapste veer is bepalend voor de veerstijfheid van het veersysteem, en de veerstijfheid bepaalt het dynamisch gedrag van het systeem. Interpretatie trillingsmetingen: De relatie tussen t1 en t2 geeft het verschil in grondslag weer. De grond is niet homogeen maar op deze manier kan er een schatting van de verschillen gemaakt worden. De relatie tussen t2 en t3 geeft de veerstijfheid van de funderingsconstructie weer. De paal komt via de grond in beweging, en het gebouw gaat vervolgens wel of niet meetrillen. De trillingen gaan alle kanten op de grond in. De trillingen aan het gebouw worden gemeten, en er wordt gemeten vlak vóór het gebouw. Uitgangspunt voor het Schilderskwartier is dat alle palen een betonnen oplanger hebben. Of ze dezelfde lengte hebben of niet zal uit de bouwtekeningen moeten blijken. Via de trillingen is te bepalen dát er ergens iets mis is in de paal, maar niet precies op welke plek. En dat is dan weer aanleiding voor nader funderingsonderzoek. Aan de hand van de trillingen is dus voordat je gaat graven, te bepalen waar zwakke plekken zitten in het systeem zitten. Uitgangspunt moeten een paar goede palen zijn, om daaraan te kunnen refereren. Vervolgens kan er specifiek en doelgericht onderzoek naar de zwakke plekken gedaan worden. Het trillingsonderzoek is nog nergens echt uitgevoerd. Er wordt momenteel met twee partijen gesproken om dit als proef aan te durven. André hoopt van harte dat Woerden daarvoor kiest.
40
50
Er zijn voordelen te noemen, maar ook nadelen. Voordelen: Niet destructief Relatief snel uitvoerbaar aantal panden per tijdseenheid Geen bijzondere investeringen of technieken Resultaten vrij direct zichtbaar/meetbaar Nadelen: Het betreft een relatief onderzoek Absolute funderingsschade niet direct af te leiden Geluids- en trillingshinder tijdens de uitvoering Plaatsen tijdelijke trillingsopnemers aan de gevel / bewoners om toestemming vragen. Het is een klein klusje: de kastje wordt met pluggen in de voeg vastgezet. Een meting in een straat duurt een dag, inclusief alle voorbereidingen en opruimwerkzaamheden. Het meten zelf duurt een halve dag. Is er risico aan verbonden (stel dat er inderdaad een zwakke plek in de paal zit), is er instortingsgevaar? André gaat ervan uit dat dat niet het geval is. De trillingen blijven binnen de veilige marges: ze zijn gelijk aan of minder dan een vrachtwagen die door de straat gaat. Het trillingsonderzoek hanteert de landelijk toegestane normen en blijft onder de maximaal toegestane frequenties, Samenvattend: Meet indirect funderingsafwijking / Snel en niet destructief / Bestaande technieken /
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
3/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Geen investeringen.
10
4. Houtonderzoek René Klaassen van de SHR, Stichting HoutResearch, gaat in op houtaantasting in heipalen bij droogstand. [Zie de handout] SHR test en onderzoekt hout, en heeft daar veel praktische en theoretisch/wetenschappelijke kennis over. René heeft als rol: onderzoek naar houtsoorten en aantasting, en dus naar houten-palenfunderingen. Daar is hij sinds 15 jaar mee bezig, en in die tijd zijn er zo'n tienduizend houten palen monsters door zijn handen gegaan. Zijn ervaringen brengt hij met regelmaat naar buiten in wetenschappelijke publicaties. Bij zijn onderzoeken werkt René veel samen met Fugro. SHR is verder aangesloten bij F3O, een organisatie voor houten-palen-onderzoek. Hoe verloopt aantasting in houten-palen-funderingen? Er zijn 3 belangrijke typen: bacteriële aantasting schimmelaantasting softrot schimmelaantasting bruinrot/witrot. Aan de hand van animaties licht hij deze typen toe.
20
30
40
50
Bacteriële aantasting Vóór de Tweede Wereldoorlog werden er palen toegepast van de fijnspar en de grove den. In ongeveer 95% van de oude funderingen zijn vuren of grenen palen toegepast. Ná de Tweede Wereldoorlog wordt er ook douglas en lariks toegepast. Die houtsoorten reageren heel anders. Vanaf 1965 is grenen verboden omdat dat nogal gevoelig is voor de bacteriële aantasting. De paal is eigenlijk de stam van de boom. De boom wordt gekapt, soms opgeslagen maar vaak direct de grond in gedaan. En wel: op z'n kop. Vanaf dat moment wordt hij meteen door bacteriën aangetast, over de volle lengte. Die bacteriën komen altijd en overal voor; als de omstandigheden gunstig zijn worden ze actief. Deze zeer gespecialiseerde groep van houtaantastende bacteriën tasten hout echter zeer langzaam aan: dat komt omdat ze geen zuurstof nodig hebben. De aantasting gaat altijd van buiten naar binnen, en als er in de paal geen waterbeweging mogelijk is, valt de snelheid terug naar bijna nul. Afhankelijk van de omstandigheden en de houtsoort kan de waterbeweging groot zijn, en dan kan bacteriële aantasting hoge snelheden bereiken van maximaal 1 mm/jaar. De buitenkant van stam, het spint, kan hier voor gevoelig zijn, zowel in grenen maar ook in sommige vuren kwaliteiten. Soms lijkt de stam onaangetast maar is het als een spons: je kunt hem zo uitknijpen. Maar er zijn ook voorbeelden 1 mm aantasting na 400 jaar. Het aantastingsbeeld is een typisch patroon van kleine driehoekjes en het is altijd in de houtstructuur terug te vinden Schimmelaantasting Schimmel heeft alles te maken met het grondwater. Bij droogstand kan er zuurstof bij de paal komen en kunnen schimmels actief worden; schimmelsporen zijn altijd en overal aanwezig en kunnen, indien de omstandigheden gunstig zijn, uitgroeien en het hout aantasten. Bij droogstand moet er wel een onderscheid gemaakt worden tussen een situatie, waarbij een paal omgeven is door zuurstof, en een situatie, waarbij de droogstand zo ernstig is dat de paal kan uitdrogen = dat er lucht of zuurstof in de paal komt. Van buiten naar binnen: softrot (aantasting bij waterverzadigd) Eerst de situatie dat de paal niet uitgedroogd is dus waterverzadigd is. Er zit geen lucht of zuurstof in de houtstructuur; er is een groep schimmels in deze situatie gespecialiseerd die aan de zuurstof die buiten de paal aanwezig is, voldoende heeft om de paal aan te tasten. In principe gaat de aantasting dus van buiten naar binnen. In tegenstelling tot bacteriële aantasting is softrot wel zichtbaar als een verslijmde houtlaag. De snelheid is afhankelijk van de omstandigheden: hoe goed houdt de grond water vast en hoe goed sluit de grond de paal af wanneer de luchttoetrekking wordt beïnvloed. Maar ook: hoe goed zuigt het hout water op uit het stamdeel dat nog wel onder water staat. Hout is per slot van rekening een water-transporterend weefsel in de boom. Onder gunstige omstandigheden wordt hout met een snelheid 10 (-2) mm/ jaar aangetast. Aangezien schimmels zuurstof nodig hebben stopt
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
4/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
10
de aantasting meteen wanneer de droogstand wordt opgeheven. De aantasting is duidelijk herkenbaar in de houtstructuur. Wit-/bruinrot, van binnenuit (aantasting bij uitdroging) In de tweede situatie (witrot/bruinrot) zijn gedeeltes van het paalhout uitgedroogd, gedeeltes die niet aan de buitenkant zitten. De paal rot van binnen uit. Zuurstof is nu makkelijk in het hout beschikbaar. In deze situatie worden witrot en bruinrot -schimmels actief. De sporen zijn er altijd en overal. Onder optimale omstandigheden is de maximale snelheid 100 mm/ jaar (6 mm voor duurzaam hout). Het patroon van aantasting is veel grilliger dan bij de andere vormen omdat het hout niet overal even water-permeabel is en dus niet overal droog genoeg. Er zijn natuurlijk overgangen naar softrot, zoals bij scheuren in het hout waar lucht in het waterverzadigde hout kan treden en er dus in de stam softrot plekken ontstaan. Bruin- en witrot hebben ook een typisch patroon (strepen). Dat is dus terug te vinden in de houtstructuur. De houtstructuur van een paal is als het ware een archief van de aantasting die heeft plaatsgevonden en wat voor grondwaterstand er geweest is.
20
Droogstand maar geen aantasting ? Deze bijeenkomst gaat over de vraag waarom er geen aantasting inde houten palen zit ondanks langdurige droogstand > je zou dus witrot en bruinrot verwachten. Deze uitspraak is gebaseerd op onderzoek aan 10 palen (zachte schil smal 7-18 mm, 70% vuren, 30% grenen, aantasting buitenste schil 100% met bacteriële aantasting (10% ernstig), slechts in 10% sporen van schimmelactiviteit > vreemd! Hoe kan er geen schimmelaantasting zijn terwijl er droogstand is? Er kunnen uiteenlopende redenen zijn.
30
1. Er is wel aantasting maar die is niet gedetecteerd (schimmelaantasting achter een harde schil). De paal heeft altijd een klein randje aangetast hout door bacteriën. René heeft resultaten van 10 palen gezien (7 vuren en 3 grenen), en in al die palen zat ergens in de buitenkant wat aantasting door bacteriën. Maar dat is heel normaal. Dat gaat heel lang mee. Maar droogstand en geen aantasting: misschien zit die aantasting in het midden maar is hij niet gedetecteerd. De onderzoekers hebben waarschijnlijk niet gekeken naar aantasting ín de paal, en ook niet heel specifiek naar de buitenkant. In slechts 1 van die 10 palen is schimmelactiviteit te zien. Dat verbaast René. Als er droogstand is, dan móet die schimmel gaan groeien. Is er dan soms veel gif in die grond? Daar gelooft hij niets van. De aantasting zit er waarschijnlijk toch in maar is niet gedetecteerd. 2. Een reden kan ook zijn: die aantasting is er helemaal niet. De paal is in staat het spint waterverzadigd te houden > geen detectie softrot (=paaloppervlak O2 afgesloten).
40 3. Een andere reden kan zijn: het effect van de oplanger. Daar is nog veel onduidelijkheid over, maar de oplanger zou ervoor kunnen zorgen dat er geen zuurstof ín die palen komt. 4. Of is hier sprake van verduurzaming? Maar daar gelooft René ook niets van. Dat komt nooit voor.
50
Dit zijn zomaar 4 mogelijke redenen. Maar je weet het niet. Er zal dus onderzocht moeten worden of de paal aangetast is. Daar heeft SHR goede methodes voor, gebaseerd op de F3O-richtlijn. Je neemt dan een boormonster (dat heeft geen effect op de paal zelf); dat stuur je naar het lab, waar er plakjes van gemaakt worden. Vervolgens ga je een gradiënt bepalen van hoe die paal er uit ziet: dan kijk je naar het vochtgehalte want daaruit kun je de druk sterk afleiden (dus: wat kan die paal aan). Je kijkt naar aantasting en houtstructuur: hoeveel spint zit eraan, hoeveel bacteriële aantasting, en hoe diep. Je gaat ook kijken wat voor soort schimmels erin zitten. Dat alles bij elkaar geeft informatie over het waarom, over wat sterk is, en over wat je in de toekomst kunt verwachten. Een belangrijk onderzoek. Je zult de aantasting van de palen in kaart moeten brengen. Onderzoeksprogramma om de aantasting van de palen goed in kaart te brengen: a) Steekproef nemen en verdere onderzoeksstrategie bepalen b) Gecombineerd hout- en bodemonderzoek doen.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
5/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Aandachtspunten monstername: effect betonopzetter (vocht in hout); effect bodem - grondwater op luchttoevoer.
10
20
Met de standaardmethode – die trouwens de nodige expertise en ervaring vereist – wordt de aantasting goed in beeld gebracht. Op dit moment is eigenlijk niet duidelijk hoe het aantastingsverloop in de palen zit: daarvoor was het uitgevoerde onderzoek niet geschikt. Er moet dus eerst inzicht verkregen worden in de aantastingspatronen in de palen. De resultaten bepalen dan de verdere richting van het onderzoek. Het is onwaarschijnlijk maar het kan zijn dat meteen de oorzaak wordt gevonden (bijv. verduurzaming), en dan is verder onderzoek niet nodig. Op basis van de gevonden aantastingspatronen kan specifiek gekeken worden naar effecten die luchttoevoer naar of in het hout beïnvloeden. De betonoplangers kunnen de waterstroom in het hout beïnvloeden, bodem en grondwater kunnen luchttoetreding naar de paal beïnvloeden. Omdat het maken van funderingsputten duur is kan het een overweging zijn om meteen met gecombineerd onderzoek te starten; maar dat heeft als risico dat onnodig onderzoek wordt uitgevoerd. Houten heipalen worden nog steeds toegepast en inmiddels is er veel kennis over de wijze waarop dat duurzaam kan plaatsvinden. In deze heipalenbranche is veel kennis en ervaring aanwezig over het gebruik van houten palen. René pleit er dan ook voor om bij de verdere invulling van het onderzoeksprogramma hier in Woerden van deze praktische en theoretisch/wetenschappelijke kennis gebruik te maken. Op de laatste foto die hij laat zien liggen allerlei soorten heipalen op een hoop door elkaar heen. Hij licht toe dat sinds 1970 het COMO-kwaliteitssysteem voor heipalen gehanteerd wordt. Larix, douglas, en vuren palen zijn van gelijke kwaliteit en kunnen zonder problemen door elkaar heen gebruikt worden.
30
40
50
5. Praktijkervaring telt! Peter Nelemans, verbonden aan Fugro, stelt dat een funderingsonderzoek een heel doeltreffend middel is om de kwaliteit van funderingen nu en in de toekomst vast te stellen. Fugro doet dat dagelijks, volgens de F3O-richtlijn. De medewerkers van Fugro hebben daar veel ervaring in opgedaan, vaak onder lastige omstandigheden. Om de aantasting te bepalen wordt veelal gebruik gemaakt van een zgn. 'specht' ofwel Pylodin, een soort slaghamer. Peter laat foto's zien van de werkzaamheden. [zie de handout] De adviseurs die daar bezig zijn hebben ook ervaring in het herkennen van problemen. De belangrijkste oorzaken voor gebreken in de fundering zijn: paaldraagvermogen is te laag (palen zijn te kort of variatie in bodemopbouw) belasting en/of de negatieve kleef is te hoog fout in het ontwerp / uitvoeringsfouten aantasting van de palen en/of het langshout ten gevolge van houtrot (te lage grondwaterstand), of door bacteriële aantasting van de palen (aantasting onder water). Fugro beschikt over brede kennis en ervaring, vooral over bodem en draagkracht van palen. Er is veel kennis over geohydrologie (verloop grondwaterstanden), bouwhistorie/bestaande funderingen, materiaal hout (aantasting), research project Bacpoles (waar sprake was van bacteriële aantasting van houten palen). Ervaring telt! Bij het beoordelen van kwaliteit van paalfundering en van handhavingstermijnen moet je relatief veel verschillende parameters wegen, en dan is ervaring heel belangrijk. Met deze kennis en ervaring heeft Fugro de casus Woerden bekeken, aan de hand van informatie op internet en informatie die de gemeente vooraf had gestuurd. Peter laat kaarten zien [zie de handout]; bijvoorbeeld een geologische kaart met de stroomrug van de Oude Rijn en de bijbehorende zandafzetting. Verder van de rivier af is dat er niet. Er zijn ook maaiveldkaarten van de stad; die geven informatie over maaiveldverschillen. Topografische kaarten laten weer zien dat er voorheen een slotenpatroon was in het Schilderskwartier (nu meest gevuld met zand), sloten die haaks op de rivier stonden waardoor er misschien nog steeds watertoevoer
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
6/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
10
20
plaatsvindt vanuit die rivier. Ook toont hij een kaartje met waterpeilen: in het Schilderskwartier is het waterpeil 0,5 -NAP, in de polder 2m; er is dus een groot verschil met het polderpeil. 1 Een kaart van de stijghoogten van het eerste watervoerend pakket (= diepe zandlagen) laat zien dat er een verloop is richting de polder en een enorme trechter die veroorzaakt wordt door wateronttrekking door het drinkwaterbedrijf. Een overzicht van sonderingen en boringen laat zien dat de Rembrandtlaan, gelegen op de stroomrug van de Oude Rijn, een heel andere ondergrond heeft dan meer naar de polder toe, buiten die stroomrug. De Rembrandtlaan heeft een zandige bodemopbouw met stoorlaagjes van klei, maar buiten de stroomrug is het meer klei en veen. Het water bij de stroomrug wordt gevoed vanuit de rivier en stroomt af in de richting van het gebied van de drinkwatermaatschappij, omdat het daar weggetrokken wordt. De hypothese van Fugro luidt als volgt: door permanente inzijging/infiltratie en de gewijzigde stoorlagen van klei bezit het zand een hoog vochtgehalte ondanks een te lage grondwaterstand. Hierdoor verloopt het proces van aantasting veel langzamer dan in andere situaties. Houdt het misschien ook verband met capillaire werking? Het Schilderskwartier heeft te maken met een stroomrug van de Oude Rijn, een natuurlijke afzetting met silt en klei, dus veel capillaire opstijging. In de literatuur is hierover niet zo veel bekend. Enkele bronnen geven: 0,2 m in grof zand / 1 m in fijn zand / enkele meters in siltig of kleiig materiaal. Uitgevoerd funderingsonderzoek geeft op 1 locatie een interessant beeld: het grijze zand (= permanent natte zone) reikt tot pakweg 1 m boven de betonopzetter capillaire opstijging is op deze locatie groot = gunstig effect. Door Jaap Klein, onderzoeker van Witteveen+Bos, wordt erop gewezen dat er op veel plekken in het Schilderskwartier juist grof zand is gemeten. Capillaire opstijging is in grof zand veel minder.
30
40
Peter vervolgt dat tijdens bestaande funderingsonderzoeken slechts beperkt houtonderzoek is uitgevoerd. Dat geeft weinig inzicht in de soort en mate van aantasting en over het verloop van de diameter, de gradiënt, = het verloop van de aantasting (standaardonderzoek van SHR). Hij geeft als aanbeveling mee om aanvullend grondonderzoek, grondwateronderzoek en funderingsonderzoek uit te voeren. Mogelijk kan aan de hand van de resultaten daarvan voorspeld worden over hoeveel tijd er problemen te verwachten zijn. Daarom: probeer op 3 locaties een wat uitgebreider funderingsonderzoek te doen; 3 houten palen per inspectieput inspecteren: onderzoek d.m.v. slaghamer/houtmonsters. Innovatief daarbij is het idee om vochtmeters op verschillende niveaus te installeren, om te zien of het milieu om de paal heen misschien zo vochtig is dat het die aantasting tegengaat. De metingen worden continu gedurende meerdere maanden uitgevoerd. Innovatief daarbij: indien tijdens het graven van de inspectieput waterremmende lagen – stoorlagen – worden doorgraven, worden deze hersteld (door klei of bentoniet). Verder wordt de waterkwaliteit bepaald c.q. de grootte van de capillaire zone vastgesteld. Er wordt houtonderzoek gedaan in het laboratorium om het verloop (gradiënt) te bepalen van mate en soort aantasting van buiten naar binnen. Innovatief daarbij is: (lab)onderzoek naar relatie vochtgehalte en mate van aantasting. Peter stelt de gemeente Woerden voor te kiezen voor een partij die kan omgaan met een combinatie van standaard onderzoek en nieuwe ideeën, die aantoonbare ervaring heeft met bijzondere onderzoeken in combinatie met research, die beschikt over noodzakelijke ervaring en kennis in het veld om snel te kunnen anticiperen op afwijkingen en over aantoonbare ervaring met monitoringsprojecten; en een partij die korte lijntjes heeft met het SHR.
50 Een bewoner van het Schilderskwartier vraagt naar het effect van een lekkende riolering. Peter Nelemans antwoordt dat een lekkende riolering vaak functioneert als een soort drainage, waardoor de grondwaterstand omlaag gaat. Maar hij weet niet of dat hier relevant is omdat hier de grondwaterstand lager wordt doordat het grondwater door de drinkwatermaatschappij wordt weggetrokken naar veel diepere lagen.
1
Stijghoogte = waterdruk. Er is weinig druk wanneer het water weggezogen wordt, in dat geval staat het water daar lager.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
7/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
6. Hypothese uitblijven schade Arie Haasnoot is verbonden aan Oasen maar spreekt vandaag à titre personnel. Zijn hypothese luidt: zit er wel zuurstof in de poriën? [zie de handout]
10
Er is op dit moment nog geen aanwijzing dat er in het Schilderskwartier iets aan de hand is. De grondwaterspiegel zoals hij nu is, is al minimaal 20 à 25 jaar even laag. Eind jaren '80 is hij een poosje nog lager geweest omdat Oasen toen wat meer drinkwater onttrokken heeft dan nu, maar iedere paal die nu droogstaat, staat al minimaal 20 jaar droog. Een wonder?? Arie toont een tekening van een oude brongasinstallatie van begin vorige eeuw. Het is een put onder een kleilaag door, waarbij onder die kleilaag grondwater zit, en boven dat grondwater gasbellen (vnl. methaangas). Doordat je het water oppompt verlaag je de druk kun je het gas gebruiken, bijv. om te koken. De bodemopbouw is gelijk aan die van het Schilderskwartier, en zo kwam Arie op het idee.
20
30
Wat gebeurt er met water dat je infiltreert in de bodem: dat gaat door de kleilaag heen, en door het zandpakket, naar de waterwinning. De kwaliteit van water op het maaiveld en de kwaliteit van water uit de Oude Rijn is totaal verschillend. Dat komt doordat het veen vol is met organisch materiaal dat reageert op het zuurstof. Er gebeurt van alles met het grondwater. Samengevat komt het erop neer dat het zuurstof … verdwijnt! Ter toelichting: het zandpakket wordt ‘luchtdicht’ afgesloten door de bovenliggende klei. Het grondwater in het pakket bevat opgeloste gassen : o.a. CH4, H2S en CO2. Geen O2! Deze gassen zijn gevormd door afbraak van organisch bodemmateriaal. Hierdoor wordt zuurstof verbruikt. Onttrekking (stijghoogteverlaging) verlaagt de grondwaterstand, en de druk in het grondwater. Hierdoor komen gassen uit het grondwater vrij. Deze borrelen naar boven in het zandpakket en blijven hangen onder de afsluitende kleilaag. Het ‘droge’ deel van het zandpakket bevat wel gassen (CH4, H2S, CO2) maar geen zuurstof! En ook geen nitraat, dus het is al een paar stappen verder. De organische stoffen zitten opgeslagen in het veen. (Het gaat om organisch materiaal van begroeiing die daar vroeger heeft gestaan.) Het komt er dus op neer dat er geen zuurstof meer zou zijn. Dus er is ook geen paalrot! Aanvulling dagvoorzitter: Zuurstof is een heel belangrijke factor als het gaat om de schimmelgroei. Door effecten te gaan meten kun je kijken of dat in het Schilderskwartier ook het geval is. Door bodemmonsters te nemen kun je te weten komen hoeveel organische stoffen er in die wijk zitten.
40
De dagvoorzitter rondt hiermee het eerste gedeelte af. In het tweede gedeelte zal in twee groepen gediscussieerd worden over de vraag “stellen we de juiste vragen”, en “welke aanpak levert het meeste op”. PAU Z E 7. Discussies in groepen Zie bijlage. 8. Plenaire terugkoppeling De gespreksleiders vatten de discussies kort samen.
50
Dolf Groters was gespreksleider bij Groep 2. Iedereen ging ervan uit dat het onderzoek zeker iets zal gaan opleveren, zo stelt hij. Erg belangrijk vond men op te weten wat het aantastingsproces is van het hout, dus: richt je op het hout zelf en combineer dat dan met die andere vragen. Een andere suggestie was om ook te kijken naar de stabiliteit van de huidige woningen. Weer een andere suggestie was om het onderzoek later te herhalen zodat je kunt zien wat de effecten in de tijd zijn. En als tip is meegegeven om de palen van de gesloopte school goed te onderzoeken nu die zo makkelijk bereikbaar zijn, vooral om vast te stellen of er zuurstof aanwezig is.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
8/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
De voorzitter merkt op dat er blijkbaar nog geen paalrot is vastgesteld; dan is een interessante vraag: is er ergens paalrot, en wat moet er dan gebeuren om te zorgen dat de bewoners vertrouwen hebben in de resultaten van het onderzoek.
10
20
30
Huib Glerum was gespreksleider van Groep 1. Een aantal dingen heeft Dolf al genoemd, zoals het advies om de palen onder de school te benutten en deze te onderzoeken. Over dat 'wonder van Woerden' werd gezegd dat je daar alleen achter kunt komen door die palen te gaan onderzoeken: wat is werkelijk de aantasting van die palen. De buitenkant zegt nog niets over de binnenkant. Tweede tip: de woningen onderzoeken waar schade is. Verder: gaten in je kennis aanvullen. En als definitieve oplossing: gewoon het waterpeil omhoogbrengen. Suggestie was ook om een aantal weken de winning van Oasen stop te zetten. Over infiltreren: wat gebeurt er als je zuurstofhoudend water bij de palen brengt, maak je het dan niet erger? Maar René Klaassen zegt dat dat wel zo oververzadigd moet zijn van zuurstof dat je je daarover geen zorgen hoeft te maken. Andere opmerking: als je de palen blootlegt voor het onderzoek is dat niet bezwaarlijk mits je de bodemstructuur in zijn oorspronkelijke staat terugbrengt. Over de 2e vraag: hoe ga je dat doen, heeft groep 1 aangegeven dat zij dat trillingsonderzoek liever niet in deze situatie wilden uitproberen, vanwege de diversiteit van allerlei parameters (bodemopbouw, betonopzetters, grondwaterstanden) in de wijk. Het is onvoldoende discriminerend. In het rapport staat een aantal genoemd van 90 palen maar er werd gezegd: begin met die schoolpalen en kijk dan gerichter verder, en kijk ook eens naar die woningen met schade. Neem zaken als bodemgesteldheid etc. mee om te zien of dat ingrediënten oplevert voor veel gerichter onderzoek. Er is gezegd dat de aantasting van bovenkant paal veel minder erg is dan beneden: hij kan bovenaan veel meer hebben omdat hij met de punt naar beneden staat. Ook belangrijk: relatie vocht in bodem en het zand, die capillaire werking van die palen. Dolf Groters gaat in op de 2e ronde. Over het trillingsonderzoek zei groep 2: je gaat iets doen waarvan je niet weet of het werkt. Het moet een opstelling zijn die representatief is gezien alle wisselende samenstellingen; maar de groep vond het wel goed om het überhaupt te doen, om te zien of het werkt, als kans om geld te besparen en inzicht te krijgen in kwaliteit paal. Nog één punt: als die rapporten straks komen, ook naar bewoners, laat er dan een monitoringsplan bij komen voor bewoners dat voor hen herkenbaar is en waardoor ze er vertrouwen in krijgen, dus als verbinding tussen die technische inbreng en de bewoners. André Opstal merkt op dat de trillingsmeting ook een aantal keren herhaald kan worden, om te zien of er iets veranderd is. 9. Voortgang
40
50
Projectleider Welmoed Visser bedankt ieder voor zijn of haar inbreng. Het is fijn dat er zoveel specialisten aanwezig waren vanmiddag, maar ook erg plezierig dat er bewoners waren. Eind september komt het bestuurlijk overleg bijeen en daarna zal het onderzoek in de markt gezet worden. Hoe dat exact gebeurt hangt af van wat hier uit komt, maar gedacht wordt aan uitvraag op uitnodiging omdat een aantal specialismen niet gemist kunnen worden. De deelnemers aan deze innovatiemiddag zullen daarover geïnformeerd worden. Het idee was een half jaar voor het innovatieonderzoek uit te trekken maar misschien zal er meer in fases gedacht moeten worden, en zal het iets langer gaan duren. Bewoners worden bij dit proces betrokken. Zij hebben hun eigen vereniging, GrondWater Woerden, en zitten zowel bij de projectgroep als bij het bestuurlijk overleg aan tafel. Welmoed reikt een aantal attenties uit aan degenen die een bijdrage hebben geleverd om deze middag te doen slagen. Heel veel dank daarvoor! Bewoner Frans Drilling tenslotte spreekt namens de bewoners zijn dank uit voor de uitnodiging aan bewoners om hier vandaag aanwezig te zijn. Sluiting, om 17.15 uur
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
9/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Bijlagen: presentielijst en discussies in de 2 groepen
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
10/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Presentielijst Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier Woerden
1
Ad van Wensen
KCAF
2
Frits van Tol
Deltares/TU Delft
3
André van Opstal
Gemeentewerken Rotterdam
4
Jaap Klein
Witteveen+Bos
5
René Klaassen
Stichting Hout Research
6
Peter Nelemans
Fugro
7
Peter den Nijs
Wareco
8
Tiem Muller
IFCO
9
Carolina Lantinga
Student TU Eindhoven (SHR)
10
Anton Engering
Grondwater Woerden / bewoner
11
Marieke Vereecken
Grondwater Woerden / bewoner
12
Feike Ros
Grondwater Woerden / bewoner
13
Hero Volkers
Grondwater Woerden / bewoner
14
Jos Baas
Grondwater Woerden / bewoner
15
Frans Drilling
Grondwater Woerden / bewoner
16
Marlous van der Meer
Provincie Utrecht
17
Christine Marskamp
Provincie Utrecht
18
Maarten Pieters (dagvoorzitter)
Gemeente Oisterwijk
19
Cor van Tuijl
Gemeente Woerden
20
Welmoed Visser
Projectleider
21
Wilco van Bodegraven
Gemeente Woerden
22
Arie Haasnoot
Oasen
23
Huib Glerum
Oasen
24
Dolf Groters
Provincie Utrecht
25
Petri Bosch
Woningcorporatie GroenWest
26
Ad van Hulten
Grondwater Woerden / bewoner
27
Luc Ettema
Grondwater Woerden / bewoner
28
Marja van Steijn
Tekstbureau Talent, notulist
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
11/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
29
Margreeth Menkveld
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
Tekstbureau Talent, notulist
12/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
GROEP 1, o.l.v. Huib Glerum (Oasen) Ad van Wensen (KCAF), Frits van Tol (Deltares/TU Delft), Jaap Klein (Witteveen+Bos), René Klaassen (Stichting Hout Research), Peter Nelemans (Fugro), Wilco van Bodegraven (gemeente Woerden), Christine Marskamp (Provincie Utrecht), Luc Ettema (bewoner), Marieke Vereecken (bewoner), Feike Ros (bewoner en initiatiefnemer van Grondwater Woerden), Frans Drilling (bewoner), Petri Bosch (Woningcorpor. GroenWest).
10
Frits van Tol Er is nog geen schade tot nu toe, geen zichtbare schade althans. En dan is de situatie 'goed' als je het proces kunt stoppen. Dat moet volgens mij de ingang zijn. Er is nu een stabiele situatie maar als je gaat roeren in de bodem ga je iets verstoren. Je moet dus weten wat de oorzaak is dat het droogstaat en dat het toch goed gaat. Dat is een belangrijke vraag. En verder: hoe zorg je dat het water omhoog komt. Want ik zou er niet op durven vertrouwen. Hoe krijg ik de situatie weer onder water? Dus voordat je de zaak onder water zet: maak een tussenstap, onderzoek waarom het nu zo is. Maar wees voorzichtig met 'in de bodem roeren'. Jaap Klein Dat is de redenering die begin vorig jaar is gevolgd.
20
Huib Glerum Vraag is of je zeker kunt weten, als de zaak onder water gezet wordt, dat je het hebt opgelost. Ad van Wensen Maar je moet dan een barrière maken om die enorme grondwateronttrekking dan te voorkomen.
30
Jaap Klein Hoe krijg je die wijk weer onder water: die vraag hebben wij bekeken. Daar zitten haken en ogen aan vanwege de waterkwaliteit. Het water moet dan eerst voorgezuiverd worden. Dus we willen eerst kijken waarom er nog geen zichtbare schade is. Er stroomt heel veel water naar de putten maar ook naar de lager gelegen polder; je moet dus hard trekken om het water omhoog te krijgen. Peter Nelemans Er zitten dus bezwaren aan infiltreren. Jaap Klein Inderdaad: de slechte kwaliteit van het oppervlaktewater en je moet héél véél infiltreren.
40
Marieke Vereecken Maar Frits van Tol zei niet alleen “je moet het water weer op niveau krijgen”, maar ook: “wel eerst de oorzaak achterhalen”. Als die onttrekking een rol speelt, kun je dan met proeven vaststellen wat het effect is om die onttrekking te minderen? Frits van Tol Ik heb begrepen dat het aandeel van de onttrekking al onderzocht is. Huib Glerum Wij weten uit onderzoek dat de grondwateronttrekking van Oasen een bijdrage heeft geleverd; maar de vraag is of je met het stoppen daarvan het probleem hebt opgelost. Waarschijnlijk niet .
50
Frits van Tol Waarschijnlijk aanvullend water erbij, of een wand eromheen zetten. Frans Drilling We hebben nu dus een stabiele situatie. Huib Glerum vat samen en vult het schema in
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
13/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Ad van Wensen Maar je moet eerst meer gegevens hebben. Er zitten binnen bouwblokken hoogteverschillen en lengteverschillen. Jaap Klein Heel veel palen zijn al onderzocht.
10
Ad van Wensen Eerst werd de paal de grond in geslagen, toen de oplanger, op een gegeven moment stond hij op stuit en gingen ze koppen snellen; maar bij de ene paal ging er een halve meter af en bij de andere een meter. Daar zit dus verschil in. Frits van Tol De vraag is dus: tot hoe hoog moet het water terug. Jaap Klein Er zijn 100 palen onderzocht.
20
Peter Nelemans Als ik bewoner zou zijn zou ik toch graag willen weten of er schade is aan de paal. Frans Drilling Van mij hoeft dat niet. Gooi die grondwaterstand omhoog, en zorg dat mijn huis stabiel blijft! Marieke Vereecken Er kan ook wel schade aan het hout zelf zijn maar dat we het niet zien. Feike Ros Bij drie woningen zijn barsten.
30 Frits van Tol Voor de oplossingsrichting moet je ervan uitgaan: er is nog geen schade. Dus: zo snel mogelijk onder water zetten. Maar aan de andere kant: is er daadwerkelijk aantasting? Maar we moeten niet de oplossingsrichting beïnvloeden. Frans Drilling Als je het onder water zet stop je de schade.
40
Peter Nelemans Niet die van bacteriële aantasting. Frans Drilling Maar dat is 1 mm op de 10 jaar! René Klaassen Je moet inschatten of je nog speling hebt. Frans Drilling Maar de belangrijkste palen-ellende is schimmel, en niet de bacterie.
50 René Klaassen Ja, bij droogstand gaat schimmel groeien. Maar ik kan niet lezen uit rapporten wat de toestand van de palen is. Huib Glerum Maar u zei daarnet: als er zuurstof is. En niet: als er droogstand is. Dat is een belangrijk verschil. Denk aan de theorie van Arie Haasnoot.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
14/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
René Klaassen Ja inderdaad: er moet zuurstof zijn. Welmoed Visser Er zijn enkele duizenden palen; iemand zei: we zouden 90 palen moeten onderzoeken want dat is statistisch gezien een goed percentage. Kun je daarmee een uitspraak doen over de hele wijk?
10
René Klaassen Het is heel lastig om met houden paalfunderingen en statistieken om te gaan. Als je moet inschatten wat je kunt verwachten voor de verschillende palen, dan kun je je steekproef misschien wel verkleinen. Want misschien heb je verschillende houtsoorten en -kwaliteiten, en zit er verschil in de bodemopbouw. Peter Nelemans Je moet fundamenteel onderzoek doen, je probeert de kennislacune die er is in te vullen. Dus niet per bouwblok. Want dan geldt het voor de rest van de wijk ook. 90 palen lijkt mij heel veel. Je kunt die kennis zo gericht mogelijk invullen. Er is een redelijk goed inzicht in de bouwstromen en de gebruikte palen, en we hebben kaartjes van de bodemopbouw, van dikkere en dunnere kleilagen. Als je dat combineert heb je een aantal situaties die je afzonderlijk kunt onderzoeken.
20 René Klaassen Ja, dan kun je met veel minder palen toe. Frans Drilling Het gaat om grenen of vuren palen. Dus dat moet je onderzoeken. Ad van Wensen Maar ze zijn door elkaar heen geplaatst.
30
René Klaassen En grenen is een heel open houtstructuur: misschien is hij minder aangetast door schimmel omdat hij heel makkelijk vocht kan optrekken. We hebben binnen de branche een standaardmethode opgezet om daar alle informatie uit te halen. Ik weet niet hoe de onderzoeksopdracht indertijd was. Luc Ettema Wij weten niet of de buitenkant is onderzocht, of de binnenkant.
40
René Klaassen Als er een wijde indringing is weet je dat er bruinrot kan optreden, en dan binnenin de paal. Dan moet je een monster nemen. Frits van Tol Begin dan met de paal waar al een scheur in zit. Maar de conclusie van die locatie kun je dan niet over de rest van de wijk uitsmeren natuurlijk.
50
René Klaassen Er is een locatie waar het gebouw weg is, een voormalige school, en waar de palen dus vrijstaan. Daar kun je makkelijk bij. Dat moet je dus uitbuiten. We weten op dit moment niets over de kwaliteit van de palen, alleen dat hij een lage inbreng heeft. Het geeft op z'n minst een indruk van dat deel van de wijk. Peter Nelemans Niemand wil graag zo'n inspectieput in zijn tuin. En dat speelt bij zo'n voormalige school veel minder. René Klaassen Als dit goedkoop te doen is is dat een heel mooie start. Frans Drilling
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
15/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Ik dacht: Als je niet erg indringing hebt is je paal goed. Maar dat hoeft dus niet zo te zijn. Frits van Tol Je moet het bij die school doen, en ook bij die panden waar al schade is. De kans is daar het grootst dat die paal al wel aangetast is. Jaap Klein Een andere hypothese kan ook zijn: dat het beschermd wordt doordat de bodem heel vochtig is, of dat er nauwelijks zuurstof zit in die zandlaag. Wat doen we daarmee?
10 Frits van Tol Dan wil ik een tegenvraag stellen: wil je daarop vertrouwen? Stel dat het zo is: gas etc. en geen aantasting. Wil je daarop vertrouwen? René Klaassen Mee eens. Je kunt parallel gaan kijken hoe je dat grondwater omhoog krijgt. Peter Nelemans Maar dat zijn wel lange trajecten. Dat lukt niet binnen een jaar.
20 Frits van Tol Het staat al 20 jaar droog dus een jaar kan nog wel. Ad van Wensen Er worden ook woningen gekocht en verkocht. De situatie is op dit moment onzeker. Je weet niet hoe de fundering is. Het is wel verstandig om dan gebruik te maken van de funderingsparagraaf in een koopcontract, waarbij de verkoper gevrijwaard wordt van verdere aansprakelijkheid. De koper is zich dan in ieder geval bewust van het probleem. Dat is niet relevant voor het innovatieonderzoek maar je moet het meenemen in de communicatie naar bewoners.
30 Frans Drilling Het pand Mondriaanlaan 8 is verkocht. De koper heeft alle vloeren eruit gesloopt. Hij vond overal beton onder dus dat was wel goed. Daar kun je snel gaan kijken, het ligt nog open. Luc Ettema Kunnen we onderzoek doen naar de hypothese van Arie Haasnoot?
40
Huib Glerum Je schijnt te kunnen vaststellen of er zuurstof in de bodem zit. Een stuk betonijzer in de grond stoppen en een paar dagen wachten op wel of geen oxidatie. René Klaassen Een Duitse partner van ons in Göttingen, een vrouw, heeft geprobeerd op zuurstof te meten in dit soort lagen. Dat zijn zeer zware high tech metingen. Betonijzeroplossingen werken niet. Wat wíj gedaan hebben in een project is bekijken of er zuurstof in het grondwater zit; vaak zit het erin maar wordt het opgenomen omdat er ook organisch materiaal in zit. Je wilt weten wat het doet met de aantasting. Conclusie: de zuurstof moet zo hoog zijn dat het water oververzadigd is, waarin die schimmels kunnen groeien.
50
Peter Nelemans Voor zuurstof in de bodem zijn ook technici (Eikelkamp). Het gaat om zuurstof in de grond, want jullie willen weten wat er bóven het grondwater gebeurt. De Witte Dame in Eindhoven: Philips heeft daar stikstof erdoorheen geblazen en daarmee gassen/zuurstof kunnen verdringen. Dat schijnt ook te werken. Frits van Tol Wat heb je nodig om te weten voor onderzoek, om dat water omhoog te kunnen doen? Moet je dat gegeven van die zuurstof -of-niet hebben? Nee, niet per se.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
16/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
De aantasting, dat wil je wel weten denk ik. En je moet weten hoe de grondwaterstroom is, en je moet het geohydrologisch weten. Van die kant moet je het benaderen. Tenzij al wordt ingeschat dat 'het water omhoog doen' niet haalbaar is. Welmoed Visser Als het grondwater hoog genoeg is stopt het proces. Weet je dat zeker? En maakt het dan niet uit hoe ernstig de paal beschadigd is?
10
René Klaassen Grondwater omhoog = schimmelaantasting stopt. Trouwens, jullie hebben een lijst met vragen opgesteld, maar veel van die vragen zijn zo vanuit ons handboek te beantwoorden. Het zijn allemaal open deuren. Feike Ros Ik zou graag in het onderzoek willen betrekken dat Oasen een week lang niet pompt in een bepaalde periode; dan kunnen we in die tijd meten.
20
Ad van Wensen Als het grondwater omhoog gaat ligt het riool weer in het water, dat is weer een ander punt. Frits van Tol Maar als je het grondwater omhoog gaat halen: op dit moment zit de riolering boven het grondwater, als je het grondwater omhoog gaat halen moet je de riolering weer in het grondwater terugbrengen. De funderingen liggen binnen dat riool boven de onderkant van de palen, dan kan dat nooit de oorzaak zijn dat die palen droogstaan. Feike Ros We weten nu niet wat de invloed van Oasen in centimeters is.
30 Jaap Klein Het duurt wel een paar weken voordat dat effect heeft. Marieke Vereecken Maar dan kan het proefondervindelijk aangetoond worden. Frits van Tol Er zijn peilbuizen geplaatst en je kunt het zien wat er stroomt naar de polder en naar de onttrekking.
40
Christine Marskamp Jullie zoeken een duurzame oplossing. Is infiltratie dan de enige mogelijkheid? Huib Glerum We hebben een rapport over een aantal mogelijkheden maar we hebben nog geen keuze kunnen maken. Het onderzoek dat we nu gaan doen richt zich op onderbouwing van de situatie en definiëring van het probleem. Het gaat over veel geld.
50
Jaap Klein Wij hebben meerdere oplossingen bedacht toen (infiltratie, funderingsherstel etc.), dat ging van 25 tot 60 miljoen. Komen we met het innovatieonderzoek tot betere, betaalbare en betrouwbare alternatieven? Marieke Vereecken En kan zuurstofrijk oppervlaktewater dat geïnfiltreerd wordt, nog schade aanbrengen? Ik begrijp van René Klaassen dat dat gebruikt kan worden …. René Klaassen Water met normaal zuurstof, daar krijgen die palen niets van.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
17/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Het moet wel erg oververzadigd zijn met zuurstof wil het schimmels tot groei stimuleren. Ad van Wensen Aan de andere kant: in Dordrecht hebben wij onderzoek gedaan, waarbij bleek dat het water dood was en dat de aantasting in 4 jaar niet was toegenomen. Maar 1 onderzoek maakt nog geen zomer natuurlijk. [Deze opmerking was erg slecht te verstaan, doorelkaar gepraat]
10
Luc Ettema Ik heb een rare gedachte. Die witte vlek van de school, die ligt erg centraal in de wijk. Daar zou je een grote vijver kunnen maken, met drijvende woningen erin. Breng meer water in de wijk! En zo kun je op een heel natuurlijke manier die grondwaterstand omlaag brengen. Marieke Vereecken Er is veel oppervlaktewater in de wijk. Peter Nelemans Maar bij sloten heb je te maken met slibafzetting.
20
30
Huib Glerum Punt van discussie was: hebben wij de goede vragen gesteld. Uit de discussie kwam naar voren: wat is de oorzaak van geen schade, zet het onder water en snel hoe zit het met de palen, de hoogte van de overgang beton > naar hout (want dat kan verschillen) mate van aantasting van de palen > onderzoeken; hoeveel palen? Eerst de school en de woning waar al schade is grenen en vuren kan verschil maken zuurstof in de grond winning stoppen voor een periode en kijken wat de grondwaterstand doet. Hoe lang moet dat? statement: water met normaal zuurstof, daar krijgen die palen niets van. Het moet wel erg oververzadigd zijn met zuurstof wil het schimmels tot groei stimuleren. Welmoed Visser Als je de palen opgraaft liggen ze ook bloot. Wat gebeurt er dan? Maak je het niet erger? Frits van Tol Je gaat een grondstructuur met afsluitende kleilagen en eventueel gasbellen daaronder doorbreken. Dan moet je wel klei terugbrengen als je onderzoek in de bodem doet. Die paal kun je rustig 3 maanden droogzetten is mijn ervaring.
40
Huib Glerum Vat samen: dus: blootleggen van paal > kleilagen terugbrengen om af te sluiten. Feike Ros Als een paal ontgraven is voor onderzoek, kun je hem dan impregneren om elk risico uit te sluiten? René Klaassen Volgens mij is er wetgeving over gebruik van verduurzaming in het grondwater. Dat gaat dus niet lukken.
50
Frits van Tol Als je de kleilaag terugbrengt is dat niet nodig. Maar het moet afdichtend zijn. Of je moet betoniet of zand nemen. Dat moet een eis bij het onderzoek zijn. Huib Glerum De tweede ronde is voor de vraag: welke aanpak levert de meest betrouwbare informatie op. Graag jullie reactie op dat trillingsonderzoek. Frits van Tol
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
18/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Dat is bedoeld om locaties, waar de fundering kennelijk wat minder zou zijn, om daar nader onderzoek te doen. Ik ben bang dat dat onderzoek niet voldoende discrimineert in slecht en goed, want de aantasting van de paal moet zodanig zijn dat je het terugziet in de bovenbouw van de paal. Dat gaat niet helpen. Peter Nelemans, Frans Drilling Helemaal mee eens.
10
Frits van Tol Laten ze het eerst maar in hun eigen achtertuin proberen. Marieke Vereecken En trouwens, alle factoren moeten gelijkwaardig zijn. Frits van Tol Er is veel trillingsonderzoek gedaan en daar zit zoveel spreiding in, dit soort verschillen haal je er niet uit.
20
Huib Glerum Vat samen: Dus: geen proeftuin voor trillingsonderzoek, want onvoldoende betrouwbare gegevens, het discrimineert niet genoeg. Nog andere suggesties? Frits van Tol Eerst die school doen, en die huizen waar problemen zijn. En vervolgens een steekproef. Ter bevestiging van het beeld. Huib Glerum En die keuze van 90 palen (1 paal per woonblok) vinden jullie nergens op slaan?
30
Frits van Tol Ze zijn heel at random toegepast, het zijn verschillende soorten palen, dus gelet op dat feit heeft het weinig zin. Luc Ettema Je moet je steekproef laten afhangen van de resultaten van die eerste twee onderzoeken. René Klaassen En misschien zijn die voldoende.
40
Frans Drilling We hebben een kaartje van de grondsoorten. Kun je dat onderzoek dan niet gewoon doen per grondsoort? Jaap Klein En de lengte van de oplangers moet je er dan bij nemen want dat maakt ook uit. René Klaassen De bouwstromen/aanlegtijd kun je dan ook meenemen.
50
Huib Glerum Vat samen: dus: keuze baseren op de verschillen in grondsoort plus lengte oplangers plus bouwstromen. René Klaassen De overheid gebruikt wel andere (betere) palen dan particulieren. Dus voor scholen, politie, brandweer zijn degelijker kwaliteiten gebruikt. Luc Ettema
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
19/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
En als de binnenkant deels verrot is, is die draagkracht te berekenen en of je moet ingrijpen. René Klaassen Ja, dat is te berekenen. Als je aan de binnenkant iets kwijtraakt is het niet zo erg; wel aan de buitenkant, dat is veel meer oppervlak.
10
Frits van Tol Maar bedenk wel dat de hoogste spanning over het algemeen niet in de kop van het hout zit, want palen zijn taps. Als hij beneden het kan dragen, daar is hij 13 cm, en boven is hij 26 cm, dan kan de helft dus in diameter weg; dan is hij nog sterk genoeg. Dus bovenin is aantasting minder erg, daar heb je behoorlijk wat over. Marieke Vereecken Hoe onderzoek je schade onderin de paal? Frits van Tol Onderin kan het nooit droogstaan. Schimmel zit daar niet in.
20
Welmoed Visser Als er minder schade is dan verwacht, kun je dan ook een relatie leggen met het vochtgehalte in het zand (dit als vraag van Peter meenemen). Huib Glerum Vat samen: dus: relatie vocht in zand, relatie capillaire werking. Frits van Tol Ga je heel veel effort stoppen in de verklaring waarom, dat is de vraag. En een wand eromheen op grote diepte? Je moet ergens een kleilaag opzoeken.
30
Wilco van Bodegraven Die zit veel te diep. [De tijd is om, de discussie wordt afgerond]
Samenvatting Vraag 1: Wat is de oorzaak van geen schade, zet het onder water en snel hoe zit het met de palen, de hoogte van de overgang beton > naar hout (want dat kan verschillen) mate van aantasting van de palen > onderzoeken; hoeveel palen? Eerst de school en de woning waar al schade is grenen en vuren kan verschil maken zuurstof in de grond winning stoppen voor een periode en kijken wat de grondwaterstand doet. Hoe lang moet dat? statement: water met normaal zuurstof, daar krijgen die palen niets van. Het moet wel erg oververzadigd zijn met zuurstof wil het schimmels tot groei stimuleren. blootleggen van paal > kleilagen terugbrengen om af te sluiten. Vraag 2: Geen proeftuin voor trillingsonderzoek, want onvoldoende betrouwbare gegevens, het discrimineert niet genoeg keuze baseren op de verschillen in grondsoort en in lengte oplangers en in bouwstromen relatie vocht in zand, relatie capillaire werking .
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
20/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
GROEP 2, o.l.v. Dolf Groters (Provincie) André van Opstal (Gemeentewerken Rotterdam), Peter den Nijs (Wareco), Carolina Lantinga (Student TU Eindhoven), Anton Engering (bewoner), Hero Volkers (bewoner), Jos Baas (bewoner), Ad van Hulten (bewoner), Marlous v.d. Meer (Provincie Utrecht), Maarten Pieters (Gemeente Oisterwijk), Arie Haasnoot (Oasen), Tiem Muller (IFCO)
10
Dolf Groters Kernvraag is of het onderzoek überhaupt iets oplevert of dat het koffiedik kijken blijft. Krijgen we door onderzoek greep op de schadeontwikkeling of niet? Wie denkt dat het komende onderzoek weinig of niets zal opleveren? Het gaat dan om onderzoek naar de samenstelling, naar de grondwaterkwaliteit, naar het tempo waarin de aantasting plaatsvindt, onder zoek naar het 'wonder van Woerden', onderzoek naar de invloed van gassen en de al dan aanwezigheid van zuurstof. Anton Engering Het zijn zeer verschillende dingen die je wilt gaan onderzoeken, die verschillend onderzoek vereisen. Je kunt naar kleilagen kijken of naar zuurstof in de grond, of naar andere zaken. Maar centraal moet staan of en zo ja wat er met het hout aan de hand is.
20
Peter den Nijs De vraag is wat je na het onderzoek met de informatie gaat doen. Als blijkt uit een steekproef dat de palen nagenoeg geen aantasting hebben, is er dan een oplossing? Is de conclusie dan dat er niets gedaan behoeft te worden? Is men dan gerustgesteld? Dolf Groters Er moet dus een vertaalslag komen naar de bewoners toe met een duidelijk en logisch verhaal.
30
Anton Engering Over de uitslag van het onderzoek kun je wellicht niet van mening verschillen, maar over het vervolg wel. Peter den Nijs De bedoeling van het onderzoek is dat je daarna verder kunt. Wetenschappelijk onderzoek is interessant, maar het gaat om oplossingen. Dus er moeten in de tussentijd geen kansen gemist worden die langs mochten komen. Denk aan rioolvervanging. Dat wordt nu uitgesteld.
40
Ad van Hulten Het riool is onderzocht. In staffels is aangegeven wat gerepareerd moet worden. In de wijk is al gerelined. Dat wil zeggen dat er een kunststof buis in het riool wordt gelegd. Het riool ligt al jaren niet in het grondwater. Het riool lekt negatief, dat wil zeggen dat alles wat in het riool zit de grond in lekt. Peter den Nijs Dat betekent dat als het riool niet meer lekt het grondwater niet meer wordt aangevuld. Dolf Groters Vat samen: Volgens Ad van Hulten, die er veel vanaf weet, is een rioolonderzoek minder relevant, dat is voldoende gebeurd.
50
Peter den Nijs Relinen is een gemiste kans. Want daarmee is het riool perfect hersteld, maar qua grondwaterbeheer is er niets gebeurd. Voor de waterhuishouding in de wijk heeft relinen een negatief effect, want er is minder aanvulling. Dolf Groters Vanmiddag is er een aantal presentaties geweest over mogelijke onderzoeken. Missen er nog zaken waar wel naar gekeken moet worden? Tiem Muller
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
21/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Het laatste funderingsonderzoek is uitgevoerd in 2010. Dat onderzoek had een beperkte opzet, er is gekeken naar palen waar de meeste kans op problemen was. Uit het onderzoek bleek dat er weinig aantasting was. Peter den Nijs Waarom nemen we in het onderzoek niet mee of Oasen kan stoppen met waterwinning?
10
Dolf Groters Dat is al eerder aan de orde geweest en het is ook onderzocht. De conclusie is dat het stoppen van de winning door Oasen pas op de zeer lange termijn mogelijk is. Dat heeft te maken met distributie, levering, kosten e.d. Jos Baas Kan Oasen niet uit diepere lagen water winnen? Dolf Groters Het diepere water is zout, dus niet geschikt voor het bereiden van drinkwater.
20
30
Arie Haasnoot Het stoppen van de winning biedt niet voor alle huizen een oplossing. Witteveen+Bos heeft uitgerekend hoeveel palen er nog droog zouden staan nadat Oasen met de winning zou stoppen. Het bedrag dat nodig is om ook voor de palen, die nog droog zouden staan, een oplossing te bieden of de schade te herstellen, is hoger dan het bedrag wat nodig is voor een infiltratiesysteem, waarmee de hele wijk gered kan worden. Het standpunt van Oasen is dat ze dan niet gaan investeren in de verplaatsing van de winning. Wat het is geen effectieve maatregel. Dolf Groters De vraagstelling is of de projectgroep goed bezig is. Het is belangrijk om aanvullend onderzoek te doen naar hout. De projectgroep heeft als voorstel om te beginnen met onderzoek naar het verloop van het schimmelproces. Is dat een goede keuze, of zou al eerste gekeken moeten worden naar de kwaliteit van de houten palen? Of is het handiger om eerst te kijken naar de omstandigheden? Tiem Muller Er wordt toch niet getwijfeld aan de kwaliteit van de houten palen op dit moment? Er zijn toch geen tekenen dat de huizen aan het verzakken zijn? Ad van Hulten Er zijn huizen met scheuren, maar het is niet duidelijk of dat door verzakking komt.
40
Tiem Muller Verzakkingen en scheuren zijn aanwijzingen waar je zonder te graven al iets uit kunt opmaken. Dolf Groters Dus wellicht is het beter daar eerst onderzoek naar te doen voordat je de palen gaat onderzoeken. Ad van Hulten Onder de gesloopte school zijn zes palen blijven staan, met oplanger. Deze palen zijn zo toegankelijk. Het voorstel is om gelijktijdig met het onderzoek deze zes palen te onderzoeken.
50
Tiem Muller Het probleem is droogstand. Dus daar moet je je onderzoek op richten. Dolf Groters Droogstand hoeft niet het probleem te zijn als je constateert dat de kwaliteit van de fundering goed is en blijft. Tiem Muller
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
22/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Standaard is het zo dat de kwaliteit bij droogstand achteruit gaat. Hier gebeurt kennelijk iets anders. Daar moet het onderzoek op gericht worden. Peter den Nijs De grondwaterstand is al 20 jaar te laag. In de boekjes staat dat dit in 10 tot 20 jaar tot volledig functieverlies moet leiden. Dus er is iets aan de hand wat niet duidelijk is. Maar het lijkt toch goed de grondwaterstand te verhogen.
10
Maarten Pieters Er wordt steeds over oplossingen gepraat, maar het gaat om het onderzoek. Wat willen we nou nog weten om tot een goed besluit te kunnen komen. André Opstal Als koper van een huis in de wijk zou ik de oorzaak willen weten waarom de palen niet worden aangetast. Leg de nadruk van het onderzoek dus daar. Zolang dat niet duidelijk is zijn de huizen onverkoopbaar. Ook de toekomstverwachting is belangrijk. Anton Engering De aantasting van de paal kan ook aan de binnenkant zitten. Dat is nog niet onderzocht.
20 Tiem Muller Dat zou je op basis van een monster kunnen onderzoeken. Ad van Hulten Alle palen zijn door de kleilaag heengegaan. Daaronder zit zand. Een interessante vraag is of de kleilaag bescherming biedt waardoor de schimmel niet doorzet.
30
Maarten Pieters Vanmiddag is gezegd dat er zolang de paal in het grondwater zit geen last is van schimmel, of er nu een kleilaagje omheen zit of niet. Maar het gaat om de schimmelrot in de paal die ontstaat bij de bovenkant, waar er zuurstof bijkomt. Dus het onderzoek zou daarop gericht moeten worden. Peter den Nijs Als je fundamenteel naar de binnenkant van de paal kijkt: hoe zeker moet het onderzoek zijn zodat er inderdaad rust in de buurt komt? Arie Haasnoot Je wilt ten eerste weten of er aantasting is. Als dat er niet is wil je het ook snappen.
40
André Opstal Versmering van klei aan de paal zie je ter plekke, dat kun je controleren. Dan kun je het meenemen of uitsluiten. Peter den Nijs We hebben de suggestie van die klei-inpakking bij het funderingsonderzoek ook al gedaan. Maar het is geen wetenschappelijk onderzoek, het is een hypothese van wat er aan de hand zou kunnen zijn.
50
Carolina Lantinga Je moet altijd eerst kijken of er problemen zijn. Is het niet juist de bedoeling om eerst te kijken of er überhaupt iets aan de hand is? Nu kijken we naar mogelijke oorzaken van rotting en we weten niet of er überhaupt rotting is. Als er schimmel is dan weet je dat er zuurstof is. Dan kun je meteen al een paar dingen wegstrepen. Als er geen aantasting is kun je juist stellen dat er geen zuurstof is. Dus de volgorde moet anders denk ik. Het belangrijkste om mee te starten is daarom paalonderzoek. Dan kun je bepalen of er te weinig zuurstof of, is helemaal niet, of teveel. Daarmee kun je de helft van de onderzoeken al wegstrepen. André Opstal
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
23/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Dat is een goede suggestie, maar je moet goed kijken of je tegelijkertijd niet iets anders kunt doen. Denk aan versmering, gassen, watermonsters. Peter den Nijs De veronderstelling is dat de schimmelaantasting van binnenuit gebeurd. Dus je moet eigenlijk een stuk van de paal eronderuit zagen om het mee te nemen naar het laboratorium. Je kunt het namelijk niet bemonsteren, het zit in de muts.
10
Maarten Pieters Er schijnen methodieken te zijn om de paal van binnenuit te bemonsteren. Dan hoef je niet te gaan zagen. Peter den Nijs Die methode is voor deze specifieke vraag niet goed genoeg. Als je echt rust wil krijgen, moet je het onderzoek zo doen dat je ook zeker weet dat de zuurstof van binnenuit komt. Ad van Hulten De zes palen van de gesloopte school kun je gewoon gebruiken. De palen zijn allemaal ingemeten. Ze hebben allemaal een oplanger. Die zou je als eerste moeten bekijken. Ze staan midden in de wijk.
20 Teim Muller Je kunt er een paal uittrekken en deze helemaal onderzoeken. Peter den Nijs Ook dat is wetenschappelijk buitengewoon interessant, maar het geeft geen antwoord op de vraag over de schimmelaantasting bij de kop van de paal. Daar moet je je op richten. Maar stel dat je geen aantasting vindt bij die zes palen. Zijn we dan gerustgesteld? Stoppen we dan?
30
Carolina Lantinga Je kunt dan kijken waardoor die schimmels groeien. Is er überhaupt zuurstof? Als er zuurstof is ben je al weer iets verder. Ad van Hulten In het eerste deel van het onderzoek zit al de waterkwaliteit, grondwater, oppervlaktewater en grondsamenstelling. Gelijktijdig kun je onderzoek doen naar de zes palen. Peter den Nijs Bij die zes palen moet je ook gelijk kijken naar de zuurstof en de grondwaterkwaliteit.
40
Ad van Hulten In het eerste watervoerend pakket, en dus niet in het freatisch grondwater, daar meet je de zuurstof. (Hier is een stukje niet te verstaan vanwege veel omgevingslawaai) Andre Opstal De vraag is ook hoe de capillaire belletjes in de capillaire zone zijn gevuld. Wat voor gassen zitten daar in? Het gaat dus om luchtonderzoek rond de paal. Dus als je zo’n paal gaat onderzoeken moet je eerst bepalen wat je allemaal wilt gaan doen en dan pas de paal bekijken.
50
Dolf Groters We gaan door naar de tweede ronde. Welke aanpak levert de meest betrouwbare informatie op? We hebben het trillingsonderzoek gepresenteerd gekregen en er zijn ook andere methoden. Welk onderzoek is het meest geschikt voor onze vragen? Eerst kijken we naar het trillingsonderzoek zoals André Opstal dat heeft gepresenteerd. Waren de groepsleden daarmee bekend? Is het innovatief en kansrijk? Peter den Nijs Kun je met die trillingen een verschil in funderingstype detecteren?
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
24/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Dolf Groters Wat mij opviel in de presentatie is dat er op drie niveaus verschillen werden gemeten. In het middelste traject was de veerkracht afwijkend. Dat patroon ontdek je. Als er hier een verschil ontstaat is dat onmiddellijk onder het betongedeelte. Andre Opstal Het maakt niet uit waar het zit, het gaat om de zwakke schakel.
10
Tiem Muller Je zou een voorbeeld moeten hebben van een bouwblok waar goede en slechte palen zitten. Met een meting kun je dat verschillen constateren. Nu is daar helemaal geen ervaring mee. Als je wilt weten hoe krachtig deze onderzoekmethode is moet je er meer over weten. Maarten Pieters Dat is een kip en ei -verhaal. Om meer te weten moet je onderzoek doen. Je moet het gaan proberen.
20
Peter den Nijs Je zou een situatie moeten nemen die vrij eenvormig is, waarbij je weet wat je meet. Bijvoorbeeld in de straat in Rotterdam waar je weet wat er aan de hand is. Hier in Woerden is het heel divers wat betreft de lengte van de betonoplangers en de bodemopbouw. Het is een moeilijke wijk om een experiment te doen. Het is ook een eerste fase -onderzoek, je probeert erachter te komen waar je nader onderzoek moet doen, je probeert de rotte plekken te vinden. Andre Opstal Je hebt wel veel gelijkwaardige huizen op een rij staan. Dolf Groters Het is dus kansrijk om te doen, maar je zal het ook moeten vergelijken met een onderzoek in een andere wijk.
30 Andre Opstal Dat kan wel waar zijn, dat zouden we ook graag willen, maar die ruimte en tijd is er niet. Maar dan nog is dat misschien een heel andere situatie qua grondwater en bebouwing en dergelijke. Dan kan je het nog niet met elkaar vergelijken. Maar misschien vind je een aantal marges wel. Je hebt een aantal gelijkwaardige situaties en je gaat kijken waar het afwijkt en hoeveel. Verschillen kunnen een aanwijzing zijn dat het aan de fundering ligt.
40
Dolf Groters Je moet dus wel heel goed kijken naar de plaats waar je het onderzoek doet. Daar moeten zoveel mogelijk vergelijkbare omstandigheden zijn qua deklaag. Andre Opstal De situatie moet zoveel mogelijk gelijkwaardig zijn. Als er kelders zijn is het bijvoorbeeld anders. Maar als je dat weet, weet je ook dat het zal afwijken. Dolf Groters We hebben geen kelders voor zover ik weet. We hebben wel binnen woonblokken oplangers van verschillende lengte.
50
Maarten Pieters Je hebt twee mogelijkheden. Of je gaat iets in een laboratorium nabootsen om te kijken of de theorieën kloppen. Of je gaat empirisch onderzoek doen en je gaat proberen een verklaring te vinden vanuit de hypothese dat als de palen minder elastisch zijn of meer elastisch zijn, dan ga ik dat zien. De lengte van de betonoplanger kan een beeld veroorzaken waardoor je denkt dat de paal rot is. Je moet testen op plekken waar je denkt dat er iets mis is. Is er niets mis en je hebt een goede verklaring, dan heb je er in dit soort wijken minder aan, omdat je geen gegevens hebt over de kwaliteit van die betonoplangers.
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
25/26
Innovatiemiddag Grondwater Schilderskwartier
Arie Haasnoot Dat is een andere toepassing van de methode, dan zijn we al een stapje verder in het proces. Ik zie ook kansen. Je kunt dezelfde meting een jaar later doen. Je kunt dan gegevens vergelijken in de tijd. De kracht van de herhaling. (Hier is een stuk niet te verstaan vanwege veel omgevingslawaai). Dolf Groters Ik wil het hierbij laten.
10
Samenvatting Vraag 1: - De groepsleden vinden dat het onderzoek iets zal opleveren. - Het is belangrijk te weten hoe het zit met het houd. Combineer dit met andere vragen. Dus binnen in de paal kijken, maar ook het water en de bodem onderzoeken. - Kijk ook naar de stabiliteit van de woningen. - Denk na over herhalen van het onderzoek op dezelfde plekken. - Kijk naar de palen van de gesloopte school. Die zijn goed bereikbaar. - Stel vast of er zuurstof is. Zo niet, hoe zorg je dan dat dat zo blijft? - Eerst vaststellen of er nu wel of niet paalrot is. - Het onderzoek moet het gevoel geven dat het daarna op een goede manier kan worden afgerond. - Het is niet mogelijk elke paal te onderzoeken. Vraag 2: - De groepsleden verwachten niet zo veel van het trillingsonderzoek. Het moet in ieder geval verder gevalideerd worden. - Het trillingsonderzoek is onvoldoende discriminerend. Er zijn te grote verschillen in bodem en situatie. - Het is niet duidelijk of het trillingsonderzoek gaat werken. Het lijkt beter het onderzoek eerst uit te voeren in een homogene omgeving. - Zorg ervoor dat communicatie herkenbaar is, zodat de bewoners het begrijpen en vertrouwen krijgen.
20
Tekstbureau Talent, september 2013, Marja van Steijn
26/26