Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
103539 SAMENVATTING 8 bezwaren tegen indeling in profiel Instructeur Praktijkonderwijs 2 schaal 8 HBO De werknemers zijn werkzaam als instructeur voor het leerhotel van de hogeschool en bepleiten een hogere indeling omdat die meer passend zou zijn bij de functie. Om in aanmerking te komen voor een indeling als Instructeur Praktijkonderwijs 1 (schaal 9) dienen de werknemers te voldoen aan de indelingscriteria Coördinatie werkzaamheden en Onderwijsontwikkeling op niveau 1. De Commissie oordeelt dat de manager van het leerhotel eindverantwoordelijk is voor de afstemming van de diverse werkzaamheden binnen het leerhotel en dat hij daarin in eerste instantie wordt ondersteund door docenten. Werknemers zijn vooral een eerste aanspreekpunt voor de studenten en veeleer bezig met de coördinatie van de dagelijkse werkzaamheden bij meerdere praktijkonderdelen. Werknemers zijn ten aanzien van dit criterium op juiste gronden op niveau 2 ingedeeld. Ook voor wat betreft het indelingscriterium Onderwijsontwikkeling is een indeling op niveau 2 juist omdat de inbreng van werknemers ten aanzien van het verbeteren en vernieuwen van praktijkonderdelen van het onderwijs niet zodanig is dat kan worden gesproken van onderwijsvernieuwing als bedoeld op nveau 1. Bezwaren ongegrond.
103539 t/m 103546 ADVIES in het geding tussen: A, B, C, D, E, F, H en I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers en het College van Bestuur van de K, gevestigd te Z, verweerder, hierna te noemen de werkgever
1.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij bezwaarschrift d.d. 04-07-2007, ingekomen op 11-07-2007 en aangevuld bij brief met bijlagen d.d. 22-08-2007, hebben de werknemers bezwaar ingediend tegen de beslissing van de werkgever d.d. 14-06-2007 om hun functie in het kader van de invoering van de nieuwe functieordening op basis van Hay-systematiek per 01-01-2006 in te delen in de functie van Instructeur Skotel met schaal 8. Bij brief van 23-08-2007 heeft de werkgever de werknemers de functiebeschrijving van Instructeur Praktijkonderwijs toegezonden en hen bij beslissing d.d. 09-11-2007 medegedeeld dat de functiebeschrijving van Instructeur Praktijkonderwijs 2, schaal 8, van toepassing is op hun functie. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 21-09-2007 en nader aangevuld bij brief met bijlagen d.d. 12-11-2007. De mondelinge behandeling vond plaats op 21-11-2007. Namens bezwaarden verschenen A, B, C en D. De werkgever werd vertegenwoordigd door J., voorzitter College van Bestuur, K, hoofd Personeel & Organisatie en L, hoofd Bedrijf. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast.
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
2.
DE FEITEN
De werknemers zijn op de datum van het indienen van het onderhavige bezwaar in een vast dienstverband werkzaam als Instructeur met schaal 8 voor het Skotel, het leerhotel van de K, gevestigd in Z (20 kamers, ca 200 studenten) en in Amsterdam (10 kamers, ca 120 studenten). Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO-HBO. Inmiddels zijn C en G niet meer in dienst van de werkgever en zijn A en F werkzaam voor een ander organisatieonderdeel van de hogeschool. In het kader van de invoering van de nieuwe functieordening heeft de werkgever de functies van de hogeschool met behulp van een externe deskundige beschreven en gewaardeerd op basis van de Hay-systematiek. Vervolgens heeft de werkgever bij beslissingen van 03-05-2006 de functies van de werknemers ingedeeld in de functie van Instructeur Skotel met schaal 8. De werkgever heeft daarbij medegedeeld dat “gezien het specifieke karakter van het Skotel voor de medewerkers in het Skotel een aantal specifieke taken gelden”. De werkgever kende ook de (algemene) functie van Instructeur, eveneens met schaal 8. Bij brief van 11-05-2006 hebben de werknemers een verzoek tot heroverweging bij de werkgever ingediend. De werkgever heeft hierop gereageerd bij brieven van 02-06-2006 en 14-07-2006 en heeft de werknemers bij brief van 18-10-2006 bericht dat de functiebeschrijving van Instructeur binnen de K wordt gedifferentieerd in drie niveau’s, te weten schaal 7, 8 en 9 en dat deze functiedifferentiatie nog niet definitief is vastgesteld. Daarbij heeft de werkgever medegedeeld de functie van Instructeur Skotel te blijven waarderen in schaal 8 met een doorgroeimogelijkheid naar schaal 9. Bij brief van 12-12-2006 heeft de werkgever de werknemers de concept functiebeschrijving van Instructeur Praktijkonderwijs en Instructeur Praktijkonderwijs-Skotel toegezonden. Vervolgens heeft de werkgever de werknemers bij schrijven van 26-02-2007 medegedeeld dat hij, na heroverweging, geen aanleiding ziet om de algemene functiebeschrijving van Instructeur Skotel, zoals op 03-05-2006 aan de werknemers gezonden, te wijzigen. De werknemers hebben op 20-04-2007 bezwaar tegen voornoemde beslissing ingediend bij de interne bezwarencommissie functieordenen van de werkgever. Op 18-05-2007 heeft deze interne commissie de werkgever geadviseerd het bezwaar van de werknemers ongegrond te verklaren en de werkgever geadviseerd om de begrippen ‘outlet’ en ‘bijdragen aan onderwijsontwikkeling te verduidelijken’. De werkgever heeft de werknemers bij brief van 31-052007 bericht dat de indeling in de functie van Instructeur Skotel in schaal 8 gehandhaafd bleef maar dat hij de aanbevelingen van de interne bezwarencommissie wel ter harte zou nemen en de functiedifferentiatie in die geest zou aanpassen. Vervolgens heeft de werkgever de werknemers op 23-08-2007 de definitieve functiebeschrijving Instructeur Praktijkonderwijs toegezonden en de werknemers bij brief d.d. 09-11-2007 bericht dat zij zijn ingedeeld in de functie van Instructeur Praktijkonderwijs 2, schaal 8. Desgevraagd hebben de werknemers de Commissie op 14-11-2007 bericht hun bezwaar te willen handhaven en niet eerst weer bezwaar bij de interne bezwarencommissie te willen indienen. Tegen voornoemde beslissing van 09-11-2007 richt zich het onderhavige bezwaar.
3.
STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
De werknemers voeren aan dat de taakomschrijving van de functie en de bijbehorende beloning (schaal 8) niet met elkaar in balans zijn; schaal 9 is meer passend bij de functie. De instructeurs hebben het benodigde lesmateriaal altijd gezamenlijk ontwikkeld, de toenmalige docent Rooms Division heeft daaraan nooit enige bijdrage geleverd. Ook is een nauwe samenwerking met een docent Rooms Division niet mogelijk nu de vacature voor deze functie nog steeds niet is ingevuld. De werknemers geven input aan het bedrijfshoofd ten aanzien van mogelijke veranderingen. Voorts voeren zij aan dat Skotel door de werkgever ten onrechte als 1 outlet wordt aangevoerd. Het betreft juist 2 outlets, te weten Front Office en Housekeeping Skotel. De studenten worden ook apart ingeroosterd voor Front Office en Housekeeping en ze krijgen ook per outlet een aparte beoordeling. De instructeurs sturen dan ook 2 processen aan. Naast de 2
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
outlets zijn de werknemers ook verantwoordelijk voor de dagelijkse begeleiding in de uitvoering van het Skotel practicum, aan apart onderdeel van het curriculum waarvoor ook een studiepunt wordt verkregen. Voorts is het onjuist dat de werkzaamheden binnen Rooms Division volgens meer gestandaardiseerde processen zouden verlopen. De studentbegeleiding is juist intenser en complexer dan die van de instructeurs op school omdat de instructeur Skotel de student ook mee maakt in zijn of haar woonomgeving en de student ook in de woonsituatie begeleidt. Dit brengt specifieke problemen mee, zoals het omgaan met cultuurverschillen, een onhygiënische woonomgeving en overmatig alcoholgebruik. Ook speelt de instructeur een rol in het signaleren van eventuele problemen bij studenten en wordt de instructeur door veel studenten als aanspreekpunt en vertrouwenspersoon gezien. De Skotelmanager is weliswaar eindverantwoordelijk doch deze is niet permanent beschikbaar nu hij zijn aandacht moet verdelen tussen Z en Amsterdam en 5 in plaats van 7 dagen per week werkt. Er wordt zodoende een groot beroep gedaan op de zelfstandigheid van de instructeur. De instructeur Skotel heeft derhalve een zwaardere functie-inhoud met meer verantwoordelijkheden over meerdere terreinen waarbij de werkzaamheden gelijktijdig worden uitgevoerd dan de andere instructeurs binnen de Hotelschool. Dit rechtvaardigt een hogere indeling, aldus de werknemers. De werkgever heeft daartegen aangevoerd dat hij zeer bewust heeft gekozen voor een functiegebouw waarin geen onderscheid wordt gemaakt naar vak, vakinhoud en discipline. Per categorie van medewerkers is één functiebeschrijving opgesteld, de bijbehorende inschaling kan variëren en is afhankelijk van de ervaring en de verantwoordelijkheden van de desbetreffende werknemer. Het begeleiden van studenten hoort thuis in de functiebeschrijving van alle instructeurs. De studentbegeleiding voor de instructeurs Skotel is ook niet anders dan die van andere instructeurs. Weliswaar zijn zij soms eerste aanspreekpunt maar de Skotelmanager is eindverantwoordelijk voor het betreffende organisatieonderdeel en neemt, waar nodig, de zaak over. Ook zijn er zogenoemde “duty-managers”, die nachtdiensten draaien; de instructeurs hoeven dus geen 24 uur per dag aanwezig te zijn. Verder worden de eerstejaarsstudenten begeleid door een ouderejaarsstudent, een zogenoemde leader. Het schrijven van lesmateriaal voor het Skotelpracticum gebeurt wel door de instructeurs maar dat betreft de meer operationele kant van de onderwijsontwikkeling. De werkgever erkent dat de toenmalige docent Rooms Division onvoldoende heeft bijgedragen aan de onderwijsontwikkeling, hetgeen onwenselijk was. Om die reden zijn inmiddels veranderingen aangebracht in de organisatiestructuur en is een docent verantwoordelijk voor de onderwijsontwikkeling. Hoewel de functie van docent Rooms Division formeel nog niet is ingevuld is er wel een freelancer aangenomen om deze werkzaamheden te verrichten. Voorts betwist de werkgever dat er sprake is van 2 outlets. De term outlet wordt zowel gebruikt voor een praktijkonderdeel als voor een organisatorische eenheid en bij de roosterindeling voor studenten wordt het gezien als module. Binnen het Skotel, een organisatorische eenheid, vinden 2 verschillende processen plaats, te weten huishouding en receptie. Ten slotte merkt de werkgever nog op dat het Skotelpracticum een typische uitvoeringstaak voor de instructeurs is die geen functieverzwarende aspecten met zich meebrengt.
4.
OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid
Aangezien het bezwaar is gericht tegen een heroverwogen beslissing functieordenen als bedoeld in artikel 4 lid 5 van de Landelijke bezwarenregeling functieordenen hbo, en binnen de daartoe geldende termijn is ingediend, is de Commissie bevoegd van het bezwaar kennis te nemen en is het bezwaar ontvankelijk. De indeling als Instructeur Praktijkonderwijs 2
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
De Commissie zal beoordelen of de werkgever de functie van werknemers, op basis van de door hen feitelijk in de referteperiode verrichte werkzaamheden in redelijkheid heeft kunnen indelen in de functie van Instructeur Praktijkonderwijs 2 d.d. 23-08-2007. De werknemers bepleiten een indeling in de functie van Instructeur praktijkonderwijs 1 met schaal 9. Om in aanmerking te komen voor indeling in de functie van Instructeur Praktijkonderwijs 1, schaal 9, dient te worden voldaan aan alle criteria behorende bij Instructeur Praktijkonderwijs 1, te weten ‘Onderwijsuitvoering’, ‘Onderwijsontwikkeling’, ‘Studentbegeleiding en ‘Coördinatie werkzaamheden’ De Commissie constateert dat de indelingscriteria ‘Onderwijsuitvoering’ en ‘Studentbegeleiding’ bij de Instructeur Praktijkonderwijs 1 en 2 gelijk zijn zodat de werknemers ten aanzien voor deze indelingscriteria voldoen aan niveau 1. De door partijen omtrent deze indelingscriteria aangevoerde argumenten kan de Commissie derhalve onbesproken laten. Met betrekking tot het indelingscriterium ‘Coördinatie werkzaamheden’ is bij de Instructeur Praktijkonderwijs 2 sprake van “het aansturen van de werkzaamheden van studenten in één of meerdere praktijkonderdelen” en bij de Instructeur Praktijkonderwijs 1 van “het coördineren van dagelijkse werkzaamheden binnen meerdere praktijkonderdelen” en van “het ondersteunen van de bedrijfsmanager bij de horizontale afstemming van werkzaamheden binnen het vakgebied door, onder meer, het doen en uitwerken van suggesties om werkprocessen te verbeteren binnen het vakgebied”. Het is de Commissie op grond van de stukken en hetgeen ter zitting is verhandeld gebleken dat de Skotelmanager eindverantwoordelijk is voor de afstemming van de diverse werkzaamheden binnen het Skotel en dat hij daarin in eerste instantie ondersteund wordt door de docent Food and Beverage en door de (freelance) docent Roomsdivision. De werknemers zijn vooral een eerste aanspreekpunt voor veel studenten en veeleer bezig met de coördinatie van de dagelijkse werkzaamheden bij meerdere praktijkonderdelen, als Front Office en Housekeeping. Of deze werkzaamheden al dan niet binnen meerdere zogenoemde outlets worden verricht, is daarbij niet relevant. Het betreft immers meerdere werkprocessen binnen eenzelfde vakgebied. Naar het oordeel van de Commissie zijn de werknemers dan ook voor dit indelingscriterium op juiste gronden ingedeeld op niveau 2. Hoewel reeds thans geconcludeerd kan worden dat de werknemers niet voldoen aan alle indelingscriteria van Instructeur Praktijkonderwijs 1 en om die reden indeling in niveau 1 niet is geboden, zal de Commissie volledigheidshalve nog oordelen over het indelingscriterium ‘Onderwijsontwikkeling’. Dienaangaande overweegt de Commissie dat de werknemers hebben aangevoerd het lesmateriaal te hebben ontwikkeld zonder aansturing van de direct leidinggevende en dat de werkgever heeft erkend dat de toenmalige docent Rooms Division onvoldoende heeft bijgedragen aan de onderwijsontwikkeling. “Het samenstellen van onderwijsmateriaal” en het “onderwijsmateriaal actueel en bruikbaar houden” behoort tot de omschrijving van het indelingscriterium ‘Onderwijsontwikkeling’ op niveau 2. Voor een indeling op niveau 1 op dat criterium is “een coördinerende rol vanuit de praktijk in het verbeteren en vernieuwen van de praktijkonderdelen van het onderwijs” vereist, door, onder meer, het mede-vormgeven van praktijkonderdelen van het onderwijs, het actief inbrengen van ontwikkelingen in het vakgebied en het coördineren en toetsen van veranderingen in onderwijsmateriaal op toepasbaarheid en implementatie binnen het vakgebied. Naar het oordeel van de Commissie is de inbreng van de werknemers echter niet zodanig dat kan worden gesproken van onderwijsvernieuwing en – verbetering. De Commissie concludeert derhalve dat de werknemers ook ten aanzien van dit indelingscriterium niet kunnen worden ingedeeld op niveau 1. Op grond van het bovenstaande oordeelt de Commissie dat de werkgever de functie van werknemers in redelijkheid heeft kunnen indelen in het functieprofiel van Instructeur Praktijkonderwijs 2, schaal 8.
5.
OORDEEL
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de Commissie het bezwaar ongegrond en adviseert de werkgever de bestreden beslissing te handhaven.
Aldus gedaan te Utrecht op 21 januari 2008 door drs. H. Noordhof, voorzitter, mr. A.L.J. Janssen en drs. A. Ossewaarde, leden, in aanwezigheid van mr. R.M. de Bekker, secretaris.
drs. H. Noordhof voorzitter
mr. R.M. de Bekker secretaris