VASTSTAANDE INDUSTRIËLE WASMACHINES MET ZWIEREN
6kg 7kg 10kg 13kg 18kg 22kg 27kg 35kg INSTALLATIE-, ONDERHOUDS- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING
505645 I Uitgave datum: 28.8.2009
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE 1. INHOUD 1. INHOUD .......................................................................................................................... 1 2. WAARSCHUWINGEN EN SYMBOLEN ......................................................................... 2 2.1. AANWIJZINGEN VOOR ONDERHOUD, INSTELLING EN VEILIGHEID VAN PERSONEN .................3
3. SYMBOLEN OP DE MACHINE ...................................................................................... 4 4. BEDIENINGSINSTRUCTIES .......................................................................................... 6 4.1. VOOR HET WASSEN .............................................................................................................................6 4.2. OPENEN VAN DE DEUR ........................................................................................................................6 4.3. LADEN VAN DE WASMACHINE.............................................................................................................6 4.4. SLUITEN VAN DE DEUR ........................................................................................................................6 4.5. SELECTIE VAN HET PROGRAMMA......................................................................................................6 4.6. OVERZICHT WASPROGRAMMA´S .......................................................................................................7 4.7. TOEVOEGEN VAN WASMIDDEL...........................................................................................................7 4.8. START DE WASMACHINE .....................................................................................................................7 4.8.1. EASY CONTROL MICROPROCESSOR MET TOETSENBORD EN MECHANISCHE TOETSEN (MCB EC) ....................................................................................................................................................7 4.8.2. FULL CONTROL MICROPROCESSOR (MCG FC) .........................................................................8 4.9. EINDE VAN DE WASCYCLUS................................................................................................................9 4.9.1. EASY CONTROL MICROPROCESSOR MET TOETSENBORD EN MECHANISCHE TOETSEN.9 4.9.2. GRAPHITRONIC MICROPROCESSOR ..........................................................................................9 4.10. OPENEN VAN DE DEUR BIJ FOUT .....................................................................................................9
5. WERKWIJZE BIJ DE VERWIJDERING VAN STORINGEN............................................. 10
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
1
2. WAARSCHUWINGEN EN SYMBOLEN LEES EN LEEF DE VOLGENDE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG NA OM BRANDGEVAAR, ONGEVAL DOOR ELEKTRISCHE STROOM, ERNSTIGE VERWONDING VAN MENSEN OF MATERIËLE SCHADEN TE VOORKOMEN: ♦ Deze versie van het bedieningshandboek is vertaald uit de originele Engelse versie. Zonder de originele
versie zijn deze instructies niet compleet.
♦ Vóór de installatie, inbedrijfname en onderhoud van de machine leest u zorgvuldig de complete handleidingen, d.w.z. deze
„Installatie-, onderhouds- en gebruikershandleiding“, „Programmeerhandleiding“ en „Catalogus van vervangstukken“. De programmeerhandleiding en het catalogus van vervangstukken worden niet standaard met de machine geleverd. Verzoek uw leverancier/producent om de programmeerhandleiding en het catalogus van vervangstukken. ♦ Werk overeenkomstig de aanwijzingen die in de handleidingen vermeld staan, en bewaar de handleidingen nabij de machine t.b.v. later gebruik.
♦ De machine is bedoeld alleen voor het wassen van textiel, andere voorwerpen kunnen de machine beschadigen en kan leiden tot verwondingen. ♦ De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade aan textiel door ongeschikte wasmethoden veroorzaakt. ♦ Volg altijd de instructies en/of waarschuwingen vermeld door de fabrikanten van textiel, wasmiddelen of reinigingsmiddelen. ♦ Als de machine gebruikt wordt voor speciale toepassingen , volg de instructies en waarschuwingen om verwondingen te voorkomen. ♦ Zorg dat de buitenkant van de machine schoon en zonder brandbare materialen blijft. ♦ Steek geen textiel in de wasmachine behandeld met brandbare materialen. Deze moeten eerst met de hand gewassen worden en gedroogd. ♦ Het bewaren van wasmiddelen, chemische solventen en ontsmettingsmiddelen moet gebeuren in een afgesloten ruimte buiten het bereik van kinderen. ♦ Wijzig de bedieningsinstructies niet van de machine en volg altijd de veiligheidsvoorschriften. ♦ Verwijder geen waarschuwingsstickers op de machine. ♦ U opent het deksel van de vulopening niet na het starten van de machine. Het uitlopen of het spuiten van het gevaarlijke vloeistof kan serieuse brandwonden veroorzaken. ♦ Het gebruik van hydrochlorid veroorzaakt corrosie die onder zekere omstandigheden defect aan onderdelen kan veroorzaken. ♦ Garantie voor de machine kan niet erkend worden indien er corrosie onstaat als gevolg van de werking van
chloor en de verbindingen ervan.
♦ Gebruik de machine niet indien een of andere onderdelen kapot zijn of ontbreken of indien afdekkingen open zijn. De machine mag niet gebruikt worden totdat de onderdelen op een juiste manier teruggeplaatst zijn. ♦ De machine mag niet in zo een omgeving gebruikt worden, die explosieve atmosfeer binnen de machine kan scheppen. ♦ Men mag de wasmachine niet blootstellen aan weeromstandigheden, extreme lage en hoge temperaturen of vochtigheid. ♦ In de warmwaterleiding, die niet meer dan twee of meer weken in gebruik is geweest, kan de waterstof zich onder bepaalde omstandigheden vormen. Waterstof is explosief. In geval dat de warmwaterleiding gedurende deze tijd niet in gebruik is geweest, voor het gebruik van de machine dient men alle warmwaterkranen te openen en water een paar minuten laten lopen. Op deze manier wordt alle opgehoopte waterstof vrijgemaakt. Dit gas is brandbaar en daarom dient men gedurende deze tijd niet te roken of openvuur te gebruiken. ♦ Bij gevaar, schakel de hoofdschakelaar uit of andere noodstopmiddelen. ♦ Controleer regelmatig het functioneren van het deurslot. ♦ Schakel de hoofdwaterleiding af na ieder einde van de werkdag van de machine. ♦ Alleen gekwalifieerde personen mogen de wasmachine openen voor service. ♦ Volg alle geldige veiligheidsmaatregelen en wetten. ♦ Het is duidelijk dat het onmogelijk is om ieder mogelijk risico in deze manual te vermelden. Het is aan de gebruiker om zo zorgvoldig mogelijk te werk te gaan. ♦ De fabrikant heeft het recht om wijzigingen door te voeren in deze manual zonder verwittiging. ♦ Indien er problemen zijn, kontakteer uw dealer voor assistentie. ♦ De norm IEC335 wordt voor de machines met het netto bruikbare volume van de trommel tussen 60 tot 150 l gebruikt. De norm EN60204-1 wordt voor de machines met het netto bruikbare volume van de trommel boven 150 l gebruikt. ♦ De machine produceert een equivalente voortdurende waarde van het geluid, waarvan het niveau 70 dB (A) niet overschrijdt. ! WAARSCHUWING! INDIEN DE MACHINE D.M.V. MUNTEN, JETONS OF OP EEN DERGELIJKE WIJZE/ZELFBEDIENING BEDIEND WORDT, HOEFT DE EIGENAAR-UITBATER EEN AFSTANDSBEDIENING TER BERSCHIKKING TE STELLEN OM DE MACHINE IN NOODGEVAL TE KUNNEN STOPPEN. DEZE AFSTANDSBEDIENING MOET ZODANIG GEPLAATST WORDEN DAT DE GEBRUIKER HEM EENVOUDIG EN VEILIG KAN BEDIENEN. DEZE AFSTANDSBEDIENING VOOR NOODSTOP ZORGT DAARVOOR DAT TENMINSTE HET STUURCIRCUIT VAN DE MACHINE ONDERBROKEN WORDT.
! WAARSCHUWING! RAAK DE DEURGLAS NIET AAN ZOLANG DE WASCYCLUS BEËINDIGD IS. OPEN DE DEUR VAN DE WASMACHINE NIET ZOLANG DE TROMMEL DRAAIT EN HET WATER UIT DE TROMMEL UITLOOPT. VUL DE WASMACHINE NIET MET LINNEN DAT DOOR EXPLOSIEVE STOFFEN OF GEVAARLIJKE CHEMICALIËN VERONTREINIGD IS. DEZE MACHINE MAG NIET DOOR KINDEREN BEDIEND WORDEN. LAAT DE KINDEREN NIET IN, OP OF ROND DE MACHINE SPELEN. VOOR DE MACHINE AANGEZET WORDT, DIENT MEN TE CONTROLEREN DAT GEEN MENSEN (KINDEREN) OF DIEREN IN OF ROND DE MACHINE ZIJN VERSTOPT.
2
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
OPGELET! Onderbreek altijd de stroom van de wasmachine voor het onderhoud. De wasmachine staat niet onder spanning als de hoofdstekker is uitgetrokken of wanneer de stroom onderbroken is. Indien de hoofdschakelaar uitgeschakeld is, staan de toevoerklemmen van de hoofdschakelaar onder spanning! Opgelet! Extreem warme omstandigheden kunnen voorkomen in de nabijheid van deze luchtstroom. Let op voor de stoom die uit de afvoer van de wasmachine komt. Opgelet! Bedek de uitlaat van de wasmachine niet. Het dient als stoomuitlaat om de drukopbouw in de wasmachine te voorkomen. ! WAARSCHUWING! ALS VERVANGSTUKKEN VOOR DEZE MACHINE MOETEN DE ORIGINELE OF VERGELIJKBARE STUKKEN GEBRUIKT WORDEN. NA DE HERSTELLING MOETEN ALLE PANELEN OP HUN PLAATS BEVESTIGD WORDEN ZOALS DIT OORSPRONKELIJK GEDAAN WAS. DEZE MAATREGEL DIENT GEZIEN TE WORDEN ALS BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOK, KWETSUUR, BRAND EN/OF BESCHADIGING VAN EIGENDOM. ! WAARSCHUWING! INDIEN U DE MACHINE VAN VOREN BEKIJKT MOET DE TROMMEL TIJDENS HET ZWIEREN MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE DRAAIEN. ! WAARSCHUWING! OP KRITISCHE PLAATSEN VAN DE MACHINE BEVINDEN ZICH VEILIGHEIDSETIQUETTEN. DEZE ETIQUETTEN DIENEN LEESBAAR BEWAARD TE WORDEN, ANDERS KAN HET WASSERIJPERSONEEL OF DE SERVICETECHNICUS VERWOND WORDEN.
2.1. AANWIJZINGEN VOOR ONDERHOUD, INSTELLING EN VEILIGHEID VAN PERSONEN Sommige belangrijke informaties voor het gebruik van de machine zijn niet (of slechts gedeeltelijk) in deze Gebruiksaanwijzing van de machine aangevoerd. De ontbrekende informaties kunt u in de Aanwijzing voor installatie en onderhoud vinden, die met de machine geleverd wordt. Verwijzingen naar de "Aanwijzing voor installatie en onderhoud" volgens de norm EN ISO 10472-1: 1. Beschrijving van veilig arbeidssysteem bij het onderhoud/ instellen / verwijderen van gebrekken - kapittel 5 / 5 / 6 2. Beschrijving van de eigenschappen voor het luchten - kapittel 4 3. Procédés bij het uitzoeken van gebrekken / zuiveren / onderhoud - kapittel 6 / 5 / 5 4. Thermorisico´s - kapittel 3 5. Veiligheidsprodédé bij de manipulatie, installatie en demontage - kapittel 4 Verwijzingen naar de "Aanwijzing voor installatie en onderhoud" volgens de norm EN ISO 10472-2: 6. Onderhoud van het blokkeren van de deur - kapittel 5 7. Elektrische risico´s - kapittel 2 8. Thermoenergie - kapittel 3 9. Kijkopeningen - kapittel 3 10. Passende processen - kapittel 2 11. Explosieve atmosfeer - kapittel 2 12. Biologische of chemische waterverontreiniging - kapittel 2 13. Maximale overtreding van het toerental - kapittel 3
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
3
3. SYMBOLEN OP DE MACHINE Let op - gevaarlijke elektrische spanning, elektrische installatie Let op - Ander gevaar, lees en volg de geschreven instructies
Toevoer van heet water, (rood etiket) Toevoer van koud zacht water, (lichtblauw etiket)
Let op - Hogere temperatuu Niet sluiten, niet afdekken
Toevoer van koud hard water, (donkerblauw etiket)
Hete lucht uit de machine Breek de openingen niet door, boor ze uit In gevaarsituatie drukt u CENTRALE STOP voor het stoppen van de machine Stoom
4
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
EASY CONTROL MICROPROCESSOR
GRAPHITRONIC MICROPROCESSOR
EASY CONTROL MICROPROCESSOR MET MECHANISCHE TOETSEN
VOORWAS HOOFDWAS
START (programmaversnelling)
SPOELEN 1
STOP (programmaonderbreking)
SPOELEN 2 KEUZE JA SPOELEN 3 ZWIEREN
KEUZE NEE
DEURONTGRENDELING
VERLENGING VAN TIJDSEQUENTIE
FOUT VERKORTING VAN TIJDSEQUENTIE PROGRAM SELECT CYCLUSTIJD COIN/TEMPERATUUR FUNCTIESCHAKELAAR START
INFO (overzicht van toegankelijke wasprogramma‘s en functies van wassequenties) SERVICE (geeft de werkelijke temperatuur en waterniveau, het aantal van afgesloten cycli en de momentele toestand aan)
NOODSTOP
ACTIVATIE VAN FUNCTIE STARTUITSTEL (uitstel begint na het drukken van de starttoets)
(Alleen gebruikt bij wasmachines zonder coin)
OPENEN VAN TOEVOERVENTIELEN
MUNTAPPARAAT
PROGRAM SELECT
ACTIVATIE VAN VERWARMING OPENEN VAN DRAINEERVENTIELEN VERANDERING VAN SNELHEID ENTER - KEUZE OF BEVESTIGING
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
5
4. BEDIENINGSINSTRUCTIES 4.1. VOOR HET WASSEN Sorteer het linnen volgens wastemperatuur en instructies van de fabrikant van het textiel. Controleer als er zich geen vreemde voorwerpen tussen het linnen bevinden zoals spijkers, schroeven,naalden, etc. om het linnen of de wasmachine niet te beschadigen. Draai shirts en blouses naar binnen. Om een beter wasresultaat te krijgen dient men grotere en kleinere stukken wasgoed door elkaar te mengen.
4.2. OPENEN VAN DE DEUR Het openen van de deur gebeurt door aan de deurhendel te trekken.
4.3. LADEN VAN DE WASMACHINE WAARSCHUWING! De optimale lading van de wasmachine wordt bepaald door de ladingsverhouding. De juiste ladingsverhouding hangt af van het linnentype en andere factoren. Katoenen weefsels benodigen gewoonlijk een ladingsverhouding van 1:10-1:13, wat op de volle lading van de wastrommel neerkomt. Steek het linnen in de trommel afhankelijk van de maximum capaciteit van de machine. De hoeveelheid van ingeladen wasgoed mag niet de capaciteit van de wasmachine overschrijden. Het overladen van de wasmachine kan leiden tot slechte resultaten. Het half laden van de wasmachine kan een goed functioneren verhinderen. Synthetische en gemengde weefsels benodigen een ladingsverhouding van 1:18-1:20, wat op de halve lading van de wastrommel neerkomt. Indien er een grotere hoeveelheid linnen in de trommel geladen wordt, kan dit to een slecht wasresultaat en beschadiging van het linnen leiden.
4.4. SLUITEN VAN DE DEUR Sluit de deur met de deurhendel. Verzeker u ervan dat de deur goed gesloten is voor het gebruiken van de wasmachine.
4.5. SELECTIE VAN HET PROGRAMMA Kies één van de beschikbare wasprogramma’s, die het best past bij de kwaliteit van het linnen en de toegestane wastemperatuur. Kies het nummer van het programma. De verschillende wasprogramma’s zijn aangeduid op het bedieningspaneel. De keuze van het programma bepaalt de temperatuur en tijd voor het wassen en spoelen, de wasgang en de snelheid en tijd van het centrifugeren. Opmerking: Mogelijke keuze van het sluiten van het programmeerregime, wijzigingen van de fabrieksinstelling, wasprogramma´s en andere instellingsmogelijkheden – zie de Programmeerhandleiding.
6
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
4.6. OVERZICHT WASPROGRAMMA´S Wasprogramma 1: Wasprogramma 2: Wasprogramma 3: Wasprogramma 4: Wasprogramma 5: Wasprogramma 6: Wasprogramma 7: Wasprogramma 8: Wasprogramma 9: EASY CONTROL: Wasprogramma
A: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 10: EASY CONTROL: Wasprogramma B: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 11: EASY CONTROL: Wasprogramma C: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 12: EASY CONTROL: Wasprogramma D: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 13: EASY CONTROL: Wasprogramma E: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 14: EASY CONTROL: Wasprogramma F: GRAPHITRONIC: Wasprogramma 15:
Heetwas Warmwas Kleurwas Lichtkleurwas Wol Heetwas Warmwas Kleurwas Heldere kleuren
90°C 60°C 40°C 30°C 15°C 90°C 60°C 40°C
ECONOMISCHE waterniveaus ECONOMISCHE waterniveaus ECONOMISCHE waterniveaus
30°C
ECONOMISCHE waterniveaus
Heetwas
90°C
SUPER ECONOMISCHE waterniveaus
Warmwas
60°C
Kleurwas
40°C
Lichtkleurwas
30°C
SUPER ECONOMISCHE waterniveaus SUPER ECONOMISCHE waterniveaus SUPER ECONOMISCHE waterniveaus
Zwieren
Lage toeren
Zwieren
Hoge toeren
4.7. TOEVOEGEN VAN WASMIDDEL Wasmachines met vulvak op het bovenpaneel Vul volgens het gekozen programma het vulvak op de bovendeksel van de machine. Vulvakje A: Voorwas (Voeg het wasmiddel aan het begin van wassen toe)
101008
Vulvakje B: Hoofdwas (U kunt het waspoeder of bleekmiddel aan het begin van het wassen of tijdens de wascyclus toevoegen. Wanneer u het middel al aan het begin van het wassen toevoegt, komt het te vroeg in de wasmachine terecht.) Vulvakje C: Laatste spoeling (U kunt de wasverzachter aan het begin van het wassen of vóór de laatste spoeling bijvoegen.)
U vult de vultrechter op het bovendeksel van de machine naar het gekozene programma. Vultrechter A: Het eerste wassen Vultrechter B: Het tweede wassen Vultrechter D: Het laatste centrifugeren Voor het starten van de wascyclus voegt u het wasmiddel toe. Het programma kunt u altijd onderbreken door het openen van de vultrechter voor het toevoegen van wasmiddel in dezelfde dosierer. Standaardwasprogramma‘s en wasprogramma‘s aangepast door de klant. Deze uitleg geldt alleen voor standaardwasprogramma’s. Bij door de klant aangepaste programma‘s is het mogelijk andere vulvakken te kiezen (zie het Programmeringshandboek). Opmerking : - Het is aangeraden om alleen wasmiddelen te gebruiken met anti-schuimmiddel dat gemakkelijk gevonden kan worden in de detailhandel. De dosering van de zeep is normaal aangebracht op de verpakking. Een overdosis zeep kan leiden tot slechte wasresultaten en zeepoverloop dat de machine kan beschadigen. – Controleer of het deksel van de zeepbak gesloten is als de machine start
4.8. START DE WASMACHINE 4.8.1. EASY CONTROL MICROPROCESSOR MET TOETSENBORD EN MECHANISCHE TOETSEN (MCB EC)
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
7
MACHINES MET MUNTSCHAKELAAR A. Werp na de keuze van het programma met behulp van de toets PROGRAMMAKEUZE de benodigde hoeveelheid munten aangegeven op het benedendisplay in de opening. Het display toont het resterende bedrag dat nog moet worden ingeworpen. Als het display op 00 staat kan de wasmachine gestart worden. Het klein lichtje bij de startknop zal flikkeren. B. Druk op de START toets om de wasmachine te starten. Wanneer u een verkeerd wasprogramma geselecteerd hebt, kunt u dat veranderen tijdens de eerste 150 seconden van het programma door op de SELECT toets te drukken. Wanneer een duurder wasprogramma werd gekozen zal de toe te voegen waarde verschijnen. Wanneer u geen munten meer inwerpt zal het gekozen programma gestart worden. C. Tijdens de wascyclus kunt u de actuele wassequentie en de resterende tijd op het display volgen. MACHINES ZONDER MUNTSCHAKELAAR A. Zet na de keuze van het programma met behulp van de toets PROGRAMMAKEUZE de machine aan door het drukken van de toets START.Wanneer u een verkeerd wasprogramma geselecteerd hebt kunt u dit veranderen tijdens de eerste wassequentie door op de SELECT toets te drukken. B. Tijdens de wascyclus kunt u de actuele wassequentie, de resterende tijd en indien ingesteld de temperatuur zien op het display. Als de advance functie geïnstalleerd werd, kunt u de volgende stap nemen door op de START toets te drukken. Tot omschakeling tussen het werkings- en programmeerregime dient de sleutel links van het bovendekselslot waarmmee de microschakelaar geactiveerd wordt.
4.8.2. FULL CONTROL MICROPROCESSOR (MCG FC) Na kiezen van het gewenste wasprogrammanummer drukt u de toets START in waarmee de wascyclus wordt aangezet. Wanneer het ingegeven nummer aan geen van de mogelijke programma’s beantwoordt, verschijnt INVALID op het display. Nummer van het programma
Naam van het wasprogramma van de eenheid
Eenheden
Toestand van de deur
Sequentie / Wassen / Zwieren
8
Stap van de wascyclus
Verloop
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
Resttijd van wascyclus
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
4.9. EINDE VAN DE WASCYCLUS 4.9.1. EASY CONTROL MICROPROCESSOR MET TOETSENBORD EN MECHANISCHE TOETSEN U kunt duidelijk het einde van de wascyclus zien op het bedieningspaneel als het lichtje naast het deursymbool opflikkert en het tijdsdisplay op “0” staat. Open de deur met de deurhendel en neem het textiel uit de wasmachine. ! WAARSCHUWING! INDIEN U DE DEUR NIET KAN OPENEN, BIJVOORBEELD BIJ STROOMONDERBREKING, WACHT U EEN ZEKERE TIJD TOTDAT DE VEILIGHEIDSSCHAKELAAR AFGEKOELD IS. DIT IS VEILIGHEID! DE DEUR KAN GEOPEND WORDEN NA EEN PAAR MINUTEN. CONTROLEER ALS DE TROMMEL VOLLEDIG GESTOPT EN GEDRAINEERD IS VOOR HET OPENEN VAN DE DEUR.
Indien er een korte stroomonderbreking is, zal het wasprogramma doorgaan wanneer de stroom terug wordt aangezet. Indien deze fout een langere tijd duurt en de deur nog altijd gesloten is, zal het display en het lichtje naast de startknop beginnen flikkeren wanneer de stroom terug aangezet is. Als de deur nog gesloten is zal de timer het programma vervolgen. Voor machines met muntschakelaar zal de deur direct gesloten worden. Druk op de starttoets om het programma te vervolgen. Als de deur geopend werd zal het programma gereset worden.
4.9.2. GRAPHITRONIC MICROPROCESSOR ! WAARSCHUWING!
INDIEN U DE DEUR NIET KAN OPENEN, BIJVOORBEELD BIJ STROOMONDERBREKING, WACHT U EEN ZEKERE TIJD TOTDAT DE VEILIGHEIDSSCHAKELAAR AFGEKOELD IS. DIT IS VEILIGHEID! DE DEUR KAN GEOPEND WORDEN NA EEN PAAR MINUTEN. CONTROLEER ALS DE TROMMEL VOLLEDIG GESTOPT EN GEDRAINEERD IS VOOR HET OPENEN VAN DE DEUR. AAN HET EIND VAN DE WASCYCLUS WANNEER DE RESTERENDE TIJD VAN HET PROGRAMMA 0 AANGEEFT, VERSCHIJNT PROGRAM END OP HET DISPLAY. OPEN WANNEER DAARNA UNLOAD OP HET DISPLAY WORDT WEERGEGEVEN, DE DEUR MET BEHULP VAN EEN KLINK EN HAAL DE WAS UIT DE WASMACHINE (ALLEEN BIJ MACHINES MET FULL CONTROL).
4.10. OPENEN VAN DE DEUR BIJ FOUT Zie – Installatie- en onderhoudshandleiding.
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
9
5. WERKWIJZE BIJ DE VERWIJDERING VAN STORINGEN N0
10
Foutmelding
Oorzaak
Aanpak
Voorkomen
Fout bij afvoeren. Afkoelen Fout bij afvoeren. Eindsequentie.
Volledig stoppen + ontwarren Volledig stoppen + ontwarren Volledig stoppen + ontwarren Overslaan + doorgaan Volledig stoppen + veiligheidsperiode Volledig stopeen + veiligheidsperiode Volledig stoppen + veiligheidsperiode
Sequentie afvoer Afkoeling
Niet aanzetten
Aan het begin
Niet aanzetten
Aan het eind van de cyclus
Doorgaan Volledig stoppen + vraag continu? Volledig stoppen + ontwarren Volledig stoppen + ontwarren Volledig stopeen + vraag continu? Volledig stoppen + ontwarren Volledig stoppen + ontwarren Volledig stoppen + ontwarren Doorgaan+ niet aanzetten Doorgaan+ niet aanzetten
2 min 30 sec na begin
E1
Geen Afvoer
E2
Geen Afvoer Eind
E3
Tilt Fout
Onbalans. Vóór zwieren.
E4
Onbalans
Onbalans. Normaal zwieren.
E5
Tilt Hoog Zwieren
Onbalans. Hoog zwieren.
E6
Deur Schak.
Fout deurschakelaar
E7
Deur Spoel
E8
Deur Start
E9
Deur Einde
E10
Bim/Veer
Fout solenoid deurschakelaar Fout deurblokkeren aan cyclusbegin Fout deurblokkeren aan cycluseinde Bimetal
E11
Vult niet
Fout tijdens vullen
E12
Vult te veel
Fout tengevolge van overvullen van 10 cm
E13
Geen verwarming
Fout verwarming
E14
Verwarm. Tijd
Fout verwarmingstijd
E15
Te heet
Te hoge temperatuur
E21
Over Flow
Fout overloop
E22
Flush Fout
Fout tijdens flush
E24
Level sensor
Fout levelsensor
E25
Temp. Sensor
Fout temperatuur sensor
E26
Mitsub. Code
E27
Fout van com.
E28
THT Tijd / E.OL
E29
OV3 Tijd / E.OP
E31
Initial. Param.
E32
Verif. Param.
E33
Stilv Prev.
E35
Andere Software
Niet gedefinieerd code van fout frequentieinverter Fout van communicatie – transformator THT – tijd is afgelopen / E.OL OV3 - tijd is afgelopen / E.OP Fout bij initialisatie – frequentie-inverter Fout bij controle van inverter Aktieve preventie tegen stopzetten van de motor bij overlast Andere softwareversie
E37
Geen Afv. Spray
Fout afvoer bij spray
E38
Recycle Nee
Leeg reservoir voor waterrecyclen
E39
Zeep is op
Zeeptoevoer werkt zonder zeep
E40
Geen Rec. In
Fout toevoer – leeg reservoir voor gerecycleerd water
E41
Service Due
Waarschuwing van nodig service
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
Volledig stoppen+ ontwarren Volledig stoppen + veiligheidstijd Volledig stoppen + veiligheidsperiode Volledig stoppen + veiligheidsperiode
Sequentie afvoer Begin zwieren na 10 buigingen >500 of 750 om/min De hele cyclus De hele cyclus
Tijdens vullen Tijdens vullen Tijdens verwarming Tijdens verwarming Tijdens verwarming Stap tijdens was Stap tijdens flush Tijdens start Tijdens start De hele cyclus De hele cyclus Tijdens sequentie zwieren Tijdens sequentie zwieren
Niet aanzetten
Tijdens initialisatie
Niet aanzetten
Tijdens invoeren van parameters
Doorgaan
Tijdens sequentie zwieren
Niet aanzetten Volledig stoppen + ontwarren Waarschuwing aan het eind Alleen wasmachines met zeepbak vooraan Alleen voor informatie Volledig stoppen + vraag continu? Alleen wasmachines met voorraadbak vooraan Alleen voor informatie Deur openen = reset
Nieuwe softwareversie Spray
Stap van was
Stap van was
Stap van was
Einde cyclus
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
geen aansluiting aan het net De spanningsomvang verkeerd gekozen Verkeerd type van transformatormodel Geen snelheidsimpulsen tijdens het draaien van trommel.
E42
Aansluiting
E43
Voltage
E44
Type van model
E45
Geel signaal van snelheidssensor
E46
Gesloten rem
Rem blijft gesloten
E47
Slijtage van rem
Wrijvingsblokken van de rem zijn versleten
E48
Geopende rem
Rem blijft geopend
E49
schakelaar is bij het wassen niet uitgebalanceerd
Luchtbalgen zonder geperste lucht
E50
Geen tweede versnellingsplatform
E51
Geen derde versnellingsplatform
E52
Storing van geheugen
E53
Fabrieksgegevens
E57
Deurslot
E58
Geen vrijloop
E59
Vrijloop
E60
AKO aandrijving
E61
AKO aandrijving
Zwieren stopt niet
E62
AKO aandrijving
Zwieren begint te snel
E63E67
AKO aandrijving
E68
Geen Sig. Zwieren
E69
Onbalans
E70 E71
RS7 keuze
E72
KEBST Laag
E73
KEBST Hoog
E74
CFI Blok
E75
KEB Code
E78
Deurslot gesloten
Draadbrug van omzetter ontbreekt (onjuiste parameters van omzetter) Draadbrug van omzetter ontbreekt (onjuiste parameters van omzetter) Storing van geheugen EEPRROM PCB-EEPROM gegevens buiten bereik Bij openen van buitendeur blijdt de deursluit-schakelaar ingeschakeld Activeren van transformator bij ingeschakelde rem Activeren van transformator bij ingeschakelde rem Geen signaal vanuit motor bij wassen
Alleen voor informatie
Dataoverbrenging via net
U doet de juiste keus
Configuratiemenu
U doet de juiste keus
Configuratiemenu
Voortzetting + waarschuwing
Bij de sequentie van centrifugeren (slechts voor F120)
Volledige stop + veiligheidstijd Volledige stop + veiligheidstijd Voortzetting + waarschuwing
Bij de sequentie van centrifugeren (slechts voor F120) Ten allen tijde (slechts voor F120) Bij de sequentie van centrifugeren (slechts F120)
volledig stoppen + beveiligingstijd
Wasstap (slechts voor F120)
Voortzetting
Bij de sequentie van centrifugeren (slechts F120)
Voortzetting
Bij de sequentie van centrifugeren (slechts F120)
Niet starten
Bij inschakeling van wasmachine
Niet starten
Bij inschakeling van wasmachine
Niet starten
Sequentie sluiten (slechts MB70-90-110-140-180)
Volledige stop + veiligheidstijd
Bij sequentie zwieren (slechts F120)
Volledige stop + veiligheidstijd
Bij sequentie zwieren (slechts F120)
Volledige stop + veiligheidstijd Volledige stop + veiligheidstijd Volledige stop + veiligheidstijd
Sequentie wassen De hele cyclus
Reset van stuureenheid van aandrijving voor E60, E61, E62 Geen detectie van signaal vanuit motor bij zwieren Ingang van onbalans mag voorR machines niet ingeschakeld zijn
Reset van stuureenheid van aandrijving
Sequentie wassen
Volledige stop + losmaken
Sequentie zwieren
Niet starten
In het begin van zwieren
RS10 ingesteld als RS7
Niet starten
In het begin van cyclus
RS7 ingesteld als RS10
Niet starten
In het begin van cyclus
Niet starten
In het begin van cyclus
Volledige stop + veiligheidstijd
In het begin van cyclus
Slechts voor info
Op het einde van cyclus
Volledige stop + losmaken
De hele cyclus
Niet starten
In ruststand
Verbindingsstuk 16-20 op KEB transformator ontbreekt Parameters zijn in KEB transformator niet opgenomen Op het einde van cyclus werd transformator niet uitgeschakeld Ondefinieerbare storing van transformator In ruststand wordt het deurslot bij geopende deur gesloten
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
11
E79
E80 E81
12
Deurslot Start Doseertijd van vloeibare wasmiddelen is afgelopen Geen herhaalde verwarming
Na drukken op Start wordt het deurslot bij geopende deur gesloten
Niet starten
In het begin van cyclus
Foutsignaal voor het doseren van vloeibare wasmiddelen
Volledig stoppen + losmaken
De hele cyclus
Fout van verwarming
Volledig stoppen + losmaken
Wasstap (alleen machines MB)
E82
Geen herhaald vollopen
Fout van vullen
Volledig stoppen + vraag naar voortzetting
Wasstap (alleen machines MB)
E83
Cyclusfout
De wascyclus werd niet succesvol beëindigd
Informatie dat de wascyclus herhaald moet worden
Onjuiste beëindiging van wascyclus (alleen machines MB)
E84
Data input in PC functioneert niet
Communication failure with PC
Slechts informatief
E85
Lege batterij RTC
Klok van werkelijke tijd. Geen of te zwakke batterij
Slechts informatief
E86
Communicatie RTC functioneert niet
Geen klok van werkelijke tijd
Slechts informatief
E100
Wegen Geen Com.
Fout communicatie weegsysteem
Volledig stoppen + losmaken
E101
Laag Gewicht
Niet starten
E102
Hoog Gewicht
E103
Wegen Onbalans
E104
Overbelasting
E105
Pneumat. Systeem
Het gewicht van de machine is te laag Het gewicht van de machine is te hoog Het gewicht is niet op de 4 weegsensoren verdeeld Het gewicht op een weegsensor heeft de maximale waarde overschreden Het luchtdruksysteem functioneert niet
E300E353
Mits Storing
E400E441
KEB Storing
E500E515
Storing van geheugen
E550
DAQ Versie
E551
DAQ Opname
E552
DAQ Vol
E553
Opslaan DAQ>PC
E600E628
Storing van software
Specifieke waarschuwing voor transformator Mitsubishi Specifieke waarschuwing voor transformator KEB Storing van geheugen
Onjuiste versie van geheugen DAQ Mislukte opname in geheugen DAQ Geheugen DAQ Traceability is “vol” Geheugen DAQ Traceability is bijna “vol” Storing van software
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
Niet starten Niet starten
Einde van cyclus (alleen machines MB) Einde van cyclus (alleen machines MB) Einde van cyclus (alleen machines MB)
Voor starten (MB16-MB180) De hele cyclus (MB16-MB66) (slechts machines MB en FF23-55) Voor starten (slechts machines MB en FF23-55) Voor starten (slechts machines MB en FF23-55) Voor starten (slechts machines MB en FF23-55)
Volledig stoppen + losmaken
De hele cyclus (slechts machines MB en FF23-55)
Niet starten
Voor starten (slechts machines MB70-180)
Volledige stop + veiligheidstijd
De hele cyclus
Volledige stop + veiligheidstijd
De hele cyclus
Volledige stop + veiligheidstijd
Ten allen tijde
Slechts informatief
Installatie van nieuwe software
Slechts informatief
Functie Traceability, de hele cyclus
Slechts informatief
Functie Traceability, de hele cyclus
Slechts informatief
Functie Traceability, de hele cyclus
Volledige stop + veiligheidstijd
Ten allen tijde
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING 1. INHOUD 1. INHOUD .......................................................................................................................... 1 2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ............................................................... 2 2.1. OP DE MACHINE AANGEGEVEN SYMBOLEN ........................................................................................4 2.2. BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATIE ...........................................................................5
3. TECHNISCHE SPECIFICATIE ........................................................................................... 6 3.1. TECHNISCHE SPECIFICATIE 6kg/15lb, 7kg/18lb, 10kg/25lb, 13kg/30lb.......................................................6 3.2. TECHNISCHE SPECIFICATIE 18kg/40lb, 22kg/50lb, 27kg/60lb, 35kg/80lb ........................................................8 3.3. COMPONENTEN EN AFMETINGEN VAN DE MACHINE .......................................................................10
4. INSTALLATIE VAN DE MACHINE ............................................................................... 12 4.1. MANIPULATIE, TRANSPORT, OPSLAAN EN UITPAKKEN....................................................................12 4.2. FUNDAMENT ...........................................................................................................................................12 4.3. FUNDAMENT VOORBEREIDING............................................................................................................13 4.4. FUNDAMENT AFMETINGEN...................................................................................................................13 4.5. VERANKERING AFMETINGEN EN PLAATSING....................................................................................14 4.6. METALEN RAAM AFMETINGEN EN PLAATSING ..................................................................................15 4.7. WASMACHINE INSTALLEREN ...............................................................................................................16 4.8. AANSLUITING ..........................................................................................................................................16 4.9. VOORBEREIDING VAN INBEDRIJFSTELLING......................................................................................24
5. ONDERHOUD ............................................................................................................... 25 5.1. INLEIDING.................................................................................................................................................25 5.2. DAGELIJKS...............................................................................................................................................25 5.3. ELKE DRIE MAANDEN.............................................................................................................................25 5.4. ELKE ZES MAANDEN ..............................................................................................................................25 5.5. STOOM- OF WATERFILTER....................................................................................................................26 5.6. AANDRAAIEN VAN DE SCHROEVEN.....................................................................................................26 5.7. DEURPAKKING ........................................................................................................................................27 5.8. INSTELLING VAN AANDRIJVINGSRIEMEN ...........................................................................................27 5.9. VERVANGING VAN ZEKERINGEN VAN DE WASMACHINE .................................................................28
6. PROBLEMEN EN STORINGEN ................................................................................... 29 6.1. HET SLOT ONTGRENDELD IN NOODSITUATIES .................................................................................29 6.2. STORINGSMELDINGEN DIE OP HET DISPLAY WEERGEGEVEN WORDEN ....................................................29
7. LIJST VAN AANBEVOLEN VERVANGONDERDELEN............................................... 30 8. AFZETTEN VAN DE MACHINE.................................................................................... 31 8.1. AFZETTEN VAN DE MACHINE................................................................................................................31 8.2. LIQUIDATIE VAN DE MACHINE ..............................................................................................................31
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
1
2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES WAARSCHUWING – BEWAAR DEZE INSTRUCTIES VOOR LATER GEBRUIK. Nietnaleving van deze instructies kan tot onjuist gebruik van de machine leiden, brand, kwetsuren of dood veroorzaken, evenals de inrichting van de wasserij en/of de machine beschadigen. WAARSCHUWING – Voordat u de machine gebruikt, lees voorzichtig deze BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Onjuist gebruik van de machine kan tot brand leiden, evenals tot letsels door elektrische stroom en tot ernstige kwetsuren van personen of hun dood en tot ernstige beschadigingen van de machine. ♦ Deze versie van de gebruiksaanwijzing is vertaald uit de originele Engelse versie. Zonder de originele versie zijn deze instructies niet compleet. ♦ Vóór de installatie, inbedrijfname en onderhoud van de machine leest u zorgvuldig de complete handleidingen, d.w.z. deze „Installatie-, onderhouds- en gebruikershandleiding“, „Programmeerhandleiding“ en „Catalogus van vervangstukken“. De programmeerhandleiding en het catalogus van vervangstukken worden niet standaard met de machine geleverd. Verzoek uw leverancier/producent om de programmeerhandleiding en het catalogus van vervangstukken. ♦ Werk overeenkomstig de aanwijzingen die in de handleidingen vermeld staan, en bewaar de handleidingen nabij de machine t.b.v. later gebruik. ♦ Veiligheidsinstructies die in de handleidingen aangevoerd zijn, dienen uitgeprint en op een goed zichtbare plaats in de wasserij vlak bij de wasmachine uitgehangen te worden, zodat het bedieningspersoneel deze kan lezen. ♦ Wasmachine met zwierfunctie is bestemd slechts voor het wassen van linnen, alle andere voorwerpen kunnen de machine beschadigen of tot kwetsuren leiden. ♦ De producent is niet verantwoordelijk voor de beschadiging van het linnen tengevolge van onjuiste wasprocedure. ♦ Leef altijd instructies en/of waarschuwingen na die op het linnen aangegeven zijn, en gebruik was- of reinigingsmiddelen die de producent aanbeveelt. ♦ De wasmachine dient overeenkomstig de instructies ingesteld te worden. Water uit- en inlaten, elektrische aansluitingen, ventilatie, aarding en andere aansluitingen dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de installatiehandleiding en plaatselijke normen. De aansluiting moet door gekwalificeerde personen met geldige vergunningen uitgevoerd worden. ♦ Bij de aansluiting op het plaatselijke distributienet (TT / TN / IT, ...) dienen de geldige voorschriften nageleefd te worden. Wasmachines in standaarduitvoering kunnen niet altijd op het distributienet IT aangesloten worden. Neem contact op met uw leverancier. ♦ Alle wasmachinetypen worden geproduceerd overeenkomstig de Europese richtlijn over elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Ze kunnen slechts in zulke ruimtes gebruikt worden die met de categorie van de elektromagnetische compatibiliteit van de machine overeenkomen(alle wasmachines voldoen tenminste aan categorie A – industriële omgeving). Veiligheidshalve dienen de minimale veilige afstanden vanaf gevoelige elektrische of elektronische apparaten nageleefd te worden. ♦ Wijzig niet de instelling van de parameters van de frequentieschakelaar. Dit zou tot ernstige kwetsuren van personeel, brand en beschadiging van de machine e.d. kunnen leiden. ♦ Tijdens het transport en de opslag van de machine druk nooit te hard op de verpakking, anders zouden de machinedelen die buiten de omtreklijn treden, beschadigd kunnen worden. ♦ Gebruik uitsluitend geleiders van koper. De machine moet op zulke aansluiting aangesloten worden waarop geen lampen of stekkers aangesloten zijn. ♦ Elke wijziging van de installatie die niet in de installatiehandleiding beschreven is, dient door de leverancier of producent goedgekeurd te worden. Anders is noch de leverancier, noch de producent verantwoordelijk voor eventuele kwetsuren van het bedieningspersoneel of voor vermogensschades. Ingrepen in- en wijzigingen van de constructie van de machine zijn niet toegelaten en de producent weigert in zulke gevallen alle verantwoordelijk. ♦ Wasmachines met zwierfunctie dienen op een vlakke bodem geïnstalleerd te worden. Indien het niet zo is, kan de wasmachine tijdens het zwieren, ongeacht het feit dat de wasmachine van een trillingsschakelaar voorzien is, ernstig beschadigd worden en het bedieningspersoneel vervolgens gekwetst worden. ♦ Start de wasmachine nooit, indien de transportbalken niet verwijderd zijn. De wasmachine zou vóór de inbedrijfstelling altijd getest moeten worden. ♦ Het is mogelijk dat er resterende onreinheden vanuit de productie in een nieuwe wasmachine gebleven zijn. Deze resterende onreinheden kunnen uw linnen vuilmaken. Voordat u uw linnen begint te wassen, bevelen wij u aan tenminste een wascyclus met heet water laten uitvoeren waarvoor u oud linnen kunt gebruiken. ♦ Houd de wasmachine en de omgeving ervan schoon en verwijder alle brandbare materialen. 2
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
♦ Bewaar geen brandbare materialen in de omgeving van de wasmachine. Grens gevaarlijk gebied in de wasserij af en verbied er de toegang naartoe tijdens de werking van de wasmachine. ♦ Was zulk linnen niet dat voordien gereinigd, gewassen, bevochtigd of verontreinigd werd door benzine, reinigingsmiddelen voor droge reiniging of andere brandbare of ontplofbare stoffen, omdat ze dampen afgeven die ontvlamming of explosie zouden kunnen veroorzaken. ♦ Voeg geen benzine, reinigingsmiddelen voor droge reiniging of andere brandbare of ontplofbare stoffen inhet wasbad toe. Ze geven dampen af die ontvlamming of explosie zouden kunnen veroorzaken. ♦ Onder bepaalde voorwaarden kan waterstofgas in de warmwaterleiding ontstaan die langer dan twee weken niet gebruikt werd. Waterstofgas is ontplofbaar. Indien de warmwaterleiding langere tijd niet gebruikt werd, open alle warmwaterkranen en laat het water enkele minuten afvloeien. Daardoor wordt opgehoopt gas verwijderd. Omdat dit gas brandbaar is, rook tijdens deze werkzaamheid niet en gebruik geen open vuur. ♦ TROMMEL TEMPERATUUR IN DE WASMACHINE: Voor het meten van de wasbad temperatuur in de wastrommel gebruikt het elektronische bedieningspaaraat een temperatuursensor. Er zijn enkele factoren die het temperatuur meten beinvloeden. Daarom is de gemeten waarde van het wasbad slechts een oriëntatiewaarde. ♦ Neem altijd de aanwijzingen van de producenten van was- en reinigingsmiddelen, middelen voor droge reiniging en desinfectiemiddelen in acht en leef deze na. U voorkomt zo eventuele kwetsuren . Bewaar deze middelen altijd buiten bereik van kinderen, het best in een afsluitbare kamer. ♦ Raak de bedieningsknoppen van de wasmachine nooit doelloos aan en probeer de veiligheidsinstructies en waarschwuwingen niet te ontwijken. ♦ Open het deksel van de vulopening niet, nadat de machine gestart wordt. Uitlopende of uitspattende gevaarlijke vloeistoffen kunnen ernstige huidverbrandingen veroorzaken. ♦ Start nooit machine met defecte of ontbrekende delen en/of verwijderde deksel. De machine zou niet gestart kunnen worden totdat de deksel behoorlijk op hun plaats bevestigd worden. ♦ De machine mag niet opgeslagen, geïnstalleerd of bloogesteld aan verschillende weersomstandighedenextreem lage of hoge temperaturen en vochtigheid. Was de machine nooit met stromend of spattend water. Laat NOOIT toe dat de machine nat wordt. ♦ Controleer regelmatig het deursluitmechanisme. Probeer NOOIT de functie van het deursluitmechanisme te ontwijken. ♦ Vóór de uitvoering van onderhoud of reiniging en op het einde van elke werkdag sluit de toevoer van elektrische energie af en sluit de hoofdtoevoer van water en stoom. ♦ Op de achterkant van de machine bevindt zich een ventilatieopening. Vanuit de ventilatieleiding kunnen hete dampen of hete lucht ontsnappen. Dek de ventilatieopening van de machine niet af en controleer hem regelmatig. Hij dient tot luchtstroming en stoomafvoer, waardoor de vorming van overdruk binnen de wasmachine verhinderd wordt. ♦ Repareer en vervang geen delen van de machine en probeer niet de machine zelf te onderhouden, indien dit niet uitdrukkelijk aanbevolen is in de onderhoudsinstructies, en wel onder de voorwaarde dat u deze instructies goed verstaat en zulke werkzaamheden zelf kunt uitvoeren. Onderhoudswerkzaamheden kunnen slechts door een gekwalificeerde technicus uitgevoerd worden. ♦ Inlichtingen opgenomen in deze handleiding zijn bestemd voor een gekwalificeerde technicus die de geldige veiligheidsprocedures voor het machineonderhoud goed kent. Alle testen en reparaties zouden door een gekwalificeerde technicus uitgevoerd moeten worden die over nodige instrumenten en meetapparaten beschikt. Alle delen zouden door een gekwalificeerde technicus vervangen moeten worden die slechts de door de producent goedgekeurde vervangstukken gebruikt. ♦ Indien het onderhoud door een ongekwalificeerde technicus uitgevoerd wordt of andere delen gebruikt worden dan door de producent goedgekeurd, kan dit tot onjuiste montage of instelling leiden. Onjuiste montage of instelling kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken. ♦ Tijdens de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden bestaat er risico van verwondingen of ongevallen door elektrische stroom. Verwondingen of ongevallen door elektrische stroom kunnen heel ernstig of dodelijk zijn. Daarom moet u tijdens de controle van elektrische spanning op de afzonderlijke machinedelen en op de machine zelf heel voorzichtig werken. LET OP: Tijdens de onderhoudswerkzaamheden zou de toevoer van elektrische energie ALTIJD uitgeschakeld moeten zijn. Slechts in noodgevallen of buitengewone gevallen kan de toevoer van electriciteit ingeschakeld zijn. ♦ Alle industriële (OPL - On Premise Laundry) wasmachines zijn bestemd voor gebruik in wasserijen met geschoold bedieningspersoneel. ♦ Vóór de buitenbedrijfstelling van de machine of de verwijdering ervan neem de deur af. ♦ Elke plaats waar water of stoom ontsnapt, dient onmiddelijk gerepareerd te worden. In geval van water- of stoomontsnapping moet u onmiddelijk de hoofdtoevoer van water of stoom sluiten. ♦ Bij elk probleem of defect neem onmiddelijk contact op met uw dealer, onderhoudstechnicus of producent. ♦ De producent behoudt zich voor, wijzigingen in de gebruiksaanwijzingen zonder voorafgaande verwittiging aan te brengen. 505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
3
WAARSCHUWING -- VERWITTIGING De machine dient op het distributienet met een beschermingsgeleider aangesloten te worden en deze geleider moet op de bijbehorende aardingsklem in de machine aangesloten worden. Verder dient de veiligheidsverbinding van alle machines in de wasserij uitgevoerd te worden.
!
!
WAARSCHUWING -- VERWITTIGING Om brand, verwondingen en ongevallen door elektrische stroom te voorkomen, MOET DE WASMACHINE BEHOORLIJK GEAARD WORDEN. Sluit de wasmachine niet op het distributienet aan totdat hij niet behoorlijk geaard wordt in overeenstemming met de plaatselijke en nationale normen. Indien er meerdere machines op dezeflde plaats aangesloten zijn, zorg ervoor – indien het mogelijk is – dat de veiligheidsverbinding van de machines uitgevoerd wordt. !
WAARSCHUWING -- VERWITTIGING De wasmachine is bestemd voor duurzame aansluiting, daarom MOET hij op een ONBRANDBARE bodem met een passende oppervlaktestructuur geplaatst en bevestigd worden. Betonfundament is noodzakelijk. Houten vloer met metalen armatuur is NIET toegalaten vanwege brandgevaar en bovenmatige trillingen. Installeer de machine NOOIT op een bovenverdieping of een fundament dat over het voorgeschreven draagvermogen niet beschikt. !
WAARSCHUWING -- VERWITTIGING Indien u de machine van voren bekijkt moet de trommel tijdens het zwieren met de wijzers van de klok mee draaien. !
WAARSCHUWING - Ook als de machine in positie „uitgeschakeld“ is, zijn de aansluitklemmen van de schakelaar steeds onder spanning.
!
WAARSCHUWING - Na uitschakeling van de toevoer van elektrische energie wacht u tenminste 10 minuten tot u controle- of onderhoudswerkzaamheden begint uit te voeren. Vóór de controle van de frequentieschakelaar controleert u de restspanning tussen de klemmen + en -. Voordat u met de controle begint, moet deze spanning lager zijn dan 30 VDC.
!
WAARSCHUWING - Laat kinderen niet op de machine, in de machine of nabij de machine spelen. Indien kinderen zich nabij de werkende machine bevinden, is er een strenge toezicht noodzakelijk. Kinderen kunnen de machine niet bedienen.
!
WAARSCHUWING - Open de deur niet, totdat de trommel gestopt heeft en water uit de trommel uitgelopen is. Indien het deurslot niet functioneert, laat de wasmachine niet werken tot het deurslot hersteld is.
!
!
!
WAARSCHUWING! - Leef alle geldige veiligheidsmaatregelen en wetten na. In de instructies en waarschuwingen die in deze handleiding beschreven zijn, kunnen niet alle gevaarlijke situaties opgenomen worden. Ze moeten als algemene instructies verstaan worden. Voorzichtigheid en zorgvuldigheid zijn factoren die d.m.v. de constructie van de machine niet opgelost kunnen worden. Deze factoren moeten wel een bekwaamheidsvoorwaarde van de personen zijn die de machine installeren, gebruiken en onderhouden. Van de gebruiker hangt af of hij bij de bediening van de machine voorzichtig genoeg handelt . WAARSCHUWING! - Verwijder niet de waarschuwingssymbolen die op de machine geplaatst zijn. Leef de aanwijzingen na die op etiketten en waarschuwingssymbolen vermeld staan, om personenletsels te voorkomen. Op kritische plaatsen van de machine bevinden zich veiligheidsetiketten. Deze etiketten moeten altijd leesbaar blijven, anders kan het bedieningspersoneel of de onderhoudstechnicus gekwetst worden. WAARSCHUWING! - Indien de machine d.m.v. munten, jetons of op dergelijke wijze van zelfbediening moet de eigenaar-gebruiker voor een afstandsbediening zorgen waarmee de machine in noodgeval gestopt kan worden. Deze afstandsbediening moet zodanig geplaatst worden dat de gebruiker hem moeiteloos en veilig kan nemen. Deze afstandsbedining voor noodstop zorgt ervoor dat tenminste het stuurcircuit van de machine onderbroken wordt.
2.1. OP DE MACHINE AANGEGEVEN SYMBOLEN Zie – Bedieningshandleiding van de machine 4
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
2.2. BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATIE TIJDENS HET TRANSPORT EN HET OPSLAAN TIJDENS HET TRANSPORT EN HET OPSLAAN LET OP DE COMPONENTEN DIE UIT HET OPPERVLAK VAN DE MACHINE (DEURSLOTEN ENZ.) UITSTEKEN OM VERWONDING VAN PERSONEN TE VOORKOMEN. - Tijdens het transport en het opslaan druk nooit op, trek niet aan of oefen geen druk uit op componenten die uitsteken uit het oppervlak van de machine (stuurelementen, deursloten enz.). - Vergewis je ervan dat deze componenten op zo’n manier zijn verzekerd dat ze tijdens de manipulatie en installatie van de machine niet beschadigd kunnen worden. - Voor zover het transport door de afnemer wordt geregeld, is het nodig zich aan de aanwijzingen van de producent voor transport, manipulatie en opslaan van producten te houden. Bij het regelen van het transport door de afnemer is de producent niet verantwoordelijk voor eventuele beschadiging van de machine tijdens het transport. Bij het opslaan van het product in vrije ruimte is het nodig om dit te beschermen tegen mechanische beschadiging en invloed van weeromstandigheden.
VOOR DE INSTALLATIE ALLE AANSLUITINGEN EN SPECIALE BEVEILIGINGSAARDINGEN MOETEN DOOR VAKBEKWAME PERSONEN MET EEN GELDIGE VERGUNNING UITGEVOERD WORDEN, EN WEL VOLGENS DE AANWIJZINGEN VAN DE INSTALLATIEHANDLEIDING EN OVEREENKOMSTIG DE GELDIGE PLAATSELIJKE NORMEN (HETZELFDE IS OOK VAN TOEPASSING VOOR HET AANSLUITEN VAN STOOM VOOR DE VERSIES MET STOOMVERWARMING). - Installeer deze machine niet op zulke plaatsen waar hij aan wisselende weersomstandigheden, bovenmatige vochtigheid of aan directe aanraking met spattend water blootgesteld is. Indien de machine met condensatie beslagen wordt ingevolge een plotse verandering van de temperatuur mag het condensaat niet langs de kanten en deksels van de machine afvloeien, het mag ook niet de bodem onderaan en rondom de machine bedekken. Installeer deze machine niet boven een open rioolbuis. De rioolbuis moet zodanig afgedekt worden dat de stoom die uit het afvalwater stijgt, op geen wijze in de machine kan geraken. - Elke verandering in de installatie van de machine tegen de installatieinstructies moet door de leverancier/producent worden goedgekeurd. In een ander geval draagt de leverancier/producent geen verantwoording voor eventuele verwonding van het bedieningspersoneel of voor materiële schade. Ingreep en veranderingen in constructie van de machine zijn niet toelaatbaar en in zulke gevallen weigert de producent geheel de verantwoording te dragen. - Baken gevaarlijke gebieden in de wasserij af en verhinder de toegang erin indien de machine in werking is.
UITVOERING VAN DE MACHINE - Dit handboek bevat informaties voor een aantal vaststaande machines die met droog wasgoed
-
gevuldworden 6, 7, 10, 13, 18, 22, 27 en 35kg (15, 18, 25, 30, 40, 50, 60 en 80 lb). Controleer het model van uw wasmachine overeenkomstig uw bestelling en het etiket dat zich op de, afb. 3.3., pos. 6, achterkant van de machine bevindt, en zoek desbetreffende gegevens in de handleiding op. De machines worden door een elektronisch automatiseringsapparaat bediend. De instructies voor het programmeren vindt u in de programmeringsmanual. Aanvullende verwarming is mogelijk d.m.v. elektrische radiatoren of d.m.v. stoom die vanuit een externe stoombron toegevoerd wordt. De machine kan uitgerust worden met de invoer voor warm water, koud zacht water of eventueel koud hard water. Op bestelling is het mogelijk om de machines uit te rusten met recycling afvoer en doseringspompen voor vloeibare wasmiddelen. Elektrische instelling van de machine is op het productetiket vermeld (zie productetiket, afb. 3.3., pos. 6).
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
5
3. TECHNISCHE SPECIFICATIE 3.1. TECHNISCHE SPECIFICATIE 6kg/15lb, 7kg/18lb, 10kg/25lb, 13kg/30lb Capaciteit Droogwasvulling (1/10)
6 kg / 15 lb
7 kg / 18 lb
10 kg / 25 lb
13 kg / 30 lb
AFMETINGEN VERPAKKING: Breedte Diepte Hoogte Transportvolume AFMETINGEN MACHINE
Breedte Diepte Hoogte
*
AFMETINGEN BINNENTROMMEL
Doorsnee Diepte Trommelvolume
Doorsnee van de vulopening
Papierdoos 700 mm / 27.6“ 730 mm / 28.7“ 1180 mm / 46.5“ 0.6m3 / 21.2 ft3
Papierdoos 700 mm / 27.6“ 730 mm / 28.7“ 1180 mm / 46.5“ 0.6m3 / 21.2 ft3
Papierdoos 700 mm / 27.6“ 880 mm / 34.6“ 1280 mm / 50.4“ 0.79m3 / 27.9 ft3
Papierdoos 810 mm / 31.9“ 850 mm / 33.5“ 1380 mm / 54.3“ 0.95m3 / 33.6 ft3
660 mm / 26“ 710 mm / 28“ 1045 mm / 41.1“
660 mm / 26“ 710 mm / 28“ 1045 mm / 41.1“
660 mm / 26“ 865 mm / 34“ 1140 mm / 44.9“
750 mm / 29.5“ 820 mm / 32.3“ 1225 mm / 48.2“
530 mm / 21“ 270 mm / 10.6“ 60 dm3 / 15.8 gal
530 mm / 21“ 330 mm / 13“ 73 dm3 / 19.3 gal
530 mm / 21“ 420 mm / 16.5“ 95 dm3 / 25 gal
650 mm / 25.6“ 395 mm / 15.6“ 131 dm3 / 34.6 gal
290 mm / 11.4“
290 mm / 11.4“
290 mm / 11.4“
410 mm / 16.1“
185 kg / 408 lb 195 kg / 430 lb
195 kg / 430 lb 205 kg / 452 lb
GEWICHTEN Netto Brutto
140 kg / 309 lb 145 kg / 320 lb
140 kg / 309 lb 145 kg / 320 lb
ELEKTRISCHE GEGEVENS Toegelaten spanningsafwijking Toegelaten frequentieafwijking Elektrisch systeem van de machine:
Minimale spanning NOMINAAL MOTORVERMOGEN BIJ OMWENTELINGEN
-6% tot +10%V ±1% Hz 1x220-240V 50/60Hz - geldt niet voor elektrische verwarming 1x208-240V 50/60Hz - geldt niet voor elektrische verwarming 1x220V 50/60Hz - geldt niet voor elektrische verwarming 3x220-240V 50/60Hz 3x208-240V 50/60Hz 3x200V 50/60Hz 3x380-415V+N 50/60Hz 3x380-480V 50/60Hz 342V / 180V 342V / 180V 345V / 180V 342V / 190V 0.6 kW
0.6 kW
NOMINALE ZEKERING VOOR ÉÉN MACHINE: 6kW / 3x220-240V / 6kW / 3x220-240V / met elektrische 20A 20A verwarming: 6kW / 3x400V / 6kW / 3x400V / 16A 16A 9kW / 3x220-240V / 9kW / 3x220-240V / 32A 32A 9kW / 3x400V / 20A 9kW / 3x400V / 9kW / 3x440V / 16A 20A 9kW / 3x440V / 16A
zonder elektrische verwarming:
1x220-240V / 10A 3x220-240V / 10A 3x400V / 10A 3x440V / 10A
1x220-240V / 10A 3x220-240V / 10A 3x400V / 10A 3x440V / 10A
0.6 kW
0,75 kW
6kW / 3x220-240V / 6kW/3x220-240V/ 20A 20A 6kW/3x400V/16A 6kW / 3x400V/16A 9kW / 3x220-240V / 9kW/3x220-240V/ 32A 32A 9kW/3x400V/20A 9kW / 3x400V/20A 9kW/3x440V/20A 9kW / 3x440V/16A 12kW / 3x220-240V / 12kW/3x220-240V/ 40A 40A 12kW / 3x400V /25A 12kW/3x400V/25A 12kW / 3x440V /25A 12kW/3x440V/25A 1x220-240V / 10A 3x220-240V / 10A 3x400V / 10A 3x440V / 10A
1x220-240V / 10A 3x220-240V / 10A 3x400V / 10A 3x440V / 10A
Motorzekering tegen elektronische bescherming d.m.v. frequentietransformator overbelasting: maximale afmetingen incl. de uitstekende delen
*
6
Tab. 3.1. GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
Capaciteit Droogwasvulling (1/10)
6 kg / 15 lb
7 kg / 18 lb
10 kg / 25 lb
13 kg / 30 lb
WASFUNCTIES TROMMELOMWENTE LINGEN: Wassen Centrifugeren G-factoor centrifugeren
1
48 omwentelingen.min1 580 omwentelingen.min-
45 omwentelingen.min-
1 1
525 omwentelingen.min-
100
AANSLUITING AANSLUITING VAN WATER: Waterdruk Aanbevolen waterdruk Watertoevoer Maximale watertemperatuur AANSLUITING VAN WATERAFVOER: Afmeting Hoeveelheid
0.1 - 0.8 MPa / 1 - 8 bar / 14.5 -116 PSI 0.3 - 0.5 MPa / 3 - 5 bar / 43 - 73 PSI BSP 3/4“ 90°C / 194°F
Ø 76 mm / 3“ 3.5 l / s
VENTILATIE VAN DE MACHINE
Ø75mm /3“
ventilatieaansluiting van de buitentrommel AANSLUITING VAN STOOM: Aansluiting van stoom Lage stoomdruk Hoge stoomdruk Aansluitingen aan buiten-dosering van vloeibare middelen: Vulvakjes voor wasmiddelen:
G1/2“ 1 - 3 bar / 14.5 - 44 PSI 3 - 8 bar / 44 - 116 PSI Standaard 6 st. (zie elektrisch schema) 3
VERBRUIK STOOMVERBRUIK: Gemiddeld stoomverbruik (afhankelijk van gekozen programma) Maximaal stoomverbruik
6 kg.cyclus-1 / 13.2 lb.cyclus-1
7 kg.cyclus-1 / 15.4 lb.cyclus-1
10 kg.cyclus-1 / 22 lb.cyclus-1
13 kg.cyclus-1 / 28.7 lb.cyclus-1
0.01 kg.s-1 / 36 kg.h-1 0.01 kg.s-1 / 36 kg.h-1 0.011 kg.s-1 /40 kg.h-1 0.016kg.s-1 / 57.6kg.h-1 0.02 lb.sec-1 / 79 lb.h-1 0.02 lb.sec-1 / 79 lb.h-1 0.024 lb.s-1/88 lb.h-1 0.031lb.s-1 / 111.6lb.h-1
WERKOMSTANDIGHEDEN Temperatuur van buitenlucht Relatieve vochtigheid Zeespiegelhoogte Opslagtemperatuur
van + 5°C (41°F) t/m + 35°C (95°F) 30% ÷ 90% zonder condensatie t/m 1000 m / 3280 ft van 0°C (32°F) t/m +55°C (131°F)
VERANKERING Schroef: BELASTING Max. statische bodembelasting Max. dynamische bodembelasting Frequentie van dynamische belasting
6 stuk M16 x 160 1.7 kN / 370 lb
1.7 kN / 370 lb
2.1 kN / 474 lb
2.6 kN / 577 lb
3.6 kN / 801 lb
3.6 kN / 801 lb
4.5 kN / 1020 lb
6.5 kN / 1450 lb
9.67 Hz
9.67 Hz
9.67 Hz
8.75 Hz
GELUID Geluidsniveau Leq (dB(A))
< 70 dB(A) Tab. 3.1. vervolg
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
7
3.2. TECHNISCHE SPECIFICATIE 18kg/40lb, 22kg/50lb, 27kg/60lb, 35kg/80lb Capaciteit Droogwasvulling (1/10)
18 kg / 40 lb
22 kg / 50 lb
27 kg / 60 lb
35 kg / 80 lb
AFMETINGEN VERPAKKING: Breedte Diepte Hoogte Transportvolume
papierdoos 935 mm / 36.8“ 955 mm / 37.6“ 1530 mm / 60.2“ 1.37 m3 / 48.4 ft3
papierdoos 935 mm / 36.8“ 1050 mm / 41.3“ 1530 mm / 60.2“ 1.5 m3 / 53 ft3
houten betimmering
houten betimmering
950 mm / 37.4“ 1220 mm / 48“ 1570 mm / 61.8“ 1.82 m3 / 64.3 ft3
1150 mm / 45.3“ 1200 mm / 47.2“ 1630 mm / 64.2“ 2.25 m3 / 79.4 ft3
855 mm / 33.7“ 900 mm / 35.43“ 1315 mm / 51.8“
855 mm / 33.7“ 1000 mm / 39,37“ 1315 mm / 51.8“
870 mm / 34.3“ 1140 mm / 44.9“ 1380 mm / 54.3“
1100 mm / 43.7“ 1140 mm / 44.9“ 1460 mm / 57.5“
700 mm / 27.6“ 470 mm / 18.5“ 181 dm3 / 47.8 gal 410 mm / 16.1“
700 mm / 27.6“ 565 mm / 22.4“ 217 dm3 / 57.3 gal 410 mm / 16.1“
750 mm / 29.5“ 610 mm / 24“ 269 dm3 / 71 gal 504 mm / 19.8“
914 mm / 36“ 505 mm / 19.9“ 355 dm3 / 93.7 gal 504 mm / 19.8“
410 kg / 904 lb 470 kg / 1036 lb
710 kg / 1565 lb 740 kg / 1631 lb
AFMETINGEN MACHINE
Breedte Diepte Hoogte
*
AFMETINGEN BINNENTROMMEL
Doorsnee Diepte Trommelvolume Doorsnee van de vulopening
GEWICHTEN Netto Brutto
280 kg / 617 lb 290 kg / 639 lb
280 kg / 617 lb 300 kg / 661 lb
ELEKTRISCHE GEGEVENS Toegelaten spanningsafwijking Toegelaten frequentieafwijking Elektrisch systeem van de machine:
Minimale spanning NOMINAAL MOTORVERMOGEN BIJ OMWENTELINGEN
NOMINALE ZEKERING VOOR ÉÉN MACHINE: met elektrische verwarming:
zonder elektrische verwarming:
Motorzekering tegen overbelasting:
* 8
-6% tot +10%V ±1% Hz 1x220-240V 50/60Hz - geldt niet voor elektrische verwarming 3x220-240V 50/60Hz 3x380-415V+N 50/60Hz 3x380-480V 50/60Hz 342V / 190V 342V / 190V 342V / 190V 342V / 190V 1.5 kW
1.5 kW
2.2 kW
3 kW
12kW / 3x220-240V / 50A 12kW / 3x 400V+N / 32A 12kW / 3x400V / 25A 12kW / 3x440V / 25A 18kW / 3x220-240V / 63A 18kW / 3x 400V+N / 40A 18kW / 3x400V / 32A 18kW / 3x440V / 32A
18kW / 3x220-240V / 63A 18kW / 3x 400V+N / 40A 18kW / 3x400V / 40A 18kW / 3x440V / 32A 24kW / 3x220-240V / 80A 24kW / 3x 400V+N / 50A 24kW / 3x400V / 50A 24kW / 3x440V / 50A
1/3x220-240V / 16A 3x400V+N / 16A 3x400V / 10A 3x440V / 10A
1/3x220-240V / 20A 3x400V+N / 20A 3x400V / 16A 3x440V / 16A
elektronische bescherming d.m.v. frequentietransformator
maximale afmetingen incl. de uitstekende delen Tab. 3.2.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
Capaciteit Droogwasvulling (1/10)
18 kg / 40 lb
22 kg / 50 lb
27 kg / 60 lb
35 kg / 80 lb
WASFUNCTIES TROMMELOMWENTE LINGEN: 1 1 1 1 44 omwentelingen.min- 1 44 omwentelingen.min- 1 42 omwentelingen.min- 1 38 omwentelingen.min- 1 Wassen 505 omwentelingen.min- 480 omwentelingen.min- 490 omwentelingen.min- 510 omwentelingen.minCentrifugeren G-factoor 100 90 100 133 centrifugeren
AANSLUITING AANSLUITING VAN WATER: Waterdruk Aanbevolen waterdruk Watertoevoer Maximale watertemperatuur AANSLUITING VAN WATERAFVOER: Afmeting Hoeveelheid
0.1 - 0.8 MPa / 1 - 8 bar / 14.5 -116 PSI 0.3 - 0.5 MPa / 3 - 5 bar / 43 - 73 PSI BSP 3/4“ 90°C / 194°F Ø 76 mm / 3“ 3.5 l / s
VENTILATIE VAN DE MACHINE
ventilatieaansluiting van de buitentrommel AANSLUITING VAN STOOM: Aansluiting van stoom Lage stoomdruk Hoge stoomdruk Aansluitingen aan buiten-dosering van vloeibare middelen: Vulvakjes voor wasmiddelen:
Ø 2 x 76 mm / 2x3“ 2 x 3.5 l / s
Ø 75mm / 3“
G1/2“ 1 - 3 bar / 14.5 - 44 PSI 3 - 8 bar / 44 - 116 PSI
G3/4“ 1 - 3 bar / 14.5 - 44 PSI 3 - 8 bar / 44 - 116 PSI
Standaard 6 st. (zie elektrisch schema) 3
VERBRUIK STOOMVERBRUIK: Gemiddeld stoomverbruik (afhankelijk van gekozen programma) Maximaal stoomverbruik
18 kg.cyclus-1 / 40 lb.cyclus-1
22 kg.cyclus-1 / 49 lb.cyclus-1 -1
27 kg.cyclus-1 / 60 lb.cyclus-1
35 kg.cyclus-1 / 77 lb.cyclus-1
-1
0.021 kg.s-1 / 76 kg.h-1 0.025 kg.s / 90 kg.h 0.032 kg.s-1 / 115 kg.h-1 0.039 kg.s-1 / 140 kg.h-1 -1 -1 0.038 lb.s-1 / 137 lb.h-1 0.055 lb.s / 199 lb.h 0.071 lb.sec-1/256 lb.h-1 0.086 lb.s-1 / 309 lb.h-1
WERKOMSTANDIGHEDEN Temperatuur van buitenlucht Relatieve vochtigheid Zeespiegelhoogte Opslagtemperatuur
van + 5°C (41°F) t/m + 35°C (95°F) 30% ÷ 90% zonder condensatie t/m 1000 m / 3280 ft van 0°C (32°F) t/m +55°C (131°F)
VERANKERING Schroef: BELASTING Max. statische bodembelasting Max. dynamische bodembelasting Frequentie van dynamische belasting
6 stuk M20 x 320
6 stuk M16 x 160 3.1 kN / 675 lb
3.2 kN / 698 lb
4.5 kN / 985 lb
7.2 kN / 1598 lb
8.9 kN / 1994 lb
9.6 kN / 2165 lb
13.3 kN / 2996 lb
21.6 kN / 4863 lb
8.42 Hz
8 Hz
8.17 Hz
8.5 Hz
GELUID Geluidsniveau Leq (dB(A))
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
< 70 dB(A) Tab. 3.2. vervolg GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
9
3.3. COMPONENTEN EN AFMETINGEN VAN DE MACHINE
18/22/27 kg - 40/50/60 lb
geldt alleen voor
27 kg / 60 lb
6/7/10/13 kg - 15/18/25/30 lb
35 kg / 80 lb Afb. 3.3.
10
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
1. Bedieningspaneel 2. Deurgreep 3. Servicepaneel 4. Het luchten van de tro 5. Aansluiting van vloeibare wasmiddelen 6. Productie-etiket 7. Stoomaansluiting 8. Afvoer 9. Aardingsspan
Machine capacity
6 kg 15 lb
7 kg 18 lb
10. Aansluiting warm water 11. Aansluiting koud en zacht water 12. Aansluiting koud en hard water 13. Stoppen 14. Hoofdschakelaar 15. Omschakelaar: elektrische verwarming / stoomverwarming 16. Elektrische aansluiting van de machine 17. Kunststof kast voor elektrische aansluiting van de pompen van vloeibaar wasmiddel 18. Vulvakje voor wasmiddelen
10 kg 25 lb
13 kg 30 lb
18 kg 40 lb
22 kg 50 lb
27 kg 60 lb
K
660 mm 26“ 1045 mm 41.1“ 420 mm 16.5“ 710 mm 28“ 620 mm 24.4“ 100 mm 3,9“ 86 mm 3.4“ 90 mm 3.5“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
660 mm 26“ 1045 mm 41.1“ 420 mm 16.5“ 710 mm 28“ 620 mm 24.4“ 100 mm 3,9“ 86 mm 3.4“ 90 mm 3.5“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
660 mm 26“ 1140 mm 44.9“ 460 mm 18.1“ 865 mm 34“ 780 mm 30.7“ 100 mm 3,9“ 86 mm 3.4“ 90 mm 3.5“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
750 mm 29.5“ 1225 mm 48.2“ 420 mm 16.5“ 820 mm 32.3“ 740 mm 29.1“ 100 mm 3,9“ 86 mm 3.4“ 90 mm 3.5“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
855 mm 33.7“ 1315 mm 51.8“ 515 mm 20.3“ 900 mm 35.43“ 810 mm 31.9“ 125 mm 4.9“ 90 mm 3.5“ 100 mm 3.9“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
855 mm 33.7“ 1315 mm 51.8“ 515 mm 20.3“ 1000 mm 39.37“ 905 mm 35.6“ 125 mm 4.9“ 90 mm 3.5“ 100 mm 3.9“ 190 mm 7.5“ 75 mm 3“
870 mm 34.3“ 1380 mm 54.3“ 455 mm 17,9“ 1140 mm 44.9“ 1043 mm 41.1“ 160 mm 6.3“ 85 mm 3.3“ 90 mm 3.5“ 190 mm 7.5“ 70 mm 2.8“
L
-
-
-
-
-
-
-
N
270 mm 10.6“ 60 mm 2.4“
270 mm 10.6 60 mm 2.4“
270 mm 10.6 60 mm 2.4“
270 mm 10.6 60 mm 2.4“
305 mm 12“ 75 mm 3“
305 mm 12“ 75 mm 3“
260 mm 10.2“ 170 mm 6.7“
O
-
-
-
-
-
-
-
V
970 mm 38.2“ 133 mm 5.2“ 875 mm 34.4“ 55 mm 2.2“ 395 mm 15.6“ 92 mm 3.6“ 330 mm 13“
970 mm 38.2“ 133 mm 5.2“ 875mm 34.4 55 mm 2.2“ 395 mm 15.6“ 92 mm 3.6“ 330 mm 13“
1062 mm 41.8“ 133 mm 5.2“ 962 mm 37.9“ 55 mm 2.2“ 395 mm 15.6 92 mm 3.6“ 330 mm 13“
1145 mm 45.1“ 182 mm 7.2“ 1025 mm 40.4“ 53 mm 2.1“ 333 mm 13.1“ 86 mm 3.4“ 375 mm 14.8“
1215 mm 47,8" 205 mm 8.1“ 1110 mm 43.7" 100 mm 3.9" 435 mm 17.1" 135 mm 5.3“ 427,5 mm 16.8“
1215 mm 47,8" 205 mm 8.1“ 1110 mm 43.7" 100 mm 3.9" 435 mm 17.1" 135 mm 5.3“ 427,5 mm 16.8“
1245 mm 49“ 120 mm 4.7“ 1135 mm 44.7" 135 mm 5.3" 470 mm 18.5" 90 mm 3.5“ 435 mm 17.1“
W
-
-
-
-
-
-
-
106 mm 4.2“ 415 mm 16.3“ 350 mm 13,8“
106 mm 4.2“ 415 mm 16.3“ 350 mm 13,8“
106 mm 4.2“ 415 mm 16.3“ 390 mm 15,4“
175 mm 6.9“ 530 mm 20.8“ 355 mm 13,98“
203 mm 8“ 530 mm 20.8“ 450 mm 17,7“
203 mm 8“ 530 mm 20.8“ 450 mm 17,7“
195 mm 7.7“ 630 mm 24.8“ 380 mm 14,96“
A B C D E F G H J
M
P Q R S T U
X Y Z
35 kg 80 lb 1100 mm 43.3“ 1460 mm 57.5“ 510 mm 20.1“ 1140 mm 44.9“ 1041 mm 41“ 125 mm 4.9“ 85 mm 3.3“ 100 mm 3.9“ 195 mm 7.7“ 124 mm 4.9“ 360 mm 14.2“ 305 mm 12“ 355 mm 14“ 84 mm 3.3“ 1320 mm 51,9" 250 mm 9.8“ 1220 mm 48.3" 100 mm 3.9" 972 mm 38.3" 90 mm 3.5“ 400 mm 15.7" 300 mm 11.8“ 245 mm 9.7“ 630 mm 24.8“ 430 mm 16,9“
Tab. 3.3. 505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
11
4. INSTALLATIE VAN DE MACHINE 4.1. MANIPULATIE, TRANSPORT, OPSLAAN EN UITPAKKEN Controleer om veiligheidsredenen of personen die de machine transporteren, hanteren of opslaan, over de technische specificaties en machinegegevens geïnformeerd zijn. Lees door en leef na de „BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN“. Wasmachines met capaciteit van 6-22 kg / 15-50 ponden worden aan de klanten geleverd in een papieren karton en een houten kist. Onder de buitenomhulsel wordt de machine aanvullend beschermd d.m.v. een polyethyleenfolie. Bewaar en instaleer de machine niet daar waar hij aan de veranderende weersomstandigheden (regen, wind) of aan bovenmatige vochtigheid blootgesteld wordt. De machine is d.m.v. vier schroeven M12x60 op het houten palet bevestigd. Voordat u de machine op de installatieplaats vastzet, dienen volgende maatregelen genomen te worden: – Controleer alle openingen en spleten waardoor de machine getransporteerd zal worden. Ze moeten voldoende afmetingen hebben die aan de breedte en hoogte van de machine incl. verpakking moeten voldoen. – Hef de machine op d.m.v. een hefwagen of palettenwagen met behulp van een transportpalet waarop de machine bevestigd is. Vlak vóór de vastzetting van de machine op de installatieplaats verwijdert u de verpakking, schroeft u de vier schroeven los, heft u de machine op en verwijdert u het houten palet. De machine kan d.m.v. een hefwagen of een palettenwagen verplaatst worden, indien de vorken zo lang zijn dat ze het raam van de machine aan beide zijden ondersteunen. Indien ze niet voldoende lang zijn, kunnen ze de componenten van de machine onderaan beschadigen. Na het uitpakken van de machine controleert u of er geen beschadigingen buitenaf zijn en of al het toebehoren volgens uw bestelling geleverd werd. Controleer de gegevens van de machine op het etiket dat zich aan de achterkant van de machine bevindt, en noteer desbetreffende gegevens in het informatieblad op de achterpagina van de handleiding. Het toebehoren en de handleiding bevinden zich in de trommel. Tijdens het verplaatsen van de uitgepakte machine: – Druk, trek of duw niet hard op de componenten die buiten de machine steken (b.v. de voorkant van de machine, deur, stuurelementen, riemdeksel, leidingen enz.) – Controleer of de deur zodanig beveiligd is dat hij zich tijdens de manipulatie met de machine niet kan openen.
4.2. FUNDAMENT ALGEMEEN Controleer om veiligheidsredenen of personen die de machine installeren, over de technische specificaties en machinegegevens geïnformeerd zijn. Lees door en leef na de „BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN“. De wasmachine is een vast verankerd model, hij MOET veilig op een fundament bevestigd worden om juist en veilig te kunnen functioneren. Opmerking: Er wordt dringend aanbevolen dat machines 35 kg / 80 lb en 27 kg / 60 lb uitsluitend op een betonfundament geïnstalleerd worden dat niet boven de vloer uitsteekt. Hetzelfde wordt voor machines 18 kg / 40 lb, 22 kg / 50 lb aanbevolen. WAARSCHUWING: - Door de machine op een verhoogd fundament of een metalen raam te plaatsen, wordt de afstand tot de vulopening groter. - Plaats het metalen raam nooit op een verhoogd fundament. - De wasmachine moet altijd in een horizontale of heel zacht hellende positie geïnstalleerd worden zodat de voorkant hoger is, nooit omgekeerd. Het fundament moet aan deze voorwaarden voldoen. Installeer de machine NOOIT op een verdieping of boven het souterrain zonder wapening en die niet door een bouwingenieur – staticus ontworpen is. De wasmachine moet op een betonfundament geïnstalleerd worden. Met metaal gewapende houten vloeren en alle vloeren die niet van beton gemaakt zijn, ZIJN NIET toegelaten vanwege gevaar van bovenmatige vibraties en brand. In geval van onjuiste installatie wordt de garantie opgeheven. De producent is niet verantwoordelijk voor schaden of letsels die door onjuiste installatie berokkend werden.
12
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
4.3. FUNDAMENT VOORBEREIDING Controleer de dikte van de bestaande vloer en de betonkwaliteit. Het fundament MOET altijd zodanig ontworpen worden dat het aan de statische en dynamische belasting van de vloer beantwoordt. In noodgeval neemt u contact op met een bouwingenieur. Voor de vloer en fundament gebruikt u beton dat voor 1360 kg / 3000 ponden geproefd werd. Om de maximale vastheid te bereiken, laat het beton minimaal 72 uren in een droge omgeving verharden. Teken de installatieplaats en markeer de gehele plattegrond van de machine, gelet op de afstanden aan de zijden, boven en achter de machine, zie tab.4.4. Indien een verhoogd fundament of metalen raam gebruikt wordt, voeg ook aan alle zijden minimaal 10 cm / 4“ bij de gehele plattegrond van de machine voor de fundament wapening. Breek de vloer uit tot de diepte die voor de afzonderlijke modellen in tab.4.4. vermeld staat, incl. de uitbreiding min. 10 cm / 4“ lang de gehele omtrek. Indien er aan de linker- of rechterzijde een machine met grotere capaciteit staat, kies de diepte voor de desbetreffende machine volgens het naaststaande model met grotere capaciteit. Beitel de opening aan beide zijden zodat er het effect van „omgedraaide paddestoel“ onstaat. Het is absoluut noodzakelijk een goede verbinding tussen het nieuwe fundament en de bestaande vloer te maken, daarom dient een wapeningsstrook die heel goed (chemisch) in de bestaande vloer verankerd is, of andere typen van wapeningsstroken in de gehele vloer gebruikt te worden. Bevochtig de opening vóór het betonneren en breng op de bodem en de zijden van de opening een dun laagje cementmortel aan. Op deze manier wordt een stevig fundament gevormd en met de oorspronkelijke bouw verbonden. Indien er voor sommige modellen een verhoogd fundament gebruikt wordt, maak het nooit hoger dan 30,5 cm / 12”. De afmetingen van het verhoogde fundament moeten aan de gehele plattegrond van de wasmachine beantwoorden, plus het gewenste overstek van 10 cm / 4“ langs de gehele omtrek.
4.4. FUNDAMENT AFMETINGEN
Afb. 4.4.
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
13
Kapacita stroje
7 kg 18 lbs
10 kg 25 lbs
E
530 mm 20.9 “ 65 mm 2.6 “ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 48 mm 1.9 “
F
275 mm 10.83 “
530 mm 20.9 “ 65 mm 2.6 “ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 48 mm 1.9 “ 365 mm 14.37 “
90 mm 3.5 “ 169 mm 6.7 “ 600 mm 23.6 “ 700 mm 27.6“ 560 mm 22.1“ 38 mm 1.5“ 605 mm 23.82 “ 300 mm 11.8“ 120 mm 4.7“ 40 mm 1.5“ 7 mm 0.276“ 300 mm 11.81“ M16 5/8“
295 mm 11.6 “ 34 mm 1.3 “ 600 mm 23.6 “ 700 mm 27.6 “ 725 mm 28.54 “ 38 mm 1.5“ 605 mm 23.82 “ 300 mm 11.8“ 120 mm 4.7“ 40 mm 1.5“ 7 mm 0.276“ 300 mm 11.81“ M16 5/8“
A B C D
G H I min. J min. K L M N O P Q min. R max. S min.
13 kg 30 lbs
18 kg 40 lbs
22 kg 50 lbs
27 kg 60 lbs
35 kg 80 lbs
594 mm 23.39“ 78 mm 3.07“ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 43 mm 1.7 “ 400 mm 15.75“
700 mm 27.6 “ 77.5 mm 3.1 “ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 75 mm 2.95“
700 mm 27.6 “ 77.5 mm 3.1 “ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 75 mm 2.95“
636 mm 25.04“ 117 mm 4.61“ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 46 mm 1.81“
820 mm 32.6 “ 140 mm 5.51 “ 100 mm 4“ 20 mm 0.79 “ 71 mm 2.8“
360 mm 14.17 “
500 mm 19.68 “
675 mm 26.57“
295 mm 11.61 “
232 mm 9.13“ 40 mm 1.6“ 600 mm 23.6 “ 700 mm 27.6 “ 690 mm 27.2“ 25 mm 1.0“ 744 mm 29.3“ 400 mm 15.7“ 120 mm 4.7“ 40 mm 1.5“ 7 mm 0.276“ 240 mm 9.45“ M16 5/8“
295 mm 11.61“ 90 mm 3.5“ 600 mm 23.6 “ 700 mm 27.6 “ 725 mm 28.54 “ 35 mm 1.4“ 804 mm 31.6“ 400 mm 15.7““ 120 mm 4.7“ 40 mm 1.5“ 7 mm 0.276“ 160 mm 6.3“ M16 5/8“
251 mm 9.88“ 90 mm 3.5“ 600 mm 23.6 “ 700 mm 27.6 “ 821 mm 32.3“ 35 mm 1.4“ 804 mm 31.6“ 400 mm 15.7“ 120 mm 4.7“ 40 mm 1.5“ 7 mm 0.276“ 160 mm 6.3“ M16 5/8“
230 mm 9.06“ 47 mm 1.9“ 600 mm 23.6 “ 1000 mm 39.4 “ 995 mm 39.17“ 45 mm 1.77“ 864 mm 34.02“ 500 mm 19.7“ 240 mm 9.4“ 80 mm 3.15“ 7 mm 0.276“ 80 mm 3.15 M20 3/4“
565 mm 22.2 “ 52 mm 2.1“ 600 mm 23.6 “ 1000 mm 39.4 “ 963 mm 37.91“ 57 mm 2.24“ 1095 mm 43.11“ 500 mm 19.7“ 240 mm 9.4“ 80 mm 3.15““ 0 mm M20 3/4“
Tab.4.4. Tabel voor tekeningen 4.4., 4.5.A., 4.5.B., 4.6.
4.5. VERANKERING AFMETINGEN EN PLAATSING Teken en markeer de gehele plattegrond van de wasmachine en de bevestigingsplaatsen van de wasmachine. Plaats ankerschroeven „J“ o Ø„S“ x (P+O), (afmetingen zie tab.4.4.) in het beton, of boor openingen in verhard beton en veranker daarin chemisch de ankerschroeven. Leef de afmetingen vermeld in tab. 4.4. na, afhankelijk van het wasmachinemodel. Ook expansieschroeven kunnen gebruikt worden, ze worden echter niet geprefereerd. Montageschroeven moeten zodanig ontworpen worden dat ze aan de belasting van 1134 kg / 2500 lb beantwoorden. Gebruik altijd schroeven met de vermelde doorsnede en kwaliteit. De vermelde diepte (O) van de ankerschroeven moet vast in beton verankerd worden en de min. afmeting „P“ moet uisteken, zodat de machine behoorlijk verankerd wordt. Om de maximale vastheid te bereiken, laat het beton minimaal 72 uren in een droge omgeving verharden. Na het verharden controleert u de plaatsing van de ankerschroeven type „J“ of plaatst u de ankerschroeven of expansieschroeven chemisch in het beton. 1. Ankerschroef 2. Moer 3. Machineraam 4. Cementmortel 5. Betonfundament
14
6. Wapeningsstrook 7. Vloer 8. Sluitring 9. Beveiligingsschroef
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
15
4.7. WASMACHINE INSTALLEREN Controleer eerst of het fundament en/of het metalen raam aan de eisen voldoen. 4.7.1. INSTALLATIE VAN WASMACHINE OF METALEN RAAM OP BETONFUNDAMENT Wasmachine of metalen raam worden op het fundament op de ankerschroeven geplaatst, op een hoogte van ongeveer 10 mm / 3/8“ tot 13 mm / ½“, daarvoor worden houten wiggen gebruikt. De wasmachine moet altijd in een horizontale of heel zacht hellende positie geïnstalleerd worden zodat de voorkant hoger is (de verhoging van de voorkant jegens de achterkant overschrijdt niet 3,5mm / 1/8“). De wasmachine wordt op de steunwiggen gezet. Spleten tussen het machineraam/ het metalen raam en het betonfundament dienen volledig met cementmortel gevuld te worden. De meeste typen van cementmortels beginnen binnen 20 - 30 minuten te verharden. Zodra de mortel hard is, verwijder de steunwiggen en vul de spleten van de wiggen met mortel. Zorg ervoor dat er onder de middelste raamwapening een spleet in de mortel blijft en langs de omtrek een opening voor waterafvoer, indien er ondichtheid ontstaat. „Draai“ nu op elke ankerschroef de sluitring, beveiligingsring en moer aan om te verzekeren dat de wasmachine/het metalen raam in een horizontale of heel zacht hellende positie staat, zodat de voorkant jegens de achterkant hoger is (op dit ogenblik wordt de moer nog niet aangedraaid). Voordat u de bevestigingsmoeren volledig aandraait, wacht tenminste twee uren (het best wacht u over nacht). 4.7.2. INSTALLATIE VAN WASMACHINE OP METALEN RAAM Indien het fundamentprofiel zo is dat de schroevenvlakten afgeschuind zijn, bevelen wij aan speciale afgeschuinde sluitringen voor het fundament te gebruiken zodat de ankerschroeven door buiging niet bovenmatig belast worden. Het metalen raam moet aan de onderkant in cementmortel geplaatst worden. (zie installatie, kap.4.7.1.) Als het fundament geïnstalleerd is (in een horizontale of heel zacht hellende positie met verhoogde voorkant) en de cementmortel verhard is, kan de wasmachine op het fundament gezet en vastgeschroefd worden. Gebruik schroeven en moeren die in tab.4.4. vermeld staan, met de kwaliteit minimaal 8.8 voor de schroef en 8 voor de moer. Indien de wasmachine op het fundament vast zit (en de schroeven niet vastgeschroefd zijn), kan de wasmachine nog een beetje „wankelen“. Voordat de schroeven vastgeschroefd worden, gebruik sluitringen om het wankelen te verwijderen. Indien het raam vóór het vastschroeven van de schroeven wankelt, kan het raam na het vastschroeven duurzaam belast worden en dit kan tot vervroegde storingen van de lagers of het raam leiden. 4.7.3. VEILIGE BEVESTIGING VAN WASMACHINE Bevestig de wasmachine (en het metalen raam) veilig op het installatieraam of het fundament d.m.v. sluitringen en dubbele moeren. NA ENKELE WERKINGSDAGEN VAN DE WASMACHINE DRAAIT U deze moeren OPNIEUW AAN. Controleer de bevestiging elke zes maanden. VERGEET vóór de controle niet de beveiligingsmoer los te maken, anders kan de bevestiging van de wasmachine (en het metalen raam) niet gecontroleerd worden. VERGEET na de controle niet de beveiligingsmoer weer vast te maken.
4.8. AANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING De machine is geconstrueerd voor het aansluiten op het elektrische distributiesysteem volgens de specificaties aangegeven in uw opdracht. Voordat de elektrische aansluiting gedaan wordt, dient men te controleren of de spanning en frequentie op het typeplaatje van de machine (zie item 6 in afb. 3.3.) overeenkomstig zijn met de specificaties van het elektriciteitsnet. De aansluiting is beschreven op afb.4.8.A. In de elektrische installatie moet veiligheidshalve een stroomberker geïnstalleerd worden (RCD) en een automatische schakelaar (verdeelkast van de wasserij). Voor de juiste keuze – zie onderaan. BELANGRIJK: - Indien de machine niet van een hoofdschakelaar voorzien is, moeten alle elektrische toevoeren vanuit de bron van elektrische energie van een afschakelinrichting voorzien worden overeenkomstig de norm EN 60204-1, kapittel 5.3. - Zorg ervoor dat de toevoerspanning altijd en onder alle voorwaarden tussen de limieten ligt die in kapittel „3. Technische specificatie“ vermeld staan. Indien er grote afstanden in uw elektrische installatie zijn, zal het waarschijnlijk noodzakelijk zijn grotere kabels te gebruiken vanwege reductie van spanning. - Indien de machine op het net aangesloten is vlakbij een krachtige transformator (500kVA en meer in een afstand tot 10 m) of vlakbij een krachtige compensator van fasenverschuiving, dient er een inductie16
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
stroombeperker op de spanningstoevoer aangesloten te worden. Zonder deze beperker kan de frequentieschakelaar beschadigd worden. Voor nadere informatie neem contact op met uw leverancier. ! WAARSCHUWING ! BEVEILIGINGSAARDING: INDIEN DE MACHINE NIET FUNCTIONEERT/DEFECT IS OF DE STROOM WEGLEKT, ZAL DE AARDING HET ONGEVALSGEVAAR DOOR ELEKTRISCHE STROOM REDUCEREN EN ALS EEN BEVEILIGINGSMIDDEL DIENEN, OMDAT DE ELEKTRISCHE STROOM DE WEG VAN DE MINSTE WEERSTAND ZAL NEMEN. DAAROM IS HET HEEL BELANGRIJK DAT DE MACHINE OP DE INSTALLATIEPLAATS GOED GEAARD WORDT WAARVOOR DE PERSOON VERANTWOORDELIJK IS DIE DE INSTALLATIE UITVOERT. TEGELIJK DIENEN ALLE NATIONALE EN PLAATSELIJKE NORMEN EN VEREISTEN NAGELEEFD TE WORDEN.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Veiligheidsschakelaar (RCD) Elektrisch schakelbord van de wasserij Zekering van de voeding Machine Fase-draden Aarddraad Voedingsklembord van de hoofdschakelaar Nuldraad
Afb. 4.8.A Aansluiting van de machine op het elektriciteitsnet (met een veiligheidsschakelaar)
VERLIESSTROOMSCHAKELAAR - RESIDUAL CURRENT DEVICE (RCD) In sommige landen is RCD bekend als „earth leakage trip“ of „Ground Fault Circuit Interrupter“ (GFCI) of „Appliance Leakage Current Interrupter“ (ALCI) of „earth (ground) leakage current breaker“. Specificatie: - Aanspreekstroom: 100mA (indien hij op de installatieplaats niet beschikbaar/toegelaten is, gebruik de stroom 30mA, bij voorkeur selectietype met een kleine tijdvertraging.) - Installeer max. 2 machines op elke RCD (per 30mA, slechts 1 machine) - Type B. Binnen de machine zijn componenten die DC-spanning gebruiken, daarom is „type B“ RCD noodzakelijk. Slechts voor informatie: Type B heeft een beter prestatievermorgen dan type A en type A is beter dan type AC. - Indien het op de installatieplaats toegelaten is, moet er de verliesstroomschakelaar (RCD) altijd geïnstalleerd worden. In sommige aardingssystemen (IT, TN-C,…) zou de verliesstroomschakelaar (RCD) niet toegelaten moeten worden (zie ook IEC 60364). - Sommige stuurcircuits van de machines zijn voorzien van een scheidingstransformator. Daarom is het mogelijk dat de verliesstroomschakelaar (RCD) fouten en de stuurcircuits niet ontdekt (maar de zekering(en) van de scheidingstransformator kunnen bij deze fouten beveiligen).
HOOFDBEVEILIGING Hoofdbeveiliging beschermt de machine en de hele elektrische installatie in principe tegen overbelasting en kortsluitingen. Als hoofdbeveiliging kunt u of (smelt-) zekeringen of scheidingsschakelaars gebruiken. Zie tabel „Technische specificatie“ voor de vaststelling van de nominale stroom en andere specificaties van de hoofdbeveiliging.In deze tabel is gespecificeerd dat de het „langzame“ beveiligingstype gebruikt moet worden, voor de circuitonderbrekers betekent dit kromme D. Indien het langzame beveiligingstype om een bepaalde reden niet gebruikt kan worden, kies de scheidingsschakelaar met 1 x hogere nominale stroom om de onderbreking van de verbinding tijdens de machinestart te voorkomen. 505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
17
TOEVOERKABEL De toevoerkabel wordt niet samen met de machine geleverd. Specificatie: - Geleiders met koperen kernen - Er worden soepele geleiders gebruikt (flexibele elektroinstallatie) om de onderbreking van de geleider ten gevolge van vibraties te voorkomen - GELEIDERDOORSNEDE HANGT AF VAN DE GEBRUIKTE HOOFDBEVEILIGING. ZIE TABEL 4.8.A, MINIMALE DOORSNEDE - Zo kort mogelijk, direct vanaf de hoofdbeveiliging in de machine, zonder afbuiging. - Geen Stekkers Of Verlengingskabels: De Machine Is Bestemd Voor Duurzame Aansluiting Op Elektrisch Net. Aansluiting: - Trek de kabel door de opening in het achterpaneel en zorg ervoor dat de kabeldoorvoerdoos de beweging van de kabel verhindert. - Isoleer de afzonderlijke adres volgens afbeelding 4.8.B. - De beveiligingsgeleider moet altijd een beetje langer blijven zodat hij bij het toevallige uitrukken van de kabel als laatste afschakelt! - Voor de geïsoleerde geleideruiteinden gebruikt u geïsoleerde hulzen (6) voor L1/U, (L2/V), (L3/W), (N). Controleer of er geen toevallig contact kan ontstaan, anders blijft de toevoerkabel onder spanning hoewel de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. - Pers een kabeloog op de beveiligingsgeleider om de juiste aansluiting op de klem PE te verzekeren. - Sluit de geleiders van de toevoerkabel op de uiteinden aan (hoofdschakelaar (1)) gemarkeerd L1/U, (L2/V), (L3/W), (N), en op de klem (koperen schroef) gemarkeerd PE, zie afb.4.8.C. - Laat de kabel doorhangen voordat hij in de kabeldoorvoerdoos bevestigd wordt. Daardoor wordt verhinderd dat het afvloeiende gecondenseerde water in de machine geraakt, afb. 4.8.C.
Hoofdbeveiliging (US)
Min. doorsnede van fasegeleiders (mm2) (AWG)
Min. doorsnede van beveiligingsgeleider (mm2) (AWG)
Scheidingsschakelaars Zekeringen 16A (15A) 10A (10A) 1,5 mm² (AWG 15) 1,5 mm² (AWG 15) 20A (20A) 16A (15A) 2,5 mm² (AWG 13) 2,5 mm² (AWG 13) 25A (-) 20A (20A) 4 mm² (AWG 11) 4 mm² (AWG 11) 40A (40A) 32A (30A) 6 mm² (AWG 9) 6 mm² (AWG 9) 63A(-) 50A (50A) 10 mm² (AWG 7) 10 mm² (AWG 7) 80A 63A 16 mm² 16 mm² 100A 80A 25 mm² 16 mm² 125A 100A 35 mm² 25 mm² Tab.4.8.A Minimale doorsneden van toevoerkabels aanbevolen door de producent
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aarddraad Fase-draad Fase-draad Fase-draad Nuldraad Isolatiebuisje Lengte van de afgeisoleerde draden Afb. 4.8.B Voorbereiding van de draadeinden van de elektrische kabel
18
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
1. 2. 3. 4.
Hoofdschakelaar Kabeldoorvoer In een bocht hangende elektrische kabel
Afb. 4.8.C Het aansluiten van de elektrische kabel
MACHINE AARDING EN BEVEILIGINGSVERBINDING Onafhankelijk van de toevoerkabel moet de machine aangesloten worden op het beveiligingssysteem van het aardingsstelsel van de wasserij d.m.v. een afzonderlijke kabel. De beveiligingsgeleider die deze aansluiting mogelijk maakt, is geen bestanddeel van de levering. Indien er andere wasmachines/ machines met onbeveiligde gedeeltes zijn die gelijktijdig aangetast kunnen worden, zorg ervoor dat tussen alle deze machines een beveiligingsverbinding gemaakt wordt. Daarvoor wordt de buitenbeveiligingsklem gebruikt die zich op de achterkant van de machine bevindt (afb.4.8.D, pos.3). De minimale doorsnede van de beveiligingsgeleider hangt af van de doorsnede van de geleiders van de toeverkabel. Ze staan vermeld in tabel 4.8.A. Ook als de doorsnede van de toevoerkabel kleiner is dan 4mm², bevelen wij aan de minimale doorsnede van 6mm² te kiezen.
1. Machine (achterkant van de machine) 2. Beveiligingsaarding van de wasserij 3. Buitenbeveiligingsklem van de wasmachine 4. Beveiligingsgeleider – verbinding van machines 5. Aardingsteken
Afb. 4.8.D AANSLUITING VAN WATER De wasmachine is voorzien van toevoerventielen 3/4“ BSP (British Standard Pipe Thread) voor warm en koud water. Deze ventielen zijn voorzien van een etiket aan de toevoer. Gebruik de watertoevoerslangen die een
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
19
bestanddeeel van de wasmachine uitmaken, omdat ze precies aan de waterventielen en de machine passen. Gebruik NOOIT vaste aansluiting op watertoevoer. Er zijn twee typen van watertoevoerslangen. Watertoevoerslangen met beiderzijdse moeren met winding BSP, of aan de ene zijde is moer BSP en aan de andere zijde moer NPT. Moer NPT is voorzien van een voeg. Om fouteloze werking van de wasmachine te kunnen garanderen, moet de waterdruk tussen 43 - 73 PSI liggen (pond op vierkante duim) of tussen 0,3 - 0,5 MPa. Indien de waterdruk lager is dan het minimale vereiste, kan de wascyclus langer duren en/of of de juiste werking van de wasmachine gestoord worden. Het is ook noodzakelijk om ALLE beschikbare watertoevoeren aan te sluiten. Indien er de toevoer van hard water niet ter beschikking is, sluit de machine op zacht koud water aan. Indien de toevoer van warm water niet ter beschikking is, neemt contact op met uw dealer om vast te stellen welke maatregelen genomen moeten worden. INSTALLATIE Spoel het watersysteem door om alle eventuele onreinheden te verwijderen. Leg de dichting met de filter in het uiteinde van de slang aan de zijde van de waterkraan en de standaarddichting legt u in het andere uiteinde van de slang - geldig voor export naar USA. Bij de aansluiting van de watertoevoerslangen moet u controleren of de aansluiting op de watertoevoerventielen niet gekruist zijn. Maak ze manueel goed vast, plus 1/4 toeren met tang. NIET TE HARD VASTMAKEN, anders zouden de windingen van de watertoevoerventielen dolgedraaid kunnen worden. De waterhardheid kan het wasresultaat beїnvloeden. De leverancier van wasmiddelen kan u helpen met de juiste beslissing inzake hard water, zacht water, wasprogramma, type van wasmiddel en andere samenhangende omstandigheden, zodat er een perfect wasresultaat bereikt wordt. WARM WATER De toevoer van warm water moet voldoende groot zijn zodat er de vereiste hoeveelheid van warm water naar de geїnstalleerde wasmachines toegevoerd kan worden. Voor goede wasresultaten bevelen wij aan de toevoer van warm in te stellen tussen 70 - 80°C / 140 - 160°F. WATERVERBRUIK Het waterverbruik hangt van de geprogrammeerde waarden af. Deze ingestelde waarden zijn in het programmeerhandboek te vinden. Voor voorwas en wassen wordt een laag waterniveau gebruikt (LL). Hoog waterniveau (HL) wordt gebruikt voor uitspoelen. De geprogrammeerde eenheden komen neer op de gemiddelde waterhoeveelheid. U kunt het totale waterverbruik van het wasprogramma berekenen, indien u de verbruiken van alle wasstappen samentelt. U moet weten dat dit slechts oriëntatiewaarden zijn. Voorbeeld van een systeem met de toevoer van koud en warm water bij machines met de capaciteit van 10kg / 25lb. De waarden die wij door deze calculatie krijgen, zijn slechts een schatting van het werkelijke waterverbruik. De afwijking hangt van vele omstandigheden af. De wascyclus kan b.v. een mengsel van warm en koud water gebruiken. Het watermengsel hangt van de temperatuur van beide typen van water af. Het totale waterverbruik hangt ook af van de lading en het toerental van de trommel. AANSLUITING VAN WATERUITLAATVENTIEL De machine is voorzien van een uitlaatventiel met een diameter van 76 mm / 3“ (voor 35 kg / 80 lb 2x76 mm / 2x3“). De uitlaat bevindt zich aan de achterkant van de machine en dient op een afvoerput aangesloten te worden. U kunt het kniestuk gebruiken dat een bestanddeel van de levering uitmaakt. Zet het kniestuk met een klem vast. HET AFVALWATERPUT MOET LAGER LIGGEN DAN DE AFVALWATERLEIDING OMDAT HET WATER VANUIT DE WASMACHINE GRAVITATIONEEL AFGEVOERD WORDT. DE DIAMETER VAN DE AFVOERPIJPEN MOET IN ACHT GENOMEN WORDEN. De hoofdafvoerpijpen moeten zulke capaciteit hebben dat ze al het water vanuit alle aangesloten wasmachines tegelijk kunnen afvoeren. Op elke twintigste meter van de pijpleiding (afb.4.8.E, opm. 1) moet een opening zijn die de juiste afvoer door de pijp mogelijk maakt. Op die manier komt lucht in de afvoerpijp waardoor een continuele afvoer mogelijk gemaakt wordt. Bij elke aansluiting van de machina op de afvoerpijp wordt de diameter ervan groter. Zie afb. 4.8.E, D1, D2, D3. Aanbevolen diameters van de afvoerpijpen zijn: D1 = 75mm / 3“ voor één machine D2 = 100mm / 4“ voor twee machines D3 = 125mm / 5“ voor drie machines Indien u de geurhinder niet bevredigend kunt verwijderen, gebruik bij elke wasmachine een middel voor het verwijderen van geurhinder.
20
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
21
AANSLUITING VAN DOSERING VAN VLOEIBARE WASMIDDELEN ! WAARSCHUWING ! ZET DE HOOFDSCHAKELAAR UIT VOOR DE INSTALLATIE VAN DE MACHINE GEDAAN WORDT. DE VOEDINGSKLEMMEN STAAN ONDER SPANNING, ZELFS MET DE UITGESCHAKELDE HOOFDSCHAKELAAR VAN DE MACHINE.
! WAARSCHUWING ! DE ELEKTRISCHE AANSLUITING EN ALLE ANDERE AANSLUITINGEN VAN DE MACHINE MOETEN DOOR DE GEKWALIFICEERDE PERSONEN MET DE DESBETREFFENDE GELDIGE VERGUNNING GEDAAN WORDEN, VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN VOOR INSTALLATIE EN IN OVEREENKOMST MET DE GELDIGE LOKALE NORMEN.
! WAARSCHUWING ! MONTEER ALLE DEKSELS VAN DE MACHINE, NADAT DE BUIS AANGESLOTEN IS , ANDERS BESTAAT ER GEVAAR VAN KWETSUUR.
Gebruik altijd zulke pompen voor vloeibare wasmiddelen die voldoende doorstromingssnelheid hebben zodat de vereiste hoeveelheid tijdens minder dan 30 seconden naar de wasmachine toegevoerd wordt. Belangrijk: Na het openen van de waterventielen moet het vloeibare wasmiddel onmidelijk gepompt beginnen worden. Het toegevoerde water verdunt het vloeibare wasmiddel en brengt het naar de trommel. Waarschuwing: De machines worden in twee uitvoeringen geproduceerd: Zonder vloeibare wasmiddelen (standaardversie) Met vloeibare wasmiddelen (naar wens) Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de slangen zo geplaatst worden dat ze niet geklemd, beschadigd of afgeschuurd kunnen worden. Voordat u vloeibare wasmiddelen begint te gebruiken, neem contact op met uw leverancier van vloeibare wasmiddelen en vraag hem naar onschadelijkheid van de door u gebruikte vloeibare wasmiddelen voor materialen HD-PE en PVC. U voorkomt daardoor eventuele problemen waarvoor de producent niet verantwoordelijk is. Voor de ombouw van de machine vanuit de uitvoering „Zonder vloeibare wasmiddelen“ naar de uitvoering „Met vloeibare wasmiddelen“ zie de onderhoudsaanwijzingen nr. 529621. De wasmachine is voorzien van een aansluitdoos op de pomp van vloeibare wasmiddelen. Op het achterpaneel bevindt zich een kunststof aansluitdoos, afb.4.8.F. waarop den buizen van vloeibare wasmiddelen aangesloten kunnen worden. Boor het aantal openingen uit voor het aantal pompen van vloeibare wasmiddelen die aangesloten zullen worden (max. 5), Ø 8 mm / 0,315“ in de aansluitdoos voor elke pomp. Op de aansluitdoos bevindt zich ook een aansluitbuis met de binnendoorsnede van 12 mm / ½“. Gebruik deze aansluitbuis SLECHTS voor de toevoer van een verdund vloeibaar wasmiddel. Boor de buis op een doorsnede van Ø 11.5 mm / 0.45“ door. Standaard zijn deze aansluitbuizen gesloten. Boor slechts deze buizen door die gebruikt zullen worden. Algemeen:
Verwijder de uitgeboorde stukken zorgvuldig om verstopping van buizen en openingen te voorkomen.
Afb.4.8.F Buisaansluiting van kunststof
22
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
! WAARSCHUWING! CONTROLEER OF DE AANSLUITING VAN DE SLANG DICHT IS (CONTROLEER DE KLEMMEN)! ELKE ONTSNAPPING VAN CHEMICALIËN KAN ERNSTIGE VERWONDINGEN VAN PERSONEN VEROORZAKEN EN DE WASMACHINE ERNSTIG BESCHADIGEN. INDIEN EEN VAN DE AANSLUITBUIZEN GEOPEND IS, SLUIT DE OPENING EN DEK HEM MET EEN BIJBEHORENDE AFDEKKING TOE.
ELEKTRISCHE AANSLUITING De spannings verzorging van het stuursysteem van de dosering van vloeibare wasmiddelen dient op een externe elektrische bron aangesloten te worden. De elektrische aansluiting van de machine volgens de geldige plaatselijke normen mogen slechts gekwalificeerde medewerkers uitvoeren. De aansluiting is op het elektrische schema weergegeven dat zich onder de kap in een kunststof omhulsel bevindt. Sluit het systeem van pompen in de machine niet aan.
ELEKTRONISCH BEDIENINGSAPPARAAT MET BLAUWE BEDIENINGSPLAAT EN MET GRAFISCH DISPLAY Voor de elektrische aansluiting van de signalen die de dosering sturen, is er een kunststof aansluitdoos ter beschikking op de achterkant van de machine. (zie afb. 4.8.G., pos. 60). Deze aansluitdoos is voorzien van LED signalisatie van de inschakeling van de bepaalde pomp (pos. 54). Bij de aansluitdoos bevindt zich een etiket voor de elektrische aansluiting, afb. 4.8.G. De aansluiting van de afzonderlijke signalen is ook op het elektrische schema van de machine uitvoerig beschreven. Signalen voor het sturen van de doseerpompen zijn 24V AC. De maximale stroom voor de stuurcircuits van de pompen dient op 10mA beperkt te worden. De aansluitkabel van de signalen voor het sturen van de pompen dient via een kunststof kabeldoorvoer gevoerd te worden, pos. 45. Na de aansluiting van de geleiders op de bepaalde posities van connector „P“ (schroefklemmen) beveilig de kabel door het vasttrekken van de kabeldoorvoer zodat de kabel niet kan losrukken en sluit de doos met een deksel. Uitvoerige informatie over het programmeren van de dosering van vloeibare wasmiddelen zie de Programmeerhandleiding.
Etiket van elektrische aansluiting
Afb.4.8.G
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
23
4.9. VOORBEREIDING VAN INBEDRIJFSTELLING CONTROLE VÓÓR INWERKINGSTELLING 1. Verwijder alle voorwerpen uit de trommel van de wasmachine. 2. Controleer de horizontale opstelling van de machine. 3. Controleer de aansluiting en de doorgang van de afvoerpijp. 4. Controleer de aarding en de elektrische toevoer. 5. Open de waterventielen en controleer de dichtheid van slangen en soldeerplaatsen. 6. Lees goed de „Bedieningshandleiding“. 7. Controleer de noodstopfunctie van de machine.
24
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
5. ONDERHOUD WAARSCHUWING! ! VOLG ALTIJD PRECIES ALLE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN! SCHAKEL GEEN VEILIGHEIDSINSTALLATIES OF ONDERDELEN ERVAN UIT. ELKE VERANDERING IN DE FUNCTIES OF UITRUSTING VAN DE MACHINE IS NIET TOEGESTAAN! GEBRUIK GESCHIKTE CHEMISCHE MIDDELEN DIE DE BEZINKING VAN GOOTSTEEN OP DE VERWARMINGSLICHAMEN EN ANDERE DELEN VAN DE WASMACHINE TEGENHOUDEN. VRAAG ADVIES BIJ UW LEVERANCIER VAN WASMIDDELEN. DE PRODUCENT VAN DE WASMACHINE DRAAGT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE BESCHADIGING VAN DE VERWARMINGSLICHAMEN EN ANDERE DELEN VAN DE WASMACHINE DOOR BEZONKEN GOOTSTEEN. HET IS VERBODEN OM DE MACHINE TE GEBRUIKEN INDIEN EEN OF MEERDERE ONDERDELEN KAPOT ZIJN OF ONTBREKEN OF INDIEN DE AFDEKKINGEN OPEN ZIJN! ZET DE HOOFDSCHAKELAAR ALTIJD UIT VOOR HET ONDERHOUD VAN DE MACHINE GEDAAN WORDT! VOEDINGSKLEMMEN VAN DE MACHINE STAAN ONDER SPANNING, ZELFS MET DE UITGESCHAKELDE HOOFD-SCHAKELAAR! VERMIJD DAARDOOR ONGELUKKEN!
5.1. INLEIDING Preventief onderhoud wordt tot het minumum beperkt door een goede constructie van de machine en een goede keuze van betrouwbare onderdelen en materialen. VOLG ALTIJD PRECIES DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP! HIERDOOR VOORKOMT U PROBLEMEN.
5.2. DAGELIJKS CONTROLEER: 1. Pakking van water- event. stoomtoevoerleidingen. 2. Of het afvoerventiel tijdens het wasproces niet lekt en of het daarna normaal opengaat (het ventiel is in de open positie zonder elektrische stroom). 3. De machine moet altijd schoon zijn. 4. Maak regelmatig het bovendeel en het oppervlak schoon en verwijder alle sporen van wasmiddelen 5. Het vulvakje moet aan het eind van elke werkdag worden gereinigd. Schrab aanzetsels af die in het vakje kunnen vastkleven, met behulp van een plasticspatel en spoel ze met water af. 6. Reinig de deurpakking (vooral het benedendeel) van de aanzetsels en andere vreemde stoffen. 7. Laat na het schoonmaken van de machine aan het eind van de werkdag de deur openstaan om het luchten van de machine mogelijk te maken. Na het werk wordt er aanbevolen om alle hoofdtoevoerleidingen voor water, elektrische stroom, event. stoom af te sluiten. Daarmee bedoelt men echter niet het individuële ventiel van de machine dat niet toegankelijk hoeft te zijn, maar de hoofdventielen van de wasserij.
5.3. ELKE DRIE MAANDEN 1. Verzeker u ervan dat de machine met behulp van de hoofdschakelaar of de zekering van de wasserij uit het net is uitgeschakeld en dat de andere medewerkers op de hoogte van het lopende onderhoud van de machine zijn. 2. Demonteer de achterafdekking van de machine en controleer of de drijfriem van de wasmotor niet beschadigd is en of hij naar behoren gespannen is (hoofdstuk 5.8.). 3. Controleer visueel de pakking van alle leidingen en contacten binnen de machine. 4. Verzeker u ervan dat de stuurcomponenten tijdens de schoonmaak tegen vochtigheid en stof zijn beschermd, veeg het binnenste van de machine uit en reinig het. 5. Controleer bij de machines met elektrische verwarming of de contacten op de klemmen van verwarmingsapparaten en op andere klemmen van krachtbronnen vastgetrokken zijn (hoofdschakelaar, zekeringen, veiligheidsschakelaars). 6. Plaatst de afdekkingen terug en schakel de voeding in.
5.4. ELKE ZES MAANDEN 1. Reinig regelmatig filters voor water- en stoomtoevoer. 2. Controleer het vastdraaien van schroeven volgens het hoofdstuk 5.6. 3. Voor het verwijderen van ernstige storingen staat u de technische service van uw leverancier ter beschikking. ! VOORDAT U HET BOVEN- OF ACHTERDEKSEL VAN DE MACHINE AFNEEMT, SCHAKEL DE TOEVOER VAN ELEKTRISCHE ENERGIE UIT EN WACHT TENMINSTE 10 MINUTEN. OM DE FREQUENTIESCHAKELAAR VEILIG TE KUNNEN CONTROLEREN HOEFT U EERST DE RESTSPANNING TUSSEN DE KLEMMEN + EN – TE METEN. DEZE SPANNING MOET LAGER DAN 30 VDC ZIJN.
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
25
4. Reinig en verwijder vuil en stof vanuit: – de ribben van de transformatorkoeler – de koelribben van de motor – de binnenventilator van de transformator (indien de transformator van een ventilator voorzien is) – de buitenventilator (indien hij voorhanden is) – de koeltralies in de machinekap – controleer of de ventilator in de transformator (indien de transformator van een ventilator voorzien is) functioneert – controleer of de buitenventilator (indien hij voorhanden is) functioneert
5.5. STOOM- OF WATERFILTER FILTERREINIGING Sluit de hoofdstoom- of watertoevoer af. INDIEN DE STOOM- OF HEETWATERTOEVOERLEIDING TE HEET IS, GA NIET DOOR! GEVAAR VAN VERWONDING! Wanneer de stoom- of heetwatertoevoerleiding koud en gesloten is neem de stop (Afb. 5.5., opm. 4) en het schut (2) van de filter af. De waterfilter is toegankelijk na het loskoppelen van de toevoerslang. Reinig de filter en plaats hem terug. 1. Filterelement 2. Filterzeefje 3. Pakking 4. Stop Afb. 5.5. Stoomfilter
5.6. AANDRAAIEN VAN DE SCHROEVEN • Controleer de zekeringskoppeling van de machine en het aandraaien van de schroeven in de strippen . • Schakel de stroomvoeding van de machine in het elektrische groepenbord van de wasserij uit! Anders blijft de voedingsstrip van de machine voortdurend onder spanning! Indien de machine niet heet is, demonteer het achterpaneel en draai de schroeven van de elektrische geleiders van de strip vast. Controleer zorgvuldig de aansluiting van de stroomgeleiders in de strippen (bijv. in de hoofdvoedingsstrip of de schakelaar, de motor of watereenheden). Daarna plaats het paneel terug. VOOR MACHINE 13 kg / 30 lb Controleer de bevestiging van de schroeven M16x80 (DIN933) die de wielnaaf houden. Gebruik een momentsleutel voor het bevestigen van de schroeven op de waarde van 200 Nm. VOOR MACHINES 27 kg / 60 lb, 35 kg / 80 lb Controleer de bevestiging van de schroeven M16x50 DIN 933, geldig voor machine 27 kg / 60 lb, M16x80 DIN 912, geldig voor machine 35 kg / 80 lb, (Afb. 5.6., opm. 1) die de wielnaaf houden. Gebruik een momentsleutel voor het bevestigen van de schroeven op de waarde van150 Nm, geldig voor machine 27 kg / 60 lb, 320 Nm, geldig voor machine 35 kg / 80 lb.
Afb. 5.6. Schroeven van de wielnaaf voor 27 kg / 60 lb, 35 kg / 80 lb 26
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
5.7. DEURPAKKING INSTELLING VAN DE DRUK VAN DEURAFDICHTING Het markeren van onderlinge positie van de delen tijdens de demontage maakt de montage veel makkelijker. VOOR MACHINES 6 až 10 kg / 15 až 25 lb 1. Demonteer het servicepaneel dat m.b.v. twee schroeven is bevestigd. 2. Schroef de 4 schroeven los die het voorpaneel aan het machineraam bevestigen. 3. Schroef de 4 schroeven los aan de voorkant van het voorpaneel die het voorpaneel aan de zijpanelen bevestigen. 4. Schroef de 2 schroeven binnen de machine los die het voorpaneel aan het stuurpaneel bevestigen. 5. Neem het voorpaneel weg van de machine door het trekken via het deurslot. 6. Schroef 6 schroeven los die de roestvrije folie bevestigen, en verwijder de folie van de machine. 7. Koppel tijdens de demontage van het slot de elektrische aansluiting van het slot (witte strip). 8. Onder het deurslot bevinden zich nivelleeronderlegplaatjes met behulp waarvan het mogelijk is de deurdruk op de voorkant van de trommel bij te stellen. Na het uitnemen van de platen wordt de druk hoger. 9. Demonteer de deur door de schroeven te verwijderen waarmee de deur aan de ophanging is bevestigd. 10. Onder het deurscharnier zijn nivelleerplaten waarmee de deurdruk ingesteld kan worden. Na het uitnemen van de platen wordt de druk hoger. 11. De montage van het voorste paneel, de deur en het deurslot gebeurt in de omgekeerde volgorde. De deur wordt tegenover het slot m.b.v. een geleidepin gecentreerd die aan de deur is bevestigd. VOOR MACHINES 13 až 35 kg / 30 až 80 lb Indien de druk van de deurafdichting te hoog of te laag is, dient af en toe/na vervanging van de deurafdichting de druk ervan ingesteld te worden. Markeer vóór de demontage de positie van de afzonderlijke stukken. De montage wordt hierdoor veel eenvoudiger en de stukken zullen in juiste volgorde gemonteerd worden. Uitvoerige werkwijze van de instelling van de deurdruk vindt u in de onderhoudsaanwijzing „526174 Service procedure door MFR30-40-50-60-70-80“. Indien deze onderhoudsaanwijzing ontbreekt, neem aub contact op met uw handelaar. Belangrijke waarschuwing: Te hoge druk van deurafdichting kan de oorzaak zijn van ondichtheid vanwege doorbuiging van de deur in het midden.
VERVANGING VAN DE DEURPAKKING VOOR MACHINES 6 až 22 kg / 15 až 50 lb 1. Open de deur. Demonteer de deurruit (Afb. 5.2.1.A, B, pos. 3) met de pakking (2) door aan de pakking van de roestvrije deurperssel in de richting “de trommel in” te trekken. Wees voorzichtig om de ruit niet te beschadigen. 2. Neem de pakking van de ruit af (2). 3. Zet de nieuwe pakking met de ruimere groef op de ruit met de rand naar boven. 4. Smeer de deurpakkingsgroef (2) met zeepwater in. Zet een glad snoer in de groef langs de hele rand. Trek de rand m.b.v. van het snoer vast en zet dit als geheel op de rand van de deurperssel (5) met de deuk in de richting “trommel in”. Pak een uiteinde van het snoer met de hand en hou dit aan de deur even vast. Trek aan het andere uiteinde naar het midden van de ruit om de pakkingsrand op de juiste positie te zetten. VOOR DE MACHINE 27 kg / 60 lb, 35 kg / 80 lb 1. Open de deur en demonteer de deurafdichting vanuit het roestvrije deurraam. 2. Monteer nieuwe deurafdichting op het roestvrije deurraam en dicht hem d.m.v. silicone af.
5.8. INSTELLING VAN AANDRIJVINGSRIEMEN Het spansysteem van de riem wordt automatisch ingesteld en dient daarom niet speciaal ingesteld te worden. De riemen zijn beweegbare delen en kunnen verslijten. Vervanging van riemen, zie onderhoudsaanwijzingen.
VERVANGING VAN VLAKKE RIEMEN BIJ MACHINE 10 kg / 25 lb Wasmachine 10 kg / 25 lb heeft twee riemensystemen die automatisch ingesteld worden. Omdat de riemen verschillend lang zijn, worden ze verschillend versleten. Daarom moet de spanning van de riemen tijdens de werking van de machine ingesteld worden. Indien de lengte van de riem te los is, maak de motor (16) los 505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
27
d.m.v. de bevestigingspunt (11), maar draai de schroef niet (5/16“x11/4“) los. D.m.v. de veer (7) kan de lange riem gespannen worden. Indien nodig verhoog de spanning van de veer door het aandraaien van de moer M8 en contramoer (9) op de maximale toegelaten spanning van de riem (± 230N). Stel de spanning op de korte riem zo in dat u de motor naar beneden verschuift en de motorpositie d.m.v. schroef (5/16“x11/4“) (11) bevestigt. Belangrijke opmerking: Draai de beveiligingsschroef (11) voorzichtig aan zodat de plastieken sluitringen (14,15) niet gedeformeerd worden. De motor is elektrisch geïsoleerd en moet elektrisch geïsoleerd blijven van het machineraam. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Trommelriemschijf Riem PJ1473 Volledige katrol Veiligheidsringetje Schroef M6x6 Riem PJ559 Springfeer Oogschroef M8x50 Moer M8 Bout Schroef 5/16“x11/4“ Elastich onderlegplaatje 8 Onderlegplaatje 8 Elastich onderlegplaatje 8,4x25x2 Elastich onderlegplaatje 8,2x12x3 Motor
Afb. 5.8.A Platte riem, geldt voor 10 kg / 25 lb
5.9. VERVANGING VAN ZEKERINGEN VAN DE WASMACHINE WAARDEN VAN ZEKERINGEN De exacte waarden van de zekeringen kunnen vastgesteld worden nabij zekeringenkokers en op het elektrische schema dat met de machine meegeleverd wordt. Indien de zekering onderbroken is, kan hij door een andere zekering met dezelfde waarde vervangen worden, maar NOOIT door een zekering met een hogere waarde. Indien de zekering opnieuw onderbroken wordt, vervang hem niet en vind de storingsoorzaak. In noodgeval neem contact op met uw leverancier.
28
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
6. PROBLEMEN EN STORINGEN 6.1. HET SLOT ONTGRENDELD IN NOODSITUATIES In noodsituaties, b.v. bij een lang durende stroomuitval, kan het deurslot ontgrendeld worden. De procedure van het openen van de deur in noodsituaties is beschreven hieronder en aangegeven: ! WAARSCHUWING ! VOOR HET OPENEN VAN DE DEUR IN NOODSITUATIES MOET DE HOOFDSCHAKELAAR VAN DE MACHINE UITGESCHAKELD WORDEN ! OPEN DE DEUR NOOIT, INDIEN DE TROMMEL STEEDS DRAAIT! OPEN DE DEUR NOOIT, INDIEN ER “TE HEET” WEERGEGEVEN WORDT! GEVAAR VAN VERBRANDING! OPEN DE DEUR NOOIT, INDIEN DE MACHINEDELEN TE HEET LIJKEN! OPEN DE DEUR NOOIT ALS ER WATER IN DE TROMMEL IS! ANDERS ZAL HET WATER NA HET OPENEN VAN DE DEUR UITLOPEN.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Stel vast of alle voorwaarden voor een veilige opening van de deur vervuld zijn. Demonteer het onderhoudspaneel. Aan de linkerkant van de deur vindt u het snoer van de noodopening. Trek het zacht, maar stevig. Indien u een zacht klikken hoort, werd het slot geopend. Indien alle veiligheidsvoorwaarden vervuld zijn, kan de deur geopend worden. Monteer het onderhoudspaneel terug op zijn plaats en beveilig het.
6.2. STORINGSMELDINGEN DIE OP HET DISPLAY WEERGEGEVEN WORDEN Zie Bedieningshandleiding, hoofdstuk 5. Zie Programmeerhandleiding, hoofdstuk „Verwijdering van storingen“.
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
29
7. LIJST VAN AANBEVOLEN VERVANGONDERDELEN -
uitlaatventiel twee-weg inlaatventiel drie-weg inlaatventiel stoomventiel microschakelaars van het slot slotspoel zekeringen thermostaatsensor veiligheidsschakelaar van motor veiligheidsschakelaar van verwarming verwarmingslichaam V-riem Deurdichting Nadere informatie en bestellcodes vindt u in de catalogus van vervangstukken voor elke machine of bij uw leverancier.
30
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
8. AFZETTEN VAN DE MACHINE 8.1. AFZETTEN VAN DE MACHINE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Schakel de buitentoevoer van de elektrische stroom in de machine uit. Schakel de hoofdschakelaar van de machine uit. Sluit de buitenwater- event. stoomtoevoer in de machine af. Verzeker u dat de buitentoevoer van de elektrische stroom en event. stoom is afgesloten. Schakel alle toevoerleidingen van de elektrische stroom, water en event. stoom uit. Isoleer de buitenvoedingsgeleiders van de elektrische stroom. Markeer de machine met "BUITEN WERKING" Schroef de moeren (schroeven) af die de machine op de bodem bevestigen. Tijdens het transport werkt u volgens de aanwijzingen van de kapittels: „2.2. BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATIE“, alinea „Tijdens het transport en de opslag“, „4.1. MANIPULATIE, TRANSPORT, OPSLAG EN UITPAKKING“.
Indien de machine nooit meer gebruikt zal worden, beveilig hem zo dat er geen personen gekwetst kunnen worden en materiële schaden of natuurschaden kunnen ontstaan. Controleer of geen personen of dieren in de machine opgesloten kunnen worden, personen door beweegbare of scherpe machinedelen, evt. de vullingen gekwetst kunnen worden (b.v. verwijder de deur, beveilig de trommel tegen draaien, … enz.) LET OP DAT U NIET GEKWETST WORDT DOOR DE VALLENDE GEDEMONTEERDE DEUR OF HET GLAS!
8.2. LIQUIDATIE VAN DE MACHINE ! WAARSCHUWING! GEDURENDE DE DEMONTAGE VAN DE WASMACHINE NEEMT U ALLE MAATREGELEN OM KWETSUREN DOOR GLAS EN SCHERPE KANTEN VAN METALEN DELEN TE VOORKOMEN.
8.2.1. MOGELIJKE LIQUIDATIE VAN DE MACHINE DOOR EEN VAKKUNDIGE FIRMA Gegevens in verband met de richtlijn WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment, geldt slechts voor de landen de leden van EU zijn): – Voor de machine die u gekocht had, werden natuurmaterialen gebruikt die voor recycling en verder gebruikt bestemd zijn. De machine kan materialen bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid en de natuur. – Indien u de machine verwijdert, zorg ervoor dat deze materialen niet in de natuur ontsnappen en wees milieusparend. Wij bevelen aan vakbedrijven in uw regio te contacteren die zich met afvalafvoer en recycling bezig houden. Deze bedrijven zorgen voor de recycling van de componenten. – Symbool „doorgestreepte vuilnisbak met wieltjes“ ( ) betekent dat u afval zult sorteren. – Indien u verdere informatie wenst over de mogelijke afvoer en verwijdering van afval die voor recycling bestemd is, neem contact op met het bevoegde gemeente- of stadskantoor in uw regio/land (hanteren met afval). – Voor meer informatie kunt u ons contacteren omtrent de gevolgen van de verwijdering van onze producten voor de natuur. – Denk aub daaraan dat richtlijn WEEE algemeen geldig is slechts voor huisapparaten. In sommige landen bestaat categorie “professionele apparaten”. In sommige landen bestaat deze categorie niet. Daarom moet de machine van dit symbool niet voorzien zijn ( ). – Informatie voor handelaars: Vanwege de verschillende nationale voorschriften kan de producent niet alle maatregelen nemen om aan alle nationale voorschriften van elke lidstaat te voldoen. Wij nemen aan dat elke handelaar die onze producten naar een lidstaat importeert (en op de markt brengt), alle noodzakelijk maatregelen neemt om aan de bepalingen van de nationale voorschriften (zoals dit de richtlijn vereist) te voldoen. 8.2.2. MOGELIJKE LIQUIDATIE VAN DE MACHINE OP EIGENE KRACHTEN Sorteer de delen naar het materiaal: metaal, niet-metaal, glas, plastiek, enz. en geef ze aan een bevoegd vakbedrijf af dat ze verder kan bewerken. Het materiaal moet in de afzonderlijke afvalcategorieën gesorteerd worden. Deze afvalcategorieën kunt u vinden op www.euwas.org. Geef het gesorteerde materiaal aan een bevoegd vakbedrijf af dat het verder kan bewerken. 505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
31
OPMERKINGEN:
32
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
505645_I_DATUM VAN UITGAVE_28.8.2009.DOC
BELANGRIJK! TYPE MACHINE: PROGRAMMAKIEZER - ELEKTRONISCHE PROGRAMMAKIEZER
DATUM INSTALLATIE: GEÏNSTALLEERD DOOR: SERIENUMMER: ELEKTRISCHE SPECIFICATIE: SPANNING …..... IN ….......FASE..........HZ BIJ ELK CONTACT MET UW DEALER BETREFFENDE MACHINEVEILIGHEID OF VERVANGONDERDELEN MOET DIT BLAD ZORGVULDIG WORDEN INGEVULD. BEWAAR GEBRUIKSAANWIJZING VOOR VERDERE REFERENTIES.
DEALER: