pa g 4
smakers
Inhoud
smakers
Inhoud
smakers
pa g 5
inhoud
...... 007 ......
top 5 / cultfiguur / tijdschr ift ..........................................
...... 068 ......
inleiding / 3 d e editie va n sm a k er s ..................................... ...... 009 .....
Kort ver ha al / Wimper s ..........................................................
...... 070 ......
bijdr age v/d minister / opnieu w spr ek en ov er iets ...
................
onder zoek / apesta artjar en 2.0 .........................................
...... 072 ......
.... va nzelfspr ek ends ..............................................................
...... 011 ......
de ideale emoticon .................................................................
...... 081 ......
..........................................................................................................
................
r eportage / de nieuwste dansr ages .................................
...... 084 ......
r eportage / een gr eep uit de pr aktijk .............................
...... 014 ......
ga ler ij / jong talent 2008 ......................................................
...... 090 ......
top 5 / films / t v-progr amma ...............................................
...... 020 ......
r eportage / snippers uit het ver leden ............................
...... 092 ......
onder zoek / De inter netgener atie onthuld ................. ...... 022 ......
de ideale opk ik k er ...................................................................
...... 097 ......
...... 029 ......
top 5 / boek / r adioprogr amma ............................................
...... 100 ......
in terview / wa ar zijn de jonge oper astemmen ............. ...... 036 ......
onder zoek / tr endwolves het r apport ...........................
...... 102 ......
...... 043 ......
r eportage / bestemming: rome & edinburgh ...................
...... 108 ......
top 5 / website / muziekgenr e ............................................... ...... 046 ......
De ideale lector .........................................................................
...... 113 ......
r eportage / r ecl ame (mak en) is (een) kunst ...................
...... 048 ......
top 5 / r ingtone / song ............................................................
...... 116 ......
De ideale date .............................................................................
...... 055 ......
portr et / jonger en in unifor m .........................................
...... 118 ......
onder zoek / tieners in het museum ..................................
...... 058 ......
..........................................................................................................
...................
de ideale zondag ......................................................................
...... 063 ......
lijsten / nota / colofon ......................................................
...... 136 ......
voorwoor d / dr iem a a l scheepsr echt .............................
het ideale k leinste k a mertje ............................................
de ideale job ..............................................................................
voorwoord
smakers
pa g 7
Voorwoord
Driemaal scheepsrecht
Ruim vijf jaar geleden ontwikkelden we het concept voor Smakers. Het zou een tweejaarlijkse traditie worden, met als doel om telkens weer de leefwereld van jongeren op één bepaald tijdstip te (be)vatten en te (be)grijpen in woord, beeld en opinie. Elke Smakers beoogt dus een letterlijke momentopname van jong zijn in Vlaanderen, een combinatie van breedbeeldperspectief en macrofotografie, dichtbij en toch ook reflectief. De voorbije edities slaagden daar wonderwel in: een aantrekkelijke verpakking maar vooral een hoogst merkwaardige verzameling feiten, meningen, vast-
stellingen, gesausd met be- en verwondering. Deze getuigenissen putten hun (aantrekkings)kracht uit een heel natuurlijke bron. Het zijn immers jonge mensen die deze informatie leveren, weliswaar geregisseerd, maar met veel respect voor de authenticiteit. Ook deze editie draagt dezelfde goede eigenschappen en vormt daarmee een volwaardige derde jaargang… vanaf nu kan er terecht van een traditie worden gesproken. Ik nodig u uit voor herhaaldelijke duiken in deze Smakers 2008, want het boek is op elke pagina opnieuw toegankelijk en boeiend. Het sprankelt
keer op keer, verbaast en verleidt, klaart en (uitzonderlijk) verbijt. dit boek tonen jongeren zich als zoveelste generatie in een toch steeds voorspoedig Vlaanderen.
verMet een nog
Jongeren is en blijft een werkwoord: het vervoegt zich in alle tijden. Deze Smakers biedt bij uitstek de tegenwoordige tijd, voor de derde keer een gulle getuigenis van en over de jeugd van tegenwoordig. Ze is en blijft mij en ons dierbaar.
• Bert
Anciaux Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel
inleiding
smakers
pa g 9
Inleiding
3de editie van smakers Een nieuwe verpakking. Een nieuw verhaal, of toch niet helemaal. Een boek met dezelfde doelstelling als de twee voorgaande edities: een blik werpen op jongeren (15 tot 25 jaar) en cultuur. Geen totaalbeeld, maar een kijk op wat ons in het oog sprong. Een verzameling verhalen van of over jongeren, onderzoeken en beelden (over de leefwereld) van jongeren en telkens met als centraal thema cultuur. Nieuwe thema’s boden zich aan, andere werden opnieuw onder het stof vandaan gehaald.
ven via woord en/of beeld. Reporters werden op pad gestuurd om te ontdekken hoe jongeren hun ideale job en hun ideale opkikker zien. Ook schakelden we jeugdwerkorganisaties in om te dromen over hun ideale date en hun ideale zondag. Experten uit het veld namen de resultaten van de ontwerpen en het gemijmer onder de loep en gaven hun kijk op elk van deze idealen mee.
2008 stond op cultuurvlak in het teken van cultuureducatie. In dit boek vind je hierover een bijdrage van minister Bert Anciaux. Ook illustreerden we de mogelijkheden en de kracht van cultuureducatie door een overzicht te geven van een aantal projecten van jeugd(werk) organisaties waarin cultuur een belangrijke rol speelde: als aanzet, als methodiek of als resultaat.
Jongeren vinden merken nog steeds belangrijk (en als je dat niet gelooft, kan je een kijkje nemen op p. 102), ze worden ingezet om hun identiteit mee vorm te geven. Toch vind je ook jongeren die erg fier zijn op hun uniform, of dat nu werk-, opleidings- of vrijetijdsgebonden is. Hoe ziet dat uniform eruit? Wat zijn de voor- en nadelen ervan? Welke clichés bestaan er over je uniform? Wat doe en draag je in je vrije tijd? Wij stuurden een fotograaf en een reporter op pad die deze vragen beantwoordden.
Net als in de vorige Smakers gingen we op zoek naar de idealen van jongeren. Leerlingen werden opgeroepen om hun ideale kleinste kamertje, hun ideale emoticon, hun ideale lector te beschrij-
“Leve Peter Van De Veire”, dachten onze jongeren en riepen hem prompt uit tot cultfiguur van het jaar 2008. En dat ‘gratis’ effect heeft, zien we aan onze boeken top vijf. Meteen ook een num-
mer 1-plaats voor de distributeur van dat gratis boek in de tijdschriften top vijf. Via enquêtes en via de cjp -website vroegen we aan 1241 jongeren ook nog naar wat hen het afgelopen jaar aan hun radio, tv en internet kluisterde. Ze kozen ook hun favoriete film, muziekgenre, ringtone en song. Ook jong talent geven we een plaatsje binnen Smakers: ‘Crazy’ Jasper Erkens kent u misschien al, maar we geven ook wat minder bekende namen mee. Namen die u – wat ons betreft – steeds bekender in de oren zullen klinken. Tot slot willen we een woordje van dank richten aan de auteurs, aan de jongeren die een inkijk gaven op hun idealen, de experts, de jongeren die zich lieten portretteren, de jongeren die hun top vijf invulden en iedereen die van ver of dichtbij betrokken was bij het maken van dit boek.
bijdrage
smakers
pa g 1 1
Bert Anciaux:
Opnieuw spreken over iets vanzelfsprekends ‘Toeleiding’: een nieuw begrip voor een gekende praktijk In september 2008 presenteerden
we met Smaakmaker1 een beleids- en actienota over cultuureducatie binnen het kader van het Vlaams cultuur- en jeugdbeleid. We beoogden een hanteerbaar referentiekader met zowel de huidige inspanningen als een aantal concrete actiepunten voor de nabije toekomst. Eén van de meest fundamentele aspecten binnen onze beleidsvelden werd hiermee uitgebreid aangekaart: het begeleiden, stimuleren, faciliteren en ondersteunen van zoveel mogelijk mensen naar participatie in cultuur. Cultuureducatie sluit daarmee naadloos aan bij het participatiebeleid, dat accenten legt op zowel het deelhebben als het deelnemen, op de ‘makers’ en de ‘smakers’. Cultuureducatie is onlosmakelijk verbonden met het Vlaamse cultuurbeleid. Vanaf het prille begin staat in de
inspanningen van de Vlaamse overheid de begeleiding – of ‘toeleiding’ – centraal. Deze aandacht is tijdens de voorbije decennia sterk toegenomen en heeft zich verspreid en genesteld in quasi alle geledingen van het cultuuren het jeugdbeleid. Voor velen gaat elk gesprek over cultuureducatie onlosmakelijk ook over media of onderwijs. Terecht. Met vr t (bijvoorbeeld de Canvascollectie), de jongerenjournaals op vt 4 en be 2 en in de gemeenschappelijke onderwijscultuurwerkgroep hebben we concrete voorbeelden van een dergelijke samenwerking. Ik bevestig hierbij trouwens mijn waardering voor het initiatief van mijn collega Frank Vandenbroucke voor de Bamfordstudie. Onderwijs speelt echter een uitzonderlijke – maar uiteraard geen exclusieve – rol bij cultuureducatie. Het onderwijsperspectief mag in een discussie over cultuureducatie niet ontbreken, maar een benade-
ring vanuit het cultuur- en jeugdbeleid steunt op een fundamenteel andere en wellicht ook bredere benadering. Cultuureducatie in de brede context van het cultuur- en jeugdbeleid In de geschiedenis van
het cultuur- en jeugdbeleid heeft de notie ‘educatie’ steeds een prominente plaats gekregen. Sta me toe hierbij het oude woord ‘volksverheffing’ af te stoffen. Het gaat om ontwikkelingen binnen het jeugd- en cultuurbeleid buiten de klassieke opvoedingsvormen, die door hun eigen, specifieke nestgeur een levendige voedingsbodem kunnen zijn voor ontwikkelingen binnen andere sectoren. Het Vlaamse cultuur- en jeugdbeleid ontplooit zich grotendeels, maar zeker niet uitsluitend, in de vrije tijd, ook bekend als het derde opvoedingsmilieu (gezin is dan het eerste en school/werk het tweede). Deze beperking is soms
pa g 1 2
smakers
bijdrage
bijdrage
smakers
pa g 1 3
kunstmatig en ogenschijnlijk vooral vanuit een overheidslogica ingegeven. Voor een deel is dat zo, maar het oude vormingsideaal, dat als een rode draad doorheen ons jeugd- en cultuurbeleid blijft lopen, biedt argumenten om de investeringen in de vrije tijd sterk te blijven bewaken. Het emancipatorisch werken, de mate van vrijwilligheid, de andersoortige relaties tussen begeleiders en doelgroep zijn enkele belangrijke klemtonen van waaruit zich een breed en tastbaar veld kan ontwikkelen.
begrip ‘participatie’ situeert zich tussen twee uitersten, namelijk het deelnemen en het deelhebben. De deelnemers zijn de smakers van een aanbod en de deelhebbers zijn de makers van cultuur. Het participatiebeleid speelt in op de makers en de smakers, en op de onderlinge relaties tussen beide. Het gaat dus niet enkel over deelnemers, gebruikers of bezoekers, maar evengoed over bestuurders, vrijwilligers, programmatoren, professionele kunstenaars en liefhebbers. Het participatiebeleid, en in zijn kielzog het cultuureducatiebeleid, beperkt zich dus niet tot het ijveren voor meer bereik van publiek. Het actief en zélf produceren van cultuuruitingen staat minstens even centraal. Dit beleid vraagt om een algemene aandacht, met als rode draad de vele regelgevingen, maar tegelijk ook om weloverwogen specifieke klemtonen: bijzondere maatregelen om bijzondere participatiedrempels te bestrijden of om uitsluiting of achterstelling tegen te gaan.
Dus een brede definitie We na-
De expliciete actoren in het financieel overzicht opnemen, was niet ingewikkeld. De kunsteducatieve organisaties, en bijvoorbeeld Stichting Lezen, tekenen voor heel hun subsidiebedrag voor cultuureducatie. Iets moeilijker was het om een inschatting te maken van het financieel gewicht van de eerder impliciete actoren. Soms konden we hiervoor niet anders dan van een aantal veronderstellingen en hypothesen uitgaan om een cijfer in het vizier te krijgen. Het is de eerste keer dat deze oefening gebeurt. Ze is wellicht nog voor verfijning vatbaar, maar het levert – hoe dan ook – een relevante nulmeting op, van waaruit ook de volgende jaren de evoluties kunnen worden in kaart gebracht en opgevolgd.
het belangrijk om ook na te gaan of het aandeel van de middelen dat naar cultuureducatie ging, in dezelfde mate mee gestegen was. Uit de berekeningen blijkt dat in 1999 het budget voor cultuureducatie 7,3% van de totale jeugden cultuurbegroting bedroeg. In 2008 was dit 11,8%. Dit betekent dat er niet enkel een noemenswaardige evolutie van de middelen is, maar dat cultuureducatie binnen de begroting van de Vlaamse Gemeenschap ook een meer nadrukkelijke aandacht krijgt.
vervolgt met de uitspraak: “Deze verscheidenheid is juist de sterkte van de sector en moet dan ook uitgespeeld, maar tegelijk bewaakt worden.”
Cultuur of kunsten of participatie? Kunsteducatie is een stevig
en volwaardig onderdeel van cultuureducatie, maar het is slechts een deel van een breder verhaal. Als we over ‘educatie’ spreken, denken we overigens niet alleen aan jeugd. Ons educatief werk wordt niet begrensd door leeftijdscategorieën. We baseren ons op de brede invulling van het cultuurbegrip binnen de Vlaamse beleidsvoering. Cultuureducatie vormt een stevige tandem met het participatiebeleid. Het
men een lange aanloop om uiteindelijk uit te monden in een definitie. Deze luidt als volgt: “Cultuureducatie is het geheel van maatregelen en actoren dat via begeleiding en ‘toeleiding’ van mensen en groepen, gericht op het effectief en reflectief omgaan met cultuuruitingen, bijdraagt tot meer en betere cultuurparticipatie, in de betekenissen van deelnemen (smaken) of deelhebben (maken).” Over instrumenten en middelen Cultuureducatie is een beetje zoals
het goddelijke: overal aanwezig maar zelden concreet vatbaar. De creatie van een referentiekader en een inventaris moeten deze paradox wegnemen. In de nota Smaakmaker vertrekken we van de makers en de smakers, maar maken we ook een onderscheid tussen actoren en maatregelen (decreten, richtlijnen… uit het beleidsinstrumentarium). Een nog moeilijkere oefening was de inschatting van het financiële plaatje, want beleid voeren, gebeurt in belangrijke mate via de begroting.
Alles bij elkaar berekenden we voor het jaar 2008 een totale uitgave van 57,3 miljoen euro. In 1999 was dit 18,7 miljoen euro. Op tien jaar tijd is dit dus een verdrievoudiging van de inspanningen. Omdat de cultuur- en jeugdbegrotingen in die periode fors stegen, vonden we
Cultuureducatie werd dus veelpuntig verankerd in het beleid. Dat was en is een bewuste keuze. Ik onderschrijf dan ook de uitspraak van de Vlaamse Jeugdraad, die er in zijn recent advies over kunst- en cultuureducatie voor pleit om ons niet vast te zetten in enge definities en kaders. De jeugdraad schuift voor het aanbieden van een cultuuraanbod het ‘Gouden Gids’-principe naar voor. “Dat de kunst- en cultuursector zeer breed en verscheiden is, moet niet meer gezegd worden,” stelt de jeugdraad, die
Tot slot Cultuureducatie was, is en blijft één van de belangrijkste accenten van het cultuurbeleid. Er heeft zich de afgelopen jaren een sterk en veelkleurig landschap ontwikkeld. De verschillende spelers hebben zich kunnen enten op de nestgeur van deelsectoren, disciplines en soms leeftijds- en kansengroepen. Dit geeft de grootste garantie voor een verdere, waarachtige groei en bloei. Ik hoop de volgende maanden nog mee belangrijke stappen vooruit te kunnen zetten.
• Bert
Anciaux Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel
1. Smaakmaker. Beleids- en actieplan over cultuureducatie voor smakers en makers binnen het Vlaams cultuur- en jeugdbeleid werd op 17 september 2008 voorgesteld– www.vlaanderen.be/cultuurbeleid.
P l e v o e t s ( A g e n t s c h a p S o c i a a l - C u lt u r e e l W e r k v o o r J e u g d e n V o lw a s s e n e n , a f d e l i n g J e u g d )
r e p o r ta g e
• Ri e t
smakers
reportage/ een greep uit de praktijk
pa g 1 4
r e p o r ta g e
smakers
Vlaanderen is rijk aan initiatieven inzake jongeren en cultuur. Een aantal kunsteducatieve organisaties maakten een selectie van enkele in het oog springende initiatieven die opvallen omwille van hun originaliteit of bijzondere samenwerkingsverbanden.
vol eerbied en afstand. Eens die muur doorboord is, gaan de jongeren zelf aan de slag. Naar dat materiaal is de Inktaap op zoek. Naar columns, performances, speeches, literaire boodschappenlijstjes, kattenbelletjes, dagboekbladzijden, enz. Daarin al hun ergernissen, dromen, ingeloste of kapotgeslagen verwachtingen. Over de dingen die ze meemaakten tijdens De Nachten, alternatieve teksten over een genomineerd boek, over wat ze wel of niet zoeken of vinden in de literatuur. Over alles. Over niets. Over kunst, pulp en literatuur. Vol venijn, humor, pastiche, bittere ernst of analyse.
De Inktaap (Een samenwerking tussen Villanella en Bulkboek) • www.inktaap.be
Jongeren en literatuur: doorgaans een combinatie met geweeklaag en visioenen vol doem en onheil tot gevolg. Het zou immers slecht gaan met de leescultuur. Binnen afzienbare tijd zou niemand van de jongeren zelfs nog maar een boek vast willen nemen. De Inktaap-organisatoren Villanella en Bulkboek, een Nederlandse specialist in literatuureducatie voor jongeren, geloven niet in dit soort onheilsvisioenen. Integendeel, hoe meer twijfels over een project, hoe meer tandjes zij bijsteken. De Literatuur en Het Schrijversschap lijken onneembare vestingen als je 16 bent. Talloze boeken worden op de markt gegooid en gehypet; en als je zelf schrijfambities hebt, lijk je wel je lot te moeten verbinden met de goodwill van een of andere uitgeverij. Met de Inktaap worden jongeren binnengeloodst in de wondere wereld van de letteren. Schrijvers worden in contact gebracht met hun jong publiek, jongeren geconfronteerd met jury’s en literatuurnominaties. Met milde baldadigheid worden de poorten van de republiek der letteren opengegooid voor ieder die jong is en barst van ongeduldig talent. Verder meent de Inktaap dat literatuur er voor iedereen is. Dwars doorheen de marktmechanismen of hypemachines, de genreaanduiding ‘roman’, de bibliotheek vol klassiekers en de recensies
GO_TELL (Artforum)
• www.myspace.com/gotellproject go _ tell , een muziekproductie van Artforum en muziekcentrum Het Depot, debuteerde in het voorjaar 2008 met een verrassende set gospel, traditionals en negrospirituals gemengd met live elektronica.
Tien vrouwelijke stemmen toveren oude gospels en negrospirituals om tot een onvergetelijk concert vol klankuitbarstingen en oorverdovende stiltes. Voortgestuwd door de live elektronica van sax/computer wiz-kid Andrew Claes en zorgvuldig gecoacht door zanger Gregory Frateur (Dez Mona), staat go _ tell garant voor een kwaliteitsproductie met beide oren en ogen wijd open naar de toekomst, maar steeds vanuit een diep respect voor de veelal zware emoties van de gospeltraditie. Voor go _ tell werkte Artforum met gemotiveerde jongeren onder professionele artistieke begeleiding aan een artistiek relevant eindresultaat. Naast een boeiend werkproces werd hier dus evenveel aandacht besteed aan het eindproduct. De jongeren kregen een project aangeboden dat niet enkel
pa g 1 5
pa g 1 6
smakers
r e p o r ta g e
gericht is op het zich bekwamen in technische vaardigheden, ze kregen ook de kans om zelf artistieke keuzes te maken zonder dat daar een grote prestatiedruk bij komt kijken.
STORM (Villa Basta in samenwerking met Piazza dell’Arte en Habbekrats) • www.stormdagen.be
om eigen initiatieven te ontwikkelen en deel te nemen aan een opwindende en verrassende gebeurtenis. Het gaf hen de mogelijkheid om hun eigen capaciteiten te (her)ontdekken en te leren hanteren. De jongeren van Larf! leerden hun drempelvrees overwinnen voor wat op het eerste zicht misschien ‘vreemd’ en ‘gek’ leek. Door samen te werken met mensen met een psychisch ziektebeeld werden de jongeren er zich van bewust dat vooroordelen over mensen met geestelijke problemen vaak gebaseerd zijn op een gebrek aan kennis.
go _ tell speelde in het voorjaar 2008 een reeks schoolvoorstellingen in cultuurcentra. De meisjes werden uitgenodigd om voorprogramma’s te verzorgen, kregen de kans om met Alela Dian een nummer te brengen op het Domino Festival en op Pukkelpop. En ze stonden in voor de backing vocals bij Dez Monaconcerten in België en Nederland. Tijdens het seizoen 2008– 2009 toeren ze met hun avondvoorstellingen langs verschillende cultuurcentra in Vlaanderen.
Dendermonde in de ban van poëzie (Een project van de bibliotheek
van Dendermonde in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Dendermonde en Jeugd en Poëzie) • www.dendermonde.be • www.tekenacademiedendermonde.be • www.jeugdenpoezie.be In het voorjaar 2008 kwam de bibliotheek van Dendermonde met een bijzonder project voor 14 tot 16-jarigen op de proppen. In alle klassen van het derde en vierde jaar secundair onderwijs van de Dendermondse scholen werden poëzieworkshops georganiseerd, met als resultaat ruim 300 gedichten. Een volwassenen- én een jeugdjury selecteerden 80 van deze werkjes. Uit deze selectie kozen leeftijdsgenoten uit de Academie voor Schone Kunsten gedichten, waarmee zij aan de slag gingen. Hun opdracht was om de gedichten te illustreren, de vorm volledig vrij: fotografie, collage, tekenen, schilderen, vrije grafiek, enz. Het volledige project mondde uit in een vernissage in het stadhuis van Dendermonde.
Sommige groepen jongeren zie je zelden of nooit in theatercafés, cultuurcentra of concertzalen. Ze trekken zich vaak terug in hun eigen subcultuur die de heersende cultuur lijkt uit te sluiten. Die uitsluiting werkt sociale en economische exclusie in de hand. En daar wordt niemand beter van. Daarom gingen in iedere provincie tien artiesten op vijf locaties in de achterstandsbuurten één dag lang creatief aan de slag met de cultuur van de jongeren zelf. De meest enthousiaste jongeren krijgen de kans om een half jaar aan een productie te werken, onder begeleiding van een kunstenaar. Streetdance, rap, videoclip, eco-percussie, graffiti, straattheater, webdesign, acrobatie, alles is mogelijk. De resultaten worden getoond in de Vlaamse en Brusselse cultuurcentra en kunstpaleizen. De jongeren zien hun voorstelling of werk schitteren naast dat van bekende artiesten, waarbij ze zelf de gids spelen. Dit alles mondt op 23 mei 2009 uit in een Stormloop in Gent, waar jongeren uit heel Vlaanderen samenkomen om hun resultaten aan elkaar te tonen. Napoleon, Napoleon, sta stille
(Larf! in samenwerking met psychiatrisch centrum Caritas en Cultuurcentrum Gent) • www.pccaritas.be • www.larf.be • www.gent.be/cultuurcentrum Jeugdtheaterhuis Larf! en psychiatrisch centrum Caritas gingen samen de uitdaging aan om met de bewoners van Caritas en jongeren van Larf! een voorstelling maken. Voor de deelnemende bewoners van Caritas was het een unieke gelegenheid
Resultaat van deze samenwerking? Een appartement, broer en zus wonen samen. Ze hebben allebei geen lief of familie. Ze zoeken troost bij elkaar. Hilda vindt troost bij haar sprookjes, Victor vindt toch vooral troost bij zijn zus. Sam, de buurman, leeft samen met zijn kat Napoleon. Sam gelooft dat hij in een vorig leven avonturier was en komt vaak langs bij zijn buren om zijn dolle avonturiersverhalen te vertellen. Het drietal leeft in een irreële wereld. Ze maken tochten vol avontuur. HUGO, een erfgoedmobiel voor jeugdbewegingen
(MOOSS)
• www.hugosmobiel.be • www.mooss.org mooss vzw ontwikkelde speciaal voor de jeugdbewegingen in Vlaanderen een erfgoedmobiel genaamd hugo. De lokale groepen van alle jeugdbewegingen worden door hugo geprikkeld om aan de slag te gaan met hun eigen ‘cultureel erfgoed’: typische liedjes, rituelen en gebruiken, uniformen en spelen.
Naar analogie met h . u . d . o – een typisch begrip uit het jargon van de jeugdbeweging – bedacht mooss h . u . g. o., wat kan staan voor Houd Uw Geheugen Open, Hulp Urgente Geheugen Obstipatie, Napoleon, Napoleon, sta stille
r e p o r ta g e
smakers
pa g 1 9
Help Uw Geschiedenis Overleven… en zo kan je er zelf ook nog wel een paar verzinnen.
grotendeels online gespeeld via een interactieve website, via mail en chat. Hiervoor installeert zZmogh een mediazuil op de school. Daarnaast zijn er ook liveaspecten: spelelementen worden geïntegreerd in de school, waarbij er een interactieve opstart is van het spel en een slotdag waarbij kunsteducatieve begeleiders met de deelnemers een trailer afwerken voor de fictiereeks die ze verzonnen hebben. Spel, internet en kunsteducatie vloeien samen in dit laagdrempelige en innovatieve project voor jongeren van 12 tot 18 jaar.
ze allebei wakker zijn wanneer de meesten slapen, maar die zelden ongestoord met elkaar kunnen praten over wat hen bindt. Tenzij om een plaatje aan te vragen.
hugo is een sympathieke en uiteraard sexy loodgieter die met zijn knalgroene mobiel heel jeugdbewegend Vlaanderen doorkruist. Op verzoek komt hij langs met zijn mobiel, die gedurende twee weken als blikvanger en smaakmaker het terrein van de jeugdbeweging onveilig maakt. In hugo ’s mobiel vind je een hoop ‘grote en kleine boodschappen’: creatieve en speelse activiteiten voor iedereen in de groep – van de jongste leden tot de (oud-)leiding met als gemeenschappelijk thema: de geschiedenis van de groep zelf.
• www.radiocentrum.be • www.recradiocentrum.blogspot.com
hugo
heeft ook een eigen website waarop grote en kleine boodschappen in de kijker worden gezet. Je kan er ook de digitale versies van al de activiteitenfiches downloaden.
Toen de radiomakers van het rec Radiocentrum hoorden dat ‘nachtmuziek’ het centrale thema van het Festival made ®! zou zijn, kwamen ze op de proppen met Air Obscure.
Teeveefabriek, een online kunsteducatief spel (zZmogh vzw
In de kelders van het Gentse justitiepaleis werden bezoekers verwelkomd, meegenomen naar de cellen en erin opgesloten. Hun enige gezelschap bestond uit een hoofdtelefoon en een computerscherm, waarop ze konden kiezen uit zes geluidsfragmenten, die telkens een ander aspect van de nacht illustreerden: nachtmuziek, een eenzame stem in de nacht, een droom of het spel van geliefden.
in samenwerking met Vliegwerk ) • www.teeveefabriek.be • www.zZmogh.be Teeveefabriek is een systeem waarbij jongeren in schoolverband, maar ook in de vrije tijd, laagdrempelig gestimuleerd worden om kunsteducatief bezig te zijn. Ze komen terecht in een wedstrijd van het fictieve productiehuis 128 en worden uitgedaagd om gedurende vier weken een eigen fictiereeks te ontwerpen. Stapsgewijs voeren ze creatieve opdrachten uit: filmen, fotograferen, schrijven en fantaseren. Doorheen deze opdrachten is een spelsysteem geweven: je kan punten verdienen door dingen in te zenden, door elkaars werk te bekijken en beoordelen, maar ook door het ontmaskeren van intriges in het productiehuis. Het spel wordt Fire of freedom
Air Obscure (rec Radiocentrum)
Maar daar bleef het niet bij: een radiopresentator kon – vanop afstand – volgen wat er in de cellen gebeurde. Hij kon de bezoekers aanspreken over hun keuzes, hen vragen stellen of gewoon een babbeltje slaan. Het rec slaagde erin de afstand tussen een nachtradiomaker en zijn luisteraar te overbruggen. Twee mensen die met elkaar verbonden zijn door het feit dat
Fire of Freedom: Geen saffen of geen bier (Graffiti Jeugddienst in
samenwerking met Theater Taptoe en Het Firmament) • www.garagetv.be/graffiti • www.gjd.be 30 jongeren uit de gemeenschapsinstelling De Zande in Ruiselede sloegen in juni 2008 de handen in elkaar voor de productie van de hiphop-videoclip Geen saffen of geen bier. Gezien de jongeren niet gefilmd mochten worden, omwille van privacy-redenen, werd het een clip met levensgrote poppen als acteurs. De lyrics, decors, personages, puppets, graffiti, het filmen, kortom alles werd door de jongeren zelf gedaan. Het project werd een succes dankzij het engagement van een tiental vrijwilligers die de sessies mee ontwikkelden en begeleidden. ’t gerecht plaatste ons hier Weg vrijheid en plezier Geen saffen of geen bier Dit is onze lijdensweg Dus doe maar wat ik zeg of anders brute pech Blijf verstandig, doe niet zoals wij Want er is in Ruiselede nog een cel vrij (refrein Geen saffen of geen bier)
The Dark Knight Sex & The City. The Movie Wall-E A anrijding In Moscou
#2 #3 #4 #5
Prison Break Friends Top Gear Witse House M.D.
#1 #2 #3 #4 #5
fa v o r i e t e n
TVprogramma
smakers
Mama Mia
Loft
#1
top 5/ Films
pa g 2 0 fa v o r i e t e n smakers pa g 2 1
C h r i s V l e u g e l s ( I BBT- SM I T, V r i j e U n i v e r s i t e i t B r u s s e l )
• C l a i r e L o b e t- M a r i s ( C I TA , U n i v e r s i t e i t N a m e n )
J o k e B a u w e n s ( I BBT- SM I T, V r i j e U n i v e r s i t e i t B r u s s e l )
•
S a r a h G a l l e z ( C I TA , U n i v e r s i t e i t N a m e n )
onderzoek
• •
smakers
onderzoek/ de internetgeneratie onthuld
pa g 2 2
onderzoek
smakers
pa g 2 3
profieltypes van internetgebruik en beleving Als het over
internetgebruik. Aan de linkerkant vinden we internetgebruikers die het internet bovenal als een medium zien om hun individualiteit vorm te geven. Het rechteruiteinde representeert het sociale, groeps- of gemeenschapsgebonden karakter van het internetgebruik. De derde dimensie van de typologie is de cirkel in het midden van de figuur. Deze dimensie toont de intensiteit van het internetgebruik. Binnen de cirkel vinden we types die er gediversifieerde internetpraktijken op nahouden. Buiten de cirkel vallen de types die op een enkelvoudige wijze met het internet omgaan en dus niet geneigd zijn verschillende internettoepassingen door elkaar te gebruiken.
1. tiro staat voor Tieners en ict : risico’s en opportuniteiten. Dit Belgisch onderzoeksproject werd mogelijk gemaakt in het kader van het onderzoeksprogramma Samenleving en Toekomst van het Federaal Wetenschapsbeleid. Het had als doel de dubbelzijdigheid van de dagdagelijkse internet- en gsm-praktijken (gebruik, beleving en betekenisgeving) van Belgische tieners (12 tot 18–jarigen) te bestuderen. Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van het onderzoekscentrum ibbt – smit (Vrije Universiteit Brussel) in samenwerking met de onderzoekscentra cita (Facultés Universitaires Notre– Dame de la Paix de Namur), osc (Universiteit Antwerpen) en crid (Facultés Universitaires Notre–Dame de la Paix de Namur). Het kwalitatief panelonderzoek, waarvan hier sprake is, was één onderdeel van tiro en werd uitgevoerd door ibbt – smit (in Vlaanderen) en cita (in Wallonië).
jongeren gaat, hebben we vaak te maken met generaliserende typeringen zoals ‘dé jeugd van tegenwoordig’, ‘dé jongeren’, ‘dé nieuwe generatie’, enz. Jeugd wordt in al deze uitdrukkingen benaderd als een uniforme, abstracte en homogene groep. Ook als het over internet en jongeren gaat, bestaat de tendens om jonge internetgebruikers als één pot nat te zien en worden ze nogal makkelijk over één kam geschoren. Dat labels als de Netgeneration, de cyberkids of digital natives – predikaten die jonge internetgebruikers krijgen toegedicht – in werkelijkheid betrekking hebben op zeer diverse internetgewoontes, wordt in het denken en spreken over jongeren en internet dan ook vaak over het hoofd gezien. In het tiro -onderzoek1 zijn we net op zoek gegaan naar de belangrijkste verschillen in de manier waarop tieners omgaan met het internet, hoe ze er gebruik van maken, hoe behendig en creatief ze zijn met deze informatieen communicatietechnologie en welke betekenis ze eraan hechten. Op basis van een kwalitatief panelonderzoek, waarbij we tien maanden lang het internetgebruik van 34 Belgische jongeren (tussen 12 en 18 jaar) van nabij observeerden en bestudeerden, kunnen we een achttal types van jonge internetgebruikers onderscheiden. Aan de hand van een driedimensionale figuur stellen we deze typologie voor (zie figuur 1). De verticale as geeft de gerichtheid van het internetgebruik weer. Bovenaan staan de types internetgebruikers die primair gericht zijn op communicatie. Onderaan treffen we de jongeren aan die het internet opzoeken om te spelen. De horizontale as representeert het sociale aspect van het
Het combineren van de drie assen levert acht kwadranten op waarin zich telkens één profieltype bevindt. Wij onderscheiden aan de ene kant de conventionele types, met name: de sprokkelaar, de collectieve blogger, de intieme blogger en de babbelkousen. Daarnaast onderscheiden we de explorerende types: de chatvrijbuiter, het clublid, de Xtreme gamer en de community gamer. Niet alle jongeren die deelnamen aan het onderzoek kunnen exclusief ondergebracht worden bij één bepaald type. De verschillende profielen kunnen ook beschouwd worden als sociale rollen die jongeren aannemen of invullen naargelang bepaalde interesses en motieven meer of minder van belang zijn. De sprokkelaar “Ik zit wel op msn ,
maar voor de rest bezoek ik eigenlijk weinig sites. Tenzij het voor school is, maar dat zijn dan meestal sites die de leerkracht ons oplegde. Ook Google gebruik ik vaak om iets op te zoeken. Ik gebruik het internet niet voor muziek of spelletjes.” (Kristel, 16 jaar)
pa g 2 4
smakers
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
pa g 2 5
gta 3
pa g 2 6
smakers
onderzoek
De sprokkelaar beweegt zich langs de verticale as en kiest de toepassingen die tegemoetkomen aan zijn of haar behoeften. Dit type gebruiker heeft niet tot doel om zelf inhoud te creëren of deel uit te maken van een online gemeenschap. Hij sprokkelt wat hij op zijn weg vindt, wat hem op dat moment interesseert of aanbelangt. De sprokkelaar is niet exclusief individualistisch noch collectivistisch ingesteld. Hij kan informatie opzoeken voor zijn plezier, uit persoonlijke interesse of voor schooltaken. Hij kan zich aanmelden op msn om zijn contacten te onderhouden of om gesprekken van op school verder te zetten. Zelden zal de sprokkelaar een gesprek aanknopen met een onbekende of participeren in andere gemeenschappen of netwerken dan deze waarin hij dagdagelijks vertoeft.
De intieme blogger “Ik vond dat
De collectieve blogger “Op onze blog, die ik samen met mijn drie beste vriendinnen heb opgezet, posten we foto's van onszelf, van de school en van mensen die we graag zien. Soms zetten we er ook teksten op, maar dat is zeldzaam. Mensen die dat willen kunnen zien wie we zijn, waar we van houden en wie onze vrienden zijn.” (Manuelle, 13 jaar)
Voor de collectieve blogger is het internet een openbare scène die de band met de vrienden en kennissenkring consolideert, uitbreidt en versterkt. De gezamenlijke blog is een uitstalraam van die relatie en bevat artikels, foto’s en filmpjes die verwijzen naar de dagelijkse plaatsen van hun gemeenschapsleven zoals de school, de woonwijk of de jeugdbeweging. De collectieve blog functioneert als een middel voor expressie en ter herinnering aan gedeelde ervaringen.
onderzoek
smakers
pa g 2 7
een interessante site en dus heb ik me er aangemeld. Je leert wel veel mensen kennen, niet persoonlijk, maar als mensen iets leuk vinden aan je site of zo, dan plaatsen ze een reactie en dan antwoord je daar weer op en dan vraag ik bijvoorbeeld hoe het op school was. Ik heb al één vriendin die ik er heb leren kennen. En die heeft ook een High.” (Aagje, 13 jaar) De intieme blogger is meestal een meisje dat blogt over haar dagelijkse belevenissen en ervaringen. Het internet is voor dit type een coulisse voor zelfconstructie. De blog is vergelijkbaar met het bijhouden van een handgeschreven dagboek, opgeborgen in een lade van het bureau of het nachtkastje. Het is een verzameling van berichten over moeilijke momenten en dagelijkse vreugdes en van foto’s en liedjesteksten die haar raken. Deze uitingen van intimiteit blijven meestal verborgen voor naaste verwanten en vrienden en zijn gericht aan onbekende internetgebruikers, derden, die getuige zijn van haar zelfexpressie en zelfconstructie. De babbelkousen van het internet “Op msn leer je wel veel men-
sen via via kennen. Ik heb daar ook wel veel goede herinneringen aan. Bijvoorbeeld, je leert mensen kennen van Leuven en die zijn dan al 18 of zo. Dan merk je dat dat niveau anders is, toch kunnen daar soms goede vriendschappen uit ontstaan. Ik heb nu ook wel een paar vrienden die ik nog nooit gezien heb, behalve op foto en het kan zijn dat ik daar eens mee afspreek.” (Anke, 14 jaar) De babbelkousen van het internet zijn voornamelijk tienermeisjes die uitgebreid ‘kletsen’ via Instant Messaging. Het internet is voor dit type gebruiker een platform voor het verderzetten
figuur 1 •
van gesprekken die men offline heeft en voor het consolideren en uitbreiden van de vrienden- en kennissenkring. Chatten via Instant Messaging creëert een gedeeld ‘hier en nu’, men vertoeft tegelijk in dezelfde gevoels- en belevingsruimte. De chatvrijbuiter “Op Habbo vertel ik soms dat we de volgende dag op vakantie vertrekken. Of dat ik een model ben. Of dat ik morgen naar Hawaï
ga omdat mijn familie daar woont. En dat ik er een hele vakantie naartoe ga en van daaruit ook nog op internet zal gaan. Da’s echt lachen. Niet dat ik ga zeggen dat ik een bandiet of een oude man ben! Stel je voor, die geloven dat en dan zeggen ze: ‘Oh cool! Kom naar mijn kamer! En dan babbelen we daar verder!’.” (Lieselot, 13 jaar) De chatvrijbuiter is meestal een tienermeisje voor wie het internet een
platform biedt om vrijuit en anoniem te communiceren. Het praten dient hier geen sociaal doel. Dit profieltype wil geen sociale band opbouwen met de gesprekspartner(s), maar wel praten om te praten en dit op een zo vrij mogelijke manier. De chatvrijbuiter waagt zich aan verbale steekspelen in open chatruimten waarbij ze er niet voor terugdeinst om een andere identiteit aan te nemen. Ze verandert haar leeftijd, haar leven, haar smaken en voorkeuren.
pa g 2 8
smakers
onderzoek
Het clublid “Ik denk dat ik toch wel veel heb geleerd op het Gorki – forum. Ook van ervaringen van andere mensen. Ja, vaak zetten ze op het forum een stuk van wat ze op school hebben geleerd. Uit discussies leer je ook veel andere meningen en dan denk je van: ‘Ja, eigenlijk is dat wel waar’. Ook qua muziek heb ik heel veel leren kennen door die mensen.” (Leen, 15 jaar)
als soldaat op missie is in een shooter game. De Xtreme gamer wil evolueren als speler, zijn vaardigheden uitbreiden, behendiger en sneller worden en punten verzamelen door proeven te winnen om zich zo met nieuwe uitrustingen en levens te verrijken. De Xtreme gamer speelt dagelijks verschillende uren wat kan leiden tot compulsief gedrag en soms zelfs tot isolatie. Hij heeft het moeilijk om te stoppen met spelen. Nochtans erkent hij zelf dat het gamen een te grote greep op zijn leven heeft. Zo wil hij wel meer tijd met zijn vrienden doorbrengen, maar door zijn veelal dwangmatig of overmatig gamegedrag komt hij daar weinig aan toe.
dat die verscheidenheid niet altijd te verklaren valt vanuit het traditionele denken over sociale verschillen, zoals die tussen de diverse opleidingstypes of tussen jongens en meisjes. Bovendien maken jongeren op een veelzijdige en afwisselende wijze gebruik van het internet. Vaak zijn ze sprokkelaar, nu en dan bloggen ze collectief, af en toe gamen ze met anderen en regelmatig houden ze contact met hun vrienden via sociale netwerk sites. Al die activiteiten sluiten elkaar niet uit, maar worden net vaak multitaskend gecombineerd. Toch leerden we dat vooral voor meisjes het internet een communicatieplek is waar aan zelfexpressie wordt gedaan, waar de innerlijke gevoels- en gedachtewereld met anderen wordt gedeeld en waar de interactie tussen het zelf en de anderen centraal staat. Daartegenover blijft gamen een activiteit waar vooral jongens erg in opgaan en waar zij, al spelend, hun identiteit vorm geven.
Het clublid is een aanhanger van sociale netwerksites, internetfora en profielsites. Het internet is voor dit type een ontmoetingsplaats. Het clublid bouwt zorgvuldig een profiel op aan de hand van foto’s, hobby’s, smaken en persoonlijkheidskenmerken. Aan de hand van hun profiel of door deelname aan discussies op internetfora presenteren jongeren zichzelf en worden ze door andere jongeren bekeken en becommentarieerd. Die reacties op hun online aanwezigheid leveren tieners waardevolle feedback op over hun ‘zelf ’ in hun zoektocht naar een identiteit. Het virtueel samenkomen met anderen is het doel van het clublid, maar de mogelijkheid om elkaar ook te ontmoeten in het ‘echte’ leven is aanwezig. Zo voegen jongeren andere jongeren vaak toe aan hun sociaal netwerk omdat ze in dezelfde stad of streek wonen. De Xtreme Gamer “Soms blijf ik
gewoon spelen tot ik een volgende level heb bereikt, ook al duurt dat uren, je wil gewoon die missie af hebben. Liefst zo rap mogelijk met zo weinig mogelijk schade aan uw mannetje, maar dat lukt niet altijd even goed.” (Thomas, 17 jaar) De Xtreme gamer is veelal een jongen die voornamelijk speelt op gameconsoles. Wat hem aantrekt in het gamen zijn de eigen prestaties, zijn evolutie als gamer en het aspect ‘macht en heerschappij’ dat hij ervaart wanneer hij
De community gamer “Het is de
bedoeling dat je in een clan gaat, in dit spel is dat een guild. Dat wordt echt internationaal gespeeld. En ja, het is leuk om samen te spelen met mensen van over heel de wereld, om strategieën af te spreken of mekaar te verwittigen: ‘Pas op! Achter u.’ Dat is echt tof. Dat geeft het gamen een extra dimensie.” (Nils, 18 jaar) De community gamer wordt gekenmerkt door de emotionele praktijk van het gamen met een personage in een team. Het internet is een scène voor ontspanning, gedeelde avonturen en communicatie. Gamen in een online netwerk is een creatieve en sociale activiteit die zowel een imaginaire ruimte als een basis voor vriendschappen en gezelligheid vormt.
idealen
smakers
pa g 2 9
Het ideale
kleinste kamertje S
oms rijpen er de beste ideeën, soms lees je er oneerbare voorstellen, soms moet je ervoor betalen, soms zijn ze proper, soms zijn ze vuil, soms zijn ze bezet, soms zijn ze vrij. Tijdens twee atelierdagen ontwierpen de studenten van het tweede jaar Interieurvormgeving aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (Gent) manuele en digitale voorstellingen of maquettes van hun ideale kleinste kamertje.
De plek: binnen of buiten?
48% verkiest binnen zonder meer. De helft hiervan vindt een goede verluchting, een aangename omgevingstemperatuur en hygiëne geen overtollige luxe. Zij zien deze plek ook als een “plaats waar men tot rust kan komen”. De andere helft geeft de voorkeur aan een binnen/buitenrelatie, althans zeker het gevoel ervan.
bepaald een aangename omgevingstemperatuur of zelfs een verwarmde wc-bril. Eén enkeling ziet zichzelf op het dak van een wolkenkrabber en een vrijgevochten individu “buiten, maar in een drukke stadsbuurt.” Over privacy. Moet het afsluitbaar zijn?
*ter info: het project en de vragenlijst was voorzien voor een 90-tal studenten, een 55tal hebben de vragenlijst terug ingediend.
4% vindt de locatie echter niet belangrijk, maar stelt daarentegen wel hoge comforteisen, “als je je behoefte maar kan doen.” De rest wil echt in de natuur, dus een buitenomgeving: in een bos, op een bergtop, bij een rivier, enz. 15% hiervan verkiest ook om buiten zijn behoefte te doen, maar ziet dit toch gekoppeld aan een hoge graad van comfort: meer
83% zegt ja! Eén “kon ik maar zeggen NEEN”, en voor 15% is het de locatie en de omgeving die dit bepalen. Er wordt zelfs een onderscheid gemaakt tussen publieke ruimtes waar dat wel noodzakelijk is en een privé- of thuisomgeving waar het dan weer niet moet. Een kleine minderheid vindt dat een beperkte tot geen visuele afscherming ook wel volstaat.
Tom Mertens
Depsey Sap
Ilse Vanhecke
A
ls warming-up werd eerst een anonieme individuele vragenlijst* ingevuld. Hier zijn een aantal bevindingen daaruit terug te vinden.
Conclusie Door een tijdlang in de leefwereld van jonge internetgebruikers te vertoeven, hebben we geleerd dat de redenen om internet te gebruiken, de betekenis die men er aan verleent, de waarde die men er aan ontleent en de wijze waarop men het internet gebruikt, ontzettend divers zijn. Ook is gebleken
pa g 3 0
smakers
I DEALEN
Katja Gilissen
Mattia Vanseveren
Veel licht (daglicht of kunstlicht) of eerder donker?
effect. tv mag ook, maar dan wel in combinatie met muziek. 35% wil geen van beiden. 4% doet hierover geen uitspraak.
O
m bijvoorbeeld te kunnen lezen, vindt 17% véél licht belangrijk. Duidelijk is dat 40% matig tot veel daglicht, dus natuurlijk licht wil. 7% maakt een keuze in functie van zijn of haar gemoedstoestand. Als men kunstlicht verkiest, ziet men dit eerder in combinatie met daglicht en als sfeermaker naargelang het moment van de dag.
V
oor 4% is het ontbreken van enige vorm van licht een must.
Is er lectuur aanwezig?
68% vindt dit wenselijk tot vanzelfsprekend en beschouwt lectuur als een ontspannende factor. Ze verkiezen hoofdzakelijk ‘kijkboeken’: strips, magazines, enz. 18,5% vindt dit echter geen noodzaak, de rest vindt lectuur overbodig want voor hen is het bekijken van de natuur en de buitenomgeving interessant genoeg en bovendien rustgevend. Is er multimedia aanwezig?
M
eer dan de helft van de ‘behoeftevollen’ kiest voor muziek omwille van het kalmerende en mediterende
Met 1, 2, 3...?
81% zit het liefst alleen in het kleinste kamertje. Het wordt gezien als een moment van rust en bezinning en als iets strikt privé. 13% vindt dat in huiselijke kring gerust met meerderen tegelijk wel kan. De overigen willen kunnen kiezen op het moment zelf en laten het graag afhangen van de situatie waarin men zich bevindt: ben je onder bekenden of in het gezelschap van vreemden, op welke locatie vertoef je, enz. Het zicht is belangrijk
92% vindt wat je ziet belangrijk. Als het om rust gaat, wil men kunnen kijken door een vensterraam of een poster zien met bergen en natuur. Om de verveling tegen te gaan, vinden anderen dan weer een stadszicht boeiend omwille van het veranderlijke aspect, als een soort ontdekkingsmoment. 8% vindt dit hoegenaamd niet belangrijk en “zijn al blij als ze op hun gemak kunnen zitten.” Durgun Sunay
Dries Vanlerberghe
Sandra Dever
idealen
smakers
pa g 3 5
Expert
To pee or not to pee H
oe kijken jongeren tegen het latrinaire gebeuren aan en hoe ziet hun ideale wc eruit? Gek genoeg zweert maar de helft van de respondenten bij een knus zitje binnen. De anderen zien er geen bezwaar in het in open lucht te doen. Schijnbaar, want uit de ontwerpen blijkt dat ze niet eender waar in de natuur hun broek laten zakken, want ze tekenen een wc in een bos, bijvoorbeeld.
N
og een contradictie: 83% wil een afsluitbaar toilet en privacy is belangrijk. Toch zijn heel wat ontwerpen doorzichtige hokjes en dat is ronduit nieuw en ongezien. Meer dan één op tien studenten wil (thuis) gerust met meerderen tegelijk naar het toilet. Terug naar vroeger dus, want bij de Romeinen waren gezamenlijke zitjes geen uitzondering en ook bij ons vinden we tot diep in de 19de eeuw ‘duozitjes’ en zelfs een plank met drie of meer gaten. Kakken als groepsgebeuren!
O
pvallend: ronde toiletten, een model dat we (nog) niet kenden. Andere modellen doen wel een belletje rinkelen. Een toilet in een bibliotheek: erg populair in de 17de en 18de eeuw Frieke Debergh
en als ‘boekenzitje’ gekend. Zelfs kakstoelen werden in een stapel boeken vermomd. Of het ‘slakkenhuis’: als de student geen Afrika-kenner is, heeft hij hier de ‘Zimbabwe Long Drop’ heruitgevonden. De Cacoon is een variant op de moderne ‘stand-alone’ publieke toiletten, type Sanisette en het hokje met halve deuren – zodat hoofd en benen zichtbaar blijven – is zó uit de Victoriaanse tijd geplukt, toen de masturbatiefobie, alvast in scholen, geen hele deur toeliet. Dat de deur naar de straatkant is gericht, roept herinneringen op aan Chinese taferelen: een praatje met de voorbijganger(s) is er gebruikelijk. Voor het High Tech toilet moeten we naar Japan, waar een medische screening als toegift geldt. En, het toiletrolmodel staat aan het Designmuseum in Gent.
V
eel gezien, weliswaar bolvormiger dan het standaardmodel, zijn hangtoiletten. Stilaan verdringen ze het gewone zitje want ze zijn hygiënischer en gemakkelijk te monteren.
E
en enkele keer wordt een (opvouwbare) kakstoel gepresenteerd als ideaal. Nu eerder gereserveerd voor
bejaarden en zieken, maar ooit het meest populaire zitje bij de betere burger. In het paleis van Versailles telde men er onder Lodewijk xiv goed 275!
B
innen of buiten, hoog geplaatst, tegen een gevel geplakt of aan een boom bevestigd, vrijwel alle ontwerpen zijn terug te brengen tot een echt kleinste kamertje, een afsluitbaar hokje dus, maar dat had de enquête ons ook al geleerd.
D
aaruit weten we verder dat voor de meesten comfort belangrijk is en dat ze graag wat lectuur bij de hand hebben. Logisch want onderzoek leert dat een mens tijdens zijn leven gemiddeld een jaar of langer in het kleinste kamertje vertoeft. Een ideaal toilet is dus lang geen luxe!
• Danny Lamarcq historicus en auteur van Het Latrinaire Gebeuren. De geschiedenis van de wc
interview
interview
smakers
pa g 3 7
Dat de Vlaamse rockscene al een tijdje goed bezig is, is al lang geen nieuws meer. Maar hoe zit het met het jonge talent dat een ander (klassiek) muzikaal pad bewandelt? Zijn er nog veel jongeren die klassieke zang en opera studeren? Wie zijn ze, hoe maakt opera deel uit van hun leven en wat zijn hun toekomstperspectieven?
Duitsers, Engelsen en Spanjaarden zijn. Het onderscheid tussen jong en oud is niet eenzijdig. Enerzijds moet een stem rijpen en is het een voordeel als je veel ervaring hebt, anderzijds worden vele rollen voor jonge stemmen geschreven. In dat laatste geval heeft een oudere zanger het moeilijk om nog werk te vinden.
geluk of angst. Soms maken we dingen mee waar we geen woorden voor hebben. Muziek kan dan alleszeggend zijn. Ik wil bijdragen aan die schoonheid.
Annik Laruelle (Artistieke Planning
Ik denk dat er meer jongeren naar opera gaan kijken omdat het visueel interessanter geworden is. Het theateraspect van opera is meer ontwikkeld, en dat spreekt jongeren, en ook andere mensen, meer aan. Vele operahuizen proberen ook mensen te werven door de tickets goedkoper aan te bieden.”
Vlaamse Opera) “De laatste jaren zijn er meer jonge zangers en zangeressen bij de Vlaamse Opera aan bod gekomen. Daar zijn een aantal verklaringen voor. Eén ervan is dat opera sinds de jaren ’80 een heropleving kent. Het is opnieuw in. Zowel op het podium als in de zalen zijn er meer jongeren.
C h l o ë N o l s ( CJP )
•
sophie burm
Ik schat dat slechts één of twee op twintig conservatoriumstudenten een echte operacarrière uitbouwt. De anderen geven les, belanden in andere delen van het concertcircuit of doen studiowerk.
•
smakers
interview/ waar zijn de jonge operastemmen?
pa g 3 6
Om carrière te maken in de operawereld, hoeft een jonge operazanger niet eerst in het koor te beginnen. Het is een mooie ervaring en het verdient goed in het begin, maar de meerderheid is erg ambitieus en vertolkt liever grotere rollen. Zo’n rol is voor een jonge zanger niet uitgesloten, alleen moet je wat geluk hebben dat iemand je opmerkt. Zo kan je aan audities deelnemen, aan projecten meewerken of in de operastudio zingen: alle beetjes helpen, je moet er ook eenvoudigweg mee bezig zijn. De Vlaamse Opera wil vooral een hoog kwalitatief niveau halen, maar dat sluit niet uit dat jongeren geen kans krijgen. Er zijn hier wel meer internationale dan Belgische zangers, maar dat komt omdat er gewoonweg minder Belgen dan
Britt Truyts / Lyrische sopraan
(Afgestudeerd aan het Conservatorium van Maastricht, Muziek, Optie Zang, Specialisatie Opera) “De eerste jaren van mijn zangopleiding volgde ik privélessen in het weekend. In de week ging ik gewoon naar school. Behalve dat ik wist dat ik wou zingen, had ik op dat moment nog geen welbepaalde richting voor ogen. Pop, jazz, klassiek... het kon nog alle kanten uit. Mijn toenmalige zangdocente was van alle markten thuis, maar raadde me toch aan om een klassieke vooropleiding te volgen. Ik zal haar eeuwig dankbaar blijven, omdat ik ontdekt heb dat mijn stem zich beter tot het klassieke repertoire leent. Eenmaal op het conservatorium in Maastricht was het snel duidelijk dat ik naast ‘lied’ ook opera wilde studeren. Ik hou nu eenmaal van grote stemmen, uitvoerige emoties en heb het nodige gevoel voor drama (lacht). Daarom zing ik juist zo graag. Er is in de loop der jaren prachtige muziek geschreven over kleine en grote emoties zoals verliefdheid, heimwee, verdriet,
Zang is erg intensief. Het bepaalt mijn hele leven op alle vlakken, ik maak geen onderscheid tussen werken en vrijaf nemen. Een zangopleiding stopt nooit, je leert elke dag bij. Een stem van iemand die dertig is, heeft andere mogelijkheden dan een stem van iemand die zesentwintig is. Die mogelijkheden moet je voortdurend exploreren. Maar ook de interpretatie van de muziek en van de teksten die je zingt, is een blijvend werkpunt. Een van de grootste uitdagingen was ongetwijfeld mijn deelname aan de Koningin Elisabeth wedstrijd. Het was een hele prettige en leerrijke ervaring. Je leert enorm veel bij door naar zo’n wedstrijd toe te werken. Ik kreeg ook veel steun van mijn stemdocente Mya Besselink, met wie ik nu drie jaar samenwerk. Bovendien heb ik een heleboel nieuwe mensen ontmoet. Ook de organisatie was bijzonder hartelijk en met enkele van mijn zogenaamde concurrenten werd tijdens de spannende dagen in Brussel een verbond gesmeed. In mijn adresboekje heb ik contacten van over de hele wereld verzameld. Ik heb ook mensen ontmoet waarmee ik hopelijk in de toekomst zal kunnen samenwerken. Wat de toekomst betreft: ik hou van de vrijheid die mijn professionele parcours met zich meebrengt, het geeft me de ademruimte die ik nodig heb om te zingen. Natuurlijk zal het niet altijd heel eenvoudig zijn en zal ik mijn ups and downs wel hebben, maar dat hoort er nu eenmaal bij.”
pa g 3 8
smakers
interview
Soetkin Baptist / Mezzosopraan (Studente Zang, Specialisatie
Ik vind het wél jammer dat klassieke muziek zo’n moeilijk genre blijkt om aan de man te brengen. De mensen bepalen wat ze goed of slecht vinden, het enige wat je kan doen is achter je stijl en je muziek staan. Je moet overtuigd zijn van je ding. Of je er dan je beroep van kan maken, hangt van het publiek af.”
Opera aan het Lemmensinstituut en zangeres bij folkgroep Ishtar) “Voor mijn studies kon ik een beetje zingen, maar sinds ik aan het Lemmensinstituut begonnen ben, ben ik enorm geëvolueerd. Ik krijg redelijk wat theorie en ik doe een beetje artistiek onderzoek. Ik vind dat niet slecht, omdat dat je een brede basis geeft. Achttien jaar is immers heel erg jong om zo intensief met zang bezig te zijn. Je stem stabiliseert zich pas na een aantal jaren, dus in het begin is het wat zoeken en uitproberen. Opera is een zware studie, het is alles of niets. Als je er niet volledig voor gaat, kan je het beter laten. Je kan het niet half studeren. Ik ben heel toevallig bij de folkgroep Ishtar beland. Ik deed er de backings toen de leadzangeres wegging. Dat ik een klassieke achtergrond heb, is sowieso hoorbaar, maar voorlopig kan ik de verschillende zangstijlen, klassiek en folk, goed combineren. Het is voor mij geen enkel probleem om mijn klassieke basis voor totaal andere muziekprojecten te gebruiken. Verder in de toekomst zie ik ook de Vlaamse Opera wel zitten. Ik ben vooral in het theateraspect van opera geïnteresseerd. Maar het mag ook breder; acteren in het algemeen spreekt me enorm aan. Ik heb wel een plan b, maar daar wil ik niet te veel aan denken. Lesgeven en optreden is wat ik graag zou doen, als er maar wat afwisseling in mijn beroepsleven is. Ik wil niet mijn hele leven hetzelfde doen. Dat komt goed uit, want als je met muziek begint, dan weet je op voorhand dat je geen vast professioneel parcours zal afleggen. Dat vind ik absoluut niet erg.
Kristina Fuch (Docente jazz–zang
aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Volgde een jazzopleiding en lessen klassieke zang) “Een zangbegeleiding is altijd erg persoonlijk. Je verweeft als zanger(es) altijd een deel van je persoon en van je leven met de manier waarop je zingt. Het is als leerkracht een beetje zoeken hoe je je kennis aan een student doorgeeft. Je moet zowel strikt aanleren als vrijblijvend aangeven. In dat laatste geval zijn leerlingen dus vrijer, maar de meesten hebben veel structuur en houvast nodig. In het begin is zelfdiscipline van heel groot belang, maar toch lijkt het bij velen het grootste struikelblok. De grootste vergissing die rond zangopleidingen bestaat, is dat je er een basis zou meekrijgen waarmee je alle soorten zangstijlen aankan. In principe kan iedereen inderdaad klassiek, jazz of pop leren zingen. Maar het is niet zo dat iemand met een klassieke opleiding automatisch jazz kan zingen, of omgekeerd. Klassieke en jazz-zang zijn totaal andere stijlen en er komen zeer verschillende technieken bij kijken. De meeste zangopleidingen bieden één of twee uurtjes zangles per week aan. Dat is erg weinig, maar dat is puur om financiële redenen. Individuele lessen zijn gewoonweg heel duur. Een professor die in een aula een lezing geeft, pikt per uur soms vijfhonderd studenten mee, wij kunnen maar één of twee studenten per uur aan. Soetkin Babtist
interview
smakers
Bovendien zijn er veel meer studenten dan pakweg vijftig jaar geleden. Muziek was toen een zeer exclusieve studiekeuze. Maar er is door de welvaart in de samenleving een soort opening gekomen waardoor de opleiding toegankelijker werd. Je kan vandaag het ‘risico’ nemen om een vak te studeren dat je minder vaste werkzekerheid biedt.
kant hebben, ze moeten zichzelf kunnen verkopen. De meest succesvolle afgestudeerden zijn goede, getalenteerde, gemotiveerde, ‘zakelijke’ muzikanten. Het is de combinatie van al die factoren die maken of je van je optredens, studiowerk en lesgeven kan leven. Je moet jezelf wel wat tijd gunnen om erin te kunnen groeien.”
Ik denk dat veel jongeren ook heel bewust op zoek zijn naar een artistieke uitlaatklep. Ze missen misschien creativiteit in hun dagelijkse leven, bijna alles wordt hen op een schoteltje aangereikt, en ze kiezen dan resoluut voor het kunstenaarschap.
Thomas Blondelle / Tenor
De laatste twintig jaar is er ook meer ruimte voor de jazz gekomen, je kan het nu ook als een hoofdopleiding volgen. Tot tien jaar geleden waren er vele jazzleerkrachten die geen echte vooropleiding hadden genoten. Dat was absoluut geen probleem, maar nu hebben de meesten toch een ruime basis mee, waarmee ze de studenten – hopelijk – een goede steun aanreiken. Veel afgestudeerden blijven op een of andere manier in het muziekwereldje hangen. Ze treden op, met eigen projecten of voor meer commerciële doeleinden (bruiloften, bv.), ze geven les, ze doen studiowerk of belanden in andere delen van de sector, bij de programmatie van cultuurhuizen bijvoorbeeld. Alle jazzmuzikanten doen heel veel freelancewerk. Het lijkt voor klassiek geschoolden daarentegen soms gemakkelijker door in operahuizen aan de slag te gaan, maar dat is slechts schijn. Ook zij leggen een lange weg af, werken hard en hebben de nodige dosis geluk nodig om door iemand opgemerkt te worden. Het is voor alle jonge zanger(e)s(sen) van groot belang dat ze een zakelijke Thomas Blondelle
(Volgt privé-zangles en is vast solist bij Staatstheater Braunschweig en Deutsche Oper in Berlijn ) “Via mijn broer en mijn vader ontdekte ik op mijn twaalfde de klassieke muziek. Vanaf toen is het nooit meer goed gekomen (lacht). Na mijn stemwissel, van sopraan naar – eerst nog – bariton, toen ik 14 was, ben ik onmiddellijk zanglessen gaan volgen. Het is voor jongens wel een enorme stap om naar de zangles te gaan. Je stelt je kwetsbaar op, soms maak je wel eens een krakende toon en het is niet meteen cool om als beginner een Schubertlied te staan zingen – jammen in een garageband, dat is een stuk veiliger. Zingen is je emotioneel openstellen en blootgeven, en daar zijn mannen van nature niet geweldig sterk in. In de academies zijn er dan ook meer meisjes die zang volgen. Ik had het onvoorstelbaar groot voorrecht dat er aan de academie van Brugge een sublieme zanglerares verbonden was, Catherine Vandevelde, die trouwens nu nog mijn zanglerares is. Vele collega's zweren bij het regelmatig wisselen van zangleraar, maar dat heb ik eigenlijk nooit begrepen, tenzij je zangleraar incompetent is natuurlijk. Ik geloof dat één goede leraar meer waard is dan tien half goede. In de klassieke muziek staat techniek zeer centraal. Wij zingen meestal zon-
pa g 4 1
pa g 4 2
smakers
der micro en moeten een zaal van 3000 mensen kunnen bereiken. Zonder techniek overleef je als zanger een Wagner-opera van vier of vijf uur niet. Om mijn techniek te ontwikkelen, koos ik ervoor om op de scène zelf ervaring op te doen, in plaats van een fulltime opleiding opera te volgen. Ik kreeg een aantal eerste rollen aangeboden en in 2006 kreeg ik een vast solistencontract in Duitsland. In 2009 ben ik vast solist aan de Deutsche Oper in Berlijn. Het staat buiten kijf dat het voor lichte sopranen, het meest voorkomende stemtype, veel moeilijker is om aan de bak te komen dan voor heldentenoren, zowat het minst voorkomende stemtype. Goede zangers komen altijd wel ergens terecht en slechte zangers mogen meestal thuisblijven. Dat blijft een wet. Maar je mag vooral het commerciële aspect van het zingen, het verkopen van jezelf, niet uit het oog verliezen. Als zanger ben je net zoals een bakker of een slager die zijn taartjes en biefstukken moet verkopen. En ook al zijn die lekker, als je ze niet kan verkopen, brengt het je niets op. De rollen die we zingen zijn uiteraard afhankelijk van ons stemtype. Ikzelf ben op dit moment een lyrische tenor. Dat kan zo blijven, maar dat zou ook kunnen evolueren naar een meer typische Italiaanse spinto-tenor of naar een meer Duits-gekleurde heldentenor. Dat laatste lijkt in mijn geval waarheid te worden. Mijn droomrollen zijn dan ook zonder enige twijfel Otello in Otello van Verdi en Tristan in Tristan und Isolde van Wagner. Maar op weg naar die rollen liggen er nog zoveel obstakels en ‘als’-en, dat dat allerminst zeker is. Het maakt het leven alvast zeer spannend.”
interview
Sarah Foubert / Sopraan
(Studente 2de Bachelor in de Muziek, Optie Zang, Specialisatie Opera aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen) “Ik studeer opera omdat ik graag mijn aanleg voor muziek en zang wil ontwikkelen. Het was niet gemakkelijk om aan het conservatorium te beginnen, omdat ik eerst kunstgeschiedenis gestudeerd heb. Ik heb dus een heus inhaalmanoeuvre moeten doen. Maar ik ben erg tevreden, want ik heb intussen enorm veel bijgeleerd. Op het conservatorium krijg je een brede basis mee: notenleer, improvisatiezang en verschillende zangtechnieken. Ik ben bijna altijd met mijn studies bezig, het is een zeer overmeesterende en soms stresserende opleiding. Ik oefen veel, praat er vaak met mijn vriendinnen en medestudenten over, ga naar de opera kijken, enz. Maar ik ben dan ook zeer ambitieus. Ik zou graag nationaal en internationaal op de planken staan. The sky is the limit. Voorlopig denk ik nog niet heel concreet na over hoe ik mijn carrière ga lanceren, ik heb nog een aantal jaar tijd om bij te leren en bij te sturen. Ik heb ondanks mijn dromen toch een plan b, nl. lesgeven, omdat ik me ervan bewust ben dat ik een opleiding met een onzekere toekomst gekozen heb. Ik ga geen vanzelfsprekend traject afleggen, zo gaat het er nu eenmaal aan toe in de artistieke en culturele wereld.”
idealen
smakers
pa g 4 3
De combinatie met een gezin moet mogelijk zijn. (Inge, 21 jaar, studente Architectuur)
Mijn eigen baas zijn. (Julie, 19 jaar, studente Geneeskunde)
Passie of beroep
Doorgroeimogelijkheden en zelfstandig en creatief werken, de mogelijkheid om nieuwe dingen te ontdekken is zeer uitdagend. (Marijke, 21 jaar, studente Bio-ingenieur)
De ideale job Later word ik…
a
artsbisschop, beademingsassistent, callgirl, diskjockey, examinator, fruitteler, goochelaar, hondentrimmer, ingenieur, …
V
oor elke letter van het alfabet bestaan er beroepen. Veel jongeren staan met hun mond vol tanden als hen gevraagd wordt wat hun ideale job is. Voor studenten lijkt werken iets voor in een ander leven. Toch kunnen de meesten hun wensen voor hun professionele leven categorisch opsommen.
Voldoende afwisseling zodat ik niet in de routine verzink. Ik wil graag hard werken, maar ik wil ook nog genoeg tijd over hebben om andere dingen te kunnen doen, bijvoorbeeld viool spelen of Spaans leren. (Marlies, 19 jaar, studente Bio-ingenieur) Je moet van je werk houden omdat je verwacht wordt het je verdere leven te doen. (Soetkin, 18 jaar, studente Taal- en Letterkunde)
Veel reizen. (Karen, 20 jaar, studente Geschiedenis) Uitdaging en verantwoordelijkheid. (Ineke, 23 jaar, werkt als opvoedster/begeleidster in beschut wonen voor geïnterneerden) Het loon
Het sociale aspect
Een job met veel sociale interactie, ongelimiteerd kunnen bijleren, een combinatie van verantwoordelijkheid en onvoorspelbaarheid. (Jelle, 19 jaar, student Filosofie) Als ik me maar amuseer en op dezelfde golflengte zit met mijn collega's. (Joyce, 18 jaar, studente Journalistiek) Voltijds bezig kunnen zijn met mensen, om hen te helpen. (Britt, 21 jaar, afgestudeerd als orthopedagoge) Een niet-alledaagse, verrassende job. Instaan voor anderen en ook voor jezelf grenzen verleggen. (Jeroen, 20 jaar, student Geneeskunde)
Het mag geen job meer zijn maar een passie. (Emma, 19 jaar, lerarenopleiding secundair onderwijs Wiskunde-Biologie) Iets nuttigs doen, op welke manier dan ook. Het moet een uitdaging zijn en een combinatie van zoveel mogelijk van mijn interesses. (Anke, 19 jaar, studente Geneeskunde) Ik wil mij volledig kunnen ontplooien. (Aga, 19 jaar, studente Psychologie) Vier vriendinnen uit het a . s. o.: “Veel inspraak krijgen.” (Jane, 16 jaar) “Flexibele uren.” (Evelyn, 17 jaar) “Tijd over hebben.” (Camille, 16 jaar) “Zelfstandig zijn.” (Jolien, 17)
Zelfstandigheid, doorgroeimogelijkheden en werkzekerheid. Een job die blijft boeien. Ik vind het belangrijk dat het loon dat je krijgt overeenstemt met het werk dat je verricht. Ik heb er dus geen nood aan om overbetaald te worden. (Anne, 19 jaar, student Biomedische wetenschappen) Weinig moeite moeten doen, snel op pensioen kunnen. (Nico, 22 jaar, student Rechten) Comfortabel leven van je loon en daarnaast kunnen sparen. Je baas moet jou vooral respecteren. Er moet een wederzijds respect zijn tussen werknemer en werkgever. (Liesl, 19 jaar, studeert voor officier in het Belgische leger)
pa g 4 4
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 4 5
Expert
Jobs A-Z
D
an komen we bij de hamvraag: welk beroep is zo boeiend of aangenaam dat het niet meer aanvoelt als werken? Kleine jongetjes willen traditiegetrouw politieman worden of topvoetballer, meisjes juffrouw, zangeres of actrice. Hoe zit dat bij jongeren?
Zeeman op een cargoschip, voor de vrijheid, ik hou van de zee. (Peter, 21 jaar) Om veel te kunnen drinken en voor het sociale aspect: barman. (Maarten, 18 jaar) Acteur in Bollywoodfilms vanwege mijn Indische afkomst en ook uit nieuwsgierigheid. (Sharoukh Khan, 17 jaar)
Juwelenontwerpster, dat is mijn roeping. (Jolien, 19 jaar)
Kleuterleidster omdat ik dan veel vakantie heb. (Hannelore, 16 jaar)
Creatieveling: thuis zitten en muziek maken of schrijven. Ik wil van mijn hobby mijn beroep maken. (Arnout, 21 jaar)
Iets met computeronderdelen: verkopen, verwerken, installeren… eigenlijk waar ik nu ook al mee bezig ben. (Jan, 19 jaar)
Ik zou echt nog niet kunnen zeggen wat ik wil worden, maar in elk geval iets sociaals. (Bo, 16 jaar)
Ik heb drie droomberoepen: actrice, journalist en topsprinster. Eerst en vooral uit interesse maar ook voor de eer en ambitie. (Hanne, 16 jaar)
Architect, uit interesse voor mooie gebouwen. (Ronald, 17 jaar) In een team werken op een Human Resource-afdeling van een groot bedrijf. Achter de schermen kan je er veel mee bereiken en uit leren. In het weekend en ’s avonds zou ik willen optreden met een muziekinstrument of zingen omdat muziek schitterend is en het delen ervan met andere mensen nog schitterender. (Robrecht, 24 jaar) Iets met computers. (Pieter-Jan, 16 jaar)
Gigolo, geef toe dat eenzame meisjes gezelschap houden een ideaal beroep is. (Marco, 19 jaar) Ik ga graag met kinderen om en hou van vakantie: leerkracht lijkt me dus ideaal. (Babette, 18 jaar) Literair vertaler. Met mijn interesses lijkt me dat het enige beroep dat me echt zou bevallen. Het is erg ambitieus en zal waarschijnlijk nooit lukken, maar toch zou ik het graag willen proberen. (Claudia, 19 jaar)
Als het zou kunnen, start ik binnen twee jaar de opleiding zadel- en gareelmaker. Veel gedragsproblemen hebben een pijnlijk liggend zadel als oorzaak. Paarden zijn mijn leven. Als zadelmaker kan ik doen wat ik graag doe en daar mensen en dieren mee helpen. Ook het traditionele vakmanschap trekt me aan. (Machteld, 19 jaar) Historicus met als hobby striptekenaar, een combinatie van mijn interesses. (Laurens, 20 jaar) De ideale job bestaat niet, maar als ik dan toch moet kiezen: industrieel ingenieur met een mooie vrouw als baas, dan heb je iets leuks om naar te kijken. (Yassin, 19 jaar)
• Judith Anaf (cjp -reporter)
de toekomst van de veelvraat D
ie van de jaren ’80 kunnen sms'en met twee duimen tegelijk en vallen zonder firmawagen nauwelijks nog tot werk te verleiden. En die van de jaren '90 zijn nog erger. woii is te lang geleden. Dat is het. Het comfortabele leven heeft toegeslagen. Al sinds die van de jaren '90 bij hun onthaalmoeder werden afgezet, gingen de dingen allemaal vanzelf. Er is geen weerstand meer, meneer. Om nog maar te zwijgen over de kinderen van het jaar nul, collectief verwend door oma en opa babyboomer. Het leven valt hen gelijk een braadkip in de schoot. Hun dromen zijn alles wat kant-en-klaar is. Veelvraten, dat zijn ze.
D
e personeelsdirecteuren houden de adem in. Hun hart slaat een slag over bij de gedachte aan de jeugd van tegenwoordig. Goddank dat de schoolverlater voorlopig de speelplaats nog niet af mag. Want de arbeidsmarkt is wel andere koek. En wie gaat de knoken van de toekomst later een aangename oude dag garanderen? Het zullen toch de jongeren niet zijn zeker. Het gepummelte dat nu nog op Heelys door de Colruyt rijdt. Ze zitten de godganse dag op Netlog te punniken. Ze zouden hun ziel verkopen voor
belwaarde. Ze dromen zonder werken. En owee als iemand op hun tenen trapt. Korte lontjes, loeien de kranten. Maar wie gelooft nu alles wat er in de gazet staat?
D
e jeugd van tegenwoordig is even oud als de hele mensheid. Christus was nog in geen vijf eeuwen geboren of Socrates balkte al precies hetzelfde: ‘Kinderen van nu houden van luxe. Ze hebben slechte manieren en geen respect voor ouderen. Ze chatten liever dan ze oefenen. Tirannen zijn het, geen dienaars van in hun huishouden. Ze staan voor niemand recht. Etcetera etcetera.’ De klachten zijn zo herkenbaar dat het verdacht wordt. Een jeugd van tegenwoordig die al minstens 25 eeuwen meegaat, hoe tegenwoordig kan die zijn?
V
eel veiliger is het daarom om de jeugd van tegenwoordig te ontleden volgens onderdelen, gelijk een kikker in de les biologie. Hun zelfverklaarde dromen bewijzen alvast dat er geen standaarden zijn en al helemaal geen luilakse standaarden. De jeugd van tegenwoordig heeft één voor één zijn eigen dromen, niet van de minste bovendien. De ouden van dagen hoeven daar niet meesmuilend
over te doen. Beter zouden zij te rade gaan bij zichzelf en zoeken naar hun eigen dromen. Want wie zonder dromen is, zal zich met zijn toekomst niet bemoeien. Dromen houden de wereld aan de draai. Hoe meer, hoe beter.
U
iteraard dat het klassiekers zijn, aardige collega's, plezierig werk en bij wijlen een dag vrijaf. Het is niet moeilijk er zulke wensen op na te houden. Maar om nu te besluiten dat het typisch voor de jeugd van tegenwoordig is... Me dunkt dat niemand jong hoeft te zijn om de tijd ietwat gezellig te willen doorbrengen. De pep van de jeugd van tegenwoordig zit hem in de veelheid van hun dromen. Want terwijl de halve wereld de jeugd wil verkopen als de horror van eenheidsworst, droomt de jeugd allerminst unisono. Het is een geluk. En hun gulzigheid stelt me gerust. De toekomst is aan de veelvraat.
• An Olaerts columniste voor Vacature – www.anolaerts.be
Google Youtube Netlog Hotmail
#2 #3 #4 #5
Rock Pop / PopRock R&B Alternatief Elektro
#2 #3 #4 #5
fa v o r i e t e n
#1
smakers
muziekgenre
Facebook
#1
top 5/ website
pa g 4 6 fa v o r i e t e n smakers pa g 4 7
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
Hoe maak je reclame voor jongeren en hoe maak je het zelf als jonge creatieveling in de reclamewereld? Wat zijn de grootste trends of gewaarwordingen in 2008? Wat is de toekomst van interneten gsmreclame? Met dit divers arsenaal van vragen gingen we rond de tafel zitten om met een aantal jonge prijsbeesten uit de reclamesector het hoofd te buigen over jongerenreclame.
ting het zal evolueren. Om de zoveel tijd ontstaan er nieuwe hypes die soms een snelle dood sterven. Twee jaar geleden had iedereen in de reclamesector nog de mond vol over Second Life, maar veel leven zit daar nu niet meer in. Toch geeft iemand in de groep toe dat er op zijn werk onlangs nog een Second Life meeting gepland stond, iets wat met enig wenkbrauwgefrons wordt onthaald.
Wie is wie? Koen Van Deun is bekend
als copywriter bij Famous. Katrijn Brand werkt als artdirector bij Markee, een reclamebureau dat gespecialiseerd is in de wetten van web 2.0. Menno Buyl is artdirector bij het wereldwijde tbwa . Tim Driesen – niet te verwarren met de hoofdrolspeler van de veelbesproken Take That-musical – is (samen met Joeri Van Den Broeck) kersvers creatief directeur bij Famous. Lennert Vedts is gewoon zichzelf en artdirector bij ldv United. Het gesprek begint met de meest opvallende trends in de reclamewereld in 2008.
burm
Meteen valt het begrip sociale netwerken op tafel. Alle klanten blijken vragende partij om ‘iets met facebook te doen’. Facebook is in feite een goudmijn aan data. Iedereen gooit er zijn leven op. Volgens een internetlegende zouden er op Facebook ondertussen banners zijn die zich richten naar de content die erop staat. Met Facebook heb je in principe een tool in handen om bijvoorbeeld iedereen die een zonnebril – of liever geen – heeft te bereiken.
• sophie
smakers
reportage/ reclame (maken) is (een) kunst
pa g 4 8
Het online reclamegebeuren heeft dit jaar duidelijk een boost gekend. Toch staat het nog allemaal in zijn kinderschoenen, een interessante uitdaging voor reclamemakers dus. Het blijft wel moeilijk in te schatten in welke rich-
Het feit dat je iets met internet doet is dus totaal geen garantie voor succes. Integendeel, het kan ook aversie opwekken. Als je teveel binnendringt in de leefwereld van jongeren, zoals op Facebook, dan zullen zij daar snel van afstappen. Het is belangrijk om jongeren te erkennen en ze goed aan te voelen, maar dit blijkt niet eenvoudig. Al te vaak worden jongeren in de reclame nog steeds te clichématig afgebeeld. Soms lijkt het alsof alle jongeren hiphoppers zijn. Je mag hen ook niets opdringen. Het gaat erom dat je iets maakt dat aanslaat en waarmee je de mensen niet te veel lastigvalt. En of je dat nu via televisie of online verspreidt, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Toch valt het niet te ontkennen dat het internetmedium een grote impact heeft op jongeren. Als je een goed internetconcept hebt, dan zijn ze al gauw ruim tien minuten met je ding bezig. Je hebt dan ook nog eens het voordeel dat ze het naar elkaar doorsturen. Maar hoe zorg je ervoor dat ze ‘je ding’ met elkaar delen? Wat zijn de criteria van een geslaagde viral? Humor en levensechtheid spelen duidelijk een rol, maar het valt vooral niet op voorhand te voorspellen. Meestal gaat het ook niet vanzelf en vergt het een investering van het bedrijf. Via seeding worden mensen al eens aangestuurd om op blogs te schrijven. Enkele maanden
pa g 4 9
pa g 5 2
smakers
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
1. Uit een onderzoek door de studenten marketing van de Katholieke Hogeschool Leuven bij 2.500 jongeren verspreid over gans Vlaanderen (2003).
geleden bekeken miljoenen mensen op een paar dagen tijd een bekend filmpje van Levi’s waar mensen ‘in een broek springen’, maar dat was een enorm dure aangelegenheid. Daar zit dan een hele firma achter die die filmpjes naar blogs doorstuurt en die blogs betaalt om ze te posten. Maar zelfs dat is geen garantie dat het aanslaat.
te bestaan, waarbij je elke dag een reclamesms ontvangt en dan gratis mag bellen. De formule slaat wel aan, maar heeft die reclame wel impact op jongeren?
metier waar onze gesprekspartners fulltime mee bezig zijn. Soms wordt ervan uitgegaan dat jongeren dat ook kunnen, maar in feite blijken niet-opgeleide jongeren meestal slechte reclamemakers te zijn. Maar hoe word je dan een goede reclamemaker?
de reclamesector en kaartte daarmee het probleem van de onbetaalde stages aan. Gelukkig is dat nu o.a. door bio contracten (een contract naar analogie met het leercontract, red.) aan het verdwijnen. Tim omzeilde dit probleem door tijdens zijn laatste jaar verschillende stages te doen en dan alsnog het eindexamen af te leggen. “We zijn creatievelingen voor iets, dus kan je evengoed een creatieve oplossing zoeken.”
Zijn jongeren gevoelig voor reclame? Volgens mediabericht-
geving bestempelt 35% van de Vlaamse jongeren tussen 16 en 18 jaar reclame als irritant en 21% vindt het overbodig. Voor slechts 21% is reclame nuttig of onmisbaar. De overige 23% vindt het fenomeen leuk.1 Volgens onze experts hangt de impact van reclame af van de manier waarop je jongeren aanspreekt. Jongeren vragen zich ook vaker af “what’s in it for me?”. Als ze er iets uit kunnen halen, zullen ze er sneller op ingaan. Eigenlijk zijn jongeren de meest intelligente consumenten. Ze worden al heel hun leven lang overspoeld door reclamebeelden. Ze zijn ermee opgegroeid en kunnen dan ook zeer snel onderscheiden wat ‘bullshit’ is en wat niet. Je kan een goede reclamecampagne maken voor Proximus of Mobistar, maar als Base goedkoper is, dan is de keuze snel gemaakt. Daarom moet je hen als reclamemaker au sérieux nemen. Een slecht product op een coole manier verpakken, werkt niet. Je mag ze zeker ook niet aanspreken met (zogenaamde) jongerentaal, gelukkig is die trend aan het verdwijnen. Nu we toch bij de gsm-providers beland zijn, hoe zit het met reclame via de gsm? 25 tot 30% van de jongeren zou bereid zijn om reclame via de gsm te ontvangen. Wordt dit dan een belangrijk reclame-instrument in de toekomst? In Nederland blijkt er een abonnementsformule voor jongeren
Uitvindingen zoals Bluetooth zorgen voor meer interactieve toepassingen, zoals het ontvangen van filmpjes of muziek. Door de evolutie van de gsm ontstaan er telkens nieuwe toepassingen en is er nauwelijks nog een onderscheid tussen telefonie en internet. Ook met de iPhone, die eigenlijk geen gewone gsm meer is, kan je straffe dingen doen. Reclame = kunst? Tegenwoordig zou je sommige reclames kunnen beschouwen als kunstzinnige creaties die eerder in een artistieke context thuishoren. De meeste mensen aan tafel gaan bovendien ook door het leven als ‘art’ director. Lennert haalt een docent aan die zei dat reclame kunst kan zijn. Meteen begint iedereen rond de tafel bijna wild te gesticuleren. Is reclame niet gewoon commercie?
Toch is de grens tussen kunst en reclame soms heel onduidelijk. Er is één iemand die die grens benadert en dat is Wim Delvoye. Volgens Tim had die evengoed in een reclamebureau kunnen werken. Elk ding dat hij maakt is in feite een reclameconcept, met dat verschil dat het niet voor een klant is, maar voor zichzelf. Maar terug naar de jongeren. Ook zij wagen zich af en toe aan het maken van reclame. Bedrijven vragen hun consumenten om zelf content aan te leveren. In het verleden spoorden bijvoorbeeld Vans en Microsoft jongeren aan om zelf filmpjes te maken. Maar vaak val je na twee minuten al in slaap bij het bekijken ervan. Reclame maken is een
Bij het begin van dit gesprek waren introducties amper nodig, iedereen kent iedereen, behalve Dries (die ook uitgenodigd was) – die kent niemand en zullen we door zijn prangende afwezigheid nooit leren kennen, toch niet deze avond. De Belgische reclamesector blijkt een heel klein wereldje te zijn, maar hoe geraak je in die wereld binnen? Net doordat het zo’n klein wereldje is, valt het meteen op als je goed bezig bent. Door een prijs te winnen bijvoorbeeld, gaan er al iets meer deuren open. En dat is maar goed ook, want blijkbaar is er weinig vraag naar creatievelingen. Ruw geschat studeren er in België per jaar 100 jongeren af in de reclamevormgeving. Maar er zijn slechts 5 waanzinnige bureaus waar het “heel fijn” is om te werken en 25 waar het “ça va” is, samen goed voor ongeveer 240 (reeds ingenomen) posities voor creatievelingen. Niet dat er geen andere reclamebureaus zijn, maar daar ben je eerder bezig met drukwerkreclame en niet met het uitdenken van creatieve reclameconcepten. Tel daar ook nog eens bij dat reclamebureaus graag mensen met verschillende achtergronden aanwerven. Een copywriter kan bijvoorbeeld evengoed afgestudeerd zijn als een germanist of romanist. Om in een reclamebureau ‘binnen’ te geraken, bieden veel jongeren dan ook gratis hun diensten aan in de hoop te kunnen aanblijven na die periode van onbetaalde stage. Vier jaar geleden schreef Koen zijn thesis over de geringe kansen voor jonge afgestudeerden in
Soms loopt het al mis bij de vorming. Bij sommige opleidingen krijg je de eerste twee jaar algemene vakken en pas in het derde jaar reclame. Met als gevolg dat wat je aan een reclamebureau voorlegt, creatieve directeurs niet altijd omver blaast. Toch zou je denken dat jonge creatievelingen enorm gegeerd zijn omwille van hun ‘frisse’ ideeën. Maar een fris idee is pas het begin, je moet het daarna nog goed kunnen uitwerken. Reclame maken is een vak en je moet kunnen bewijzen dat je je stiel goed kent. Bovendien kosten shootings enz. bakken geld, dus onervaren gestuntel is geen optie. Een andere factor die meespeelt bij de aanwerving is een goede teamgenoot vinden. Reclamemakers werken in duo: een artdirector en een copywriter. Sommigen vinden hun partner al op school, maar Katrijn ging bijvoorbeeld alleen solliciteren en dat maakte het niet gemakkelijk. Het is dus niet onbelangrijk om een goede teamgenoot te vinden. Je moet goed op elkaar kunnen inspelen omdat je ook samen je ideeën presenteert. De basis van een goed team is dat je samen dingen maakt waarbij je achteraf niet meer weet wie wat gedaan heeft. Bovendien creëer je een heel persoonlijke band omdat je al je wildste ideeën aan elkaar vertelt, maar elkaar soms ook moet kunnen intomen.
pa g 5 3
pa g 5 4
smakers
r e p o r ta g e
Mama, mama, ik heb zin in iets lekkers, met chocolade, en iets om te spelen In 2004 ver-
wordt wel jammer gevonden, want als je er echt iets mee wil doen, dan kan je het bijna niet meer gebruiken.
scheen het boek AmbRassadeurs! over jongeren, cultuur en communicatie van Franky Devos. Bij dit boek schreef hij ook het marsbevel, een pamflet met een aantal kernachtige richtlijnen. We leggen ze voor aan ons panel met de vraag er een aantal uit te lichten die al dan niet van toepassing zijn in de reclamesector anno 2008? Het werd hier en daar tijdens het gesprek al eens aangehaald en dus is iedereen het eens met Mik op de bovengrens van je doelgroep en Blijf uit de buurt van jongerentaal. Stuur me een brief werkt ook, maar is een redelijk dure optie. Bij Budgetteer een derde voor webpromotie wordt nogmaals onderstreept dat je gewoon iets goeds moet maken, anders is je promotiebudget sowieso weggegooid geld. Wees gul met jongerenkortingen en communiceer ze keer op keer is een twijfelgeval. Je kan beter één keer een geweldige stunt doen waardoor jongeren geprikkeld worden. Als je keer op keer hetzelfde doet, dan werkt dat op den duur niet meer. Hetzelfde geldt ook voor de succesvolle spaaracties bij kranten en tijdschriften, waarbij ze dvd’s en boeken naar je kop smijten. Ook hier dringt de vraag zich op of die reclame wel impact heeft, want het gaat niet om de krant die je koopt, maar wel om de dvd die je erbij krijgt. Nog een andere ‘wet’ van Franky Devos zijn de drie s-en: ‘sex, sourire, surprise’, drie ingrediënten voor een geslaagde jongerencampagne. Maar als je de hele week niets anders dan sss ziet, dan heb je er op den duur geen zin meer in. Seks bijvoorbeeld mag vooral niet gratuit zijn. Een strippende vrouw die zich helemaal laat gaan met de cm -kaart? Niet echt. Het overvloedige gebruik van seks
Als afsluiter wordt nog opgemerkt dat Eis ruimte op televisie ook nog een hele actuele is in dit internettijdperk. Met een goede televisiecampagne of radiospot bereik je uiteindelijk toch meer mensen dan met een goede website. Tegenwoordig worden er nog weinig goede tv- of radiospots gemaakt. Nochtans als je een hele sterke maakt, dan kan die jarenlang meegaan. En zo belanden we aan het einde van het gesprek bij een nostalgisch mijmeren over klassiekers zoals ‘mama, mama, ik heb zin in iets lekkers’ en ‘niks verdikt, m’n trui is gekrompen’. Jeugdsentiment of niet kapot te krijgen reclame? Jeugdsentiment!
idealen
smakers
pa g 5 5
Ik zou heel lang in de badkamer staan. Minstens 30 minuten, maar ik denk toch wel twee uur. Ge weet wel: make-up, haar… (Nadira, 17 jaar)
Ik ben wel te vinden voor een picknick. Samen eten kopen en dat dan meenemen naar een park ofzo. Of zelfs gewoon in de auto opeten is ook al goed voor mij. Gewoon met zijn tweetjes, niemand die kan meeluisteren. (Fatima, 18 jaar)
De ideale date H
et Steunpunt Allochtone Meisjes & Vrouwen (samv ) zet zich in voor de versterking en emancipatie van vrouwen en meisjes van allochtone origine. In 2008 werkte het samv een jaar lang rond relatievorming en rolpatronen. Het resultaat is een dvd-spel, Prinsessen en Players, en een theaterstuk, vzw Sahara. In het kader van vzw Sahara, een stuk van jongens over meisjes, geven jongens hun kijk op relaties, vrouwen, moeders en verliefdheid. Maar ook een Antwerpse klas meisjes stelt hun ideale date voor.
Over dates
En dan kleren kiezen! Dat is een probleem! Ik zou 100 verschillende outfits passen! Nee, ik zou me niet sexy kleden of zo. Liever iets klassiek. Een mooie broek, schoenen met hakken, een kostuumvestje en juwelen. (Chaima, 19 jaar)
Ik zou zeker niet willen dat hij mij thuis komt halen. Oh nee, dat mijn ouders hem zien! Ik zou gewoon ergens op een bepaalde plek afspreken. Dat is ook veiliger, stel je voor dat hij me niet aanstaat! (Nadira, 18 jaar)
And the girls go... Over jongens
Je moet gewoon als jezelf gaan. Waarom veel tijd in de badkamer besteden? Je moet je toch niet voordoen als iemand anders, hij zal dat vroeg of laat toch merken. Ok, ik zou zelf ook wel mooie kleren aandoen, maar dat zijn gewoon mijn kleren. (Ayla, 18 jaar)
Ik vind dat de jongen moet betalen. Zeker als het de eerste date is. Ik zou wel doen alsof ik wil betalen, maar dat is eigenlijk meer voor de show. Je wilt niet overkomen als een meisje dat verwacht dat alles voor haar betaald wordt. Als we dan echt samen zijn zou ik wel af en toe betalen. (Sara, 18 jaar)
Mijn ideale man is tussen 20 en 25 jaar, hij is gespierd en groter dan mij. Ik val op groene ogen. Hij mag niet koppig zijn en hij moet van Portugal of Kaapverdië zijn. (Maria, 19 jaar) Mijn ideale man is lang, gespierd, niet te dik, maar ook niet te mager. Tussen 21 en 25 jaar, Marokkaan en met blauwe of bruine ogen. (Fatima, 18 jaar) Mijn ideale man is tussen 20 en 23 jaar. Hij is donker van huid, zoals mij. Hij heeft donkere, zwarte ogen. Hij is grappig en niet jaloers. Hij moet later kinderen willen en hij moet protestants zijn. (Christelle, 20 jaar)
Het liefst zou ik naar de cinema gaan. Dat is veel fijner dan iets gaan drinken. Want dan zien andere mensen je. Als je iets gaat drinken, kan iedereen ook meeluisteren, dat is helemaal niet leuk. Liever een beetje privacy! (Rebecca, 19 jaar) Liefst gewoon iets gaan drinken, want als je iets gaat eten en het is niet leuk, zit je eigenlijk lang vast. Je moet wachten op je eten en dan moet je ’t nog opeten. (Nora, 18 jaar)
Als de rekening echt hoog is, dan vind ik dat we die moeten delen. Als hij blijft aandringen om te betalen, dan betaal ik de volgende keer wel. (Isabella, 17 jaar) Ah ja, de jongen betaalt hè. Waarom? Als ze toch altijd de ‘man’ willen uithangen, dan mogen ze dat ook dan doen. (Nora, 18 jaar)
pa g 5 6
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 5 7
Expert
And the guys go... Over de eerste verliefdheid
scheen haar vriend… chakaaa. (Hamid, 19 jaar)
wel iemand tegen die je kent. En dan komen de roddels! (Anoniem)
Het begon in het eerste kleuterklasje. Het was vrijdagnamiddag en we waren (liefdes)liedjes aan het luisteren in de klas. Toen de juf de cassette ging omdraaien, keken we naar elkaar. Ze gaf me een kusje en ik moest blozen. Ze heette Julie of ‘Soeteken’. Ze was klein, schattig, lief en had kort zwart haar. Het duurde tot de derde kleuterklas en daarna heb ik haar niet meer gezien. (Brahim, 17jaar)
Over meisjes
Het belangrijkste is dat je als jongen een gentleman bent. De deur openhouden en zo van die dingen. Wel of niet de rekening betalen op een date, dat wil toch niets zeggen? (Youssef, 19 jaar)
Er is maar één liefde, één persoon waar ik altijd naar opkeek. Alles wat ze deed was juist en goed, gewoon heilig voor mij. En zij betekende alles voor mij… da’s mijn moeder. (Moussa, 20 jaar)
Ze moet knap zijn. Ze moet goed in het huishouden zijn. Ze mag werken, maar niet fulltime. Ze moet van haar man houden. Ze mag mij nooit bedriegen. Ze mag niet teveel met andere mannen omgaan. Ik weet hoe mannen zijn. (Illias, 15 jaar)
Ik droomde eens over een Chinees meisje op school. Ik was er zeker al een jaar verliefd op, maar ik had nog nooit met haar gebabbeld. Ik was zo verlegen. Op een dag heb ik de deur voor haar opengehouden en ze zei ‘dank u’ en ik was zoooo blij. Toen had ik een droom waarin ik volledig het tegenovergestelde deed. Ik was stoer en macho. Ik had zwart haar, naar achter gekamd, zwart t-shirt: cool. Op de speelplaats stapte ik op haar af. M’n gsm ging en ik nam op in het Japans. En zij was heel hard onder de indruk. Ik deed of het normaal was, dat ik 5 talen kon spreken. Maar toen ver-
Je doet je ding en je komt haar toevallig tegen. Ik laat het gewoon op mij afkomen, ik ben niet echt op jacht. De eerste indruk is belangrijk: hoe iemand stapt of ‘hallo’ zegt. De eerste 5 seconden kan je al zeggen wat je van iemand denkt. In het begin draait het om het uiterlijke en daarna om het innerlijke. (Moussa, 20 jaar)
Ik zou nooit met iemand uit Marokko willen huwen. Ik wil dat ze ‘ik hou van jou’ tegen mij in het Nederlands kan zeggen. Veel jongens trouwen met iemand van daar omdat ze een huisvrouw willen. Mijn vrouw moet meer kunnen dan koken enzo. (Ilias, 19 jaar) Verliefdheid is belangrijk. Het moet een liefdeshuwelijk zijn. Je moet van haar houden, elkaar leren kennen. Da’s niet altijd gemakkelijk, maar het kan via chat, netlog, msn, en pas dan iets gaan drinken in een andere stad, want je komt overal
• Meer informatie over het SAMV: www.samv.be en www.leilaenali.be
ideaal kan je niet vatten M
ijn ideale date kan ik niet wensen. Ik kan enkel nadien beseffen dat dit de droom nabij was. Of niet. Als klein meisje had ik een droomprins. Op een wit paard. Hoe groter ik word, hoe meer ik besef dat die prins uit iemands anders droom komt. En dat er niet zoiets is als een ultiem ideaal. Ja, ook je droomprins is onderhevig aan de context waarin hij aan je verschijnt. De kunst is hem te herkennen. Op ieder uur van de dag. Maakt niet uit in wat voor vermomming hij komen zal.
V
eel mensen maken een checklist. Mijn ideale date moet dit en dat en dat ook zijn. Men zegt dat het uiterlijke niet telt. Maar er bestaat blijkbaar toch ook zoiets als liefde op het eerste zicht. Iets onverklaarbaars waarmee die ene persoon al je zintuigen in de ban houdt. Vaak moet je dan toegeven dat diegene die je het meest kan boeien het minste scoorde op je wishlist. Dàn weet je dat je goed zit. Schrappen die auto en die studies en bankkaarten en spierbundels. Daar kan je je ziel niet mee entertainen. Je ziel valt voor geur en je vel wordt blij van een welgemeende aanraking en je hart gaat wild
voor diegene die je groots laat voelen als je je het kleinst maakt. Ideaal kan je niet vatten. Niet met je verstand. Je hart wordt echter zo groot dat je ribben dreigen te barsten van je ideale date. Dat gevoel overstemt de rede moeiteloos. Over de ideale date mag je niet te veel nadenken. Dat zijn slechts excuses. Afleidingsmanoeuvres van je hoofd die je willen wegleiden van waar je voor gemaakt bent. Iemand die je IK kan voeden. Een relatie is niet de plaats waar je aanvulling moet zoeken voor je zijn. Je zogenoemde wederhelft is een illusie. De eerste voorwaarde is zelf compleet worden. Stap 2 is iemand vinden die je wil vergezellen, iemand die je nieuwe dingen en mensen laat ontdekken die je verder kunnen laten groeien. Iemand die de deur van je nestje openlaat, die erop vertrouwt dat je terug zal komen, rijker van geest dan bij je vertrek. Iemand die je pootje zal spalken als het mis ging. Iemand die je een duwtje in de rug geeft als je hartje te kleinmoedig is en de uitdaging onoverkomelijk lijkt. Iemand die jouw mogelijkheden ziet en ze naar buiten weet te lokken en te cultiveren eer je dat zelf nog maar kan beseffen.
A
lle bovenstaande dingen in acht genomen kan je ook moeilijk spreken van de ideale date. Een date kan je plannen. Maar of ie ideaal zal zijn, dat kan je maar beter aan het lot overlaten. En zelf genoeg bij de pinken zijn om het kaf van het koren te kunnen scheiden. We zijn nu 2008. We hebben opties. Kunnen keuzes maken. Weten meer dan alle mensen die ons voorgingen. Dat is luxe. Dan moeten we er ook gebruik van maken. Vergeet alles wat je weet over mannen en vrouwen. Met die 2 hokjes alleen kom je nergens. Ontwikkel je eigen identiteit door te zoeken wat jij leuk vindt. Wat je wild maakt. Blij. Woedend. Klein. Moedig. Mensen kunnen dat losmaken in mekaar. Laat je niet vangen door de eerste de beste mooiprater. Jij kan kiezen. Eens je weet wat je wil, you go get it! Eens je hebt wat je wil, voed het, watch it grow into something unexpected. Niemand kan je vertellen hoe je de dingen moet doen. Je moet ze zien om te geloven.
• Murielle
Scherre duizendpoot, lingerie-ontwerpster, schrijfster en grote mond www.lafilledo.com – www.devillesharemgirls.com
Van Oost*
onderzoek
• Olga
smakers
onderzoek/ tieners in het museum
pa g 5 8
onderzoek
smakers
pa g 5 9
Een museumbezoek als vrijetijdsbesteding voor jongeren? Niet echt… Een museum-
plaatsvond tussen 15 september en 30 november 2008, als casestudy. In musea over heel België werd werk van de bekende Belgische kunstenaar Marcel Broodthaers in dit kader gepresenteerd en gaven jongeren er een eigentijdse interpretatie aan.
*Olga Van Oost is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, onderzoeksgroep ibbt / smit . Begin 2009 verdedigt ze haar proefschrift over de toekomst van het kunstmuseumconcept waarvoor ze o.m. het Nederlandse en Vlaamse museumbeleid bestudeerde. In 2008 was ze onderzoeksmedewerker bij AmuseeVous en deed ze onderzoek naar de relatie tussen jongeren en musea in Vlaanderen en Nederland. In februari 2009 wordt de publicatie voorgesteld.
bezoek staat niet meteen bovenaan op hun lijstje. Eender welk onderzoek naar de cultuurparticipatie van jongeren tussen 16 en 26 jaar wijst uit dat ze veel liever naar muziek luisteren, uitgaan en shoppen. Ze zijn wel al eens in een museum geweest, maar dat was dan in schoolverband en vaak met meer dan lichte tegenzin. Hoe komt dat toch? En is het eigenlijk écht zo dat jongeren niet warm te maken zijn voor een museumbezoek? Welke houding nemen de musea zelf aan tegenover de jongeren? Ligt het aan de jongeren of aan de musea? Zijn het botsende culturen? Hoe kàn een jongerenwerking in een museum eruitzien? Heeft het wel zin om hier energie in te steken? In 2008 gingen we op zoek naar antwoorden op deze vragen in Vlaanderen en Nederland. Bijna 400 musea in beide landen (of 60% van de aangeschreven musea) namen deel aan een webenquête waarin naar hun jongerenwerking werd gepeild. In het bijzonder waren we geïnteresseerd in het aanbod van musea buiten onderwijsverband voor jongeren tussen 16 en 26 jaar. Om meer in de diepte te werken, werden ook individuele musea met een boeiende jongerenwerking bezocht en met vragen bestookt. Wat is hun ervaring met deze groep tieners en prille twintigers en hoe gaan ze te werk? Wat zijn de heikele punten? In deze zoektocht mocht uiteraard de stem van de jongeren niet ontbreken: een kritisch gesprek met een groep Nederlandse en Vlaamse jongeren sloot het onderzoek af. In deze Smakers presenteren we enkele opmerkelijke onderzoeksresultaten en gebruiken we het project Autour et au-delà Broodthaers - Broodthaers: onomwonden van AmuseeVous, dat
Vlaamse en Nederlandse musea: bereid om een jongerenprogrammatie uit te werken, maar het gebeurt niet Opval-
lend was dat meer dan 50% van de musea in beide landen ervan overtuigd zijn dat het zinvol is om een speciaal vrijetijdsprogramma voor jongeren tussen 16 en 26 jaar aan te bieden. Er gaapt echter een groot gat tussen theorie en praktijk. Wanneer we vroegen of de musea ook écht een dergelijk programma hebben uitgewerkt, was het antwoord immers meestal negatief. De klassieke rondleiding waarbij de gids de bezoekers doceert blijft de meest voorkomende educatieve methode. De interactieve rondleiding waarbij wordt gestreefd naar een dialoog tussen bezoekers en gids komt op de tweede plaats. Beide methodes zijn evenwel gericht naar alle bezoekers en spitsen zich dus niet in het bijzonder toe op jongeren. Zowel uit de enquête in Vlaanderen als die in Nederland blijkt dat er amper aan specifieke methodes voor de omgang met jongeren wordt gewerkt. Slechts in geringe mate wordt gebruik gemaakt van multimediatoepassingen of worden jongeren betrokken bij de uitwerking van educatief materiaal, enz. Hoewel jongeren tussen 16 en 26 jaar dus in theorie als een interessante doelgroep worden beschouwd, wordt er in de praktijk vaak weinig voor gedaan. Dit blijkt ook uit het feit dat er in de communicatie van de musea weinig tot helemaal geen aandacht naar hen uitgaat: er wordt geen specifiek promotiemateriaal
www.smit.vub.ac.be – www.kunstvlo.twinic.com – www.amuseevous.be
pa g 6 0
smakers
onderzoek
1. Laermans, R., J. Lievens & H. Waege (red.) (2003) Cultuurkijker. Aanzetten voor cultuuronderzoek in Vlaanderen. Antwerpen: de Boeck; Lievens, J. & H. Waege (red.) (2005) Cultuurkijker. Cultuurparticipatie in breedbeeld. Eerste analyses van de survey ‘Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003 – 2004’. Antwerpen: de Boeck; van den Broek, A., F. Huysmans & J. de Haan (2005) Cultuurminnaars en cultuurmijders. Trends in de belangstelling voor kunsten en cultureel erfgoed. Den Haag: scp. In 2008 publiceerde ook de verbruikersorganisatie oivo cijfers over de cultuurdeelname van 2.500 jongeren. Hieruit bleek eveneens dat musea en tentoonstellingen weinig populair zijn. Cijfers uit 2007 van aps -Vlaanderen tonen eveneens aan dat meer dan de helft van de jongeren onder de 25 jaar zelfs nooit een museum of een tentoonstelling bezoekt (www.aps.vlaanderen.be).
ontwikkeld, noch worden er digitale communicatiekanalen (zoals e-mail, een nieuwsbrief of sociale netwerkfuncties) aangewend om de jongeren aan te spreken. De bevindingen zijn volledig gelijklopend tussen Vlaanderen en Nederland.
musea op initiatief van de Vlaamse Museumvereniging tussen 2000 en 2002 een subsidie krijgen om een project voor (en door) jongeren uit te werken in het kader van de Jongerenmuseumdagen, maar nadien verdween dit initiatief weer. In Nederland werd het allemaal wat meer structureel aangepakt, o.m. met het Actieplan Cultuurbereik (tussen 2000 en 2007), maar dit had voor de musea evenmin tot gevolg dat er voor jongeren een volwaardig vrijetijdsaanbod kon worden uitgewerkt. Hier moeten we bij opmerken dat vele Nederlandse musea de laatste tien jaar wel degelijk een programma voor kinderen en jongeren hebben uitgewerkt, maar dat dit doorgaans in onderwijsverband is.2 Wanneer er van musea wordt verlangd dat ze op een structurele basis aandacht schenken aan jongeren in hun organisaties, moet het beleid met andere woorden ook de nodige voorwaarden scheppen om dit mogelijk te maken.
2. Sinds de jaren negentig worden de banden tussen cultuur en onderwijs in Nederland sterk aangetrokken. De rijksoverheid ontwikkelde het Programma Cultuur en School en het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming werd ingevoerd om de cultuurparticipatie via het onderwijs te bevorderen. Het gevolg is dat de meeste musea activiteiten gingen ontwikkelen binnen deze beleidslijn en dat ze dus wél een aanbod hebben voor schoolgaande jongeren.
Waarom gebeurt het niet? Een kwestie van willen, maar niet kunnen In de loop van het
onderzoek staken al snel enkele tegenstrijdigheden de kop op. Onderzoek naar cultuurparticipatie wijst keer op keer uit dat jongeren weinig tot geen belangstelling voor musea hebben.1 Hiertegenover staan de musea die – zo laten ze tenminste uitschijnen in de enquête – maar al te graag een vrijetijdsaanbod voor jongeren willen ontwikkelen, maar op de een of andere manier er niet toe komen om het ook echt te doen. Om de dubbele houding van de musea te begrijpen, moesten we op zoek naar context. Vandaar dat we een analyse van het Vlaamse en Nederlandse cultuurbeleid maakten. Musea zijn immers organisaties die worden gesubsidieerd door de overheid. Ze stippelen zelf een inhoudelijk beleid uit, maar ze kunnen dit niet in alle vrijheid doen: ze moeten steeds rekening houden met de zwaartepunten die door het beleid worden gelegd. Uit de analyse bleek dat jongeren sinds een tiental jaar zowel in Nederland als in Vlaanderen op de cultuurpolitieke agenda zijn komen te staan. In Nederland gaf toenmalig staatssecretaris voor cultuur Rick van der Ploeg hiervoor de aanzet en in Vlaanderen was dit huidig cultuurminister Bert Anciaux. Een probleem van het beleid is dat er vaak interessante ideeën en denkpistes worden ontwikkeld, maar dat ze onvoldoende worden uitgewerkt. In Vlaanderen bijvoorbeeld, konden
Dat musea specifiek voor jongeren een aanbod wensen te ontwikkelen, heeft ook nog een andere oorzaak. We moeten ons ervan bewust zijn dat we definitief in een doelgroepensamenleving terechtgekomen zijn. Een tiental jaar geleden was alleen al het woord doelgroep voor velen huiveringwekkend omwille van de associatie met het hokjesdenken, maar vandaag is er geen haan meer die ernaar kraait. Deze kritische kanttekening is belangrijk, maar ze mag niet leiden tot cynisme. Gelukkig gebeurt dit in de praktijk ook niet en is het tegenovergestelde zelfs het geval zoals bleek uit het casestudy-onderzoek. Kleinschaligheid als kritische succesfactor In aanvulling van de
enquête gingen we op zoek naar musea die wel degelijk een vrijetijdsaanbod voor jongeren tussen 16 en 26 jaar hebben uitgewerkt en stelden we vast dat de
pa g 6 2
smakers
onderzoek
achterliggende reden om dit te doen uiteindelijk weinig met doelgroepdenken te maken heeft. Doorslaggevend is de persoonlijke overtuiging van een educatieve medewerker dat het zin heeft om een dergelijk aanbod te creëren. Kenmerkend is ook dat die educatieve medewerker (meestal gaat het slechts om één persoon, te weinig educatief personeel is een constante) een aanbod maakt in samenwerking met jongeren. Eveneens opvallend is dat dit gebeurt op een heel beperkte schaal: groepjes van zes tot tien jongeren werken enkele maanden tot een jaar intensief samen aan een inhoudelijk project met een publiek moment op het einde van het traject. Dit afsluitmoment is vaak gericht naar andere jongeren, maar in de evaluatie weegt de ervaring van die zes tot tien jongeren veel zwaarder door dan het aantal jongeren dat uiteindelijk op een dergelijk afsluitmoment werd bereikt. Dit is maar goed ook. Als de cijfers over jongeren en cultuurparticipatie één ding duidelijk maken dan is het wel dat er een grens aan het publieksbereik zit. In plaats van steeds te focussen op kwantitatieve doelstellingen is het dan ook hoog tijd voor het beleid én de musea om ook kwalitatieve doelstellingen te formuleren. Er moet niet enkel worden nagedacht over de vraag hoe er meer jongeren kunnen bereikt worden, mogelijk nog belangrijker is de vraag wat er voor de jongeren kan gedaan worden, die al een interesse hebben en die dus met veel plezier maandenlang in hun vrije tijd aan een museumproject willen meewerken.
overnemen en er hun Soirée van maken. In het verleden was AmuseeVous ook aanwezig op rockfestivals en op andere evenementen. De acties hadden steeds een hoge amusementswaarde, wat nodig is om het voor jongeren aantrekkelijk te maken, maar AmuseeVous wil ook meer in de diepte gaan werken. In het najaar van 2008 organiseerde ze om die reden het project Autour et au-delà Broodthaers - Broodthaers: onomwonden. Musea over heel België haalden voor dit project delen van hun collectie Marcel Broodthaers uit de depots en brachten deze samen met werk van hedendaagse kunstenaars die zich lieten inspireren door de kunstenaar. In de Marcel Broodthaers Gazette werd uitvoerig over het project bericht. De AmuseeVous-jongeren hadden uiteraard een belangrijke rol in het verhaal: zij organiseerden de Kotroute. Jonge kunstenaars werden in Gent, Antwerpen en Leuven uitgenodigd om hun werk in studentenkamers te presenteren. Op 20 en 27 november 2008 leidden ze bezoekers rond in de koten.
Het is volledig verkeerd om te denken dat een jongerenwerking in het museum een stormloop van 16 tot 26-jarigen zal veroorzaken. Dit zal niet gebeuren, maar dat is ook niet nodig. Belangrijker is om ervoor te zorgen dat het voor die kleine groep geïnteresseerden mogelijk wordt om een passie voor musea (verder) te ontwikkelen. Deze jongeren, maar ook de musea en organisaties die zich voor hen inzetten, moeten dan ook worden gekoesterd.
AmuseeVous en Marcel Broodthaers Een organisatie die in
Vlaanderen en Brussel al enkele jaren jongeren aan musea tracht te verbinden en omgekeerd, is AmuseeVous. Over heel Vlaanderen zijn jongeren actief die enkele avonden per jaar het museum
Lessons to be learned Deze (en andere gevalstudies) tonen aan dat jongeren wel degelijk warm te maken zijn voor beeldende kunst én meer nog dat ze hun schouders onder een project willen zetten. Ook de musea zijn enthousiast, maar alles staat of valt met de goodwill van één of enkele museummedewerkers, die bereid zijn om, bovenop hun reguliere taken, mee te werken. Kortom, een dergelijk project is enorm arbeidsintensief, zowel voor AmuseeVous, de jongeren als voor de musea. Het resultaat is evenwel dat de banden tussen jongeren en musea worden aangetrokken: het pessimisme dat uit de cijfergegevens rond participatieonderzoek spreekt, wordt vanuit ons casestudy-onderzoek dan ook in grote mate ontkracht.
idealen
smakers
De ideale
zondag
Hier is een belangrijke taak voor het beleid weggelegd. Om een langdurige relatie tussen jongeren en musea te realiseren, moet het de inspanningen van de verschillende actoren honoreren. De musea moeten meer ruimte krijgen voor educatie en de jongeren moeten serieus genomen worden. Dit kan bijvoorbeeld door aan het vrijwilligerswerk een certificaat van bekwaamheid te verbinden (dat een mooie plaats kan innemen op een toekomstig cv ). Bovendien ontstaat hierdoor een sneeuwbaleffect: de jongeren zijn de motor en wanneer zij voelen dat hun inzet wordt gewaardeerd, zullen ze hun enthousiasme doorgeven. En misschien dat zij op termijn dan niet meer enkel de uitzondering zijn die de regel bevestigen.
I
n een korte, intense workshop van vier uur bedachten jef fers * Kristen Bakas, Babs Barning, Johanna Quirynen en Eline Ros samen met Wouter Lambrechts (fotograaf en docent) en Bruno Herzeele (filosoof en docent) hun ideale zondag. Geïnspireerd door het werk van fotografe Marie-Françoise Plissart en het grafisch werk van Chris Ware gaven ze vorm aan hun ideeën. Het resultaat werd een fotoroman in drie fasen, een ode aan een dag
vol onbekommerdheid. Koekjes bakken in de Killzone. * jef (Jongeren En Fotografie) is de jongeren-denk/doe-tank van het FotoMuseum in Antwerpen. jef gaat de confrontatie aan met de collectie van het museum en doet zijn eigen ding, zoals experimenteren in de doka, filosoferen over het ideale museum, een eigen website ontwerpen of een presentatie uitdenken.
pa g 6 3
pa g 6 4
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 6 5
pa g 6 6
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
Expert
schrikkeldag A
l het nodige gedaan? Rust dan maar. Stel u eens een continent voor zonder een rustdag. Chaos dreigt om elke hoek. Mensen racen hun leven voorbij. Simpelweg omdat de meest heilige dag met voorsprong ontbreekt. Een dag waarop men kan ‘be’rusten. Alles laten bezinken en hopen dat het goed komt. Morgen. Want net zoals gisteren is morgen een nieuwe dag. Een zondag, welke ook wel eens smalend een non-dag wordt genoemd. Tenzij je een brandweerman of -vrouw bent. Want vuur leidt zo zijn eigen leven. Los van tijdstippen. Meteen ook de meest dubbelzinnige dag als je wil. Of is de meest vrijzinnige dag meer treffend als we aan zondag denken? Als het van de paus afhangt is elke dag vrijzinnig. Maar de paus sterft dan ook van nostalgie. Nostalgie staat geen uitzonderingen toe. Liefde ook niet. Was het trouwens Rob De Nijs niet die ons volgend lied toezong? “Zondag, zondag. Vandaag blijf ik de hele dag dicht bij je. Zondag, zondag. Vandaag blijf ik de hele dag dicht bij jou.”
S
abbat. Ook voor Luc Verschueren en zijn 'Buren'. Want iemand moet ons toch toespreken via de radio als familie op bezoek komt. Dat zoemend geluid is altijd aanwezig. Al was het maar om stiltes te ontwijken. Radio, wat een
mooi instrument. Ook op zondag. Vooral op Eerste Paasdag. Daar wordt niet aan getwijfeld.
D
ank u, ook en vooral moeder. Zonder jou geen zondag. Heb ik jou al verteld dat ik jou graag zie? En dat ik een zondagskind ben. Soms vraag ik dan aan moeder, stel dat zaterdag wegvalt? Zal er dan nog een zondag zijn? Geruststellend vertrouwt ze mij toe dat dat niet vlug zal gebeuren. Er is altijd plaats op het continent van God. Zeven dagen maar slechts 6 continenten. Vijf zintuigen (in het slechtste geval) en driewerf hoera. God is nooit ver weg. Godzijdank. In figuurlijke zin is een zondagskind een geluksvogel, iemand die veel geluk heeft in het leven. Nu we weten dat echo niet plakt op papier zijn we al een stuk dichter bij berusting. Alles kan beter, ook op zondag. Vroeger geloofde men dat een zondagskind geesten kon zien en de toekomst kon voorspellen. Niet slecht. Voor een zevende dag. Met wat fantasie lukt dat ook vrij aardig. Voorspel de toekomst. Maar doe het wel rustig, en waarom ook niet, met liefde. ’t Is tenslotte zondag. Bij leven en welzijn,
• Pieter
Van Nieuwenhove presentator van Lazy Sunday op Studio Brussel, zondag van 12 tot 15 uur
pa g 6 7
Eric Van Looy Bar ack Obama Heath Ledger Ignace Crombé
#2 #3 #4 #5
Humo Fl air Knack P-Maga zine Joepie
#2 #3 #4 #5
fa v o r i e t e n
#1
smakers
tijdschrift
Peter Van de veire
#1
top 5/ cultfiguur
pa g 6 8 fa v o r i e t e n smakers pa g 6 9
pa g 7 0
smakers
ko r t v e r h a a l
Kortverhaal
wimpers Op zondag 9 november 2008 werden de winnaars van de Vlaams-Nederlandse kortverhalenwedstrijd Het Verhaal der Lage Landen bekendgemaakt. Uit de 340 deelnemers werd eerst een longlist van 20 verhalen geselecteerd, die dan door Mark Reynebeau, Rik Torfs, Renske de Greef, Saskia de Coster en Iris Koppe werd herleid tot een top 3. Barbara van Ransbeeck is onze favoriete no.2. Ik was in de war. De doorsnee voorbijganger zou gezegd hebben dat ik mentaal gestoord was. Kierewiet, recht uit het zothuis. Het was ook geen zicht. Hoe ik daar in mijn blootje op mijn knieën over de grond kroop, met mijn vingers tussen de voetpadtegels friemelde. De mieren rond mijn voeten uitschold voor vuile dieven. Met mijn handen streelde ik de stoep, in de hoop iets te voelen dat ik met mijn ogen niet zag. Ik was niet gek, hooguit een beetje radeloos en verloren, zoals in de beste liefdesliedjes. Als ik die wimper niet snel vond, dan kon ik evengoed ter plekke doodgaan. Twee weken geleden raakte mijn leven plots in een stroomversnelling en stroomversnellingen hebben nogal eens de neiging overweldigend snel en onomkeerbaar te zijn. Ik demonstreerde net aan een vriendin dat mijn traanklier een tjirpend geluid maakt wanneer ik
erop druk, toen er een wimper op mijn hand viel. Een wens! Al van sinds ik tot een klavertje vier kan tellen, laat ik nooit een kans onbenut om mijn geluk een handje te helpen. Ik blijf binnen op vrijdagen met een dertien in, hou mijn houten kop vast, loop in een bocht rond een ladder, spuit witte stippen op zwarte katten en doe wensen met wimpers. Er zijn verschillende manieren om te wimperwensen, maar die dag blies ik de wimper gewoon met mijn ogen dicht van mijn wijsvinger. Ik wenste dat ik mijn droomprins zou ontmoeten. Een standaardwens zeg maar. Het cliché onder de wensen. Wonderwel kwam mijn wens meteen uit. Ik was nog maar net hink-stap-springend de hoek om (mijn benen zijn niet even lang) of ik botste op een mooie jongeman met een regenboog T-shirt. Waar onze blikken kruisten, flambeerde de lucht spontaan. Zoef! Verblind door zijn aanwezigheid vergat ik te spreken, vergat ik te bewegen. Vergat ik alles. Gelukkig neemt mijn automatische piloot het op zo’n momenten over en mijn vingervlugge vingers konden hem in het passeren nog net een stukje DNA ontfutselen, een roosschilfer van op zijn schouder. ’s Avonds, onder de microscoop, ontdekte ik alles wat ik van hem moest weten: hij heette Marnix, volgde Deense les, hield van strijken, vetplanten en
regenbogen. Ik danste op wolkjes, nu hij nog. Uit de tekenfilm van Alladin en zijn wonderlamp wist ik dat je niet om het even wat kon wensen: je kon niemand op je verliefd laten worden. Dat wist ik nu wel zeker, want daar had ik al zeven wimpers aan verspeeld. Het moest dus met een omweg gebeuren. Ik droomde van hem. Ik verprutste uren met denken aan hem, verzon de meest tragische filmscenario’s: hij redde me uit een zinkend schip, we kregen een incestueuze broer-zusrelatie of vlogen samen door de lucht op een brandblusser. Ik ging helemaal in mijn fantasie op, tot een ondeugend kaboutertje me tegen de hersenpan tikte dat ik in actie moest schieten. Hij maande me aan om nog wat wimpers te testen. Was mijn wens toevallig uitgekomen of had ik écht magische wimpers? Ik testte mijn geluk eerst kleinschalig: ik wenste de nacht en de elektriciteit viel uit, ik wenste een lekkere chocoladetaart en mijn broer stond met een gestrikt wit kartonnen doosje voor de deur. Het regende, ik dacht aan een paraplu en er viel een uit de lucht. Kleine, praktische dingen, die mijn hart deden swingen. Eerst wachtte ik nog geduldig tot er een wimper uitviel of loszat, maar na een tijdje trok ik ze gewoon uit en wenste me te pletter. Ik merkte niet eens op dat de wenswimpers niet teruggroeiden, zo was ik on-
ko r t v e r h a a l
smakers
pa g 7 1
der de indruk van de kleine ingrepen die mijn leven alsmaar spannender en glamoureuzer maakten.
“Hoe vreemd, jij hebt geen wimpers… of toch nog eentje in je linkeroog,” verbrak hij de seksuele spanning abrupt. “Ben jij zo’n type dat uit stress dingen moet uittrekken? Er bestaan mensen die geen haar meer op hun hoofd hebben en een pruik…” Ik hoorde hem niet meer. In mijn hoofd stopte ook Frank Sinatra abrupt zijn romantische zangstonde. De laatste wimper? De allerlaatste? Een kortsluiting in mijn computer. Een rookpluim uit mijn oor. Ik moest nog een brood wensen, want de bakkers waren al dicht. Ik moest nog wensen dat het lekker zou zijn met Marnix. Dat hij zou terugkomen. En ik moest nieuwe wimpers wensen. Meneer regenboog vond het grappig om tijdens mijn algehele verstomming en tijdelijk locked-insyndroom die laatste wimper uit te trekken. Hem plagend tussen zijn duim en wijsvinger voor mij te houden en ruim op tijd weg te trekken, want ik kon nog steeds niet bewegen. Uiteindelijk liep hij ermee naar het raam en liet hem op zijn vinger buiten hangen. Met een grijns op zijn gezicht van oor tot oor. Ik reageerde eindelijk, op de verkeerde manier. Ik sprong op hem. Zijn arm wiebelde. De wimper viel uit het raam.
De wind en de mieren beschuldigend van diefstal. Mezelf van ‘hoe is het mogelijk?’. Ik streelde het hele voetpad. Hoorde Marnix zich haastig en gegeneerd uit de voeten maken. Op weg naar een nieuw honderd meter record. Ik bleef zo goed als ik kon gefocust op de zaak, maar vond geen wimper. Ik weet niet of een wimper zo’n diepe val überhaupt kan overleven. Ik vloekte als een Gilles de la Tourette-patiënte. Ik had geen wimpers meer om de tranen tegen te houden.
Marnix! Na dagen van onzichtbaar stalken en intensieve research was het op een avond dan eindelijk gelukt. Ik had er met wimperkracht voor gezorgd dat we in hetzelfde danscafé zaten. Hij met zijn regenboog T-shirt, ik met mijn verliefde aura om me heen (flashy roze!). ‘Ooh, girl, shock me like an electric eel’, klonk het. Perfect. De dj kon mijn knetterende gedachten lezen. De gewenste elektriciteit hing in de lucht. Marnix voelde het ook en kwam naar me toe. Hij vroeg een vuurtje. We haalden ijverig onze goedkoopste koetjes en kalfjes boven, maar ruilden die beesten al gauw in voor diepgaandere kwesties. We praatten urenlang. Over alles en niets. We kregen die avond allebei de verkleinwoordziekte te pakken. Heel heftig. Overal kleefden we -jes en -pjes en -etjes achter. Mijn stekje of het jouwe? Het werd mijn appartement. De hele tijd dat hij bij mij was, had ik uit onzekerheid nog stiekem dingen aan mezelf zitten veranderen. Ik polste ernaar of hij van grote borsten hield en wenste er in het toilet vlug kleinere dan de toeters die ik mezelf had aangemeten. Ik toverde nog vlug even lange benen, een geschoren bikinilijn en een extra erotische lichaamsgeur. Twee condooms en een pakje Kleenex. We speelden strippoker, daarna tikkertje, vleiertje en tenslotte bloterke. Tussen mijn toegeknepen oogleden gluurde ik naar hem. Jep, een naakte homo erectus tussen mijn lakens. ‘Fly me to the moon, man!’ We keken lang in elkaars ogen, van links naar rechts en terug, telden elkaars sproeten, tot hij fronste. Eerst zijn linkerwenkbrauw omhoog, dan zijn rechter.
Uit mijn keel schoot een gil zo schel dat mijn trommelvliezen er haast van barstten. Bijna dook ik achter de wimper aan, maar mijn lichaam maakte een zelfbehoudende schijnbeweging en trok zich nog net terug. In de plaats verkocht ik meneer de grapjas een hysterische lap van 100 euro en stoof naar de deur. De lift werkte natuurlijk niet. Op zo’n momenten volgen liften gráág de wet van Murphy. Vier trapverdiepingen rende ik naar beneden. Ik hoorde Marnix’ kaak nog nasmeulen en zijn mond drie verdiepingen lager openvallen. Zijn goesting verstijven. Het klonk als verre echo’s, terwijl ik op de stoep voor mijn appartement de laatste wimper zocht.
Uiteindelijk haalde ik mijn laatste redmiddel boven: de pluisjesroller. Zorgvuldig pluisde ik het voetpad, de straat, de mieren, alles. Bracht mijn stoep geografisch in kaart. Het resultaat onderzocht ik op mijn appartement. Stukjes bladeren, zandkorrels, bladeren, fluim van de onderbuurman, hondenharen, Coca-Cola, maar geen wimper. Ik wenste mezelf dan maar in slaap, zonder wimper. Morgen zou ik mijn armhaar op wenskracht testen.
• Barbara van Ransbeeck
onderzoek
onderzoek
smakers
pa g 7 3
)
,6%
n
s’e
Sm
n
lle Be
(98
)
,2%
(91
en
em
sn to’
)
,5%
(61
) ) ,8% ,5% 59 ( (40 r e n kk re We iste elu b k ) zie ,3% Mu (28 s ) tje ,4% elle (25 Sp s ) je ,7% clip eo (17 d i V en ter luis o di Ra %) %) (13 n (7,2 e ’ t s e rn Mm nte pi o n rfe Su ) (5% n e l i Ma %) (2,4 s Gp
Jeugddienst vzw & jeugdwerknet vzw
Fo
• graffiti
smakers
onderzoek/ apestaartjaren 2.0
pa g 7 2
onderzoeksrapport jongeren en nieuwe media Voor de tweede
keer op rij sloegen Graffiti Jeugddienst vzw en Jeugdwerknet vzw in 2008 de handen in elkaar voor Apestaartjaren, een studiedag rond jongeren en nieuwe media. Voorafgaand aan deze studiedag voerden beide partners een heus onderzoek uit naar hoe jongeren omgaan met verschillende nieuwe media in het algemeen en web 2.0-toepassingen in het bijzonder. Welke media bezitten of gebruiken jongeren? Welke nieuwemediatoepassingen zijn het populairst? Welke invloed heeft het nieuwemediagebruik van jongeren op hun sociale relaties?
919 Oost-Vlaamse jongeren werden bevraagd door middel van een enquête. Om deze doelgroep enigszins af te bakenen, werden enkel leerlingen uit het 1e en het 6e middelbaar bevraagd. Op die manier is er ook een onderscheid tussen de zogenaamde ‘jonge jongeren’ en de ‘oudere jongeren’. Verder werden zowel leerlingen uit aso, tso en bso betrokken bij het onderzoek. Bezit Nieuwe media zijn niet meer weg te denken uit het leven van jongeren. Bijna iedereen heeft een gsm, een pc en internet. Het bezit van een gameconsole is iets minder vanzelfsprekend, maar
Gsm functies
•
pa g 7 4
smakers
onderzoek
Andere opmerkelijke vaststellingen: jongens luisteren opvallend vaker naar muziek (46,1% vs. 36,1%), spelen meer spelletjes (33,8% vs. 24,1%) en kijken meer naar videoclips (30,1% vs. 21,4%) op hun gsm dan meisjes. Meisjes nemen dan weer vaker foto’s (66,2% vs. 55,8%).
(89
(67
%)
MS N ) I nfo rm (62 atie ,9% )Y ou Tu be (62 %) Ma (60 il ,4% ) Ga (54 me ,2% s )M uzi eks ite (39 ,7% )N etl (18 og ,7% )M y (16 spa ,6% ce )N ieu ws site (16 ,5% )C hat (9,4 ten %) Fo tos ite s (6,9 %) Blo (5,5 g %) Fac ebo ok ,8%
onderzoek
smakers
pa g 7 5
er
Int ASO
• Internettoepassingen
zeker geen uitzondering. De algemene trend is dat jongeren deze multimediatoestellen ook steeds vaker exclusief voor zichzelf hebben. Een tv op de eigen kamer of een pc voor zichzelf zijn niet langer voorbehouden voor de happy few, hoewel ze die meestal niet zelf betalen. Opvallend is dat jongens aangeven meer zelf te betalen dan meisjes. Nochtans krijgen jongens en meisjes evenveel zakgeld. 93,3% van de bevraagde jongeren heeft een gsm Het gebruik
ervan is multifunctioneel. Met een gsm kan je tegenwoordig veel meer dan en-
kel bellen en sms’en, hoewel dit logischerwijs de meest gebruikte functies zijn: 91,2% van de jongeren gebruikt zijn gsm om te bellen, liefst 98,6% om te sms’en. De helft van de bevraagde jongeren gebruikt zijn gsm voor vier of meer functies, één op vier gebruikt meer dan vijf functies. Er zijn geen significante verschillen in het aantal functies dat jongeren gebruiken naargelang geslacht en leeftijd. We kunnen enkel vaststellen dat jongeren uit het aso beduidend minder gsm-functies gebruiken in vergelijking met hun collega’s uit het tso en bso.
Tijdsbesteding Hoeveel tijd per week spenderen jongeren aan de verschillende vormen van nieuwe media? Uit het onderzoek blijkt dat tv kijken (12u49) en surfen op het internet (10u28) de absolute koplopers zijn. Daarna volgen gamen (3u57), computeren zonder internet (2u26), sms’en (3u37), bellen met de gsm (1u49) en bellen met de vaste lijn (1u).
)
53
m
Gs
(0u
)
33
1u
er
Int
(1 net
tso
3)
u0
(3 ms
S
)
33
m
Gs
(1u
0)
u3
13 et (
er n
Int bso
4)
u4
Meisjes sms’en (4u11 vs. 2u56) en bellen (3u48 vs.1u52) meer dan jongens, terwijl jongens meer op hun computer (zonder internet) bezig zijn (3u50 vs 1u24) en games spelen (7u06 vs. 1u22).
(6 ms
S
)
45
sm
G
Wat de factor opleidingstype betreft, blijken leerlingen uit het bso meer tijd te besteden aan nieuwe media dan leerlingen van het tso en aso. De verschillen zitten vooral in het gebruik van sms, gsm en internet.
)
12
(2u
s Sm
97,8% van de bevraagde jongeren heeft thuis een computer 41,8% van de jongeren heeft een
computer op zijn kamer en 29,7% daarvan heeft daar ook zelf voor betaald. 97,5% van de respondenten die in het bezit zijn van een computer, beschikken ook over een internetaansluiting. Net zoals bij de gsm vervult het internet ook verschillende functies. Het wordt gebruikt ter ontspanning, om sociale contacten aan te gaan of te onderhouden, om informatie te zoeken, om te ‘praten’ met elkaar, voor schoolwerk, enz.
4)
u1
(8 net
Gebruik van sms, gsm en internet per opleidingstype •
(2u
pa g 7 8
smakers
onderzoek
onderzoek
smakers
Sociale relaties Jongeren chatten,
is dan contact hebben met elkaar over het internet. Het tweede kan het eerste niet vervangen. Ze ontmoeten ook liever eerst iemand in het echt vooraleer ze die toevoegen aan hun internetcontacten.
Reflecties op een weekend zonder gadgets Uit het onder-
stilstaat en je je plots realiseert: ‘Mijn god, wat is het hier oorverdovend stil!’ Stilte is geen sensatie die een mens stilletjes besluipt, omdat het een oor voor afwezigheid vereist. Stilte is juist het ontbreken van lawaai, een auditief vacuüm.
mailen, msn’en, enz. vooral met schoolvrienden en familie. Nieuwe vrienden maken via het net gebeurt veel minder. We zien dus dat men het internet vooral gebruikt om bestaande contacten te onderhouden en niet zozeer om nieuwe contacten aan te knopen. Bovendien zien we ook dat deze contacten vaak een verderzetting zijn van het contact in real life. Jongeren zijn het erover eens dat elkaar in levende lijve zien veel echter
Je kan het volledige onderzoeksrapport raadplegen op www.apestaartjaren.be. Op de site vind je ook een blog rond jongeren en nieuwe media. Bovendien organiseren Graffiti Jeugddienst en Jeugdwerknet regelmatig ‘update’vormingen.
zoeksrapport van Graffiti Jeugddienst en Jeugdwerknet leren we dat jongeren sterk afhankelijk zijn van gsm en computer om hun sociale netwerk in stand te houden. 43,2% van de jongeren vindt zelfs dat zij tegenwoordig niets zijn zonder computer. Om dit aan de realiteit te toetsen deed Smakers een oproep aan jongeren om een weekend zonder hun gadgets door te brengen. We vonden er welgeteld twee.
Gadget ID: Bram Michielsen
N e Fa tlog ce bo m sn ok – l Ch ijs at t M ai l
(24 jaar, Westmalle)
1. School
2. Familie
3. Kennen via het internet
4. Sportclub
5. Jeugdbeweging
Mail
Chat
msn – lijst
Facebook
Netlog
1. School
78,5 %
85,0 %
90,7 %
12,7 %
42,2 %
2. Familie
63,0 %
64,2 %
85,1 %
10,6 %
29,4 %
3. Kennen via internet
23,2 %
33,7 %
38,3 %
6,7 %
28,8 %
4. Sportclub
32,5 %
40,3 %
45,5 %
5,7 %
20,7 %
5. Jeugdbeweging
23,9 %
28,3 %
33,5 %
3,5 %
14,4 %
Ik ben verknocht aan m'n notebook (waarop ik films kijk, m'n mail check, chat met m'n vrienden, actualiteit en media op de voet volg, enz.), aan m'n gsm (die m'n planner én m'n digitale klok is, evenals mijn belangrijkste manier om mensen snel te kunnen bereiken ivm afspraken, planning(en), enz.) en aan m'n mp3-speler (waarop mijn volledigde cd-collectie én een resem tv-programma’s pronken). Die drie items beslaan ongeveer 99% van m'n digitale identiteit. Voor de lol zal ik er de digitale camera, thuis-pc, dvd-speler en het tv-toestel ook nog bijgooien, hoewel ik die überhaupt niet zo veel gebruik. Bevrijd van digitaal mekkerende apparaten Wanneer je
helemaal alleen in een uitgestrekt bos rondloopt, is er altijd dat ene moment. Iedereen kent het, iedereen heeft het al meegemaakt: het moment waarop je
pa g 7 9
Gadget ID: Veerle Goossens
Een gelijkaardige ervaring overvalt je wanneer je besloten hebt twee dagen zonder moderne gadgets, gizmo’s en andere elektronica door te brengen. Als bij donderslag dringt het besef plots door: ‘Ik heb vandaag nog niet één bliepje, bloepje of digitaal mekkerend apparaat moeten aanhoren! Ik ben nog niet weggedreven als binair wrakhout op de zwalpende baren van het wereldwijde web, doelloos overgeleverd aan de grillen van cyberspace!’ Het is niet moeilijk om gewend te raken aan dit nieuwe, stoorzendervrije status quo. Al vanaf de tweede ochtend, leef je alsof het hele digitale gadgettijdperk slechts een kwade koortsdroom is geweest, een vluchtige bevlieging die zich als een sociale en culturele parasiet hardnekkig in de flanken van de 21ste eeuw had vastgebeten en nu in een oogwenk is verdelgd. Je voelt je – in één woord – bevrijd. Het aloude cliché wil dat we ons in deze hectische tijd laten leven door onze gebruiksvoorwerpen, dat we werktuigen toestaan om ons leven in een continu bombardement van stimuli onder te dompelen. Misschien is het tijd om het bit uit onze mond te wrikken en de teugels te ontfutselen aan onze elektronische wagenmenners, zodat we ze terug in eigen handen kunnen nemen. Zodat we het paard weer voor de kar kunnen spannen, waar het thuishoort. Who’s with me?
(21 jaar, Waterloo) Ik ben helemaal verslaafd aan mijn gsm en computer met internet. Via deze weg sta ik in contact met vrienden, die zich fysiek allemaal redelijk ver weg bevinden. Het grootste deel van mijn online tijd gaat bijgevolg naar sociale contacten. Verder surf ik vooral naar actualiteitswebsites zoals die van De Morgen. Verder schrap ik ook mijn iPod, die vooral dient om dode momenten op te vullen. Wanneer ik hem thuis vergeet, verveel ik me al snel. Tenslotte zal ik ook mijn digitaal fototoestel laten voor wat het is, ook al leg ik dingen graag vast op beeld om ze achteraf opnieuw te kunnen oproepen. Een slopende sociale amputatie Ik zal er geen doekjes om winden:
ik heb vals gespeeld. Mijn studie is de enige verantwoording die ik daarvoor kan geven. Als bachelor in de communicatiewetenschappen weet ik namelijk alles over de sociale druk die met een gsm gepaard gaat (à la ‘Waarom antwoordt ge niet?’ amper vijf minuten nadat je het desbetreffende berichtje ontvangen hebt). Ik wilde me al die verontwaardiging niet op de nek halen, dus heb ik iedereen die me nodig zou kunnen hebben op voorhand gewaarschuwd. Ik dacht dat ik safe zat, dat ik erop voorbereid was. Maar op deze beproeving kan je nooit helemaal voorbereid zijn. Het was een zeer doorsnee weekend, wat perfect was voor de test. Een dagje naar de oma, gevolgd door een avondje
pa g 8 0
smakers
onderzoek
uit en de lome lange dag erna. Het leek haalbaar. Maar niets was minder waar.
alle praktische afspraken op zich konden nemen zonder dat ik me erin hoefde te moeien. Zo niet, dan was ik hoogstwaarschijnlijk te voet naar huis moeten gaan. Ik moet wel zeggen dat het niet allemaal kommer en kwel was: ik had het perfecte excuus om mijn gsm-nummer niet te moeten geven als iemand erom vroeg. ‘Dag knappe meid, mag ik je gsm-nummer hebben?’ ‘Dat zal niet gaan vrees ik, ik werk namelijk mee aan een onderzoek waarvoor ik enkele weken geen gsm of internet mag gebruiken.’ En weg was hij, prince (not so very) charming. Wist hij veel dat ik met die ‘weken’ enkel de resterende zondag bedoelde, die naar mijn aanvoelen weken zou duren!
naar informatie de spuigaten deden uitlopen. Letterlijk. Helemaal overstrest ben ik vroeg in mijn bed gekropen, niet toegevend aan het knagende gevoel dat je ervaart wanneer je wilt controleren of je berichten hebt. Althans, ik ken dat gevoel en kan alleen voor mezelf spreken. De volgende morgen was het er nog steeds, en ben ik meteen naar de computer gelopen. In mijn pyjama en met slaapogen, want ik had hem al lang genoeg moeten missen.
Het begon al op zaterdagnamiddag. Ik had beloofd om wat te helpen in de tuin en kreeg de taak om het onkruid te wieden. Gemakkelijk zat? Niet dus. Niet zonder iPod. Om je dood te vervelen gewoon. De ‘graag gedaan, oma’ kwam er nog nooit zo ongemeend uit. Wat zowel mijn oma als mijn ouders tegen de borst stuitte. Veel moeite om het uit te leggen heb ik niet gedaan, want ze leken niet te begrijpen waarom je bij alles wat je doet muziek nodig hebt. Maar daar was ik al achter voor ik aan deze test begon. Later op de dag werd ik geconfronteerd met een verschijnsel dat ik zowel in theorie als in praktijk al kende: het feit dat jongeren geen accurate afspraken meer (kunnen) maken. En hoewel ik dacht dat ik mijn weekend goed voorbereid had, kwam ik voor een verrassing te staan. We hadden afgesproken voor het eten, maar zonder exact uur. Wat maakte dat ik voor een gesloten deur stond, aangezien ‘voor het eten’ zowel half zes als half zeven kan betekenen. Er was geen enkele mogelijkheid om mijn nicht te verwittigen, tenzij ik mijn belofte zou verbreken en mijn gsm aan zou zetten. Die had ik toch maar mee voor noodgevallen. Maar zolang het niet begon te stortregenen, was dit geen noodgeval leek mij. En dus ben ik, zonder iPod of gsm om me gezelschap te houden, blijven wachten. Opnieuw verveling en frustratie alom. Zeker toen bleek dat ze al die tijd vlakbij was en gemakkelijk naar huis had kunnen komen als ze geweten had dat ik er al was. Dom onderzoek! Nog later die dag bleek uitgaan zonder gsm evenmin een sinecure, ronduit een slecht idee eigenlijk. Gelukkig werd ik omringd door mensen met gsm's die
En dan was er nog de rit met de trein naar huis, die volledig onmogelijk was omdat ik a) niet wist wanneer die trein vertrok en ik het niet op het internet mocht opzoeken en b) thuis moest laten weten om hoe laat ik er zou zijn. Oplossing: ik heb naar huis gebeld met de vaste telefoon en heb gevraagd dat zij het op het internet zouden opzoeken. Zo heb ik me niet helemaal aan de regels gehouden, maar heb ik zelf geen computer aangeraakt. ok , ik heb gefaald, maar gadgetvrij een uur langer moeten wachten dan nodig omdat ik de treinuren niet kende, vond ik net iets te veel van het goede, zeker na zes uurtjes slaap. Eenmaal thuis begon de grootste beproeving van allemaal. Ik voelde me als Josh Harnett die zich in de film 40 days and 40 nights van seks wil onthouden en die daardoor de laatste uren van die periode vastgebonden op zijn bed doorbrengt. Op de trein was het gemakkelijk: behalve een gsm had ik geen verleidelijke objecten bij. Maar de avond thuis doorbrengen was een nachtmerrie: overal computers met internetaansluiting die me toelachten en de drang
Nee, dit weekend heeft me niet veranderd. Het heeft alleen bevestigd wat ik al wist: dat ik een onlesbare dorst heb naar informatie en sociale contacten. Het missen van een dvd-speler en zelfs een iPod was met momenten niet zo erg. De treinrit die niet begeleid werd door muziek stoorde me niet eens zo hard. Maar het gebrek aan contact met vrienden terwijl ik wist dat die misschien wel contact zochten (ik had immers niet iedereen gewaarschuwd van mijn sociale amputatie) was slopend. Ik wist wel dat ik bij de ‘ergste’ groep wat betreft het gebruik van gsm en internet hoor, dus ook in dat opzicht heb ik niets bijgeleerd. Ik ben altijd en overal bereikbaar en bijgevolg word ik volledig gek als ik geen communicatiemiddelen heb. Mensen die niet altijd bereikbaar willen zijn, zullen daar minder last van hebben. Maar onderzoek heeft al uitgewezen dat veel jongeren tot ‘mijn’ groep behoren, dus ik ben niet alleen. Toch nog één troost tijdens dit kwellende weekend dat volledig gevuld werd met een onverdraaglijke drang naar sociaal contact via allerhande kanalen. Als het onderzoek nog langer had geduurd, had ik hoogstwaarschijnlijk de telegraaf heruitgevonden – want dat kan niet als vals spelen beschouwd worden, lijkt mij.
idealen
smakers
pa g 8 1
De ideale
emoticon
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
n de virtuele ruimte vliegen de emoticons dagelijks over en weer, maar drukken zij onze emoties wel adequaat uit of zijn er emoties waar geen emoticons voor bestaan? De studenten van de derde bachelor, afstudeerrichting Grafisch Ontwerp met als optie Illustratieve Vormgeving van de Provinciale Hogeschool Limburg, geven vorm aan hun visie.
23
24
25
26
27
28
29
30
I
pa g 8 2
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 8 3
Expert
voorbij de grenzen van de smiley Nicky Vreys
Saliën Rob
I
m
k vind dat emoticons – door hun saaie digitale vormgeving – niet echt zo veel emotie weergeven. Door ze te vertalen naar traditionele media heb ik getracht om ze meer gevoel te geven zodat ze veel beter emoties doorgeven.
31
32
33
E
ijn emoticons zijn gebaseerd op designer toys waardoor ze iets exclusiefs krijgen.Door hun eenvoud kunnen ze voor meerdere emoties of gebaren gebruikt worden. Iedereen kan er zijn eigen of een andere interpretatie aan geven.
34
35
medewerkers
37
38
39
40
41
42
43
44
Ine Spee (fig. 1) Sander Reynders (fig. 2) Jef Van den Bergh (fig. 3-18) Ann Hermans (fig. 19-22) Nele Bollen (fig. 23-25) Nick Claes (fig. 26-29) Nicky Vreys (fig. 30-33) Rob Saliën (fig. 34-39) Tim Verhoeven (fig. 40-44)
36
moticons zijn rare beesten. Ze zien er meestal geel uit en lijken hoegenaamd niet op een mensengezicht. Toch gebruiken we ze massaal om onze digitale woorden kracht bij te zetten. Een paar eenvoudige lijnen of kleurnuances slagen er blijkbaar in weer te geven hoe we ons voelen. Misschien wel bij gebrek aan beter?! In elk geval is de ideale emoticon een eenvoudig ontwerp waarvan zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk de bedoeling herkennen.
S
ommige van onze jonge ontwerpers stellen zich net als ikzelf vragen bij dat gele kleurtje. Toch blijkt het een zware klus te zijn om een andere kleur te vinden die neutraal genoeg blijft. Warme kleuren zijn daarvoor aangewezen. Er zijn er ook die het geel wel trouw blijven maar toch gezocht hebben naar een originele invalshoek. Wat over het algemeen opvalt, en mij blij maakt: de meesten zijn erg creatief in het aftasten van de smiley-grenzen. Zo is er de blauwe reeks, waar twee ronde handjes op inventieve wijze mee bijdragen aan de emotie. Die serie toont goed aan dat gesticulerende handen
en een welgeplaatste wenkbrauw wonderen doen. Bovendien respecteert de ontwerper de belangrijke less is moreregel. Daar hecht ik persoonlijk veel belang aan, want een emoticon zonder universeel menselijke eigenschappen is niet meer dan een schamele smiley, een icoontje.
O
ok een leuke vondst is de ik-gaeven-eten-boterham. Een sneetje brood als emoticon, waarom niet? Hoe moet zo’n boterham zich voelen als hij zijn einde ziet naderen! Je geeft er je chatpartner op een originele manier de juiste boodschap mee. Da’s eens wat anders dan een geel cirkeltje dat z’n mond volpropt.
I
k ben blij verrast door de eigenwijsheid van de studenten. Emoticons hoeven er niet per se uit te zien zoals ze er al jaren uitzien. They’re here to stay, zeggen ze in het Engels. Dus kunnen we maar beter een paar frisse vormgevers hun ding laten doen. Neem nu de vermenselijkte acryl-emoticons. Pure kunstwerkjes waar ik spontaan door ontroerd ben. En het beste bewijs dat idealen tekenbaar zijn als je durft
dromen. Denk buiten de lijnen, experimenteer en je kan tot straffe resultaten komen.
E
én goeie tip wil ik toch meegeven: emoticons moeten heel klein afgebeeld kunnen worden. Als je de test doet, worden de meeste ontwerpen wat onduidelijk. Goede proporties zijn daarbij van immens belang. Lijnen die niet te dik of niet te dun zijn, kleuren die genoeg contrasteren… ze maken een emoticon ook op grafisch vlak ideaal. :-)
• Rik Boey auteur van het sms zkwrdnbk www.rikboey.be
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
Jump, Tecktonik, cranken, krumpen, clownen, Melbourne shuffle, kuduro, appele, hardstep, lindyhop, ... wie kan nog mee? Zijn er meer dansstijlen
België jumpt Eind jaren ’90 lanceren
pa l m a e r t s ( t r e n d w o lv e s ) m e t d a n k a a n l ot t e d e b r u y n ( l a d d a )
dan ooit, of lijkt dat alleen maar zo en is gewoon de manier van verspreiden en aanleren gewijzigd? Zal men over twintig jaar deze dansen nog kennen? Allemaal vragen en bedenkingen die in ons opkomen als we kijken naar de vele verschillende nieuwe stijlen.
• to m
smakers
reportage/ de nieuwste dansrages
pa g 8 4
Comedian Judson Laipply toont in zijn zes minuten durende online videohit The evolution of dance verschillende dansstijlen van Elvis tot Vanilla Ice. In januari 2009 lanceert Laipply een vervolg op deze video, met onder andere Pump Up the Jam van het Belgische Technotronic. Het succes van deze video's geeft aan dat dansen niet meer voorbehouden is voor de club, maar dat we via nieuwe technologieën de wereld kunnen veroveren. Vandaag hebben internet en technologisering een globaliserend effect op dansen. Zo uploadde de 16-jarige DeAndre Ramone Way aka Soulja Boy op een schone dag vanuit zijn slaapkamer in Batesville (Mississippi) zijn dansskills via YouTube. Deze luttele 82 seconden zijn ondertussen miljoenen keer bekeken. Wanneer Soulja Boy ook een tutorial lanceert, is de dansrage niet meer te stoppen: "Watch Me Crank That Soulja Boy”. Dansen is naast amusement een profilering van je skills. Je toont ze meteen aan heel de wereld en vraagt naar reacties. In een globaliserende wereld stijgt de waarde van het locale. In het artikel overlopen we daarom enkele dansfenomenen, gekoppeld aan België. Om enkele trends te schetsen, staan we voornamelijk stil bij de kleurrijke Tecktonik-stijl.
Da Boy Tommy en Da Rick ‘Jumpmuziek’ in België, met hun top 10 hit Ready to rumble. Jump bestaat al tien jaar, maar kent begin 2006 een enorme hype. De meest bekeken jumpvideo is van Patrick: Patrick Jumpen: Tutorial Jumpstyle die Jan Peter Balkenende zelfs kan begrijpen! Via internet verspreidt de nieuwe Belgische dansstijl zich en verovert Nederland, Duitsland, Frankrijk, Polen en Australië. Een dansstijl die zo snel globaliseert heeft een handleiding nodig. Vandaar het grote succes van dance tutorials. Als de leraar die ze nooit gehad hebben, leert Patrick jongeren hoe ze moeten jumpen en duo-jumpen. Jump treedt buiten de club en jongeren gaan ook jumpen in ’t park, op school en voor de webcam. In de zomer van 2007 jumpt Australië en haakt België af. De kleinere broers en zussen, leerkrachten, ouders en zelfs grootouders jumpen tijdens trouwfeesten en elke vorm van coolness verdwijnt als sneeuw voor de zon. Een trend die opkomt verdwijnt niet zomaar. De jumphype is over, maar een grote groep van jongeren heeft de dansmicrobe te pakken. Vandaag leeft jump nog steeds, maar is nu bekend onder andere namen als tekstyle en, recenter nog, hardstep. Tekstyle is een reactie op het vereenvoudigen van jump en maakt de dans complexer en individueler. Hardstep is een mix met de twintig jaar oude Melbourne shuffle die in Duitsland een hardere variant krijgt. Tecktonik: Sound, stijl en looks De dans ontstaat tijdens de Teck-
tOnik Killer-party’s in het discothekencomplex Metropolis te Parijs. Sinds 2000 is TecktOnik Killer het concept waarmee Metropolis het geluid van de Belgische jump en Nederlandse hardstyle combineert met de zachtere Electro uit Italië en Spanje. Opvallend zijn de zwierige arm-
pa g 8 5
pa g 8 8
smakers
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
bewegingen, die ritmisch ver naar boven of beneden zwaaien of ver van links naar rechts gaan. De benen bewegen sensueel en subtiel, terwijl de heupen meedraaien. Ook de Vogue-bewegingen van Madonna zijn duidelijk aanwezig. Het jonge publiek absorbeert de retromodelooks van de Engelse jaren ’80 ravescene: fluorescerende kleuren, strakke broeken, armbanden en spannende T-shirts. Tecktonik-dansers knippen hun haar kort vooraan en laten het iets langer achteraan, de stervorm uit het Tecktonik-logo wordt gebruikt als cut in het haar of als make-up rond het oog. De Tecktonik-stijl presenteert zich ondertussen geleidelijk in de modewereld. De fluokids ontwikkelen een energieke dans die een combinatie is van rave, disco en breakdance. Alexandre Barouzdin (artistiek leider Metropolis en organisator van TecktOnik Killer): “De TecktOnik Killer-avonden hebben een gemengd publiek. Jumpers, hiphoppers, clubbers… ze voelen zich allemaal aangesproken door de Tecktonik-sound. De muzikale clash van verschillende scenes merk je ook in de dansstijl. Iedereen heeft zijn eigen Tecktonik-stijl: meer jump, meer rave, meer locking…” Jack Herror (danser van smdb : Suck My D*ck B*atch) onderstreept dat iedereen wel zijn eigen interpretaties heeft, maar dat er wel enkele gelijkenissen zijn: de vele armbewegingen, de mode, de muziek en het haar.
reert hij duizenden jongeren. Zijn video werd ondertussen meer dan drie miljoen keer aangeklikt. smdb is – naast v. i . teck , La Love Teck en Wantek – de meest invloedrijke dansgroep in de Tecktonikscene. De drie vrienden Maestro, Jack Herror en Spoke van smdb waren al te gast bij Canal+ en het journaal van m 6. De negentienjarige Treaxy werd in 2007 Tecktonik-danskampioen en is in korte tijd uitgegroeid tot tieneridool. De jonge mixdansers worden de nieuwe rocksterren.
In België is Wallonië vanuit de cultuurverbinding sneller op de danshype gesprongen. In Vlaanderen duurde het enkele maanden langer vooraleer Tecktonik omarmd werd. In Brussel verzamelden iedere zondag een honderdtal jongeren bovenaan de trappen van het Justitiepaleis. Dansers nemen het tegen elkaar op in breakdancestijl. Toeschouwers staan in een cirkel rondom de dansers en beslissen wie de battle wint. Jongeren doen uren oefenzweet in hun slaapkamer op vooraleer ze publiekelijk een move doen. Trendy zijn vraagt tegenwoordig behoorlijk wat inspanning. Gelukkig bieden naast de tck merkkledij ook de vele YouTube video tutorials een stevig houvast.
hardstep beginnen dansen. Sommige veranderen steeds van dansstijl, maar ik blijf gewoon shufflen.”
om 21.00 uur leer je een aantal basispassen uit de lindy hop, swing en jive waarmee je de hele avond verder kan. Back to the nifty fifties and swinging forties dus, waarbij leeftijdsgrenzen vervagen.
Niet alleen ’s nachts kan je Tecktonikdansers aan het werk zien. Het Centre Pompidou is een van de belangrijke plaatsen waar ze elkaar overdag ontmoeten en uitdagen voor teambattles of dance-offs. Net zoals bij het jumpverhaal zou het succes van Tecktonik onmogelijk geweest zijn zonder de videosharing websites als YouTube en Dailymotion. De online films van Jey-Jey zijn veruit de populairste. Vanuit zijn garage inspi-
Tecktonik is naast een beweeglijke mixdans ook een geregistreerd merk. Cyril Blanc, artistiek directeur van Metropolis, omarmde het merk van bij het prille begin en gooide een reeks producten, zoals kledij, cd’s, energy drinks en recent nog een kapsalon, op de markt. De T-shirts van de TecktOnik Killer-fuiven verkopen als zoete broodjes. Ook tieners die te jong zijn om uit te gaan dragen deze kledij om hun stijl te duiden. Jongeren zijn opgegroeid in een zeer verfijnd merkenlandschap en beseffen maar al te goed dat merken hun identiteit kunnen helpen bepalen. Dat een opkomende jongerencultuur als Tecktonik een duidelijke commerciële basis heeft, zien zij niet als een bedreiging maar eerder als een begeleiding binnen hun eigen dansen modecultuur. A cause des garçons De Franse media draaiden enkele reportages over het fenomeen en sindsdien heeft Tecktonik in snel tempo Frankrijk veroverd. De Frans/Britse trash-kitsch-electro queen Yelle heeft Tecktonik internationale bekendheid gegeven. De tepr Tecktonik Remix-versie van haar hit A cause des garçons stond hoog in vele internationale hitlijsten en inspireerde vele jongeren. Het populairste filmpje op YouTube, van Tecktonik-zangeres Yelle, werd net geen twee miljoen keer bekeken.
In een globaliserende wereld is lokalisering eens zo belangrijk. Dat zie je ook in de dansstijlen. Tecktonik is anders in Vlaanderen dan in Frankrijk. Daar is er minder spanning met jump en heeft Tecktonik een grotere jumpinvloed. In België en zeker in Vlaanderen onderscheidt men zich juist sterk van de jumpers en beperken ze deze invloed. Na een beginfase van onderscheiden, volgt een fase van uitwisseling in Vlaanderen. Nu spreken we van hard-styles, waaronder naast jump en Tecktonik ook appele, shuffle en hardstep een plaats krijgen. Op maandag 27 oktober 2008 organiseerden 2 Antwerpse jongeren, Kaij en Kevoto, de Harder Stylez Meet-up op het Koningin Astridplein te Antwerpen. De oproep voor dit spontaan dance-event werd gelanceerd via Netlog. Een 200-tal jongeren gaven gevolg aan de oproep en kwamen hun danspassen demonstreren. Kaij: “Ik shuffle graag, maar het is fijn om de verschillende hardere dansstijlen samen te brengen. 23 februari is de tweede editie met dezelfde dansstijlen: jump, tekstyle, Tecktonik, appele, shuffle en hardstep. We merken wel dat nu tekstyle bekender wordt meer jongeren
Zwierende petticoats en rockers Er wordt niet enkel op elektroni-
sche muziek gedanst! Naast globalisering, lokalisering en het belang van skills in dans merken we ook een retrobeweging. Al enkele jaren zijn de volksdansen terug populair, maar dansen uit de jaren ’30 en ’40 zoals swing en lindy hop winnen ook aan populariteit. De retro- en vintagehype die we nu al een tijdje kennen heeft met de mash-up cultuur te maken, die zich niet tot het heden beperkt, maar in de geschiedenis van cultuur duikt en een eigentijdse en landoverschrijdende cultuur samplet. Nostalgie in mode, gadgets en ideeën kan ook verklaard worden door onze hedendaagse toekomstvisie. Jongeren van nu zijn waarschijnlijk de eerste generatie - na de Tweede Wereldoorlog die niet zo een positieve toekomstvisie heeft. Als we over de toekomst denken, duiken meteen doemscenario’s op rond noord-zuid, opwarming van de aarde, vergrijzing, enz. Tieners groeien zeer bewust op en sparen al op jonge leeftijd voor als ze op eigen benen moeten staan. Als ze geen fijne vooruitzichten hebben, grijpen mensen terug naar nostalgische gadgets en ideologieën. De stijgende interesse in swing, waarin een oudere dansstijl gecombineerd wordt met nostalgische sexy looks, is hierin te begrijpen. De bekendste retro-swingfeesten in Vlaanderen zijn die van Radio Modern met knallende livebands, zwierende petticoats, mooi uitgedoste vrouwen en rockers en vooral tot de laatste centimeter gevulde dansvloeren. Dankzij een swingdansles leer je in no time de juiste moves kennen. Net als vroeger beginnen de dansfeesten vroeg. Ten laatste
“Let's dance to Joy Division, and celebrate the irony. Everything is going wrong, but we’re so happy.” (The Wombats) Opvallend de laatste drie jaar
zijn ook de dansende rockers. Dansen is niet enkel voor de volksdansers en elektronicaliefhebbers. Emo’s sprongen niet tijdens een optreden, maar indie pop- en rockbands dansen op het podium en in het publiek. Eindelijk mogen rockers terug dansen. Plots vinden we blogs met ‘teaching indie kids to dance again’. ok go scoort een grote hit met Here It Goes Again. In de in één take opgenomen videoclip danst de band op loopbanden, naar een choreografie van Trish Sie en regie door Sie and the band. ok go performt de dans live tijdens de 2006 mtv Video Music Awards. Vanaf die periode zien we de ene na de andere indie popband dansend rocken. Debbie Harry is nooit ver weg. Sommige dansen kan je meteen, denk maar aan de jaren negentig culthit Je Danse le Mia van iam , maar meestal vraagt het veel training. Oefen in de slaapkamer de danspasjes en laat je gaan op de dansvloer. Nieuwe technologieën maken het mogelijk dat je danskunsten niet enkel in de club blijven. Ze kunnen uitgroeien tot een internationaal succesvolle video. In een zatte bui en/of al paaldansend tegen de grond gaan levert gegarandeerd een YouTube-hit op. Een fijne dansmove kan honderden jongeren van alle leeftijden inspireren om dit ook te doen op de dansvloer. ‘Cause, whatever happens on the dancefloor, goes on the internet.’ U bent gewaarschuwd en hopelijk geïnspireerd!
pa g 8 9
smakers
galerij
galerij/ jong talent 2008
pa g 9 0
galerij
smakers
pa g 9 1
Ibrahim Elmi (°1992)
Jasper Erkens (°1992)
Maarten Inghels (°1988)
De gelukkige winnaar in de categorie dans van de Kif Kif Awards, de eerste interculturele talentenjacht van Vlaanderen. De jury, met o.a. Anne Theresa De Keersmaeker, Chokri Ben Chikha en Hadise, had bijzondere waardering voor het artistieke niveau van deze 16-jarige jongeman, en roemde “de frisse manier waarop hij danst, zijn vernieuwende invalshoeken en zijn toekomstpotentieel”.
Gitaar voor zijn 11de verjaardag, eigen songs op zijn 12de, eerste concert op 13, eerste ex-lief op 14 en zilveren medaille en publieksprijs in Humo’s Rock Rally 2008 op 15. Sindsdien speelt hij voorprogramma’s van internationale kleppers en is hij op menig radiostation te beluisteren met zijn cover van Crazy van Gnarls Barkley. In 2009 brengt hij zijn eerste cd uit.
Is dichter, schrijver en droogstoppel. Hij schreef poëzie, columns en kortverhalen voor tijdschriften als De Brakke Hond en Club Propaganda, en treedt regelmatig op met poëzie en tekstperformance, o.a. op De Nachten. Zijn debuutbundel Tumult, in de Sandwich-reeks onder redactie van Gerrit Komrij, verscheen in november 2008.
Selah Sue (°1989)
Louise Maselis (°1993)
Rinus Van de Velde (°1983)
Synoniem voor een markante jonge stem in een markante combinatie: de teksten van Sanne Putseys zijn wit, haar stem klinkt zwart. “Ik schrijf als een singer-songwriter maar ik zing het liefst ‘black music’. Soul of blues of ska of ragga of drum’n’bass.” Met de steun van ‘soulmate’ Milow en de ab neemt ze alle tijd om haar toekomst goed uit te stippelen. Binnen onbepaalde tijd te zien met een kleine maar straffe groep en met een sterk en uitgebalanceerd repertoire.
Met haar 1m80 werd deze 15-jarige Leuvense schone verkozen tot Elite Model Look 2008 van de gelijknamige topmodellenwedstrijd. Ooit werd ze in de Parijse metro aangesproken door een redactrice van Elle, maar ze ging niet in op het aanbod. Naast een paar bescheiden fotoshoots, had ze voor de wedstrijd nog geen ervaring op de catwalk. “Ik heb tot bloedens toe getraind om deftig op hoge hakken te kunnen lopen.”
Woont en werkt in Antwerpen, waar hij in 2006 afstudeerde aan Sint Lucas, afdeling Beeldhouwen en Ruimtelijke Kunst. Sindsdien had hij verschillende solo- en groepstentoonstellingen, o.a. in het najaar 2008 in het s. m . a . k . Aan de basis van zijn recente tekenwerk ligt een obsessief documentair proces, waarbij hij aan de slag gaat met een archief van fotografische beelden, die als basismateriaal dienen voor houtskooltekeningen.
• www.kifkifawards.be
• www.myspace.com/selahsuemusic
• www.jaspererkens.be
• www.maarteninghels.be
• www.rvandevelde.web-log.nl
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
smakers
pa g 9 3
komen de papieren magazines terug? Door de opkomst van digitale
gazines op de markt. Opvallend is dat deze magazines veelal niet alleen door jongeren gelezen worden, maar dat de inhoud ook door hen gemaakt wordt. In de bijlage volgt een selectie:
van elk decennium waarin ik voorlopig leefde zich hebben weten uit te drukken met diy -publicaties, al dan niet gekopiëerd, gestencildrukt, gezeefdrukt of, met een beter budget, offset gedrukt. Het feit dat men voor papier kiest, lijkt nu misschien frappanter omdat iets virtueels produceren veel meer voor de hand ligt en eenvoudiger lijkt en is.”
media werd wel eens gevreesd dat boeken, tijdschriften of papier tout court zouden verdwijnen. Toch lijken er de afgelopen jaren beduidend veel nieuwe jongerenmagazines op te duiken. Is er plots meer papier? Zouden mensen heimwee gekregen hebben naar dat mysterieuze papier, zijn ze de supersnelle en oppervlakkige informatie van het internet beu? Of zijn deze magazines nooit echt weggeweest? We polsen bij een aantal redacteurs en magazinefreaks.
c h lo ë n o l s ( c j p )
• sophie
burm
Er was eens een digitale revolutie… De technologische vernieu-
•
smakers
reportage/ snippers uit het verleden
pa g 9 2
wingen die tijdens de laatste decennia op communicatief vlak werden doorgevoerd, hebben ons dagelijkse leven ingrijpend veranderd. We kunnen ons een leven zonder pc, internet, gsm of gps niet meer inbeelden. Toen het internet in de jaren negentig bij het grote publiek doorbrak, schreeuwde men van de daken dat de papieren communicatie volledig zou verdwijnen. Er duiken nieuwe online magazines op zoals CuttingEdge en Goddeau met recensies en artikels over muziek, film, games, cultuur en media. Zelfs grote kranten en tijdschriften, zoals Knack, Humo, De Morgen en De Standaard zien zich genoodzaakt om een digitale spin-off aan te bieden.
Jonge blaadjes Waarom kiest een
redacteur vandaag de dag nog voor een papieren medium? Is het niet duurder en moeilijker om via een papieren tijdschrift informatie te verspreiden dan via een website? Het antwoord op die vragen blijkt niet eenduidig te zijn. Zowel papieren als digitale media hebben hun eigen specifieke voor- en nadelen. Wat volgt is een vriendschappelijke armworstelpartij tussen online en offline. Bovendien kan geen enkel papieren magazine de digitale revolutie ontkennen: ze hebben allemaal een online pdf en/of website ter beschikking. En toch lijken er steeds nieuwe papieren magazines bij te komen.
…en toch kwam er nieuw papier op de markt Ondanks de op-
“Ik denk niet dat er een echte opgang van papieren magazines is” zegt Jill Mathieu, stafmedewerker website en magazine bij cjp. “Maar het papier is niet, zoals men eerst voorspeld had, volledig verdwenen. Een aantal jaren geleden schreeuwde iedereen van de daken dat de nieuwe digitale media het papier zouden doen verdwijnen. Gelukkig zal de traditie om op papier te lezen nooit verdwijnen, daarvoor heeft het teveel entertainmentwaarde.”
komst van het internet blijkt dat er niet meteen een achteruitgang van het papier is. Boeken behouden hun charme om in papieren vorm gelezen te worden en hoewel kranten een verminderde oplage hebben, verdwijnen ze nog niet meteen. Ook magazines komen en gaan, maar zijn niet zomaar ten dode opgeschreven. Er komen, nationaal en internationaal, nog voldoende nieuwe (jongeren)ma-
Jan Lemaire, hoofdredacteur van Poupi Whoopy, is al langer dan gisteren met papier bezig en ziet ook niet meteen een stijging van het aantal jongerenmagazines, maar merkt op dat ze harder opvallen in het digitale tijdperk. “Met Spruit in de jaren '70, punkpublicaties begin jaren '80 en hardcore fanzines in de jaren '90 denk ik dat de jongeren
Het wordt er niet gemakkelijker op om als magazine te overleven. Net zoals er nieuwe magazines komen, zijn er ook vele die gaan of dan weer terugkomen. “Het is natuurlijk vandaag de dag niet simpel om je hoofd boven water te houden als magazine,” vindt Carolijn Domensino, verantwoordelijke uitgever van De Fish, “je moet daar met zijn allen hard aan werken. De kracht van ons magazine ligt erin dat we veel co-creation acties aangaan met de buitenwereld, we betrekken de lezer creatief bij het hele proces van ons magazine, zij mogen nl. zelf eigen artwork op maat aanleveren. En dat publiceren we graag!” Bij de keuze voor papier weegt het tactiele element duidelijk door. “Jongeren zitten erg veel online,” zegt Carolijn Domensino, “en dus is het een ‘verademing’ als ze eens een papieren magazine in handen hebben, terwijl ze ergens iets drinken of eten of tijdens het shoppen.” “Al het digitale is zo vluchtig en zo wijdverbreid, dat je om je te onderscheiden van de anderen al snel bij dingen op papier (tekeningen, polaroids, magazines) uitkomt,” verklaart Kasper De Meulemeester, hoofdredacteur van Vice. “Dat, en het feit dat bepaalde jongeren van tegenwoordig zich waarschijnlijk niet thuis zullen voelen in de eenheidsworst van de massamedia, net zoals vele jongeren ook hun eigen playlists, hun eigen favtape of cassettejes maken omdat de radio altijd hetzelfde is.”
r e p o r ta g e
smakers
Een website is financieel en op vlak van communicatie en verspreiding een erg voordelig platform: je kan er op een goedkope manier veel volk mee bereiken. De grootste concurrenten van de papieren culturele jongerenmagazines lijken dan de op cultuur gerichte jongerenwebsites te zijn. “Niet noodzakelijk,” zegt Jill Mathieu. “Als zowel een online als een offline medium dezelfde doelgroep hebben en ongeveer evenveel volk lokken, dan kan de concurrentie tussen beiden wél enorm zijn. Kleinere websites of underground magazines houden elkaar minder in het oog. Ze hebben immers niet als doel om zoveel mogelijk bezoekers te lokken of exemplaren te verkopen, maar om hun ei kwijt te geraken. Als gevolg daarvan hebben zulke websites en magazines onderling meer respect voor elkaar. Bij websites met meer bezoekers en magazines met een grote oplage, is de concurrentie groter”.
concurrentie tussen websites en papieren tijdschriften is van een totaal andere aard. Op het eerste gezicht lijkt er meer concurrentie op het internet te zijn, omdat zoveel websites het tegen elkaar moeten opnemen. Maar voor die sites staat er minder op het spel: het opladen van digitale content gebeurt heel snel en internet is een goedkoop medium. Aan de verspreiding van papieren magazines zijn meer risico’s verbonden: je steekt in verhouding meer tijd en geld in je product.”
“Een online medium heeft inderdaad vele praktische en financiële voordelen,” zegt Kevin Major, hoofdredacteur van CuttingEdge. “Het internet is een heel toegankelijk medium. Het is gemakkelijk en goedkoop om je informatie uitgebreid te verspreiden. Je kan ook erg kort op de bal spelen. Er zijn wel een aantal gevaren, zoals de aanwezigheid van verkeerde informatie, maar je moet leren daardoor te lezen. Die zogenaamd foute info op het net kan je trouwens relativeren. Je vindt die onwaarheden immers evengoed op café. We proberen dat bij CuttingEdge op te vangen door een grondige en strenge eindredactie.” “Een papieren medium is totaal iets anders dan een website,” vertelt Kasper De Meulemeester. “Er gelden totaal andere wetten en regels voor. Het is dan ook moeilijk om van een clash tussen online en offline media te spreken. De Artiest Ectropion voor De Fishmagazine issue 7
“Online distributie is inderdaad aanzienlijk makkelijker en ongelooflijk veel goedkoper dan snailmail,” zegt Jan Lemaire. “Het internet is prima voor contacten, communicatie en ‘awareness’, maar dat kan je niet vasthouden of op je koffietafel leggen.” Zijn er dan los van het financiële aspect nog andere verschillen? “Als ik echt informatie zoek, dan raadpleeg ik zowel online als offline media,” zegt Kevin Major. “Het belangrijkste is dat je juiste en up-to-date info vindt, of dat nu via het internet of via de krant is, maakt minder uit. Het internet is sneller en actueler. Een papieren krant staat daarentegen een dag achter, maar biedt dan weer het voordeel dat je meer achtergrondinformatie krijgt.” “Ik vind magazines ook exclusiever,” zegt Jill Mathieu. “Je vindt er gemakkelijker een echt verhaal. Er wordt meer tijd genomen om artikels te schrijven. Misschien zijn magazines niet even upto-date als een nieuwssite, waarop je iedere minuut het laatste nieuws kan posten, maar magazines graven wel dieper. Internet is gemakkelijk om je snel te informeren, maar is erg vluchtig en vermoeiend.”
pa g 9 5
pa g 9 6
En toch. “Als ik, los van het financiële aspect, een magazine zou kunnen oprichten, dan zou ik dat doen,” zegt Matthieu Van Steenkiste van Goddeau, “Ik vind het wel een fijne gedachte dat mensen Goddeau op het toilet en op de trein zouden kunnen lezen”. “Een magazine, daar kan je mooie dingen mee doen,” vult Kasper De Meulemeester aan. “Coole prints op nog cooler papier zetten, dat werkt gewoon inspirerend.” bijlage / magazines
smakers
Fish magazine
• www.defish.be
De inhoud van Fish magazine bestaat voor 100% uit foto’s, schrijfsels en tekeningen van jongeren. Als eerste in zijn soort is het magazine helemaal gevuld door het creatieve brein van jongeren en amateurkunstenaars van over de hele wereld. Fish magazine vult een ‘niche’ op waar vele jongeren mee bezig zijn, maar waar nog geen magazine voor bestond, zoals streetart, nieuwe straatfenomenen, jong opkomend (muzikaal) talent, nieuwste gadgets, enz.
cJP Magazine
• www.cjp.be
(Sinds: 1974 - 2005 en back in business sinds 2008 / Prijs: gratis voor cjp - leden / Frequentie: driemaandelijks / Oplage: 25.000)
smakers
De ideale
(Sinds 2004 / Prijs: €3,5 / Frequentie: driemaandelijks / Oplage: 20.000)
De content van het cjp Magazine wordt grotendeels gemaakt door reporters. Inhoudelijk coveren ze wat er de komende drie maanden staat te gebeuren in de culturele sector. Er zijn een aantal vaste rubrieken (de iPod van, Jonge Wolven, een strip van een reporter, enz.). Daarnaast zitten er ook altijd zes cjp-bonnen in die je kan uitknippen en waarmee je korting of gratis ingang kan scoren in de culturele sector.
idealen
r e p o r ta g e
Poupi Whoopy
• www.poupiwhoopy.com Best pin-up book of the nation, yeah baby! Kunstige naaktfoto’s en Andy Warholachtige fotocollages worden op dik, gerecycleerd papier en op open te vouwen bladzijden gedrukt. (Sinds: 2006 / Prijs: €15 / Frequentie: één keer per jaar / Oplage: 500)
Vice Belgium
• www.viceland.com Vice Belgium is een spin-off van het Canadese maandblad Vice, dat in de jaren negentig werd opgericht. Het magazine heeft als uitgangspunt de hedendaagse, onafhankelijke kunst- en jongerencultuur. Het is berucht om zijn controversiële inhoud (seks, drugs, geweld) en sarcastische ondertoon. (Sinds: augustus 2006 / Prijs: gratis / Frequentie: maandelijks / Oplage: 25.000 )
opkikker O
p·kik·ke·ren; (kikkerde op, opgekikkerd) opvrolijken; vrolijker worden; opknappen. Op·kik·ker de; m, -s iets waar men van opknapt
I
edereen kent ongetwijfeld het fenomeen ‘met het verkeerde been uit bed stappen’. We zijn een beetje moe, hebben weinig geslapen en hebben wat zorgen aan ons hoofd. Je raakt makkelijker geïrriteerd dan anders, dus bij het minste gezeur aan je oren vlieg je uit. Dit kan zo een hele dag doorgaan, dus wat je nodig hebt is een goede opkikker. Maar wat is dat nu precies? Voor iedereen kan dat iets heel anders zijn. De ene heeft graag de zon aan de hemel, terwijl de andere echt helemaal vrolijk wordt van het zien van een bepaald type auto. Toch ontdekte ik op mijn zoektocht naar de ideale opkikker een paar trends. “Een keer goed kunnen lachen, iets gemaakt hebben (een taak, tekst, briefje voor iemand...) waar ik trots op ben, vorderingen maken op mijn muziekinstrument, lekker koken en eten, sport...” (Klaartje, 23 jaar) “Thuis in de zetel liggen en een filmpje zien met de vriendin of een beetje gamen. Iets ontspannends doen dus.” (Nicolas, 24 jaar)
“Als ik een boeketje bloemen krijg van mijn vriend, loop ik de hele dag met mijn hoofd in de wolken!” (Anne-Sophie, 20 jaar)
E
en opkikker kan afhangen van het soort dag of het moment van de dag. ’s Morgens kan een koffie heel erg deugd doen als opkikker, terwijl ’s avonds de meeste jongeren rust appreciëren. ’s Morgens wil je ook soms liever met rust gelaten worden terwijl ’s avonds sociaal contact erg gewild is. “’s Morgens een koffie en geen vragen de eerste twintig minuten na het opstaan. Daarna kan de dag beginnen. Indien hij niet aan deze voorwaarden voldoet kan het wel eens een slechte dag worden, zowel voor mij als voor de mensen rondom mij. Mijn vrienden en vriendje kennen me en alleen zij kunnen me dan weer aan het lachen krijgen.” (Magalie, 20 jaar) “Ochtenden zijn niet aan mij besteed. Mijn slecht humeur kan soms tot een uur of twaalf ‘s nachts duren. Een bad met ondenkbaar veel bubbels maakt alles dan weer goed.” (Karen, 24 jaar)
M
eer dan de helft van de ondervraagde jongeren krijgt op een slechte dag graag een lieve sms toegestuurd of een lief woordje te horen. Hun geliefde(n) of hun vrienden kunnen een
pa g 9 7
pa g 9 8
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 9 9
Expert grauwe dag dan helemaal doen opklaren. Bij de mannelijke helft laten vrienden door een schouderklopje merken dat ze er zijn. Bij de meisjes wordt er al snel geknuffeld en gepraat. Een gezellige babbel zorgt voor opluchting. “Een paar vrienden zien kan me echt deugd doen! Zij weten me altijd op te vrolijken. Het lijkt wel een wondermiddel, vrienden.” (Thomas, 17 jaar) “Een compliment op een onverwacht moment!” (Cloë, 18 jaar) “Een knuffel is wat ik echt nodig heb als ik me slecht voel. Het toont dat er mensen zijn die om me geven en dat geeft me een goed gevoel. Net dat gevoel dat ik nodig heb om me weer helemaal beter te voelen.” (Shana, 19 jaar)
E
r blijken opvallend veel jongeren te zijn die heel opgewekt door het leven gaan. Slechts een kleine minderheid heeft meerdere keren per week een slechte dag, de meerderheid ongeveer één keer per maand en de rest slechts een paar keer per jaar. Toch blijven opkikkers meer dan welkom. “Ik beschouw een dag absoluut niet snel als ‘niet geslaagd’, alles wat gebeurt heeft zijn functie, ook de minder leuke dingen.” (Maarten, 19 jaar) “Het is misschien een cliché, maar door chocolade te eten voel ik me weer een pak beter op een slechte dag. Als ik ongesteld ben, kan ik me heel down voelen. Ik voel me dan opgeblazen en onaantrekkelijk. Ik
denk dan dat iedereen me aanstaart en slecht over me spreekt. Van chocolade weet ik zeker dat hij me aanvaardt zoals ik ben!” “Ja! Chocolade, de trouwe partner in crime.” (Evelien, 21 jaar en Joke, 22 jaar) “Een beetje muziek luisteren kan soms deugd doen. Het genre is dan helemaal afhankelijk van hoe ik me voel en wat er gebeurd is. Als ik liefdesverdriet heb, wil ik alleen maar naar melige liefdesliedjes luisteren. Als ik heel gestresseerd ben, door school bijvoorbeeld, dan is rustige muziek meer van toepassing.” (Brenden, 18 jaar)
K
en je iemand die zich niet goed in zijn vel voelt en je wil hem of haar een opkikkertje geven, aarzel dan niet. Je zal deze persoon ongetwijfeld gelukkig maken. Mensen laten niet altijd even duidelijk merken dat ze een opkikkertje nodig hebben, terwijl ze dat stiekem wel willen. Op het internet vind je verscheidene websites waarop tekstjes staan die je aan iemand kan sturen of zeggen. Op www.opkikkertje.nl staan tekstjes – al dan niet een beetje cliché – voor allerlei gelegenheden, waarmee je iemand gelukkig kan maken. Een voorbeeld: “Wees niet bang voor tranen, stop je angst niet weg, laat ’t verdriet maar komen, want gevoelens zijn oprecht. Eens komt de tijd dat de zon weer gaat schijnen en de tranen, de angst en ook het verdriet langzaam gaan verdwijnen.”
• Joyce Matté (cjp -reporter)
vriendschap & côte d'or V
oor al wie met een dipje zit, valt een opkikker als een geschenk uit de hemel. Bestaat het recept voor de ideale opkikker? En zo ja, wat zijn de basisingrediënten ervan?
D
e bevraging hier toont dat alle opkikkers gerelateerd zijn ofwel aan vriendschaps en/of liefdesrelaties, ofwel aan één of ander zintuiglijk genot. Dit sluit naadloos aan bij de onderzoeksresultaten van In Petto. In 2007 deden we een bevraging over gelukkig-zijn bij jongeren en het voorbije jaar deden we er eentje over vriendschap. Uit beide onderzoeken blijkt dat vrienden voor jongeren de belangrijkste bron van geluk vormen. Om het belang van vriendschap aan te duiden, geven Vlaamse jongeren een score van 9 op 10. Ze investeren dan ook massaal in dit waardevolle kapitaal want de jeugd van tegenwoordig heeft gemiddeld 43 vrienden. Wanneer we peilden naar instant-geluksbronnen, dan scheerden verwennerijen voor de zintuigen hoge toppen: luisteren naar je favoriete muziek, chocolade of een ijsje eten, de geur bij de bakker, uren in bad liggen tot je rimpelvingers krijgt… De combinatie van beide, dwz eens goed
verwend worden door je beste vrienden, cumuleert het opkikkerend effect en is dus gegarandeerd een schot in de roos.
H
oe valt dit te verklaren? We legden ons oor even te luisteren in de medische wereld. Onze hersenen maken allerlei stoffen aan die een rol spelen bij het functioneren. Als ze via de zintuigen het sein krijgen dat je blij bent, produceren ze dopamine. Daardoor ervaar je een goed en fijn gevoel. Bij zware fysieke inspanningen en bij de smaakervaring van vetten, suikers en chocolade produceren onze hersenen endorfine. Dit is een lichaamseigen morfine die pijn onderdrukt en zorgt voor een gevoel van geluk of euforie. Ook over de positieve gevolgen van vriendschap kan de wetenschap een tipje van de sluier lichten. Tijd doorbrengen met vrienden verlaagt de bloeddruk, vermindert het aantal stresshormonen en bevordert het emotioneel welbevinden. Het vermindert gevoelens van angst en eenzaamheid en draagt daarom bij tot gezonde leefgewoonten. Een Australisch onderzoek bevestigt de theorie dat een grote en hechte vriendenkring bijdraagt tot een lang en gezond leven.
D
us als je het aan ons vraagt: ja, de ideale opkikker bestaat. Naar een succesrecept hoef je niet ver te zoeken. Denk maar aan dat onverwachte compliment van je beste vriend(in) terwijl je samen bij de bakker je lievelingstaartje bestelt, een hele avond chatten met je mond vol chocolade, een lazy sunday afternoon met een aantal vrienden, fingerfood, veel drank en een feelgood movie… Nog meer goed nieuws: de ideale opkikker kost weinig of geen geld, is helemaal niet schaars en overal legaal verkrijgbaar. Daar kikkert een mens toch helemaal van op, nietwaar?
• Sarah De Graef verantwoordelijke jongereninformatie In Petto – www.inpettojeugddienst.be
De Vlieger a ar (Khaled Hosseini) 1000 Schitterende Zonnen (Khaled Hosseini) De Hel a asheid Der Dingen (Dimitri Verhulst)
#3 #4 #5
Thomas Sta at Op! (StuBru) Switch (StuBru) De Afrekening (StuBru) Deckers & Rogiers ( Q-Music) Mish Mash (StuBru)
#1 #2 #3 #4 #5
fa v o r i e t e n
radioprogramma
De Zevende K amer (Pieter Aspe)
smakers
Voorbij De Grens (Lieve Blanquaert)
Harry Potter ( J.K. Rowling)
(Dimitri Verhulst)
Godverdomse Dagen Op Een Godverdomse Bol
#2
#1
top 5/ boek
pa g 1 0 0 fa v o r i e t e n smakers pa g 1 0 1
onderzoek
onderzoek
smakers
Trendwolves, expert in Europese jongerencultuur en – trends, focust zich op de doelgroep 14 tot 18 jaar en 19 tot 25 jaar. Elk jaar pakt Trendwolves uit met een uitgebreid Europees jongerentrendrapport. Deze studie geldt als leidraad voor bedrijven, organisaties, merken en overheden die zich richten naar de doelgroep.
Jongeren kunnen in een bepaald element uitblinken terwijl andere elementen bij hen niet of nauwelijks aan bod komen. Soms overlappen elementen elkaar. Rebellion en gathering zie je vaak samen opduiken omdat verzet zich vaak in een groep afspeelt. Travel en connectivity gaan ook goed samen omdat reizende jongeren vaak verbonden blijven met het thuisfront.
Europese jongerentrends 2009 / Van De-friending tot Turkish delight ‘Lifestreaming’,
‘Personal Branding’, ‘(De)Friending’, ‘Entertailors’, ‘Turkish Delight’, ‘Hop, Skip & Jump’ en ‘Agents of Change' zijn de opvallendste Europese jongerentrends in het European Youth Trend Report ’09. Trends die de identiteit, omgeving, levensstijl, mobiliteit, vrije tijd, communicatie, persoonlijke voorkeuren en het spenderingsgedrag van Europese jongeren in kaart brengen.
Omdat de sociale media niet meer weg te denken zijn uit het leven van jongeren, kreeg dit item bijzonder veel aandacht in het trendrapport. Het rapport levert informatie uit de dagelijkse en snel veranderende realiteit van jongeren en geeft weer hoe jongeren anno 2009 in het leven staan. Hieronder lichten we er één trend uit: Turkish Delight en omschrijven bondig de andere trends.
pa l m a e r t s ( w w w. t r e n d w o lv e s . c o m )
Turkish Delight Turkije is een
• to m
smakers
onderzoek/ trendwolves het rapport
pa g 1 0 2
Via een online enquête in 6 verschillende talen bevroeg Trendwolves meer dan 25.000 jongeren. Bovendien liet Trendwolves zich in Kopenhagen, Parijs, Londen, Istanbul, Berlijn, Barcelona, Antwerpen en Amsterdam door jongeren door de stad gidsen tot in het hart van de jongerencultuur. Trendwolves nam de tijd om met ruim 200 jongeren uit deze grootsteden te praten over hun leven, hun passies, hun visie en de uitdagingen die hun pad kruisen. Trendwolves onderscheidde tijdens zijn onderzoek 8 verschillende elementen van jongerencultuur: travel, skills, rebellion, looks, heroes, gathering, diy en connectivity. Deze elementen bieden een houvast om jongeren en hun wereld in kaart te brengen en vormen de ruggengraat van dit rapport. Ze vatten perfect samen hoe een jongere zijn leven eruitziet. Toch vind je niet noodzakelijk alle elementen terug bij elke jongere.
land van contrasten en dat komt misschien nog wel het best tot uitdrukking in Istanbul, dat binnen Turkije alweer bijna een land op zich is. Meer dan 20 miljoen mensen hebben zich verzameld op de grens van Europa en Azië. En van deze miljoenen bewoners vormen de jongeren een disproportioneel groot deel. De mix van streng religieus en atheïsme, strikte en vrije seksuele moraal (42% van de jongeren stripte al eens), Westers en Oosters, rijk en arm, individualisering en sterke familiebanden, commercieel en enorm vrijgevig en dienstbaar naar anderen toe, levert een bijzonder interessante atmosfeer. Grote groepen Turkse jongeren hebben het gevoel dat ze wat te bewijzen hebben, niet alleen aan hun ouders en hun roots, maar ook aan het Westen. Dat maakt hen bijzonder ambitieus, maar ook ijdel en bewust van hun uiterlijk.
pa g 1 0 3
pa g 1 0 6
Ad random feiten
•92.289.349: aantal jongeren tussen 14 en 25 jaar in Europa (incl. Turkije) •28% drinkt energiedrank bij het uitgaan •37,5% heeft merken als vriend op een sociaal netwerk •in 70% van de huishoudens beslissen de kinderen welke computer er wordt aangekocht •67% van de jongeren besteedt het meeste van hun tijd aan internet, 22% aan tv, 5% aan radio, 3% aan kranten en 3% aan magazines •78% van de Spaanse jeugd gebruikt whitening tandpasta •minder dan de helft van de Belgische jongeren gebruikt zijn gsm om te telefoneren •68% van de Spaanse jongeren neemt foto's met zijn gsm en 28% verzendt die foto's ook •jongeren laten zich bij het kopen van kledij inspireren door: merken (36%) - de winkel (32%) - vrienden (22%) - internet (6%) - media (5%) •12% van de Britse jongeren heeft al gestript voor de webcam •42% van de Turkse jongeren heeft al gestript: 1% voor de webcam en 41% in real life •22% van de Italiaanse jeugd geeft niet om het milieu •54% van de Franse jongeren doet een studentenjob •72% van de Spaanse jongeren downloadt films •36% van de jongeren plaatst videoclips (filmpjes) op internet •60% van de Britse jongeren wil chatten met zijn gsm
smakers
r e p o r ta g e
Terwijl Westerse kunst moeilijk zijn plaats vindt in de Turkse samenleving, wordt Westerse muziek wel gemakkelijk verweven met de Turkse cultuur. Zo vertoont de moderne Turkse muziek zowel Oosterse als Westerse invloeden en heeft de populaire Turkse muziekscène zelfs zijn eigen Britney Spearsachtige idolen. De hang naar het Westen – die soms gepaard gaat met een trage adaptatie – biedt enorme kansen voor commerciële bedrijven, die langzaam maar zeker ook infiltreren in de subculturen. Merken als Adidas en het hippe Otto Santral kregen in Turkije al voet aan grond.
ze werkervaring opdoen of reizen. Er wordt vaker geswitcht van studie en studies worden ook vaker onderbroken. Hun aanpak kenmerkt zich door 'trial and error'; ze wisselen sneller van job en tussen studie en reizen. Ze leren door ontdekking en delen die ervaringen en bevindingen met de mensen rondom hen.
Personal Branding Zowel door
het internet als door de steeds uitgebreidere online toepassingen profileren jongeren zich in hun zoektocht naar zelfkennis en zelfexpressie – al dan niet bewust – als een merk. Jongeren bouwen en onderhouden dagelijks één of meerdere persoonlijke profielpagina’s op één of meerdere sociale netwerken. Lifestreaming / Mirror your life on the web Door middel van
een constante stroom van content in de vorm van tekst, foto, video en commentaren tonen jongeren – en in hun kielzog oudere generatie(s) – aan iedereen of exclusief aan wie zij hiervoor selecteren, wat ze doen, waar ze zijn, wat ze denken, wat ze beleven, wat ze lezen, wat ze kopen, wat ze eten, wie ze ontmoeten, wat ze verkiezen, wat ze creëren, ... Jongeren bouwen op die manier aan een digitaal publiek archief van hun leven. Dit is intussen ook de ultieme aanbevelingsstroom voor vrienden. Hop, Skip, Jump / Non-linear way of life Jongeren hebben meer
dan ooit controle over hun eigen leven. Ze studeren niet meer automatisch verder, maar lassen periodes in waarin
Na de druk van peers om te ‘frienden’ of zoveel mogelijk vrienden te maken op de sociale netwerken, duikt nu het defrienden op. Een tegenbeweging waarbij jongeren selectiever worden in hun vrienden en connecties. Let wel: het onderscheid tussen online en offline vrienden vervaagt en maakt dat "online" vrienden ook gewoon goede vrienden kunnen worden.
(De)friending
Entertailors / Tailored entertainment Zelf kiezen in het aanbod
van entertainment was nooit gemakkelijker dan nu. Internet maakt interactieve in plaats van passieve media mogelijk. Jongeren willen en krijgen meer controle over mediaconsumptie en spenderen meer tijd aan interactieve media. Agents of change In tegenstelling
tot wat door sommigen wordt geloofd: jongeren willen deelnemen, participeren en staan open voor samenwerkingen met bedrijven en organisaties. Voor deze jongeren geen barricaden, maar de machtige nieuwe middelen van de nieuwe media om informatie te verzamelen, hun mening te delen en zich met gelijkgestemden te omringen. Er is een nieuwe generatie leiders, die voelt dat ze een 'an inconvenient youth' zijn. Meer trends op de video bij het European Youth Trend Report ’09 op http://vimeo. com/2398021
r e p o r ta g e
smakers
pa g 1 0 7
Jongeren en merken Merken zijn niet weg te denken uit het leven van jongeren. Ze maken onlosmakelijk deel uit van hun leefwereld en hun identiteit. Merken zijn voor vele jongeren de ideale tool om zich te profileren. Ze lopen rond met rugzakken, schoudertassen, jassen, sneakers, accessoires… waarop duidelijk één of ander logo of merknaam te zien is. Op hun profielsite worden ze vriend van één of meerdere merken en gebruiken ze de logo’s en typo’s van die merken om hun site vorm te geven. Merken doen er alles aan om de vriend van jongeren te worden en hen als vrijwillige ambassadeurs uit te zenden. We onderzochten welke merken het in Europa bijzonder goed doen bij jongeren. Hieronder enkele opvallende resultaten recht uit de merkenleefwereld van jongeren. Dit deel van het Europees onderzoek werd gevoerd in Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Zwitserland, Turkije en het Verenigd Koninkrijk.
tussen 20 en 25 jaar net zoals de Zwitserse meisjes tussen 20 en 25 Red Bull bovenaan plaatsen. Red Bull en bier zijn sowieso populairder bij jongens dan bij meisjes. Alcohol schrikt meisjes niet af want meer meisjes dan jongens kiezen binnen deze studie voor drankjes met een hoog alcoholgehalte zoals vodka en Malibu. Water scoort dan weer beter bij meisjes dan bij jongens. Alleen in Turkije kozen de meisjes tussen 20 en 25 thee als derde populairste drankje. In de andere landen haalde thee nergens de top 3.
Sneakers Binnen de sneaker brands mag Nike zich de populairste brand noemen gevolgd door Adidas, Puma en Converse. In Oostenrijk duiken ook Lacoste en Vans op in de poll van populaire sneakers. Converse doet het bijzonder goed in de groep van 14 tot 19 jaar. Puma vindt beter zijn weg naar de 20 tot 25-jarigen maar krijgt moeilijker voet aan grond in Turkije. Daar zijn Nike en Adidas de populairste sneakers waar de meisjes als enige in onze studie Adidas boven Nike verkiezen. Dranken Coca-Cola, Red Bull, Fanta,
Ice Tea, Nestea en Malibu zijn de meest genoemde merknamen in dit onderdeel van het onderzoek. Maar er wordt ook bier, water, fruitsap en vodka gedronken. Coca-Cola mag zich overal het populairste drankje noemen, uitgezonderd in het Verenigd Koninkrijk waar de jongens
mp3-spelers In deze studie loopt
Apple weg met de prijs van de populairste mp3-speler gevolgd door Sony en Samsung. Alleen in Turkije moest Apple in alle leeftijdscategorieën bij zowel jongens als meisjes de duimen leggen voor Sony. Creative duikt alleen in de top 3 op in België, Oostenrijk, Italië, Turkije en vooral in Spanje, meestal ten nadele van Samsung. Alleen in België bij de jongste groep tussen 14 en 19 dreef Creative Sony uit de top 3. In Turkije krijgt Minton van de jongens tussen 14 en 19 brons dat Sony en Apple moet laten voorgaan. Meisjes kiezen vaker dan jongens voor Samsung dan voor Sony.
pa g 1 0 8
smakers
r e p o r ta g e
r e p o r ta g e
ROME / Nies Cools
Ja hoor, het is waar. Italianen hebben een temperament. En oh ja, ze kunnen fantastisch koken. En wees maar zeker: ze zijn allemaal voetbalsupporter, praten met hun handen en vinden eten het belangrijkste moment van de dag. De Romeinse schoonheid, de Italiaanse macho en de agressieve chauffeur; het zijn allemaal stereotypen. Of zijn het vooroordelen? We hebben allemaal zo wel ons eigen idee over de Italiaanse cultuur. Italiaanse jongemannen zijn de knapste van Europa Niet
waar. Dit is een kwestie van smaak en gevoel. Sommige jongedames zullen smelten voor de charmes van de Italiaan, anderen niet. Hou je van grote zonnebrillen, dure merkkledij en veel pretentie? Dan is de Romeinse spetter geknipt voor jou. Italianen zijn goede koks
nies cools
• Karolien
S lo wac k
Waar. Niemand die dat durft ontkennen! Op restaurant of gezellig bij iemand thuis, eten bij een Italiaan is hemels! Voor Italianen is koken en eten een sociaal evenement. Ze steken dan ook heel wat tijd en moeite in de pasta’s en pizza’s die ze voor je zullen bereiden.
•
reportage/ bestemming: rome & edinburgh
(twee maanden in Rome)
Romeinse jongeren zijn altijd rechtuit Waar. Romeinse jon-
geren zullen niet rond de pot draaien of je aan het lijntje houden. Ze zeggen meteen waar het op staat. Voor ons, Vlamingen, komt dit soms arrogant over. De Romeinen bedoelen dat niet zo, maar zijn liever eerlijk. Italianen nemen lange middagpauzes Niet waar. Bij de juiste
gelegenheid zullen Italianen uitgebreid en lekker eten, maar tijdens een gewone
smakers
weekdag moeten zij even hard werken als iedere andere Europeaan en hebben zij ook vaak slechts pauzes van een halfuur. Italianen praten met hun handen Waar. De Italiaanse taal is
zeer expressief en Italianen gebruiken altijd hun handen om de woorden die ze gebruiken nog meer kracht bij te zetten. Zo lijkt het vaak alsof alle Italianen druktemakers zijn. Italiaanse jongeren zijn agressieve weggebruikers Niet
waar. Dit veralgemenen zou fout zijn. De laatste tien jaar zijn Italianen heel wat rustiger geworden in het verkeer. Toch kan het voor ons in de spits nog steeds beangstigend zijn. Toeters en bellen overal! Hou die ogen vooral open. Italianen zijn veel bezig met hun uiterlijk Waar. In Italië draait
alles om gezien worden. La bella figura! Of je nu naar de bakker gaat of naar een feestje, je wordt verondersteld er altijd even goed uit te zien. Zonnebril op je neus, hakken onder je voeten… en gaan! Italiaanse mannen zijn mama’s kindjes Waar. Italianen zijn
macho’s en charmeurs, niemand die daaraan twijfelt. Toch blijft voor Italianen het gezin ‘numero uno’. Vooral mannen zijn erg gehecht aan hun moeders, de mamma mia’s blijven het goed doen. Italiaanse jongeren hebben een ongelooflijk temperament Waar. Onthoud één ding. Maak
je Italiaanse vriend of vriendin nooit kwaad. Wat Italianen tijdens een ruzie durven zeggen of doen, dat maak je liever niet mee. Roepen en tieren, en uiteraard veel met de handen zwaaien. Maak je maar snel uit de voeten.
pa g 1 0 9
pa g 1 1 2
Italianen eten de hele dag
Niet waar. Het is waar dat de Italianen veel en graag eten, maar de hele dag is overdreven. Hoewel, Italianen snoepen graag en een pizza als tussendoortje kan er ook wel altijd in. En toch niet dik worden, mmm… EDINBURGH / Karolien Slowack
(drie maanden in Edinburgh) Wat we weten over Schotland en zijn jonge inwoners is niet veel. Het volk is een beetje een mysterie op zich. Nessie die in Loch Ness woont is over de hele wereld bekend. Maar wat over hun gewoontes, de kilt en hun woeste reputatie? Dingen die je wel of nog niet wist over de Schotten. Schotten dragen niets onder hun kilt Tja, dit is een stelling die
iedereen al jaren fascineert, maar niemand weet er eigenlijk het fijne van. De Schotten trekken hun kilt aan voor belangrijke feestjes en sportevenementen. De jongere generatie houdt meer van een fris briesje onder de kilt, de oudere generatie vindt een onderbroek onder de rok net ietsje comfortabeler. Edinburghse jongeren drinken zich het ganse weekend lazarus Waar. De jongere generatie
houdt er wel van om na het werk onmiddellijk de pub in te duiken en er pas bij sluitingstijd uit te strompelen (dat is dan om 1 uur ’s nachts). Zaterdag herhalen ze dan hun vrijdagavond en meestal gaan ze daarna dan nog naar een club. Schotse jongeren en Engelse jongeren kunnen elkaar niet luchten Niet waar. Al kan op sport-
gebied de vijandigheid in alle hevigheid losbarsten. In het dagelijkse leven kunnen Engelsen en Schotten best wel
smakers
met elkaar opschieten. Er zijn natuurlijk wel Schotse nationalisten die de laatste jaren meer en meer opkomen. In de Hooglanden wonen de mensen heel afgezonderd
Waar. De Schotten die in de Hooglanden wonen, zijn daar heel geïsoleerd van de hoofdstad Edinburgh en alle andere grote steden. Ze wonen kilometers van de grote winkels en sommigen zijn aangewezen op hun eigen landbouw. Sommige dorpjes bestaan maar uit 5 huizen en een kerk. Daarom wonen er ook niet zo heel veel jongeren op het platteland. Schotland zou graag onafhankelijk zijn Er zijn voor- en
tegenstanders van de onafhankelijkheid. Maar het grootste deel van de Schotten zou graag Schotland als een onafhankelijk land zien, vooral de oudere generatie dan, en daar komen ze dan openlijk voor uit. De jongeren zijn vandaag al iets gematigder geworden, alhoewel de term ‘sassenach’ (buitenlander in het Gaelisch) regelmatig gebruikt wordt. Schotten zijn gefascineerd door spookverhalen Waar. Ook
al zijn Edinburghse jongeren de stiel van verhalen vertellen een beetje aan het verleren, toch blijft het iets waar Schotten om bekend staan. Ze zijn geboren verhalenvertellers, vooral spookverhalen. In alle grote steden vind je attracties die te maken hebben met verhalen over mensen die in de middeleeuwen geleefd hebben en tot op de dag van vandaag nog altijd spoken. Ook als je bij Schotten op bezoek gaat, diepen ze graag een verhaal op.
idealen
r e p o r ta g e
smakers
pa g 1 1 3
De ideale lector B
estaat de ideale lector of is hij/zij slechts een utopie? Tien studenten uit de lerarenopleiding aan de howest in Brugge speurden in de wandelgangen van de school naar een 100-tal studenten om te horen wat zij onder ‘de ideale lector’ verstaan. Zowel de innerlijke goedheden als de uiterlijke tekenen komen bij deze ondervraging aan bod. Ook de lectoren worden aan het kruisverhoor onderworpen. Het alfabet van de ideale lector
A b c d e f g
Aangenaam, apart Bère, behulpzaam, begripvol, bekwaam, begaan met studenten
Charismatisch
Doener, dol
Empathisch, enthousiast, eerlijk
Flexibel Geduldig, grappig, gestructureerd, een goede prater, gezellig
h i j k l m n o p q r s
Natuurlijk, niet-racistisch, nuttig
t u v w x y z
Opgewekt, onvergetelijk
• studenten
Humoristisch, huiselijk Interessant, indrukwekkend, bezitter van een inlevingsvermogen
Jong, jeugdig
Heeft kennis van zijn vak, komisch Lachwekkend, luistervaardig, luisterbereid, lacherig, lollig
Meelevend, meegaand
Pragmatisch
/
Respectvol, raar Sympathiek, slim, sociaal, heeft structuur
Toegeeflijk
Uiteenlopend
Vriendelijk, vrolijk, vermakelijk Wereldburger, weet wat hij wil, wijs, welwillend
X-factor
/
Zeker, zuinig met straf!
howest Sharon Plaetevoet, Lien Deroo, Skrolan De Cuyper, Maarten Huys, Loes Durnez, Annelore D’hondt, An-Sofie Defever, Sophie Lebeau, Myra Coenen & Lore Sambaer
pa g 1 1 4
smakers
I DEALEN
idealen
smakers
pa g 1 1 5
Expert
L.E.C.T.O.R. studenten
lectoren
karakter
De ideale lector moet behulpzaam, duidelijk, open, eerlijk, begripsvol en sterk zijn.
De ideale lector moet streng maar rechtvaardig zijn. Daarnaast moet hij/zij ook flexibel, geduldig en gemotiveerd zijn en een goed hart hebben.
uiterlijk
Is niet zozeer van belang. Hij/zij moet wel verzorgd en zelfzeker zijn en een bepaalde uitstraling hebben.
Het uiterlijk doet er niet zo toe, maar hij/zij moet wel verzorgd zijn.
Wat wordt er verlangd van de ideale lector?
Er moet interactie met de studenten zijn (niet doceren) / De studenten moeten zelf bepaalde dingen kunnen opzoeken / De lector moet voldoende vakkennis hebben en toegeven indien hij/zij iets niet weet / De lector moet interesse in het vak tonen.
Vakkennis / Vriendelijk / Zorgzaam / Eigenheid wegcijferen / Boven niveau werken / De beperkingen van de leerlingen inzien / Enthousiast / Een goede combinatie vinden tussen relativeren en ophemelen van hun vak / Zijn/haar vak niet het allerbelangrijkste vinden.
Omschrijf in 3 woorden de ideale lector
Sociaal / Behulpzaam / Intellectueel
L
aten we de kenmerken van de lector even herschikken onder enkele kapstokken. De letters in L.E.C.T.O.R. staan daarbij respectievelijk voor: L: leiden (doener, gestructureerd, nuttig, pragmatisch, heeft structuur, zeker, weet wat hij wil, wereldburger)
U
iteraard wensen jongeren dat hun docent richting aangeeft. Mooi meegenomen want dikwijls denken docenten dat ze in de ogen van de jongeren enkel ‘zagen’ als ze duidelijke richtlijnen aangeven. E: emotioneel intelligent (behulpzaam, begripvol, begaan met studenten, charismatisch, aangenaam, empathisch, enthousiast, flexibel, geduldig, gezellig, huiselijk, bezitter van een inlevingsvermogen, luistervaardig, luisterbereid, meelevend, meegaand, niet-racistisch, opgewekt, respectvol, sympathiek, sociaal, tof, vriendelijk, wijs, welwillend, zuinig met straf)
Z
onder meer de categorie waar de meeste kenmerken opduiken en terecht. Sociaal intelligente leerkrachten behoren steevast tot de beter geëvalueerde. Een docent moet zich afstemmen op de noden van zijn studenten.
Inhoudelijk / Vakmanschap / Empathie C: creatief talent (lol, grappig, humoristisch, indrukwekkend, komisch, lachwekkend, lacherig, lollig, raar, uiteenlopend, vrolijk, vermakelijk)
W
ie lacht leert makkelijker. Positieve emoties dragen bij tot de rijkdom van het leerproces. Onze maatschappij heeft nood aan creatieve input. Het is dan ook noodzakelijk dat we deze kenmerken aantreffen in de klas. T: taakgericht (bekwaam, eerlijk, interessant, heeft kennis van zijn vak, slim)
G
eruststellend dat studenten ook op zoek gaan naar de vakbekwaamheid achter hun docenten. Alleen kopje aaien en de ‘plezante uithangen’ is onvoldoende. Een goede docent maakt vakspecialisten. Maar let op: zonder de andere kenmerken komt men er niet. Kennis verwerven is één, kennis opbouwen is nog beter! O: ongekunsteld (een goede prater, natuurlijk)
D
e jeugd loopt niet hoog op met stijve harken en terecht. De docent die als mens voor de klas staat, die op informele wijze zijn studenten motiveert, zal op handen gedragen worden. Een docent moet kunnen toegeven dat hij bepaalde dingen niet weet, zeker in een cultuur waar jongeren op bepaalde terreinen veel meer weten dan hun docenten. Verder is ook belangrijk dat hij/zij het vak niet als het enige belangrijke ziet. Interdisciplinaire reflex is belangrijk.
R: ravissant (jong, jeugdig, onvergetelijk, x-factor)
I
n een multitask-omgeving moet het allemaal wat spitanter zijn dan vroeger. Docenten die saaie verhalen vertellen, krijgen het moeilijk. Studenten hebben docenten nodig waar ze naar opkijken.
I
k delete er eentje en dat is ‘toegeeflijk’. Jongeren maken het zich soms te gemakkelijk. Alleen discipline maakt dat je straks kan genieten van je eigen talenten. Als gamers weten ze zeker dat het enige discipline kost om door alle levels van een spelletje te geraken. Dat geldt ook voor het aanleren van een vak, een sport, een beroep, enz. Je merkt dan ook dat de lectoren in de beschrijving van het karakter ‘streng maar rechtvaardig’ opnemen.
V
ooral de creatieve, ravissante kenmerken zitten verstopt in de collage. Al te serieuze docenten zullen zich storen aan bepaalde kenmerken. Denk maar aan de iets oudere grijze docent die zich afvraagt: ‘Hoe word ik in godsnaam een blondje?’ Maar kenmerken genoeg voor iedere docent om zich waar te maken en tot het kransje ‘docenten met impact’ te gaan behoren.
• Herman Van den Broeck docent educatieve interactie en communicatie aan de UGent
Mojitosong Trilstand Ring Ring (Oude Telefoon) Achmed, The Dead Terrorist ('Silence, I'll Kill You')
#2 #3 #4 #5
Sex On Fire (Kings Of Leon) Viva La Vida (Coldplay) This Is the Life (Amy Macdonald) Ayo Technology (Milow) I Kissed A Girl (Katy Perry)
#2 #3 #4 #5
fa v o r i e t e n
#1
smakers
song
Standard Ringtone
#1
top 5/ ringtone
pa g 1 1 6 fa v o r i e t e n smakers pa g 1 1 7
smakers
portret
portret
smakers
Dimitri Verhulst. Maar ook de hype rond de Da Vinci Code heb ik gevolgd door het boek te lezen. Met de school bezoeken we wel eens een expo, meestal is die militair getint.”
Militair in opleiding Pieter De Coster (22 jaar)
• Koninklijke Militaire School, Brussel
Beschrijf je uniform “Mijn uni-
form is een groenbruin gekleurd pak, dat zijn uiteraard camouflagekleuren. Er hangt een extra lintje om mijn schouder, ik ben namelijk ‘le grand caque’, de preses van de studenten. Onze haren moeten kort gehouden worden, iedereen is gelijk voor de wet en er mag tijdens onze missies geen haar in de weg hangen, natuurlijk (lacht).”
c h lo ë n o l s ( c j p )
• f oto ' s :
c h r i s to p h e k e t e l s
Voor- en nadelen van je uniform? “Een groot voordeel is dat ons
•
portret/ jongeren in uniform
pa g 1 1 8
uniform schijnbaar nooit smerig wordt. Als we op kamp gaan of ‘op terrein’ trainen, wordt onze kledij echt wel vuil. Een vlek meer of minder zie je niet gemakkelijk tussen al die andere vlekken (lacht). Een ander voordeel is dat het gemakkelijk is om ’s morgens je outfit te kiezen. Ik vind anderzijds de botten nogal zwaar en de open kraag is erg koud in de winter. Helaas mogen we geen sjaal dragen, maar dat sterkt je wel.” Vrije tijd? “Ik luister graag naar Ne-
derlandstalige kleinkunst, artiesten zoals Bart Peeters. Maar het mag ook rock zijn. Zornik en d eus vind ik erg goed. De school bevindt zich niet ver van het centrum van Brussel, dus ga ik regelmatig naar een concert, meestal in de Ancienne Belgique. Ik bespeel ook zelf een instrument: accordeon, vandaar de interesse in kleinkunst. Ik speel soms met een band, maar dat is redelijk vrijblijvend. Qua boeken lees ik graag
Chef-kok Tom Bollen (20 jaar)
• Sterrenstaurant Aan tafel, Hasselt
Beschrijf je uniform “Mijn uniform is sober en donker. Ik vind dat het een nette uitstraling heeft, wat de zaak ten goede komt. Ik draag het graag, alleen de schort vind ik soms ongemakkelijk; hij is vrij warm en komt vaak los.” Voor- en nadelen van je uniform? “Ik vind de krijtstrepen op mijn
broek niet zo mooi, het doet me te hard aan clowns denken.” Vooroordelen / clichés / connotaties? “Mijn vrienden en familie
gaan ervan uit dat ik alles over koken weet, maar dat is niet zo. Bovendien heeft het veel met smaak te maken, of met de keuken die je verkiest. Voor mij is de Franse keuken de basis, ik vind het een zeer verfijnde en boeiende manier van gerechten maken. Sommigen denken ook dat ik altijd gezond eet, maar dat is niet waar. Ik eet graag en regelmatig fastfood. Er hoeft geen ster op mijn voedsel te kleven om het te laten smaken. Als het lekker is, ben ik al tevreden (lacht).” Vrije tijd? “Ik lees uiteraard graag boeken over andere koks en gastronomie. Onlangs heb ik de biografie van Bernard
pa g 1 1 9
pa g 1 2 0
smakers
portret
portret
smakers
pa g 1 2 1
Loiseau gelezen, een Franse topkok die zelfmoord pleegde. Daarvan was ik wel onder de indruk, die man heeft zich van zijn leven beroofd omdat hij de druk van zijn critici niet meer aankon. Ik kijk ook op naar Sergio Hermann, hij goochelt echt met smaken. Ik droom ervan om later bij hem te koken. Qua film bekijk ik het liefst iets luchtigs, Verlengd Weekend vond ik bijvoorbeeld een goede film.”
Vrije tijd? “Ik ga graag met vrienden op stap. In het weekend ga ik na mijn uren, rond twee uur ’s nachts, uit. Het is wel handig dat ik meteen na mijn werk de stad kan intrekken. Eerst mijn uniform wel uitdoen natuurlijk! Om me te ontspannen hou ik me graag bezig met dingen die mijn fantasie prikkelen. Lord of the Rings van j . r. r. Tolkien heb ik met veel plezier gelezen. Ik speel ook graag games op mijn ps 3, zoals Call of Duty of fifa 09. Ook films zoals Hellboy en Scarface vind ik super. Mijn muzikale smaak is zeer breed. Ik luister zowel naar techno als naar rap en r & b. Ik ga ook graag joggen en ik tennis af en toe.”
moet zelfs rekening houden met wat je eronder draagt, het mag niet te warm, maar ook niet te koud zijn.”
ankerembleem. Ik vind dat het enorm veel uitstraling heeft.”
Daens. Qua muziek hou ik van Nederlandstalige kleinkunst, Wannes Van de Velde bijvoorbeeld. En als zeilinitiator ben ik uiteraard in lectuur over (medische) hulpverlening geïnteresseerd.” Asha: “Ik sport graag, tijdens de week ga ik lopen en zwemmen. In de zomer komt daar zeilen bij. Ik heb verder een voorliefde voor reizen en geschiedenis. Ik hoef niet per se over het water te reizen, als het maar om boeiende landen gaat: Frankrijk, Egypte, Spanje, Noorwegen. Ik snuif dan graag wat cultuur op. Ik lees ook graag historische romans, ik vond De Vliegeraar van Khaled Hosseini erg goed.” Dieter: “Ik fiets graag lange afstanden. Naar de kust en terug, uiteraard niet op één dag (lacht). Daarnaast zwem en zeil ik ook, ik denk dat we allemaal een liefde voor het water delen. Ik ben ook naar de musical Daens gaan kijken, inderdaad de moeite. Maar het mag nog speelser en meer improvisatie zijn voor mij. Een leuk cabaret, zoals De Lama’s bijvoorbeeld.”
Voor- en nadelen van je uniform? “Het grootste voordeel vind ik
Barman Niels Timmermans
(18 jaar)
• Brasserie The Century, Hasselt Beschrijf je uniform “Ik denk
dat het ultieme kenmerk van ons nogal klassieke, zwart-witte uniform de strik is.”
Verpleegster Griet Mentink
(25 jaar) • Zelfstandige, thuisverpleging
Voor- en nadelen van je uniform? “Ik vind dat mijn uniform klas-
Beschrijf je uniform “Ik draag
se uitstraalt, wat mezelf en de zaak een net voorkomen geeft. Ik hoop dat de mensen hier graag komen omdat ze iets lekkers kunnen eten en drinken, en ook correct bediend worden. Het nadeel is dat je er op voorhand aan moet denken dat het klaarligt. Het moet op tijd gewassen en gestreken zijn.”
een witte, katoenen schort. Vroeger waren verpleegsters koketter gekleed, met een soort jurkje en een hoedje, maar dat zie je nu niet meer. Dat we nog steeds wit katoen dragen, is om hygiënische redenen: je kan je uniform in de kookwas doen. En omdat wit gemakkelijk vuil wordt, is dat ook effectief nodig (lacht).”
Vooroordelen / clichés / connotaties? “Ik hoor wel eens zeggen
Voor- en nadelen van je uniform? “Een verpleegster of een dokter
dat men denkt dat ik alle soorten cocktails uit mijn mouw kan schudden. Of dat ik alles van drank ken, of zelf graag drink. Dat klopt niet. Mensen vinden het ook vanzelfsprekend dat ik sociaal ben. Dat is wel zo, maar ik denk niet dat dat iets met mijn werk te maken heeft.”
is in het ziekenhuis, of zelfs daarbuiten, meteen herkenbaar. Het is gemakkelijk voor de patiënten en hun bezoekers dat ze meteen de aanspreekpunten herkennen. Dat vind ik een groot voordeel. Een nadeel is dat je er rekening mee moet houden dat het uniform in orde is. Je
Vooroordelen / clichés / connotaties? “Je hoort wel eens dat
verpleegsters sexy zijn. Vooral op verkleedfeestjes zijn verpleegsters toch nog altijd de meest sexy verschijningen (lacht).” Vrije tijd? “Ik ga graag uit met vrien-
den en probeer ook regelmatig te joggen, maar eigenlijk heb ik niet zo veel tijd om hobby’s te beoefenen. Ik lees graag strips en kijk graag naar een goede film. Om de één of andere reden heb ik een voorliefde voor Vlaamse films, waarschijnlijk ben ik onbewust trots op onze films. Ik was onder de indruk van Loft, een zeer goede film. Ik kijk trouwens ook graag naar Witse en Flikken, of, het mag zelfs Nederlands zijn: Baantjer. Ik hou wel van het speuren en de spanning. Als ik tijd heb, trek ik er ook graag een paar dagen op uit. Een weekendje naar de Ardennen of naar Duitsland.”
Voor- en nadelen van je uniform? Asha: “Een absoluut voordeel is
dat je ’s morgens niet hoeft na te denken over je outfit. En je wordt veel minder op je uiterlijke verschijning en kledij beoordeeld.” Jeroen: “In de studentenraad merk ik dat ik met mijn uniform toch wel met gezag wordt geassocieerd.” Dieter: “Een nadeel is dat je wel altijd op voorhand aan je uniform moet denken. Als je ergens blijft logeren, moet je het meezeulen. Je moet er ook aan denken om het op tijd te wassen.” Asha: “Ik vind de maten van het uniform voor een meisje wat groot. Ik heb het kleinste uniformmaatje, maar toch lijk ik er nog in te verdrinken.” Vooroordelen / clichés / connotaties? Dieter: “Het gebeurt vaak
dat mensen ons uniform met andere uniforms verwarren. Hoe vaak heeft men mij aan de bushalte al niet gevraagd wanneer de volgende bus precies aankomt!” Jeroen: “Veel mensen kennen het verschil niet tussen matrozen en officieren. Een matroos verricht algemene en voorkomende werkzaamheden aan boord, terwijl een officier leiding geeft of toezicht houdt. Bovendien verwart men de zeevaart met de zeemacht. Vermoeiend om telkens opnieuw het verschil uit te leggen.”
Beschrijf je uniform “Mijn uni-
form is een toga. Dat is een lang zwart gewaad met een witte bef, een epitoga (twee zwarte stroken op de rug) met witte stukjes bont (die de universitaire graden symboliseren) en brede mouwen. Het dragen van een toga is een eeuwenoud gebruik en staat voor de gelijkheid tussen de advocaten. Alle advocaten dragen dezelfde toga.”
Vrije tijd? “Advocatuur is geen nineto-five job. Daarom hecht ik veel belang aan mijn vrije tijd. Die breng ik het liefst door met mijn vriend en/of mijn beste vriendinnen. Uitgaan in het weekend, citytrips of langere reizen maken in binnen- of buitenland, lekker op restaurant gaan, een filmpje meepikken in de
Meester Stephanie Raets (25 jaar)
• Advocatenkantoor Claeys & Engels,
• Hogere Zeevaartschool, Antwerpen
Beschrijf je uniform Jeroen: “We
hebben eigenlijk twee uniformen: een gala-uniform voor formele bijeenkomsten en een gewoon uniform, waarin we les volgen. Dat gala-uniform is best mooi, met goudkleurige knopen en het
Vrije tijd? Jeroen: “Ik zeil en geef
zeilles. Als lesgever draag ik ook een uniform, om gezag af te dwingen. Verder ben ik vooral met studentenvertegenwoordiging bezig. Los daarvan hou ik van theater, zowel om zelf te spelen als om naar te kijken. Ik bekijk zowel klassieke als alternatieve stukken. Ik heb wel een speciale voorliefde voor musicals. Zo was ik onlangs erg onder de indruk van de Vlaamse musical
Vooroordelen / clichés / connotaties “Mensen hebben vaak een
negatief beeld van advocaten. Wanneer ze er een nodig hebben, zitten ze immers meestal in de problemen. Mensen associëren onze toga ook met de ouderwetse traditionele gebruiken van de rechterlijke macht. Of ze denken dat we onze toga altijd moeten dragen, wat natuurlijk niet het geval is. Zo spendeer ik het grootste gedeelte van mijn tijd op kantoor zonder toga. Ik geef er advies aan mijn cliënten en wanneer er een geschil rijst, tracht ik eerst de partijen buiten de rechtbank te verzoenen. Het is pas wanneer de partijen er onderling niet uit geraken, dat we naar de rechtbank moeten en ik mijn toga van de kapstok haal.”
Balie Antwerpen Officieren in opleiding Asha Michaux, Dieter Croenen, Jeroen Vansina (20, 24 & 23 jaar)
de herkenbaarheid. In de rechtbank kan je de advocaten door hun toga duidelijk onderscheiden van alle andere mensen die er rondlopen. Je weet dan dat zij daar zijn om de belangen van hun cliënt te verdedigen. Persoonlijk vind ik het ook een bijzonder gevoel: wanneer ik mijn toga aantrek, ben ik de persoon die de mening van mijn cliënt op een juridische manier kom vertolken ten aanzien van de rechter. Een nadeel is dat het niet echt een flatterend of modieus uniform is. In de zomer kan het ook heel erg warm worden onder de toga, zeker wanneer de zon op de grote ramen van het Antwerpse justitiepaleis schijnt (lacht).”
pa g 1 2 2
smakers
portret
cinema… dat is maar een kleine greep uit de dingen die ik graag doe.”
gsm’s bij en gebruiken vaak een auto als we op kamp zijn. En we maken geen vuurtje met stenen, maar met een aansteker.”
Voor- en nadelen van je uniform? Wesley: “Het is een nadeel dat
Vrije tijd? “Ik ben actief als vol-
Scoutsleider Dries Navau
(25 jaar) • 31e Sint-Bavo, Boechout Beschrijf je uniform “Kenmerkend voor ons uniform zijn de korte groene of bruine broek, het beige hemd met insignes, maar vooral de ‘das’, het blauw-met-rode sjaaltje. Die das is verplicht, het toont bij uitstek aan dat we van de scouts zijn. De korte broek is niet zozeer verplicht, maar wel een must. We raden iedereen aan de korte broek te dragen, omdat we de traditie in stand willen houden.”
leyballer. Ik heb wekelijks een training en een match. Daarnaast willen mijn vriendin en ik gaan samenwonen. Al dat geregel, daar kruipt ook wel wat tijd in. Op vlak van boeken en films lees en bekijk ik graag het fantasygenre, zoals Lord of the Rings en Harry Potter. Ik was ook onder de indruk van Loft, ik vond het een stijlvolle Vlaamse thriller. Wat muziek betreft, luister ik meestal naar de radio, StuBru of Q-Music. Ik heb wel een speciale voorliefde voor de moderne kleinkunst. De muziek van Bart Peeters vind ik leuk. Daarnaast ben ik ook te vinden voor de grote hits uit de jaren ’80 en ’90. Als het maar geen r & b is (lacht).”
Voor- en nadelen van je uniform? “Het grootste voordeel vind ik
dat het om een speeluniform gaat. Als je het aanhebt, weet je dat je je kan uitleven. Het mag vuil worden en als je het in de was niet meer proper krijgt, dan is dat niet zo erg. Een nadeel is soms – ook al hameren we erop om ze te dragen – de korte broek, vooral in de winter (lacht).” Vooroordelen / clichés / connotaties? “Mensen vinden die korte
broek onvolwassen. Of ze denken dat je een ‘hardcore survivor’ bent. Of erger, dat je een geitenwollensokken padvinder bent. Er is soms verwarring over onze bezigheden. Scouting is niet zomaar door de bossen hollen en op het mos slapen. We volgen wel degelijk de technologische ontwikkelingen. We hebben
Politieagenten in opleiding Patricia Schoutteer en Wesley Geeurickx (allebei 20 jaar)
• Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding (pivo ), Asse
Beschrijf je uniform Patricia: “Wij zijn letterlijk ‘het blauw op straat’: we dragen een blauwe, strakke, sobere outfit. De bedoeling is om direct herkenbaar te zijn. Het uniform moet voornamelijk een gevoel van veiligheid opwekken, het mag niet afschrikken. In het begin van de opleiding, vóór de stage, was dat wel wennen.”
iedereen je nakijkt. En dat veel mensen je aanspreken, je bent zowat de praatpaal van de stad. Ik heb ook gemerkt dat mensen zich beter gedragen als er een politieagent in de buurt is. Het uniform heeft echt effect. Professioneel is dat een voordeel.” Patricia: “Het meest vervelende is dat men verwacht dat je altijd paraat bent. Als je een ronde doet, moet je soms onverwachts lange uren kloppen, en als je dan een broodje gaat kopen, dan zie je mensen denken ‘Moeten die agenten niet werken?’. Ze beseffen niet hoe zwaar het is en dat wij na acht uur ook wel eens honger krijgen.” Vooroordelen / clichés / connotaties? Wesley: “Een vaak gehoord
grapje is dat de politie de sirene van de combi gebruikt om de frietjes warm te houden. Of dat we overbodig met twee werken: de ene zou lezen, de andere schrijven. Maar er is wel degelijk een reden waarom er rondes met twee gedaan worden: veiligheid. Zou jij graag op je eentje een nachtdienst op straat doen?” Patricia: “Mijn vrienden vinden wel dat ik er goed uitzie in mijn uniform. De autoriteit die mijn kledij uitstraalt zou zelfs erotiseren (lacht).” Vrije tijd? Patricia: “We voetballen al-
lebei. Tijdens de training en de matchen dragen we dus ook voorgeschreven kledij, maar het is toch anders dan het strenge politie-uniform. We gaan ook graag uit, maar dan dragen we redelijk onopvallende kleren, een jeans ofzo. Ik heb dus nog geen afkeer van blauw (lacht).” Wesley: “Sinds ik aan mijn opleiding begonnen ben, ga ik minder vaak uit, zeker in vergelijking met mijn vrienden. Misschien is dat het gevolg van de lange, intensieve uren. Ik blijf graag fit, vandaar dat sport ook belangrijk blijft.”
portret
Host/ess Dorothy en Lars
smakers
pa g 1 2 3
de Flair.” Lars: “Geef mij maar Humo of P-Magazine. Ik zit graag in het Antwerpse café ’t Paters Vaetje, om met een paar vrienden een pintje te drinken. Ik ga ook graag naar theater. Ik geniet altijd van de producties van hetpaleis en het collectief de Kakkewieten. En ik ben dit jaar ook naar de Boekenbeurs geweest.”
uitgelachen. Integendeel, vele mensen vinden zo’n uniform best mooi en verzorgd.” Lucas: “We worden niet als seuten bekeken. Onze vrienden die geen uniform dragen, doen er alvast niet onnozel over.”
(22 jaar) • Brussels Airport, Zaventem Beschrijf je uniform Dorothy: “’t Is redelijk klassiek: marineblauw. Ik vind het zelf het mooiste uniform op de luchthaven (lacht).” Voor- en nadelen van je uniform? Dorothy: “Het is ontzettend
gemakkelijk dat ik ’s morgens niet voor mijn kleerkast moet staan kiezen. Mijn kledij ligt op voorhand klaar en ik moet er niet al te veel over nadenken. Dat wil niet zeggen dat ik niet met mijn voorkomen bezig ben, integendeel, ik probeer er altijd verzorgd uit te zien.” Lars: “Het is ’s morgens misschien gemakkelijk, maar uiteindelijk is het toch een beetje saai om altijd hetzelfde te dragen. Meisjes kunnen nog afwisselen tussen een broek en een rok.” Vooroordelen / clichés / connotaties? Lars: “Je kan je op de lucht-
haven zelf omkleden, als je dat wil. Maar ik kom soms met mijn uniform op straat en dan word je wel eens nagekeken. Ze hebben ons in ieder geval nog niet met andere uniformen verward.” Vrije tijd? Lars: “Ik tennis soms, al
is het weer even geleden.” Dorothy: “En ik doe aan wintersport, maar tennis zegt me ook wel wat. Misschien moeten we samen gaan tennissen! (lacht). Verder lees ik graag boeken en bekijk ik films die een waargebeurd verhaal vertellen. The Ideal Husband vond ik erg mooi. Ter ontspanning lees ik ook wel eens
Scholieren Laura Eliaerts en Lucas Vandevoorde (16 jaar)
• Sint-Ludgardisschool, Antwerpen
Beschrijf je uniform “We dragen een speciaal voor de school ontworpen uniform: een klassieke, marineblauwe broek of rok en een wit en blauw gestreept hemdje. Vooral dat hemd is ons kenmerk. Het is dus een redelijk strikt uniform.” Voor- en nadelen van je uniform? Laura: “Het is zeker en vast een
voordeel dat we geen uren met onze looks bezig zijn. En omdat iedereen hetzelfde aanheeft, word je minder op je kledij beoordeeld. Het nadeel is dat je niet echt kan variëren en dat je sommige stomme regels niet kan omzeilen. Zo zijn er strikte voorschriften over de plooien in de rokjes, en die zijn echt overdreven. Het is ook onhandig dat ons uniform marineblauw is, je vindt in winkels immers niet gemakkelijk marineblauwe truien of jassen.” Vooroordelen / clichés / connotaties? Laura: “Je hoort wel eens
rare opmerkingen omdat je dezelfde kleren draagt, maar we worden niet
Vrije tijd? Laura: “In mijn vrije tijd dans ik hiphop en doe ik vrijwilligerswerk. Mijn kledij is dan redelijk kleurrijk, misschien onbewust om een verschil met de schooldagen te maken. Ik koop gewoon wat ik mooi vind: kleedjes of een jeans.” Lucas: “Ik speel gitaar in een bandje en volg notenleer. Ik zit ook in de scouts, waarvoor ik ook een uniform zou moeten dragen, maar tegenwoordig doen we alleen nog maar het beige hemd aan. Thuis draag ik voornamelijk jeans.”
pa g 1 3 6
lijsten
smakers
lijsten
smakers
smakers literatuurlijst AmbRassadeurs. Over jongeren, cultuur en communicatie.
Erfgoededucatie in het Vlaamse onderwijs. Erfgoed en onderwijs in dialoog. (Sigrid Van der Auwera,
lijsten Jongeren en internet.
• Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruiksorganisaties – oivo / 2008
Annick Schramme en Riet Jeurissen) • Een onderzoeksopdracht van canon Cultuurcel, de afdeling Erfgoed van het Agentschap Kunsten en Erfgoed en het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed / 2007
(Hélène Aupaix en Marc Vandercammen) • Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruiksorganisaties – oivo / 2007
Game over. Over game- en filmgeweld, angst en onzekerheid
Jongeren in cijfers en letters. Bevindingen uit de JOP-monitor 1.
canon
Stefaan Pleysier & Benedict Wydhooghe – red.) • Garant / 2007
(Nicole Vettenburg, Marc Elchardus & Lode Walgrave – red.) • LannooCampus / 2007
Apestaartjaren 2.0. Onderzoeksrapport.
Gedeeld / Verbeeld. Eindrapport van de Commissie Onderwijs en Cultuur . (Jenoff Van Hulle – red.)
(Franky Devos)
• CultuurNet Vlaanderen, cjp en canon Cultuurcel / 2004 AmbRassadeurs 2. Over jongeren, cultuur en communicatie. Een duik in de praktijk. (Daf Van Cam-
penhout) • CultuurNet Vlaanderen, Cultuurcel / 2005
cjp
en
gebruik van bibliotheken en cultuurcentra in Vlaanderen / Jan Colpaert, Ignace Glorieux, Katrien Lauwerysen, Maarten Moens, Dieter Vandebroeck) • Uitgeverij De Boeck / 2007 Een onderzoek naar de informatiebehoeften van kinderen, tieners en jongeren. (In opdracht
van het Vlaams Informatiepunt Jeugd (vip Jeugd) / Marie-Lou De Clerck, Laura Vandenbosch, Michaël Opgenhaffen, Prof. Dr. Steven Eggermont) • Leuven School for Mass Communication Research. ku Leuven / 2008
Jongeren en vrijetijdsbesteding.
Publieksbemiddeling 2.0 Leiden alle (virtuele) wegen naar De Roma? (Dries Speetjens / 2008)
Verdieping / Verbreding perspectieven voor inhoudelijke vernieuwing van het deeltijds kunstonderwijs. (Ingrid Leys en Jos
foto credits
Smaakmaker. Beleids- en actienota over cultuureducatie voor smakers en makers binnen het Vlaams cultuur- en jeugdbeleid .
Thys – red.) • Departement Onderwijs en Vorming. Afdeling Instellingen en Leerlingen Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs. / 2008
(Jelle Vermeersch)
(Bert Anciaux /2008)
• Graffiti Jeugddienst en Jeugdwerknet / 2008 • canon Cultuurcel / 2008 Cultuurkijker / Er is genoeg voor iedereen. (Aanbod, publiek en
pa g 1 3 7
Generatie Einstein. Slimmer, sneller en socialer: communiceren met jongeren van de 21ste eeuw.
(Jeroen Boschma, Inez Groen) • Uitgeverij Pearson Prentice Hall nl / 2006 Het sociale van cultuur. Lokaal cultuurbeleid en gemeenschapsvorming. (Eric Corijn, Stephanie Lem-
mens en vele anderen) • Cultuur Lokaal, vcob en Kunst en Democratie vzw. / 2007 Hip Hip Happy. Over jongeren en gelukkig zijn... Het onderzoeksrapport . (Sarah De Graef – red.)
• In Petto / 2007
Jongeren van nu en straks. Overzicht en synthese van recent jeugdonderzoek in Vlaanderen.
(Nicole Vettenburg, Mark Elchardus en Lode Walgrave – red. / 2006)
Smakers. Jongeren en cultuur 2004.
VRIND 2008. 7. Gaan voor kwaliteit en participatie.
• Studiedienst
van de Vlaamse Regering /
•Afdeling Jeugd en Volwassenen en cjp / 2004
2008
Smakers. Jongeren en cultuur 2006.
Ze krijgen er niet genoeg van! Jongeren en gaming, een overzichtstudie. (Evelien De Pauw, Stefaan
Een greep uit de praktijk / Napoleon, Napoleon, sta stille – Larf!
Een greep uit de praktijk / Fire of Freedom: Geen saffen of geen bier (Graffiti Jeugddienst vzw) Jong talent 2008 / Selah Sue (Hans
Spooren/ Mr Henry) Jong talent 2008 / Louise Maselis
• Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen en cjp / 2004
Talkiewalkie 4 believers / nonbelievers. (ladda vzw)
Pleysier, Jan Van Looy, Jeroen Bourgonjon, Kris Rutten, Steven Vanhooven en Ronald Soetaert) • Vlaams Instituut voor wetenschappelijk en technologisch Aspectenonderzoek – viwta / 2008
(Allard Honigh) Jong talent 2008 / Jasper Erkens
(No Circus!) Jong talent 2008 / Maarten Inghels (Laura Meyvis)
Kies* Bijna 150 aanbevelingen voor een MAS in jonge handen.
• Uitgeverij Acco / 2007
(Franky Devos) • mas / 2007
Tracks. Artistieke praktijk in een diverse samenleving. (An van Dien-
Kwaliteit en consistentie. Kunsten cultuureducatie in Vlaanderen. (Anne Bamford)
• Uitgeverij
Mednis)
Van generatie op generatie. Een cultuursociologische benadering van de gelijkenissen in houdingen en smaken tussen ouders en hun adolescente kinderen. (Jessy Siongers)
theater Braunschweig)
• canon Cultuurcel / 2007
Ongelijkheid en tevredenheid in de Vlaamse cultuurcentra. (Ignace
Glorieux & Theun-Pieter Van Tienoven)
• Onderzoeksgroep tor, Vakgroep Sociologie, vub / 2008
deren, Joris Janssens, Katrien Smits) epo , Vlaams Theater Instituut, Kunst en Democratie / 2007
Jong talent 2008 / Ibrahim
(Melanie Mrakovcic) Opera
/
Soetkin
baptist (Janis
Opera / Thomas Blondelle (Staats-
• vub / 2007
dans / Kaij (Christophe Ketels)
pa g 1 3 8
smakers
smakers
persoonlijk
persoonlijk
smakers
pa g 1 3 9
nota
pa g 1 4 0
smakers
smakers
persoonlijk
persoonlijk
smakers
pa g 1 4 1
nota
pa g 1 4 2
smakers
smakers
persoonlijk
colofon Stuurgroep en redactie (Sophie Burm, Karen Jacobs, Riet Plevoets
& Toon Vermeir) Coördinatie redactie (Sophie Burm)
• www.sophieburm.be
Fotografie: portretten (Christophe Ketels)
• www.compagniegagarine.com Vormgeving (Indianen)
• www.wereldderindianen.be Druk (Drukkerij Bulckens)
• www.bulckens.com
Verantwoordelijke uitgevers (cjp & Afdeling Jeugd) CJP (Cultureel Jeugd Paspoort / Sainctelettesquare 19 /1000 Brussel
Tel: 02 203 02 00 / Fax: 02 201 09 29) • www.cjp.be Afdeling Jeugd (Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd &
Volwassenen / Arenbergstraat 9 / 1000 Brussel Tel: 02 553 41 30 / Fax: 02 553 41 17) • www.jeugdbeleid.be Publicatiedatum (Februari 2009) Wettelijk depot D2009/3241/008
Exemplaren van Smakers, jongeren en cultuur 2008 kunnen aangevraagd worden bij de uitgevers. De redactie van de teksten werd afgesloten op 16 Januari 2009. Indien er ondertussen gegevens gewijzigd zijn, kunnen de uitgevers hier niet op aangesproken worden.