Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7
zie ook www.rsj.nl
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 1
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 2
Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2010 - 7
Zaaknummer:
Verlof algemeen;
Afwijzing verlofaanvraag. In dit geval kan niet worden
10/1878/GA
Tegemoetkoming
aangenomen dat oorspronkelijke ontslagdatum zou
financieel
verschuiven wegens een openstaande strafzaak.
Datum uitspraak:
Inmiddels is klager in vrijheid. Beroep van directeur
24 november 2010
ongegrond, tegemoetkoming bepaald op € 50,=.
Zaaknummer:
Activiteiten;
Wet biedt mogelijkheid om recht op recreatie in te
10/1768/GA
Ordemaatregel
perken. In huisregels is bepaald dat gedetineerde
uitsluiting
zich ieder moment beter kan melden maar alleen ‘s
Datum uitspraak: deelname
ochtends bij aanvang van dagprogramma weer kan gaan
16 november 2010
deelnemen aan dagprogramma. Klager heeft zich in de
activiteiten
blz. 10
blz. 10
loop van de ochtend beter gemeld en kon die dag dus nog niet deelnemen aan recreatie. Beroep van directeur gegrond.
Zaaknummer:
Activiteiten;
Gelet op de beschrijving van de luchtruimte door
10/1846/GA
Tegemoetkoming
de directeur bezien in combinatie met door hem
financieel
overgelegde foto’s kan een verblijf in deze luchtruimte
Datum uitspraak:
niet worden aangemerkt als een verblijf in de buitenlucht
16 november 2010
als bedoeld in artikel 49 Pbw. Beroep van klager gegrond,
blz. 11
tegemoetkoming € 12,50
Zaaknummer:
Onderwijs;
Weigering om klager deel te laten nemen aan
10/1661/GA en
Tegemoetkoming
regulier onderwijs onredelijk en onbillijk. Schaarste
10/1828/GA
financieel
geldt voor alle gedetineerden en die worden op een
blz. 12
wachtlijst geplaatst. Nauwelijks sprake van facilitering
Datum uitspraak:
van rechtenstudie. Ook ongewenstverklaring geen
16 november 2010
rechtvaardiging voor weigering. Beklag gegrond, tegemoetkoming € 40,=.
Zaaknummer:
Ordemaatregel
Vijfmaal verlenging van ordemaatregel uitsluiting
10/2371/GA
procedureel;
deelname aan buitenactiviteiten ivm klagers plaats
Ordemaatregel
op lijst GVM. Omdat klager steeds niet is gehoord
Datum uitspraak: uitsluiting
kan niet worden gezegd dat directeur voldoende aan
5 november 2010
deelname
belangenafweging is toegekomen. Bovendien had
activiteiten;
na verloop van tijd gekeken moeten worden naar
Hoorplicht
mogelijkheden om maatregel te verlichten. Beroep van directeur ongegrond.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 3
blz. 14
Zaaknummer:
Voorwerpen op cel; Directeur is bevoegd van model huisregels af te wijken
10/1426/GA
Ontvankelijkheid
gelet op aanwezigheid van meerpersoonverblijfruimten
formeel
in inrichting. Beperking wattage radio niet in strijd
Datum uitspraak:
met model huisregels. Beroep gegrond. Klager alsnog
5 november 2010
ontvankelijk in zijn beklag, maar beklag ongegrond.
Zaaknummer:
Dagprogramma
Door directeur niet gemotiveerd aangegeven dat
blz. 14
blz. 15
gebouwelijke situatie anders zou zijn dan ten tijde
10/2056/GA
van 04/2659/GA. Door directeur ook andere redenen
Datum uitspraak:
aangevoerd voor niet gezamenlijk gebruiken maaltijd,
14 oktober 2010
maar deze zijn roostertechnisch en financieel van aard. Gelet op ongewijzigde strekking van art. 20 PBW geen reden voor insluiten in verblijfsruimtes tijdens maaltijd. Beroep directeur ongegrond, opdracht tot nieuwe beslissing binnen twee weken.
Zaaknummer:
Activiteiten
10/1269/GA
Gelet op het fundamentele belang van het verblijf in de
blz. 16
buitenlucht voor gedetineerden mag een keuze voor een activiteit binnen de inrichting er niet toe leiden
Datum uitspraak:
dat de gedetineerde geen gebruik kan maken van zijn
12/10/2010
recht op verblijf in de buitenlucht. De toelichting op het dagprogramma, alsmede het nagezonden rooster, geven geen blijk van de absolute onmogelijkheid het rooster zo in te richten dat bij het gebruikmaken van het recht op het bijwonen van een kerkdienst de mogelijkheid tot verblijf in de buitenlucht die dag vervalt. Gegrond en een tegemoetkoming van € 50,=.
Zaaknummer:
Ordemaatregel
Klager is een ordemaatregel opgelegd omdat hij zich
10/2083/GA
aanleiding;
niet aan de aan het verlof verbonden voorwaarde
Tegemoetkoming
zou hebben gehouden. In de verlofvoorwaarde is
Datum uitspraak: financieel
onvoldoende specifiek aangegeven waar precies klager
11 oktober 2010
tijdens zijn verlof zich wel en niet mocht bevinden. Daardoor kan niet gesteld worden dat klager de gestelde voorwaarde heeft overtreden. Beroep van klager gegrond, tegemoetkoming € 80,=
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 4
blz. 17
Zaaknummer:
Disciplinaire
Plaatsvervanger van directeur is slechts dan bevoegd tot
10/0933/GA
straffen
nemen van beslissingen als bedoeld in artikel 5, vierde
procedureel
lid, Pbw indien hij t.a.v. alle plichten en bevoegdheden
Datum uitspraak:
van directeur door de minister tot vervanging bevoegd
11 oktober 2010
is verklaard. Nu dit niet het geval is, is beslissing tot
blz. 18
oplegging van disciplinaire straf onbevoegd genomen. Beroep van directeur is daarom ongegrond.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Afwijzing van verzoek overplaatsing naar gevangenis
10/2287/GB
overplaatsing
met b.b.i.-regime zonder het daarbij behorende
extern gelijk
regimair verlof. In dit regime, dat als voorbereiding voor
Datum uitspraak: regime gelijk 19 november 2010
blz. 19
detentiefasering kan gelden, worden meer vrijheden
beveiligingsniveau geboden dan in een reguliere gevangenis. Gelet op niet EBI of longstay klagers gedrag onvoldoende vertrouwen dat klager daar goed mee zal kunnen omgaan. Beroep ongegrond.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Artikel 20b Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing
10/1540/GB
overplaatsing
van gedetineerden is niet geschreven voor strafrechtelijk
extern gelijk
gedetineerde vreemdelingen aan wie ISD-maatregel
Datum uitspraak: regime gelijk 4 november 2010
blz. 20
is opgelegd. Dit stelsel van regelgeving sluit uit dat
beveiligingsniveau middels landelijke afspraken voor tot ISD-maatregel niet EBI of longstay veroordeelden beperkingen worden gesteld aan plaatsingsmogelijkheden. Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Onvoldoende duidelijk dat ten aanzien van klager
10/1988/GB
overplaatsing
forensische zorg is geïndiceerd. Indicatieadvies
extern ongelijk
inrichtingspsycholoog is uiterst summier. Plaatsing
Datum uitspraak: regime, gelijk 2 november 2010
blz. 21
in PPC ten behoeve van diagnostiek en bepalen
beveiligingsniveau zorgvraag blijkt onvoldoende uit indicatieadvies. niet EBI of longstay Motiveringsgebrek. Beroep gegrond en tegemoetkoming € 100,=.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Klager is tot ongewenst vreemdeling verklaard. Nu het
10/2486/GB
overplaatsing
beroep tegen de ongewenstverklaring en de voorlopige
extern ongelijk
voorziening nog niet door de rechtbank zijn behandeld
Datum uitspraak: regime, gelijk 1 november 2010
blijft de status van klager ongewijzigd. Bij de selectie voor
beveiligingsniveau het detentiecentrum zijn klagers ongewenstverklaring en niet EBI of longstay strafrestant bepalend geweest. Beroep ongegrond.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 5
blz. 22
Zaaknummer:
Plaatsing/
Afwijzing verzoek overplaatsing naar b.b.i. Klager is
10/2136/GB
overplaatsing
ongewenst verklaard. Het hiertegen ingediende beroep
extern gelijk
loopt nog. Zijn status blijft daardoor ongewijzigd. Beroep
Datum uitspraak: regime ongelijk 29 oktober 2010
blz. 22
ongegrond.
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
Zaaknummer:
Plaatsing/
Klager heeft één van de door de selectiefunctionaris in
10/2303/GB
overplaatsing
zijn selectiebeslissing gestelde voorwaarden overtreden.
extern gelijk
Nu de bevoegdheid tot het stellen van voorwaarden aan
Datum uitspraak: regime ongelijk
blz. 23
regimair verlof - waarop de betreffende voorwaarde zag
beveiligingsniveau - expliciet bij de directeur van de inrichting van verblijf is
25 oktober 2010
niet EBI of longstay neergelegd, heeft de selectiefunctionaris die bevoegdheid niet. Nu de voorwaarden van de selectiefunctionaris niet door de directeur zijn overgenomen, althans daarvan niet is gebleken, kunnen de gronden de bestreden selectiebeslissing niet dragen. Beroep gegrond, opdracht nieuwe beslissing. Er komt een afzonderlijke tegemoetkomingbeslissing.
Zaaknummer:
Elektronische
Klaagster is veroordeeld voor overtreding van artikel 312 blz. 24
10/2318/GB
detentie
WvSr. Geweldsdelinquenten komen niet in aanmerking voor e.d. Circulaire wijziging toepassing electronische
Datum uitspraak:
detentie d.d. 29 oktober 2009 (Stcrt 2009, nr 16442) biedt
19 oktober 2010
geen beoordelingsruimte ten aanzien van beslissing van de strafrechter. Beroep ongegrond.
Zaaknummer:
Elektronische
Afwijzing toepassing elektronische detentie omdat
10/2396/GB
detentie
klager op vakantie is gegaan zonder het BC&L daarover
blz. 25
te informeren. Tekst van verklaring rept over melden
Datum uitspraak:
van eventuele adreswijzigingen inclusief telefonische
18 oktober 2010
bereikbaarheid. Die tekst dwingt niet tot uitleg die BC&L daaraan geeft. Beroep gegrond, opdracht tot een nieuwe beslissing.
Zaaknummer:
Medische
Niet ongebruikelijk dat arts een patiënt met een allergie
10/2027/GM
verzorging
met enige regelmaat herbeoordeelt. Dat herbeoordeling
behandeling
in dit geval gerechtvaardigd was, blijkt tevens uit feit
Datum uitspraak:
dat recent nog een allergietest is afgenomen die aangaf
2 november 2010
dat geen sprake was van specifieke stofallergie. Beroep ongegrond.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 6
blz. 25
Zaaknummer:
Medische
Geen toestemming klager aan medische dienst om
10/2320/GM
verzorging
medisch dossier toe te sturen. Dit dossier maakt deel uit
behandeling;
van beroepsdossier, daar medisch adviseur n.a.v. klagers
blz. 26
Datum uitspraak: Inzage in stukken/ verzoek om bemiddeling daarvan kennis heeft genomen. 2 november 2010
dossier
Niet is gebleken dat medicatieverstrekking onjuist of onvoldoende zou zijn. Beroep ongegrond.
Zaaknummer:
kiesrecht
Beslissing om klager uit te sluiten van passief kiesrecht
blz. 27
bij verkiezingen bewonersraad is in strijd met de wet.
10/2093/TA
Bedoeling was om klager voor twee jaar uit te sluiten
Datum uitspraak:
zonder toetsingsmoment. Dit is onaanvaardbaar lang.
12 november 2010
Beroep hoofd inrichting ongegrond, bevestigt uitspraak beklagcommissie.
Zaaknummer:
Urineonderzoek;
10/2169/TA en
Bewegingsvrijheid achter schaamschot en via spiegel toezicht houden op
10/2187/TA
afdelingsarrest;
UC ontslaat inrichting niet van inspanningsverplichting
Tegemoetkoming
om UC voor zover mogelijk door personen van
Plaatsnemen vrouwelijke medewerker medische dienst
Datum uitspraak: financieel
zelfde geslacht als verpleegde te laten verrichten.
8 november 2010
Afdelingsarrest i.v.m. weigering meewerken aan UC
blz. 27
rust niet op goede gronden. Beroep klager gegrond, beklag gegrond, tegemoetkoming € 224,=. Beroep hoofd inrichting ongegrond.
Zaaknummer:
Ontvankelijkheid
Ten tijde van indienen klacht verbleef klager, die zich
10/1551/TA
materieel; Geld of
aan verlof heeft onttrokken, in Turkije en niet meer in
rekening-courant
inrichting. Hij kan niet meer als verpleegde in zin van
Datum uitspraak:
Bvt en Rvt worden aangemerkt en kan om die reden
3 november 2010
niet in klacht over niet overmaken van zijn geld worden
blz. 29
ontvangen, mede nu terugkeer niet te verwachten valt. Beroep ongegrond.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Overplaatsing louter op grond van buiten klager
10/1976/TB
overplaatsing
gelegen factoren. Onduidelijk waarom dit op stel en
extern ongelijk
sprong moest plaatsvinden en klager niet op gesloten
Datum uitspraak: regime ongelijk 15 november 2010
afdeling van inrichting kon blijven totdat een (meer)
beveiligingsniveau geschikte inrichting was gevonden. Beroep gegrond en niet EBI of longstay; tegemoetkoming van € 250,= voor elke maand dat klager Tegemoetkoming
ten onrechte in Oldenkotte heeft verbleven.
financieel
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 7
blz. 30
Zaaknummer:
Plaatsing/
a Herbeoordeling longstaystatus niet eerder dan tweede
10/1385/TB
overplaatsing
kwartaal 2011 te verwachten. b Recent diagnose
longstay;
syndroom van Asperger gesteld. Longstayvoorziening
Datum uitspraak: Tegemoetkoming 12 november 2010
financieel
blz. 31
niet toegerust om specifiek op die stoornis gerichte behandeling te bieden. Beroep gegrond, tegemoetkoming € 75,= per maand tot datum herbeoordeling/plaatsing.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Klager had rechtens aanspraak op vervroegde plaatsing
10/0109/TP en
overplaatsing
o.g.v. Fokkensregeling. Het zonder wettelijke basis
10/0521/TR
Fokkens; Plaatsing/ daaraan geen uitvoering geven i.v.m. opschorting van die overplaatsing
blz. 32
regeling is onrechtmatig. Afschaffing van die regeling
Datum uitspraak: wachttermijn;
nadien neemt onrechtmatigheid niet met terugwerkende
20 oktober 2010
Tegemoetkoming
kracht weg. Beroepen gegrond. Tegemoetkoming €
financieel
350,= p/m vanaf datum waarop klager geplaatst had moeten zijn tot dag daadwerkelijke plaatsing, telkens na 3 maanden te verhogen met € 125,= p/m.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Klager had rechtens aanspraak op vervroegde plaatsing
10/0679/TR
overplaatsing
o.g.v. Fokkensregeling. Het zonder wettelijke basis
blz. 35
Fokkens; Plaatsing/ daaraan geen uitvoering geven i.v.m. opschorting van die
Datum uitspraak: overplaatsing
regeling is onrechtmatig. Afschaffing van die regeling
20 oktober 2010
nadien neemt onrechtmatigheid niet met terugwerkende
wachttermijn
kracht weg. Beroep gegrond. Geen tegemoetkoming, omdat wettelijke termijn van zes maanden voor plaatsing nog niet is verstreken.
Zaaknummer:
Ordemaatregel
Beperkte aanwijzing van teamleiders met enkel bedoeling blz. 36
10/1351/JA
afzondering;
oplegging van sancties strookt niet met Bjj en Mvt. Beroep
Tegemoetkoming
klager formeel gegrond, materieel ongegrond. Geen
Datum uitspraak: financieel
tegemoetkoming voor formele gegrondverklaring i.v.m.
25 oktober 2010
gebruikt geweld door klager.
Zaaknummer:
Ontvankelijkheid
Overberg is JeugdZorg-Plus instelling geworden en de cvt blz. 38
10/2279/JZ
formeel;
is opgeheven. Niet behandelen klacht onjuist uit oogpunt
Vermissing;
van rechtsbescherming. Beroepscommissie zal beklag
Datum uitspraak: Behandelplan
zelf behandelen. Klager heeft geen verklaring gegeven
9 november 2010
waarom hij pas na een jaar na zijn overplaatsing over de vermissing van zijn kleding beklag heeft ingediend. Klager niet-ontvankelijk.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 8
Zaaknummer:
Telefoon;
Klaagster is bijgestaan door advocaat en zelf ook in
10/1738/JZ
Vermissing;
staat om haar belangen te behartigen, ouders daarom
Ontvankelijkheid
geen partij of vertegenwoordigers. Meeluisteren met
Datum uitspraak: formeel
telefoongesprekken opgenomen in perspectiefplan,
25 oktober 2010
noodzakelijk en bekend bij klaagster. V.w.b. holding is aan eisen Wjz voldaan. Beroep klaagster in zoverre ongegrond. O.g.v. Wjz staat geen beroep open tegen vermissing eigendommen, klaagster niet-ontvankelijk. Huisregel onverbindend voor zover daarin is bepaald dat tegen (elke) uitspraak van de klachtencommissie beroep openstaat.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 9
blz. 39
---------------------
niet is komen vast te staan dat deze zaak zou worden
Zaaknummer:
afgedaan tijdens klagers detentie. De in eerste aanleg
10/1878/GA
verschafte informatie van de rechtbank houdt in dat nog geen zittingsdatum bekend was en dat op zijn
Datum uitspraak:
vroegst een zitting gepland zal worden in augustus
24 november 2010
2010. Gelet daarop kan niet aangenomen worden dat de oorspronkelijke ontslagdatum (18 september
Beroepscommissie:
2010) nog tijdens klagers detentie zou kunnen ver-
Bleichrodt, mr. C.J.G.
schuiven. Hetgeen de directeur in hoger beroep
Fiselier, dr. J.P.S.
heeft aangevoerd kan niet tot een andere beslissing
Heijs, mr. H.
leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep
Dwarka, mr. S.S. (secr.)
van de directeur zal daarom ongegrond worden verklaard. De beslissing van de beklagcommissie
Beklagcommissie:
zal worden bevestigd, met dien verstande dat – nu
beklagcommissie bij de locatie Torentijd te
de detentie van klager is beëindigd en de gevolgen
Middelburg
van de beslissing van de directeur niet meer ongedaan te maken zijn – de beroepscommissie om
Trefwoorden:
proceseconomische redenen zelf een passende
Verlof algemeen; Tegemoetkoming financieel
tegemoetkoming aan klager zal toekennen.
Artikelen:
---------------------
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting artikel 14
Zaaknummer:
e.v.
10/1768/GA
Samenvatting:
Datum uitspraak:
Afwijzing verlofaanvraag. In dit geval kan niet worden
16 november 2010
aangenomen dat oorspronkelijke ontslagdatum zou verschuiven wegens een openstaande strafzaak.
Beroepscommissie:
Inmiddels is klager in vrijheid. Beroep van directeur
Pol, mr. U. van de
ongegrond, tegemoetkoming bepaald op € 50,=.
Rutten, mr. M.A.G. Fleers, dr. G.J.
Rechtsoverwegingen:
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
Op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling tijdelijk verlaten van de
Beklagcommissie:
inrichting komt een gedetineerde in aanmerking
alleensprekende beklagrechter bij het h.v.b.
voor algemeen verlof wanneer zijn strafrestant nog
Wolvenplein
ten minste drie maanden en ten hoogste een jaar bedraagt. Blijkens de toelichting bij dit artikel, mag
Trefwoorden:
een gedetineerde, om in aanmerking te kunnen
Activiteiten; Ordemaatregel uitsluiting deelname
komen voor algemeen verlof, niet verwikkeld zijn
activiteiten
in gerechtelijke proce-dures op grond waarvan de oorspronkelijke ontslag-datum nog zou kunnen
Artikelen:
verschuiven. In dit geval is weliswaar gebleken dat
Pbw art. 23, 49
er sprake is van een openstaande strafzaak, maar Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 10
Samenvatting:
---------------------
Wet biedt mogelijkheid om recht op recreatie in te
Zaaknummer:
perken. In huisregels is bepaald dat gedetineerde
10/1846/GA
zich ieder moment beter kan melden maar alleen ‘s ochtends bij aanvang van dagprogramma weer kan
Datum uitspraak:
gaan deelnemen aan dagprogramma. Klager heeft
16 november 2010
zich in de loop van de ochtend beter gemeld en kon die dag dus nog niet deelnemen aan recreatie. Beroep
Beroepscommissie:
van directeur gegrond.
Pol, mr. U. van de Rutten, mr. M.A.G.
Rechtsoverwegingen:
Fleers, dr. G.J.
In het kader van het onderhavige beroep van de
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
directeur dient te worden beoordeeld of het recht op recreatie – net als het recht op een dagelijks verblijf
Beklagcommissie:
in de buitenlucht – een onvervreemdbaar recht is
beklagcommissie bij de locatie Tafelbergweg te
van de gedetineerde, dan wel dat de directeur daar
Amsterdam
inbreuk op mag maken. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dat niet het geval en biedt de
Trefwoorden:
wet de mogelijkheid om het recht op recreatie te
Activiteiten; Tegemoetkoming financieel
beperken. In artikel 4.2.1 van de huisregels van het h.v.b. Wolvenplein, welke huisregels in dit geval een
Artikelen:
nadere uitwerking vormen van het bepaalde in artikel
Pbw art. 49
23, eerste lid, van de Pbw, staat (onder meer) vermeld dat de gedetineerde zich op ieder gewenst moment
Samenvatting:
beter kan melden maar dat de gedetineerde alleen
Gelet op de beschrijving van de luchtruimte door
’s ochtends, bij aanvang van het dagprogramma,
de directeur bezien in combinatie met door hem
weer kan gaan deelnemen aan het dagprogramma.
overgelegde foto’s kan een verblijf in deze lucht-
Nu voldoende aannemelijk is geworden dat klager
ruimte niet worden aangemerkt als een verblijf in de
zich op 13 oktober 2010 pas om 11.45 uur, en dus
buitenlucht als bedoeld in artikel 49 Pbw. Beroep van
niet bij aanvang van het dagprogramma, beter heeft
klager gegrond, tegemoetkoming € 12,50
gemeld, mocht de directeur klager die dag uitsluiten van deelname aan (onder meer) de recreatie. Dat
Rechtsoverwegingen:
betekent dat de uitspraak van de beklagcommissie –
Op grond van artikel 49, eerste lid, van de Pbw,
voor zover in beroep aan de orde – niet in stand kan
heeft de gedetineerde, voor zover in deze van
blijven en dat dit onderdeel van het beklag alsnog
belang, recht op (onder meer) dagelijks verblijf in
ongegrond moet worden verklaard.
de buitenlucht, voor zover zijn gezondheid zich
Nu het beklag alsnog ongegrond zal worden
niet daartegen verzet. Dit recht geldt ook voor de
verklaard, is er geen aanleiding voor de toekenning
gedetineerden die beperkingen in het voor hen
van enige tegemoetkoming. Ook dit onderdeel van
geldende regime opgelegd hebben gekregen. In de
de uitspraak van de beklagcommissie zal daarom
locatie Tafelberg wordt dat recht gerealiseerd in een
worden vernietigd.
aparte luchtruimte, waardoor contacten met andere gedetineerden worden voorkomen. De beroepscommissie gaat bij haar beoordeling van de vraag of er sprake is van een verblijf in de
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 11
buitenlucht uit van de beschrijving van de luchtruimte zoals gegeven door de directeur, in combinatie met de door hem aan de beroepscom-missie overgelegde foto’s van die luchtruimte. De luchtruimte heeft volgens de directeur een afmeting van 235 centimeter bij 465 centimeter en een inhoud van 25,5 m3. In één van de zijwanden is een uitsparing gemaakt van 136 centimeter bij 34 centimeter. Verder zijn er geen mogelijkheden voor de buitenlucht om toegang tot de luchtruimte te krijgen. Ter verduidelijking van die feitelijke situatie zijn hierna
(foto 4)
vier door de directeur overgelegde foto’s ingevoegd.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op de beschrijving van de luchtruimte zoals gegeven door de directeur, bezien in combinatie met de door de directeur overgelegde foto’s, een verblijf in deze luchtruimte niet kan worden aangemerkt als een verblijf in de buitenlucht als bedoeld in artikel 49 van de Pbw. Zij neemt daarbij nog in aanmerking dat in artikel 27.1 van de European Prison Rules over het luchten wordt opgemerkt, dat het moet gaan om ‘exercise in the open air’. Dit maakt dat moet worden geoordeeld dat aan klager gedurende de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf (gedurende vijf
(foto 1)
dagen) een verblijf in de buitenlucht is onthouden, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 49 van de Pbw. Gelet daarop kan de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre niet in stand blijven en dient dit onderdeel van het beklag alsnog gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 12,50.
(foto2) ---------------------
Zaaknummer: 10/1661/GA en 10/1828/GA
Datum uitspraak: 16 november 2010
Beroepscommissie: Pol, mr. U. van de Rutten, mr. M.A.G. (foto 3) Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 12
Fleers, dr. G.J.
Met betrekking tot de aan klager geboden
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
facilitering bij zijn rechtenstudie heeft klager naar voren gebracht dat die facilitering enkel strekte
Beklagcommissie:
tot ondersteuning bij het aanvragen van en het
beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer
maken van tentamens en/of examens voor zijn rechtenstudie. Onweersproken is dat klager in dat
Trefwoorden:
kader nog geen tentamens en/of examens heeft
Onderwijs; Tegemoetkoming financieel
afgelegd. Met betrekking tot de overige mogelijke faciliteiten acht de beroepscommissie voldoende
Artikelen:
aannemelijk dat verzoeker zijn rechtenstudie tot nog
Pbw art. 48
toe geheel zelf heeft bekostigd en dat hij voor die studie geen gebruik heeft gemaakt van andere door
Samenvatting:
de inrichting (mogelijk) te bieden faciliteiten. Gelet
Weigering om klager deel te laten nemen aan
daarop is onvoldoende aannemelijk geworden dat
regulier onderwijs onredelijk en onbillijk. Schaarste
de directeur aan klager zodanige faciliteiten voor zijn
geldt voor alle gedetineerden en die worden op een
rechtenstudie heeft geboden, dat dit een uitsluiting
wachtlijst geplaatst. Nauwelijks sprake van facilitering
van deelname aan het door de inrichting aangeboden
van rechtenstudie. Ook ongewenstverklaring geen
onderwijs zou kunnen rechtvaardigen.
rechtvaardiging voor weigering. Beklag gegrond,
Naar het oordeel van de beroepscommissie is ook
tegemoetkoming € 40,=.
een mogelijke ongewenstverklaring van klager geen rechtvaardiging voor de uitsluiting van klager van het
Rechtsoverwegingen:
onderwijs.
De beroepscommissie acht zich voldoende
Het vorenstaande, in onderling verband en samen-
voorgelicht om thans op de beroepen van de
hang bezien, maakt dat de bestreden beslissing van
directeur en van klager te kunnen beslissen. Het
de directeur, bij afweging van alle in aanmerking
verzoek om aanhouding van de raadsman van
komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet
verzoeker zal daarom worden afgewezen.
worden aangemerkt.
Door de directeur is aangevoerd dat er sprake is
Het beroep van de directeur zal daarom ongegrond
van schaarste met betrekking tot de mogelijkheden
worden verklaard en de uitspraak van de beklag-
om in de inrichting verblijvende gedetineerden
commissie zal – ten aanzien van het beklag – worden
(regulier) onderwijs aan te bieden. Die schaarste, de
bevestigd met aanvulling van de gronden. De
omstandigheid dat klager gefaciliteerd werd in zijn
beroepscommissie kan zich niet verenigen met de
rechtenstudie en de omstandigheid dat klager tot
uitspraak van de beklagcommissie voor zover daarin
ongewenst vreemdeling verklaard zou zijn, waren
is bepaald dat aan klager geen tegemoetkoming
voor de directeur aanleiding om klager niet toe te
wordt toegekend. Naar het oordeel van de beroeps-
laten tot het (reguliere) inrichtingsonderwijs.
commissie kunnen de gevolgen van de bestreden beslissing van de directeur – mede door het
Met betrekking tot het argument van de schaarste
tijdsverloop en door klagers overplaatsing naar
geldt dat dit argument, wat daar overigens van zij,
een andere inrichting – thans niet meer ongedaan
voor alle gedetineerden in de inrichting geldt en
gemaakt worden. Gelet daarop zijn er termen
dus geen reden hoeft te zijn voor uitsluiting van het
aanwezig voor het toekennen van een financiële
onderwijs. Andere gedetineerden worden (kennelijk)
tegemoetkoming. De beroepscommissie zal de
op een wachtlijst geplaatst voor dat onderwijs.
hoogte daarvan vaststellen op € 40,=.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 13
---------------------
gegrond dienen te worden verklaard. Omdat de
Zaaknummer:
directeur verzuimd heeft klager te horen en dus niet
10/2371/GA
heeft kunnen vernemen wat de zienswijze van klager was ten aanzien van de maatregel en welke impact
Datum uitspraak:
verlenging van die maatregel op hem had, kan niet
5 november 2010
worden gezegd dat de directeur voldoende aan belangenafweging is toegekomen voorafgaand aan de
Beroepscommissie:
verlengingsbeslissingen. Bovendien had, gelet op de
Bartelds, mr. J.I.M.W.
lange duur van de maatregelen na verloop van tijd
Schagen, J.
gekeken moeten worden naar mogelijkheden om de
Woensel, mr. J.M.M. van
maatregelen te verlichten. Nu niet gebleken is dat dat
Jousma, mr. S. (secr.)
is gebeurd moet worden geoordeeld dat de beslisingen van de directeur in strijd zijn met de beginselen
Beklagcommissie:
van subsidiariteit en proportionaliteit. Onvoldoende
beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen
duidelijk is geworden waarom de maatregelen zoals ze werden toegepast nog volledig nodig waren en
Trefwoorden:
waarom niet op onderdelen minder vergaande maat-
Ordemaatregel procedureel; Ordemaatregel
regelen mogelijk waren. Het beroep van de directeur
uitsluiting deelname activiteiten; Hoorplicht
zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal met verbetering van de
Artikelen:
gronden worden bevestigd.
Pbw art. 23, 57 ---------------------
Samenvatting:
Zaaknummer:
Vijfmaal verlenging van ordemaatregel uitsluiting
10/1426/GA
deelname aan buitenactiviteiten ivm klagers plaats op lijst GVM. Omdat klager steeds niet is gehoord kan
Datum uitspraak:
niet worden gezegd dat directeur voldoende aan be-
5 november 2010
langenafweging is toegekomen. Bovendien had na verloop van tijd gekeken moeten worden naar moge-
Beroepscommissie:
lijkheden om maatregel te verlichten. Beroep van
Pol, mr. U. van de
directeur ongegrond.
Boone, mr. M. Rutten, mr. M.A.G.
Rechtsoverwegingen:
Kokee, R. (secr.)
Op grond van artikel 57, eerste lid onder b, van de Pbw stelt de directeur de gedetineerde in de gelegen-
Beklagcommissie:
heid te worden gehoord alvorens hij beslist omtrent
beklagcommissie bij de gevangenis Dordrecht
de uitsluiting van deelname aan activiteiten en de verlenging daarvan bedoeld in artikel 23, eerste lid,
Trefwoorden:
onder a of b, onderscheidenlijk tweede lid.
Voorwerpen op cel; Ontvankelijkheid formeel
Vast is komen te staan dat klager voorafgaand aan de
Artikelen:
verlengingsbeslissingen telkens niet is gehoord. Dit
Pbw art. 45 lid 1
maakt dat de beklagen alleen al op formele gronden
Regeling model huisregels penitentiaire inrichting,
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 14
hoofdstuk 4.5.1.2.
het wattage van de radio’s die klager voorhanden mag hebben, is de beroepscommissie van oordeel dat dit
Samenvatting:
niet in strijd is met voormelde Regeling. Het beklag
Directeur is bevoegd van model huisregels af te
zal derhalve ongegrond worden verklaard.
wijken gelet op aanwezigheid van meerpersoonverblijfruimten in inrichting. Beperking wattage radio
De beroepscommissie overweegt nog ten overvloede
niet in strijd met model huisregels. Beroep gegrond.
dat het aanbeveling verdient om dergelijke onder-
Klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar beklag
delen van de huisregels regionaal eenduidig te
ongegrond.
formuleren.
Rechtsoverwegingen:
---------------------
Naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie
Zaaknummer:
staat tegen een algemeen in de inrichting geldende
10/2056/GA
regeling geen beklag open, tenzij deze in strijd is met een hogere regeling. Dit is nu aan de orde, waar
Datum uitspraak:
klager stelt dat het voorschrift in de huisregels van
14 oktober 2010
de gevangenis Dordrecht, dat alleen het voorhanden hebben van een radio, cassette- of compactdiscspeler
Beroepscommissie:
met een vermogen van maximaal 20 watt is toege-
Wild, mr. A.H. de
staan, in strijd is met de Regeling model huisregels
Fernandes Mendes, mr. H.K.
penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling),
Kooyman, dr. M.
omdat in de Regeling een dergelijke limitering niet is
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
opgenomen. De Regeling heeft gelet op de toelichting bij deze regeling in beginsel een dwingend
Beklagcommissie:
karakter. In hoofdstuk 4.5.1.2 (Toegestane voor-
beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos
werpen) van de Regeling is echter omtrent de dwingendheid een uitzondering gemaakt voor een
Trefwoorden:
penitentiaire inrichting of afdeling met een bij-
Dagprogramma
zondere bestemming of met een meerpersoonverblijfsruimte. In deze gevallen is de directeur niet
Artikelen:
verplicht de in de modelregeling opgenomen
Pbw art. 20
bepalingen en onderwerpen over te nemen. Nu evenals in de meeste inrichtingen ook in de locatie
Samenvatting:
Dordtse Poorten meerpersoonverblijfruimten aan-
Door directeur niet gemotiveerd aangegeven dat
wezig zijn, is de directeur bevoegd van de Regeling af
gebouwelijke situatie anders zou zijn dan ten tijde
te wijken op een wijze zoals hiervoor is omschreven:
van 04/2659/GA. Door directeur ook andere redenen
met name door het beperken van het wattage.
aangevoerd voor niet gezamenlijk gebruiken maaltijd, maar deze zijn roostertechnisch en financieel
Nu het beklag zich richt tegen de uitvoering van
van aard. Gelet op ongewijzigde strekking van art. 20
een regeling is klager ten onrechte door de beklag-
PBW geen reden voor insluiten in verblijfsruimtes
commissie niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard.
tijdens maaltijd. Beroep directeur ongegrond,
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklag-
opdracht tot nieuwe beslissing binnen twee weken.
commissie derhalve vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag. Omtrent het beperken van Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 15
Rechtsoverwegingen:
Beroepscommissie:
Uit de Memorie van toelichting bij artikel 20 Pbw
Wit, mr. J.A.M. de
volgt dat gedetineerden die in een regime van alge-
Fiselier, dr. J.P.S.
hele gemeenschap verblijven gehouden kunnen
Woensel, mr. J.M.M. van
worden de maaltijd in hun verblijfsruimte te ge-
Lispet, mr. I. (secr.)
bruiken wanneer de inrichting zich in bouwkundig opzicht niet leent voor het gezamenlijk gebruiken van
Beklagcommissie:
de maaltijd.
beklagcommissie bij gevangenis Breda
Door de directeur is gesteld dat de afdelingen van de locatie Zuyder Bos in bouwkundig opzicht niet ge-
Trefwoorden:
schikt zijn voor het gezamenlijk gebruiken van de
Activiteiten
maaltijd en dat dit de reden vormt voor het gedurende de maaltijd insluiten van klagers in hun
Samenvatting:
verblijfsruimtes.
Gelet op het fundamentele belang van het verblijf
De beroepscommissie is van oordeel dat door de
in de buitenlucht voor gedetineerden mag een
directeur niet gemotiveerd is aangegeven waarom
keuze voor een activiteit binnen de inrichting er niet
de gebouwelijke situatie thans anders zou zijn
toe leiden dat de gedetineerde geen gebruik kan
dan ten tijde van de eerdere uitspraak van de
maken van zijn recht op verblijf in de buitenlucht.
beroepscommissie nummer 04/2659/GA van 18
De toelichting op het dagprogramma, alsmede het
januari 2005.
nagezonden rooster, geven geen blijk van de absolute
Weliswaar zijn er door de directeur ook andere
onmogelijkheid het rooster zo in te richten dat bij
redenen aangevoerd voor het niet gemeenschappelijk
het gebruikmaken van het recht op het bijwonen
gebruiken van de maaltijd, maar deze redenen zijn
van een kerkdienst de mogelijkheid tot verblijf in
roostertechnisch en financieel van aard en kunnen,
de buitenlucht die dag vervalt. Gegrond en een
gelet op de strekking van het ongewijzigde artikel
tegemoetkoming van € 50,=.
20 Pbw, geen reden vormen voor het insluiten van
Rechtsoverwegingen:
klagers in hun verblijfsruimtes tijdens de maaltijd.
Met de invoering van het Strategisch Kader ModerniGelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie
sering gevangeniswezen is een dagprogramma
het beroep van de directeur ongegrond verklaren en
gerealiseerd dat voor klager, die zijn verblijf heeft op
de uitspraak van de beklagrechter voor wat betreft de
de tweede ring, tot gevolg heeft dat hij op zaterdag
gegrondverklaring van het beklag en de vernietiging
een keuze moet maken tussen het deelnemen aan
van de beslissing van de directeur bevestigen met
een kerkdienst en verblijf in de open lucht. Klager
wijziging van de gronden. Zij wijzigt, gelet op de tijd
wenst deel te nemen aan de kerkdienst, maar wenst
die inmiddels is verstreken, de termijn binnen welke
niet zijn recht op luchten prijs te geven.
de directeur een nieuwe beslissing dient te nemen en stelt deze op twee weken.
Ingevolge het bepaalde in artikel 49, derde lid, van de Pbw, draagt de directeur zorg dat de gedetineerde
---------------------
in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks tenminste
Zaaknummer:
een uur in de buitenlucht te verblijven. De beroeps-
10/1269/GA
commissie kent aan die norm grote waarde toe in verband met onder meer menswaardige tenuit-
Datum uitspraak:
voerlegging en de daaronder begrepen gezondheid
12 oktober 2010
van gedetineerden. De wetgever heeft het fundaRaad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 16
mentele belang van het verblijf in de buitenlucht voor
Artikelen:
gedetineerden erkend door er in geval van afzonder-
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting art. 5
ing op welke grond dan ook geen (structurele) beper-
Pbw art. 24
king anders dan individueel verblijf in de buitenlucht
Samenvatting:
op aan te brengen.
Klager is een ordemaatregel opgelegd omdat hij zich Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van
niet aan de aan het verlof verbonden voorwaarde zou
oordeel dat in beginsel een keuze voor een activiteit
hebben gehouden. In de verlofvoorwaarde is onvol-
binnen de inrichting er niet toe mag leiden dat de
doende specifiek aangegeven waar precies klager
gedetineerde geen gebruik kan maken van zijn recht
tijdens zijn verlof zich wel en niet mocht bevinden.
op verblijf in de buitenlucht. De toelichting die de
Daardoor kan niet gesteld worden dat klager de
directeur heeft gegeven op het dagprogramma,
gestelde voorwaarde heeft overtreden. Beroep van
alsmede het door de directeur nagezonden rooster,
klager gegrond, tegemoetkoming € 80,=
geven geen blijk van de absolute onmogelijkheid het rooster zo in te richten dat bij het gebruikmaken
Rechtsoverwegingen:
van het recht op het bijwonen van een kerkdienst de
Gelet op het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de
mogelijkheid tot verblijf in de buitenlucht die dag
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kunnen
vervalt.
bij de verlening van verlof bijzondere voorwaarden
De beroepscommissie zal de klacht gegrond ver-
worden gesteld, die het gedrag van de gedetineerde
klaren en acht termen aanwezig voor het toekennen
betreffen. Op de verlofkaart van klager wordt ten aan-
van een tegemoetkoming voor het door klager onder-
zien van verlof 2, dat geldt voor de periode van
vonden ongemak, te weten het meermalen moeten
26 februari 2010 tot en met 28 februari 2010, als reden
missen van het zogenaamde luchtmoment, en zal de
van verlof gemeld: mag vr ochtend naar Reuven ivm
hoogte daarvan vaststellen op € 50,=.
identiteitsbewijs, en als voorwaarde: mag vrijdag na 12.00 uur niet meer in Reuver zijn. Bij een eerdere
---------------------
verlofverlening, verlof 1, een algemeen verlof voor de
Zaaknummer:
periode van 31 december 2009 tot en met
10/2083/GA
2 januari 2010, staat op de verlofkaart als voorwaarde vermeld: mag niet in Reuver en de omgeving van
Datum uitspraak:
Reuver komen. De voorwaarden zijn, zo begrijpt de
11 oktober 2010
beroepscommissie, opgelegd teneinde een confrontatie met eventuele slachtoffers van klager
Beroepscommissie:
te voorkomen. Op 27 februari 2010 is door een
Wit, mr. J.A.M. de
politieagent waargenomen en op 11 maart 2010 aan
Fiselier, dr. J.P.S.
de directie van de inrichting waar klager verblijft
Woensel, mr. J.M.M. van
gerapporteerd, dat klager zich in het Outlet Center te
Lispet, mr. I. (secr.)
Roermond bevond. Klager betwist deze waarneming niet en stelt dat hij niet wist dat hij zich niet mocht
Beklagcommissie:
ophouden in Roermond. De vraag die thans voorligt
beklagcommissie bij de b.b.i. Maashegge te Overloon
is of klager de hem gestelde voorwaarde heeft overtreden door zich op even vermeld tijdstip in
Trefwoorden:
Roermond te bevinden. Die vraag zou bevestigend
Ordemaatregel aanleiding; Tegemoetkoming
beantwoord dienen te worden, indien klager wist of
financieel
had moeten begrijpen dat de omgeving van Reuver Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 17
zich uitstrekte tot en met Roermond. In de brief van
Samenvatting:
de advocaat-generaal van 9 november 2009
Plaatsvervanger van directeur is slechts dan bevoegd
geschreven in het kader van het verzoek klager over
tot nemen van beslissingen als bedoeld in artikel
te plaatsen - een brief waarvan het de beroeps-
5, vierde lid, Pbw indien hij t.a.v. alle plichten en
commissie niet bekend is of deze in het bezit is van
bevoegdheden van directeur door de minister tot
klager - wordt met betrekking tot het verlof van klager
vervanging bevoegd is verklaard. Nu dit niet het geval
vermeld dat hij zich niet in Reuver of de directe om-
is, is beslissing tot oplegging van disciplinaire straf
geving daarvan mocht bevinden, waarmee de straal
onbevoegd genomen. Beroep van directeur is daarom
waarbinnen klager zich mocht bevinden wat inge-
ongegrond.
perkt lijkt te zijn. Wat met directe omgeving precies bedoeld wordt, wordt overigens niet nader aange-
Rechtsoverwegingen:
geven.
Vast staat dat de aan het beklag ten grondslag
Naar het oordeel van de beroepscommissie is in de
liggende disciplinaire straf is opgelegd door het hoofd
verlofvoorwaarde onvoldoende specifiek aangegeven
PTC/PIA.
waar precies klager tijdens zijn verlof zich wel en niet mocht bevinden. Het zou een kleine moeite geweest
Artikel 3 van de Pbw luidt – voor zover hier van
zijn aan de omgeving van Reuver een straal te ver-
belang –:”(…) -3. Het beheer van de inrichting of
binden. De voorliggende vraag dient dan ook ont-
afdeling berust bij de directeur, die als zodanig door
kennend te worden beantwoord en het beroep van
de Minister wordt aangewezen.
klager zal gegrond worden verklaard. Klager zal de na
-4. De Minister wijst een of meer personen aan als
te noemen tegemoetkoming toegekend worden.
plaatsvervanger van de directeur. (…).” Artikel 5 van de PBW luidt – voor zover hier van belang –: ”(…)
---------------------
-4. Aan de directeur is voorbehouden de beslissing
Zaaknummer:
omtrent: (…) h. de oplegging van een disciplinaire
10/0933/GA
straf bedoeld in artikel 51, en de toepassing van de artikelen 52, eerste en tweede lid, en 53, derde en
Datum uitspraak:
vierde lid.”
11 oktober 2010 De memorie van toelichting op de Pbw vermeldt, in
Beroepscommissie:
onderdeel 6 onder d, onder meer:
Wit, mr. J.A.M. de
”De directeur kan zijn aan de wet ontleende
Bleichrodt, mr. C.J.G.
bevoegdheden en de naleving van een bij of
Vegter, mr. P.C.
krachtens deze wet gestelde (zorg)plicht overdragen
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
aan in de inrichting werkzame personen, met uitzondering van de bevoegdheden in artikel 5,
Beklagcommissie:
eerste en vierde lid. (…). De niet overdraagbare
beklagcommissie bij de locatie De Boschpoort te
bevoegdheden betreffen beslissingen die zó
Breda
ingrijpend of verstrekkend zijn dat in de wet is voorgeschreven dat deze uitsluitend door de
Trefwoorden:
directeur of diens vervanger mogen worden
Disciplinaire straffen procedureel
uitgeoefend.”.
Artikelen:
De beroepscommissie is van oordeel dat uit
Pbw art. 3, 5 en 51
het samenstel van de hiervoor genoemde
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 18
wetsbepalingen, mede gelet op de daarop gegeven
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
toelichting volgt, dat een plaatsvervanger van de directeur slechts dan bevoegd is tot het nemen van
Artikelen:
beslissingen als bedoeld in het vierde lid van artikel
Pbw art. 18
5 van de Pbw, als hij ten aanzien van alle plichten en
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting art. 20,
bevoegdheden van de directeur door de minister tot
tweede lid
vervanging bevoegd is verklaard. De wetgever heeft gelet daarop niet willen voorzien in een benoeming
Samenvatting:
van een medewerker tot plaatsvervanger van de
Afwijzing van verzoek overplaatsing naar gevangenis
directeur ten aanzien van enkele in artikel 5, vierde
met b.b.i.-regime zonder het daarbij behorende
lid, genoemde taken en verplichtingen. Gelet daarop
regimair verlof. In dit regime, dat als voorbereiding
moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing
voor detentiefasering kan gelden, worden meer
onbevoegd is genomen. Dat maakt dat hetgeen in
vrijheden geboden dan in een reguliere gevangenis.
beroep is aangevoerd, niet kan leiden tot een andere
Gelet op klagers gedrag onvoldoende vertrouwen dat
uitspraak dan die van de beklagcommissie. Het
klager daar goed mee zal kunnen omgaan. Beroep
beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en
ongegrond.
de uitspraak van de beklagcommissie zal worden
Rechtsoverwegingen:
bevestigd, met aanvulling van de gronden.
4.1.
De gevangenis van de p.i. Lelystad is een ge-
De beroepscommissie merkt hierbij nog op dat,
vangenis voor mannen met een regime van algehele
indien de noodzaak van het verstrekken van bepaalde
gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
bevoegdheden aan medewerkers van de inrichting geïndiceerd zou zijn, de mogelijkheid daartoe dient
4.2.
Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld,
te worden geschapen door middel van aanpassing
kan in een gevangenis met een regime van algehele
van de thans geldende wet- en regelgeving. Dat geldt
gemeenschap worden geplaatst.
temeer nu inmiddels – kennelijk landelijk – medewerkers worden aangewezen als directeur met
4.3.
Klager wenst te worden geplaatst in een
beperkte bevoegdheden.
gevangenis met een regime als geldend in een beperkt beveiligde inrichting, zonder de daarbij
---------------------
behorende regimaire vrijheden. In een dergelijke
Zaaknummer:
regime, dat als voorbereiding voor verdere detentie-
10/2287/GB
fasering kan gelden, kunnen gedetineerden worden geplaatst die voldoen aan de eisen voor plaatsing
Datum uitspraak:
in een gevangenis. Klager voldoet op zich aan die
19 november 2010
eisen. Nu binnen het regime van een b.b.i.+ aan de gedetineerden meer vrijheden worden geboden dan
Beroepscommissie:
in een ‘reguliere’ gevangenis, dient aannemelijk te
Balkema, mr. J.P.
worden dat een gedetineerde met die vrijheden op
Rutten, mr. M.A.G.
een verantwoorde manier kan omgaan. Uit het
Fleers, dr. G.J.
selectieadvies van de directeur, alsook uit de aan-
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
vullende rapportage zoals overgelegd door de selectiefunctionaris, wordt voldoende aannemelijk
Trefwoorden:
dat klagers gedrag in de inrichting waar hij thans
Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime gelijk
verblijft van dien aard is, dat er onvoldoende
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 19
vertrouwen is dat klager zal kunnen omgaan met die
stelselmatige daders, van de penitentiaire inrichting
hem aan te bieden vrijheden. De op de onder 3.2
Hoogeveen is een inrichting voor mannen met een
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
regime van algehele gemeenschap en een normaal
selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle
beveiligingsniveau.
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4.3.
Klager, die is veroordeeld tot de ISD-
maatregel voor de duur van twee jaar, kan in ---------------------
een inrichting voor stelselmatige daders worden
Zaaknummer:
geplaatst.
10/1540/GB 4.4.
Klager verbleef in de locatie Tafelbergweg,
Datum uitspraak:
een gevangenis tevens inrichting voor stelselmatige
4 november 2010
daders. Vanuit daar is hij overgeplaatst naar de penitentiaire inrichting Hoogeveen en daar geplaatst
Beroepscommissie:
in een gevangenis tevens inrichting voor stelsel-
Balkema, mr. J.P.
matige daders. De selectiefunctionaris geeft in de
Rutten, mr. M.A.G.
bestreden beslissing onder meer aan: “De [klager]
Fleers, dr. G.J.
is overgeplaatst naar de Grittenborgh in Hoogeveen
Kersten, L. (secr.)
overeenkomstig de landelijke afspraken over illegale en ongewenste vreemdelingen met een ISD-maat-
Trefwoorden:
regel”. Nadere informatie over deze landelijke
Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime gelijk
afspraken is niet verkregen. Voor de opvang van
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen is de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
Artikelen:
gedetineerden (hierna: de Regeling) aangepast.
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
Artikel 20b van die Regeling wijst inrichtingen of
gedetineerden art. 20b
afdelingen aan voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De Regeling heeft het oog op
Samenvatting:
vreemdelingen die na tenuitvoerlegging van
Artikel 20b Regeling selectie, plaatsing en
de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf in
overplaatsing van gedetineerden is niet geschreven
Nederland hebben in de zin van artikel 8 van de
voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen
Vreemdelingenwet.
aan wie ISD-maatregel is opgelegd. Dit stelsel van
Dit betekent dat artikel 20b van de Regeling niet
regelgeving sluit uit dat middels landelijke afspraken
is geschreven voor de strafrechtelijk gedetineerde
voor tot ISD-maatregel veroordeelden beperkingen
vreemdelingen aan wie een ISD-maatregel is
worden gesteld aan plaatsingsmogelijkheden. Beroep
opgelegd. Dit stelsel van regelgeving sluit uit dat
gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.
middels landelijke afspraken, waarvan overigens niet bekend is geworden tussen wie die afspraken
Rechtsoverwegingen:
zijn gemaakt, voor de tot een ISD-maatregel
4.1.
veroordeelden beperkingen worden gesteld aan
De beroepscommissie acht zich voldoende
voorgelicht en wijst het verzoek van klager om te
de plaatsingsmogelijkheden. Derhalve dient de
worden gehoord daarom af.
bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een
4.2.
De gevangenis, tevens inrichting voor
nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 20
deze uitspraak binnen een termijn van twee weken
met een psychiatrische stoornis, een persoonlijk-
na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht
heidsstoornis, psychosociale problematiek, versla-
geen termen aanwezig voor het toekennen van een
vingsproblematiek of een verstandelijke beperking,
tegemoetkoming.
forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere
---------------------
observatie is vereist. In de nota van van toelichting
Zaaknummer:
(Stcrt 2009, nr 19971) wordt aangegeven dat de
10/1988/GB
PPC’s worden aangewezen als huis van bewaring en als gevangenis (op grond van artikel 9 van de Pbw)
Datum uitspraak:
bestemd voor de onderbrenging van gedetineerden
2 november 2010
die een bijzondere opvang behoeven (op grond van artikel 14 van de Pbw).
Beroepscommissie: Vegter, mr. P.C.
4.3.
De beslissing tot plaatsing in of overplaatsing
Rutten, mr. M.A.G.
naar het PPC wordt conform artikel 15 van de Pbw
Fleers, dr. G.J.
door de selectiefunctionaris genomen. In de nota van
Kokee, R. (secr.)
toelichting wordt daarover het volgende aangegeven: “Daaraan voorafgaand brengt de directeur van de
Trefwoorden:
inrichting waar de gedetineerde op dat moment
Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime, gelijk
verblijft aan de selectiefunctionaris advies uit over de
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
behoefte aan forensische zorg, op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch overleg
Artikelen:
van de inrichting of het Nederlands Instituut voor
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
Forensische Psychiatrie en Psychologie.”
gedetineerden art. 20c 4.4.
De beroepscommissie is van oordeel dat uit
Samenvatting:
de door de selectiefunctionaris overgelegde adviezen
Onvoldoende duidelijk dat ten aanzien van klager
onvoldoende duidelijk is dat ten aanzien van klager
forensische zorg is geïndiceerd. Indicatieadvies
forensische zorg is geïndiceerd. Het overgelegde
inrichtingspsycholoog is uiterst summier. Plaatsing
indicatieadvies van de inrichtingspsycholoog is
in PPC ten behoeve van diagnostiek en bepalen
uiterst summier. Ook het inrichtingsadvies van
zorgvraag blijkt onvoldoende uit indicatieadvies.
de directeur van het h.v.b Zoetermeer bevat geen
Motiveringsgebrek. Beroep gegrond en
aanwijzingen die duiden op een problematiek. Uit
tegemoetkoming € 100,=.
het verweerschrift van de selectiefunctionaris van 11 augustus 2010 komt naar voren dat klager onder
Rechtsoverwegingen:
andere in een PPC is geplaatst voor diagnostiek en
4.1.
het in kaart brengen van de zorgvraag. Voor zover
Het PPC Vught is een inrichting voor
mannen met een individueel regime en een normaal
de selectiefunctionaris hier doelt op artikel 20c
beveiligingsniveau.
onder b van de Regeling, blijkt dit onvoldoende uit
4.2.
voornoemd indicatieadvies. De beslissing van de
Artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing
en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de
selectiefunctionaris dient derhalve wegens een
Regeling) bepaalt dat in een Penitentiair
gebrekkige motivering te worden vernietigd. Mits-
Psychiatrisch Centrum (PPC) gedetineerden kunnen
dien zal het beroep gegrond worden verklaard.
worden geplaatst ten aanzien van wie: a. in verband
Aangezien klager inmiddels is overgeplaatst naar
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 21
een andere inrichting, volstaat de beroepscommissie
4.2.
Klager voldoet aan de vereisten voor
met een vernietiging van de bestreden beslissing.
plaatsing in een inrichting als bedoeld in artikel
Nu de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing
20b, tweede lid aanhef en onder a, van de
niet meer ongedaan zijn te maken, zal de beroeps-
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
commissie aan klager een tegemoetkoming
gedetineerden. Strafrechtelijke vreemdelingen
toekennen. Zij stelt deze vast op € 100,=.
worden na hun veroordeling geplaatst in daarvoor aangewezen afzonderlijke locaties. Bij
---------------------
beschikking van 6 juli 2010 heeft de minister van
Zaaknummer:
Justitie op grond van artikel 67, eerste lid, onder
10/2486/GB
c, van de Vreemdelingenwet klager tot ongewenst vreemdeling verklaard. In het beroepschrift is
Datum uitspraak:
namens klager aangevoerd dat beroep is ingesteld
1 november 2010
tegen de ongewenstverklaring en dat een voorlopige voorziening is verzocht en dat de rechtbank te
Beroepscommissie:
Amsterdam de voorlopige voorziening en het
Vegter, mr. P.C.
beroepschrift nog niet behandeld heeft. Uitgaande
Fiselier, dr. J.P.S.
van de juistheid van dit gestelde blijft de status
Fleers, dr. G.J.
van klager ongewijzigd. In de selectie voor het
Bruin, mr. S.A.H. de (secr.)
detentiecentrum Zeist zijn klagers ongewenstverklaring en zijn strafrestant bepalend geweest.
Trefwoorden:
Gelet op het vorenstaande kan de op de onder
Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime, gelijk
3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
Artikelen:
onbillijk worden aangemerkt.
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden art. 20b
---------------------
Pbw artikel 17
Zaaknummer: 10/2136/GB
Samenvatting: Klager is tot ongewenst vreemdeling verklaard. Nu
Datum uitspraak:
het beroep tegen de ongewenstverklaring en de
29 oktober 2010
voorlopige voorziening nog niet door de rechtbank zijn behandeld blijft de status van klager ongewijzigd.
Beroepscommissie:
Bij de selectie voor het detentiecentrum zijn klagers
Vegter, mr. P.C.
ongewenstverklaring en strafrestant bepalend
Fiselier, dr. J.P.S.
geweest. Beroep ongegrond.
Fleers, dr. G.J. Kokee, R. (secr.)
Rechtsoverwegingen:
Trefwoorden:
4.1.
Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime ongelijk
Het detentiecentrum Zeist is aangewezen
als een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
vreemdelingen met een strafrestant van minder dan
Artikelen:
vier maanden.
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 22
gedetineerden art. 3; Pbw artikel 18
---------------------
Zaaknummer: Samenvatting:
10/2303/GB
Afwijzing verzoek overplaatsing naar b.b.i. Klager is ongewenst verklaard. Het hiertegen ingediende
Datum uitspraak:
beroep loopt nog. Zijn status blijft daardoor
25 oktober 2010
ongewijzigd. Beroep ongegrond.
Beroepscommissie: Rechtsoverwegingen:
Vegter, mr. P.C.
4.1.
Rutten, mr. M.A.G.
De beroepscommissie stelt voorop dat het
beroep zich enkel richt tegen de beslissing tot af-
Fleers, dr. G.J.
wijzing van klagers verzoek te worden geplaatst in
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
een inrichting met de mogelijkheid van regimair verlof. Niet ter beoordeling staat de vraag of klagers
Trefwoorden:
verblijf in de locatie Esserheem, een inrichting voor
Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime ongelijk
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, moet
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
worden voortgezet. De door klager en de selectiefunctionaris hieromtrent aangevoerde argumenten
Artikelen:
blijven derhalve buiten beschouwing.
Pbw art. 15, 17 en 19
4.2.
Samenvatting:
Op grond van artikel 3 van de Regeling
komen naast zelfmelders voor plaatsing in een
Klager heeft één van de door de selectiefunctionaris
b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt
in zijn selectiebeslissing gestelde voorwaarden over-
vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een straf-
treden. Nu de bevoegdheid tot het stellen van voor-
restant hebben van maximaal achttien maanden en
waarden aan regimair verlof - waarop de betreffende
beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. Op
voorwaarde zag - expliciet bij de directeur van de
grond van het tweede lid, onder a, van voormeld
inrichting van verblijf is neergelegd, heeft de selectie-
artikel komen gedetineerden ten aanzien van wie
functionaris die bevoegdheid niet. Nu de voorwaar-
vaststaat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet
den van de selectiefunctionaris niet door de directeur
of uitgeleverd, niet in aanmerking voor plaatsing in
zijn overgenomen, althans daarvan niet is gebleken,
een b.b.i.
kunnen de gronden de bestreden selectiebeslissing niet dragen. Beroep gegrond, opdracht nieuwe
4.3.
Bij beschikking van 15 juni 2010 heeft de
beslissing. Er komt een afzonderlijke tegemoet-
Minister van Justitie klager ongewenst verklaard op
komingbeslissing.
grond van artikel 67, eerste lid aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. Uit de stukken komt
Rechtsoverwegingen:
naar voren dat het door klager hiertegen ingediende
4.1.
beroep nog loopt bij de rechtbank. Klagers status
mannen met een regime van algehele gemeenschap
blijft hierdoor ongewijzigd. Gelet hierop kan de
en een normaal beveiligingsniveau.
De gevangenis Grave is een gevangenis voor
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
4.2.
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
kan in een gevangenis met een regime van algehele
Klager, die onherroepelijk is veroordeeld,
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
gemeenschap worden geplaatst.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 23
4.3.
Bij klagers selectie voor plaatsing in de b.b.i.
Kokee, R. (secr.)
van de locatie Maashegge heeft de selectiefunctionaris een aantal voorwaarden betreffende het verloop
Trefwoorden:
van klagers (regimaire) verloven opgenomen. Nu een
Elektronische detentie
van die voorwaarden door klager is over-treden, dient allereerst te worden beoordeeld of die voorwaarden
Artikelen:
rechtskracht hebben. Gelet op artikel 19, eerste lid,
Circulaire wijziging toepassing electronische detentie
juncto artikel 5, tweede lid, van de Regeling tijdelijk
d.d. 29 oktober 2009 (Stcrt 2009, nr 16442)
verlaten van de inrichting berust de bevoegdheid tot het stellen van voorwaarden aan regimair verlof bij de
Samenvatting:
directeur van de inrichting. De keuze van de wetgever
Klaagster is veroordeeld voor overtreding van artikel
om deze bevoegdheid expliciet bij de directeur van
312 WvSr. Geweldsdelinquenten komen niet in
de inrichting neer te leggen, impliceert dat de
aanmerking voor e.d. Circulaire wijziging toepassing
selectiefunctionaris een dergelijke bevoegdheid niet
electronische detentie d.d. 29 oktober 2009 (Stcrt
heeft. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de
2009, nr 16442) biedt geen beoordelingsruimte ten
aan de selectiebeslissing van 12 januari 2010 door de
aanzien van beslissing van de strafrechter. Beroep
selectiefunctionaris verbonden voorwaarden geen
ongegrond.
rechtskracht hebben. Nu die voorwaarden niet door de directeur zijn over-genomen, althans daarvan niet
Rechtsoverwegingen:
is gebleken, kunnen de gronden die tot klagers over-
4.1.
plaatsing naar de gevangenis Grave hebben geleid,
vrouwen met een regime van algehele gemeenschap
deze beslissing niet dragen. Het beroep moet daarom
en een beperkt beveiligingsniveau.
De locatie Ter Peel is een gevangenis voor
gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing moet worden vernietigd en aan de selectiefunctio-
4.2.
Klaagster, die is veroordeeld, kan in
naris zal opdracht worden gegeven een nieuwe
een gevangenis met een regime van algehele
beslissing te nemen, met inachtneming van deze
gemeenschap worden geplaatst.
uitspraken binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
4.3.
Klaagster is door het Gerechtshof te
Leeuwarden veroordeeld ter zake van onder meer De beroepscommissie zal in een afzonderlijke
overtreding van artikel 312 van het WvSr (diefstal
beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan
met geweld). In de in dit geval van toepassing zijnde
klager geboden is.
Circulaire wijziging toepassing e.d. van 29 oktober 2009 (Stcrt 2009, nr 16442) is in hoofdstuk 5 onder m
---------------------
bepaald dat geweldsdelinquenten niet in aanmerking
Zaaknummer:
komen voor e.d. Onder geweldsdelinquenten wordt
10/2318/GB
blijkens hoofdstuk 1, onder c, van die circulaire verstaan, een veroordeelde wegens een geweldsdelict
Datum uitspraak:
als bedoeld in – onder meer – artikel 312 van het
19 oktober 2010
WvSr. De circulaire laat niet toe in het concrete geval te beoordelen of de beslissing van de strafrechter dat
Beroepscommissie:
sprake was van geweld juist is of niet. Gelet hierop
Vegter, mr. P.C.
kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij
Rutten, mr. M.A.G.
afweging van alle in aanmerking komende belangen,
Fiselier, dr. J.P.S.
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 24
Het beroep zal derhalve ongegrond worden
er wel van is uitgegaan dat klager de gegevens over
verklaard.
zijn vakantie had behoren door te geven, kan die beslissing niet in stand blijven. Derhalve dient de
---------------------
bestreden beslissing te worden vernietigd.
Zaaknummer:
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een
10/2396/GB
nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken
Datum uitspraak:
na ontvangst daarvan. Nu de gevolgen van de
18 oktober 2010
bestreden beslissing nog ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig
Beroepscommissie:
voor het toekennen van een tegemoetkoming.
Vegter, mr. P.C. Rutten, mr. M.A.G.
---------------------
Fiselier, dr. J.P.S.
Zaaknummer:
Dwarka, mr. S.S. (secr.)
10/2027/GM
Trefwoorden:
Datum uitspraak:
Elektronische detentie
2 november 2010
Artikelen:
Beroepscommissie:
Pbw art. 17
Laméris-Tebbenhoff, mr. H.M.E. Brederode-Zwart, drs. M.F. van
Samenvatting:
Schoenmaeckers, dr. J.H.A.M.C.
Afwijzing toepassing elektronische detentie omdat
Lispet, mr. I. (secr.)
klager op vakantie is gegaan zonder het BC&L daarover te informeren. Tekst van verklaring rept
Trefwoorden:
over melden van eventuele adreswijzigingen inclusief
Medische verzorging behandeling
telefonische bereikbaarheid. Die tekst dwingt niet tot uitleg die BC&L daaraan geeft. Beroep gegrond,
Artikelen:
opdracht tot een nieuwe beslissing.
Pm art. 28
Rechtsoverwegingen:
Samenvatting:
Bij de stukken bevindt zich een verklaring, welke
Niet ongebruikelijk dat arts een patiënt met een
klager op 17 februari 2010 ondertekend heeft, waarin
allergie met enige regelmaat herbeoordeelt. Dat her-
staat dat klager verklaart ‘eventuele adreswijzigingen
beoordeling in dit geval gerechtvaardigd was, blijkt
(inclusief telefonische bereikbaarheid onmiddellijk te
tevens uit feit dat recent nog een allergietest is afge-
zullen melden aan het Bureau Capaciteitsbenutting
nomen die aangaf dat geen sprake was van specifieke
& Logistiek…’. In deze zaak is aan de orde de vraag of
stofallergie. Beroep ongegrond.
klager deze zinsnede zo had moeten uitleggen dat hij ook zijn vakanties aan het Bureau had moeten
Rechtsoverwegingen:
doorgeven. De beroepscommissie is van oordeel dat
Uit de stukken komt naar voren dat klager, vanwege
de woorden van die tot een overeenkomst behorende
zijn allergie, een periode arbeidsongeschikt is ver-
verklaring niet tot een dergelijke uitleg dwingen.
klaard. Op 29 maart 2010 is klager arbeidsgeschikt
Nu bij de motivering van de bestreden beslissing
verklaard. Omdat hij, vanwege het werk in stoffige
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 25
ruimtes, veel last kreeg van zijn allergie, is hem ander
Artikelen:
werk aangeboden. Toen ook dat niet bleek te gaan
Pm art. 28
is klager wederom arbeidsongeschikt verklaard. De beroepscommissie overweegt dat het bij onder meer
Samenvatting:
allergieën niet uitgesloten is dat de situatie van een
Geen toestemming klager aan medische dienst om
patiënt, en dan met name de mate van allergische
medisch dossier toe te sturen. Dit dossier maakt deel
reacties, in de loop van de tijd verandert. Daarnaast
uit van beroepsdossier, daar medisch adviseur n.a.v.
zijn er, ook op het gebied van allergieën, medische
klagers verzoek om bemiddeling daarvan kennis
ontwikkelingen. Het is dan ook niet ongebruikelijk
heeft genomen. Niet is gebleken dat medicatiever-
dat een medicus een patiënt met een allergie met
strekking onjuist of onvoldoende zou zijn. Beroep
enige regelmaat herbeoordeelt. Daarbij is het goed
ongegrond.
mogelijk dat een patiënt met een bepaalde allergie, indien zijn medicatie goed is ingesteld, bepaalde
Rechtsoverwegingen:
activiteiten kan verrichten zonder van zijn allergie
De medische dienst heeft aangegeven geen medisch
last te hebben. Dat een herbeoordeling van de
dossier toe te kunnen sturen omdat klager hiertoe
klachten in dit geval gerechtvaardigd was, blijkt naar
geen toestemming heeft verleend. Omdat de medisch
het oordeel van de beroepscommissie tevens uit het
adviseur naar aanleiding van klagers verzoek om be-
feit dat in april 2010 nog een allergietest is afgenomen
middeling wel kennis heeft genomen van het dossier,
die aangaf dat van een specifieke stofallergie geen
maakt het medisch dossier deel uit van het dossier.
sprake was.
De beroepcommissie heeft van de onderliggende
De beroepscommissie is het voorgaande in samen-
stukken, waaronder ook het medisch dossier,
hang en onderling verband bezien van oordeel dat
kennisgenomen. De beroepscommissie acht zich op
het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden
basis van deze stukken voldoende voorgelicht over de
aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neer-
zaak en wijst het verzoek van klager om aanhouding
gelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
derhalve af.
worden verklaard. De beroepscommissie leidt uit de stukken af dat ---------------------
klager het niet eens is met de medicatieverstrekking.
Zaaknummer:
Niet is gebleken dat de medicatieverstrekking onjuist
10/2320/GM
of onvoldoende zou zijn. Uit het verslag van bemiddeling blijkt dat klager inmiddels andere pijnmedi-
Datum uitspraak:
catie krijgt die oraal kan worden gebruikt. Verder
2 november 2010
heeft de medische dienst op 26 mei 2010 telefonisch overleg gehad met de huisarts en is klager op 28
Beroepscommissie:
mei 2010 en op 5 juli 2010 door een collega van de
Laméris-Tebbenhoff, mr. H.M.E.
huisarts gezien.
Brederode-Zwart, drs. M.F. van
De beroepscommissie is het voorgaande in
Schoenmaeckers, dr. J.H.A.M.C.
samenhang en onderling verband bezien van oordeel
Lispet, mr. I. (secr.)
dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel
Trefwoorden:
28 Pm neer-gelegde norm. Het beroep zal derhalve
Medische verzorging behandeling; Inzage in stukken/
ongegrond worden verklaard.
dossier
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 26
---------------------
een verpleegde het passief kiesrecht te ontnemen.
Zaaknummer:
Ook de interne regelgeving van de inrichting: het
10/2093/TA
Reglement bewonersraad longstay en de huisregels, daargelaten of dit verenigbaar zou zijn met hogere
Datum uitspraak:
regelgeving, bevatten terzake geen regels.
12 november 2010 Uit het bovenstaande volgt dat de beslissing om
Beroepscommissie:
klager uit te sluiten van het passieve kiesrecht bij de
Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M.
komende verkiezingen van de bewonersraad in strijd
Louwe, mr. drs. T.A.M.
is met de wet.
Hofstee, mr.dr. E.J.
Ten overvloede wordt overwogen dat uit de verkla-
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
ring namens het hoofd van de inrichting volgt dat het de bedoeling was om klager gedurende een periode
Trefwoorden:
van twee jaar uit te sluiten en dat deze periode als
kiesrecht
onaanvaardbaar lang kan worden aange-merkt, in aanmerking genomen dat er tussen-tijds geen sprake
Artikelen:
is van een toetsingsmoment.
Bvt art. 70; Rvt art. 42 Gelet op het bovenstaande kan hetgeen in beroep
Samenvatting:
is aangevoerd naar het oordeel van de beroeps-
Beslissing om klager uit te sluiten van passief kies-
commissie niet tot een andere beslissing leiden dan
recht bij verkiezingen bewonersraad is in strijd met
die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve
de wet. Bedoeling was om klager voor twee jaar uit te
ongegrond worden verklaard.
sluiten zonder toetsingsmoment. Dit is onaanvaardbaar lang. Beroep hoofd inrichting ongegrond,
---------------------
bevestigt uitspraak beklagcommissie.
Zaaknummer: 10/2169/TA en 10/2187/TA
Rechtsoverwegingen: Namens klager is verzocht om aanhouding van de
Datum uitspraak:
behandeling. De beroepscommissie acht zich vol-
8 november 2010
doende ingelicht om thans op het beroep te kunnen beslissen en wijst op die grond het verzoek om
Beroepscommissie:
aanhouding af.
Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M. Louwe, mr. drs. T.A.M.
De beroepscommissie overweegt dat een verpleegde
Hofstee, mr.dr. E.J.
op grond van artikel 70 Bvt en artikel 42 Rvt passief
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
kiesrecht toekomt. Uit de Nota van toelichting op artikel 42 Rvt volgt dat gelet op de mogelijkheid van
Beklagcommissie:
het hoofd van de inrichting om te bepalen dat bij de
Forensisch psychiatrisch centrum De Rooyse Wissel
vergadering van de verpleegdenraad toezicht wordt
te Venray
gehouden een uitsluiting van het passieve kiesrecht
Trefwoorden:
door de wetgever niet noodzakelijk werd geacht.
Urineonderzoek; Bewegingsvrijheid afdelingsarrest; De Bvt noch de Rvt voorziet in de mogelijkheid om
Tegemoetkoming financieel
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 27
Artikelen:
De inrichting heeft ervoor gekozen om urinecontroles
Bvt art. 23, 24, 33
in de aanwezigheid van een medewerker van de
Regeling urineonderzoek verpleegden art. 3
medische dienst te laten plaatsvinden. Het merendeel van deze medewerkers is van het vrouwelijk
Samenvatting:
geslacht.
Plaatsnemen vrouwelijke medewerker medische
De beroepscommissie overweegt, zoals eerder in
dienst achter schaamschot en via spiegel toezicht
10/609/TA d.d. 19 juli 2010, dat het inschakelen van
houden op UC ontslaat inrichting niet van inspan-
medewerkers van de medische dienst niet is voor-
ningsverplichting om UC voor zover mogelijk door
geschreven door de regelgeving en dat er ook geen
personen van zelfde geslacht als verpleegde te laten
medische grond is aangevoerd om medewerkers van
verrichten. Afdelingsarrest i.v.m. weigering meewer-
de medische dienst hierbij in te schakelen.
ken aan UC rust niet op goede gronden. Beroep klager gegrond, beklag gegrond, tegemoetkoming €
Uit de toelichting namens het hoofd van de inrichting
224,=. Beroep hoofd inrichting ongegrond.
volgt dat de (vrouwelijke) medewerker van de medische dienst zich achter een schaamschot naast de
Rechtsoverwegingen:
verpleegde opstelt en via een spiegel toezicht houdt
Ten aanzien van klagers beroep:
op de afname.
In artikel 68, eerste lid, Bvt wordt vermeld dat de be-
Naar het oordeel van de beroepscommissie
klagcommissie binnen een termijn van vier weken
ontslaat dit de inrichting niet van de algemene
uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstan-
inspanningsverplichting als vermeld in artikel 24,
digheden met ten hoogste vier weken kan worden
tweede lid, Bvt juncto artikel 23, derde lid, Bvt om het
verlengd. Klager heeft op 27 september 2009 beklag
urineonderzoek, voor zover mogelijk, door personen
ingediend. Een tussenbeslissing is genomen op
van hetzelfde geslacht als de verpleegde te laten
21 januari 2010. Het beklag is ter zitting van
verrichten.
7 mei 2010 door de beklagcommissie behandeld en
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie
op 30 juni 2010 is uitspraak gedaan. De uitspraak is
van oordeel dat de inrichting onvoldoende heeft vol-
toegezonden op 19 juli 2010.
daan aan de inspanningsverplichting als vermeld in artikel 24, tweede lid, Bvt juncto artikel 23, derde lid,
De beroepscommissie overweegt dat de wetgever
Bvt. De beroepscommissie zal het beroep van klager
weliswaar geen rechtsgevolgen aan overschrijding
in zoverre gegrond verklaren en de uitspraak van de
van de in artikel 68 Bvt vermelde termijn heeft ver-
beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog
bonden, maar acht het van belang en zeer wenselijk
gegrond verklaren.
dat zo mogelijk eerder dan hiervoor vermeld wordt beslist op een beklag en dat alle bij de procedure
Ten aanzien van onderdeel b en onderdeel c:
betrokkenen zich daartoe inspannen.
Voor wat betreft onderdeel c volgt uit de overwegingen van de beklagcommissie dat zij het beklag
Ten aanzien van onderdeel a:
op formele gronden gegrond heeft verklaard.
Uit artikel 24, tweede lid, Bvt juncto artikel 23, derde
Materieel heeft de beklagcommissie niet expliciet
lid, Bvt en de Nota van Toelichting op artikel 3, derde
beslist op het beklag. De beroepscommissie vat dit
lid, van de Regeling urineonderzoek verpleegden
op als het impliciet materieel ongegrond verklaren
volgt dat de afname van de urine geschiedt onder
van het beklag en zij acht het beroep niet alleen
direct visueel toezicht van een personeelslid van,
gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming ten
voor zover mogelijk, hetzelfde geslacht als de
aanzien van c, maar ook tegen de impliciet materiële
verpleegde.
ongegrondverklaring van het beklag. Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 28
Uit de gegrondverklaring van onderdeel a van het
Beklagcommissie:
beklag volgt dat het aan klager opgelegde afdelings-
beklagcommissie bij het FPC Dr. S. van Mesdag te
arrest - de beroepscommissie gaat, hoewel dit
Groningen
namens het hoofd van de inrichting ter zitting is betwist, gelet op de schriftelijke mededeling ervan
Trefwoorden:
uit dat aan klager daadwerkelijk afdelingsarrest is
Ontvankelijkheid materieel; Geld of rekening-courant
opgelegd - en de verlenging daarvan wegens het weigeren om mee te werken aan de urinecontrole niet op goede gronden rusten.
Artikelen:
Zij zal derhalve onderdeel b en onderdeel c van het
Bvt art. 1, aanhef en onder j, 56 lid 1
beroep gegrond verklaren en het beklag vermeld onder b alsnog gegrond en het beklag vermeld onder
Samenvatting:
c alsnog materieel gegrond verklaren.
Ten tijde van indienen klacht verbleef klager, die zich aan verlof heeft onttrokken, in Turkije en niet meer
Ten aanzien van de onderdelen a, b en c kent de
in inrichting. Hij kan niet meer als verpleegde in zin
beroepscommissie een tegemoetkoming toe van in
van Bvt en Rvt worden aangemerkt en kan om die
totaal € 224,=.
reden niet in klacht over niet overmaken van zijn geld worden ontvangen, mede nu terugkeer niet te
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat
verwachten valt. Beroep ongegrond.
de (bij de stukken gevoegde) beleidsregels in Thebe 1 en 2, inhoudende dat het afdelingsarrest altijd wordt
Rechtsoverwegingen:
opgelegd voor de duur van veertien dagen, zich niet
Klager heeft zich in december 2009 onttrokken aan
verdraagt met het bepaalde in artikel 33 Bvt.
begeleid verlof en is naar Turkije gegaan. Ten tijde van de indiening van het klaagschrift op 26 februari
Ten aanzien van het beroep van het hoofd van de
2010 verbleef klager niet meer in de inrichting.
inrichting:
Klager heeft nog een paar keer telefonisch contact
Uit de gegrondverklaring van klagers beroep volgt
gehad met de kliniek. In deze gesprekken heeft
dat het beroep van het hoofd van de inrichting
hij steeds gezegd dat hij niet terug zou komen
ongegrond zal worden verklaard.
naar Nederland. Klager zal door Turkije ook nooit worden uitgeleverd. Ten tijde van de zitting van de
---------------------
beklagcommissie was klager al vijf maanden afwezig.
Zaaknummer:
Al deze omstandigheden leiden ertoe dat klager niet
10/1551/TA
meer kan worden aangemerkt als ‘verpleegde’ in de zin van de Bvt en de Rvt. Nu de beklagregeling van de
Datum uitspraak:
Bvt is opengesteld voor verpleegden, kan klager op
3 november 2010
grond van artikel 56, eerste lid juncto artikel 1, aanhef en onder j, Bvt derhalve geen beklag meer indienen.
Beroepscommissie:
Klager is, zij het op andere gronden, terecht niet-
Bakker, mr.drs. F.A.M.
ontvankelijk verklaard.
Koenraadt, dr. F. Verbunt, mr. R.P.G.L.M.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden
Bruin, mr. S.A.H. de (secr.)
verklaard.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 29
---------------------
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport
Zaaknummer:
door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-
10/1976/TB
inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal
Datum uitspraak:
speciale categorieën, te weten vrouwen, zwak-
15 november 2010
begaafden en extreem beheers- en vlucht-gevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onder-
Beroepscommissie:
scheiden naar de primaire psychopathologie:
Woensel, mr. A.M. van
psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
Louwe, mr. drs. T.A.M. Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M.
De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing van
Bruin, mr. S.A.H. de (secr.)
klager genomen op basis van het herselectieverzoek van 7 juli 2010 met inachtneming van klagers
Trefwoorden:
geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem
Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime
gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan
ongelijk beveiligingsniveau niet EBI of longstay;
niet bestaan van een beheers/vluchtrisico.
Tegemoetkoming financieel Uit de stukken komt naar voren dat in Hoeve
Artikelen:
Boschoord een stijgende lijn in het functioneren van
Bvt art. 11
klager zichtbaar is geweest en dat zijn overplaatsing naar een andere inrichting als traumatisch zou
Samenvatting:
worden ervaren en zijn resocialisatie ernstig zou
Overplaatsing louter op grond van buiten klager
belemmeren. Het feit dat niettemin die overplaatsing
gelegen factoren. Onduidelijk waarom dit op stel en
in gang is gezet en is gerealiseerd, vindt zijn oorzaak
sprong moest plaatsvinden en klager niet op gesloten
in louter buiten klager gelegen factoren. De te dien
afdeling van inrichting kon blijven totdat een (meer)
aanzien genoemde bescherming van de veiligheid
geschikte inrichting was gevonden. Beroep gegrond
van klager is weliswaar aannemelijk geworden, maar
en tegemoetkoming van € 250,= voor elke maand dat
onduidelijk is waarom die overplaatsing op stel en
klager ten onrechte in Oldenkotte heeft verbleven.
sprong moest plaatsvinden en waarom klager niet op de gesloten afdeling van Hoeve Boschoord kon
Rechtsoverwegingen:
blijven totdat een plaats in een (meer) geschikte
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden
inrichting was gevonden.
dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen
a. de eisen die de bescherming van de
moet de beslissing klager over te plaatsen naar het
maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de
FPC Oldenkotte, bij afweging van alle in aanmerking
ter beschikking gestelde voor de veiligheid van
komende belangen, onredelijk en onbillijk worden
anderen dan de ter beschikking gestelde of de
geacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden
algemene veiligheid van personen of goederen
verklaard.
stelt, en b. de eisen die de behandeling van de ter
Nu de bestreden beslissing op materiële grond dient
beschikking gestelde gezien de aard van de bij
te worden vernietigd zal de beroepscommissie met
hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of
toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid,
ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
onder a van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 30
lid van de Bvt de Minister opdragen binnen uiterlijk
voorziening niet toegerust om specifiek op die
een maand na ontvangst van en met inachtneming
stoornis gerichte behandeling te bieden. Beroep
van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
gegrond, tegemoetkoming € 75,= per maand tot datum herbeoordeling/plaatsing.
Klager heeft ten gevolge van de inmiddels onjuist bevonden beslissing een behandelachterstand
Rechtsoverwegingen:
opgelopen. Voor een zodanig niet meer ongedaan
Klagers beroep houdt in dat a. een herbeoordeling als
te maken rechtsgevolg dient klager een tegemoet-
bedoeld in het Beleidskader longstay forensisch zorg
koming te worden geboden. De beroepscommissie
te lang uitblijft en b. dat zijn verzoek tot overplaatsing
stelt deze vast op 250,= voor elke maand dat klager
naar een reguliere behandelinrichting ten onrechte is
ten onrechte in FPC Oldenkotte heeft verbleven.
afgewezen.
Voor zover klager verzoekt om vergoeding van
Voor wat betreft a. wordt het volgende overwogen.
gemaakte proceskosten op de voet van het bepaalde
In het ministeriële Beleidskader longstay forensische
in art 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht
zorg van 19 januari 2009, dat op 1 juni 2009 in
(Awb), geldt dat art. 1:6 van de Awb – onder meer –
werking is getreden, is ter versterking van de rechts-
hoofdstuk 7 van de Awb niet van toepassing verklaart
positie van de patiënten longstay forensische zorg
op in het kader van de Bvt genomen beslissingen.
(hierna: lfz-patiënten) een periodieke, driejaarlijkse toets geïntroduceerd, waarbij door de LAP wordt
---------------------
beoordeeld of voortzetting van de longstaystatus
Zaaknummer:
nog gerechtvaardigd is. Daarbij zal de behandelings-
10/1385/TB
vatbaarheid van de ter beschikking gestelde worden onderzocht en wordt bezien of er nieuwe inter-
Datum uitspraak:
venties, medicijnen of andere omstandigheden zijn
12 november 2010
waardoor een op resocialisatie gerichte behandeling alsnog zou kunnen aanslaan. Voorwaarde bij de
Beroepscommissie:
periodieke toets is dat de beoordelaar niet alleen het
Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M.
volledige dossier toetst maar de verpleegde ook heeft
Louwe, mr. drs. T.A.M.
gezien.
Hofstee, mr.dr. E.J.
Uit eerdere rechtspraak, waaronder 09/1677/TB van
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
29 december 2009, volgt dat de beroepscommissie zich bevoegd acht beroepen te behandelen die zijn
Trefwoorden:
gericht tegen het uitblijven van een herbeoordeling,
Plaatsing/overplaatsing longstay; Tegemoetkoming
de periodieke toets naar de behandelingsvatbaarheid
financieel
van de betreffende ter beschikking gestelde, en het uitblijven van een wenselijk geachte overplaatsing
Artikelen:
van een lfz-voorziening naar een behandelinrichting
Bvt art. 11
dan wel van plaatsing in, of overplaatsing naar, een
Beleidskader longstay forensische zorg d.d. 19-01-09
lfz-differentiatie, mede in aanmerking genomen dat lfz-patiënten aan het Beleidskader longstay
Samenvatting:
forensische zorg van 19 januari 2009 aanspraken
a Herbeoordeling longstaystatus niet eerder dan
kunnen ontlenen.
tweede kwartaal 2011 te verwachten. b Recent diagnose syndroom van Asperger gesteld. Longstay-
Niet in geding is dat klager op 1 juni 2009 langer
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 31
dan drie jaar in een longstayvoorziening verbleef en
b. de eisen die de behandeling van de terbeschik-
daarom in aanmerking komt voor de herbeoordeling
king gestelde gezien de aard van de bij hem
als bedoeld in het genoemde beleidskader.
geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uit 09/1677/TB d.d. 29 december 2009 volgt dat een overgangsperiode van een jaar, gerekend vanaf
Vast staat dat bij klager recent de diagnose syndroom
1 juni 2009, acceptabel geacht moet worden voor de
van Asperger is gesteld en dat hem daarvoor niet
implementatie van voornoemd beleidskader en dat
eerder een op die stoornis gerichte behandeling in
dit met zich meebrengt dat herbeoordelingen vanaf
een behandelinrichting is geboden. De beroeps-
1 juni 2010 waarbij de termijn van drie jaar wordt
commissie is van oordeel dat een longstay-inrichting
overschreden, in beginsel als onredelijk of onbillijk
niet toegerust is om klager een specifiek op deze
moeten worden aangemerkt.
stoornis gerichte behandeling te bieden. Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen
Klager verblijft sinds 4 januari 2006 in een longstay-
moet de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek
voorziening. De herbeoordeling van zijn longstay-
tot overplaatsing, bij afweging van alle in aanmerking
status heeft nog niet plaatsgevonden en namens de
komende belangen, onredelijk en onbillijk worden
Minister is aangekondigd dat deze waar-schijnlijk
geacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden
pas in het tweede kwartaal van 2011 zal plaatsvinden.
verklaard. De vaststelling dat het beroep gegrond is,
Het voorgaande brengt mee dat het beroep in zoverre
volstaat. De beroepscommissie ziet geen reden om
gegrond zal worden verklaard.
klager overigens een tegemoetkoming toe te kennen.
De beroepscommissie is van oordeel dat in gevallen als deze een financiële tegemoetkoming dient te
De beroepscommissie acht het wenselijk dat klager
worden toegekend, waarvan de hoogte wordt vast-
overgeplaatst wordt naar een tbs-inrichting die
gesteld op een bedrag van € 75,= per maand vanaf
klager een op zijn autismestoornis toegesneden
1 juni 2010 tot de datum van herbeoordeling
behandeling kan bieden, bij voorkeur de Dr. S. van
respectievelijk de eventuele datum van plaatsing in
Mesdag te Groningen.
een behandelinrichting. --------------------Voor wat betreft b. wordt het volgende overwogen.
Zaaknummer:
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscom-
10/0109/TP en 10/0521/TR
missie is de beslissing van de Minister tot afwijzing van een verzoek van een verpleegde om overplaats-
Datum uitspraak:
ing naar een reguliere behandelinrichting vatbaar
20 oktober 2010
voor beroep.
Beroepscommissie: Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden
Donker, mr. S.L.
dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid,
Koenraadt, dr. F.
van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M.
a. de eisen die de bescherming van de maat-
Bevaart, mr. E.W. (secr.)
schappij tegen de gevaarlijkheid van de terbeschikking gestelde voor de veiligheid van
Trefwoorden:
anderen dan de ter beschikking gestelde of de
Plaatsing/overplaatsing Fokkens; Plaatsing/
algemene veiligheid van personen of goederen
overplaatsing wachttermijn; Tegemoetkoming
stelt, en
financieel Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 32
Artikelen:
De in artikel 13, tweede lid, WvSr bedoelde nadere
WvSr art 13; Pm art 42 en 43; Pbw art. 76
regels zijn neergelegd in de artikelen 42 en 43 (oud) Pm conform de memorie van toelichting bij het
Samenvatting:
wetsvoorstel tot invoering van de Wet Fokkens
Klager had rechtens aanspraak op vervroegde
(Tweede Kamer, 1994/1995, 24 256, nr. 3, pagina 5),
plaatsing o.g.v. Fokkensregeling. Het zonder wet-
inhoudende dat vervroegde plaatsing in een tbs-
telijke basis daaraan geen uitvoering geven i.v.m.
inrichting in beginsel plaatsvindt nadat eenderde
opschorting van die regeling is onrechtmatig.
van de opgelegde straf ten uitvoer is gelegd, alsmede
Afschaffing van die regeling nadien neemt onrecht-
dat onder een aantal niet-limitatief opgesomde
matigheid niet met terugwerkende kracht weg.
omstandigheden betrekking hebbende op de
Beroepen gegrond. Tegemoetkoming € 350,= p/m
individuele omstandigheden van de betrokkenen
vanaf datum waarop klager geplaatst had moeten
(Fokkenswachtenden genoemd) tot eerdere of latere
zijn tot dag daadwerkelijke plaatsing, telkens na 3
plaatsing kan worden besloten (‘Fokkensregeling’).
maanden te verhogen met € 125,= p/m. Krachtens artikel 76 Pbw dient binnen zes maanden
Rechtsoverwegingen:
na de bedoelde eenderde datum plaatsing in een tbs-
Aan de orde zijn de hierboven onder 1.1 en 1.2
inrichting te volgen en kan de Minister deze termijn
genoemde beslissingen van de Staatssecretaris, die
telkens met drie maanden verlengen als hij van oor-
er op neer komen dat ten aanzien van klager geen
deel is dat plaatsing binnen de genoemde termijn van
uitvoering wordt gegeven aan de Fokkensregeling,
zes maanden niet mogelijk is.
vanwege het op 10 november 2009 kenbaar gemaakte voornemen om deze regeling af te schaffen en de op
Het uitgangspunt van de ten tijde van het geven
10 november 2009 gedane mededeling dat in verband
van de bestreden beslissingen geldende wettelijke
daarmee vanaf die datum geen plaatsingsbeslissingen
regeling is derhalve vervroegde plaatsing van
meer worden genomen.
gedetineerden met zowel gevangenisstraf als tbs in een tbs-inrichting na het uitzitten van eenderde van
De Fokkensregeling is hangende het beroep formeel
de gevangenisstraf, tenzij op grond van individuele
door de Minister afgeschaft bij eerdergenoemd
omstandigheden zoals (niet-limitatief ) genoemd
Besluit van 24 juli 2010. Dit Besluit is op
in artikel 43 (oud) Pm is besloten tot een eerdere of
3 augustus 2010 gepubliceerd in Staatsblad 2010, 312
latere plaatsing.
en op 4 augustus 2010 in werking getreden. Artikel III van dit Besluit bepaalt dat het Besluit geen gevolgen
Vast staat dat klager bij toepassing van de Fokkens-
heeft voor veroordeelden die op het tijdstip waarop
regeling, die gold tot 4 augustus 2010, in aanmerking
het in werking treedt, reeds zijn geplaatst nadat
komt voor vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting
eenderde van de opgelegde vrijheidsstraf ten uitvoer
vanaf 8 september 2009, op welke datum het inge-
is gelegd.
diende cassatieberoep tegen het arrest van het Hof Arnhem van 2 juni 2008 is verworpen en de opleg-
Artikel 13, tweede lid, WvSr bepaalt dat op regel-
ging van de gevangenisstraf en tbs aan klager
matige tijdstippen wordt beoordeeld of een veroor-
onherroepelijk is geworden, terwijl eenderde van de
deelde tot gevangenisstraf aan wie tevens de maat-
opgelegde gevangenisstraf inmiddels was verstreken.
regel van tbs met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, dient te worden geplaatst in een
Klager had derhalve op grond van artikel 13, tweede
tbs-inrichting, alsmede dat de Minister daaromtrent
lid, WvSr, zoals uitgewerkt in de artikelen 42 en 43
nadere regels stelt (‘Wet Fokkens’).
(oud) Pm, en artikel 76 Pbw rechtens een aanspraak
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 33
op vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting binnen
individuele gronden als bedoeld in artikel 43 (oud)
zes maanden vanaf 8 september 2009 en had der-
Pm aangevoerd ter motivering van de beslissing van
halve in de periode van 8 september 2009 tot en met
8 februari 2010 om geen uitvoering te geven aan de in
7 maart 2010 in een tbs-inrichting geplaatst moeten
de artikelen 42 en 43 (oud) Pm neergelegde Fokkens-
worden. Vanaf laatstgenoemde datum had klager op
regeling en aan een daadwerkelijke plaatsing in een
de wachtlijst moeten worden geplaatst als plaatsing
tbs-inrichting als bedoeld in artikel 76 Pbw. Evenmin
in een tbs-inrichting, bijvoorbeeld vanwege het nog
is capaciteitstekort aangevoerd als reden om klager
niet beschikbaar zijn van een plaatsingsmogelijkheid,
in de periode van 8 september 2009 tot 7 maart 2010
nog niet mogelijk zou zijn.
niet in een tbs-inrichting te plaatsen.
De Staatssecretaris heeft klager in strijd met het op
De bestreden beslissingen van de Staatssecretaris zijn
8 september 2009 geldende artikel 42 (oud) Pm
derhalve onrechtmatig. Het onrechtmatig karakter
niet in aanmerking laten komen voor vervroegde
van die beslissingen, die ten grondslag liggen aan de
plaatsing in een tbs-inrichting. De Staatssecretaris
ingestelde beroepen, wordt niet met terugwerkende
heeft in de periode tussen 8 september 2009 en
kracht weggenomen door de inwerkingtreding
8 februari 2010 geen beslissing als bedoeld in artikel
nadien op 4 augustus 2010 van bovengenoemd
76 Pbw genomen in verband met het bij brief van
Besluit van de Minister van 24 juli 2010.
10 november 2009 aangekondigde voornemen de Fokkensregeling af te schaffen en vanaf die datum
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen
geen uitvoering meer te geven aan die regeling.
zijn de bestreden beslissingen in strijd met de wet.
De Staatssecretaris heeft bij brief van 8 februari 2010
De beroepen zullen daarom gegrond worden
meegedeeld dat klagers tbs zal aanvangen op
verklaard.
8 juli 2012 en dat klager vanaf dat moment als tbs-
Nu de bestreden beslissingen dienen te worden
passant zal worden aangemerkt.
vernietigd, zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 13, vierde lid, WvSr in
De Staatssecretaris c.q. de Minister heeft niet aan-
verbinding met artikel 66, derde lid, onder a van de
gegeven welke wettelijke basis er was voor op-
Bvt en artikel 69, vijfde lid van de Bvt de Minister
schorting van de Fokkensregeling, door de Staats-
opdragen binnen uiterlijk een maand na ontvangst
secretaris ten grondslag gelegd aan de bestreden
van en met inachtneming van deze uitspraak -
beslissingen. Ook anderszins is de beroepscommissie
derhalve op grond van artikel 13, tweede lid, WvSr, de
niet gebleken van een dergelijke basis. Als zodanig
artikelen 42 en 43 (oud) Pm en artikel 76 Pbw - een
kunnen niet worden aangemerkt de redenen die de
nieuwe beslissing te nemen.
Staatssecretaris en de Minister hebben aangevoerd voor opschorting van de Fokkensregeling, te weten de
Nu de rechtsgevolgen van de te vernietigen
hierboven onder 3. in het standpunt van de Minister
beslissingen niet meer ongedaan zijn te maken
weergegeven gewijzigde omstandigheden. Deze
dient een tegemoetkoming aan klager te worden
hebben geleid tot aanpassing van de Pm, ingaande
geboden. De beroepscommissie is, gehoord de
op 4 augustus 2010 en vormen naar het oordeel van
Minister en gelet op haar vaste jurisprudentie sinds
de beroepscommissie geen rechtvaardiging om voor-
de uitspraken van 4 mei 2005 (04/1869/TPT) en 21
uitlopend daarop - in strijd met de op dat moment
november 2008 (08/2135/TP), van oordeel dat in
bestaande wettelijke regeling - de Fokkensregeling op
gevallen als hiervoor bedoeld een tegemoetkoming
te schorten.
dient te worden toegekend, waarvan de hoogte dient te worden vastgesteld op een bedrag van € 350,=
De Staatssecretaris heeft ten aanzien van klager geen
per maand vanaf 7 maart 2010 - zijnde de datum
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 34
waarop de zes maanden termijn van artikel 76 Pbw
10 november 2009 kenbaar gemaakte voornemen om
is verstreken - tot de dag waarop plaatsing in een tbs-
deze regeling af te schaffen en de op 10 november
inrichting daadwerkelijk is verwezenlijkt, met dien
2009 gedane mededeling dat in verband daarmee
verstande dat dit bedrag telkens na het verstrijken
vanaf die datum geen plaatsingsbeslissingen meer
van een periode van drie maanden van voortgezet
worden genomen.
verblijf in een p.i. wordt verhoogd met een bedrag van € 125,= per maand.
De Fokkensregeling is hangende het beroep formeel door de Minister afgeschaft bij eerdergenoemd
---------------------
Besluit van 24 juli 2010. Dit Besluit is op 3 augustus
Zaaknummer:
2010 gepubliceerd in Staatsblad 2010, 312 en op
10/0679/TR
4 augustus 2010 in werking getreden. Artikel III van dit Besluit bepaalt dat het Besluit geen gevolgen heeft
Datum uitspraak:
voor veroordeelden die op het tijdstip waarop het in
20 oktober 2010
werking treedt, reeds zijn geplaatst nadat eenderde van de opgelegde vrijheidsstraf ten uitvoer is gelegd.
Beroepscommissie: Donker, mr. S.L.
Artikel 13, tweede lid, WvSr bepaalt dat op regel-
Koenraadt, dr. F.
matige tijdstippen wordt beoordeeld of een veroor-
Schaap-Meulemeester, mr. C.A.M.
deelde tot gevangenisstraf aan wie tevens de maat-
Bevaart, mr. E.W. (secr.)
regel van tbs met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, dient te worden geplaatst in een
Trefwoorden:
tbs-inrichting, alsmede dat de Minister daaromtrent
Plaatsing/overplaatsing Fokkens; Plaatsing/
nadere regels stelt (‘Wet Fokkens’).
overplaatsing wachttermijn De in artikel 13, tweede lid, WvSr bedoelde nadere
Artikelen:
regels zijn neergelegd in de artikelen 42 en 43 (oud)
WvSr art 13; Pm art 42 en 43; Pbw art 76
Pm conform de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot invoering van de Wet Fokkens (Kamer-
Samenvatting:
stukken II, 1994/1995, 24 256, nr. 3, pagina 5), in-
Klager had rechtens aanspraak op vervroegde
houdende dat vervroegde plaatsing in een tbs-
plaatsing o.g.v. Fokkensregeling. Het zonder
inrichting in beginsel plaatsvindt nadat eenderde van
wettelijke basis daaraan geen uitvoering geven i.v.m.
de opgelegde straf ten uitvoer is gelegd, alsmede dat
opschorting van die regeling is onrechtmatig.
onder een aantal niet-limitatief opgesomde om-
Afschaffing van die regeling nadien neemt onrecht-
standigheden betrekking hebbende op de indivi-
matigheid niet met terugwerkende kracht weg.
duele omstandigheden van de betrokkenen(Fokkens-
Beroep gegrond. Geen tegemoetkoming, omdat
wachtenden genoemd) tot eerdere of latere plaatsing
wettelijke termijn van zes maanden voor plaatsing
kan worden besloten (‘Fokkensregeling’).
nog niet is verstreken. Krachtens artikel 76 Pbw dient binnen zes maanden
Rechtsoverwegingen:
na de bedoelde eenderde datum plaatsing in een tbs-
Aan de orde is de beslissing van de Minister van
inrichting te volgen en kan de Minister deze termijn
1 maart 2010 om ten aanzien van klager geen uitvoer-
telkens met drie maanden verlengen als hij van
ing te geven aan de in de artikelen 42 en 43 (oud) Pm
oordeel is dat plaatsing binnen de genoemde termijn
neergelegde Fokkensregeling vanwege het op
van zes maanden niet mogelijk is.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 35
Het uitgangspunt van de ten tijde van het geven van
De beslissing van de Minister van 1 maart 2010 is
de bestreden beslissing geldende wettelijke regeling
derhalve onrechtmatig. Het onrechtmatig karakter
is derhalve vervroegde plaatsing van gedetineerden
van die beslissing, die ten grondslag ligt aan het
met zowel gevangenisstraf als tbs in een tbs-
ingestelde beroep, wordt niet met terugwerkende
inrichting na het uitzitten van eenderde van de
kracht weggenomen door de inwerkingtreding
gevangenisstraf, tenzij op grond van individuele
nadien op 4 augustus 2010 van bovengenoemd
omstandigheden zoals (niet-limitatief ) genoemd
Besluit van de Minister van 24 juli 2010.
in artikel 43 (oud) Pm is besloten tot een eerdere of latere plaatsing.
De conclusie is daarom dat de aanspraak die klager vanaf 22 juni 2010 rechtens kon doen gelden op
Vast staat dat de Minister op 12 juni 2007 de datum
vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting ook thans
van vervroegde plaatsing van klager in een tbs-
nog bestaat.
inrichting heeft vastgesteld op 22 juni 2010 naar aanleiding van de uitspraak van de beroepscom-missie
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is
06/2462/TR van 18 april 2007, inhoudende dat de
de bestreden beslissing van 1 maart 2010 in strijd met
eerdere beslissing van de Minister (van
de wet.
21 september 2006) om de plaatsingsdatum vanwege
Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.
het capaciteitstekort op de v.i.-datum te bepalen in strijd met de wet is genomen.
De beroepscommissie zal met toepassing van
De Minister heeft niet aangegeven welke
artikel 13, vierde lid, WvSr in verbinding met artikel
wettelijke basis er was voor opschorting van de
69, vijfde lid, Bvt en artikel 66, derde lid onder c,
Fokkensregeling, door de Minister ten grondslag
Bvt volstaan met vernietiging van de bestreden
gelegd aan zijn beslissing van 1 maart 2010 om geen
beslissing. Zij gaat er daarbij vanuit dat klager met
uitvoering aan de Fokkensregeling te geven. Ook
inachtneming van deze uitspraak zo spoedig mogelijk
anderszins is de beroepscommissie niet gebleken van
in een tbs-inrichting wordt geplaatst.
een dergelijke basis. Als zodanig kunnen niet worden aangemerkt de redenen die de Minister heeft aan-
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
gevoerd voor opschorting van de Fokkensregeling, te
voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de
weten de hierboven onder 3. in het standpunt van de
periode van zes maanden voor plaatsing als bedoeld
Minister weergegeven gewijzigde omstandigheden.
in artikel 76 Pbw nog niet is verstreken.
Deze hebben geleid tot aanpassing van de Pm, ingaande op 4 augustus 2010 en vormen naar het
---------------------
oordeel van de beroeps-commissie geen rechtvaar-
Zaaknummer:
diging om vooruitlopend daarop - in strijd met de
10/1351/JA
op dat moment bestaande wettelijke regeling - de
Datum uitspraak:
Fokkensregeling op te schorten.
25 oktober 2010 De Minister heeft ten aanzien van klager geen individuele gronden als bedoeld in artikel 43 (oud)
Beroepscommissie:
Pm aangevoerd ter motivering van de beslissing
Jong, mr. B. de
van 1 maart 2010 om geen gevolg te geven aan het
Rossem-Broos, mr. R.S.T. van
verstrijken van de eenderde datum. Evenmin is thans
Bullens, prof.dr. R.A.R.
een capaciteitstekort aangevoerd als reden om klager
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
niet in een tbs-inrichting te kunnen plaatsen. Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 36
Beklagcommissie: beklagcommissie bij de j.j.i. Teylingereind te
In de Memorie van toelichting op de Bjj onderdeel 7
Sassenheim
Beheer (Kamerstukken II 1997/98, 26016 nr. 3) staat hierover het volgende: ’De directeur kan personeels-
Trefwoorden:
leden en medewerkers machtigen tot uitoefening van
Ordemaatregel afzondering; Tegemoetkoming
zijn aan deze wet ontleende bevoegdheden en de na-
financieel
leving van bij of krachtens deze wet gestelde (zorg) plichten, met uitzondering van de bevoegdheden,
Artikelen:
genoemd in artikel 4, eerste en vierde lid. De mach-
Bjj art. 3b, 4, 25
tiging betreft zowel materiële als formele bevoegdheden. Ook de zorgplichten zijn overdraagbaar. Niet
Samenvatting:
overdraagbaar zijn de regelgevende bevoegdheid
Beperkte aanwijzing van teamleiders met enkel
en beslissingen die zó ingrijpend of verstrekkend
bedoeling oplegging van sancties strookt niet met Bjj
zijn, dat deze uitsluitend door de directeur of diens
en Mvt. Beroep klager formeel gegrond, materieel
vervanger mogen worden uit-geoefend. (-) Het
ongegrond. Geen tegemoetkoming voor formele
voorgestelde artikel 4 maakt aldus een onderscheid
gegrondverklaring i.v.m. gebruikt geweld door klager.
tussen overdraagbare en niet overdraagbare bevoegdheden en plichten.’
Rechtsoverwegingen: Ter zitting is de beroepscommissie door de directeur
Uit het voorgaande volgt dat het de onmiskenbare
meegedeeld dat aan klager geen disciplinaire straf is
bedoeling van de wetgever is geweest om een aantal
opgelegd zoals is vermeld op de schriftelijke medede-
ingrijpende bevoegdheden, waaronder die tot opleg-
ling van de bestreden beslissing, maar een ordemaat-
ging van de ordemaatregel van plaatsing in afzon-
regel als bedoeld in artikel 25, eerste lid, Bjj en dat de
dering, voor te behouden aan de directeur of zijn
beslissing is genomen door een teamleider die als
plaatsvervanger. Kenmerkend voor hun functie is dat
plaatsvervanger van de directeur is aangewezen.
zij belast zijn met een algemene beheersbevoegdheid
Uit de telefonische toelichting is gebleken dat de
en op de voor een onbevooroordeelde en evenwich-
teamleiders als afdelingshoofden kunnen worden
tige oplegging van een ordemaatregel noodzakelijke
aangemerkt, maar dat zij geen deel uitmaken van het
afstand staan ten opzichte van de gebeurtenissen.
managementteam.
Niet gebleken is van gewijzigde inzichten van de wetgever op dit punt. Gelet hierop is de beroeps-
Uit artikel 4, vierde lid aanhef en onder d, Bjj volgt
commissie van oordeel dat een beperkte aanwijzing
dat aan de directeur is voorbehouden de beslissing te
van de teamleiders, die volgens de telefonische toe-
nemen omtrent onder meer de plaatsing in afzonder-
lichting van de inrichting geen deel uitmaken van
ing op grond van artikel 25, eerste lid, Bjj. Uit artikel
het managementteam, als plaatsvervangend
3b, derde lid, Bjj volgt dat de directeur van een par-
directeur met uitsluitend de bedoeling het opleggen
ticuliere inrichting met machtiging van het bestuur
van sancties, waaronder ook het opleggen van orde-
een of meer personen als zijn vervanger aanwijst.
maatregelen is begrepen, mogelijk te maken niet strookt met de bedoeling van de wet, meer in het
De directeur heeft ter zitting verklaard dat alle
bijzonder de vigerende artikelen 3b en 4 van de Bjj
teamleiders formeel zijn aangewezen als plaats-
en de Memorie van toelichting op de Bjj.De beroeps-
vervangers van de directeur en dat in het geval er een
commissie zal derhalve het beroep formeel gegrond
nieuwe teamleider wordt benoemd er automatisch
verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie ver-
een benoeming tot plaatsvervanger volgt.
nietigen en het beklag formeel gegrond verklaren.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 37
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat
Beroepscommissie:
in de stukken van de Tweede Kamer, vergaderjaar
Calkoen-Nauta, mr. J.
2008-2009, 31915, nr. 3 onder 3.2.1 en 3.2.2 het voor-
Louwe, mr. drs. T.A.M.
stel wordt gedaan om bij wijziging van de Bjj de af-
Mulders, M.J.
delingshoofden beslissingsbevoegd te maken voor
Bruin, mr. S.A.H. de (secr.)
wat betreft de plaatsing in afzondering van jeugdigen; dit maakt het oordeel van de beroepscommissie
Trefwoorden:
echter niet anders, omdat dit niet strookt met het in
Ontvankelijkheid formeel; Vermissing; Behandelplan
datzelfde wetsvoorstel onder 3.1 gesignaleerde knelpunt dat inhoudt dat de feitelijke ontstane situatie,
Artikelen:
waarin personeelsleden die geen deel uitmaken van
Bjj art. 66 lid 5
het managementteam worden aangesteld als plaatsvervangend directielid met het enkele doel bepaalde
Samenvatting:
bevoegdheden uit te oefenen, een ongewenste ont-
Overberg is JeugdZorg-Plus instelling geworden en de
wikkeling wordt geacht.
cvt is opgeheven. Niet behandelen klacht onjuist uit oogpunt van rechtsbescherming. Beroepscommissie
Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat uit
zal beklag zelf behandelen. Klager heeft geen
de stukken en de behandeling ter zitting aannemelijk
verklaring gegeven waarom hij pas na een jaar na
is geworden dat klager een saladebak, plantenpotten,
zijn overplaatsing over de vermissing van zijn kleding
metalen kommen en een steelpan in de richting van
beklag heeft ingediend. Klager niet-ontvankelijk.
een groepsleider heeft gegooid. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om
Rechtsoverwegingen:
klager in verband met de orde en de veiligheid in de
De j.j.i. locatie Overberg is per 1 januari 2010 een
inrichting een ordemaatregel van twee dagen op te
Jeugdzorg-Plus Instelling geworden en de commissie
leggen in afwachting van (tijdelijke) overplaatsing
van toezicht is op genoemd tijdstip opgeheven.
niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel kan
Bij brief van 27 juli 2010 heeft de directeur
worden aangemerkt.
Behandeling & Diagnostiek van de Jeugdzorg-Plus
Zij zal derhalve het beroep materieel ongegrond
Instelling Overberg aan klagers raadsman bericht dat
verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie
dit betekent dat de klacht formeel niet in behandeling
bevestigen met aanvulling van de gronden.
kan worden genomen. Uit het oogpunt van rechtsbescherming acht de
Voor wat betreft de formele gegrondverklaring van
beroepscommissie het onjuist indien klagers klacht
het beklag zal de beroepscommissie, gelet op het
thans niet meer zou kunnen worden behandeld.
door klager gebruikte geweld, geen tegemoetkoming
De beroepscommissie zal derhalve het beklag zelf
aan klager toekennen.
behandelen.
---------------------
Op grond van artikel 66, vijfde lid, Bjj dient het klaag-
Zaaknummer:
schrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de
10/2279/JZ
jeugdige kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen te worden inge-
Datum uitspraak:
diend. Een na afloop van deze termijn ingediend
9 november 2010
klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de jeugdige in verzuim is geweest. Klager klaagt over de
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 38
vermissing van zijn kleding nadat hij op 9 juni 2009
geen partij of vertegenwoordigers. Meeluisteren met
vanuit de j.j.i. locatie Overberg is overgeplaatst naar
telefoongesprekken opgenomen in perspectiefplan,
de j.j.i. locatie Kolkemate te Zutphen. Het door de
noodzakelijk en bekend bij klaagster. V.w.b. holding
advocaat namens klager ingediende klaagschrift aan
is aan eisen Wjz voldaan. Beroep klaagster in zoverre
de commissie van toezicht bij de locatie Overberg
ongegrond. O.g.v. Wjz staat geen beroep open
is gedateerd op 25 juni 2010. Klager heeft derhalve
tegen vermissing eigendommen, klaagster niet-
zijn klaagschrift na de hiervoor genoemde termijn
ontvankelijk. Huisregel onverbindend voor zover
ingediend. Niet is gebleken van omstandigheden
daarin is bepaald dat tegen (elke) uitspraak van de
op grond waarvan de overschrijding van de termijn
klachtencommissie beroep openstaat.
verschoonbaar is. Er is geen verklaring gegeven voor de omstandigheid
Rechtsoverwegingen:
dat klager pas op 14 april 2010, bijna een jaar na zijn
Uit artikel 29w, eerste lid, Wjz volgt dat een jeugdige
overplaatsing, navraag heeft gedaan naar de stand
of degene die het gezag over hem of haar heeft een
van zaken met betrekking tot de vermiste kleding.
klacht kan indienen bij de klachtencommissie.
Ook zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat
Artikel 29a tweede lid, Wjz bepaalt dat een
klager contact heeft gezocht met de j.j.i. Overberg
minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren
over de vermissing van zijn kleding.
heeft bereikt, bekwaam is om ten aanzien van de
Er zijn derhalve geen redenen aannemelijk geworden
bepalingen in deze wet in rechte op te treden.
op grond waarvan hij desondanks in zijn beklag kan
Uit de Memorie van toelichting op artikel 29a Wjz
worden ontvangen.
volgt dat het tweede lid beoogt de betrokkenheid van de jeugdige zelf in de procedure te garanderen en dat
---------------------
voor jongere kinderen en voor jeugdigen die niet in
Zaaknummer:
staat zijn hun belangen te behartigen degene die met
10/1738/JZ
het gezag over hem is belast bevoegd is. Nu klaagster ter zitting is bijgestaan door een
Datum uitspraak:
advocaat en voorts is gebleken dat zij zelf in staat is
25 oktober 2010
om als zestienjarige haar belangen te behartigen, ziet de beroepscommissie geen reden om
Beroepscommissie:
klaagsters ouders in het geding als partij of als haar
Jong, mr. B. de
vertegenwoordigers aan te merken en gaat zij enkel
Rossem-Broos, mr. R.S.T. van
uit van hetgeen door klaagster en haar raadsman
Bullens, prof.dr. R.A.R.
naar voren is gebracht.
Gemert, mr. H.S. van (secr.) Ten aanzien van de klacht vermeld onder a overweegt
Trefwoorden:
de beroepscommissie het volgende.
Telefoon; Vermissing; Ontvankelijkheid formeel
Uit artikel 29w, eerste lid, van de Wjz volgt onder meer dat een jeugdige een schriftelijke klacht kan
Artikelen:
indienen tegen een beslissing als bedoeld in artikel
Wjz art. 29a, 29h, 29o, 29p, 29q, 29r, 29t, 29v, 29w
29q, derde lid, van de Wjz.
Huisregels 7.2, 7.5, 11.1 Artikel 29q, eerste en derde lid, van de Wjz
Samenvatting:
bepaalt onder meer dat de beperking van het
Klaagster is bijgestaan door advocaat en zelf ook in
telefoonverkeer onverminderd de huisregels in het
staat om haar belangen te behartigen, ouders daarom
hulpverleningsplan - in de betreffende instelling
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 39
wordt dit aangeduid als perspectiefplan - kan worden
staande eisen is voldaan en zal het beroep op dit punt
opgenomen en tegen de wil van de jeugdige of van
ongegrond verklaren.
degene die het gezag over hem uitoefent, kan worden toegepast om te voorkomen dat het met het verblijf
Ten aanzien van de klacht vermeld onder c over-
beoogde doel wordt tegengewerkt.
weegt de beroepscommissie dat op grond van de Wjz geen beroep openstaat tegen de vermissing
Uit punt 7.5 van de huisregels volgt dat de
van eigendommen. De algemene bepaling in 11.1
gedragswetenschapper, het afdelingshoofd of de
van de huisregels dat tegen de uitspraak van de
gezinsvoogd kan bepalen dat een telefoongesprek
klachtencommissie een beroepschrift kan worden
met bepaalde mensen wordt meegeluisterd. Punt
ingediend bij de Raad is in strijd met het bepaalde
7.2 dat inhoudt dat het meeluisteren met (telefoon)
in de Wjz en in zoverre onverbindend. Artikel 29w,
gesprekken tevoren wordt meegedeeld en dat in het
eerste lid, Wjz bepaalt dat slechts tegen beslissingen
perspectiefplan staat aangegeven dat dit in het kader
als bedoeld in de artikelen 29h, zesde lid, tweede
van de behandeling noodzakelijk is, is van toepassing
volzin, 29o, derde lid, 29p, tweede lid, 29q, derde lid,
verklaard.
29r, derde en vierde lid, de toepassing van artikel 29t of een beslissing als bedoeld in artikel 29v op
Door de instelling is gesteld en dit is door en namens
grond van de Wjz een klacht kan worden ingediend.
klaagster niet betwist dat de beperking van het
In zoverre zal de beroepscommissie klaagster niet-
telefoonverkeer in het perspectiefplan was opge-
ontvankelijk in het beroep verklaren.
nomen. Volgens de instelling was toezicht op de telefoongesprekken met de ouders nodig in het
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie
kader van klaagsters behandeling. De beroeps-
dat, indien zij klaagster wel had kunnen ontvangen
commissie heeft overigens in tegenstelling tot de
in het beroep, zij niet tot gegrondverklaring had
klachtencommissie geen inzage gehad in klaagsters
kunnen komen, nu klaagster niet heeft gespecificeerd
perspectiefplan.
welke kledingstukken zij mist en de stukken en de
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden
verklaring van klaagster ter zitting verschillen voor
dat toezicht op de telefoongesprekken nodig was en
wat betreft het aantal dozen en zakken kleding
dat bekend was dat dit toezicht zou plaatsvinden en
dat zij in haar bezit had. Voorts heeft het inrichtings-
acht het beroep in zoverre ongegrond.
personeel de kleding in aanwezigheid van klaagster ingepakt en ervoor gezorgd dat de doos kleding, die
Ten aanzien van de klacht vermeld onder b over-
in de instelling retour is gekomen, aan klaagsters
weegt de beroepscommissie dat door de instelling
huisadres is verzonden, ondanks het feit dat
is erkend dat de maatregel holding niet in het
klaagsters moeder te kennen heeft gegeven dat zij de
perspectiefplan staat vermeld.
kleding niet meer wenste.
Artikel 29t Wjz houdt in dat de maatregel van vastpakken en vasthouden, als vermeld in artikel 29o, tweede lid aanhef en onder d, Wjz tegen de wil van de jeugdige of degene die het gezag over haar uitoefent, kan worden toegepast ter overbrugging van tijdelijke noodsituaties. De toepassing behoeft binnen 24 uur nadat deze is aangevangen de instemming van een gedragswetenschapper behorende tot een bij regeling van de Ministers aangewezen categorie. De beroepscommissie is van oordeel dat aan bovenRaad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2010 / 7 40