Campagnekrant
4seizoenenonderhoud uitgave van FOSAG, FNV Bouw en CNV Schilders | nummer 2 jaargang 4 | Winter 2008/2009
Schildersvak moet zich opnieuw uitvinden
Willem Karel van Caparol over het vinden van nieuwe sociaaleconomische zekerheid, het bereiken van opdrachtgevers en de kracht van de olifant. pagina 2 >
De verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten, provincies en waterschappen zelf 1. Wat was de aanleiding om de brief uit te sturen?
FOSAG, FNV Bouw en CNV Schilders hebben een verzoek aan de ministerpresident gedaan om schilderwerk aan overheidsgebouwen in beginsel te laten uitvoeren in de winterperiode. Dit verzoek is in de ministerraad besproken, met als resultaat dat de minister van BZK de koepelorganisaties van de decentrale overheden, VNG, IPO en UvW, heeft geïnformeerd over de problematiek van cyclische werkloosheid onder schilders, en over hoe decentrale overheden zouden kunnen bijdragen aan een oplossing.
De Rijksoverheid geeft opnieuw het goede voorbeeld. Na de ministeries van Algemene Zaken en VROM (RGD) geeft nu minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) een krachtig signaal af. In een ‘4 seizoenen’ brief roept zij gemeenten, waterschappen en provincies op om de winter als belangrijkste seizoen aan te merken voor onderhoudswerk. Vijf vragen aan het ministerie over dit opvallende pleidooi.
2. Welke concrete verwachtingen heeft de minister over het effect van de brief?
Geclusterd onderhoud
Over de relatie opdrachtgever - opdrachtnemer is al heel wat gesproken en geschreven. Nieuw is het bevorderen van de loyaliteit tussen opdrachtgever en werknemers. Uit de koker van Ludwig Smits. Ben Peters van woningcorporatie Vryleve reageert. pagina 4 >
Het effect kan zijn dat VNG, IPO en UvW de gemeentes, provincies en de waterschappen wijzen op de mogelijkheden om de schilders juist in de winterperiode in te huren voor het binnen- en buitenonderhoud, uiteraard voor zover die niet de dagelijkse werkzaamheden in de organisaties en bedrijven zullen hinderen. Dit kan helpen de cyclische werkloosheid die veel bij schilders voorkomt, te verminderen.
3. Op welk functieniveau wil zij dat het onderwerp wordt opgepakt? En hoe wordt de feitelijke opdrachtgever uit- eindelijk bereikt, bijv. een gemeente?
Tien jaar onder de pannen
De gemeente Oost Gelre besteedt openbaar aan, maar niet zonder ruimte te bieden aan winterprojecten. pagina 6 >
Hoe het wordt opgepakt, is een zaak van de decentrale overheden zelf. De uitvoerende diensten van gemeenten en provincies hebben hun eigen verantwoordelijkheid en zetten offertes uit voor onderhoudswerkzaamheden. Ze zullen dus ook daarvoor projectleiders aanstellen om die onderhoudswerkzaamheden als opdrachtgever te begeleiden. Al deze diensten en organisaties leggen verantwoording af bij hun bevoegd gezag: bijvoorbeeld de gemeenteraad of de gekozen waterschapsraden. Daar kan de minister niet in treden.
4. Heeft de minister een prikkel voorhanden om vooruitstrevende overheidsopdrachtgevers te ‘belonen’? Spreekt die gedachte haar aan? De minister heeft geen daadwerkelijke prikkel voorhanden, dan de aansporing in de vorm van een brief, of daarop te wijzen in een vergadering. Er is ook geen aanleiding toe om prikkels te geven. Het gaat immers om bedrijfsvoeringsbeslissingen die door de decentrale overheden in autonomie zelf gemaakt moeten worden. Een goed aanbod van schilders- en onderhoudsbedrijven bepaalt of zij een contract
krijgen bij een overheidsorganisatie. De schildersbedrijven hebben daarbij zelf ook de mogelijkheid om in de af te sluiten contracten daarover afspraken te maken.
5. Welke planning hanteert het ministerie zelf bij schilders- en onderhouds werkzaamheden? Het buitenonderhoud van het ministerie van BZK en Justitie is een zaak van de Rijksgebouwendienst (RGB) en niet van BZK zelf. De Rijksgebouwendienst heeft deze zaak voortvarend opgepakt en heeft in overleg met FOSAG afspraken gemaakt om met name in de winter het buitenschilderwerk te laten uitvoeren, tenzij dat om organisatorische redenen niet mogelijk of zeer ongewenst is (bijvoorbeeld het schilderen van een gevangenis
of renovaties van gebouwen die strak gepland zijn). Ook wordt er met FOSAG nagedacht over nieuwe contractvormen waarin winterwerkzaamheden een plek hebben gekregen. Het binnenonderhoud van het ministerie van BZK en Justitie (een gezamenlijke taak) wordt gewoonlijk eens in de 5 jaar aanbesteed aan schilders- en onderhoudsbedrijven. Enkele onderhoudsschilders zijn continu - het jaar door - bezig in de gebouwen van Justitie en BZK. Grootschalig binnenonderhoud ontstaat meestal na een reorganisatie met interne verhuizingen en verplaatsingen van muren e.d. Interne verhuizingen vinden dan plaats op het moment dat de organisatie dat een geschikt moment acht.
Anders plannen werkt het hele jaar door!
de opdrachtgever
in dit nummer… <
de techniek
Campagnekrant
de techniek
4seizoenenonderhoud
2
Caparol is een grote speler in Europa. Marktleider onder meer in Duitsland, Turkije en Oostenrijk. Een derde plek op de ranglijst van Europese verffabrikanten. Wereldwijd telt het concern 4.500 medewerkers, de omzet bedraagt € 1,2 miljard. In Nederland plaatst directeur Willem Karel zijn bedrijf achter Sigma, Sikkens en Van Wijhe: “Wij zijn hier gekend door onze hoogwaardige producten en dienstverlening. Vriend en vijand noemen ons een A-merk.”
Willem Karel: “Meer als collectief optrekken.”
Willem Karel, directeur van nieuwe participant Caparol
Schildersbranche moet zich opnieuw uitvinden Wat is de relatie van Caparol met 4 seizoenen onderhoud?
Willem Karel: “Die is groeiende. Eerder heb ik mijn verbazing uitgesproken dat we elkaar op dit vlak nog niet gevonden hadden. Zeker omdat wij sterk gericht zijn op innovatie. Bovendien ondersteunen wij letterlijk elk initiatief dat de kwaliteit van het schildersvak op een hoger plan brengt. Caparol is een technisch georiënteerd bedrijf dat geworteld is in de bedrijfstak. Vakliefde zit in onze genen.”
Welke associaties hebt u bij 4SO? “Die van een belangengroep die als platform over alle geledingen heen de bestrijding van de winterwerkloosheid ter hand neemt. Een onderwerp dat mij - als 15-jarige gestart als aspirant-gezel - zeer aan het hart gaat. De hele bedrijfstak is hiermee gemoeid, het onderwerp telt ook maatschappelijk zwaar mee. Voor opdrachtgevers is het van groot belang dat het vak zijn aantrekkingskracht herwint. Alleen al vanuit economische motieven moeten we ons opnieuw uitvinden.”
Hoe ziet u dat? “Zwaarder investeren in opleidingen, werken aan instroom, ons imago branchebreed opnieuw laden, de kwaliteit behouden cq. verbeteren. We moeten nieuwe sociaaleconomische zekerheid vinden. De opdrachtgever is gebaat bij vakkundige schildersbedrijven. Die verdwijnen als we seizoensgebonden blijven werken.”
Bereiken we de opdrachtgever wel voldoende? “Daar ben ik bepaald niet van overtuigd. We berichten over afscherming, werkkleding, effecten van eindproducten, maar de vakbladen liggen niet op de tafel van opdrachtgevers. We zullen meer als collectief moeten optrekken, daarin zie ik ook een rol voor de verfindustrie. Partijen in de keten kunnen een grote solidariteit opbrengen, dat is uniek in Nederland. Kleine partijen liften hierop mee. Toch valt het niet mee om de generalistische bouwkundige van de woningcorporatie te bereiken. Hij is betrokken bij het onderhoud, maar ook bij het dak, de energievoorziening en de brandveiligheid. Schilderen lijkt een simpele activiteit, maar verf is een gecompliceerd product. Dat wordt onderschat. We moeten waken voor
incestueuze communicatie. Weet de opdrachtgever wat het betekent? Die vraag is relevant. Dus waar is de advertentie met een rekenvoorbeeld hoe lucratief afschermen kan zijn? Welke creativiteit kunnen we aanwenden om de doelgroep echt te bereiken? We moeten de krachten veel meer bundelen, ook in financieel opzicht, om echt bereik te realiseren. Vastgeroeste tradities moeten doorbroken worden!”
En de aanbodzijde: de opdrachtnemers? “Over een periode van tien jaar is het aantal bedrijven explosief toegenomen. Het aantal werknemers daarentegen neemt af. De professionele multifunctionele bedrijven zitten in de lift en we zien een vloedgolf aan OZP-ers. De middengroepen lijken er tussen uit te vallen. Dat heeft natuurlijk zijn effect op het 4 seizoenen onderhoud. Binnen Caparol richten we ons op een nieuwe strategie, het anders specificeren van de doelgroepen hoort daarbij. Het bereiken van de grote bedrijven vraagt een andere benadering. De OZP-er heeft een heel andere manier van werken.”
Hebben we het tij niet tegen gezien de economische situatie? “Ik vind dat de inventiviteit omhoog moet in de branche. Crisis betekent creativiteit. Caparol wil elke realistische inspanning doen voor een stabiele bedrijfstak. Initiatieven zie ik graag gebundeld. In de zoektocht naar oplossingen mogen de deuren wel wat wijder openstaan. Ik zie alleen medestanders, geen tegenstanders. Een gezonde schildersbranche is van levensbelang voor industrie en groothandel. Wij hebben geen bestaansrecht zonder de continuïteit van het schildersbedrijf. Gezamenlijke vraagstukken, of het nu gaat om VOS of risico’s, daarvoor moeten we zo snel mogelijk de handen ineen slaan.”
Klaar voor 2010
Olifant werkt als magneet “Dat logo is het beste wat ons is overkomen”, zegt Willem Karel over het opvallende, gestreepte olifantje in het logo van Caparol. Het komt voort uit de tijd dat elk product zijn eigen dier-symbool droeg. Op het afbijtmiddel stond een witte haai. De mooie Alpina Weiss binnenverf kreeg een poolkonijn als eyecatcher. “Maar langzamerhand konden we door de beesten het bedrijf niet meer zien. En omdat we geen dierentuin zijn, is gezocht naar een nieuw beeldmerk.” De dikhuidige muurverf werd op een vakbeurs gedemonstreerd door een levende olifant waarop verfstrepen waren getrokken. Een succes. Het sterke, intelligente, nuttige en bovendien zeer duurzame dier werd het nieuwe symbool van Caparol. “Het pluchen beest in allerlei maten en verschijningsvormen en alle andere gadgets met ons beeldmerk zijn goed voor een omzet die overeenkomt met die van een kleine verffabriek. Het genereert een enorme herkenning. Een goed beeldmerk is uitermate belangrijk voor ieder bedrijf. En hoe gek het wellicht klinkt, het versterkt bij ons intern het familiegevoel”, aldus Karel.
“We hebben diverse producten om mee door te werken onder vochtige, koude omstandigheden. De nieuwe verfrichtlijn van 2010 zet de zaak natuurlijk wel op zijn kop. Met name de snelle droging en dus de toepasbaarheid worden er niet beter op. Maar Caparol is voor 99% klaar. Wij komen binnenkort met wezenlijk andere producten.”
Campagnekrant
4seizoenenonderhoud
de particulier
3
Particulier ontdekt 4 seizoenen onderhoud
De heer en mevrouw Van Poppel zijn onlangs verhuisd naar een nieuwe woning in Andijk. Via Eigen Huis Magazine kwamen zij op het spoor van 4 seizoenen onderhoud. "Wij zijn overtuigd van de mogelijkheden om nog deze winter ons huis een schilderbeurt te geven. Dan zijn we snel verlost van de overlast en is ons nieuwe huis helemaal af."
Kleinere schilders- en onderhoudsbedrijven zijn vaak actief op de particuliere markt. Voor hun klanten is onderhoud in de winter meestal nieuw. De huiseigenaren hebben de kennis niet en komen weinig in aanraking met winterwerk. Een schone taak voor het schildersbedrijf om de mogelijkheden en nieuwste ontwikkelingen onder de aandacht van hun doelgroep te brengen. Uitleg over afscherming en ervaringen laten zien bij vergelijkbare projecten, kan helpen om vertrouwen te winnen. Een professionele aanpak kan in sommige gevallen ook het geven van een negatief advies zijn. Soms is het niet haalbaar om het buitenwerk in de winter uit te voeren. Bijvoorbeeld omdat de gevel moeilijk te bereiken is of omdat er te weinig werk aan de gevel te doen is. Een hoogwerker kan een technisch en economisch betere methode zijn om het werk te bereiken dan bijvoorbeeld een af te schermen (rol)steiger. Maar in veel gevallen is buiten doorwerken in de winter ook voor particuliere opdrachtgevers een goede oplossing. Dat is te danken aan de steeds betere doorwerkverven en specifieke afschermingsmaterialen die door diverse leveranciers zijn ontwikkeld. Het schildersbedrijf kan er bovendien voor kiezen om alleen functioneel af te schermen: deels wel/deels niet achter afscherming werken. De werkzaamheden die niet of slecht afgeschermd kunnen worden, voert men dan uit op een dag met goede weersomstandigheden tijdens de uitvoeringsperiode. Ook kan de combinatie worden gevonden van binnen- en buitenwerk. Als het weer echt slecht wordt, kunnen de schilders uitwijken naar binnen.
de particulier
Vereniging Eigen Huis staat achter buitenwerk in de winter
de particulier
Campagnekrant
4
de particulier
4seizoenenonderhoud
Etienne den Breejen woont met zijn vrouw en drie kinderen sinds vier maanden in een voormalig klooster in Dinteloord. Hij wil zijn nieuwe bezit nog deze winter geschilderd hebben. ”Deels omdat op sommige plaatsen onderhoud op korte termijn pure noodzaak is. Deels omdat ik straks met mooi weer graag met mijn gezin van de tuin wil genieten. Ik reken op een interessant aanbod omdat het onderhoud een combinatie is van binnenen buitenwerk. Interessant voor het uitvoerend bedrijf, interessant voor mij.”
Kwaliteit minstens zo goed
De Vereniging Eigen Huis is voor particuliere huiseigenaren een belangrijke bron van informatie. Onlangs heeft de vereniging een duidelijk signaal afgegeven aan haar leden. In Eigen Huis Magazine van september jl. worden de mogelijkheden van buiten schilderen in de winter uit de doeken gedaan. Hoofdconclusie van de Vereniging Eigen Huis: winterwerk vraagt om extra communicatie met de bewoner(s) maar is in heel veel gevallen goed mogelijk. En: de kwaliteit van het geleverde werk is tenminste zo goed als in de zomer. Voorafgaand aan dit artikel hebben de technisch deskundigen van Vereniging Eigen Huis zich grondig laten informeren door verffabrikanten, steigerleveranciers, professionele opdrachtgevers en schildersbedrijven. Het bureau 4SO heeft dit mede mogelijk gemaakt door een excursie op 19 februari jl. te organiseren.
Sneller aan de beurt
Het artikel is niet ongemerkt gebleven. Na het verschijnen hebben meerdere particulieren gebeld met het verzoek om hun huis nog de komende winter te laten schilderen. De belangrijkste motieven om in de winter het buitenschilderwerk te laten doen zijn: tijdsdruk (bijv. vanwege een verhuizing) en sneller aan de beurt zijn bij een schildersbedrijf (in plaats van te wachten op het komend voorjaar). Omdat de meeste van deze particuliere projecten goed uitvoerbaar zijn in de (komende) winter heeft het bureau 4SO geadviseerd een schildersbedrijf met doorwerkervaring of duidelijke doorwerkinteresse te zoeken. Het bureau 4SO ondersteunt vanuit de bedrijfstak het geselecteerde schildersbedrijf.
Woning in Zeist. Een bestaande woning die door de benodigde werkzaamheden en vorm van de gevels redelijk goed geschikt is voor uitvoering in de winter.
Woning in Uithoorn. Een “geschakelde” 2 onder 1 kap woning van ongeveer 10 jaar oud. Aan de woning zit relatief veel hout en dus schilderwerk. De vorm van de woning leent zich uitstekend voor het plaatsen van een steiger die goed is af te schermen.
Een jaren 30 woning in Den Haag. Aan de woning zit behoorlijk wat schilderwerk. Door de vorm van de woning en de hoeveelheid werk zou het project goed geschikt zijn voor uitvoering in de wintermaanden. Inmiddels is een schildersbedrijf geselecteerd.
5
Onderhoud clusteren levert alle partijen geld op
Opdrachtgever wordt loyaal aan werknemer
Loyaliteit bevorderen tussen werknemers en… opdrachtgevers. Ludwig Smits’ ogen gaan glinsteren als hij ‘zijn’ nieuwste idee ter sprake brengt. Smits, groot voorstander van het Jaarmodel en verbonden aan Burgers Van der Wal, heeft iets nieuws bedacht
Johan Roosma zag de scepsis als sneeuw voor de zon verdwijnen
‘Daar had je eerder mee moeten komen’ Roosma Schilders (18 medewerkers) uit Franeker en Ganzinga Schilders
(15 medewerkers) uit Dronrijp kozen vorig jaar gelijktijdig voor het Jaarmodel. Na de aanvankelijke scepsis te hebben overwonnen, heerst nu de tevredenheid. Opvallend genoeg worden de ‘spaartegoeden’ naar verwachting deze winter niet aangesproken. We waren veel tijd kwijt met het zoeken naar opdrachten in de winter, licht Johan Roosma toe. “Hoe houden we de jongens aan het werk, dat heeft ons altijd erg beziggehouden. Daardoor kwamen we nogal laat op het spoor van het Jaarmodel. Na een eerste overleg waren we vrij snel ‘om’, mijn vader, broer en ik. We hebben meteen doorgepakt en binnen twee weken een overleg gepland met het personeel. De medewerkers toonden zich sceptisch: hoeveel geld gaat dat ons wel niet kosten? En: laat de baas dat maar betalen. Die teneur. Sommigen waren echt heel wantrouwig. Zelfs de mensen van de vakbond werden met argusogen bekeken. Maar na het verhaal te hebben aangehoord, sloeg de stemming om. We hebben vervolgens iedereen individueel gesproken. Op een klein aantal na was de reactie toen: daar had je eerder mee moeten komen!” Roosma: “Je hebt natuurlijk altijd specifieke gevallen. Een aantal medewerkers achten zich ‘veilig’ voor de WW. Zij hadden tenslotte alle winters nog werk gehad en zijn al lange
tijd bij de zaak. Toch, heb ik ze voorgehouden, kan ontslag ook voor hen aan de orde zijn. Toen moesten ze zich toch even achter de oren krabben.” “Het Jaarmodel is voor ons allemaal. Het is voor alle collega’s en voor het behoud van het bedrijf. Stel dat we onverhoopt drie maanden zonder werk zitten? Dan gaat het bedrijf failliet en staat iedereen op straat. Je spaart nu je uurtjes voor relatief weinig geld. We leveren per maand slechts zes uurtjes in. Geen bedrag dat je mist op de wekelijkse afrekening. Met 2,5 uur langer werken en 1,5 uur ‘inkopen’ gaat het eigenlijk geruisloos. Iedereen doet hetzelfde, extra sparen met reisuren doen we niet. Voor de komende winter hebben we de buffer waarschijnlijk niet eens nodig omdat we qua werk een aanzienlijke portfolio in opdracht hebben. Gespaarde uren die niet worden uitbetaald, keren we niet uit. Niet gunstig in verband met de belasting. Nee, een buffer voor mindere tijden, dat is altijd handig.”
om vaklieden te prikkelen topprestaties neer te zetten. “Met 4 seizoenen onderhoud hebben we het voor elkaar gekregen dat schilders het hele jaar in dienst blijven. De volgende stap is zorgen dat zij ook in het vak blijven.” Hij neemt de term life time employment in de mond en doelt op een nieuwe verbintenis van de professionele opdrachtgever en de gemotiveerde vakman of -vrouw. Het gaat uit van duurzaam belonen en het vormt de tegenhanger van de prestatiebeloning. “Het tariefstelsel is een korte termijn beloning: uren die niet gemaakt zijn, worden uitgekeerd.” Duurzamer, vindt Smits, is om het onderhoud te bundelen. Rekenrente van een opdracht die in jaar X niet wordt uitgevoerd, valt voor de helft toe aan de uitvoerende werknemers. Die rente wordt aan het eind van het jaar uitgekeerd, in de
pensioenpot gestort of besteed aan opleidingen. De andere helft houdt de opdrachtgever in zijn eigen zak. De onderhoudscycli schrijven voor dat eenmaal in de vijf jaar onderhoud plaatsvindt. Maar dat kan ook eenmaal in de zes jaar, waarbij al het onderhoudswerk in een keer gebeurt. Het project schuift een jaar op. Dat scheelt onderhoudsbeurten, in plaats van dertien kan de opdrachtgever nu toe met tien beurten. Dat voordeel komt bij de corporatie te liggen. De opdrachtgever, bijvoorbeeld een woningcorporatie, zorgt voor een bonussysteem: de rekenrente. De loyaliteit van de werknemer komt - ook - bij de opdrachtgever te liggen.
Ludwig Smits: “Het is een andere manier van denken. In plaats van veel vraag te creëren en een hoge prijs, werkt dit andersom. Je verkleint het volume en zoekt een andere regelmaat die aan alle kanten gunstig uitpakt.”
Ben Peters, manager Techniek woningcorporatie Vryleve
‘Mijn directeur en ik zien hier echt wat in’ “Ik zie heel veel mogelijkheden voor de werkwijze van Ludwig Smits omdat die echt toegevoegde waarde biedt ten opzichte van de prestatiecontracten. Eigenlijk ben ik helemaal geen voorstander van het prestatiecontract. Liever geef ik de schilders op de werkvloer een échte stimulans om het werk bijzonder goed te doen. Geconcentreerd onderhoud geeft vanuit de opdrachtgever en werkgever een prikkel om resultaat neer te zetten. Daarom zie ik echt wat in dit idee.” Ben Peters: “Sturen op kwaliteit, niet op snelheid.” Ben Peters: “Het uitkeren van de rekenrente kun je contractueel netjes vastleggen. Je verschuift een budget naar een volgend jaar, dus je geeft minder uit. Daar zie ik geen bezwaar in. Vanwege de continuïteit maak je de rente-uitkering rond in het contract. Je hebt daadwerkelijk iets om met elkaar af te rekenen. In corporatieland is de relatie opdrachtgever - schildersbedrijf langdurig. Soms komt er een nieuwe partij om de hoek kijken, maar dat is puur om de kosten laag te houden. Vanwege de goede relatie kun
je ook afspraken maken om het onderhoud anders in te richten, terwijl je in een onderhoudsvrij jaar toch een financiële bijdrage levert.” “Het sluit aan bij hoe wij werken. Wij koppelen het meest uiteenlopende onderhoudswerk al aan elkaar. Voegwerk, daken vernieuwen, straatwerk, schilderswerkzaamheden, dat combineren we om de overlast voor bewoners zoveel mogelijk te beperken. Als het schilderwerk nog in orde is, dan wacht ik toch nog even?
Een woningcorporatie heeft geen budgetten die ‘op’ moeten worden gemaakt. We hoeven het niet uit te geven. Mijn directeur, aan wie ik het principe laatst heb toegelicht, is ook een voorstander. Het is gewoon al de praktijk, zegt hij. Hier kunnen we zeker draagvlak voor krijgen. En het past bij ons streven om constant voorop te lopen. Mijn boodschap aan collega-opdrachtgevers? Denk hier eens creatief over na. Ik zie alleen maar voordelen. Onderhoud bundelen, dat doen we nu ook al. De schildercyclus is regel-
matig. Het kunnen bundelen van onderhoudsjaren is geen grote opgave. Eigenlijk vind ik het een revolutionaire manier van denken. Als je er een tweede keer naar kijkt, is het vooral erg logisch, ja zelfs bijna voor de hand liggend. Je richt je op kwaliteit en niet op snelheid waarop de prestatiebeloning is gebaseerd. Het ritme verandert, en dat vraagt natuurlijk wel enige aanpassing van de schilders. Maar als opdrachtgever en opdrachtnemer er heil in zien, dan is dit heel goed te verkopen aan het personeel.”
de werknemer
de werknemer
Campagnekrant
4seizoenenonderhoud
de opdrachtgever
Campagnekrant
4seizoenenonderhoud
6
We scheppen de mogelijkheid maar leggen niets op
de opdrachtgever
Wilfried Zieverink, beheerder Gemeentegebouwen Oost Gelre
De gemeente Oost Gelre wordt komende winter een plaatselijk openluchtmuseum voor 4 seizoenen onderhoud. Een aanbesteding in vier percelen voor een periode van vijf jaar met uitzicht op tien jaar - zette de deur open voor winterwerk bij openbare gebouwen. Wilfried Zieverink is vol vertrouwen en mikt tegelijkertijd op een olievlekwerking bij regionale schilders- en onderhoudsbedrijven die nu nog vaak de kat uit de boom kijken. Interesse had hij al. Maar de nodige vragen evenzeer. Met die bagage toog de beheerder van de gemeentelijke gebouwen in Oost Gelre naar een regionale voorlichtingsbijeenkomst. “Die bijeenkomst heeft mij gesterkt om echt werk te maken van 4 seizoenen onderhoud”, zegt Wilfried Zieverink. “Als techneut was ik vooral op afstand
Niet voorschrijven
“In de bestekken hebben we 4 seizoenen onderhoud opgenomen. Niet als keiharde eis maar toch tamelijk verplichtend. We hebben een openbare aanbesteding uitgeschreven bestaand uit vier percelen. In elk perceel bevindt zich minimaal één pand dat geschikt is voor winterwerk. Ik zie het als taak voor de bedrijven om tegen de minste kosten hier
Dorpshuis Den Diek. Opdrachtnemer is de firma Wensink. nog niet, maar grepen de kans met beide handen aan om onder begeleiding aan de slag te gaan. De komende winter zijn aldus winterprojecten te bewonderen bij het Stadhuis in Groenlo, de gemeentewerkplaats en de muziekschool in Lichtenvoorde en bij het sociaal-cultureel centrum in Lichtenvoorde.
Mijn neus laten zien
De muziekschool. Firma Lefering is opdrachtnemer. geïnteresseerd in de kwaliteit van het werk onder bepaalde condities. Nou wilde ik het wel eens zien.” De aangeboden begeleiding door het IPW-bureau was het laatste duwtje dat hij nodig had. “Ik durf het nu aan. De ervaring is nuttig voor ons en voor de uitvoerende bedrijven. Alle ervaringen opgeteld geven ons voldoende munitie om in het voorjaar de balans op te maken: gaan we hiermee door, of niet?”
zoveel mogelijk rendement uit te halen. De bal ligt bij hen, wij gaan het niet voorschrijven, we hebben de invulling vrij gelaten.” De vier bedrijven die de opdrachten hebben verworven zijn heel verschillend, licht hij toe. Nummer 1 zag voor de komende winter geen mogelijkheden en kiest ervoor niet te schilderen in de winter. Nummer 2 komt van buiten de regio en heeft winterervaring, het was voor hen juist hét argument om in te schrijven! Nummer 3 en 4 hadden die ervaring
Zieverink: “Vertrouwen heb ik genoeg. Natuurlijk valt of staat het succes met de kwaliteit van het uitgevoerde werk. Hoe gaan de vaklieden om met de situatie, daar gaat het om. We hebben de bedrijven veel ruimte gegeven in de bestekken. Het winterproject mag dit jaar, maar ook in januari of februari worden uitgevoerd. Meer panden in die periode inplannen? Mag ook. Of ik nu intensiever ga controleren? Nou nee. Maar ik laat wel mijn neus zien. Ik merk dat ook verffabrikanten nieuwsgierig zijn en de voortgang nauwlettend in de gaten houden. De begeleiders van 4 seizoenen onderhoud nemen de monitoring voor hun rekening.” Welke verwachtingen heeft hij van de evaluatie? “Daar heb ik nog geen helder beeld van. We gaan zeker om tafel met de begeleiders en de schilders om vanuit ieders optiek naar het proces te kijken. Onze ervaring, die van de schilders en natuurlijk die van de bewoners: hoe hebben zij overlast ervaren? De praktische kant van de zaak spreekt natuurlijk ook een woordje mee. Het stadhuis drie maanden afgeschermd in de steigers zetten, dat kunnen we niet verkopen. Hooguit twee weken is wel bespreekbaar. We willen wel blije bruidsparen op het bordes kunnen blijven zien. Praat je over afscherming, dan komt extra goede communicatie om de hoek kijken.”
Huiverig
De gemeentewerkplaats. Firma Lefering is opdrachtnemer.
“Als gemeente Oost Gelre ervaren wij het als onze sociale plicht om winterwerkloosheid te voorkomen. De overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie. Je mag ons aanspreken op het scheppen van mogelijkheden om iets nieuws te beginnen. Collega’s in andere gemeenten zijn best wel huiverig, weet waar je aan begint is de teneur. Maar ik vind dat je positief moet blijven. Als ik op enig moment had getwijfeld over de kwaliteit, dan had ik het niet gedaan. Terugkijkend is de aanbesteding ons helemaal niet tegengevallen. De hoeveelheid extra werk is best te overzien. De periode van vijf jaar met een optie van nog eens vijf jaar schept natuurlijk wel verplichtingen: je hebt wat te verliezen en
tegelijk wat te winnen. De schildersbedrijven zijn voor vijf tot tien jaar aan het werk. Wij als gemeente zijn misschien tien jaar gevrijwaard van aanbestedingen. Als het goed bevalt, voorspel ik een olievlekwerking. De kleinere en middelgrote bedrijven durven het nu nog niet aan om hun nek uit te steken. Maar, let op, deze projecten gaan rondzingen. Op een zeker moment komt de vraag bovendrijven: als de collega-bedrijven het kunnen, waarom wij dan niet?”
colofon
<
Deze krant is een uitgave van de campagne 4 seizoenen onderhoud. 4 seizoenen informatiepunt: 0182 571444;
[email protected] Programmamanager IPW: Gerard Barends Projectleiders 4 seizoenen onderhoud: Fulco de Vente (FOSAG), Jeannette van Blitterswijk (FNV Bouw, CNV Schilders) De campagne 4 seizoenen onderhoud wordt ondersteund door een Comité van Aanbeveling dat bestaat uit: F. Schuurs (VvE Belang), drs. B.H.M. Bos (Vastgoed Belang) en W.D. van Leeuwen (Aedes vereniging van woningcorporaties). Participanten in de campagne 4 seizoenen onderhoud zijn: Akzo Nobel, Decorad, Sigma Coatings, Van Wijhe Verf, Vereniging van Verfhandelaren (VVVH), Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB), Repair Care International B.V., Caparol. Redactie: Vormgeving: Fotografie:
2 in beweging, Utrecht MZOEM Reclamebureau, Gouda 4 seizoenen onderhoud
Concept & Kwaliteitscontrole: Marc Bouvier, FOSAG Oplage:
10.000 exemplaren