60 jaar PSW De verjaardag van De taak
www.pswml.nl
[email protected]
0475 - 474 400
Onze passie kent geen beperkingen
Voorwoord
PSW bestaat 60 jaar. Al die jaren een organisatie die het belang van de cliënten en de ouders/verwanten voorop stelt.
Niet alleen in mooie woorden, maar ook in de praktijk. Soms tegen de stroom van wettelijke bepalingen en financiële knelpunten in. En dat is voor cliënten, ouders/verwanten en medewerkers nu nog net zo belangrijk als het vroeger was.
Inleiding
"Kan iemand mij vertellen wat Fransje van Cruchten hieraan heeft?"
PSW werd in 1955 opgericht door het hoofd van het BLO (buitengewoon lager onderwijs),
Met het oog op de roerige tijden en de bezuinigingen hebben we in samenspraak met elkaar besloten het jubileum op gepaste,
onder de naam Stichting Maria Regina. Met als doel: ‘het behartigen van geestelijke en
ogen van ...., met schilderwerken van onze cliënten. Deze expositie "reist" rond door de regio waar PSW werkzaam is. Een passende
van de BLO-scholen voor jongens (Petrus Dondersschool) en meisjes (Sint Gerardus). In
sobere wijze te vieren. Met festiviteiten voor cliënten en medewerkers/vrijwilligers. Daarnaast is een expositie ingericht: Door de manier om de samenleving tegelijkertijd in contact te brengen met cliënten en de organisatie.
Als sluitstuk van het jubileumjaar brengen we dit boekje uit: 60 jaar PSW; De verjaardag van De Taak. Om te laten zien dat de
kern van de organisatie dezelfde is gebleven en De Taak ofwel de visie/missie van PSW breed wordt gedeeld en beleefd, onder
cliënten, hun ouders/verwanten en de medewerkers. Toen, in de eerste jaren, en nu nog steeds. Daarmee heeft de organisatie
zich altijd onderscheiden en doet dat nog steeds.
sociale belangen van de geestelijk misdeelden’. Gericht op de begeleiding van oud-leerlingen
1966 werd de naam veranderd in Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden-Limburg (PSW), in verband met de oprichting van Dagverblijven en Gezinsvervangende tehuizen. De oprichting was een antwoord op vragen van ouders. Tot die tijd hadden ouders van een
gehandicapt kind grofweg twee keuzes: of alles zelf doen of hun kind ‘uit huis plaatsen’,
wat in de praktijk neerkwam op plaatsing in een instituut op een speciaal terrein, waar
Proficiat PSW; nog vele jaren in goede gezondheid!
ouders hun natuurlijke, actieve rol in het leven van hun kinderen vrijwel meteen kwijt raakten.
Thijs van Lier, voorzitter Centrale cliënten/ouder/verwantenraad
veel mogelijk ín de samenleving in plaats van daarbuiten.
Annelies Duijts, voorzitter Ondernemingsraad
Henk van Houtum, voorzitter Raad van Toezicht Marc van Ooijen, bestuurder
Steeds meer ouders vroegen een derde keuze: ondersteuning in de eigen omgeving, zo
Sinds 1955 is PSW gestaag gegroeid, toen en nu in antwoord op vragen van cliënten en
hun ouders/verwanten. De organisatie heeft al die jaren geen fusies en grootschalige
reorganisaties gekend. Mede daardoor kon de focus altijd gericht blijven op de cliënten.
Eén van die cliënten was Frans van Cruchten. Een bijzonder mens, gekend door en geliefd bij vele PSW-ers. Als jonge
man kwam hij bij PSW in begeleiding, eerst alleen dagbesteding en later ook wonen. Hij overleed in 2007, tot de laatste
dag begeleid en verzorgd in zijn eigen huis. Zijn naam klinkt nog steeds regelmatig binnen PSW. Dat komt zo: in 1959 werd Fien Wolters, sociaal pedagoge en tot die tijd werkzaam in het algemeen maatschappelijk werk, benoemd bij de Sociaal Pedagogische Dienst van Stichting Maria Regina. In 1966 werd ze directeur van PSW, tot in 1986, toen ze het stokje
overgaf aan Lou Ritzen, die op zijn beurt meer dan 20 jaar directeur/bestuurder was.
Fien Wolters is de grondlegger van het huidige PSW en van De Taak, de visie/missie van PSW. Kenmerkend was haar
uitspraak: "Kan iemand mij vertellen wat Fransje van Cruchten hieraan heeft?" Die uitspraak deed ze met een ferme hamerslag,
als voorzitter van het regio-overleg tussen de directeuren van de gehandicaptenorganisaties in Midden-Limburg, als zij het gevoel had dat het niet meer over de cliënten ging!
Die vraag stellen we elkaar nog regelmatig bij PSW. Daarbij staat Frans van Cruchten voor álle cliënten van PSW. Bij zijn
In deze uitgave willen we met u delen wat ons bezighoudt: doen we nog steeds wat de bedoeling is?
U vindt een tweegesprek tussen Fien Wolters, de eerste directeur, en Marc van Ooijen, de huidige bestuurder. Een
wereld van verschil en toch opmerkelijk veel herkenning. U vindt ook een interview met Caspar van Cruchten, de
broer van Frans. Om het verhaal ‘Frans van Cruchten’ te vertalen naar 2015 is het verhaal opgenomen van Jolanda Zelis en haar dochter Daphne.
Deze uitgave is geïllustreerd met foto's en met kunstwerken van de jubileumexpositie:
Door de ogen van.... Een expositie met werken van onze kunstenaars die door middel van hun werken spreken en iets laten zien van het leven dat zij leiden en de dingen die zij belangrijk vinden.
overlijden heeft Caspar van Cruchten, zijn broer, toestemming gegeven om zijn naam in die zin te blijven gebruiken.
Reizende expositie 'Door de ogen van...'
Fien Wolters (89) en Marc van Ooijen (45)
Doen we nog steeds wat de bedoeling is?
De wereld van de jaren '50 '60 '70 '80 van de vorige eeuw is een andere dan die van 2015. De samenleving is sterk
veranderd. Maar de vragen van cliënten en hun ouders zijn in de kern dezelfde: ondersteuning bij een eigen leven
in de samenleving. Een gesprek tussen twee gedreven bestuurders van een compleet andere generatie, die het
verrassend met elkaar eens zijn: "Deze sector vraagt om nabijheid en saamhorigheid. Elke dag opnieuw de vraag stellen: is dit passend bij de vragen van de cliënt ofwel: wat heeft Frans van Cruchten hieraan?"
het leven van kwetsbare mensen aangenamer of beter te
maken, geeft veel voldoening." Niet gemakkelijk
Fien Wolters begon op een kamertje in de BLO school,
derwijs. Daar was toen niet veel voor. Wij zetten een net-
Gewoon binnenlopen
Na de aandacht voor de jongvolwassen schoolverlaters
huishouden bij particulieren. Het was niet gemakkelijk om
hen werden dagbesteding en later ook woonvoorzienin-
tergrond. Maar ook hij is aangetrokken door de gehandi-
zou ich mich 't leefst umdreien."
captensector en zeker tot de cliënten en PSW. Hij trad
ren en hun ouders. Wat het betekent om zo'n kind te
nen sterven, omdat je steeds bezig bent met de vraag wie
er dan voor je kind kan zorgen. Er waren wel instituutsplaatsen. Daar werden kinderen vaak al op jonge leeftijd ge-
plaatst. Ouders wilden dat eigenlijk niet. Ze wilden hun kind
gewoon thuis houden en hoopten dat het zich kon ontwik-
kelen. Maar van buitenaf werd druk uitgeoefend: dat uit
medio 2012 in dienst als bestuurder. "Voor het realiseren van goede en passende ondersteuning voor mensen met
een verstandelijke beperking is ook kennis van besturen en
organiseren nodig. Zeker in tijden van toenemende wet- en
regelgeving, waarbij veranderingen elkaar in hoog tempo opvolgen. Het inzetten van je kennis, kunde en energie om
omdat er niets was. Maar we zijn wel wat beschermend
werk op en deden enige arbeidsbemiddeling. De jongens
de bedrijven te overtuigen. Ik zie nog een van die direc-
hebben: je hele leven zorg en ook nog niet eens rustig kun-
De kwaliteit voor de cliënten is daardoor beter geworden.
bezig geweest."
op de begeleiding van schoolverlaters uit het speciaal on-
voor mij reden om te solliciteren." Marc van Ooijen heeft
een bestuurskundige en bedrijfskundige opleiding en ach-
Fien Wolters: "Dat vind ik echt een goede ontwikkeling.
sommige letters niet terug sprongen. "We waren gericht
het algemeen maatschappelijk werk werd ik geconfronteerd met de noden van verstandelijk gehandicapte kinde-
veel mogelijk naar de mensen toe te brengen."
Wij hebben steeds meer speciale voorzieningen opgezet,
huis plaatsing beter was voor het kind en voor de rest van het gezin. Ik heb zo'n verdriet van ouders gezien. Dat was
naar waar we begonnen. We proberen onze begeleiding zo
aan het Schoolpad in Roermond. Met zelf meegebracht
meubilair en een kolos van een typemachine waarvan
Fien Wolters koos in 1959 bewust voor een baan bij de Sociaal Pedagogische Dienst van Stichting Maria Regina. "In
speciale voorzieningen. In die zin gaan we weer meer terug
plaatsten wij in vaste bedrijven en de meisjes vaak in het teuren voor me die tegen me zei: As ich uch zeen komme, Marc van Ooijen: "Het is nu nog steeds niet gemakkelijk om bij een bedrijf binnen te komen en een relatie op te bouwen. Het kost tijd om mensen te overtuigen van de meer-
waarde. Maar als we eenmaal binnen zijn, loopt het vaak
goed. Dan wordt zo'n bedrijf enthousiast. Daar investeren
we veel tijd in! Juist omdat we willen dat mensen zo veel
mogelijk in de echte wereld kunnen werken, liever dan in
kwamen ook de kinderen en volwassenen in beeld. Voor
gen opgezet. Marc van Ooijen: "Een eigen thuis in de samenleving, waar ouders gewoon kunnen binnenlopen.
Dat is nog steeds wat cliënten en hun ouders willen en waar we een zo goed mogelijk antwoord op willen geven."
Een van de eerste cliënten bij wonen was Frans van
Cruchten. Fien Wolters: "Frans was een heel bijzonder
mens: erg op andere mensen gericht, vrolijk, een echte le-
vensgenieter. Hij woonde bij zijn moeder in Vlodrop en
kwam naar de Pappelhof voor dagbesteding. Een verpleegkundige die bij hen thuis kwam, had erop aange-
drongen dat Frans geplaatst werd in een internaat in
Saamhorigheid
wat er van hen wordt gevraagd, weten waar zij bij horen!"
kan echt niet zomaar zeggen: jullie moeten het doen zoals
Heel. Zijn moeder was zó verdrietig. Ich wil det er bie mich
Wat vergt dat van de organisatie? In 2015 in wezen het-
Marc van Ooijen: "Deze sector vraagt om saamhorigheid
wij het deden. De wereld is zo anders geworden. In mijn
waat er mot as der get mit mich gebeurt! Ik heb gezegd dat
verstandelijke handicap vraagt om nabijheid. Je moet de
niet mogelijk om met iedereen persoonlijk contact te heb-
van zijn was een fijne baan. Nu bestuurder zijn, lijkt me
blief. Door det jong hub ik nog een heim! Maar ich weit neet
zelfde als 60 jaar terug. Fien Wolters: "De mens met een
wij dan voor hem zouden zorgen, al wist ik toen niet hoe.
mensen willen kennen en aansluiten bij wat passend is.
de woonvoorziening in Heytse gaan wonen."
wilden veel instellingen dat wij ons bij hen aansloten.
Maar Frans en z'n moeder bleven bij elkaar. Later is hij in Begeleiding toen en nu
Mensen met een verstandelijke beperking hebben altijd de
nabijheid van de ander nodig. Fien Wolters: "Bij normale
Anders kun je beter iets anders gaan doen. In onze tijd
Maar daar had ik niks mee. Ik wilde geen fusie. Die grote
instituten stonden zo ver af van de cliënten. Wij hoefden
niet zo nodig mee in de vaart der volkeren. Ik wilde ge-
woon goed doen wat we deden. Ook als directeur of ma-
mensen, voor zover je daarvan kunt spreken, ga je ervan uit
nager moet je contact houden met de mensen voor wie
Zij hebben steeds een uitnodiging, of ondersteuning nodig.
zijn erg belangrijk voor deze zorg. Zij moeten begrijpen
dat ze het zelf gaan doen. Dat gebeurt bij deze mensen niet.
Dus al die ambtenaren kunnen wel van alles verzinnen,
maar het moet wel lukken. Zij hebben te weinig beeld van
wat er achter de vragen van deze mensen zit." Marc van Ooijen: "Dat is misschien wel het belangrijkste wat we mo-
menteel aan het doen zijn: de buitenwereld laten zien wie
deze mensen zijn. Duidelijk maken dat de zorg voor hen
blijft! En dat we zo vroeg mogelijk moeten inzetten op
goede ondersteuning, om te zorgen dat zij zich kunnen ont-
wikkelen en zo zelfstandig mogelijk kunnen worden."
je werkt en de mensen met wie je dat doet. Medewerkers
tussen cliënten, ouders en medewerkers. Het is voor mij
tijd was PSW een overzichtelijke stichting. Directeur daar-
ben, zoals Fien Wolters dat kon. Onze organisatie is in-
niet zo eenvoudig, maar wel interessant. Het werk dat wij
vooral de teamleiders hebben dat rechtstreekse contact
kijken naar de mens achter de verstandelijk gehandicapte
middels veel groter dan in die tijd. Maar de managers en nog dagelijks. Zij werken heel zelfstandig; kunnen doen
wat nodig is. En wij selecteren onze medewerkers bij de aanname op echte affiniteit met de zorg en de cliënten." Passend?
Tot slot van het gesprek stelt Marc van Ooijen nog de
vraag: heb je nog een advies voor PSW? Fien Wolters: "Ik
doen is zó belangrijk. Deze mensen zijn zoals ze zijn. Blijf en blijf dicht bij de ouders. Ze zijn niet allemaal hetzelfde,
maar vragen wel een leven lang zorg. Blijf jezelf steeds de
vraag stellen: is het passend wat we doen? En blijf voor
hun zaak opkomen. Dat is nog steeds hard nodig!" Marc
van Ooijen: "Ik denk dat we dat allemaal herkennen. In die zin is er niets veranderd sinds 1955!"
“Ich wil det er bie mich blief. Door det jong hub ik nog een heim! Maar ich weit neet waat er mot as der get mit mich gebeurt!” Uitspraak moeder van Frans
Caspar van Cruchten, broer van Frans:
Iedereen was betrokken bij de cliënten "Frans was een vrolijk mens. Hij heeft een goed leven gehad. PSW heeft daarbij
een grote rol gespeeld. Veel meer dan mooie woorden, ging het daar om gedrag,
om de houding van de leiding. Ze kenden Frans door en door. Als er iets geregeld
moest worden, deden we dat in goed overleg, op basis van vertrouwen. Tot de
laatste dag zijn ze aanwezig geweest. Indrukwekkend!"
"Van jongs af aan was Frans een heel vrolijke en sociale jongen. Hij had altijd veel met zijn omgeving: familie, kennis-
sen, het team, zijn collega's. De leiding liet hem daarin veel zijn gang gaan. Vanuit de Pappelhof ging hij soms werken in een conservenfabriek in de buurt: pallets uitpakken en zo. Als hij jarig was, kwamen de bedrijfsleider en de "meiden
van kantoor" op zijn feestje. Vanuit de Pappelhof ging hij zelf de (nabijgelegen) flat door om oud papier op te halen. Dat regelde hij zelf. Van het geld kocht hij sigaren en sigaretten, want hij was een fervent roker.
Dat soort zaken bespraken wij in goed overleg met de leiding van PSW. Natuurlijk liep hij risico's. Wij konden dat goed afwegen en waren helemaal eens met elkaar dat hij die aanvaardbare risico's moest kunnen lopen. Voor mijn moeder
was dat wat ingewikkelder, maar ik heb altijd vertrouwen gehad dat de leiding die dingen goed kon inschatten.
"Toen Frans van school kwam en naar de Pappelhof ging, was ik al het huis uit. Frans
woonde bij mijn moeder en zij zorgde voor hem. Later ben ik zijn mentor (wettelijk ver-
tegenwoordiger) geworden en heb ik de contacten met PSW overgenomen. Dat ging
stap voor stap, heel geleidelijk. Het was eigenlijk niet zo van belang wie dat precies deed.
Er waren veel informele contacten. Iedereen was betrokken, behalve de leiding ook de
directie. Zij waren altijd bij feestjes en daar kwamen we elkaar tegen. Mijn moeder was
wat bezorgder als het om Frans ging dan ik. Ik woonde ver weg, dus kon me niet overal
mee bemoeien. Maar dat hoefde ook niet. Het liep eigenlijk altijd gewoon. En als er vragen
waren, wisten we elkaar te vinden.
Frans van Cruchten wordt geboren in december 1953. Frans heeft een 4 jaar oudere broer Caspar. Het gezin woont
in Vlodrop. Vader overlijdt op jonge leeftijd. Als Caspar op zijn 18e het huis uitgaat om elders te gaan studeren, woont
Frans nog jaren samen met zijn moeder. Frans heeft het syndroom van Down. Rond zijn vijfde gaat hij naar de Herman Broerenschool in Roermond (onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen). Daarna krijgt hij dagbesteding bij PSW in
Activiteitencentrum Pappelhof. In 1985 verhuist hij naar Heythuysen, eerst naar het nieuwe Woonbegeleidingscentrum Heytse aan de Magdalenastraat; daarna naar de Graaf van Loonlaan en later, toen hij snel verouderde, weer terug naar de Magdalenastraat. Daar overleed hij op 16 mei 2007.
"In 1985 is Frans naar Heythuysen
"Frans is tot het einde thuis blijven wonen. Op het eind
wel lastig, maar nam ook een deel van
tegen mij: maak je daarover maar geen zorgen, en heeft
verhuisd. Dat was voor mijn moeder
haar zorgen weg. De eerste jaren ging hij
elk weekend naar huis. Frans voelde zich zéér
thuis in het woonbegeleidingscentrum. Ook hier
gezorgd voor extra middelen en inzet van medewerkers.
Tot het laatst is het hele team betrokken geweest. Toen hij een keer moest worden opge-
waren de contacten met de leiding uitstekend. Ie-
nomen in het ziekenhuis, bleven
van zijn begeleidsters toen wil ik apart noemen, Lenie
de andere cliënten hielpen hem.
dereen was betrokken en toonde grote inzet. Eén
Geenen, vanwege haar idee voor de 50e verjaardag van
Frans. Daar verheugde hij zich op. Hij wilde dat groots vieren.
Maar vóór zijn 48e begon hij te dementeren en de vrees be-
stond dat hij zijn 50e verjaardag niet meer bewust zou meemaken.
Frans zelf had geen idee hoe lang dat allemaal nog zou duren. Dus
hebben ze op zijn 48e verjaardag zijn 50e gevierd. In een feestzaal in het
dorp, met al zijn familie, vrienden en kennissen erbij. Dat was een prachtig feest. "Als je op bezoek kwam in de huizen waar hij woonde, was er een gezellige, huiselijke sfeer; een beetje rommelig
soms. Er stond altijd wel iemand te strijken of was TV aan het kijken. Misschien was het juist daarom wel dat Frans
er zich zo thuis voelde. Ook hier vonden de leiding en wij elkaar. Bijvoorbeeld over hoe om te gaan met het roken. We waren het altijd volkomen met elkaar eens.”
had hij veel extra zorg nodig. Jacques Wulms van PSW zei
ze daar bij hem slapen. En ook
Toen Frans niks meer kon, zaten
ze soms uren bij hem. Iedereen
voelde zich verantwoordelijk
voor elkaar. Dat zit gewoon in de organisatie!"
Jolanda Zelis, moeder van Daphne:
Vanuit het warme gevoel blijven denken
“Als je een kind krijgt met een verstandelijke beperking, komt meteen de vraag op: wie gaat het straks van
mij overnemen, als ik er niet meer ben? Dat is voor alle ouders het grote pijnpunt! Die bezorgdheid blijft altijd bij je. Dan is het fijn als je een zorgaanbieder vindt aan wie je je zorgen langzaam kunt overdragen. Een zorg-
aanbieder die mijn kind een plek kan bieden die haar thuis wordt en waar ze haar door en door kennen. Ik
heb er vertrouwen in dat we die plek gevonden hebben bij PSW.” ‘Tot haar vijfde jaar gingen alle deskundigen ervan uit dat
geen plaats voor Daphne. Toch heeft PSW toen gezorgd dat
merken van een beperking en er was toen geen sprake van
PSW. Toen al viel op dat PSW haar uiterste best deed voor ons.
Daphne zich normaal ontwikkelde. Ze had geen uiterlijke ken-
een overduidelijke achterstand. Maar wij wisten dat ze anders
ze snel terecht kon. Dat was onze eerste kennismaking met
Na 't Brombemke ging Daphne naar De Maaskei (ZMLK). Daar
was. Als ouders heb je daar een gevoel bij en dat bleek helaas
heeft ze een fijne tijd gehad. Intussen was haar broer gebo-
mien paste en niet mee kon met de andere kinderen. Ze werd
aanzienlijke beperking had. Ze functioneert op het niveau van
te kloppen. Op de basisschool bleek dat ze niet in het stra-
op het Medisch kleuterdagverblijf in Wessem geplaatst. Maar ook daar zat ze niet op de goede plek. Het MKD wilde haar zo
snel mogelijk weer overplaatsen, liefst nog dezelfde week.
Ze zou naar Kinderdagcentrum 't Brombemke van PSW in St Odiliënberg gaan. Dat zat helemaal vol en er was eigenlijk
van ons en haar broer. Alle aandacht ging altijd in de eerste
heeft een broer die 5 jaar jonger is. Het gezin Zelis
ik ook niet. Altijd was er eerst de zorg voor Daphne. De band
school gaat, wordt definitief duidelijk dat ze een
avond of middagje weg, of zomaar even wandelen. Dat wilde
tussen haar en mij is enorm hecht, maar het is wel zwaar. En steeds speelt door je hoofd: wie gaat er voor haar zorgen als
20e verlaat ze de school en krijgt dagbesteding bij
Tijdens haar schooljaren waren er in de gehandicaptenzorg lange wachtlijsten voor wonen. De geluiden waren dat men-
een school voor speciaal onderwijs in Heel. Op haar AC Herten van PSW. Nu werkt ze in AC Maasbracht
en krijgt daar gevarieerde dagbesteding: deels in het
sen wel 10 jaar op de wachtlijst moesten staan. Ik dacht: dat
AC, deels bij een zorgboerderij en deels in het reguliere
Daphne bij alle gehandicaptenorganisaties in Midden-
2015 is ze verhuisd vanuit haar ouderlijk huis naar
zal mij niet overkomen! Ik ben overal gaan kijken en heb
Limburg ingeschreven. Na die eerste bezoeken heb ik van
geen van die organisaties nog iets gehoord, behalve van PSW.
kijken. Elke keer weer hebben we het gesprek gevoerd: hoe
beperkingen van Daphne beheersen haar hele leven en dat
(medisch kleuterdagverblijf), bij KDC 't Brombemke
in alles afhankelijk zijn van mij en van anderen.
redden, ook al is dat met vallen en opstaan. Zij niet; zij zal altijd
een jong kind, maar omdat geen enkele specialist dat die eer-
tegen beter weten in, hopen dat ze zich alsnog voldoende
verstandelijke beperking heeft. Ze komt via het MKD
van PSW. Met 6 jaar stroomt ze door naar de Maaskei,
De manager wonen heeft regelmatig contact opgenomen, als
goed zal ontwikkelen. Helaas heeft dit niet zo mogen zijn. De
woont in Montfort. Als Daphne 4 jaar is en naar
ik er niet meer ben? Andere kinderen gaan zich uiteindelijk
ren, Maurice. Het werd steeds duidelijker dat Daphne een ste jaren letterlijk tegen ons had gezegd, blijf je als ouder toch,
Daphne Zelis is in februari 1989 geboren. Daphne
plaats uit naar Daphne. We konden nooit eens gewoon een
er een nieuw woonproject van start ging. Steeds zijn we gaan ziet het eruit, hoe gaan we het doen. Alle projecten spraken me aan; ik was steeds enthousiast over de locatie, de uitvoe-
ring en het zorgconcept. Toch zei ik steeds weer ‘nee’. Ik was
er nog niet aan toe om die grote stap te nemen; om een deel
circuit, zoals de kledingbank in Maasbracht. In januari het nieuwe WBC Echt.
van de zorgen over te dragen. Dat begrepen ze goed. Maar
Daarna hebben we samen met Daphne de hele bouw inten-
voor ouders, ze hebben een menselijk begrip voor de ‘strijd’
stond tot de woning zoals die er nu staat. We gingen vaak
ik wist wel al zeker dat het PSW zou worden. Ze zijn zo open
die ouders met hun gevoelens en zorgen leveren, voordat
sief gevolgd, vanaf de sloop van het oude gebouw dat er
kijken en maakten foto's. We spraken er veel over thuis, met
een zo ingrijpende beslissing als het buiten het ouderlijk
elkaar en met Daphne. Toen het team werd gevormd, zijn
tussen ging Daphne ook al naar de dagbesteding in Herten.
(van Baal, teamleider) en Famke (Frenken, persoonlijk bege-
huis wonen en leven van je zorgenkind, genomen wordt. In-
door hen de contacten meteen zorgvuldig opgepakt. Wim
Daphne Zelis (26 jaar)
Daphne woont sinds 8 januari 2015 in WBC Echt, in een woning met nog 6 andere personen. In haar prachtig ingericht appartement, met veel roze accenten, vertelt ze samen met haar persoonlijk
begeleidster Famke Frenken over haar leven in haar nieuwe huis.
leider van Daphne) zijn bij ons thuis geweest. Ze vroegen:
"Ik woon nu hier in Echt. Dit is mijn kamer! Overdag werk ik in Maasbracht, bij de bakkerij, creatief en op
aanzien van al Daphne’s tekortkomingen is enorm.
voelde zó goed!
allen. Door de week komt Lia, de kookmevrouw. Zij kan lekker koken. Wij wilden zelf leren koken. Ik kon
‘ja’ tegen gezegd. Daphne werd steeds ouder en wij ook. Het
de overgang moeilijk zou gaan. Maar het ging vanaf de eer-
Eerst op basis van een stage vanuit school en later de hele
week. Ook daar waren we erg tevreden over. De zorg ten Toen kwam het woonproject in Echt langs. Daar hebben we leek ons goed dat zij bij leeftijdgenoten zou wonen en dat
wat willen jullie; wat moeten wij weten van Daphne? Dat Daphne verhuisde op 8 januari 2015. Ik had verwacht dat
ste nacht goed! Mede door de goede voorbereiding van
goede zorg gewaarborgd zou zijn voor het moment dat wij,
mama en papa én van PSW. Ze woont nu driekwart jaar in
dien leek het erop dat dit voorlopig het laatste woonproject
voor de persoon Daphne. Ze voelen haar goed aan en vanaf
haar ouders die niet meer zouden kunnen geven. Boven-
van PSW zou worden. Wij zijn aangesloten bij een groep ou-
ders die al bezig waren met de voorbereidingen voor het uit-
eindelijke woonproject in Echt.
Echt. De begeleiding is erg betrokken en er is alle aandacht het begin is alles bespreekbaar. We hebben een fantastische
woonplek voor ‘onze Daphne’ gevonden.”
Ze voelt zich absoluut thuis. Dat is voor ons het belangrijkste!
de computer; en ik ga naar de kledingbank en naar zorgboerderij Asselterhof. 's Avonds eten we met z'n
het al een beetje, heb het op school geleerd. Nu koken we op dinsdag zelf met de begeleiding. Elke week hebben 2 of 3 mensen de kookbeurt. We bedenken zelf het menu en doen boodschappen.
's Avonds ga ik computeren: spelletjes doen, of op youtube, of skypen met opa en oma of mijn tante.
Ik hou ook van knutselen. Ik heb pas iets nieuws geleerd, armbandjes maken. Dat hebben ze me voorgedaan en nou kan ik het ook. Soms kijken we TV of doen we spelletjes.
We hebben wel eens uitstapjes, bij de buurtvereniging: een Tiroleravond en een barbecue. En de
optocht met carnaval.
Papa en mama komen vaak hier. Met mama poets ik mijn kamer, en op zaterdag doe ik dat zelf.
Ik wilde eigenlijk altijd bij papa en mama blijven wonen, maar mijn mama heeft uitgelegd dat dat niet kan. Ik woon hier al een tijdje in Echt in mijn kamer. Ik ken alle begeleiding; ik vind het hier fijn. Dit is nu mijn huis geworden."
PSW
De TAAK Missie / visie van PSW
PSW biedt zorg en ondersteuning van goede kwaliteit aan kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking bij wonen, dagbesteding, vrije tijd, onderwijs en werk.
PSW wil bevorderen dat mensen met een verstandelijke beperking een volwaardige
plaats innemen in de samenleving en zoveel mogelijk zelf richting en inhoud geven aan hun eigen leven.
Belangrijke uitgangspunten zijn:
anderen nodig. Daarnaast heeft ieder mens behoefte
aan een veilige, sociale omgeving met familie, vrienden
en kennissen. PSW heeft aandacht voor fysieke en sociale integratie in de samenleving en stimuleert actieve betrokkenheid van het netwerk van de cliënten. mogelijkheden en vaardigheden
Ieder mens heeft mogelijkheden, talenten en vaardig-
Colofon Uitgave 2015
PSW
Tekst en samenstelling Els van Gils
heden. PSW is gericht op het ontwikkelen, benutten of
Foto's
PSW werkt vanuit een individuele benadering die in de eerste plaats gericht is op het
van cliënten.
(uit het familiealbum)
woordelijkheid van de cliënt. Uitgangspunt is de individuele vraag.
professionele en betrouwbare organisatie
regie over het eigen leven
persoonlijk welzijn van de cliënt. Wij streven naar een zo groot mogelijke eigen verant-
werken in de driehoek
PSW werkt op basis van gedeelde verantwoordelijkheid met de cliënt zelf en de
ouders/verwanten. Uitgangspunt is de driehoek: cliënt, ouders/vertegenwoordigers en
medewerkers. Ook op het niveau van de organisatie hecht PSW waarde aan participatie
van cliënten en ouders/verwanten. de cliënt in de samenleving
Mensen met een verstandelijke beperking zijn volwaardige burgers. Zij hebben recht op een
volwaardige plaats in de samenleving. Zij hebben daarbij hun leven lang ondersteuning van
in stand houden van mogelijkheden en vaardigheden
PSW is een professionele en betrouwbare organisatie
met deskundige medewerkers. Wij gaan verantwoord om met de middelen en geven ons rekenschap van de
vragen die de samenleving stelt. Cliënten, ouders/verwanten en medewerkers voelen zich bij ons gekend.
Ons beleid is transparant; onze relaties zijn duurzaam.
Van onze medewerkers vragen wij betrokkenheid en
een positieve inzet.
Caspar van Cruchten Els van Gils
Paul Niessen Eindredactie
Anouschka Bänziger Realisatie
hoenenenvandooren