et bijvoeglijk naamwoord – Biondo 4 H era, e bello, e di gentile aspetto ... Uitgangen De bijvoeglijke naamwoorden zijn te verdelen in deze twee groepen: • bijvoeglijke naamwoorden die een mannelijke vorm op -o hebben en een vrouwelijke vorm op -a (in het meervoud -i respectievelijk -e) • bijvoeglijke naamwoorden die één vorm voor beide geslachten hebben, die eindigt op -e (in het meervoud -i). enkelvoud
meervoud
mannelijk vrouwelijk
un testo complicato una grammatica complicata
testi complicati grammatiche complicate
mannelijk vrouwelijk
un testo una grammatica
}
difficile
testi grammatiche
}
difficili
De uitgang van het bijvoeglijk naamwoord richt zich altijd naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord (of de persoon) waarop het betrekking heeft – ook als er een werkwoordsvorm tussen staat: mannelijk
Gianni è spiritoso.
mannelijk en vrouwelijk vrouwelijk
Gianni e Carlo sono spiritosi. Gianni e Maria sono spiritosi.
Maria è spiritosa.
Maria e Tina sono spiritose.
Als het bijvoeglijk naamwoord betrekking heeft op een mannelijk en een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (gemengd meervoud), krijgt het de uitgang voor het mannelijk meervoud: Gianni e Maria sono spiritosi Ook bij een onpersoonlijk onderwerp: men/je (u Hoofdstuk 13), wordt de uitgang voor het mannelijk meervoud gebruikt – tenzij alleen vrouwen worden bedoeld. Bisogna essere sinceri. Quando si è incinte ci si sente pesanti.
Men/Je moet eerlijk zijn. Als je zwanger bent, voel je je zwaar.
Bijzonderheden bij het bijvoeglijk naamwoord Bijvoeglijke naamwoorden op -re Een bijvoeglijk naamwoord op -re verliest de e als het direct vóór het zelfstandig naamwoord staat: maggiore – il maggior numero peggiore – il peggior nemico
het grootste aantal de ergste vijand
17
Meervoud van bijvoeglijke naamwoorden op -co/ca, -go/ga, -io/ia, -ista Voor het meervoud van bijvoeglijke naamwoorden met deze uitgangen gelden dezelfde regels als bij de zelfstandige naamwoorden (u Hoofdstuk 3). Maar: de uitgang -go wordt in het meervoud -ghi (anders dan bij het zelfstandig naamwoord).
Meervoud van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden Bij samengestelde bijvoeglijke naamwoorden krijgt alleen het tweede deel een meervoudsuitgang: sordomuto, sordomuti (doofstom)
Onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden De volgende bijvoeglijke naamwoorden zijn onveranderlijk: • Enkele kleurbenamingen: arancio (oranje), beige (beige), blu (donkerblauw), lilla (lila), rosa (roze), turchese (turkoois), viola (paars) • Samengestelde kleurbenamingen: pantaloni verde chiaro (lichtgroene broek/broeken); gonne giallo senape (mosterdgele rokken) • Bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van bijwoordelijke uitdrukkingen, zoals: perbene: uomini perbene (keurige mannen) • Bijvoeglijke naamwoorden ontleend aan andere talen, zoals: chic, snob, standard, tabù
bello, buono, grande, santo De bijvoeglijke naamwoorden bello, buono, grande, santo krijgen in bepaalde gevallen de vormen van het bepaald lidwoord. Bello krijgt vóór een mannelijk zelfstandig naamwoord dezelfde uitgangen als quello (u Hoofdstuk 7): il bambino – un bel bambino lo studente – un bello studente l’amico – un bell’amico
i bambini – bei bambini gli studenti – begli studenti gli amici – begli amici
Vóór een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat met een klinker begint, kan in plaats van de a een apostrof komen: una bella amica, of una bell’amica (maar in het meervoud: belle amiche) Buono krijgt vóór een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud de vormen van het onbepaald lidwoord (u Hoofdstuk 5): un bambino – un buon bambino uno studente – un buono studente un amico – un buon amico
18
Grande kan vóór een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud worden verkort tot gran: una gran/grande confusione een grote troep un gran/grande sognatore een enorme dromer Maar niet bij zelfstandige naamwoorden die beginnen met s + medeklinker, z, x, gn, pn of ps: un grande scrittore, una grande zona Santo wordt verkort tot san vóór een mannelijke heiligennaam met een medeklinker (behalve s + medeklinker): san Lorenzo, maar: santo Stefano
Plaats van het bijvoeglijk naamwoord Het bijvoeglijk naamwoord kan in het Italiaans vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan. In de meeste gevallen staat het erachter. Hierbij geldt: • Als het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord staat, heeft het geen nadruk en geen onderscheidende betekenis: Ho guardato un breve film. Ik heb naar een korte film gekeken. • Als het bijvoeglijk naamwoordachter het zelfstandig naamwoord staat, heeft het nadruk en een onderscheidende betekenis: Ho guardato un film breve. Ik heb naar een korte film gekeken. (non lungo come quelli che (niet naar zo'n lange als ik meestal kijk) guardo di solito) Meestal vóór het zelfstandig naamwoord staan: bello, bravo, buono, caro, cattivo, giovane, grande, piccolo, santo, strano, vecchio Meestal achter het zelfstandig naamwoord staan: 1. Bijvoeglijke naamwoorden die een onderscheidende eigenschap aangeven, zoals nationaliteit, kleur, vorm, politieke of religieuze richting: n cantante italiano (een Italiaanse zanger); una borsa blu (een donkeru blauwe tas); una scatola quadrata (een vierkante doos); il partito socialista (de socialistische partij); la chiesa cattolica (de katholieke kerk) 2. Bijvoeglijke naamwoorden die aangeven waartoe iets behoort. Het Nederlands gebruikt in zo'n geval vaak een samengesteld zelfstandig naamwoord: il traffico stradale (het wegverkeer); la tassa comunale (de gemeentebelasting) 3. Voltooide of tegenwoordige deelwoorden die bijvoeglijk worden gebruikt: carne macinata (gemalen vlees, gehakt); una motivazione convincente (een overtuigende motivatie) 4. Lange en nader bepaalde bijvoeglijke naamwoorden en combinaties van bijvoeglijke naamwoorden: in tono supplichevole (op een smekende toon); una bevanda veramente dissetante (een echt verfrissende drank); una casa piccola e buia (een klein, donker huis)
19
Enkele bijvoeglijke naamwoorden hebben een verschillende betekenis naargelang ze voor of achter het zelfstandig naamwoord staan: buono
a. un buon cuoco b. un cuoco buono
een goede (= capabele) kok een aardige (= goedhartige) kok
caro
a. un caro ragazzo b. un locale caro
een lieve jongen een dure eetgelegenheid
certo
a. una certa somiglianza een zekere (= enige) gelijkenis b. una prova certa een zeker (= sluitend) bewijs
diverso
a. diverse persone b. persone diverse
verschillende (= meerdere) mensen (van elkaar) verschillende mensen
grande
a. un grand’uomo b. un uomo grande
een groot man een grote man
povero
a. un pover’uomo b. un uomo povero
een arme (= zielige) man een arme (= niet rijke) man
semplice
a. una semplice proposta een simpel (= bescheiden) voorstel b. una proposta semplice een simpel (= eenvoudig) voorstel
solo
a. una sola donna b. una donna sola
één enkele vrouw een alleenstaande vrouw
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord Anders dan in het Nederlands, heeft een bijwoord in het Italiaans niet dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord. Bijvoeglijk naamwoord: La pasta è buona! De pasta is lekker! Bijwoord: Qui si mangia bene! Hier kun je lekker eten! Soms wordt voor het bijwoord wel de vorm van het bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Dit komt vooral in verhalend proza regelmatig voor. Si mosse lento. (= lentamente) Hij bewoog zich langzaam.
Bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord Bijna alle Italiaanse bijvoeglijke naamwoorden kunnen worden gebruikt als zelfstandig naamwoord. Vóór de vorm van het mannelijk enkelvoud komt dan het bepaald lidwoord: il vero (het ware), il bello (het mooie). Let op: • q ualcosa/niente di bello, di interessante... • La cosa più importante è imparare le regole.
20
iets/niets moois, interessants... Het belangrijkste is om de regels te leren.
De trappen van vergelijking 1. De vergrotende trap wordt gevormd met più of meno: Roma è più rumorosa (di Milano). Rome is lawaaiiger (dan Milaan). 2. De relatieve overtreffende trap wordt gevormd met de vergrotende trap en het bepaald lidwoord. Er zijn twee volgorden mogelijk: Ma è la città più bella del mondo. Maar het is de mooiste stad van de la più bella città del mondo. van de wereld. 3. De absolute overtreffende trap heeft geen vergelijkende betekenis, maar drukt een zeer hoge graad van een eigenschap uit. De uitgang is -issimo: Roma è bellissima!
Rome is ontzettend mooi!
Let op: als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -co of -go, komt vóór de uitgang -issimo meestal een -h-: antico – antichissimo, lungo – lunghissimo Maar: pratico – praticissimo Een zeer hoge graad van een eigenschap kan ook worden weergegeven door: • molto + bijvoeglijk naamwoord: molto bello • herhalen van het bijvoeglijk naamwoord: una casa grande grande • toevoeging van een ander bijvoeglijk naamwoord (in vaste combinaties): stanco morto (doodmoe), innamorato cotto (stapelverliefd) Het Nederlandse dan in vergelijkende zinnen is di of che (u Hoofdstuk 16).
Onregelmatige vormen bij de trappen van vergelijking Buono, cattivo, grande, piccolo, alto en basso hebben naast de regelmatige vormen ook onregelmatige vormen voor de trappen van vergelijking:
buono cattivo grande piccolo alto basso
vergrotende trap
relatieve overtreffende trap
absolute overtreffende trap
migliore peggiore maggiore minore superiore inferiore
il migliore il peggiore il maggiore il minore il superiore l’inferiore
ottimo pessimo massimo minimo supremo, sommo infimo
Van buono en cattivo worden de regelmatige vormen gebruikt voor de betekenissen goedaardig/lekker en slechtaardig/niet lekker: Tuo nonno era più buono di suo fratello. La birra italiana è più buona/ cattiva di quella olandese.
Je opa was aardiger dan zijn broer. Italiaans bier is lekkerder/minder lekker dan het Nederlandse (bier).
21
De onregelmatige vormen van buono en cattivo worden in andere betekenissen gebruikt: Questo tipo di legno è migliore di Deze houtsoort is beter dan die. quello. I costi sono stati maggiori. De kosten waren hoger dan voorzien. Let op: maggiore, minore, superiore en inferiore zijn geen echte vormen van de vergrotende trap: ze kunnen niet voorkomen in vergelijkingen: Enzo è il mio fratello minore. Enzo is mijn jongere broertje. Maar: Enzo è più piccolo di me. Enzo is jonger dan ik. Enkele bijvoeglijke naamwoorden hebben voor de absolute overtreffende trap (in bepaalde betekenissen) niet de uitgang -issimo, maar -errimo, zoals: celebre – celeberrimo misero – miserrimo integro – integerrimo acre – acerrimo Bijvoorbeeld: un acerrimo nemico Maar: un sapore molto acre
22
zeer beroemd uiterst ellendig volstrekt onkreukbaar zeer venijnig een aartsvijand een erg zure smaak