Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen Gemeente Groningen, dienst RO/EZ, afdeling Bouw- Woningtoezicht en Monumenten
BOUWHISTORISCHE VERKENNING
Adres: Status: Periode: Onderzocht door: Auteur: Datum:
Zwanestraat 45, 47/47a en Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1, Groningen BBP 26 april 2007 J.A. van der Hoeve, T. Tel en H. Wierts J.A. van der Hoeve 23 april 2008
Inleiding Deze bouwhistorische verkenning is uitgevoerd in het kader van het project Bouwhistorische inventarisatie en verkenning van de binnenstad van Groningen. Dit is het eerste project in het kader van de cultuurhistorische inventarisatie van het hele grondgebied van de gemeente Groningen die tot doel heeft de cultuurhistorische kwaliteiten in beeld te brengen. De bouwhistorische verkenning bevat een korte schets van de bouwgeschiedenis van het pand, een beschrijving van het interieur en het exterieur en een waardestelling. Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op het gebouw zelf, waarbij in beperkte mate gebruik is gemaakt van schriftelijke bronnen en oud kaartmateriaal. De bouwgeschiedenis wordt daarom in hoofdlijnen weergegeven. Ook is het mogelijk dat achter de huidige voorzetwanden en verlaagde plafonds oudere constructies en interieurafwerkingen verborgen zitten. Bij deze verkenning was het niet mogelijk om de kelder en het pothuis te bezoeken. Het magazijn schuin achter het gebouw is net bezocht in het kader van deze verkenning, vanwege de recente datering van deze aanbouw (volgens de bouwtekeningen na 1954, vóór 1986). Voor het onderzoek naar de bouwgeschiedenis is gebruik gemaakt van het bouwdossier van de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken (RO/EZ) van de Gemeente Groningen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve/ Gemeente Groningen
1
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
SITUERING/ STRUCTUUR Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1/ Zwanestraat 45, 47 en 47a is een bijna vierkant huis, bestaande uit een souterrain, drie bouwlagen en een U-vormige zadelkap. De zakgoot bevindt zich aan de noordzijde. Tegen de westegevel staat een lage, rechthoekige aanbouw met een flauw lessenaardak (pothuis). Schuin tegen de achtergevel staat een eenlaags aanbouw met een plat dak.
7
8
33
9
10a
11e
10
4
6-a
8-a
in
m
og
8-d
9t /m
Kle
rom eK
bo lle eE
-a 10
7t /m
4 7d
5-a
3-a
1t /m
1d
27
27 29
5
70
16-b 24
/m 3
4-b 6-a
/m 56t
b 10-
26-a
28
30-a
29t
-a 18 t /m 2 8 14 1
2 38-3
-a 6 14 18 1 -a 20 2 2 24
-a
8-a
12
1
7a
10
6-a
9
a a 2123-
4-a
11
b -b oo 20 g
1-a
El le
37-a
a 27-
3-a
e
47-a
39-a
2
22 -a
13 -a
41
45
29 31-b
35
25-b
5
b
Kr om 24m a
b3
ro te
15 -
m4 1t / 4a
G
35-a
7
20
1-a
4-a
6-a
/1 16 18
3
19
13
15
17
15\1
9
13
13-b
1a 9 11 1
18t /m
p Soe 18/2
b 7 7
a 5-b 3
3
atje str a 14 hui s
7
BOUWGESCHIEDENIS Uit historische bronnen is bekend dat de Zwanestraat in 1610 is aangelegd als verbinding tussen de Grote Markt (oostzijde) en de Oude Kijk in ‘t Jatstraat (westzijde).1 Het oostelijke deel van deze straat ligt op het perceel van de voormalige herberg de Zwaan, eertijds gelegen aan de Grote Markt (Guldenstraat). Het middelste deel van deze straat doorsnijdt de hof van het Minderbroedersklooster. Vooralsnog is de situatie aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat minder duidelijk. Op de kaart van Van Deventer (circa 1560) lijkt de straat aan weerszijden volledig met huizenrijen bebouwd te zijn, maar de kaarten van Braun en Hogenberg (1575), Van Geelkercken (1616) en Haubois (1643) suggereren een ommuurde kloostertuin. Vermoedelijk is dit laatste juist. Aan de rand van het kloosterterrein lagen enkele gebouwen, grenzend aan de Oude Kijk in ‘t Jatstraat. Ter weerszijden van de nieuw aangelegde Zwanestraat zijn bouwpercelen uitgezet voor de bouw van diephuizen. De straat werd in zeer korte tijd aan weerszijden bebouwd, zoals onder meer blijkt uit de kaart van Nicolaas Geelkercken (1616). Op de over het algemeen zeer betrouwbare vogelvluchtplattegrond van Haubois (1643) staat op de noordelijke hoek van de Zwanestraat en Oude Kijk in ‘t Jatstraat een vrijstaand huis getekend, een tweelaags diephuis met een zadeldak. Dit huis is eenduidig gericht op de Zwanestraat. De tekening is enigszins ongelukkig van opzet, waardoor het lijkt alsof de begane grond en verdieping (aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat) niet bij elkaar horen. Heeft Haubois zijn tekening hier op het laatste moment aangepast of bijgewerkt? Schuin achter het hoekhuis staat een gebouw, dat wellicht nog bij het klooster hoort. Verder valt op dat het huis opvallend fors van opzet en hoogte is, waarmee de hoek van deze beide straten wordt benadrukt. Naast dit huis zijn nog twee percelen vrij.
1
G. Overdiep, De plattegrond van de stad Groningen door Jacob van Deventer uit omstreeks 1565, Alphen aan den Rijn 1984 (pag. 121).
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
2
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
Detail van de vogelvluchtplattegrond van E. Haubois uit 1643. Op de hoek van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat/ Stoeldraaierstraat en Zwanestraat is een fors tweelaags huis herkenbaar. Naast dit huis zijn nog twee percelen vrij.
Het valt aan te nemen dat de beide vrije percelen naast het hoekpand spoedig zijn ingevuld, want het was de ambitie van de Stad Groningen om de straat zo snel mogelijk geheel te bebouwen. Op de kadastrale minuut van circa 1830 blijken het hoekhuis en het naastgelegen huis te zijn samengevoegd tot één groot gebouw.
7
8
33
9
10a
11e
10
4
6-a
8-a
in
m
og
8-d
9t /m
Kle
rom eK
bo lle eE
-a 10
7t /m
4 7d
5-a
3-a
1t /m
1d
27
27 29
5
70
16-b 24
/m 3
4-b 6-a
/m 56t
b 10-
26-a
28
30-a
29t
-a 18 t /m 2 8 14 1
2 38-3
-a 6 14 18 1 -a 20 2 2 24
-a
8-a
12
1
7a
10
6-a
9
a a 2123-
4-a
11
b -b oo 20 g
1-a
El le
37-a
a 27-
3-a
e
47-a
39-a
2
22 -a
13 -a
41
45
29 31-b
35
25-b
5
b
Kr om 24m a
b3
ro te
15 -
m4 1t / 4a
G
35-a
7
20
1-a
4-a
6-a
/1 16 18
3
19
13
15
17
15\1
9
13
13-b
1a 9 11 1
18t /m
p Soe 18/2
-b 3a b 5 7 7
3
atje str a 14 hui s
7
Uitsnede minuutplan gemeente Groningen sectie K met daarop aangegeven de moderne huisnummering.
Uit de verkenning ter plaatse kan worden geconcludeerd dat dit in de 18de eeuw moet zijn geschied. De rococodecoratie van de trap wijst op een datering in het derde kwart van de 18de eeuw, de (herplaatste) schoorsteenmantel op de zolder echter op een datering omstreeks 1780-1790. Het nieuwe huis bestond uit een souterrain, twee bouwlagen met een U-vormige kap. In die vorm was sprake van een ‘vierkant huis’, een gebouwtype voor luxe woonhuizen.2 Kenmerkend voor het ‘vierkante huis’ 2
M. Dolfin, E.Kylstra en J. Penders, De Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst: Utrecht, de huizen binnen de singels, ’s-Gravenhage 1989.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
3
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
zijn de plattegrondvorm, de bouwmassa, de symmetrische opbouw en indeling en de omlopende of Uvormige kap. Vermoedelijk is het huis in de 19de eeuw met een bouwlaag verhoogd, overigens geheel binnen de karakteristiek en kenmerken van het ‘vierkante huis’. Het huis had kennelijk nog steeds een zeer luxe status. Deze 19de-eeuwse verhoging is afleesbaar uit de verlenging van de trap, de verschillen van de vensters op de eerste en tweede verdieping van de zijgevel (Oude Kijk in ‘t Jatstraat) en de 19deeeuwse opbouw en detaillering van de kapconstructie. In de 19de eeuw zijn ook de gevels gepleisterd en vrijwel alle vensters en ramen vernieuwd. Ook in het interieur moeten moderniseringen hebben plaatsgevonden, zo blijkt uit de stucdecoraties op de eerste verdieping. Waarschijnlijk is het huis pas bij een volgende fase opgedeeld in meerdere wooneenheden, ontsloten via verschillende toegangen en trappen. De bovenwoningen waren bereikbaar via toegangen aan de Zwanestraat (middelste venster-as en rechter venster-as) en Oude Kijk in ‘t Jatstraat (midden). Vermoedelijk werd de begane grond van de gevel aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat heringedeeld, waarbij grotere vensters zijn aangebracht en een pothuis tot stand kwam.3 Een pothuis hoort over het algemeen bij een keuken of bedrijfje. Kennelijk had het huis niet meer de luxe status, zoals voorheen.
Bestaande toestand van de winkelpui in de gevel aan de Zwanestraat in 1935 (Zwanestraat 47), volgens de bouwaanvraag van de heer Hansen (bouwdossier RO/EZ). Bij de verbouwing in 1935 werd de etalageruit voorzien van een bovenlicht, ingevuld met glas-in-lood. Bij de cityvorming in de binnenstad transformeerde de Zwanestraat tot een winkelstraat, waartoe veel huizen werden herbestemd tot winkels (met bovenwoningen). Ook de begane grond van het pand Zwanestraat 45, 47/47a/ Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1 kreeg een winkelfunctie. De linker voorkamer op de begane grond werd in het laatste decennium van de 19de eeuw ingericht als een winkel, waartoe de vloer werd verlaagd tot het straatniveau. Op de hoek van de Zwanestraat en Oude Kijk in ‘t Jatstraat werd een winkelpui geplaatst, deels in de voorgevel en deels in de zijgevel. De hoek van de gevel wordt ondersteund door een sierlijke gietijzeren kolom, gefabriceerd door de firma ‘NV Pletterij, 3
Op de kadastrale minuut van circa 1830 is nog geen sprake van een pothuis.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
4
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
voorheen L.I. Enthoven & Co’. Het op deze kolom herkenbare productiemerk ‘Pletterij/ Den Haag’ werd vanaf 1891 gebruikt.4 De rechter voorkamer is in 1905 ingericht als een winkel, waarbij het vloerniveau werd verlaagd tot het straatniveau. In het rechter deel van de voorgevel aan de zijde van de Zwanestraat werd een pui geplaatst, naar ontwerp van IJ. van der Veen. Opdrachtgever was G. van Bolhuis. Met de plaatsing van deze pui verviel de zelfstandige entree tot de rechter bovenwoning. Deze bovenwoning werd voortaan ontsloten via een trap in de winkel. Deze trap is in de loop van de 20ste eeuw vervangen door een bescheidener trap. Volgens de bouwaanvraag uit 1954 werd deze winkel uitgebreid met de achterliggende achterkamer. Architect voor deze verbouwing was L. van der Zee uit Groningen. Vervolgens moet het plaatsje schuin achter het huis (achter Zwanestraat 43) overkapt zijn en als magazijn bij de winkel zijn gevoegd.
Rechter gedeelte van de voorgevel aan de Zwanestraat, volgens de bouwaanvraag van IJ. van der Veen uit 1905 (bouwdossier RO/EZ).
Rechtergedeelte van de plattegrond van de begane grond, volgens de bouwaanvraag van IJ. van der Veen uit 1905 (bouwdossier RO/EZ). 4
P.H. Enthoven en J.J. Havelaar, De metaalpletterij en ijzergieterij L.I. Enthoven & Co, sporen van een 19eeeuws Haags grootindustrieel metaalbedrijf, Den Haag1996.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
5
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
In 1935 werd de 19de-eeuwse pui van de linker winkel (Zwanestraat 47) gemoderniseerd, waarbij de bovenlichten met glas-in-lood zijn ingevoegd. De architect was de heer Hansen5, opdrachtgeefster Annegien van Bolhuis. De rechter winkel (Zwanestraat 45) werd in 1954 uitgebreid met de achterkamer. De beide winkels moeten na 1954 zijn samengevoegd. Op een opmetingstekening van 1986 is namelijk sprake van een ongedeelde ruimte. Over de bovenwoningen is weinig bekend. Uit het dossieronderzoek blijkt er in 1959 brand te zijn geweest. Bij het blussen werd geconstateerd dat de schoorsteen op een houten ondersteuning rustte. Deze brandgevaarlijke situatie moet nog hetzelfde jaar zijn verholpen. Sedert 1961 (Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1) en 1966 (Zwanestraat 47a) waren de beide bovenwoningen in gebruik als bedrijfsruimten. In 1986 werd het gebouw heringedeeld in twee winkels en een kamerverhuurbedrijf. Het aannemingsbedrijf G. Koops Bouw bv tekende het ontwerp en zorgde voor de uitvoering. Op de begane grond verviel een van de trappen naar de bovenwoning. De deur aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat werd vanaf de binnenzijde dichtgezet. De 18de-eeuwse trap werd weer in ere hersteld als hoofdtoegang tot de verdiepingen. De eerste en tweede verdieping werden heringericht tot studentenkamers, waarbij plafonds zijn vernieuwd en diverse nieuwe wanden zijn geplaatst. Ook is het sanitair vernieuwd en werden keukens ingericht. Volgens dit plan bleef de zolder ongebruikt. Korte tijd later moet ook de zolder een nieuwe indeling en afwerking hebben gekregen.
BESCHRIJVING gevels en kap De voorgevel aan de Zwanestraat is een drielaags lijstgevel, voorzien van een (licht geel geschilderde) gepleisterde afwerking met een verdeling in schijnblokken. Deze afwerking heeft een 19de-eeuws karakter. De gevel heeft een verdeling in zeven venster-assen, waarvan de rechter is ingevuld met nissen in plaats van vensters. Op de begane grond bevinden zich twee winkelpuien, respectievelijk uit de late 19de eeuw (links) en vroege 20ste eeuw (rechts). Tussen beide puien is de oude hoofdentree herkenbaar, toegankelijk via enkele hardstenen treden. De 18de-eeuwse hoofdentree in de middenas van de begane grond bestaat uit een getoogd kozijn met een zandstenen drempel en neuten. Het kozijn bevat een driepaneelsdeur (19de eeuw), kalf (19de eeuw?) en een ongedeeld bovenlicht. De pui aan de linkerzijde dateert in opzet uit de late 19de eeuw, zoals blijkt uit de hoofdvorm, de rijk gedetailleerde gietijzeren hoekkolom en de omlijsting van pilasters en sierlijke lijst. Deze lijst is samengesteld uit een architraaf, fries met consoles en een kroonlijst. Op de voet van deze kolom is het productiemerk ‘Pletterij/ Den Haag’ herkenbaar. Bij de verbouwing in 1935 heeft deze pui een nieuwe invulling gekregen, waarvan de bovenlichten met glas-inlood het meest kenmerkende onderdeel zijn. De entree is naderhand nog verbreed en vernieuwd, vermoedelijk in 1986. Daarbij zijn de borstwering en etalageruit ingekort. De pui aan de rechterzijde stamt uit 1905. Deze is nog geheel compleet en gaaf. De decoraties vertonen invloed van de Jugendstil. De omlijsting bestaat uit rijk gedetailleerde pilasters en een geprofileerde lijst. Binnen dit kader bevinden zich een etalageruit en een winkeldeur met bovenlicht. Zowel de etalageruit als het bovenlicht van de entree zijn voorzien van een sierlijke bovenstrook met ventilatieroosters en hoekornamenten met bloemmotieven. In de borstwering is een dichtgezet kelderlicht herkenbaar, geflankeerd door twee Jugendstilmotieven. De glasdeur in deze pui behoort tot de originele opzet. De eerste en tweede verdieping bevatten elk zes getoogde vensters en één getoogde vensternis, voorzien van in het pleisterwerk getrokken hanenkammen. Deze vensters bestaan uit 19de-eeuwse kozijnen, ingevuld met T-schuif- en T-stolpramen. Op de eerste verdieping hebben de bovenlichten een tweeruitsverdeling. Het merendeel van de stolpramen is van recente datum, vermoedelijk 1986. De gevel wordt afgesloten door een forse lijst, samengesteld uit een architraaflijst, een fries met consoles en een kroonlijst. Midden op het voorschild van het dak staat een hoge dakkapel met een steile steekkap. Het venster bevat een stolpraam en luiken. En in het fronton bevindt zich een hijsbalk.
5
Groninger Ploeg kunstenaar Job Hansen (1899-1960)
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
6
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
De gevel aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat is ook een drielaags lijstgevel, voorzien van een (licht geel geschilderde) gepleisterde afwerking met schijnbokken. Deze afwerking heeft een 19deeeuws karakter. De gevel heeft het karakter van een zijgevel, hetgeen herkenbaar is aan de concentratie van vensters aan de achterzijde (noordzijde) en de enigszins onregelmatige plaatsing. De begane grond bevat het omgezette deel van de linker winkelpui in de voorgevel (late 19de eeuw). De hoek van de gevel wordt gedragen door een gietijzeren kolom. De winkelruit van deze pui heeft in 1935 een nieuwe indeling gekregen, waarvan de invulling van het bovenlicht met glas-in-lood het meest kenmerkend is. Het linkerdeel van de begane grond heeft een afwijkende opzet en vormgeving, hetgeen vermoedelijk te maken heeft met een 19de-eeuwse verbouwing. Uit deze fase dateren de entree tot de bovenwoning, het pothuis en de twee brede vensters. De entree tot de bovenwoning bestaat uit een getoogd deurkozijn uit de late 19de eeuw, waarin een verticaal gelede paneeldeur (circa 1925), een kalf en ongedeeld bovenlicht. Deze deur heeft bij de verbouwing van 1986 zijn functie verloren. Voor deze deur ligt een korte steektrap met gebogen zijwangen. Naast deze deur bevinden zich twee brede vensters, voorzien van vast glas. Op oudere foto’s zijn H-schuiframen te herkennen. Onder deze vensters sluit een laag pothuis op de gevel aan, voorzien van een flauw hellend lessenaardak. In de voorgevel van het pothuis bevindt zich een tweelichtvenster, voorzien van vast glas. Ook deze invulling lijkt van betrekkelijk recente datum (midden 20ste eeuw?). De naastgelegen keldertrap leidt naar het souterrain, dat toegankelijk is via een opgeklampte deur. Deze deur ligt in een nis, vanwege de opvallende dikte van de keldermuur. Het linker deel van de eerste verdieping bevat twee venster voor de achterkamer. Deze vensters hebben zware, vermoedelijk 18de-eeuwse kozijnen. De T-stolpramen stammen in hun huidige vorm uit de late 20ste eeuw. Het hooggeplaatste venstertje ernaast hoort bij een trappenhuis of toilet. Vlak bij de hoek met de voorgevel bevindt zich nog een solitair venster (van de voorkamer), dat uitzicht geeft op de Grote Kromme Elleboog. De tweede verdieping heeft eveneens twee vensters aan de linkerzijde. De kozijnen van deze vensters zijn veel dunner dan op de eerste verdieping, hetgeen een 19de-eeuwse datering doet vermoeden. Ook deze kozijnen bevatten 20ste-eeuwse stolpramen. In de derde venster-as bevindt zich een soortgelijk venster. Dit venster behoort niet tot de 18de-eeuws opzet, maar lijkt een 19de-eeuwse toevoeging. De gevel wordt afgesloten door een forse lijst, samengesteld uit een architraaflijst, een fries met consoles en een kroonlijst. Midden op het voorschild van het dak staat een hoge dakkapel met een steile steekkap. Het venster bevat een stolpraam en luiken. En in het fronton bevindt zich een hijsbalk. De andere gevels zijn grotendeels aan het zicht onttrokken door belendingen. De zichtbare delen van de rechterzijgevel (oostgevel) konden niet worden onderzocht. Op de eerste verdieping bevindt zich een 19de-eeuws venster met zesruitsstolpramen. Duidelijk is dat de vensters op de tweede verdieping zijn aangebracht in 1986. De kap is uitgevoerd als een U-vormig zadeldak, waarbij de hoekpunten worden benadrukt door schoorstenen. Een van de schoorsteen moet zijn vernieuwd in 1959. Op het dak liggen verschillende soorten dakbedekking, waaronder zwart geglazuurde Oudhollandse pannen (buitenschilden), rode Oudhollandse pannen (binnenschild) en platen asbest (binnenschild). plattegronden Het souterrain (met aangrenzende kelders onder het voorste deel van het huis?) en pothuis waren niet toegankelijk in het kader van deze verkenning. Wel is bekend dat het souterrain een zoldering van houten balken en bakstenen troggewelfjes heeft. Deze opzet kan goed uit de 18de eeuw stammen. Uit de opzet van de plattegrond blijkt duidelijk dat de begane grond oorspronkelijk een middengang bezat, geflankeerd door (woon)kamers. Deze kamers zijn sedert circa 1900 geleidelijk aan in gebruik genomen als winkelruimten. De huidige indeling in twee winkels stamt uit 1986. Ook het achterste deel van de middengang is toegedeeld aan de winkels. Het voorste deel van deze gang heeft nog wel zijn oorspronkelijke opzet, zij het dat de interieur-afwerking is vernieuwd. Origineel is de sierlijke wenteltrap met open schalmgat tussen de begane grond en eerste verdieping, voorzien van een sierlijke leuning in rococostijl (tweede helft van de 18de eeuw). Ook de kardoezen hebben een sierlijke
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
7
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
decoratie. Langs de muren bevinden zich paneellambriseringen met een geprofileerde handlijst. Vermoedelijk is het houtsnijwerk vervaardigd door beeldhouwer Cornelis Kooystra (1712-1769)6.
Bestaande en gewijzigde toestand van de plattegrond van de begane grond, volgens de bouwaanvraag van G. Koops Bouw bv uit Groningen (bouwdossier RO/EZ). Rechtsboven op deze tekeningen valt het aangebouwde magazijn te herkennen, dat gezien de jonge datering niet verkend is.
Ter weerszijden van deze middengang bevinden zich twee winkels, waarvan de indeling en interieurafwerking grotendeels vernieuwd zijn. Noemenswaard zijn de niveauverschillen halverwege de winkelruimten, die de plaats van het souterrain markeren (achterin het gebouw). Het vermoeden bestaat dat de voorste gedeelten van het souterrain bij de inrichting van de winkels in de late 19de eeuw (linker winkel) en 1905 (rechter winkel) zijn verlaagd tot kelders. In de borstwering van de rechter winkelpui uit 1905 bevindt zich namelijk nog een kelderlicht.
Bestaande en gewijzigde toestand van de plattegrond van de eerste verdieping in 1986, volgens de bouwaanvraag van G. Koops Bouw bv uit Groningen (bouwdossier RO/EZ).
De indeling van de eerste verdieping vertoont diverse bouwfasen (vanaf de 18de eeuw), die zonder ontmanteling en nader onderzoek nauwelijks zijn te determineren. Zeker is dat er in de 19de eeuw een opdeling heeft plaatsgevonden in meerdere woningen. Drie trappen gaven toegang tot deze woningen (een trap aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat, de centrale trap uit de 18de eeuw en een trap aan de zijde van de Zwanestraat). Ook intern moet het gebouw nog enkele trappen hebben gehad. De
6
Vriendelijke mededeling Johan de Haan.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
8
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
trap aan de zijde van de Zwanestraat is in de jaren zestig verdwenen. In 1986 heeft een opdeling in kamers plaatsgevonden, waarbij ook de trap aan de zijde van de Oude Kijk in ‘t Jatstraat is gesloopt. Aan de linkerzijde bevinden zich een voor- en achterkamer, sedert de 19de eeuw gescheiden door een trappenhuis. Dit trappenhuis is in 1986 gesloopt bij splitsing in twee studentenkamers (kamer 1 en 2). De achterkamer (kamer 1) heeft een 19de-eeuws stucplafond, versierd met een middenornament en een geprofileerde perklijst met vier hoekstukken. De beide vensters in deze kamer hebben sierlijke gebogen vensterbanken (late 19de eeuw) en neggen met een paneelbetimmering (18de eeuw). Het rookkanaal markeert de plaats van een oorspronkelijke schouw (18de eeuw of ouder). De voorkamer (kamer 2) is in 1986 vergroot met het trappenhuis. De interieur-afwerking is vernieuwd. In het midden van de plattegrond bevinden zich resten van de middengang, waaraan het trappenhuis grenst. Tussen de begane grond en eerste verdieping stamt de trap uit de 18de eeuw, tussen de eerste en tweede verdieping uit de 19de eeuw. De 19de-eeuwse trap is een spiltrap met een holle spil. Deze holle spil sluit aan op het open schalmgat van de 18de-eeuwse trap. Versterkingen van de trap en de plaatsing van brandwerende voorzieningen maken de oorspronkelijke samenhang tussen beide trappen minder duidelijk. De verdere indeling van de eerste verdieping lijkt gewijzigd bij diverse verbouwingen. Ook is de interieur-afwerking aanmerkelijk vernieuwd, zodat alleen nog enkele 19de-eeuwse paneeldeuren behouden zijn. De plaats van de rookkanalen markeert de oorspronkelijke indeling.
Bestaande en gewijzigde toestand van de plattegrond van de tweede verdieping in 1986, volgens de bouwaanvraag van G. Koops Bouw bv uit Groningen (bouwdossier RO/EZ).
De indeling van de tweede verdieping vertoont diverse bouwfasen (vanaf de 19de eeuw), die zonder ontmanteling en nader onderzoek nauwelijks zijn te determineren. De oudste ruimten en tussenwanden lijken hier uit de 19de eeuw te stammen. Ook het trappenhuis stamt uit de 19de eeuw, inclusief de spiltrap met zijn holle spil (verbinding tussen eerste en tweede verdieping). In het interieur bevinden zich diverse afwerkingen uit de 18de en 19de eeuw. Zo hebben nagenoeg alle vensters gebogen vensterbanken op consoles (19de eeuw). In kamer 4 hebben de vensters een negbetimmering, waarvan de paneelverdeling een 18de-eeuws karakter heeft. Deze vensters stammen uit de 19de eeuw, zo valt op te maken uit de maatvoering en detaillering. Vermoedelijk zijn de betimmeringen herplaatst. De kamers 4 en 5 hebben deurkozijnen met eenpaneelsdeuren (18de eeuw), de kamers 6 en 7 deurkozijnen met tweepaneelsdeuren (19de eeuw). Ook deze 18de-eeuwse deuren zijn waarschijnlijk herplaatst. De overige deuren zijn van recente datum (1986?). De verdere interieur-afwerking is van betrekkelijk recente datum.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
9
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
Bestaande toestand van de plattegrond van de tweede verdieping in 1986, volgens de bouwaanvraag van G. Koops Bouw bv uit Groningen (bouwdossier RO/EZ). Na 1986 heeft nog een verdeling in kamers plaatsgevonden.
De zolder heeft een indeling van recente datum, na 1986. Door de verlaagde plafonds en voorzetwanden valt vrijwel niets van de constructie te zien. De vliering was niet toegankelijk, afgezien van een kleine bergruimte in het zuidelijk deel van de U-vormige kap. Hier waren diverse sporen zichtbaar, deels met een rechthoekige en deel met een ronde doorsnede. Interessant zijn de hergebruikte sporen, voorzien van telmerken (waaronder het merk: XIII). Deze hergebruikte sporen kunnen nog uit de 17de eeuw dateren. De huidige constructie heeft een 19de-eeuws karakter, zoals onder meer blijkt uit de nokruiter. Bijzonder is de schoorsteenmantel die is geplaatst tegen het noordwestelijke rookkanaal. Deze grijsmarmeren mantel moet van elders uit het gebouw afkomstig zijn. Op grond van de decoraties met hulst- en palmtakjes door een ring en de witmarmeren rozetten lijkt een datering in de late 18de eeuw waarschijnlijk.
WAARDESTELLING Het huis heeft hoge monumentwaarden als kenmerkend voorbeeld van de architectonische beklemtoning van een straathoek. Sedert de Middeleeuwen werden in de stad Groningen op de belangrijkste kruisingen van straten en pleinen grotere huizen gebouwd. Dit was ook het geval bij de aanleg van de Zwanestraat als doorbraak tussen de Grote markt en de Oude Kijk in ‘t Jatstraat. De noordelijke hoek tussen de Zwanestraat en Oude Kijk in ‘t Jatstraat werd van meet af aan benadrukt door een fors gebouw, aanvankelijk in de vorm van een hoog diephuis (kaart van Haubois, 1643). In de 18de eeuw werd dit hoekaccent nog steviger aangezet door de bouw van het huidige pand. Het pand Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1 heeft hoge monumentwaarden, omdat er sprake is van een ongebruikelijk gebouwtype in de binnenstad van Groningen: het ‘vierkante huis’.7 In opzet stamt het huis uit de 18de eeuw, wellicht met resten van voorgaande panden uit de 17de eeuw. Bij de 19de-eeuwse verhoging heeft men de karakteristiek van het huis ongewijzigd gelaten. Het gebouwtype van ‘het vierkante huis’ werd van de 17de tot 19de eeuw toegepast voor luxe woningen. Kenmerkend zijn de plattegrondvorm, de bouwmassa, de symmetrische opbouw en indeling en de omlopende of U-vormige kap. Het merendeel van deze vierkante huizen heeft een kelder of souterrain, zodat de begane grond iets verhoogd is ten opzichte van het straatniveau. In vele steden zijn dergelijke huizen tot stand gekomen door samenvoeging van twee diephuizen. Dat kan ook hier het geval zijn, want in de 17de eeuw was er sprake van twee diephuizen aan de Zwanestraat. 7
M. Dolfin, E.Kylstra en J. Penders, De Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst: Utrecht, de huizen binnen de singels, ’s-Gravenhage 1989.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
10
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
De gevels van pand Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1 hebben hoge monumentwaarden, vanwege de kenmerkende opzet, indeling en afwerking uit de 18de en 19de eeuw. De vanouds zeer statige uitstraling van het pand valt nog steeds af te lezen aan de gevels. Het merendeel van de vensterkozijnen stamt uit de 18de en 19de eeuw, de ramen zijn gemoderniseerd met respect voor de oorspronkelijke verhoudingen. De voordeur aan de Zwanestraat heeft nog zijn oorspronkelijke deurkozijn en trap, de paneeldeur zelf dateert uit de 19de eeuw. Noemenswaard is de eenduidige oriëntatie van het huis op de Zwanestraat, die kennelijk vanaf de aanleg in de vroege 17de eeuw hoger in de hiërarchie stond dan de veel oudere en doorgaande Oude Kijk in ‘t Jatstraat. Bij de cityvorming in de late 19de eeuw heeft de Zwanestraat het karakter van een winkelstraat gekregen, waartoe puien zijn aangebracht. Dit is ook het geval bij Zwanestraat 45 en 47. De puien stammen uit de late 19de en vroege 20ste eeuw. Beide puien zijn zeer zorgvuldig in ontwerp, uitvoering en detaillering. Deze puien onderstrepen daarmee de hoge status van de Zwanestraat als (oude) winkelstraat. Daarom hebben ook deze puien hoge monumentwaarden. De glas-in-lood bovenlichten van Zwanestraat 47 is een bijzonder ontwerp van de bekende Ploeg kunstenaar Job Hansen (1899-1960) en heeft hoge monumentwaarde. Het 19de-eeuwse pothuis tegen de westgevel heeft hoge monumentwaarden, vanwege de zeldzaamheid van dit soort elementen. Tot in het begin van de 20ste eeuw waren pothuizen een gewoon verschijnsel. Het merendeel van deze pothuizen is gesloopt ten behoeve van de aanleg van trottoirs. Pothuizen zijn een wezenlijk onderdeel van de private stoepzones rondom de huizen. Bij het huis Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk in ‘t Jatstraat 1 zijn ook de keldertrap en trappen voor de toegangen aan de Zwanestraat en Oude Kijk in ‘t Jatstraat onderdeel van deze stoepzone. Het huis heeft hoge monumentwaarden, vanwege de bouwhistorische betekenis van de 18de-eeuwse constructie van de kelder, begane grond en eerste verdieping (muurwerk en balklagen). Aan de hand van (bouwsporen in) deze constructies valt de bouwgeschiedenis te achterhalen. Ook de 19de-eeuwse constructie van de balklaag boven de tweede verdieping en de kapconstructie hebben hoge monumentwaarden, aangezien deze in opzet en typologie aansluiten op de 18de-eeuwse constructies. Ook deze constructies bevatten bouwhistorische informatie over de bouwgeschiedenis van het pand, onder meer in de vorm van de hergebruikte onderdelen in de kapconstructie. De indeling van het huis valt moeilijk te boordelen zonder verdergaand onderzoek. Wel is duidelijk dat de hoofdopzet van de indeling in opzet uit de 18de en 19de eeuw stamt. Deze onderdelen van de indeling hebben hoge monumentwaarden, zeker in samenhang met de bijbehorende interieurafwerkingen. Diverse van deze interieur-afwerkingen zijn verstopt achter voorzetwanden en verlaagde plafonds. Van zeer groot belang is het 18de-eeuwse trappenhuis met de wenteltrap in rococostijl en de bijbehorende paneellambrisering. Dergelijk trappen zijn zeer zeldzaam in Groningen en spaarzaam in Nederland. Daarnaast zijn nog diverse (zichtbare) onderdelen van de interieur-afwerking behouden gebleven, waaronder deurkozijnen, betimmeringen, paneeldeuren en een grijsmarmeren schoorsteenmantel. Ook de herplaatste onderdelen hebben hoge monumentwaarden. De 19de-eeuwse verhoging heeft eveneens hoge monumentwaarden, aangezien deze in opzet en afwerking geheel aansluit op de 18de-eeuwse onderbouw. Ook de afwerking is daarop afgestemd, zoals onder meer blijkt uit de toepassing van een spiltrap met holle spil. Op dit niveau zijn diverse onderdelen van de 18de-eeuwse interieur-afwerking herplaatst.
AANBEVELINGEN Het verdient aanbeveling om het souterrain en de kelder nader te onderzoeken. Bij eventuele werkzaamheden is het van belang om de constructie van de balklagen en muurwerk nader te documenteren. Bij ontmanteling moet rekening worden gehouden met de vondst van (resten van) rijke interieur-afwerkingen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
11
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
BIJLAGEN Uittreksels uit de bouwdossiers van de dienst RO/EZ van de gemeente Groningen
Adres Bouwdossiernummer D.I.V. bezoek
: Zwanestraat 45 : B 5173 : 24 april 2008
1905, 6 april G. van Bolhuis krijgt toestemming tot het inrichten en bestemmen van het voorste gedeelte der behuizing Zwanestraat 45 tot winkel en het aanbrengen van een winkelpui. Ontwerp IJ. Van der Veen 1929 inrichten bestaand privaat met afvoer van faecaliën, huis- en hemelwater naar gemeenteriool door G. van Bolhuis, d.d. 1 februari 1929 1945 Schaderapport: 831 gulden waarvan ruim de helft glaswerk. 1954 G. Klein krijgt vergunning tot vergroting van de begane grond. Architect L. van der Zee te Groningen 1986 T. G. Klein krijgt vergunning voor het veranderen van de winkel met bovenwoning tot winkels met kamerverhuurbedrijf. Ontwerp en uitvoering G. Koops Bouw b.v. Groningen.
Adres Bouwdossiernummer D.I.V. bezoek
: Zwanestraat 47/47a / Oude Kijk in ’t Jatstraat 1 : B 8476 : 27 oktober 2004
1916 J.A. Steenmeijer krijgt een vergunning om t.b.v. het gebouw Zwanestraat 47 hoek Oude Kijk in ’t Jatstraat een afwatering te maken naar het riool van de gemeente aldaar. 1916 J.A. Steenmeijer (fotograaf) dient een bouwaanvraag in voor een verbouwing van de begane grond van het gebouw Zwanestraat 47 hoek Oude Kijk in ’t Jatstraat. Van uitvoer van het plan wordt afgezien. 1926 A. Dijkstra krijgt een vergunning om tegen de voorgevel van het gebouw Zwanestraat 47 hoek Oude Kijk in ’t Jatstraat een lichtbak aan te brengen. 1935 Annegien van Bolhuis (Oude Kijk in ’t Jatstraat 1 en eigenaresse van het gebouw Zwanestraat 47 hoek Oude Kijk in ‘t Jatstraat) krijgt een vergunning voor het wijzigen van de winkelpui van het hoekpand. Het werk wordt nog hetzelfde jaar voltooid. Architect van het bouwplan is dhr. Hansen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
12
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Zwanestraat 45, 47/47a, Oude Kijk-in-’t-Jatstraat 1
1941 Er wordt een materiaalaanvraag ingediend voor het vernieuwen van twee schoorstenen. 1954 Er wordt een bouwaanvraag ingediend voor het wijzigen van de indeling van de begane grond ter vergroting van de winkel Zwanestraat 45. 1959 Er is een brand geweest in Zwanestraat 47a en tijdens het blussen is geconstateerd dat de schoorsteen rust op een houten ondersteuning. Aan deze brandgevaarlijke toestand dient een eind gemaakt te worden. 1961 T.G. Klein krijgt een vergunning om de tweede en derde verdieping van Oude Kijk in ’t Jatstraat 1 in gebruik te nemen als bedrijfsruimte. 1966 T.G. Klein krijgt een vergunning om de woonruimte van Zwanestraat 47a in gebruik te nemen als bedrijfsruimte. 1986 T.G. Klein krijgt een vergunning voor kamerverhuur in Oude Kijk in ’t Jatstraat 1
H. Wierts
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
13