Gk155:1,4,5; Luc.23:33-49 (46); LB189; Ps.31:1,2,3; LB358:1-5/6; Ps.3:2
De Here Jezus gaf het vol vertrouwen uit handen, en jij/u? 1. Wat kunnen we soms worstelen met iets. Een ander is er soms snel klaar mee: ‘je moet het loslaten. Geef het toch uit handen’… Ja, maar hoe? 2. De Here Jezus ging die verschrikkelijke weg tot het einde. Eindelijk ‘het is volbracht’! En dan toch nog deze laatste woorden? Luidkeels: Hij glijdt niet langzaam de dood in maar wil nog wat duidelijk maken aan zijn omgeving en aan ons. Onze Heiland leeft met de woorden van God, Hij citeert vaak uit de Schrift. Ook nu: Psalm 31. David is daar in grote nood, omringd door vijanden maar rekent op verlossing en in dat kader legt hij zijn leven in Gods hand (vs.6.16). De Here Jezus rekent ook op redding! Hij heeft het dan niet vaag over de hemel, het paradijs of het koninkrijk maar over ‘zijn leven leggen in de handen van Vader’! Zo betaalt Hij voor onze schuld en schenkt Hij ons verlossing. 3. In de joodse traditie zijn deze woorden het avondgebed geworden: ‘in Uw handen beveel ik mijn geest’. Ook Stefanus bidt deze woorden vlak voor zijn sterven (Hand.7:59). Wij mogen het elke dag doen en ook aan het einde van ons leven. Omdat onze Heiland voor ons die weg is gegaan naar Golgotha mogen we rekenen op verlossing. Eet en drink onderweg brood en wijn en geef jezelf maar uit handen, vol vertrouwen… Gesprekspunt, kindfragment, citaten, bijbelstof 1. Goede Vrijdag 2015. Wat emoties betreft kan het soms verwarrend zijn. Alsof je 4 en 5 mei tegelijk viert. Geniet van genade en vrijheid en vergeet niet Hem te danken die de prijs betaalde. (be)Leef je vrijheid! 2. voor de kinderen: je b . gr . . p . iets van je . uis . erk. Je . meet je boek op t . f . l. Toen . ielp je g . ote . roer. G . . ukki . maar. Zo kon j . he . uit handen geven. B . g . ijp je w . t je ui . handen . ag geven . oor G . . de Vrijdag? Blijf er . aar . l . ijd in geloven en praat er th . . s nog eens over, g . . . . . . s. 3. ‘Zo leren wij van Hem, door Hem en om Hem, ons leven in Gods hand leggen. Dat moet praktisch beoefend worden in de gemeenschap met de Gekruisigde en nu levende Christus. Dat is gelovig leven in alle onderscheiden en verwarde situaties van het leven. In het middelpunt van het oneindige heelal zijn er Vaderhanden en klopt er een Vaderhart. Niemand kan wat de Vader mij gegeven heeft, uit de handen mijns Vader rukken (Joh.10,29). Naarmate we het geloven, krijgen we de Vader lief. Naar de mate waarin we Hem liefhebben, groeit ook ons geloof’
4. ‘Gods hand is voor ons de hand van de Vader, omdat Jezus Christus hier zijn leven als offer daarin heeft gelegd. In het middelpunt van het oneindige heelal zijn er Vaderhanden en klopt er een Vaderhart’ 5. ‘Ja, in Jezus’ laatste bede hoor ik hoe graag Hij wilde dat ik leven zou. En dat ik mij elke gewone dag dat de zon mag schijnen, toevertrouw aan mijn Vader in de hemel’ 6. Bijbelstof: Psalm 31; Hand.6-7 (over Stefanus); Joh.10 (18.29); over Jezus en ons m.b.t. de Schrift: Luc:2:46 + Luc.24:25-48; art.19 N.G.B. Ds.G.J.Klapwijk, Zwolle-Berkum, Goede Vrijdag 2015
Gk155:1,4,5; Luc.23:33-49 (46); LB189; Ps.31:1,2,3; LB358:1-5/6; Ps.3:2
De Here Jezus gaf het vol vertrouwen uit handen, en jij/u? Blok 1. ‘dat moet je gewoon loslaten’…. Hoe vaak is/wordt dat tegen je gezegd? Meestal hebben ze ook wel gelijk maar ja, hoe doe je dat… Het is vaak makkelijker om het tegen iemand anders te zeggen dan het zelf toe te passen op je eigen situatie. En hoe meer iets je raakt, hoe moeilijker het dan juist is om het los te laten. Hoe groter ons probleem, hoe lastiger het wordt. Soms zijn dingen zo heftig dat je er niet eens meer goed van kunt slapen. Of je wordt er echt helemaal ziek van…. En dat overkomt niet alleen andere mensen. Het kan ons ook overkomen. Ook mensen die geloven in de Here God. En soms levert dat dan weer een schuldgevoel op. Als kind van God hoef ik toch niet…., maar ja…. Hoe kunnen we hier een stap in maken? Hoe kunnen de bijbelwoorden, de woorden van onze Here hierbij helpen? Blok 2. We stonden afgelopen zondag en afgelopen dagen stil bij die martelgang van onze Here Jezus Christus, op weg naar het kruis. Zijn lijden, de pijn, de bespotting maar ook dat Hij vastberaden op weg gaat naar Jeruzalem om daarna weer terug te gaan naar zijn Vader in de hemel (Luc.9:51). Wat besef je dan goed hoe lief Hij ons heeft. Hoe trouw Hij is aan Zichzelf en aan zijn scheppingsplan. Het is geen lot de Here Jezus Hem overkomt en dat ontdekken we vandaag weer. Als we stil staan bij het laatste woord dat onze Heiland sprak, hangend aan het kruis. Hij had zich nog tot de kleine kring van zijn familie en vrienden gewend: ‘vrouw, zie uw zoon. Zoon, zie uw moeder’. Hij had zich tot de omstanders en tot ons gewend toen Hij zei ‘het is volbracht’. Het was klaar. Genoeg. Betaald. Maar dan moet Hij toch ook nog sterven. Ook dat hoort er bij: zo hadden de woorden geklonken tot de eerste Adam: ‘ten dage dat gij daarvan eet, zult gij sterven’. Hier sterft dan Adam, de tweede Adam. En dan is zijn laatste woord een gebed. Waar Hij bij het woord ‘mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ de Vadernaam niet noemt, is die vertrouwelijkheid hier weer helemaal terug. En zo klinkt dat gebed. Omgang met zijn hemelse Vader. Iets waar Hij heel vertrouwd mee was. En zo ook hier, in zijn laatste bijzondere woord. In alle duidelijkheid gesproken om gehoord te worden.
‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest’. Woorden om bij stil te staan. Hij glijdt niet langzaam de dood in maar is tot op het laatste moment helder. Heel bewust geeft Hij zijn leven uit handen. ‘Toen Hij dat gezegd had, blies Hij de laatste adem uit’. Die laatste woorden, waar staan ze voor? We kennen onze Heiland als Iemand die dicht bij de woorden van de Schrift leeft. Die ze kent en vaak gebruikt. Zelfs (juist!) ook aan het kruis. Zo had Hij net hiervoor Ps.22 op de lippen genomen. ‘mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij?’. En nu, in zijn laatste woorden neemt Hij woorden uit Ps.31 op de lippen. Een aangrijpende psalm waarin de nood van koning David wordt getekend. Het gaat over vijanden, over zijn nood, over ogen die gezwollen zijn van verdriet. Over ‘zuchtend slijt ik mijn dagen’, ‘tot op mijn botten teer ik weg… Bij allen die mij belagen wek ik de lachlust, vergeten ben ik als een dode, afgedankt als gebroken aardewerk, ik hoor de mensen over mij fluisteren…’. Geen wonder dat de Here Jezus terugvalt op deze psalm. Wat een herkenning! Ja, maar dat is niet wat de Here Jezus laat terugkomen van deze psalm. Hij neemt juist de woorden van David op de lippen die duidelijk maken dat er verlossing zal komen. Dat het niet uit zal lopen op een groot drama maar dat er redding komen zal. En in dat vertrouwen legt David zijn leven in Gods hand. In een heftige situatie vertrouwt hij op zijn God en geeft hij alles over aan zijn hemelse Vader. Vs.6: ‘in uw hand leg ik mijn leven’. En in vs.16 de conclusie die hij trekt: ‘in uw hand liggen mijn lot en mijn leven’. Dat is wat als je dat mag zeggen, als je dat gelooft! En zijn conclusie wordt dan in vs.22: ‘geprezen zij de HEER om zijn trouw, Hij heeft een wonder voor mij verricht. Hij ontzette mij als een belegerde stad’. Dus blijkbaar is David niet ten onder gegaan, is hij niet gestorven. Maar heeft de HERE hem uit de nood verlost. En dan zegt de Here Jezus dat, vlak voordat Hij sterft. En daarmee zegt Hij dat Hij rekent op redding en verlossing. Daarmee maakt Hij duidelijk dat zijn sterven niet het einde is. Niet het fatale lot dat een mogelijk grote ster in Israel uiteindelijk overkwam. Na zijn sterven komt het goed! En wat is de Here Jezus dan concreet als Hij die verlossing omschrijft! Niet.. dan kom ik in het koninkrijk… Niet… dan kom ik in de hemel… Nee, maar zo: ik leg mijn geest in uw handen…. En wat David zo nog niet zo makkelijk kon zeggen en wat de Here Jezus vlak hiervoor ook niet durft te zeggen, zegt Hij hier wel: ‘Vader!!’. Hoe concreet, hoe persoonlijk, hoe vertrouwd! Dat is wat de Here doet met zijn moeiten. Nu Hij zo iets verschrikkelijks aan het doen is: sterven….
Wat heerlijk voor Hem om zo vol vertrouwen te mogen sterven. Wat heerlijk voor ons dat Hij daar de prijs betaalt voor onze schuld. En dat Hij het heeft volgehouden! Wat geeft dat voor ons een houvast voor het leven vandaag! Dat er iemand is die tot het uiterste is gegaan om voor ons te zorgen. Die hier ons voorgaat door te bidden: Vader, in uw handen leg ik mijn geest. Blok 3. In de joodse traditie is het voor het joodse volk het avondgebed geworden. Voordat je gaat slapen, vol verwachting dat je morgen weer wakker zult worden. ‘in uw handen beveel ik mijn geest’. Maar bij Stefanus ontdek ik de diepere laag die schuilt in dit avondgebed. Want Stefanus hebben wij leren kennen als zo ongeveer de eerste christen die vanwege zijn geloof gestorven is. Gestenigd. Hoe vreselijk is dat! En hij bidt hier niet meer zoals David in Ps.31 erover bad. Maar zoals de Here aan het kruis deze woorden heeft gebruikt. Door de dood heen word ik verlost, daar reken ik op. In uw handen geef ik mijn geest, leg ik mijn leven. Lees maar aan het einde van Handelingen 7. Hoe persoonlijk, hoe mooi om dat beeld te mogen gebruiken. In die moeilijke situatie kan Stefanus het loslaten. Zichzelf loslaten. Zichzelf, zijn leven uit handen geven. Bij het ergste wat je kan overkomen is er uitzicht op verlossing. Wat een rijkdom voor Stefanus! Wat een rijkdom voor ieder die gelooft in de Here die de weg is gegaan tot en met het einde! En als je daar nog niet zo zeker van bent… Dan moet je zometeen maar eens kijken en proeven. Als God je ervan wil overtuigen, van zijn liefde. In brood en wijn. Kijk: dat is er gebeurd en nu mag jij het uit handen geven. Zo mag je hier op aarde al oefenen om ontspannen te leven. Je mag rekenen op uitredding uit de ellende. Zo mogen ook wij gaan leven met deze zekerheid. Dat je ’s avonds mag gaan slapen en je zorgen achter je mag laten. Dat lukt niet altijd. We zijn mensen. Maar je grootste zorg mag je echt achter je laten. Dat je wel eens tegenvalt, dat je een zondig mens blijft. Waar je zo mee kunt zitten, mee rond kunt lopen. ‘joh, dat moet je loslaten. Geef dat nu maar uit handen. Het is volbracht. Er is betaald. Tob niet langer. Je leven is in zijn hand’. Loslaten valt ons niet makkelijk. Zeker niet als het om heftige dingen gaat. We zijn tenslotte mensen.
Toch mogen we ook in deze situaties elkaar helpen door te wijzen op Hem die voor ons wil zorgen. In elk geval moeten we niet aarzelen als het gaat om ons grootste probleem. Dat we een keer zullen sterven en de levende God zullen ontmoeten. Aan het einde van ons leven mogen we geloven en mogen we het elkaar voorhouden: je mag je leven uit handen geven. Laat maar los. Het is, je bent in goede handen! Voor eeuwig. Vanwege het wonder op Golgotha. Het wonder van de kruisdood. Het wonder van de opstanding. Dood is dood? Nee dus! Als wij gaan sterven dan kan er angst zijn en benauwdheid. Laten we het niet mooier maken dan het is. Niet iedereen sterft zoals Stefanus dat deed. Maar wat voor hem en ons hetzelfde is: geef je leven maar uit handen. Hij is ons erin voorgegaan. En wij nemen de vrucht van zijn sterven mee als we de Here God zullen ontmoeten. Ons grootste probleem is opgelost. Namelijk hoe wij als zondige mensen de heilige God onder ogen kunnen komen. Heerlijk om zo te vallen in de handen van de levende God. Want je leven komt terecht aan de overkant van de dood. Uit genade! Omdat het ooit Goede Vrijdag was. Omdat het zondag Pasen wordt, amen!