5 -mlnutert versie
voor Provincial Staten Directie
DMB Afdeling Afdeling Economisehe Zaken Registratienummer PZH-2008-365556 (DOS-20080005391)
Datum vergadering Gedeputeerde Staten
Verzenddatum
Portefeuiilehouder
Geheim
Nee
20 mei 2008
Paraaf Provinciesecretaris
Dijk, JWA, van
Termijn
26 juni 2008
Onderwerp
Actieprogramma Economische Clusters Bijlagen
- Actieprogramma Economische Clusters Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van van de Economische Visie 2007-2011 wordt dit Actieprogramma Economische Clusters ter vaststelling aangeboden. Dit document beschrijft een deel van de uitvoering van de reeds vastgestelde economische visie.
1.
Onderwerp in kort bestek De provincie heeft in het Actieprogramma Economische Clusters in de eerste plaats een samenbrengende rol. We brengen partijen uit de vier O's (ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid) bij elkaar om kansen en sterke punten van de stuwende clusters en de hotspots te benutten. Daarnaast kiezen we voor een regierol met een instrumentele benadering, een rol die zich dus meer laat omschrijven als voorwaardenscheppend, agenderend en faciliterend dan als initierend en sturend. We sluiten daarbij aan bij de dynamiek en het organiserend vermogen van de Zuid-Hollandse economie in het algemeen en bij die van de economische clusters in het bijzonder. Dat betekent dat de provincie haar instrumentarium zo zal inrichten dat deze ondersteunend zijn aan de versterking van de economie en de beeidbepalende Zuid-Hollandse clusters. Het beschikbare instrumentarium wordt door de provincie aangewend om kansen zoveel mogelijk te realiseren en knelpunten weg te nemen. Uitgangspunt is dat de provincie niet treedt in de verantwoordelijkheid van andere overheden en van individuele marktpartijen of instellingen. De provincie heeft door zijn regiefunctie m.b.t. het ruimtegebruik en de verkeersinfrastructuur een grote invloed op de kwaliteit van de bedrijfsomgeving. De provincie is daarmee de meest aangewezen overheidslaag om de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te bewaken en te verbeteren. Naast deze fysieke maatregelen is het bedrijfsleven gebaat bij beleid gericht op niet fysieke aspecten van de bedrijfsomgeving. Dit betreft de beschikbaarheid van de gewenste arbeid, onderzoek en onderwijs voorzieningen en kennisoverdracht naar het bedrijfsleven, een ondernemersvriendelijk milieu en promotie en acquisitie. Het aanpassen van de bedrijfsomgeving op zowel de fysieke als de niet fysieke aspecten daarvan moet zoveel mogelijk maatwerk zijn afgestemd op de locale behoeften van het bedrijfsleven. Aangezien samenhangende groepen van bedrijven vaak geografisch geconcentreerd zijn op regionaal niveau is de provincie het aangewezen overheidsniveau.
1/4
Per programmalijn is aangegeven welke doelstellingen de provincie heeft gesteld en voor welke clusters deze doelstellingen van toepassing kunnen zijn. Het geheel aan programmalijnen moet worden gezien als kader, als instrumenten die per cluster anders kunnen worden ingezet afhankelijk van de ontwikkelingen, innovaties en economische kansen die zich in de toekomst voordoen. Interactie met de verschillende betrokken partijen, allertheid en flexibiliteit zijn essentiele voorwaarden om de programmlijnen en dus de instrumenten zo effectief mogelijk in te zetten. 2.
Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a,
Europees/natlonaal/provinciaal wetteiijk ©n belefdskader
Lissabon agenda, Gothenburg agenda, OP West, Pieken in de Delta, EFRO, Omnibus decentraal b,
Reiatie andere interne beleidsterreanen
Ruimtelijke Ordening, Verkeer & Vervoer en Milieu. c,
Relatie externe partijen
De provincie werkt samen met partijen die een specifieke opdracht hebben om aan de versterking te werken van de Zuid-Hollandse economie en de clusters zoals: • Holland Business Promotion Office (HBPO) de West-Holland Foreign Investment Agency (WFIA),daar waar het Promotie en Acquisitie voor Zuid-Holland betreft. • •
de Kennisalliantie, daar waar het Innovatie betreft Regionaal Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA's), daar waar het Arbeidsmarkt en
•
Onderwijs betreft. de Stichting Jong Ondernemen en het Ondernemersklankbord daar waar het Ondernemerschap betreft. Het betreft hier een samenwerking die in deze collegeperiode wordt afgebouwd.
Conform de begroting ondersteunt de provincie deze partijen financieel.
3.
Procesbesohrijvlng en rol Staten
a.
Voorgesehiedenis
Het Actieprogramma Economische Clusters kent zijn aanleiding in het coalitieakkoord. Daarin staan de twee pijlers voor het economische beleid van de provincie Zuid-Holland benoemd: 1.
Kwaliteit in de basis: een krachtige economische structuur en een optimaal
2.
vestigingsklimaat; Excelleren in sterke clusters: greenports, bio- en lifesciences, water- en delta, transport en logistiek.
Beide pijlers zijn uitgewerkt in de Economische Visie. Voor pijler 1 is er al een door GS geaccordeerd actieprogramma 'Ruimte voor Economie1. Het daaraan gekoppelde uitvoeringsprogramma zal in September 2008 gereed zijn. Pijler 2 heeft zijn vervolg in dit Actieprogramma Economische Clusters.
3/4
Voordracht aan Provincials Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering
25 juni 2008 Nummer
onderwerp
Actieprogramma Economische Clusters
1 Ontwerpbesluit Provinciate Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Coalitieakkoord, de economische visie, Actieprogramma ruimte voor economie, Actieprogramma Greenports Besluiten: 1. Het Actieprogramma Economische Clusters: Life and Health Sciences (LHS), Greenports (GP), Water & Delta (W&D), Transport & Logistiek (T&L), vast te stellen met als uitgangspunten: - De provincie kiest voor een regierol met een instrumentele benadering, een rol die zich dus meer laat omschrijven als voorwaardenscheppend, agenderend en faciliterend dan als initierend en sturend. We brengen partijen uit de vier O's (ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid) bij elkaar om kansen en sterke punten van de stuwende clusters en de hotspots te benutten. Dat betekent dat de provincie haar instrumentarium zo zal inrichten dat deze ondersteunend zijn aan de versterking van de economie en de beeldbepalende Zuid-Hollandse clusters. Het beschikbare instrumentarium wordt door de provincie aangewend om kansen zoveel mogelijk te realiseren en knelpunten weg te nemen. Het instrumentarium van de provincie bestaat uit: Wettelijke taken op het gebied van Ruimtelijke Ordening (NWRO de de PSV). Cofinanciering van met name EFRO- en Pieken in de Delta-projecten ten behoeve van de vier clusters. Samenwerking met derde partijen zoals Holland Business Promotion Office (HBPO) en de West-Holland Foreign Investment Agency (WFIA), de Kennisalliantie en de Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA's). Mogelijkheden om aan te sluiten bij bestaand beleid en subsidies van EU, Rijk (FES) en de Randstedelijke agenda. 2. De in het Actieprogramma Economische Clusters genoemde programmalijnen, doelstellingen, instrumenten en provinciale inzet per cluster vast te stellen; Den Haag,
Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter,
1/2
Voordracht aan Provincials Staten
van Gedeputeerde Staten Vergadering
25 juni 2008 Nummer
onderwerp
Operationeel Beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs
1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Coalitieakkoord, Economische Visie, Actieprogramma Clusters. Besluiten: 1. Het operationeel beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs vast te stellen met de volgende uitgangspunten en beleidslijnen: uitgangspunten: 1. Het is vraaggericht, werkgevers zijn uitgangspunt en niet het aanbod arbeidspotentieel; 2. Interventies van de provincie brengen het vliegwiel op gang, dat daarna in beweging kan blijven zonder een provinciale bijdrage. Deze bijdrage ondersteunt initiatieven waarvan de resultaten ten goede komen aan een grotere groep dan dat van de uitvoerders van het initiatief, waarvoor subsidie wordt aangevraagd; 3. De uitvoering van het beleid wordt zoveel mogelijk uitgevoerd binnen de bestaande Regional Platforms Arbeidsmarkt (RPA)-structuur. beleidslijnen (de drie D's): 4. Doorstroming naar een hoger niveau: enerzijds het realiseren van een doorlopende leerlijn in het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) en het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) en vanuit het MBO naar het HBO, anderzijds het realiseren van op- en bijscholingstrajecten vanuit een werksituatie - leeftijd speelt geen rol - met als doel het bereiken van een erkend onderwijs diploma, of erkend certificaat en het bereiken van een hoger functieniveau; 5. Duale trajecten: combinaties van werken en leren voor zowel scholieren uit het MBO en het HBO, als voor werkenden - leeftijd speelt geen rol - waarbij mensen vooral leren op de werkplek, terwijl het leerdoel is afgestemd op hun behoeften in relatie tot de eisen van de arbeidsmarkt; 6.
Delen van kennis: de organisatie en infrastructuur, die benodigd is om duale trajecten te realiseren en doorstroom te bewerkstellingen en is gericht op het realiseren van samenwerking tussen MBO, HBO en het bedrijfsleven en het bedrijfsleven onderling. Het doel is enerzijds het beroepsonderwijs beter af te stemmen op de arbeidsmarkt en anderzijds de arbeidsmarkt beter te betrekken bij het beroepsonderwijs; 2. Een convenant in 2008 op te stellen waarin de nieuwe werkafspraken op basis van het nieuwe beleid met de RPA's en de Kennisalliantie (KA) wordt vastgelegd;
1/3
2 Toellchting Inhoudelijk Met dit operationeel programma verbetert de provincie de aansluiting tussen Onderwijs en Arbeidsmarkt. Het zorgt voor minder krapte op de arbeidsmarkt in het algemeen en - door aan te sluiten op het economische clusterbeleid van de provincie - voor die binnen de vier beeldbepalende clusters in het bijzonder. Daarmee sluit het aan bij het regionaal economisch beleid en draagt het bij aan de economische opgave (een economische groei van 2%). PS worden gevraagd het operationeel beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs volgens de in het programma opgenomen uitgangspunten en beleidslijnen vast te stellen. Financieel De middelen zijn in 2008 onderverdeeld in: • 2,6 miljoen regulier: Dit zijn middelen die via de ASV-lijn (waarbij de RPA's een •
toetsende en acquirerende rol hebben) worden ingezet 1,0 miljoen intensivering: Dit zijn de middelen die beschikbaar zijn om de omslag naar een meer vraag- en clustergericht A&O-beleid voorafgaand aan een aanpassing van de ASV te realiseren. Hieronder vallen de cofinanciering van A&O-projecten in Pieken in de Delta (vier ton) en incidentele projecten (zes ton).
In de jaren 2009 tot en met 2011 zijn de middelen onderverdeeld in: • 2,6 miljoen regulier: Dit zijn middelen die via de ASV-lijn (waarbij de RPA's een toetsende en acquirerende rol hebben) worden ingezet • En worden de intensiveringsmiddelen (1 miljoen) geschrapt. Dekking hiervoor is beschikbaar in programma 3 van de begroting.
3/3
5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie
DMB Afdeling
Afdeling Economische Zaken
„_ HOLLAND
Datum vergadering Gedeputeerde Staten
Registratienummer
raWOOMWeZ 0005395)
Verzenddatum
Geheim
Nee
20 mei 2008
Portefeuillehouder Koop, MEH
(DOS-2008-
Paraaf Provinciesecretaris
Termijn
27 juni 2008
Onderwerp
Operationeel Beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs Bijlagen
- Operationeel beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs
Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van GS besluit om de het Operationeel Beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs vast te stellen.
1. Onderwerp in koit bestek Het Operationeel Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs ("A&O") kent zijn aanleiding in het coalitieakkoord. Daar is binnen het economische offensief het opleiden van de toekomstige beroepsbevolking als prioriteit benoemd. Dit Operationeel Programma is een uitwerking van die prioriteit en maakt inzichtelijk wat er gedaan gaat worden, wat daarmee bereikt zal worden en welke kosten daaraan verbonden zijn. Het zorgt voor minder krapte op de arbeidsmarkt in het algemeen en - door aan te sluiten op het economische clusterbeleid van de provincie - voor die binnen de vier beeldbepalende clusters in het bijzonder. Daarmee sluit het aan bij het regionaal economisch beleid en draagt het bij aan de economische opgave (een economische groei van 2% op basis van de Centraal Plan Bureau-studie "ageing in The Netherlands"). Dit gebeurt door de rol en de positie te nemen die de provincie past (conform Provincie Nieuwe Stijl). De rol bestaat uit het samenbrengen van partijen - in dit geval de 3 O's (ondernemers, onderwijs en overheid) - en het richten van het provinciaal instrumentarium - in dit geval de Algemene Subsidie Verordening (ASV)-subsidies -, zodat partijen de maatschappelijke vraagstukken kunnen oppakken. De positie is er een op bovenregionaal niveau. Dat is het niveau waarop de (vraagkant van de) arbeidsmarkt georganiseerd is en waar de 3 O's elkaar nu niet weten te vinden. Zonder de nadrukkelijke interventie van de provincie ontstaat geen organiserend vermogen van partijen op dat niveau. Het A&O-beleid kent daarbij de volgende uitgangspunten: 1. Het is vraaggericht (wat is het probleem?); 2. Interventies van de provincie brengen het vliegwiel op gang, dat daarna in beweging kan blijven zonder een provinciale bijdrage (alleen provinciale ondersteuning in opstartfase van een project). Deze bijdrage ondersteunt initiatieven waarvan de resultaten ten goede komen aan een grotere groep dan dat van de uitvoerders van het initiatief, waarvoor subsidie wordt aangevraagd (wat is nodig? / wat gaan we doen?);
1/4
KennisAlliantie (KA): De RPA's verzorgen weliswaar de uitvoering, maar benutten daarbij de kennis en het netwerk van de KennisAllinatie. Zo hebben zij hun kennis en expertise gebundeld om de arbeidsmarktknelpunten in clusters te adresseren. Daarnaast speelt de KennisAlliantie een belangrijke rol in de acquisitie voor (ook A&O)-projecten in Pieken in de Delta; Stichting Tympaan: De Stichting Tympaan is opdrachtnemer in de ontwikkeling van de regiometer (een systeem met regionale onderwijs- arbeidsmarktinformatie waarin diverse analyses en monitoren gecombineerd kan worden). Werkgeversoverleg: Dit overleg dat op dit moment wordt herijkt, kan een belangrijke rol gaan vervullen door de inbreng van de O van Ondernemers binnen de RPA's verder te versterken.
3.
Procesbeschrijving en rol Staten
a.
Voorgeschiedenis Het Operationeel Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs ("A&O") kent zijn aanleiding in het coalitieakkoord. Daar is binnen het economische offensief het opleiden van de toekomstige beroepsbevolking als prioriteit benoemd. Dit Operationeel Programma is een uitwerking van die prioriteit en maakt inzichtelijk wat er gedaan gaat worden, wat daarmee bereikt zal worden en welke kosten daaraan verbonden zijn. Het coalitieakkoord is als het ware het fundament waarop dit programma gebouwd is. Hierna zijn binnen de economische visie de muren opgetrokken en zorgen de verschillende actie- of operationele programma's voor de daadwerkelijke inrichting. Dit Operationeel Programma A&O is een van die programma's. Naast dit programma zijn er de volgende programma's: Actieprogramma Ruimte voor Economie, Actieprogramma Greenports en Actieprogramma Programma Cluster
b»
Waar staan we nu?
De fase van beleidsuftwerking Een betere match tussen vraag en aanbod zal de Arbeidsmarkt en Onderwijs knelpunten oplossen. Voor het programma heeft de provincie Zuid-Holland in 2008 3,6 miljoen euro beschikbaar, In de jaren daarna (2009, 2010 en 2011) is dat door een structured bezuiniging 2,6 miljoen euro . Dit bedrag is voor een beperkt deel bestemd om de RPA's de hun toegedichte taak te laten vervullen, maar voor verreweg het grootste deel om projecten te subsidieren, die daadwerkelijk bijdragen aan de vermindering van de arbeidsmarktknelpunten in Zuid-Holland. €„
Vervolgproeedure Na vaststelling van dit document door de Provinciale Staten wordt er in 2008 een nieuw convenant met de RPA's en de Kennisalliantie gesloten. In het huidige convenant hebben de RPA's een acquirerende en adviserende rol, uitgaande van het bestaande netwerk en de kennis en ervaring met de specifieke regionale arbeidsmarktsituatie (acquisitie en beoordeling subsidie projecten). Gebaseerd op het nieuwe beleid zal deze rol niet meer gericht zijn op het arbeidspotentieel maar op de vraag vanuit arbeidsmarkt. Daarnaast zullen
3/4
Operationeel Programma Arbeidsmarkt & Onderwijs
25 april 2008
1 Aanleiding voor het programma Aanleiding Het Operationeel Programma Arbeidsmarkt en Onderwijs ("A&O") kent zijn aanleiding in het coalitieakkoord. Daar is binnen het economische offensief het opleiden van de toekomstige beroepsbevolking als prioriteit benoemd. Dit Operationeel Programma is een uitwerking van die prioriteit en maakt inzichtelijk wat er gedaan gaat worden, wat daarmee bereikt zal worden en welke kosten daaraan verbonden zijn. Het coalitieakkoord is als het ware het fundament waarop dit programma gebouwd is. Hierna zijn binnen de economische visie de muren opgetrokken en zorgen de verschillende actie- of operationele programma's voor de daadwerkelijke inrichting. Dit Operationeel Programma A&O is een van die programma's Naast dit programma zijn er de volgende programma's: Actieprogramma Ruimte voor Economie Actieprogramma Greenports Actieprogramma Clusters Visie Statement Het Arbeidsmarkt en Onderwijsbeleid van de provincie Zuid-Holland was in de vorige coalitieperiode, onder invloed van de destijds geldende problematiek (jeugdwerkloosheid en een groot tekort aan stageplaatsen), gericht op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Destijds (maart 2004) zijn met de drie Regionale Platforms Arbeidsmarkt (RPA's) in Zuid-Holland convenanten afgesloten die de volgende gezamenlijke doelstellingen verwoorden: Verhogen van de arbeidsparticipatie van instromers door het aanpakken van kwalitatieve en kwantitatieve discrepanties op de arbeidsmarkt; Verhogen van het aantal jongeren dat met een afgeronde startkwalificatie het onderwijs verlaat. Partijen zagen daarbij de volgende 5 beleidslijnen als instrumenten om de doelstellingen te behalen: 1. Bestrijding uitvalproblematiek op het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO). 2. Bevordering van de doorstroom van VMBO naar Middelbaal Beroeps Onderwijs (MBO). 3. Stimulering van MBO-interactie met bedrijfsleven. 4. Vergroting van de aandacht voor de onderwijstechnocentra. 5. Aanpak van de stageproblematiek in het MBO en Hoger Beroeps Onderwijs (HBO). Gedurende de convenantperiode (maart 2004 - mei 2007) konden partijen projectsubsidies bij de provincie indienen die pasten binnen de geformuleerde beleidslijnen (artikel 11.9 van de Algemene Subsidie Verordening: ASV). De RPA's hadden daarbij een acquirerende en adviserende rol, uitgaande van het bestaande netwerk en de kennis en ervaring met de specifieke regionale arbeidsmarktsituatie. Deze werkwijze is eind 2006 positief geevalueerd1.
1
Zie het ElM-rapport Vermogen georganiseerd' met als ondertitel Evaluatie convenanten provincie Zuid-Holland
Duale trajecten of; Het Delen van Kennis realiseren, kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Bijdrage van het programma aan de realisatie van het beleid Met dit operationeel programma verbetert de provincie de aansluiting tussen Onderwijs en Arbeidsmarkt. Het zorgt voor minder krapte op de arbeidsmarkt in het algemeen en - door met name aan te sluiten op het economische clusterbeleid van de provincie - voor die binnen de vier beeldbepalende clusters in het bijzonder. Daarmee sluit het aan bij het regionaal economisch beleid en draagt het bij aan de economische opgave (een economische groei van 2%).8
2. Programmadefinitie Doelstellingen van het programma De doelstelling van het programma laat zich zowel op outcome- als op outputniveau beschrijven, waarbij er een duidelijke relatie tussen beide aspecten moet zijn. Als outcome-indicator wordt het aantal moeilijk vervulbare vacatures op de Zuid-Hollandse arbeidsmarkt genomen. Dit zijn vacatures (gemeten tot en met mbo-niveau) die langer dan drie maanden open staan. De doelstelling is deze indicator in zijn algemeenheid te verlagen en op clusterniveau meer dan gemiddeld te doen dalen. Moeilijk vervulbare (algemene) vacatures zullen korter dan 3 maanden open staan en vacatures in de clusters zullen nog sterker dalen. Deze outcome-indicator is een specificering van de bijdrage van het A&O-beleid aan de algemene economische indicator (de 2% economische groei). Door het aantal moeilijk vervulbare vacatures te verlagen, wordt bijgedragen aan de realisatie van de economische groei. Op outputniveau wordt bepaald welke bijdrage de verschillende activiteiten en / of projecten (die via de ASV- of Pieken in de Delta-lijn worden bekostigd) leveren aan deze outcome-indicator. In de subsidiekaders wordt daartoe opgenomen dat aanvragende partijen de invloed die hun project heeft op de genoemde outcome-indicator inzichtelijk moeten maken. In de beschikking zullen deze invloeden worden gekwantificeerd, zodat ze zowel bij de definitieve vaststelling als bij de tussentijdse rapportages kunnen worden gemonitord. Als gemeenschappelijk indicator op outputniveau kan gelden dat het totaalbedrag aan beschikbare subsidies is ingezet ten behoeve van de oplossing van de arbeidsmarktknelpunten. Via de begrotingscyclus wordt periodiek op hoofdlijnen aan Provinciale Staten (PS) (en meer gespecificeerd aan Gedeputeerde Staten: GS) de voortgang op outputniveau besproken, terwijl jaarlijks de invloed op de outcome-variabele inzichtelijk zal worden gemaakt. De gegevens die noodzakelijk zijn om de inspanningen op A&O-gebied te evalueren worden op dit moment nog niet op de gewenste gegroepeerde wijze op provinciale schaal verzameld. Met de ontwikkeling van het
Q
Op basis van de Centraal Plan Bureau-studie "ageing in The Netherlands
Voorbeeld: Deltalinqs heeft van de aangesloten bedrijven het signaal gekregen dat de genormeerde opleidingen in de proces- petrochemie voor problemen zorgen. Kleine individuele bedrijven kunnen niet het vereiste aantal minimum deelnemers leveren, waardoor hun medewerkers verstoken blijven van de vereiste opleidingen. Deltalinqs wil voor deze partijen, die individueel te weinig organisatorisch vermogen hebben, opleidingscapaciteit inkopen en een en ander administratief en inhoudelijk coordineren en organiseren. De provincie wil dit initiatief, enkel voor zover het deze coordinatiefunctie van Deltalinqs daarbij betreft, financieel ondersteunen. 2b. Projecten zijn aanvullend (wat is nodia? / wat aaan we doen?) Aangegeven is dat verantwoordelijkheden en budgetten voor een belangrijk deel bij partijen anders dan de provincie zijn belegd. Provinciale projecten zullen alleen worden gelnitieerd waar een project-, tijds- of schaaleffect voor de provincie is te realiseren. Concreet betekent dit dat er zonder de inzet van provinciale middelen geen project zou zijn geweest (projecteffect), het project pas later zou zijn gerealiseerd (tijdseffect) of dat het project anders veel beperkter van omvang zou zijn geweest (schaaleffect). Voorbeeld: EuroSkills is een Europese beroepenwedstrijd die ditjaar voor het eerst (en wel in Rotterdam) wordt georganiseerd. Omdat de provincie weet dat er vraag is naar Internationale kenniswerkers en dat bedrijven te weinig studenten kunnen vinden om stageplaatsen in te vullen, biedt deze gelegenheid een uitstekende mogelijkheid een en ander bij elkaar te brengen. Met de initiatiefnemers van EuroSkills is de mogelijkheid besproken om - aanvullend op het bestaande programma - een Student Exchange Program op te zetten. De provincie kan in de opstartfase bijdragen aan het faciliteren van de matchingfunctie tussen de vraag van de Zuid-Hollandse ondernemers en het aanbod aan buitenlandse deelnemers aan EuroSkills. Dit kan de transfer voor studie of werk van buitenlandse vakmensen naar de Zuid-Hollandse regio positief be'invloeden (internationalisering), waarmee gesignaleerde arbeidsmarktknelpunten kunnen worden verminderd. 3. Uitvoering binnen bestaande structuren (met wie gaan we het doen?) Het provinciaal A&O-beleid, aansluitend op de regionaal economische beleid, faciliteert die platforms waar afstemming over onderwijs en arbeidsmarkt plaatsvindt. In Zuid-Holland bestaat, in tegenstelling tot andere provincies, nog een dekkende RPA-structuur. Regionale Platforms Arbeidsmarkt (RPA's) die, na de splitsing van Arbeidsvoorziening en de daarmee gepaard gaande opheffing van de Regionale Besturen Arbeidsvoorziening (RBA's), het regionale platform voor Arbeidsmarktvraagstukken zijn geworden. De vorige collegeperiode zijn goede resultaten geboekt door samen te werken met de RPA's. Aangezien het provinciaal A&O-beleid niet structureel is, maar zich vooralsnog beperkt tot deze collegeperiode wordt aangesloten op deze bestaande structuur. Bovendien is er uitsluitend sprake van een regionale arbeidsmarkt. De RPA's sluiten aan op deze schaalgrootte. De RPA's zijn als regionale actor en kenner van hun specifieke deelarbeidsmarkt verantwoordelijk voor het mobiliseren en prioriteren van arbeidsmarktprojecten in hun werkgebied. Gezien de gemaakte omslag worden aanvullende eisen aan de RPA's gesteld. Zo zou het onderwijs en zeker ook het bedrijfsleven in de RPA's een bestuurlijke stem moeten hebben en zou de nadruk minder op de overheidsbemoeienis moeten liggen. De KennisAlliantie is (tijdelijk) als partner toegevoegd aan het Arbeidsmarkt en Onderwijsdossier. Zij hebben hun netwerk in de economische clusters beschikbaar gesteld en in nauwe samenwerking voor de RPA's ontsloten. Hiermee is invulling gegeven aan een A&O-beleid dat meer dan voorheen gericht is op de economische clusters. Om de inbreng van het bedrijfsleven bij de RPA's te realiseren kan gebruik worden gemaakt van het werkgeversoverleg. Via dit hernieuwde overleg tussen werkgeversorganisaties en de Provincie ZuidHolland worden deze partijen opgeroepen actief zitting te nemen in de bestaande overlegstructuur rond
Liltslultlngen De provincie subsidieert geen activiteiten die het reguliere werk van onderwijs- en arbeidsmarktpartijen betreffen, omdat dat de eigen verantwoordelijkheid van betreffende partijen is; De provincie heeft geen toegevoegde waarde om de uitval in het onderwijs te bestrijden (met name VMBO): de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij scholen, gemeenten en rijk (leerplichtigheid). Kleine, ongerichte en alleen aanbodgerichte subsidies hebben weinig toegevoegde waarde en zullen worden uitgesloten.
3. Contouren organisatie programma Hoi provincie Uitgangspunt bij de uitwerking van het operationeel programma is het programma Provincie Nieuwe Stijl. Aansluiting provinciaal beleid en andere beleidsterreinen Het operationeel programma Arbeidsmarkt en Onderwijs staat niet op zich zelf en maakt onderdeel uit van de totale regionale economische beleid zoals dat in de Economische Visie eind 2007 is vastgesteld. Hierin bestaan belangrijke relaties met andere beleidsafdelingen binnen de provincie Zuid-Holland, zoals met de beleidsafdelingen Ruimtelijke Ordening en Verkeer & Vervoer. Het belang van dergelijke relaties is ook tijdens de Statenbijeenkomst op 5 maart 2008 nogmaals onderstreept. Verder is in het coalitieakkoord een verband gelegd tussen de sector Vrije Tijd en Arbeidsmarkt en Onderwijs door aan te geven dat er deze sector ruimte biedt voor werkgelegenheid van lager opgeleiden. Hoewel het arbeidsmarktbeleid zich meer dan voorheen richt op de vier beeldbepalende clusters kunnen ook andere sectoren en / of clusters met arbeidsmarktknelpunten zich, via de RPA's, tot de provincie richten. De sector Vrije Tijd is daar een van. Partners Voor de uitvoering werken we samen met partners uit het veld. •
•
RPA's: De Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid, die de platformfunctie vervullen waar de 3 O's (Ondernemers, Overheid, Onderwijs) elkaar treffen en waarmee het organiserend vermogen verder wordt versterkt. De RPA's vervullen vanuit deze positie een acquirerende en toetsende rol bij de verstrekking van de Arbeidsmarktsubsidies; KA: De RPA's verzorgen weliswaar de uitvoering, maar benutten daarbij de kennis en het netwerk van de KennisAllinatie. Zo hebben zij hun kennis en expertise gebundeld om de arbeidsmarktknelpunten in clusters te adresseren. Daarnaast speelt de KennisAlliantie een
• •
belangrijke rol in de acquisitie voor (ook A&O)-projecten in Pieken in de Delta; Stichting Tympaan: De Stichting Tympaan is opdrachtnemer in de ontwikkeling van de regiometer. Werkgeversoverleg: Dit overleg dat op dit moment wordt herijkt, kan een belangrijke rol gaan vervullen door de inbreng van de O van Ondernemers binnen de RPA's verder te versterken.
Dit leidt tot het volgende meerjarige plaatje:
. Inzetten van ASV-
t/m2011 2.600.000 2.600.000 2.600.000 2,600,000 10.400.000
subsidiemiddelen ten behoeve van A&Q-knelpunten binnen de clusters en generiek 2. Inzetten van ntensiveringsmiddelen ten
t/m2011
400.000
400,000
t/m 2011
600.000
600,000
behoeve van A&O-projecten Pieken in de Delta 3. Inzetten van overige ntensiveringsmiddelen via ncidentefe projecten 11-400-000 Inzet ASV-subsidie-instrument De inzet van het provinciaal ASV-subsidie-instrument zal geschieden door - wederom - de RPA's in te schakelen. Dat wil zeggen dat de RPA's gericht zijn op het uitvoeren van het provinciaal beleid en de RPA's een functie vervullen in het samenbrengen van partijen, in projectacquisitie en in het verstrekken van informatie. Daar waar nodig zal de provincie de RPA's helpen bij het maken van de omslag naar een meer vraaggerichte benadering van de arbeidsmarkt-onderwijs problematiek. Daar waar het de clusters betreft, wordt samengewerkt met de KennisAlliantie. De RPA's zijn als platform in staat partijen bij elkaar te brengen en in te spelen op de specifieke regionale arbeidsmarktknelpunten. Daar waar partijen zich gezamenlijk vinden in de oplossing van arbeidsmarktknelpunten en projecten ontwikkelen die passen binnen de beleidslijnen van de provincie, kunnen zij zich voor subsidie via de RPA's tot de provincie wenden. Daarbij geldt het volgende doeleinde: Het project is een oplossing voor een gesignaleerd arbeidsmarktknelpunt. Daarbij gelden de volgende voorwaarden: Het is opgesteld door en staat ten dienste van gezamenlijke partijen (probleemeigenaren en probleemoplossers); Er ligt een knelpuntanalyse aan ten grondslag; Het is aanvullend en niet gericht op de financiering van eerstelijnsactiviteiten; Het sluit aan bij de provinciale beleidslijnen van de drie D's: 'Doorstroming, Duale trajecten en Delen van kennis'; Het betreft projecten waarbij sprake is van een vliegwielfunctie van de provincie. Maar ook dient sprake te zijn van een zekere substantiele omvang, om te voorkomen dat er vele onderling nietsamenhangende projecten ontstaan. De provinciale bijdrage dient zodanig te zijn dat praktische vereisten, bijvoorbeeld ten aanzien van de accountantverklaring, niet in het geding komen. Voor Pieken in de Delta gelden andere kaders. Projecten binnen Pieken in de Delta zijn gericht op innovatie. Een A&O-lijn is aan Pieken in de Delta toegevoegd, omdat de knelpunten op ditterrein innovaties
11
Stap 2: Indien een dergelijk platform ontbreekt, wordt bezien in hoeverre het RPA geschikt is om als een dergelijk platform te (gaan) dienen. Stap 3: Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, kan een platform worden opgericht, waar de RPA's bij aansluiten. Conclusies (wat doen we niet meer en hoe zetten we het subsidie-instrument in) Het A&O-beleid van de provincie is, conform het coalitieakkoord, aanvullend op de activiteiten van andere spelers op de (regionale) arbeidsmarkt. In tegenstelling tot de voorgaande periode vinden er geen dubbellingen plaats met gemeentelijk (participatiebevordering) of rijksbeleid (Taskforce Jeugdwerkloosheid). Het is vraaggericht en richt zich op concrete regionale arbeidsmarktknelpunten. Het is gericht op samenwerking en faciliterend. Het biedt de verantwoordelijke partijen een platform waar de arbeidsmarktproblematiek besproken kan worden en waar aanzetten worden gegeven tot oplossingen. Daar waar de provincie vanuit haar eigen beleid aanvulling ziet, kan zij subsidieaanvragen honoreren. Het hanteert daarbij een drieledige doelstelling, de drie D's (Doorstroom, Duale trajecten en Delen van kennis) en maakt voor de duur van deze collegeperiode gebruik van bestaande en bewezen uitvoeringsorganisaties (RPA's), en gaat een subsidiebeleid kennen dat is afgestemd op deze aspecten.
13
Actieprogramma Economische Clusters
Provincie Zuid-Holland
Bijiage 3: Onderhanden en voorgenomen projecten binnen instrumentarium en clusters 1 Bijiage 4: Ontwikkelingen binnen de stuwende clusters
8
Operationeel beleidsprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs Agenda Vrije tijd Bron: 'Zuid-Holland: Internationaal Concurrerend, Innovatie en Duurzaam', Economische Visie provincie Zuid-Holland, 2007
1 ,2 DOEL VAN HET ACTIEPROGRAMMA CLUSTERS Dit programmadocument is bedoeld om voor de tweede pijler van de Economische Visie (Excelleren in sterke clusters) een vertaalslag te maken van visie naar uitvoering. Het actieprogramma Clusters is gericht op de versterking van geclusterde economische activiteiten die bepalend zijn voor de (internationale) concurrentiepositie van de ZuidHollandse economie als geheel. De clusters zijn opgenomen in het coalitieakkoord van de provincie en in de Economische Visie omdat ze ruimtelijk gezien het gemeentelijk niveau overstijgen en vooral op regionaal niveau (en niet op rijksniveau) functioneren. Ze verdienen het om aandacht te krijgen van de provincie, want internationaal georienteerde economische clusters met een sterke regionale binding zijn essentieel voor het behoud en de versterking van de vitaliteit van de Zuid-Hollandse economie. En daarmee raakt dit programma rechtstreeks het belang van de inwoners van Zuid-Holland! Het programma bundelt de inspanningen die in de begroting van de provincie zijn opgenomen die samenhangen met deze beeldbepalende clusters. Het actieprogramma bestaat zowel uit bestaand als nieuw beleid. Het actieprogramma geeft richting aan de koers van de provincie op dit thema. Het doel van het programma is om een kader te bieden dat voldoende instrumenten bevat om de aankomende jaren in te kunnen springen op economische en innovatieve Ontwikkelingen en kansen die zich in de clusters voordoen. Het actieprogramma heeft daarom programmalijnen die per cluster op verschillende wijze zullen worden ingezet. Het programma biedt de basis voor verdere uitwerking naar operationele projecten.
1.3 Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 over de cluster als motor van de Zuid- Hollandse economie. Daarin wordt eerst ingegaan op het belang en het postieve effect van de clusters om vervolgens in te gaan op de cluster in Zuid Holland. In Hoofstuk 3 komen de rol en de instrumenten van de provincie aan de orde in de clusteraanpak. Hoofdstuk 4 is wordt de stap gemaakt naar de uitvoering. Zeven samenhangende programmalijnen geven mogelijkheden en instrumenten voor de verschillende clusters. Tot slot gaat hoofdstuk 5 in op enkele organisatorische aspecten zoals financien en evaluatie van het actieprogramma clusters.
2.2 POSITIEF
OP WERKGELEGENHEID EN PRODUCTIVITEIT
Om de welvaart in stand te houden en de gevolgen van de vergrijzing op te vangen is een groei van de economie van 2% per jaar nodig3. Aangezien de beroepsbevolking naar verwachting slechts mondjesmaat zal groeien, zal deze economische groei het resultaat moeten zijn van de toename van de productiviteit. De werkgelegenheid is voor een belangrijk deel afhankelijk van het productie- en innovatieniveau van bedrijven. Voorwaarde hiervoor is dat de (regionale) bedrijfsomgeving optimaal afgestemd wordt op de behoefte van de bedrijven. Gebiedsgericht clusterbeleid - waarbij bedrijven geclusterd worden rond gedeelde economische activiteiten - kan een goede bijdrage leveren aan de verbetering van het de productiviteit en van het niveau van innovatie. Zo riep The Boston Consulting Group onlangs de minister van Economische Zaken op tot een Industriebeleid nieuwe stijl'. Nederland zou bedrijven moeten clusteren op basis van sector of expertise, zoals het technologiecluster rond Eindhoven en het voedingscluster rond Wageningen4. In een vergelijkbaar onderzoek dat Ernst & Young en het Ministerie van Economische Zaken eerder dit jaar presenteerden wordt eveneens gesteld dat overheden moeten focussen op bepaalde sectoren en type investeringen5. Economische ontwikkeling staat in een bredere context van een vitale samenleving en duurzaamheid. Daarbij is de menselijke maat een belangrijk uitgangspunt. Maatschappelijk gezien is welzijn immers breder dan enkel het creeren van meer welvaart. Een goed draaiende economie betekent niet alleen een toenemende welvaart, maar vergt ook door bijvoorbeeld een positieve waardering van de diversiteit in de samenleving, het optimaal gebruik maken van de creativiteit van mensen (denkkracht, diversiteit) en het duurzaam benutten van hulpbronnen. Een vitale en duurzame samenleving heeft een positief effect op de werkgelegenheid en de economische productiviteit. 2.3
IN DE
ZUID-HOLLAND
Kerncompetenties en compamtiev® voordelen Sterke, stuwende clusters zijn economische clusters die grotendeels gericht zijn op export en waarin de kerncompetenties van de provincie tot uiting komen. Zuid-Holland beschikt internationaal gezien over drie kerncompetenties waarmee de provincie zich kan onderscheiden van andere regio's. Deze competenties zijn flowmanagement, het beheersen en scheiden van stromende massa's, life and health sciences, de wetenschap
3 4 5
Op basis van de Centraal Plan Bureau-studie "Ageing in The Netherlands". Rapport 'Hoofdkantoren een hoofdzaak1, The Boston Consulting Group, 2008 'Netherlands Attractiveness Survey1 door Ernst & Young en het Ministerie van Economische Zaken, januari 2008.
• toekomstbestendigheid; • een goede mix van gevestigde en opkomende clusters. De gekozen mix van clusters heeft een hoge toekomstwaarde. Greenports, procesindustrie, transport en Idgistiek zijn volwassen sectoren. De procesindustrie en transport en logistiek danken hun toekomstbestendigheid aan de comparatieve voordelen die de haven van Rotterdam biedt. Aan de Greenports liggen omvangrijke en innovatieve clusters ten grondslag, met positieve economische verwachtingen voor de komende jaren. Focus van de provincie Alle bovengenoemde clusters en hotspots zijn van grote waarde voor de economische ontwikkeling van Zuid Holland. Echter in haar aanpak zal de provincie, in lijn met Provincie Nieuwe Stijl, zich vooral richten op die clusters waar haar toegevoegde waarde en het beleidsrendement het grootst zijn. De provincie Zuid-Holland zal zich vooral richten op de clusters Greenports, Life- en Health Sciences, Water- en Deltatechnologie en Transport en Logistiek. De provincie brengt de volgende accenten aan voor deze clusters: •
behoud van de concurrentiepositie van de clusters Transport & Logistiek en Greenports door het bevorderen van vernieuwing; • verder uitbouwen van de positie van het cluster Life & Health Sciences; • bevorderen van de groei van het marktaandeel van het cluster Water- & Delta.
Twee van de bovengenoemde clusters beschikken over bovenmodale groeipotenties: Life & Health Sciences staat met biotechnologie aan het begin van de productlevenscyclus, en Water & Delta wordt op dit moment geconfronteerd met nieuwe markten door de klimaatverandering. Ook de vooruitzichten voor het cluster Transport & Logistiek zijn positief. Door de globalisering vertoont de transportsector in alle lange termijnscenario's een forse groei in toegevoegde waarde8.
8
Bron: Vier vergezichten op Nederland, Productie, arbeid en sectorstructuur in vier scenario's tot 2040. CPB, Den Haag, 2004.
3
Provincie als motor achter de clusters
3.1 ROL PROVINCIE De provincie speelt een rol in het clusterbeleid omdat de provincie de overheidslaag bij uitstek is die op (boven)regionaal beleidsniveau actief is. Dit is juist het ruimtelijke niveau waarop clusters grotendeels opereren. De provincie kan coordinerend, visievormend, stimulerend en ondersteunend te werk gaan om de clusters in verschillende gemeenten te ontwikkelen. De provincie heeft in het actieprogramma Clusters in de eerste plaats een samenbrengende rol. We brengen partijen uit de vier O's (ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid) bij elkaar om kansen en sterke punten van de stuwende clusters en de hotspots te benutten. De partijen uit deze sectoren zijn immers cruciaal voor het innovatieve klimaat in Zuid-Holland en de kwaliteit van een cluster hangt sterk af van de kwaliteit van samenwerking van deze partijen. Daarnaast kiezen we voor een rol met een instrumentele benadering, een rol die zich dus meer laat omschrijven als voorwaardenscheppend, agenderend en faciliterend dan als initierend en sturend. We sluiten daarbij aan bij de dynamiek en het organiserend vermogen van de Zuid-Hollandse economie in het algemeen en bij die van de economische clusters in het bijzonder. Dat betekent dat de provincie haar instrumentarium zo zal inrichten dat deze ondersteunend zijn aan de versterking van de economie en de beeldbepalende Zuid-Hollandse clusters. Het beschikbare instrumentarium wordt door de provincie aangewend om kansen zoveel mogelijk te realiseren en knelpunten weg te nemen. Ook rekent de provincie het verder tot haar verantwoordelijkheid de belangen van de clusters bij andere overheden onder de aandacht te brengen. Uitgangspunt is dat de provincie niet treedt in de verantwoordelijkheid van andere overheden en van individuele marktpartijen of instellingen.
3.3 EFFECTIVITEITSCRITERIA Bij de inzet van de provincie wordt telkens bezien of er sprake is van een reele en aantoonbare toegevoegde waarde voor de internationale concurrentiepositie van de provincie. Als effectiviteitscriteria gelden de bijdragen die door inzet van de instrumenten geleverd wordt aan: • •
de regionale productiviteit; de duurzaamheid, innovatie- en concurrentiekracht van de provincie.
Buurzaarnheid: gedeelde doelstelling binnen actieprogramma Duurzaamheid is een van de drie hoofddoelen van ons regionaal economisch beleid. Duurzaamheid is in het clusterbeleid geen zelfstandig beleidsthema, maar wordt bi) alle beleidsthema's binnen de doelstelling meegenomen. Zo richten we ons in het innovatiebeleid binnen het cluster Transport & Logistiek onder onder meer op op het voorkomen van emtssies zoals fijnstof en op de vermindering CO* Binnen het cluster Greenports bevorderen we onder meer de introductie van gesloten kassen waardoor vervuiling van de omgeving wordt voorkomen, Binnen Water & De/fa stimuleren we de ontwikkeling van Deltatechnologie (klimaatbestendig maken van Zuid-Holland). In het cluster Life & Health Sciences zijn de technieken voor de productie van tweede generatie biobrandstoffen een goed voorbeeld van duurzame innovatie. Daarnaast is een traject Integrate Opgave Duurzame Innovaties" (afgekort IODI) gestart In IODI wordt een aantal innovatieve pilotprojecten gestart op het vlak van duurzaam ruimtegebruik en duurzame glastuinbouw in met name de Zuidplaspolder.
10
1, Per cluster samenbrengen van de vler marktpartijen door de provincie. 2. In gezamenlijkherd de kansen en bedreigingen in beeld brengert
Alfe 4 dusters
EFRO-project Kennisnetwerken Kennisnetwerken is een project dat de Kennisalliantie Zuid-Holland heeft ingediend by het Europees Fends Reglonate Qntwikkeling (EFRO), Daarnaast wordt het gecofinanciert doomniddel van <xa. provinciale middelen, Het project rfcht zich op het tot stand komen van op innovatie gerichte nefwerken en samenwerkingsverbanden In een viertal clusters: transport/logistiek, water en deltatechnologie, Health en Life Sciences en greenports, Het project stuit hiermee optimaal aan bij het provinciale beleid. In het project gaat het vooral om het realiseren van strategische samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en kennisinstellingen, Hiermee kan de basis gelegd worden voor nieuwe producten, diensten of productmarkt eombinaties die aan een (groot) deel van de bedrijven in het cluster kansen biedt Er wordt in het project gemikt op doorbraakinnovaties waardoor voor het cluster nieuwe markten bereikt ktmnen worden of systeem innovaties waardoor de concurrentiepositie van het cluster versterkt wordt. Daarmee is het project Kennisnetwerken een belangrijk toeleidingskanaal van projecten voor zowel de Zuid-Hoilandse ClusterregeJing, als Pieken in de Delta en eventuele andere subsidiefondsen.
4.3 PROGRAMMALIJN 2: VERVOERSBELEID
EN
EN
Ruimtelijke ordening en de ruimtelijke regisseursfunctie zijn onderdeel van het provinciale domein. Het spreekt voor zich dat de provincie deze instrumenten en wettelijke taken inzet om de economie te versterken. Voor de clusters is voldoende ruimte met een hoge kwaliteit een belangrijke voorwaarde. De clusters Greenports en Transport en Logistiek vragen veel ruimte die in de dichtst bevolkte provincie van Nederland vaak moeilijk te vinden is. De kennisclusters bio- en lifesciences vragen vooral hoogwaardige locaties, zoals ScienceParks en campussen. Op het vlak van verkeers- en vervoersbeleid heeft de provincie een aantal taken. Een goede interne en externe bereikbaarheid is voor het cluster Transport en Logistiek van
12
en ondernemerschap hoge prioriteit. De provincie heeft hierbij de taak voor deze gelden focus aan te brengen. De provincie Zuid-Holland richt zich daarbij op de uitbouw van sterke clusters en van kansrijke hotspots. Speerpunten zijn: • versterken van kansrijke clusters door kennisontwikkeling, -overdracht en -toepassing; • stimuleren van ondernemerschap en innovatie in kleine bedrijven.
1. Inzet van cofinancieririg vanalt de province aan EFROprojecten. In 2008 betreft het de volgende projecten: • Clusterregeliog (tot 2011) • Teehnopolts Incubator Centrum (tot 2010) * Bio Partner Accelerator (tot 2010) * Kennisnetwerken (tot 2009) * Kenntsbruggen (tot 2009) • Teehnostarters YES (tot 2008) 2. Inzet van cofinarrclering ten behoeve van nieuwe tranches in 2008 en de daaropvolgende jaren. Inmiddels zijn voorbereidingscontaeten gelegd met Shipping Valleyft Plaatje, Greenports en het Proof to Cure-fonds. 3. Budget EFRQ-middeten Inzet van middelen die via Clusterregeling van EFRO zijn verkregen (tot 2011)
4.5
4:
IN DE DELTA
Pieken in de Delta (gestart in 2004) is de gebiedsgerichte economische agenda van Nederland. Deze agenda draagt bij aan de ambitie om van Nederland een concurrerende en dynamische economie te maken in een sterk en innovatief Europa. De provincie is een belangrijke partner van het Rijk om deze subsidieregeling voor de Zuidvleugel vorm te geven. In dit stimuleringsprogramma worden de volgende clusters ondersteund, die deels raakvlakken hebben met het actieprogramma Cluster 2007-2011: haven- en industriecomplex, life- and healthsciences, glastuinbouw en internationaal recht, vrede en veiligheid. De gedeelde knelpunten en kansen van deze clusters zijn • • •• •
behoefte aan ruimte voor bedrijvigheid; problemen met bereikbaarheid; behoefte aan innovatieve ICT oplossingen; knelpunten en kansen op het gebied van de arbeidsmarkt en het onderwijs.
14
aanmerking. In 2008 worden de intensiveringmiddelen van A&O buiten de ASV-tranche om ingezet voor de oplossing van vraaggerichte arbeidsmarktknelpunten. Een deel wordt daarbij gereserveerd voor de co-financiering van A&O-projecten in Pieken in de Delta en een deel wordt via incidentele subsidies aan deze knelpunten besteed. In de jaren daarna (2009, 2010 en 2011) worden de intensiveringmiddelen geschrapt.
1. Inzetten van middelen algemene subsidieverordening (ASV) ten behoeve van A&Q knelpynten generiek via RPA's, 2. Inzetten van ASV-middelen ten behoeve van A&O-knelpunten binnen de clusters via RPA's, 3. Inzetten van intensiveringmiddelen ten behoeve van A&Qprojecten Pieken in de Delta via RPA's.
4. Inzetten van overige intensiveringmiddelen buiten de ASVtranche om ingezet voor de oplossing van vraaggerichte arbeidsmarktknelpunten.
16
op basis van een Letter of Intent een nieuw Memorandum of Understanding worden gesloten met de gouverneur van Shanghai/Pudong. Daarnaast richt de provincie zich via het HBPO zich op de erkende unique selling points (USP's) van de samenwerkende partners. Met betrekking tot Life en Health Sciences worden P&A-activiteiten ondersteund die zich specifiek richten op de Hotspot Leiden Bio Science Park en de Medical Delta.
5.
Samenwerking met WFIA voortzetten en intensiveren.
6.
Uitvoeren Chiiia-programma - Co Innovation Program Shanghai Pudong in samenhang met het Codevelopment Program met de provincie Hebei samen met andere partijen als EUIA en Water (inclusief het voorbereiden van reizen naar China en het vormgeven aan projecten).
7,
Samenwerking met Holland 8 in HBPO voortzetten (waaronder inbreng bij het tot stand komen EXPO 2010).
In 2007 29%
in Zuid-Holland
Volgens het jaarverslag van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) hebben zich in 2007 155 bedrijven vanuit het buitenland nieuw in Nederland gevestigd, 40% meer dan het Jaar daarvoor. Het aantal bedrijven dat zjch in Zuid-Holland vestigde vanuit het buitenland bedroeg 49 bedroeg, 29% meer dan in 2006, Daarmee laat Zuid-Holland de provincie Noord-Holland, die voorheen leidend was, achter zich. De acquisitieactiviteiten van de West-Holland Foreign Investment Agency {WFAI) droegen er aan bij dat 34 bedrijven zich in haar werkgebied vestigdenr waarvan 14 uit China en 6 uit de VS. De verwachte directe gegenereerde werkgelegenheid over drie jaar is voor Zuid-Holland 463 werkplekken.
18
5 5.1 RNANCIEN Voor bovenstaande programmalijnen staan de provincie diverse financieringsbronnen ter beschikking. In onderstaande tabel is aangegeven per financieringsbron welk budget daaraan hangt en welke programmalijnen met dat budget (mede) worden gefinancierd.
| EFRO
€ 12.000.000
Innovatie en duurzaamheid <3) Platform creeren 4 O's (1)
| Pieken in de Delta
i Arbeidsmarkt en Onderwijs
:
Ommniia csn Ar^ni lioifici
€ 12.000.000
€ 11 .400.000
£
*> ^Afl AAH
| \
\ Ondernemerschap (7)
\
| Pieken in de Delia (4)
I
I ROenV&V(2)
\
\ tnnovatie en duurzaamheid {3)
\
| Arbeidsmarkt en Onderwijs (5)
\
I Arbeidsmarkt en onderwijs (5)
j
tnnovatfe en duurzaamheid (3)
\
: Drr*tY»niio e»« Arvinicifiei tf\\
:
Innovatie en duurzaamheid {3) Ondernemerschap
i €
800.000
Ondernemerschap (7) tnnovatie en duurzaamheid (3) Arbeidsmarkt en Onderwijs (5)
Ruimtelijke Ordening (RO)/
j Voor de budgetten wordt verwezen
Verkeer en Vervoer (V&V) - j naar de begroting 2008 die van Actieprogramma Ruimte
\ toepassing is op het actieprogramma
voor Economie (RvE)
\ Ruimte voor Economie.
RO en V&V (2)
Arbeidsmarkt en onderwijs (5)
In bijlage 3 is de verdeling van de financien over de diverse trajecten uitgebreid weergegeven.
20
Bijiage 1: Beschrijving clusters en hotspots | | I
en HotSpofs De Greenports richten zich op teelt van groenten, bloemen, bomen e.dt groothandel in groente, bloemen e.d. en veilingen, veredeling, teeJttecrmieke«% enerxjieduurzaroe concepten en
j
kassenbouw, Het duster slaat ruimtelijk voorr»ameli|k neer in het Westland/Oostiand, Bollenstreek
j
en Boskoop e,o,
|
Transport en Logistiek richt zich op vervoer per weg, spoor en water, laad-, los-, en
| |
overslagcapaciteiten, opslag, verhuur van transportmiddelen en schepen en dienstvertening transport en water. Het cluster slaat ruimteiijk voorai neer in de regio Groot rijnmond.
!
Life & Health Sciences richt zich op devervaardiging van farmaceutische grondstoffen en
\
producten, medisch farmaceutisch onderzoek en academische ziekenhuizen, Het cluster zit
|
vooral in Leiden en Rotterdam Het cluster wordt gevormd en gevoed door een groot netwerk van
I !
primaire Industrie en hun toeleveranciers, kennis- en onderzoekstnsteilingen* universitair medische centra en grote en kfeine dienstverleners.
! ! |
Water en Deftatechnologie richt zich op winning en distribute van water, natte waterbouw en technische ontwikkeling en advies waterbouw. Het zwaartepunt van de kermisontwikkeling ligt in Delft, verder zit het redelijk verspreid over de provincie.
I | I
Proces- en Petrochemie zijn gericht op aarcfoliewinning en -raffinage, vervaardiging van chemicalien en groothandei in chemicalierL Het cluster staat ruimtetijk voornamelijk neer in de Rotterdamse haven en is sterk geHeerd aan het Transport en Logistiek cluster.
i |
internationaal recht en veilsgheid richt zich op maatschappijwetenschappen, advocatenkantoren en extra-territoriale licharnen. Dert Haag is het centrum van het Internationale
|
recht,
| ! | | I !
SciencePort Holland langs de A13 is een fysieke clustering van hoogtechnologische bedryvigheicf iangs de A13 bij Defft, het hart ervan wordt gevormd door Technopolis, In cfe toekomst zijn in de SciencePort TU- laboratoria van de biotechnologiefaculteit, alle R&D faciliteiten van DSM, een toonaangevend cluster op het terrein ontwikkeling nieuwe generatie brandstoffen en de toegepaste research van SHELL gevestigd. Samenwerking tussen bedrijven en onderwijs- en onderzoeksinsteltingen is voor SciencePort Holland cruciaal
I i ! |
Op het Bio Science Park in de Leeuwenhoek in Leiden bevinden zich ruim veertig innovatieve bedrijven in de lifesciences, De reeds in Leiden gevestigde bedrijven zoals Centocor, Crucell, Genencor, Katwijk Farma, Pharming zijn zowel gericht op onderzoek, productontwikkeling als de productie van de nieuwste medicijnen en behandelingen.
22
behoeve van de vier Randstadprovincies en de vier grote steden. De komende jaren wordt op randstedelijk niveau ingezet op de volgende lijnen: • Lange termijn: Randstad 2040 In het programma Randstad 2040 heeft de randstedelijke regio samen met minister van VROM de ambitie neergelegd om van de Randstad een duurzame en concurrerende Europese topregio te maken. Wat de provincie Zuid-Holland betreft gaat dit verder dan een planologische discussie. De provincie zal daarom nadrukkelijk - behave het domein van de ruimtelijke ontwikkeling - ook het economische domein inbrengen. •
Korte en middellange termijn: bestuurlijk overleg G4 en P4 De provincie zet op de korte en middellange termijn in op een bestuurlijk overleg tussen G4 en P4 over niet-fysieke (kennis)economische vraagstukken Hierop vooruitlopend zou een sessie georganiseerd kunnen worden met de zes randstadeconomen en zes Randstadbestuurders, die plenair en per duo Randstadthema's uitwerken.
Voor de provincie Zuid-Holland zijn de comparatieve voordelen van de deelregio's van de Randstad het uitgangspunt van deze strategic. Dat betekent dat elke randstdeleijke regio meer kans heeft om de regie- en creatieve activiteiten vast te houden of te ontwikkelen die bij de economische clusters en voorzieningen horen waarin de regio is gespecialiseerd.
24
HQZ OMJ3 UBA 6ui[e6ajj9jsnjo ap BJA aj
ajpjsqns s|
ufiz UBA }9zu| *g
apouad spuoj.
ooo'osrs
OOO'OSZ
DOO'QOO'Z
000*002 000*00* 000*00* 000fl008 000°009 QOO"OSZ"£ OOO'OSZ
QOQ'Q98"i> OOO'OOE
OOO'OOZ
ooo'ooe OOO'OOO^
^ syoduaajg 'afteeid J, /AaiieA Buiddiyg jaui p6a|a6 Oqjeep ufe ueioeiuoos&uipiaieqjooA apueeBajjaA ua gQQ2 ui 6uua!oueui|-oo apuajaisaj UBA jazu| '
OOO'OOZ 000"002
000*002 000"002
ooiyooe ooo'ooe
6oo"ooF
S3A sja|JBjsout|oax "H
8002 6002
S|UU9>| '
6002
syodoutpai *q j, QQQ'OQO't
1402 ruapafoJd
ap ;atj y.a4aq 8002 uejoofojd 6ujjaiouBui|-oo UBA |azu|
4 Arbeidsmarkt & Onderwijs (A&O)
1. fnzetten van ASV-subsidiemiddelen ten behoeve van A&O-|t/m 2011
2.600.000 2,600.000 2.600,000 2,600.000 10.400.000
knelpunten binnen de clusters en generrek 3. Inzetten van intensiveringmiddelen ten behoeve van A&O- t/m2Q11 projecten Pieken in de Delta
400.000
400.000
4. Inzetten van overige rntensiveringmlddelen
600.000
600.000
t/m2011
11.400,000 Totaal Coalitie Periode
s Ondernemerschap
1. Stimuleren Ondernemerschap in het Onderwijs samen met t/m2010
100.000
100.000
100.000
100.000
400.000
t/m2010
100.000
100.000
100,000
100.000
400.000
2. KennisuitwisseHng realiseren via het Ondememersklankbord
Bijiage 4: Ontwikkelingen binnen de stuwende clusters WP
1996
Greenports Transport & Logistiek Life & Health Sciences Water en Delta
100 100 100 L 100
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
102 101
99 104 103 88
100 107 110 94
100 112 115 115
99 111 119 112
99 111 118 115
96 110 123 113
93 107 125 113
90 105 128 125
89 105 135 130
102
86
VEST
Greenports Transport & Logistiek Life & Health Sciences Water en Delta Legenda: WP: werkzame personen VEST: Aantal vestigingen
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
100 100 100 100
100 100 116 104
102 103 120 116
100 101 139 115
98 97 135 105
94 94 131 104
93 93 139 117
91 92 155 124
91 93 161 127
88 91
88 91 169 137
155 132