RUST Deze familie begint met de achternaam Nimmerrust. Het dorp Scherpenzeel heeft blijkbaar een heilzame werking op de familie want de één na de andere gaat zich Rust noemen. Van de stamvader is behalve zijn naam weinig bekend. Zijn ene zoon Cornelis Cornelisz Nimmerrust, later Rust verhuist naar Lunteren en de andere zoon is ´innocent´. Cornelis is smid en zijn zoon Cornelis Cornelisz Rust keert terug naar Scherpenzeel. Hij is de Scherpenzeelse chirurgijn en later bakker en winkelier. Zijn broer Gerrit Cornelissen Rust volgt zijn voorbeeld als horlogemaker. Gerrits zoon Cornelis Gerritsz volgt zijn oom op als de dorpschirurgijn. De familie Rust is niet erg honkvast. Ze verhuizen naar Amsterdam, Rotterdam en zelfs naar Kaap de Goede Hoop. De laatste Rust, Grietje Rust, overlijdt in 1808 en daarmee verdwijnt de familie uit het dorp.
I. Cornelis Cornelissen Nimmerrust, tr. NN Woont in 1648-1668 in Scherpenzeel (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832: Sectie D 412,413. Oosteinde noordzijde).
Uit dit huw.: 1. Cornelis Cornelissen Rust, ged. Scherpenzeel 22-10-1648, volgt II 2. Ida/Eijchje Cornelissen Nimmerrust, ov. Utrecht 05-01-1702, tr. Pieter Jacobsz Bijman, wed. Digna Cornelis. Geen kinderen Octrooi om te testeren 26-10-1688, Hof van Utrecht. In 1688 laten Ida Cornelissen Nimmerrust en Pieter Jacobs Bijman hun testament maken. Erfgenamen: Teunis Cornelissen Nimmerrust, won. Scherpenzeel; Cornelis Cornelissen Nimmerrust, smit te (doorgehaald: Scherpenzeel) Lunteren; Jacobje Cornelissen Nimmerrust x Evert Goossensen, won. Scherpenzeel; Cornelia Cornelissen Nimmerrust, ov. hv van Cornelis Adamsen (UT97a4, nr. 162; 2910-1688). In 1700 laat Ida Cornelissen Nimmerrust, hv van Pieter Jacobs haar testament maken. Erfgenamen: haar broer Cornelis Cornelissen Rust, won. Lunteren, voor 1/3 deel; haar zuster Jacobie Cornelissen Rust, hv. Evert Goossensen, wieldraeier, won. Scherpenzeel, voor 1/3 deel; de kinderen van haar zuster Cornelia Cornelissen Rust, ov. vrouw van Cornelis van Leijden, met name Jacobie, Cornelisie, Aachie en de vijf kinderen van Geertruid Cornelissen van Leijden (UT93a39, nr. 37; 28-09-1700). Boedelscheiding tussen Pieter Jacobsz Bijman, wed. Ida Cornelissen Rust, eerder wed. Digna Cornelissen en de erfgenamen (UT93a42-16; 25-02-1702) Cornelis Cornelisz Rust, won. Lunteren en Berend Cornelisse Rust, geass. door Gerrit Cornelisz Rust, won. Scherpenzeel; borg: Johan Wernard Fytting, schout te Renswoude, ter eenre en Arnoudt van Westrenen, advocaat, ter andere. Twee obligaties samen f 625,= ten laste van de lande van Utrecht, volgens procuratie van 08-06-1709 voor de schout van Barneveld t.n.v. Pieter Jacobsz Byman en Eijchje Cornelis Nimmerrust. (Not. Utrecht; not. H. v.d. Mark, 138a003 nr. 121,122; 12-06-1709).
3. Jacobie Cornelissen Nimmerrust, tr. Scherpenzeel 17-03-1690 Evert Goossens, wed. Cornelisje Wolven, wieldraaier, ov. Scherpenzeel 02-06-1709 In 1663 schenkt Jacopien, dochter van Cornelis Cornelissen Rust f 1-5 voor een kroon voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; 22-01-1663). Lidm. Scherpenzeel Kerst 1658: Evert Gosens en Cornelissien Wolven. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Evert Goossens en Cornelisje Wolven (ov. Scherpenzeel 22-06-1674). In 1692 voert Evert Goossens x Jacobjen Cornelissen proces tegen Jantjen Boers van Glashorst, wed. Aris van ’t Willaar wegen bet. van f 4,= loon voor naailes van Jantjes dochter Jantje (RAS 4; 05-091692)
4. Cornelia Cornelissen Rust, ov. voor 1688, tr. Cornelis Adamsen van Leijden Uit dit huw.: 1. Jacobie Cornelissen van Leijden, tr. Arien Sanders 2. Cornelisje Cornelissen van Leijden, tr. Jan Hermansen 3. Aefien Cornelissen van Leijden, tr. Hendrick Leendertsz
5. Teunis Cornelissen Nimmerrust, innocent, ov. voor 1700 II Cornelis Cornelisz Nimmerrust, later Rust, ged. Scherpenzeel 22-10-1648, smid, tr. (1) Renswoude 27-03-1676 (Putman:1696) Grietje Gerrits, tr. (2) Marritje Jans. Marritje tr. won. Essen onder Garderen (2) Lunteren 20-12-1705 Egbert Hartgers, wed. Fijtje Wouters In 1686 lenen schout en schepenen f 500,= van Cornelis Cornelissen Nimmerust x Grietjen Gerrits voor de opbouw van de pastorie te Scherpenzeel. (Recht. Arch. Scherpenzeel nr. 3; 10-08-1686). Voldaan aan Cornelis Cornelissen Rust. (Recht. Arch. Scherpenzeel nr. 3; 01-08-1698). Tussen 1686 en 1698 verandert de naam van Nimmerrust in Rust.
Uit het 1e huw.: 1. Cornelis Cornelissen Rust, ged. Lunteren 06-12-1676 2. Fijtje Cornelissen Rust, ged. Lunteren 10-11-1678 3. Gerrit Cornelissen Rust, ged. Lunteren 05-09-1680, volgt IIIa 4. Fijtje Cornelissen Nimmerrust /Rust, ged. Lunteren 24-09-1682, tr. Johannes van Bueren, wed. Eva Vermeurs, zn. van Nicolaes van Bueren In 1705 laten Johannes van Bueren, geb. Utrecht en Sofia Rust, geb. Lunteren hun huw. voorw. maken (UT113a3, nr. 132; 04-12-1705). Hun kinderen worden in Amsterdam gedoopt.
5. Cornelis Cornelissen Rust, ged. Lunteren 20-04-1685, volgt IIIb 6. Beert Cornelissen Rust, ged. Lunteren 19-02-1688, tr. (1) Nijkerk 19-01-1711 Jannetien van Westrenen, won. Nijkerk, tr. (2) Nijkerk 18-11-1717 Jannetje Bruunis, te Kootwijk, tr. (3) Nijkerk 24-12-1719 Jannetje Teunis, van Nijkerk, tr. (4). Nijkerk 26-05-1726 Jannetje Roele, wed., te Nijkerk Woont 1709 in Lunteren (Notarieel Utrecht 138a003 nr. 122; not. H. v.d. Mark; 12-06-1709)
Uit dit huw.: 1. Teunis Beertsen Rust, ged. Nijkerk 20-10-1720, tr. Nijkerk 11-04-1745 Hendrikje Jansen Laten tussen 1745-1764 kinderen in Voorthuizen dopen.
2. Grietje Rust Woont 1759 in Nijkerk.
3. Antonij Rust, innocent Woont 1759 in Nijkerk.
4. Evertje Rust 1759 woonplaats onbekend. e
Uit het 2 huw.: 6. Nennetje Cornelissen Rust, ged. Lunteren 28-08-1701 IIIa Gerrit Cornelissen Rust, ged. Lunteren 05-09-1680, in 1749 horlogemaker, ov. na 1759, tr. Scherpenzeel 04-07-1706 Hermtje Verhoef, ged. Scherpenzeel 04-10-1685, ov. tussen 1749 en 1756, dr. van Teunis Petersen Verhoef en Claertje Cornelissen van Ebbenhorst Lidm. reg. Scherpenzeel; Gerrit Cornelissen Rust met attestatie van Lunteren 10-10-1706. Gerrit Rust schepen van Scherpenzeel 1709, 1728-1736 Lidm. Scherpenzeel 12-10-1710; Hermtje Verhoef, huisvrouw Gerrit Cornelissen Rust. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Gerrit Cornelissen Rust en Hermtje Verhoef. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Gerridt Rust en Harmtje Verhoef. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756: Gerridt Rust. In 1759 schenkt Gerrit Cornelissen Rust, wed. Hamtje Verhoeff, won. Scherpenzeel zijn nalatenschap aan zijn zoon Cornelis Rust, mr. chirurgijn te Scherpenzeel. Voorwaarde: kost en inwoning voor zijn vader tot zijn dood toe (Gem. arch. Amersfoort, transporten 436-437, nr. 40 blad 160; 17-09-1759) Gerrit Cornelisz Rust ouderling in de Grote kerk van Scherpenzeel 1723,1724,1741,1742,1749-1755. Woont in ca. 1720-1749 in Scherpenzeel. Hij is eigenaar van het huis, maar woont in feite in een kamer bij zijn zoon Aalbert Gerritsz Rust. Na zijn dood woont daar Laurens Evers, de tweede man van zijn
schoondochter Anna Geertruij Rosse (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832: Sectie D 406,407. Later D 773-775. Oosteinde noordzijde).
Uit dit huw.: 1. Cornelis Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 01-05-1707, volgt IVa 2. Teunis Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 23-05-1708, volgt IVb 3. Grietje Gerrits Rust, ged. Scherpenzeel 11-05-1710, jong ov. 4. Grietje Gerrits Rust, ged. Scherpenzeel 16-10-1712 Lidm. Scherpenzeel 06-04-1760: Grietje Rust met attestatie vertrokken naar Amsterdam.
5. Peter Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 30-12-1714 6. Gerrit Evertsen Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 27-06-1717 7. Aalbert Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 25-08-1720, volgt IVc 8. Gerrit Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 21-11-1723, jong ov. 9. Gerrit Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 25-05-1727 IIIb Cornelis Cornelissen Rust, ged. Lunteren 20-04-1685, chirurgijn, 1749: bakker en winkelier, ov. voor 1759, tr. Scherpenzeel 02-06-1721 Derkje Tijmans van Colfschoten, ged. Scherpenzeel 1507-1683, ov. voor 1759, dr. van Tijmen Willemsz van Colfschoten en Hendrikje Willems van Berrevelt Lidmaten Scherpenzeel; Derckje Tijmensen van Kolfschoten, aangenomen 04-04-1706. Cornelis Cornelisz Rust, won. Lunteren en Berend Cornelisse Rust, geass. door Gerrit Cornelisz Rust, won. Scherpenzeel; borg: Johan Wernard Fytting, schout te Renswoude, ter eenre en Arnoudt van Westrenen, advocaat, ter andere. Twee obligaties samen f 625,= ten laste van de lande van Utrecht, volgens procuratie van 08-06-1709 voor de schout van Barneveld t.n.v. Pieter Jacobsz Byman en Eijchje Cornelis Nimmerrust. (Not. Utrecht; not. H. v.d. Mark, 138a003 nr. 121,122; 12-06-1709). Lidmaten Scherpenzeel; Cornelis Cornelissen Rust, jm., met attestatie van Lunteren 25-09/02-10-1718. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Cornelis Rust en Derkje Tijmens. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756: Cornelis Rust en Derckje Colfschoten. Cornelis Rust en zijn zwager Willem Tijmansen van Colverschooten lenen f 500,= aan Christina van Wolfswinckel, wed. Jacobus van Wessel; onderpand: een derde deel van de boerderij Wolfswinckel.(Leenboek Huis Scherpenzeel 144:23vo; 23-03-1733) In 1734 maken mr. Arris van ´t Willaar en Cornelis Rust, chirurgijns een sectierapport van Teunis Geurtsen alias Capitein, geboren te Woudenberg, vermoord door Hendrik Morren, geboren te Woudenberg. Gedaan ten huize van Aalbert Cornelissen van ´t Willaar (Hof van Gelderland 549; 1309/25-10-1734). Cornelis Cornelisz Rust ouderling in de Grote kerk van Scherpenzeel 1725,1726,1731,1732,1734, 1735,1737,1738. Graf nr. 69 in Grote Kerk Scherpenzeel: C RUST EN RUST, 1744. Huismerk: hamer en aambeeld. Hij woont van 1721-1759 in Scherpenzeel. (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832: Sectie D 508. Westeinde noordzijde). In de volkstelling van 1749 staat hij als ‘kapitalist’ geregistreerd. In 1759 verkopen de erfgenamen van Cornelis Rust x Dirkje van Kolfschoten, gewoond hebbende te Scherpenzeel, voor ¼: Willem Thijmensen van Kolfschoten, won. onder Scherpenzeel. Voor ¼: Gerrit Jansen x Gerritje Jans, won. Barneveld; Johannes Jansen, won. Woudenberg; Cornelis Nijburgh x Ceeltje Jans, won. Woudenberg (kinderen van Jan Hannesen van ’t Heetveld x Marijtje Tijmensen van Kolfschoten). Voor 1/6: Cornelis Rust, won. Scherpenzeel, namens zijn vader Gerrit Cornelissen Rust. Voor 1/6: Theunis Rust, won. Barneveld; Grietje Rust, won. Nijkerk; Evert van Willikhuijsen en Reijnier Basser als diaken van Nijkerk, opzichters over Antonij Rust, innocent; Evertje Rust, woonplaats onbekend. Voor 1/6: Barbara Rust, won. Amsterdam aan Dirk Vroom, apotheek x Johanna de Bie, won. Amersfoort een obligatie van f 625,= ten laste van de provincie Utrecht t.n.v. Pieter Jacobsz Bijeman x Fijghje Cornelis Nimmerrust d.d. 01-12-1691 en een obligatie van f 500,= ten laste van de provincie Utrecht t.n.v. Johan Joziphaeszen d.d. 01-11-1644 (Not. Amersfoort AT038a008; 1708-1759).
Uit dit huw.: 1. Cornelis Rust, ged. Scherpenzeel 26-04-1722, ov. voor 1759 2. Tijmen Rust, ged. Scherpenzeel 07-12-1727, gedoopt te Renswoude, ov. voor 1759
IVa Cornelis Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 01-05-1707, chirurgijn, ov. ca. 1788, tr. Scherpenzeel 27-07-1732 Maria Henrietta (Mijtje) Cornelissen de Jonge, ged. Scherpenzeel 08/19-09-1700, dr. van Cornelis Gerritsen de Jong en Armgard van Gein Mr. Cornelis Rust schepen van Scherpenzeel 1734, 1736-1743, 1759. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756: Maria Hendrietta Rust. Lidm. reg. Scherpenzeel 06-04-1760: Maria Henrietta Rust, geboren de Jongh. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Maria Hendrietta Rust, geboren de Jong. Lidm. reg. Scherpenzeel 1772: Maria Henrietta de Jongh. Ca. 1735 koopt mr. Cornelis Gerritsz Rust het huis van chirurgijn Willem Wildeman. Na zijn dood woont zijn dochter er met haar man Klaas Klaasen. In 1788 verkopen zij hun huis aan de chirurgijn mr. Daniël van Hamersveld (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832: Sectie D 378,379. Oosteinde zuidzijde). “1768, op den 30 meert hebben wij armeesteren de armeluij 1 jaar aan Kornelis Rust bestelt om haar siek sijnde of andere accidenten hebbende soo veel moogelijk is te geneesen en dat voor de somma van 28 gulden beginnende dit jaar met paasen '68 en eijndigt met paaschen 1769. P. Druijf (d)” (HGS 156; Kasboek diaconie 1763-1819).
1. Grietje Rust, ged. Scherpenzeel 19-07-1733, jong ov. 2. Grietje Rust, ged. Scherpenzeel 31-10-1734, spinster, ov. Scherpenzeel 27-01-1816, tr. Klaas Klasen, ov. Amsterdam Lidm. reg. Scherpenzeel 1756: Grietje Rust, met attestatie vertrokken naar Amsterdam. In 1788 is zij enige dochter en erfgename van haar ouders.
3. Peter Rust, ged. Scherpenzeel 13-01-1737, jong ov. 4. Peter Rust, ged. Scherpenzeel 20-07-1738, ov. Scherpenzeel 03-05-1783 Lidm.. Scherpenzeel 15-04-1759: Peter Rust, jm, met attestatie vertrokken naar Amsterdam. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Pieter Rust, jm. Lidm. reg. Scherpenzeel 1772: Pieter Rust, jm.
5. Klaertjen Rust, ged. Scherpenzeel 20-12-1739 6. Harmijna Rust, ged. Scherpenzeel 14-05-1741 7. Maria Rust, ged. Scherpenzeel 02-12-1742 8. Maria Hendrietta Rust, ged. Scherpenzeel 21-06-1744 Deze tak sterft uit. IVb Teunis Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 23-05-1708, smid, ov. ca. 1749, tr. Scherpenzeel 07-061733 Maria/Mijtjen Robbaer, ged. Scherpenzeel 16-12-1708, ov. voor 1758, dr. Pierre Robert en Judith Jansen van Gemen. Maria Robbaer tr. (2) Scherpenzeel 09-11-1749 Hendrick Jan Bulsing, geb. Deutekom, ov. Scherpenzeel 06-03-1777 Teunis Rust huurt in 1737 een huis met smederij in Scherpenzeel (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832: Sectie D 292,393. Oosteinde zuidzijde). Datzelfde jaar verhuist hij naar het huis van zijn schoonouders. Het huis staat vlak naast de toren van de Grote kerk. Hij heeft daar een smederij met een winkel. Na zijn ov. Hertrouwt zijn vrouw met Hendrik Jan Bulsing, ook een smid.
1. Judith Rust, ged. Scherpenzeel 07-03-1734, tr. Dirk Jan Bulsing Lidm. Scherpenzeel 30-03-1755: Judith Rust. In 1758 zijn o.a. Judith en Pieter Rust erfgenamen van hun oom en tante Adrianus Robart en Elisabeth van de Vegt (UT205a13, nr. 132; 16-08-1758). Bij de boedelscheiding van tante Elisabeth van de Vegt, wed. Adrianus Robart woont Judith Rust x Dirk Jan Bulsing in Edam (UT236a17, nr. 67; 06-11-1793).
2. Harmtje Rust, ged. Scherpenzeel 06-11-1735 3. Gerrith Rust, ged. Scherpenzeel 26-12-1736 4. Harmtje Rust, ged. Scherpenzeel 26-10-1738 5. Aeltjen Rust, ged. Scherpenzeel 18-09-1740 6. Grietje Rust, ged. Scherpenzeel 30-09-1742 Lidm. Scherpenzeel 06-04-1760: Grietje Rust.
Ontvangst van boelhuizen 28-12-1808: het erfhuis van Grietje Rust (HGS 156; Kasboek diaconie 17631819, fol. 173).
7. Peter Rust, ged. Scherpenzeel 02-05-1745 In 1758 zijn o.a. Judith en Pieter Rust erfgenamen van hun oom en tante Adrianus Robart en Elisabeth van de Vegt (UT205a13, nr. 132; 16-08-1758). Bij de boedelscheiding van tante Elisabeth van de Vegt, wed. Adrianus Robart woont Pieter Rust in Rotterdam (UT236a17, nr. 67; 06-11-1793).
IVc Aalbert Gerritsz Rust, ged. Scherpenzeel 25-08-1720, smid, ov. ca. 1748, tr. Scherpenzeel 02-121742 Anna Geertruij Rosse, won. Gennep. Anna Geertruij Rosse tr. (2) Scherpenzeel 01-11-1750 Laurens Evers, geb. Winterswijk, won. Eibergen, zn. van Hendrick Eversz Lidm. reg. Scherpenzeel 27-10/03-11-1743: Aalbert Gerridz Rust. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758 (onder Gerrit Rust): Laurens Everszen en Anna Geetruij Rosse. Aalbert Gerritsz Rust diaken in de Grote kerk 1744-1748. Twee jaar na het overlijden doet zijn vrouw afrekening van zijn diakenschap. Na de dood van Aalbert Gerritsz Rust wordt de smederij overgenomen door de tweede man van zijn vrouw Laurens Evers.
Uit dit huw.: 1. Jan Henderick Rust, ged. Scherpenzeel 27-10-1743, jong ov. 2. Klara Rust, ged. Scherpenzeel 22-08-1745 Genoemd in 1764 bij een verkoop en veiling in Scherpenzeel (Recht. Arch. Scherpenzeel 02-05-1764, fol. 5) Lidm. Scherpenzeel 09-11-1767: Klara Rust, jd, aan de straat in Scherpenzeel.
3. Jan Henderick Rust, ged. Scherpenzeel 26-01-1749 Genoemd in 1764 bij een verkoop en veiling in Scherpenzeel (Recht. Arch. Scherpenzeel 02-05-1764, fol. 5). Lidmaten Scherpenzeel 18-09-1773: Jan Hendrik Rust, met attestatie vertrokken naar Kaap de Goede Hoop in 1773.
Samengesteld door Henk van Woudenberg oktober 2008