3
L’adjectif – Het bijvoeglijk naamwoord
Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre un garçon une lettre une robe un homme la langue
intéressant sympathique importante blanche triste française
2. Korte en veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld grand, gros, petit, jeune, vieux, bon, mauvais, beau en joli. un une un une une un une
bon jolie petit grande mauvaise vieil belle
livre fille jardin maison note homme ville
3. Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een verschillende betekenis naargelang ze voor of achter het zelfstandig naamwoord staan, bijvoorbeeld: un grand homme een geweldige man un pauvre homme een zielige man la dernière minute de laatste minuut
un homme grand een lange man un homme pauvre een arme man l'année dernière vorig jaar
4. Een bijvoeglijk naamwoord kan ook onderdeel van het gezegde zijn. Het wordt dan gecombineerd met een koppelwerkwoord, meestal être. La maison est petite mais le jardin est grand.
Het huis is klein, maar de tuin is groot.
13
Vorm 1. De vorm van het bijvoeglijk naamwoord richt zich altijd naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Dit geldt ook als het bijvoeglijk naamwoord onderdeel van het gezegde is. mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
le petit jardin Le jardin est petit.
la petite maison La maison est petite.
meervoud
les petits jardins les jardins sont petits.
les petites maisons les maisons sont petites.
De vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord krijgt de uitgang -e achter de mannelijke vorm. Als de mannelijke vorm al eindigt op -e, blijft de vrouwelijke vorm onveranderd: le livre rouge, la voiture rouge Voor het meervoud komt de uitgang -s achter de vorm voor het enkelvoud. 2. Enkele bijvoeglijke naamwoorden zijn onveranderlijk, waaronder: bon marché, marron, orange, super, chic: La jupe marron est bon marché et très chic. De bruine rok is goedkoop en erg chic. Et les pantalons marron, ils sont aussi bon marché et très chic. En de bruine broeken zijn ook goedkoop en erg chic.
Bijzondere vormen Bijzonderheden bij de vrouwelijke vorm Bij bijvoeglijke naamwoorden met de volgende uitgangen gelden bijzondere regels voor het afleiden van de vrouwelijke vorm. regel
mannelijk
vrouwelijk
-er -et -c
-ère -ète -que
cher complet turc
chère complète turque
-f -g -eux -el -il -en -on -os -teur
-ve -gue -euse -elle -ille -enne -onne -osse -teuse -trice -eure -euse
actif long heureux naturel gentil européen bon gros menteur conservateur meilleur rieur
active longue heureuse naturelle gentille européenne bonne grosse menteuse conservatrice meilleure rieuse
-eur
14
uitzonderingen muet blanc sec grec
muette blanche, sèche, grecque
Bijzonderheden bij de meervoudsvorm 1. Bijvoeglijke naamwoorden op -al: mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un homme brutal
une femme brutale
meervoud
des hommes brutaux
des femmes brutales
De meeste bijvoeglijke naamwoorden op -al eindigen in het mannelijk meervoud op -aux. Het vrouwelijk meervoud is regelmatig, met de uitgang -s. Bepaalde bijvoeglijke naamwoorden op -al, bijvoorbeeld banal, final, fatal en naval hebben voor het mannelijk én vrouwelijk meervoud de uitgang -s: un problème banal des problèmes banals 2. Bijvoeglijke naamwoorden op -eau, -s of -x: mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un beau jour un gros sac
une belle surprise une grosse valise
meervoud
de(s) beaux jours de(s) gros sacs
de(s) belles surprises de(s) grosses valises
Bijvoeglijke naamwoorden op -eau krijgen de uitgang -x in het mannelijk meervoud. Bijvoeglijke naamwoorden op -s of -x blijven onveranderd in het mannelijk meervoud.
Beau, nouveau, vieux beau enkelvoud
meervoud
mannelijk
vrouwelijk
un beau café
une belle ville
un bel hôtel
une belle usine
de(s) beaux cafés de(s) beaux hôtels
de(s) belles villes de(s) belles usines
mannelijk
vrouwelijk
voor een medeklinker voor een klinker of 'stomme h' voor een medeklinker, klinker of 'stomme h'
nouveau enkelvoud un nouveau vélo
une nouvelle jupe
un nouvel hôtel
une nouvelle idée
meervoud
voor een medeklinker voor een klinker of 'stomme h'
des nouveaux vélos des nouvelles jupes voor een mededes nouveaux hôtels des nouvelles idées klinker, klinker of 'stomme h' 15
vieux enkelvoud
meervoud
mannelijk
vrouwelijk
un vieux vélo
une vieille jupe
un vieil hôtel
une vieille écharpe
de(s) vieux vélos de(s) vieux hôtels
voor een medede(s) vieilles jupes de(s) vieilles écharpes klinker, klinker of 'stomme h'
voor een medeklinker voor een klinker of 'stomme h'
De onregelmatige vormen van beau, nouveau en vieux worden alleen gebruikt als ze direct voor het zelfstandig naamwoord staan. In andere gevallen worden de regelmatige vormen gebruikt. Vergelijk: un bel hotel L’hôtel est beau. un nouvel ordinateur L’ordinateur est nouveau. un nouvel ordinateur L’ordinateur est vieux.
16
Trappen van vergelijking De vergrotende trap Marseille est plus grande que Montpellier. Marseille is groter dan Montpellier. Marseille est moins grande que New York. Marseille is kleiner (minder groot) dan New York. De vergrotende trap wordt gevormd door plus meer of moins minder voor het bijvoeglijk naamwoord te zetten. Voor het Nederlandse woord dan in een vergelijkende zin gebruikt het Frans que. Voor even ... als in een vergelijking gebruikt het Frans aussi ... que: Marseille est aussi grande que Lyon. Marseille is even groot als Lyon.
De overtreffende trap enkelvoud Quel est le fleuve le plus long / le moins long d’Europe ? Wat is de langste / minst lange rivier van Europa? Quelle est la ville la plus grande / la moins grande du monde ? Wat is de grootste / minst grote stad van de wereld? meervoud
Quels sont les trains les plus rapides / les moins rapides de France ? Wat zijn de snelste / minst snelle treinen van Frankrijk? Quelles sont les montagnes les plus hautes les moins hautes du monde ? Wat zijn de hoogste / minst hoge bergen van de wereld?
De overtreffende trap wordt gevormd door le / la / les plus of le / la / les moins voor het bijvoeglijk naamwoord te zetten. Voor het geheel waarbinnen vergeleken wordt, staat de (van). De overtreffende trap van korte, veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden kan ook vóór het zelfstandig naamwoord staan. Nicolas est
le plus jeune
Marie est
la plus petite fille
fils
de notre famille. de notre famille.
Enkele bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor de vergrotende en overtreffende trap: Vergrotende trap
Overtreffende trap
bon, bonne goed
meilleur, e beter
le / la meilleur, e de / het beste
mauvais, e slecht
pire slechter
le / la pire de / het slechtste
17