6 december 2011
SOCIAAL PLAN 6 december 2011
6 december 2011
INHOUDSOPGAVE 1. Considerans 1 Partijen 2. Inleiding 2 Noodzaak tot reorganisatie 3. Algemene bepalingen 3.1 Definities 3.1.1 “Werkgever” of “Groothuis” 3.1.2 “Werknemer” of “Wijker” 3.1.3 “Reorganisatie” 3.1.4 “Bruto Maandsalaris” 3.1.5 “Aantal Gewogen Dienstjaren” 3.1.6 “Huidige Functie” 3.1.7 “Passende Functie” 3.1.8 “Afspiegelingsbeginsel” 3.1.9 “Procedurefase” 3.1.10 “Aanzegdag” 3.1.11 “Suppletieregeling” 3.1.12 “Suppletieperiode” 3.1.13 “Peildatum” 3.2 CAO 3.3 Informatieverstrekking 3.4 Werkingssfeer van de diverse regelingen in het Sociaal Plan 3.5 Ingrijpende of onvoorziene veranderingen 3.6 Werving / Vacatures 3.6.1 Vacatures 3.6.2 Vacatures gelijk aan de Huidige Functie 3.6.3 Vacatures voor een Passende Functie 4 Beëindiging / Ontslag 4.1 Beëindigingsprocedure 4.1.1 Persoonlijk gesprek: Aanzegdag 4.1.2 UWV Werkbedrijf / Kantonrechter 4.1.3 Vaststellingsovereenkomst 4.2 Afvloeiingsvoorzieningen 4.2.1 Suppletieregeling / Suppletieperiode 4.2.2 Vrijstelling van werkzaamheden 4.2.3 Totaalbedrag ineens 4.2.4 Indiensttreding bij Werkgever gedurende de Suppletieperiode 4.2.5 Uitbetaling totaalbedrag 4.2.6 Extra vergoeding (EV) 4.2.7 Outplacement / Begeleiding
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
PAG. 4 4 4 4 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 11 12 12 13 13 14
2
6 december 2011
5
Overige voorzieningen en bepalingen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
6 7 8 9
14 14 14 14 15 15 15 15 16 16 17
Verval concurrentiebeding Getuigschrift / Referenties Normale eindafrekening Opleidingskosten Inlevering zaken Vertrekstimuleringsregeling
Hardheidsclausule Begeleidingscommissie Borgstelling tot 1 maart 2012
Ondertekening
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
3
6 december 2011
1. CONSIDERANS Artikel 1 Partijen Partijen bij deze overeenkomst zijn enerzijds: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GROOTHUIS WONINGBOUW B.V., gevestigd te Harbrinkhoek, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.A. Kok, directeur, verder mede aan te duiden als “Groothuis” of “Werkgever”; en anderzijds: 1. FNV Bouw, gevestigd te Woerden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer F. Boonstra; 2. CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.M. van Dijk; 3. HZC, gevestigd te Nieuwegein, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer M.F.M. Groot Kormelink; verder tezamen aan te duiden als “Vakverenigingen”. Werkgever en de Vakverenigingen tezamen worden ook wel aangeduid als Partijen.
2. INLEIDING Artikel 2 Noodzaak tot reorganisatie 2.1
Het voorgenomen besluit tot reorganisatie is noodzakelijk gelet op de fors dalende verkoopaantallen en omzet, de uiterst kwetsbare liquiditeitspositie, het te verwachten forse verlies voor 2011 en de negatieve prognose voor 2012. In 2009 heeft Groothuis reeds eerder een forse reorganisatie moeten doorvoeren; ca. 100 arbeidsplaatsen zijn toen verloren gegaan. Er was sprake van een ernstige kredietcrisis die leidde tot een acute en omvangrijke terugval in de verkoop van nieuwbouwwoningen. Groothuis had toen de hoop dat de economie in de jaren daarna een herstel zou vertonen, doch helaas blijkt dat niet zo te zijn. Na een licht herstel in 2010, tekent zich in 2011 opnieuw een forse terugval af in de verkoop van de woningen, zelfs zodanig dat Groothuis qua verkoopaantallen onder het dieptepunt van 2009 zal uitkomen. Het jaar 2012 ziet er eveneens somber uit. De marktvoorspellingen zijn bijzonder negatief. Anno 2011 is de situatie bij Groothuis beduidend zorgwekkender dan in 2009 reeds het geval was.
2.2
Gelet op het voorgaande, waaruit moge blijken dat de continuïteit van Groothuis in het geding is, heeft Groothuis de noodzakelijke beslissing moeten nemen tot reorganisatie, waarbij 101 arbeidsplaatsen komen te vervallen. Hiermee is een collectief ontslag gemoeid van 74 werknemers; deze werknemers hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd welke tussentijds beëindigd te worden. Voorts wordt er afscheid genomen van 3 uitzendkrachten en zullen 24 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd niet worden verlengd. Dit alles bij een peildatum van 15 oktober 2011.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
4
6 december 2011
2.3
Ingeval van een vrijwillige opzegging (na 15 oktober 2011) zal telkens opnieuw door Groothuis worden besloten om de vrijgekomen arbeidsplaats al dan niet opnieuw in te vullen; hiertoe bestaat geen verplichting voor Groothuis.
2.4
Naast de Vakverenigingen, is de Ondernemingsraad uiteraard nauw bij dit proces betrokken.
2.5
De Vakverenigingen geven hierbij een verklaring in de zin van artikel 4:1 Ontslagbesluit. Voorts verklaren de Vakverenigingen dat zij in de zin van de Wet melding collectief ontslag (WMCO) zijn geraadpleegd en dat zij zich met de WMCO-melding kunnen verenigen, een en ander in de zin van artikel 6a WMCO zodat de verzoeken tot het doen eindigen van de arbeidsovereenkomsten bij het UWV Werkbedrijf onmiddellijk in behandeling kunnen worden genomen zonder inachtneming van de (eventueel nog geldende) wachttijd ex artikel 6 lid 1 WMCO. De WMCO-meldingen zijn door Groothuis gedaan op 25 oktober 2011.
2.6
Dit Sociaal Plan is opgesteld om de gevolgen van de reorganisatie voor de werknemers enigszins te verzachten.
2.7
De voorzieningen ingevolge dit Sociaal Plan zijn zodanig, dat ingecalculeerd is dat de sociale zekerheidswetgeving in de toekomst (eventueel) zal wijzigen. Mocht de sociale zekerheidswetgeving (waaronder de WW) wijzigen, dan blijft dit Sociaal Plan onveranderd van kracht.
3. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 3.1 Definities 3.1.1
“Werkgever” of “Groothuis”: Groothuis Woningbouw B.V., statutair gevestigd te Harbrinkhoek.
3.1.2
“Werknemer ” of “ Wijker”: 1. degene die op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is bij Werkgever en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Werkgever is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd; 2. degene die op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst is bij Werkgever en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Werkgever is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor tussentijds ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst tussentijds wordt beëindigd.
3.1.3
“Reorganisatie”: de reorganisatie zoals omschreven in het voorgenomen Besluit d.d. 26 oktober 2011 van Werkgever.
3.1.4
“Bruto Maandsalaris”: het vast overeengekomen loon per maand zoals dat geldt op 31 december 2011, enkel vermeerderd met: - een vaste prestatietoeslag; - een vaste persoonlijke toeslag, en; - 8% vakantiebijslag.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
5
6 december 2011
Alle overige emolumenten (waaronder: vergoeding van eventuele overuren, (belaste c.q. onbelaste) autokostenvergoeding, onkostenvergoeding, overver-vergoeding, gereedschapsgeld, schoenengeld, compensatie pensioenpremie, etc.) worden derhalve niet begrepen onder dit begrip. 3.1.5
“Aantal Gewogen Dienstjaren”: het aantal gewogen dienstjaren dat Werknemer op 31 december 2011 in dienst is bij Werkgever, waarbij dit aantal per deze datum wordt berekend ingevolge en conform aanbeveling 3.2 van de Aanbevelingen van de kring van kantonrechters zoals deze Aanbevelingen gelden vanaf 1 januari 2009. Een eventuele uitzendperiode voorafgaand aan indiensttreding bij Werkgever wordt hierbij meegeteld. Een eventuele stageperiode of leerlingperiode via de VVBA voorafgaand aan indiensttreding bij Werkgever wordt hierbij niet meegeteld. Indien er sprake is van een onderbroken arbeidsovereenkomst, telt de periode van onderbreking mee als zijnde diensttijd, indien de onderbreking niet langer heeft plaatsgevonden dan zes maanden.
3.1.6
“Huidige Functie”: de functie die verricht wordt op 15 oktober 2011.
3.1.7
“Passende Functie”: een functie die, gelet op salarisgroep/functie-indeling, werklast, vereist opleidingsniveau, werkervaring, functie-inhoud, kennis, competenties en gebleken vaardigheden binnen twaalf weken (eventueel door middel van extra scholing binnen die periode) geschikt is voor Werknemer vergeleken met zijn Huidige Functie.
3.1.8
“Afspiegelingsbeginsel”: het beginsel zoals neergelegd in artikel 4:2 Ontslagbesluit en zoals nader uitgelegd in “De Beleidsregels Ontslagtaak UWV”, hoofdstuk 15, zoals geldend per 15 oktober 2011. De peildatum bij toepassing van het Afspiegelingsbeginsel is 15 oktober 2011. De overdrachtsperiode die geldt bij het bepalen van uitwisselbaarheid is gelijk aan zes weken. Een eventuele uitzendperiode voorafgaand aan indiensttreding bij Werkgever wordt bij toepassing van het Afspiegelingsbeginsel meegeteld als anciënniteit. Een eventuele stageperiode of leerlingperiode via de VVBA voorafgaand aan indiensttreding bij Werkgever wordt hierbij evenwel niet meegeteld. Indien er sprake is van een onderbroken arbeidsovereenkomst, telt de periode van onderbreking mee als zijnde diensttijd, indien de onderbreking niet langer heeft plaatsgevonden dan zes maanden.
3.1.9
“Procedurefase”: de periode gelegen tussen de dag van de schriftelijke mededeling inhoudende dat de arbeidsplaats vanwege de Reorganisatie komt te vervallen (Aanzegdag) en de feitelijke datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
3.1.10 “Aanzegdag”: de dag waarop Werkgever de schriftelijke mededeling aan Werknemer uitreikt inhoudende dat zijn arbeidsplaats vanwege de Reorganisatie komt te vervallen waardoor hij in aanmerking komt voor ontslag. 3.1.11 “Suppletieregeling”: Zie voor de definitie hiervan artikel 4.2.1 sub 1.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
6
6 december 2011
3.1.12 “Suppletieperiode”: Zie voor de definitie hiervan artikel 4.2.1 sub 3. 3.1.13 “Peildatum”: 15 oktober 2011. Indien in dit Sociaal Plan gebruik wordt gemaakt van een van de hiervoor vermelde definities, worden deze met een hoofdletter aangeduid. Voorts wordt uiteraard daar waar wordt gesproken van 'Werknemer(s)' tevens 'Werkneemster(s)' bedoeld. Artikel 3.2 CAO Deze overeenkomst heeft de status van een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) zoals bedoeld in de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomsten. Partijen zullen deze overeenkomst aanmelden bij de Arbeidsinspectie conform artikel 4 Wet op de Loonvorming. Artikel 3.3 Informatieverstrekking Iedere Werknemer is verplicht, voor zover vereist, de noodzakelijke inlichtingen en gegevens naar waarheid te verstrekken om Werkgever in de gelegenheid te stellen de regelingen van dit Sociaal Plan correct uit te voeren. Artikel 3.4 Werkingssfeer van de diverse regelingen in het Sociaal Plan 3.4.1
De regelingen zoals vermeld in dit Sociaal Plan zijn uitsluitend van toepassing op Werknemer. Indien de arbeidsovereenkomst van Werknemer alsnog tot een einde komt vanwege een àndere reden dan de Reorganisatie, bijvoorbeeld vanwege disfunctioneren, verstoorde arbeidsverhoudingen, wanprestatie, dringende reden(en) en/of (langdurige) arbeidsongeschiktheid (etc.), gelden de betreffende regelingen ingevolge dit Sociaal Plan niet voor Werknemer.
3.4.2
Indien er zich (alsnog) een andere ontslagreden voordoet dan de Reorganisatie, welke ontslagreden een opzegging wegens een dringende reden rechtvaardigt c.q. gerechtvaardigd zou hebben, dan heeft de Werknemer geen aanspraak op enige afvloeiingsvoorziening ingevolge dit Sociaal Plan, althans is hij gehouden eventueel reeds ontvangen afvloeiingsvoorzieningen volledig terug te betalen aan Werkgever, naast voldoening van een alsdan eventueel verschuldigde schadevergoeding. Tevens kan de arbeidsovereenkomst, voor zover nog niet geëindigd vanwege de Reorganisatie, dan onverwijld worden beëindigd door Werkgever.
3.4.3
Indien Werknemer bij beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst of daarna (al dan niet gedwongen) gebruik maakt van de geldende vroegpensioenregeling dan wel vroegtijdig met pensioen gaat, heeft hij in plaats van de regeling zoals vermeld in artikel 4.2.1 sub 1, aanspraak op de regeling zoals vermeld in artikel 4.2.1 sub 2. Verder heeft hij in beginsel geen aanspraak op de regeling zoals vermeld in artikel 4.2.7 sub 1, zie ter zake: artikel 4.2.7 sub 2.
3.4.4
Voor alle duidelijkheid: de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt en dus niet wordt verlengd, al dan niet vanwege de Reorganisatie, valt niet onder de werkingssfeer van dit Sociaal Plan en heeft aldus geen aanspraak op enige afvloeiingsvoorziening.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
7
6 december 2011
Artikel 3.5 Ingrijpende of onvoorziene veranderingen Ingeval van ingrijpende en/of onvoorziene veranderingen (bijvoorbeeld gelegen in de financiële positie van Werkgever), die hun weerslag hebben op de nakoming respectievelijk uitvoering van dit Sociaal Plan, zijn zowel Werkgever als de Vakverenigingen gerechtigd gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan tussentijdse wijzigingen aan de orde te stellen. Artikel 3.6 Werving / Vacatures 3.6.1
Vacatures Nieuwe werknemers zullen uitsluitend worden aangenomen indien dit noodzakelijk is voor het behouden c.q. versterken van de economische of organisatorische positie van Werkgever of een gelieerde onderneming.
3.6.2
Vacature gelijk aan de Huidige Functie 1. Werkgever neemt artikel 4:5 Ontslagbesluit in acht jegens iedere Werknemer voor wie het UWV toestemming heeft verleend tot opzegging van de arbeidsovereenkomst. 2. Indien de arbeidsovereenkomst van Werknemer is geëindigd ingevolge een vaststellingsovereenkomst (beëindiging met wederzijds goedvinden), wordt bij inachtneming van artikel 4:5 Ontslagbesluit jegens Werknemer uitgegaan van de situatie alsof het UWV Werkbedrijf tot verlening van toestemming is overgegaan op 30 januari 2012. Indien meerdere Werknemers in aanmerking komen voor een vacature gelijk aan de Huidige Functie, wordt het Afspiegelingsbeginsel in acht genomen.
3.6.3
Vacature voor een Passende Functie 1. Ingeval er meerdere Werknemers in gelijke mate geschikt zijn voor een Passende Functie, wordt het Afspiegelingsbeginsel in acht genomen. 2. Ingeval Werknemer in aanmerking komt voor een Passende Functie, geldt voor hem het bruto maandsalaris behorend bij de Passende Functie. Indien en voor zover het Bruto Maandsalaris van Werknemer behorend bij de Huidige Functie hoger is, wordt dit Bruto Maandsalaris in een periode van zes maanden (in gelijke maandelijkse delen) afgebouwd tot het niveau van het bruto maandsalaris behorend bij de Passende Functie.
4. BEEINDIGING / ONTSLAG Artikel 4.1 Beëindigingsprocedure 4.1.1
Persoonlijk gesprek: Aanzegdag Werkgever deelt Werknemer (zo mogelijk) in een persoonlijk gesprek mee dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen vanwege de Reorganisatie en dat hij aldus in aanmerking komt voor ontslag. Werknemer ontvangt van deze mededeling een schriftelijke bevestiging.
4.1.2
UWV Werkbedrijf / Kantonrechter Jegens Werknemer zal een verzoek tot toestemming voor (tussentijdse) opzegging van de arbeidsovereenkomst worden ingediend bij het UWV Werkbedrijf. Indien en zodra de benodigde toestemming is ontvangen, zal Werkgever zo mogelijk overgaan tot opzegging van
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
8
6 december 2011
de arbeidsovereenkomst. Indien er sprake is van een opzegverbod, zal de arbeidsovereenkomst niet worden opgezegd doch zal de kantonrechter worden verzocht de arbeidsovereenkomst (tussentijds) te ontbinden. Indien er sprake is van een verplichting voor Werkgever tot het vragen van toestemming aan de kantonrechter voor opzegging, zal deze toestemming worden gevraagd. 4.1.3
Vaststellingsovereenkomst In plaats van de beëindigingsprocedure bij het UWV Werkbedrijf respectievelijk de kantonrechter te doorlopen, streeft Werkgever er evenwel naar met Werknemer tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen op basis van een vaststellingsovereenkomst conform de voorwaarden van dit Sociaal Plan, waarbij van de situatie wordt uitgegaan alsof het UWV Werkbedrijf tot verlening van toestemming is overgegaan op 30 januari 2012. In deze situatie heeft Werknemer aanspraak op de Extra Vergoeding zoals geformuleerd in artikel 4.2.6.
Artikel 4.2 Afvloeiingsvoorzieningen 4.2.1
Suppletieregeling / Suppletieperiode 1. Werknemer heeft per de datum van beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst gedurende een zekere periode aanspraak op 12,5% van zijn Bruto Maandsalaris, onder inhouding van fiscale lasten, indien en voor zover hij gedurende die periode aantoonbaar is aangewezen op een volledige uitkering ingevolge de sociale zekerheid. Indien Werknemer een gedeeltelijke uitkering ingevolge de sociale zekerheid ontvangt, heeft hij aanspraak op een navenant gedeelte van voormelde 12,5%. Deze regeling wordt hierna ook wel aangeduid als de Suppletieregeling. Voorbeeld 1: Indien Werknemer een gedeeltelijke WW-uitkering ontvangt, bijvoorbeeld 50%, ontvangt hij een bedrag van 50% van 12,5% van zijn Bruto Maandsalaris gedurende (dat deel van) de Suppletieperiode. 2. De regeling zoals vermeld in artikel 4.2.1 sub 1 geldt (aldus) niet voor die Werknemer die bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst of daarna (al dan niet gedwongen) gebruik maakt van de voor hem geldende vroegpensioenregeling dan wel vroegtijdig met pensioen gaat. Deze Werknemer heeft evenwel per de datum van beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst of met ingang van de datum van zijn vroeg(tijdig)- pensioen (indien en voor zover de Suppletieperiode uiteraard nog niet is geëindigd, zie artikel 4.2.1 sub 3) gedurende een zekere periode aanspraak op 5% van zijn Bruto Maandsalaris, onder inhouding van fiscale lasten, indien en voor zover hij gedurende die periode aantoonbaar een uitkering ingevolge de (vroeg-) pensioenregeling ontvangt. Voormeld percentage geldt indien en voor zover de aan hem verstrekte uitkeringen ingevolge de (vroeg-) pensioenregeling van een gelijk niveau zijn als de voor hem geldende WW-uitkering (op basis van 70%) indien de betreffende Werknemer op een dergelijke WW-uitkering aanspraak zou hebben gemaakt; is er geen sprake van een dergelijk gelijk niveau, dan wordt voormeld percentage van 5% aangevuld met het percentage van het verschil, zulks evenwel tot een absoluut totaal maximum van 12,5% conform artikel 4.2.1. sub 1. Voorbeeld 2: Werknemer dient bij einde dienstverband gebruik te maken van vroegpensioen. Het voor hem geldende vroegpensioen is gelegen op 60% van zijn Bruto Maandsalaris, terwijl de voor hem geldende WW-uitkering zou zijn
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
9
6 december 2011
neergekomen op 70% van zijn Bruto Maandsalaris. Het voor hem geldende percentage ingevolge de Suppletieregeling bedraagt dan 12,5% (het maximum) voor de duur zoals omschreven in artikel 4.2.1 sub 3. Voorbeeld 3: Werknemer dient bij einde dienstverband gebruik te maken van vroegpensioen. Het voor hem geldende vroegpensioen is gelegen op 65% van zijn Bruto Maandsalaris, terwijl de voor hem geldende WW-uitkering zou zijn neergekomen op 70% van zijn Bruto Maandsalaris. Het voor hem geldende percentage ingevolge de Suppletieregeling bedraagt dan 10% voor de duur zoals omschreven in artikel 4.2.1 sub 3. 3. Het aantal maanden dat Werknemer op de Suppletieregeling ingevolge artikel 4.2.1 sub 1 of sub 2 in beginsel aanspraak heeft na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, is gelijk aan het Aantal Gewogen Dienstjaren met een absoluut minimum van drie maanden en een absoluut maximum van het aantal maanden dat resteert tot aan de AOW- c.q. pensioengerechtigde leeftijd, in casu 65 jaar, c.q. de datum waarop de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen. Deze periode wordt hierna ook wel aangeduid als de Suppletieperiode. Voorbeeld 4: Werknemer is geboren op 23 maart 1957. Hij is in dienst getreden op 3 maart 1992. Het Aantal Gewogen Dienstjaren bedraagt 25. De Suppletieperiode voor Werknemer is gelijk aan 25 maanden na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Voorbeeld 5: Werknemer dient bij einde dienstverband gebruik te maken van vroegpensioen. Op basis van het Aantal Gewogen Dienstjaren, heeft Werknemer in beginsel aanspraak op 30 maanden suppletie ad 5% van zijn Bruto Maandsalaris (zie artikel 4.2.1 sub 2). Het aantal maanden dat echter resteert tot het bereiken van de 65jarige leeftijd is gelijk aan 26, waardoor de Suppletieperiode voor Werknemer dus neerkomt c.q. gemaximeerd is op 26 maanden. 4. De Suppletieperiode begint direct aansluitend op de dag van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Is er niet langer sprake van een volledige of gedeeltelijke uitkering ingevolge de sociale zekerheid respectievelijk de (vroeg-) pensioenregeling, om welke reden dan ook, dan heeft Werknemer die maand ook geen recht op de Suppletieregeling; de Suppletieperiode loopt evenwel door, er is geen sprake van een verschuiving of opschorting. Voorbeeld 6: Het Aantal Gewogen Dienstjaren van Werknemer bedraagt 25. Werknemer heeft aldus in beginsel recht op 25 maanden toepassing van de Suppletieregeling (Suppletieperiode). Werknemer vindt echter na zes maanden een andere baan; dit is evenwel een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar, welke niet wordt verlengd. Gedurende dit jaar heeft Werknemer geen aanspraak op de Suppletieregeling (indien er geen sprake meer is van een uitkering, zie hiervoor). De Suppletieperiode loopt evenwel door, hetgeen betekent dat de betrokken Werknemer na afloop van het betreffende jaarcontract, indien hij vervolgens weer aanspraak heeft op een volledige of gedeeltelijke uitkering ingevolge de sociale zekerheid, nog aanspraak heeft op zeven maanden toepassing van de Suppletieregeling.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
10
6 december 2011
5. Indien Werknemer tijdens de Suppletieperiode, om welke reden dan ook, schriftelijk bij vaststellingsovereenkomst volledig en integraal afziet van de resterende Suppletieregeling, ontvangt hij 50% van de dan nog resterende uitkeringen ingevolge de Suppletieregeling ineens, zonder dat hierbij rekening wordt gehouden of Werknemer gedurende de resterende Suppletieperiode aanspraak zou hebben gehad op een volledige of gedeeltelijke uitkering ingevolge de sociale zekerheid respectievelijk een uitkering ingevolge de (vroeg-) pensioenregeling. 4.2.2
Vrijstelling van werkzaamheden Werkgever kan een Werknemer gedurende de Procedurefase gedeeltelijk dan wel volledig vrijstellen van zijn werkzaamheden, met behoud van salaris.
4.2.3
Totaalbedrag ineens: 75% van de Suppletieregeling Werknemer kan ervoor kiezen een totaalbedrag te ontvangen in plaats van de in artikel 4.2.1 vermelde maandelijkse Suppletieregeling. Werknemer ontvangt dan 75% van het bruto totaalbedrag van de Suppletieregeling (onder inhouding van fiscale lasten), zonder dat hierbij rekening wordt gehouden of Werknemer gedurende de Suppletieperiode aanspraak zou hebben gehad op een volledige of gedeeltelijke uitkering ingevolge de sociale zekerheid respectievelijk de geldende (vroeg-) pensioenregeling. Het betreffende bedrag wordt uiterlijk op 29 februari 2012 betaald aan Werknemer, indien op dat moment vaststaat dat de arbeidsovereenkomst van Werknemer eindigt ofwel door (i) een gesloten vaststellingsovereenkomst ofwel door (ii) dat Werkgever op basis van verleende toestemming van het UWV Werkbedrijf reeds is overgegaan tot opzegging ofwel door (iii) een beschikking van de kantonrechter waarin de arbeidsovereenkomst is ontbonden. Staat op 29 februari 2012 niet vast dat de arbeidsovereenkomst van Werknemer eindigt, ongeacht de reden en door wie, dan heeft Werknemer géén recht op betaling van voormeld bedrag uiterlijk op 29 februari 2012, doch dan wordt voormeld bedrag door Werkgever in twee gedeelten voldaan: 50% binnen zes weken na beëindiging van de arbeidsovereenkomst en 50% binnen twaalf weken na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Indien er sprake is van het in artikel 4.2.1 sub 3 vermelde minimum van drie maanden, dan geldt bij een bedrag ineens 75% van dat minimum. Indien Werknemer kiest voor een totaalbedrag ingevolge deze bepaling, dan dient hij dit schriftelijk binnen een maand na de Aanzegdag te berichten aan Werkgever. Werkgever zal hiertoe een standaardformulier verstrekken. Voorbeeld 7: De Suppletieperiode is voor Werknemer gelijk aan 14 maanden; het Bruto Maandsalaris van Werknemer bedraag EUR 3.000,--. Werknemer heeft een vaststellingsovereenkomst binnen de daartoe gestelde termijn ondertekend en kiest voor een totaalbedrag. Hij heeft dan recht op een totaalbedrag van EUR 3.937,50 bruto (14 x EUR 375 (12,5% van EUR 3.000,--) x 75%), te betalen door Werkgever uiterlijk op 29 februari 2012. Voorbeeld 8: De Suppletieperiode is voor Werknemer gelijk aan 14 maanden; het Bruto Maandsalaris van Werknemer bedraag EUR 3.000,--. Werknemer heeft geen vaststellingsovereenkomst binnen de daartoe gestelde termijn ondertekend en de kantonrechter heeft op 29 februari 2012 nog geen beschikking gewezen tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waardoor het einde van de arbeidsovereenkomst op 29 februari 2012 nog niet vaststaat. Werknemer wenst evenwel een totaalbedrag op basis van 75% te ontvangen indien het einde van zijn arbeidsovereenkomst komt vast te staan; Werknemer ontvangt onder deze omstandigheden het totaalbedrag ad EUR 3.937,50 bruto (14 x EUR 375 (12,5% van EUR 3.000,--) x 75%) in twee gedeelten:
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
11
6 december 2011
50% (EUR 1.968,75 bruto) binnen zes weken na beëindiging van de arbeidsovereenkomst en 50% binnen twaalf weken na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 4.2.4
Indiensttreding bij Werkgever gedurende de Suppletieperiode Indien Werknemer gedurende de Suppletieperiode weer in dienst treedt bij Werkgever, eindigt de Suppletieregeling. Indien Werknemer heeft gekozen voor een totaalbedrag ingevolge artikel 4.2.3, is hij gehouden tot retournering van een bedrag aan Werkgever, althans zal een verrekening ter zake plaatsvinden met toekomstige salariëringen c.q. emolumenten. In beginsel dient binnen zes maanden het verschuldigde bedrag te zijn geretourneerd. Ter bepaling van de hoogte van dit bedrag wordt uitgegaan van de situatie alsof de Suppletieregeling maandelijks van toepassing was. Op deze wijze is er aldus geen verschil tussen werknemers ingeval van hernieuwde indiensttreding. Een eventueel ontvangen Extra Vergoeding ingevolge artikel 4.2.6 behoeft niet te worden geretourneerd. Voorbeeld 9: Het Aantal Gewogen Dienstjaren van Werknemer bedraagt 25. De Werknemer heeft aldus in beginsel recht op 25 maanden toepassing van de Suppletieregeling (Suppletieperiode) hetgeen betekent dat hij gedurende 25 maanden (direct) na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst aanspraak heeft op 12,5% van het Bruto Maandsalaris per maand, indien hij gedurende die periode van 25 maanden maandelijks aantoonbaar een volledige uitkering ingevolge de sociale zekerheid ontvangt. Is van een dergelijke volledige of gedeeltelijke uitkering geen sprake, om welke reden dan ook, dan heeft Werknemer die maand ook geen recht op suppletie; de Suppletieperiode loopt evenwel door, er is immers geen sprake van een verschuiving of opschorting. Alleen gedurende een periode van 25 maanden direct na de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, bestaat eventueel recht op voormelde Suppletieregeling. Indien de betreffende Werknemer ervoor heeft gekozen een totaalbedrag te ontvangen, dan bedraagt deze vergoeding ineens: 25 x 12,5% van het Bruto Maandsalaris x 75%. Indien de betrokken Werknemer weer in dienst treedt na 5 maanden bij Werkgever, eindigt de Suppletieregeling. Indien de Werknemer na vijf maanden weer in dienst treedt bij Werkgever en hij had gekozen voor een totaalbedrag, is hij gehouden een bedrag van 13,75 x 12,5% ((25 x12,5% x 75%) -/- 5 maanden) te retourneren indien hij gedurende de tussenliggende vijf maanden een volledige WW-uitkering heeft ontvangen.
4.2.5
Uitbetaling totaalbedrag Indien Werknemer kiest voor uitbetaling van het totaalbedrag, zal hij binnen een maand na de Aanzegdag eveneens (op het standaardformulier) aangeven op welke wijze hij de vergoeding wenst te ontvangen. Uiteraard dient de aangegeven wijze van ontvangst in overeenstemming te zijn met de fiscale wetgeving ter zake en dient Werkgever niet geconfronteerd te worden met (extra) kosten c.q. boetes/aanslagen/naheffingen. Werkgever is gerechtigd een goedkeurende verklaring van de bevoegde belastinginspecteur zijdens Werknemer te verlangen alvorens over te gaan tot uitbetaling van het totaalbedrag.
4.2.6
Extra vergoeding (EV): één Bruto Maandsalaris Indien Werknemer binnen dertien dagen na de Aanzegdag zijn medewerking verleent aan een beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden door ondertekening van de door Werkgever voorgelegde vaststellingsovereenkomst, dan ontvangt Werknemer één Bruto Maandsalaris – onder inhouding van fiscale lasten – extra als afvloeiingsvoorziening. Het betreffende bedrag wordt uiterlijk op 29 februari 2012 betaald aan Werknemer.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
12
6 december 2011
Werkgever zal ervoor zorg dragen dat de vaststellingsovereenkomst op de Aanzegdag tegelijkertijd met de schriftelijke mededeling inhoudende het verval van de arbeidsplaats aan Werknemer wordt uitgereikt, dan wel uiterlijk binnen drie werkdagen daarna. Na ondertekening en ontvangst van de vaststellingsovereenkomst, zal Werkgever overgaan tot intrekking van de ontslagaanvraag jegens Werknemer althans tot beëindiging van de ontslagprocedure. 4.2.7
Outplacement / Begeleiding 1. Werkgever hecht grote waarde aan begeleiding en ondersteuning van Werknemer bij het zoeken naar een andere baan. Werkgever is daarom bereid een outplacement- c.q. begeleidingstraject van drie maanden te bekostigen bij Stichting Metalektro te Hengelo (O) voor Werknemer, indien Werknemer bereid is zich hiertoe optimaal in te zetten; immers, alleen dàn kan outplacement succesvol zijn. Deelname aan outplacement is daarom vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Nadat Werknemer de nodige informatie heeft ontvangen over het traject, ondertekent hij een verklaring tot deelneming, waarna hij geacht wordt actief deel te nemen aan het traject. Het traject bestaat onder meer uit: eerste opvang op de Aanzegdag, een voorlichtingsbijeenkomst over het traject, een persoonlijk intakegesprek, diverse trainingen en individuele begeleiding. In *bijlage A* is een nadere uitleg opgenomen over het traject. 2. De regeling zoals vermeld in artikel 4.2.7 sub 1 geldt niet voor die Werknemer die bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst of binnen drie maanden daarna (al dan niet gedwongen) gebruik maakt van de voor hem geldende vroegpensioenregeling dan wel vroegtijdig met pensioen gaat. 3. Vakverenigingen en OR zullen vanaf 1 februari tot 1 mei 2012 maandelijks worden geïnformeerd door Werkgever over de voortgang van het outplacement en de inzet van de middelen hiertoe.
5. OVERIGE VOORZIENINGEN EN BEPALINGEN 5.1
Verval concurrentiebeding Een eventueel met Werknemer overeengekomen concurrentiebeding komt te vervallen bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit geldt niet met betrekking tot een eventueel overeengekomen beding ter zake nevenfuncties, intellectuele eigendom, geheimhouding en een hierop betrekking hebbend boetebeding; deze bedingen blijven onverkort van kracht.
5.2
Getuigschrift / Referenties De Werknemer ontvangt binnen een maand na de Aanzegdag een positief luidend getuigschrift. Uiteraard is Werkgever ook bereid tot het geven van positieve referenties.
5.3
Normale eindafrekening Per de datum van het einde van het dienstverband, vindt er een normale eindafrekening van de arbeidsovereenkomst plaats met betrekking tot eventueel resterende vakantie- en andersoortige verlofdagen en met betrekking tot eventueel resterende (pro rata) vakantiebijslag. Er zal zoveel mogelijk worden getracht voor einde dienstverband de resterende vakantie- c.q. verlofdagen te laten opnemen door Werknemer; Werknemer verleent hieraan zoveel mogelijk zijn medewerking (er is echter geen sprake van een verplichting). Eventuele voorschotten c.q.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
13
6 december 2011
(personeels)leningen c.q. pc-privéregelingen c.q. fietsplanregelingen zullen verrekend worden. Het bedrag van de normale eindafrekening wordt, onder inhouding van de toepasselijke belastingen en sociale premies, binnen acht weken na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voldaan op de reguliere salarisrekening van Werknemer, onder verzending van een bruto netto specificatie. 5.4
Opleidingskosten Eventuele door Werknemer gemaakte en door Werkgever vooraf geaccordeerde opleidingskosten worden bij einde dienstverband kwijtgescholden; Werkgever zal jegens Werknemer geen aanspraak maken op toepasselijke terugbetalingsregelingen.
5.5
Inlevering zaken De Werknemer is gehouden om alle in zijn bezit zijnde bedrijfseigendommen uiterlijk op de laatste feitelijke werkdag van zijn dienstverband in te leveren bij zijn direct-leidinggevende.
5.6
Vertrekstimuleringsregeling: 25% van restant salaris Indien Werknemer gedurende de Procedurefase (aldus ná de Aanzegdag), zelf zijn arbeidsovereenkomst schriftelijk opzegt tegen een datum gelegen voor het einde van de opzegtermijn, zal Werkgever 25% van zijn bruto salaris (inclusief vakantiebijslag) over de nog resterende duur van zijn arbeidsovereenkomst aan Werknemer uitkeren als aanvullende vergoeding (AV). Deze aanvullende vergoeding wordt in zes gelijke maandelijkse termijnen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst voldaan aan Werknemer. Bij vaststelling van de einddatum wordt uitgegaan van een situatie alsof het UWV Werkbedrijf tot verlening van toestemming is overgegaan op 30 januari 2012. De Werknemer behoeft ingeval van een eigen opzegging tijdens de Procedurefase een opzegtermijn in acht te nemen van slechts twee dagen.
6. HARDHEIDSCLAUSULE In die gevallen waarin sprake is van: (i) een individuele situatie waarin dit Sociaal Plan niet voorziet of (ii) een evident onbillijke (in de zin van “kennelijk onredelijk” ex artikel 7:681 BW) uitzonderlijke individuele situatie dat afwijking van dit Sociaal Plan geïndiceerd is, zal Werkgever bij wege van uitzondering besluiten in een voor Werknemer gunstige zin van dit Sociaal Plan af te wijken. Indien Werknemer hieromtrent een schriftelijk gemotiveerd verzoek heeft ingediend bij Werkgever, zal Werkgever Werknemer binnen twee weken uitnodigen om zijn verzoek te bespreken. Binnen twee weken na dit gesprek bericht Werkgever schriftelijk aan Werknemer of en in hoeverre zijn verzoek wordt gehonoreerd. Indien Werknemer het niet eens is met de beslissing van Werkgever, kan hij desgewenst zijn verzoek en de beslissing dienaangaande van Werkgever voor advies voorleggen aan de Begeleidingscommissie, zie hoofdstuk 7. Een beroep op de hardheidsclausule c.q. een procedure bij de Begeleidingscommissie ingevolge hoofdstuk 7 leidt niet tot een opschorting van een eventuele beëindigingsprocedure c.q. andere maatregelen.
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
14
6 december 2011
7. BEGELEIDINGSCOMMISSIE 7.1
Er zal een Begeleidingscommissie worden ingesteld van in totaal vier leden. Twee leden zullen worden benoemd door de Vakverenigingen en twee leden door Werkgever. Gezamenlijk zullen deze leden een onafhankelijk voorzitter kiezen en benoemen.
7.2
De Begeleidingscommissie brengt uitsluitend op verzoek van Werknemer advies uit aan Werkgever en Werknemer ingeval Werknemer het niet eens is met de beslissing van Werkgever over al dan niet toepassing van de hardheidsclausule, hoofdstuk 6.
7.3
Werknemer zendt in een dergelijke situatie zijn gedane verzoek ingevolge hoofdstuk 6 (en eventuele ondersteunende bescheiden) en de beslissing dienaangaande van Werkgever aan de Begeleidingscommissie uiterlijk binnen twee weken na de datum van de beslissing van Werkgever.
7.4
De Begeleidingscommissie stelt zowel Werknemer als Werkgever na ontvangst van de bescheiden ingevolge artikel 7.3, gedurende twee weken in de gelegenheid om hun standpunten nogmaals schriftelijk toe te lichten. Het staat zowel Werknemer als Werkgever vrij zich te laten bijstaan door adviseurs. Werkgever en Werknemer zijn gehouden een kopie van de toelichting welke wordt ingediend bij de Begeleidingscommissie, aan elkaar toe te zenden, zodat beiden volledig op de hoogte zijn van de bescheiden waarop de Begeleidingscommissie zijn advies baseert.
7.5
Na ontvangst van de toelichtingen, brengt de Begeleidingscommissie binnen vier weken schriftelijk advies uit, hetgeen hij toezendt aan zowel Werkgever als Werknemer. Het advies is zwaarwegend.
7.6
Het is vervolgens aan Werkgever om al dan niet zijn eerdere beslissing op basis van hoofdstuk 6 aan te passen. Binnen twee weken na ontvangst van het advies van de Begeleidingscommissie bericht Werkgever aan Werknemer gemotiveerd of hij al dan niet tot aanpassing overgaat.
7.7
De Begeleidingscommissie beslist op basis van meerderheid van stemmen, waarbij de voorzitter ook een stem heeft.
7.8
De kosten gemaakt door de leden welke zijn aangewezen door de Vakverenigingen worden gedragen door de Vakverenigingen. De kosten gemaakt door de leden welke zijn aangewezen door Werkgever worden gedragen door Werkgever, evenals die van de voorzitter. Eventuele besprekingen van de Begeleidingscommissie vinden plaats bij Werkgever.
8. BORGSTELLING TOT 1 MAART 2012 Een door de familie Groothuis beheerste – nader te benoemen – vennootschap is bereid om jegens de Werknemers (let wel: als bedoeld in artikel 3.1.2) van wie voor 1 maart 2012 vaststaat dat de arbeidsovereenkomst eindigt vanwege de Reorganisatie, in de vorm van een borgstelling ten behoeve van Groothuis Woningbouw B.V., garant te staan tot een bedrag van in totaal maximaal EUR 750.000,--voor de eventuele verplichtingen jegens deze Werknemers uit de volgende twee onderdelen van dit Sociaal Plan:
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
15
6 december 2011
a. Artikel 4.2.3: Totaalbedrag ineens: 75% van de Suppletieregeling; b. Artikel 4.2.6: Extra vergoeding (EV): één Bruto Maandsalaris. De borgstelling kan door de hiervoor bedoelde Werknemer uitsluitend worden aangesproken in het geval de betrokken Werknemer een opeisbare vordering heeft verkregen op Werkgever tot betaling van de onder a. en b. bedoelde bedragen voor 1 maart 2012 èn Werkgever (Groothuis Woningbouw B.V.) onverhoopt in staat van faillissement zou komen te verkeren voor 1 maart 2012. Geschiedt dat niet dan vervalt de borgstelling op 1 maart 2012. De nader te benoemen vennootschap zal voldoende financiële middelen hebben om aan de verplichtingen uit de borgstelling te voldoen. Andere garanties c.q. borgstellingen met betrekking tot de nakoming van dit Sociaal Plan dan zoals hiervoor omschreven zijn er niet c.q. worden niet gegeven.
9. ONDERTEKENING Aldus opgesteld, per pagina geparafeerd en op de laatste pagina ondertekend te Harbrinkhoek 6 december 2011
Groothuis Woningbouw B.V. [G.A. Kok]
6 december 2011
6 december 2011
FNV Bouw [F. Boonstra]
CNV Vakmensen [G.M. van Dijk]
6 december 2011
HZC [M.F.M. Groot Kormelink]
Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V.
Parafen Partijen:
16