Het onderzoek van de burgemeester 5/6
De burgemeester hoorde dat kinderen ongerust zijn. Nee, ze zijn niet bang voor onweer of harde geluiden. Ze maken zich zorgen over de natuur. Dieren krijgen steeds minder ruimte om te leven. Kinderen weten dat dat zo niet door kan gaan. Er moet wat gebeuren. Straks is het te laat. De burgemeester wil precies weten wat er aan de hand is. Hij komt speciaal naar jullie klas. Jullie moeten hem vertellen wat het probleem is.
Wat ga je doen? - Eén leerling mag de burgemeester zijn. - De andere leerlingen vertellen hun verhaal tegen de burgemeester.
De leerlingen: Zorg dat de burgemeester begrijpt wat het probleem is. Denk na wat je wilt zeggen. Oefen je verhaal een keer in jezelf. Als je mag spreken: - Ga goed voor de burgemeester staan. - Kijk hem aan. - Praat rustig en duidelijk. - Neem maar één ding om over te praten. - Maak duidelijk dat je het erg belangrijk vindt. - Je kunt daarbij ook een foto of tekening gebruiken.
De burgemeester: - luistert goed naar de kinderen. - Stelt vragen als het niet helemaal duidelijk is. - Eerst mogen alle kinderen spreken. Daarna vertelt de burgemeester wat hij met de zorgen van de kinderen gaat doen.
Een folder over de Natuurbrug 5/6
Veel mensen hebben weleens over een Natuurbrug gehoord. Een Natuurbrug is belangrijk. Maar dat weet niet iedereen. Binnenkort wordt de Natuurbrug geopend. Iedereen mag dan komen kijken. Het wordt vast druk. Aan het eind van de middag gaan de bezoekers weer naar huis. Ze nemen dan graag een folder mee. Thuis lezen ze nog meer over de Natuurbrug.
Opdracht Maak een folder over de Natuurbrug. Daarin moet in ieder geval staan: - Waar ligt de Natuurbrug? - Hoe ziet de Natuurbrug er uit? - Waarom maken we een Natuurbrug? - Wie gaan er straks over de brug? Je mag er ook andere dingen bij zetten. Zorg voor een mooie folder. Gebruik plaatjes van het knipvel en maak tekeningen. In april is de echte opening van de Natuurbrug. Misschien dat we jouw folder dan ook echt gaan gebruiken.
Superspringers 5/6
Er zijn dieren die heel goed kunnen springen. Dat is natuurlijk heel handig als je snel wilt oversteken. Je gaat nu zelf kijken of jij een goede springer bent. Nodig: - Trek buiten een streep voor de zandbak of op het gras. Bij het springen moet je voor de streep met je sprong beginnen. - Centimeter/rolmaat - Zet in of op de grond de afbeeldingen van de 6 dieren. Laat zien hoever de dieren met hun recordsprong zijn gekomen. Dit kun je ook door de kinderen zelf laten doen. De dieren zijn: Veldmuis Kikker Sprinkhaan Vos Konijn Eekhoorn
30 cm 80 cm 120 cm 150 cm 300 cm 400 cm
Opdracht De kinderen proberen het record van een van de dieren te halen. Iedereen mag het een paar keer proberen. Welke kinderen zijn superspringmuizen, springkikkers, sprinkhanen, en zo verder. Wie wordt de superspringer die met de minste sprongen het snelst de weg over kan steken?
Afstandkaartjes
30 cm
80 cm
steek dit stukje in de grond
steek dit stukje in de grond
120 cm
150 cm
steek dit stukje in de grond
steek dit stukje in de grond
Afstandkaartjes
300 cm steek dit stukje in de grond
400 cm steek dit stukje in de grond
Puzzelen met cijfers 5/6
Opdracht Bekijk de kaart van de inrichting van de Natuurbrug en beantwoord de volgende vragen: 1) Hoe hoog is de bovenkant van de Natuurbrug?
2) Hoeveel meter lager houdt de Natuurbrug op?
3) De brug wordt 40 meter breed en 60 meter lang. Reken uit wat de oppervlakte van de Natuurbrug is.
4) Waar komen de kikkerpoelen te liggen?
5) Waarom leggen ze die niet bovenop de Natuurbrug?
6) De Natuurbrug moet stevig zijn. Er komen dwarsbalken over de weg te liggen. Anders zou de brug instorten. Hieraan wordt alleen tijdens de nacht gewerkt. Om 32 balken neer te leggen, wordt vier nachten gewerkt. Uiteindelijk zijn zelfs acht nachten nodig om ze voorzichtig over de weg te plaatsen. Hoeveel balken zijn er nodig?
7) Voor de ondergrond van de Natuurbrug is heel veel zand nodig. Ze hebben uitgerekend dat er 11 miljoen (11.000.000) liter zand gestort moet worden. Stel dat jij het met een grote kruiwagen van 100 liter moet vervoeren, hoe vaak moet je dan heen en weer lopen?
Op zoek naar de dader 5/6
Alles stond klaar voor het feest. De slingers hingen tussen de takken van de struiken. De tafel was gedekt. De dieren konden bijna aan tafel. ‘Help,’ riep de vlinder. ‘Wat is hier gebeurd?’ De vlinder fladderde nog eens over de tafel. ‘Dit is echt niet leuk,’ riep hij boos uit. ‘Er heeft al iemand van het eten gegeten!’ ‘Wie doet nou zoiets?,’ sprak de kraai. ‘Straks gaat het feest niet door. We moeten de dader vinden.’ Kun jij de dieren daarbij helpen? Rondom de tafel staan allerlei pootafdrukken. Er liggen ook hier en daar wat poepjes en keutels. Welke dier heeft bij de tafel gelopen? En heeft ook zijn poep achtergelaten? Dat zal de boosdoener zijn. Pak het Poepblad en het Potenblad. Daarmee kun je de pootafdrukken en de poepjes herkennen.
Wie hebben er rondgelopen?
Wie hebben er poep achtergelaten?
Ik ontdekte voetsporen van een:
Ik ontdekte poep van een:
1 …………………………
1 …………………………
2 …………………………
2 …………………………
3 …………………………
2 …………………………
4 …………………………
4 …………………………
Wie is volgens jou de dader? Ik denk dat de …………………………. het gedaan heeft. Wat eet hij het liefst? Dit dier eet vooral: …………………………
Potenblad
muis
vos
mens
eekhoorn
konijn
egel
das
ree
kat
eend
Poepblad Alle poepjes die je hier ziet zijn net zo groot als in het echt
muis
vos
mens
eekhoorn
das
ree
konijn
egel
eend
kat
Herkennen van geluiden 5/6
De Natuurbrug gaat de Loonse en Drunense Duinen verbinden met de natuur in het gebied Huis ter Heide. Je kunt met de kijker de omgeving afzoeken, maar veel dieren zitten verstopt. Ze leven in de bomen, tussen het gras of in de grond. Als natuuronderzoeker is het heel belangrijk dat je ook de geluiden van de dieren kent. Als je ze hoort, dan weet je ook zeker dat ze er zitten. Ga naar www.natuurfeestopdebrug.nl/geluiden.html. Je vindt daar 18 verschillende geluiden. Vul het schema in. De dieren die je te horen krijgt, staan er al in. Luister goed naar de geluiden. Probeer te ontdekken welk dier je hoort. Zet het nummer van het geluid achter het goede dier. Ook is het belangrijk om te weten of dat dier ook in de buurt van de Natuurbrug of in de beide natuurgebieden leeft. Ken je het geluid niet, probeer dan uit te zoeken wat het kan zijn. Ken je het dier niet, zoek het dan op in een boek of op internet. Dier Bosuil Bij Edelhert Ezel Gorilla Groene kikker Hond Koekoek Leeuw Merel Olifant Roodborstje Schaap Specht Veldkrekel Wild zwijn Wilde eend Zwarte kraai
Nummer van het geluid
Kun je dat dier rondom de Natuurbrug verwachten?
De natuur een handje helpen 5/6
Sommige mensen zijn heel handig. Die metselen zomaar een muur. Of ze maken kapotte auto’s. Iedereen kan wel iets bijzonder. Jij kunt vast de natuur helpen. Dat is leuk voor jezelf. Ook de dieren en planten hebben daar wat aan. Dieren hebben eten nodig. Ook zoeken ze een slaapplek. Voor de jongen maken ze weer een hol of een nest. Waarbij kun jij helpen? Wat zou jij kunnen doen. Denk maar aan het eten, slapen, schuilen en wonen van dieren. Maar misschien zorg jij liever voor planten? Zijn er ook dingen waar je niet goed in bent? Hier ben ik goed in
Daarmee help ik
Ik ben niet zo goed in
Ken je iemand die dat wel kan? Wie is dat?
Veiliger oversteken 5/6
Veilig een weg oversteken. Voor dieren is dat niet gemakkelijk. Altijd weer een auto of fietser in de buurt. Ook voor kinderen is oversteken vaak gevaarlijk. Auto’s komen hard aanrijden. Een scooter komt ineens om de hoek. En dan heb je ook nog een bus. Die is heel breed. Je kunt er met je fiets bijna niet meer naast.
Opdracht Maak de omgeving van de school veiliger. Ga met een groepje kinderen op en rond school kijken. Waar steken kinderen over?
Is dat een veilige plek?
Hoeveel verkeer is er op straat?
Wanneer is het gevaarlijk bij school?
Bedenk samen met je groepje een plan. - Iedereen denkt mee. - Kijk wat je zelf kunt doen. - Wat kunnen de ouders doen? - Wat regel je voor het verkeer? Maak ook een tekening van je plan. Laat jullie actie aan de andere kinderen zien. Doe dat in de klas. Hopelijk zit er een goed plan bij. Misschien kunnen jullie het ook nog gaan uitvoeren.