3

Trimestriële aanpassingen 2015/3

datum: 20-08-2015

Inhoud 1. DIMONA: WERKNEMERSTATUUT “DWD” ................................................... 4 1.1. Context ................................................................................................................................ 4 1.2. Dimona without DmfAPPL ................................................................................................ 4

2. SUI GENERIS STAGEOVEREENKOMST ....................................................... 4 2.1. Context ................................................................................................................................ 4 2.2. Aangiftewijze in Dimona .................................................................................................... 4

3. ALTERNEREND LEREN.................................................................................. 5 3.1. Context ................................................................................................................................ 5 3.2. Definitie van “leerling” en “alternerende opleiding” ...................................................... 5 3.3. Onderwerping aan sociale zekerheid ............................................................................... 6 3.3.1. Verschuldigde socialezekerheidsbijdragen .................................................................. 6 3.3.2. Tabel van bijdragevoeten ............................................................................................. 7 3.3.3. Doelgroepvermindering ................................................................................................ 7 3.3.4. Tabel van verminderingspercentages .......................................................................... 7 3.3.5. Ziekte en invaliditeit – sector uitkeringen ..................................................................... 8 3.4. Bijlage 28: werknemerskengetallen .................................................................................. 8 3.5. Aangiftewijze in DmfAPPL en Dimona ............................................................................. 9

4. ONBEZOLDIGD POLITIEK VERLOF .............................................................. 9 4.1. Context ................................................................................................................................ 9 4.2. Bijlage 8: arbeidstijdgegevens .......................................................................................... 9 4.3. Aangiftewijze in DmfAPPL ............................................................................................... 10 4.4. Tabel van werknemerskengetallen / prestaties ............................................................. 10

5. REDEN VAN EINDE STATUTAIRE RELATIE ............................................... 10 6. BIJZONDERE INHOUDING OP DUBBEL (VERTREK)VAKANTIEGELD ........................................................................ 11 6.1. Context .............................................................................................................................. 11 6.2. Bijlage 32: bezoldigingscodes ........................................................................................ 12 6.2.1. Nieuwe looncode 348 ................................................................................................. 12 6.2.2. Aanpassing van looncodes 349, 350, 312, 316 ......................................................... 12 6.3. Tabel van basisbedragen................................................................................................. 13 6.4. Massacorrectie door DIBISS ........................................................................................... 14

7. VERTREKVAKANTIEGELD GECO’S, ART. 60-ERS, VERVANGERS, TIJDELIJKEN ...................................................................... 14 7.1. Context .............................................................................................................................. 14 Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be

2/19

7.2. Bijlage 32: bezoldigingscodes ........................................................................................ 15 7.3. Verduidelijking .................................................................................................................. 15

8. WERKBONUS ................................................................................................ 16 9. VRIJWILLIGE BRANDWEER ........................................................................ 17 10. BIJLAGE 31: NACE-CODES ......................................................................... 17 11. BIJLAGE 44: MAATREGELEN TOT REORGANISATIE VAN ARBEIDSTIJD ................................................................................................ 18 12. KILOMETERVERGOEDING .......................................................................... 18 13. GRATIS ELEKTRICITEIT EN VERWARMING .............................................. 18 14. SOLIDARITEITSBIJDRAGE VOOR UTILITAIR VOERTUIG ......................... 19 15. VERDUIDELIJKINGEN .................................................................................. 19 15.1. Identificatie in Dimona .................................................................................................. 19 15.2. Identificatienummer van de lokale eenheid ................................................................ 19

Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be

3/19

1. DIMONA: WERKNEMERSTATUUT “DWD” - Geen retroactief effect -

1.1. Context Bepaalde personeelsleden moeten aangegeven worden in Dimona, maar niet in de DmfAPPL, omdat ze niet onderworpen zijn aan bijdragen. Deze personeelsleden moeten aangeduid worden in Dimona teneinde ze buiten beschouwing te laten bij de kruiscontrole van DmfAPPL en Dimona. Bepaalde personeelscategorieën zijn reeds uitgesloten (bv. DmfAPPL: statuut werknemer = O). In deze context zal een nieuwe waarde in de zone “aard van de werkgever” gecreëerd worden in Dimona.

1.2. Dimona without DmfAPPL Vanaf september 2015 zal de aard van de werkgever “DWD” “Dimona without DmfAPPL) gebruikt kunnen worden in de Dimona van de besturen aangesloten bij DIBISS. Vanaf het derde kwartaal 2015 zullen twee personeelscategorieën moeten worden aangegeven met deze nieuwe code:  jongeren in opleiding die niet beschikken over een arbeidscontract of het leerlingenstatuut (zie verder);  personen met een “sui generis” stageovereenkomst (zie verder).

2. SUI GENERIS STAGEOVEREENKOMST - Geen retroactief effect -

2.1. Context De sui generis stageovereenkomsten betreffen personen niet onderworpen aan het Belgische socialezekerheidsstelsel die niet aangegeven moeten worden in DmfAPPL, maar wel in Dimona. De doelstelling van deze stages is de verwerving van professionele ervaring tijdens hun opleiding in het buitenland of na het behalen van een buitenlands diploma.

2.2. Aangiftewijze in Dimona Vanaf september 2015 moeten deze stagiairs in Dimona aangegeven worden met de waarde “DWD” in de zone “aard van werknemer”.


4/19

3. ALTERNEREND LEREN 3.1. Context Sinds de staatshervorming van 1988 zijn de Gemeenschappen verantwoordelijk voor het alternerend leren. In functie van concrete behoeften heeft elke Gemeenschap zijn eigen stelsels en overeenkomsten van alternerend leren ontwikkeld. De sociale rechten van de jongeren verschillen sterk naargelang de overeenkomst. De wet van 15-52014 voorziet in een uniforme behandeling voor de sociale zekerheid voor alle jongeren in een stelsel van alternerend leren. Wettelijke bepalingen1:  Wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, artikelen 24-28 (B.S., 22-5-2014)  Koninklijk Besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van werknemers (B.S., 8-8-2014).

3.2. Definitie van “leerling” en “alternerende opleiding” Een leerling is elke persoon die in het kader van een alternerende opleiding verbonden is met een werkgever door een overeenkomst die  geen arbeidsovereenkomst is;  geen omscholingsovereenkomst voor een gehandicapte jongere is 2. Onder alternerende opleiding wordt verstaan elke situatie die beantwoordt aan alle volgende voorwaarden samen3:  de opleiding bestaat uit een deel op de werkvloer en een deel in een onderwijs- of opleidingsinstelling; de twee onderdelen vormen samen één enkel opleidingsplan, zijn op elkaar afgestemd en wisselen elkaar geregeld af;  de opleiding leidt tot een beroepskwalificatie;  het deel dat uitgevoerd wordt op de werkvloer, voorziet op jaarbasis een gemiddelde arbeidsduur van minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met de feest- en vakantiedagen;  het deel dat uitgevoerd wordt binnen of op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de onderwijs- of opleidingsinstelling, omvat op jaarbasis o minstens 240 lesuren voor jongeren die onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht;

1

De wet regelt het arbeidsrechterlijk statuut van de overeenkomsten van alternerend leren niet. Met uitzondering van de algemene arbeidswetgeving (= minimum leeftijdsgrens voor arbeid, arbeidsduur, nachtarbeid, loonbescherming, specifieke voorwaarden voor jeugdige werknemers…) wordt het arbeidsrechterlijk statuut van de overeenkomsten van alternerend leren door de communautaire of de regionale wetgeving geregeld. Bij de Gewesten zijn de verantwoordelijke diensten voor het alternerend leren: VDAB (Vlaams Gewest), Actiris (Brussels Hoofdstedelijk Gewest), Forem (Waals Gewest), Arbeitsamt (Duitstalige Gemeenschap). 2

Artikel 1bis van het KB van 28-11-1969, ingevoegd door artikel 1 van het KB van 29-6-2014

3

Artikel 1 van het KB van 29-6-2014


5/19

o





minstens 150 lesuren voor jongeren die niet onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht, en waarbij het aantal uren berekend kan worden naar rato van de totale duur van de opleiding; o de lesuren waarvoor de leerling van de onderwijs- of opleidingsinstelling eventueel een vrijstelling geniet, zitten in het pakket van 240 of 150 uren; de beide delen van de opleiding worden gedekt door één enkele overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn; de opleiding kan uitgevoerd worden in het kader van meerdere opeenvolgende overeenkomsten op voorwaarde dat o het minimale aantal opleidingsuren in de onderwijs- of opleidingsinstelling gevolgd wordt; o het volledige traject gegarandeerd en gecontroleerd wordt door een operator; de overeenkomst voorziet in de toekenning van een financiële bezoldiging die beschouwd wordt als loon voor de toepassing van de loonbeschermingswet van 12-4-1965, aan de leerling.

Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in sectie 3.3.7. (De personeelsleden – de leerlingen) van de administratieve instructies.

3.3. Onderwerping aan sociale zekerheid Vanaf 1-7-2015 heeft een jongere die onder de nieuwe generieke definitie van “leerling” valt, een duidelijk statuut qua bijdrageplicht en rechten. 3.3.1. Verschuldigde socialezekerheidsbijdragen De onderwerpingregels variëren in functie van de leeftijd en het statuut. Situatie Leerlingen verbonden met een werkgever door een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding, tot 31 december van het jaar waarin zij de leeftijd van 18 jaar bereiken.

Onderwerping Onderworpen aan een werkgeversbijdrage van 0,23%. Deze bijdrage wordt eventueel verhoogd met 0,32%, indien de werkgever onderworpen is aan de arbeidsongevallenregeling van de privésector.4

4

0,23% = basisbijdrage van 0,05% + bijdrage voor Asbestfonds van 0,01% + bijdrage voor sector “beroepsziekten” van 0,17% De leerlingen zijn de werkgeversbijdrage van 0,17% voor de sector beroepsziekten verschuldigd, omdat de leerlingen, bedoeld bij artikel 4 van het KB van 28-11-1969 (= tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin zij 18 jaar worden) beschouwd worden als behorend tot de “leden van het vast, stagedoend, tijdelijk, hulppersoneel of het personeel dat wordt in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst” in de zin van artikel 2 van het “koninklijk besluit van 21 januari 1993 betreffende de schadeloosstelling door beroepsziekten…”. Opgelet: Intercommunales en autonome gemeentebedrijven zonder vastbenoemd personeel ressorteren onder de arbeidsongevallenregeling van de privésector. Voor de leerlingen bij deze besturen zal een bijkomende bijdrage van 0,32% (bovenop de bijdrage van 0,23%) worden geïnd voor de arbeidsongevallensector.


6/19

Situatie Leerlingen verbonden met een werkgever door een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding, vanaf 1 januari van het jaar waarin zij 19 jaar worden.

Onderwerping Beschouwd als een gewone werknemer. Onderworpen aan de volledige socialezekerheidsbijdragen van 28,86% of 29,26% naargelang de vakantieregeling. Deze bijdrage wordt eventueel verhoogd met 0,32%, indien de werkgever onderworpen is aan de arbeidsongevallenregeling van de privésector.

3.3.2. Tabel van bijdragevoeten De volgende combinaties worden vanaf het derde kwartaal 2015 (niet retroactief) gewijzigd van  WG 951 - WN 133-233 - bijdragen 0,06% - patronaal 0,06% - persoonlijk 0,00%  WG 952 - WN 133-233 - bijdragen 0,06% - patronaal 0,06% - persoonlijk 0,00%  WG 981 - WN 133-233 - bijdragen 0,38% - patronaal 0,38% - persoonlijk 0,00%  WG 982 - WN 133-233 - bijdragen 0,38% - patronaal 0,38% - persoonlijk 0,00% naar  WG 951 - WN 133-233 - bijdragen 0,23% - patronaal 0,23% - persoonlijk 0,00%  WG 952 - WN 133-233 - bijdragen 0,23% - patronaal 0,23% - persoonlijk 0,00%  WG 981 - WN 133-233 - bijdragen 0,55% - patronaal 0,55% - persoonlijk 0,00%  WG 982 - WN 133-233 - bijdragen 0,55% - patronaal 0,55% - persoonlijk 0,00%

3.3.3. Doelgroepvermindering De leerlingen die in het kader van een alternerende opleiding door een overeenkomst met een werkgever verbonden zijn, worden vanaf 1-7-2015 beschouwd als een jongere met een startbaanovereenkomst “type drie” (overeenkomst voor socioprofessionele inschakeling, een stageovereenkomst voor opleiding tot ondernemingshoofd of een andere, door de Koning bepaalde opleidings- of inschakelingsovereenkomst).5 Hieruit volgt dat de leerlingen met een opleidingsovereenkomst in het kader van een alternerende opleiding recht hebben op de (federaal ingevoerde) “doelgroepvermindering jonge werknemer”. Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in sectie 6.2.5.2. (De doelgroepvermindering jonge werknemer – soorten startbaanovereenkomst) van de administratieve instructies.

3.3.4. Tabel van verminderingspercentages De combinaties van de werknemerskengetallen 133 en 233 met de verminderingscode 3430 (jonge werknemers tot 31/12 van het jaar waarin zij 18 jaar worden) worden voorzien: Vanaf 2013/3 tot en met 2014/4  WG 981 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,30% / VERMIN 0,30%  WG 982 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,30% / VERMIN 0,30%

5

Artikel 26 van de wet van 15-5-2014


7/19

Vanaf 2015/1 tot en met 2015/2  WG 951 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,05% / VERMIN 0,05%  WG 952 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,05% / VERMIN 0,05%  WG 981 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,35% / VERMIN 0,35%  WG 982 / VERM 3430 / WN 133-233 / BIJDR 0,35% / VERMIN 0,35% Vanaf 2015/3  WG 951 / VERM 3430 /  WG 952 / VERM 3430 /  WG 981 / VERM 3430 /  WG 982 / VERM 3430 /

WN 133-233 / BIJDR 0,22% / VERMIN 0,22% WN 133-233 / BIJDR 0,22% / VERMIN 0,22% WN 133-233 / BIJDR 0,52% / VERMIN 0,52% WN 133-233 / BIJDR 0,52% / VERMIN 0,52%

3.3.5. Ziekte en invaliditeit – sector uitkeringen De leerlingen in het stelsel van alternerend leren worden gelijkgesteld met werknemers voor de sector ZIV-uitkeringen.6 Met andere woorden de leerlingen die jonger zijn dan 18 jaar, betalen – op basis van artikel 4 van het KB van 28-11-1969 – geen socialezekerheidsbijdragen voor de sector uitkeringen, maar kunnen wel het recht op ziekte-uitkeringen openen.

3.4. Bijlage 28: werknemerskengetallen De leerlingen worden aangegeven met de werknemerskengetallen 133 en 233. De notie “leerling” wordt geïntegreerd in de omschrijving van deze codes (aanpassingen zijn gemarkeerd in vet). Code 133

Omschrijving t.em. 2015/2 Handarbeiders - jongeren tot 4e kwartaal van kalenderjaar dat ze 18 jaar worden tewerkgesteld met een erkende overeenkomst voor socio-professionele inpassing - art. 4 van het KB van 28.11.1969

Omschrijving vanaf 2015/3 Handarbeiders - leerlingen tot het vierde kwartaal van het kalenderjaar dat ze 18 jaar worden – artikel 4 van het KB van 28.11.1969

233

Hoofdarbeiders - jongeren tot 4e kwartaal van kalenderjaar dat ze 18 jaar worden tewerkgesteld met een erkende overeenkomst voor socio-professionele inpassing - art. 4 van het KB van 28.11.1969

Hoofdarbeiders - leerlingen tot het vierde kwartaal van het kalenderjaar dat ze 18 jaar worden – artikel 4 van het KB van 28.11.1969

Deze aanpassing wordt geïntegreerd in sectie 8.3.2.2. (DmfAPPL – werknemerslijn – het werknemerskengetal) van de administratieve instructies.

6

Artikel 27 van het KB van 15-5-2015


8/19

3.5. Aangiftewijze in DmfAPPL en Dimona Hieronder vindt u een samenvatting van de aangiftewijze: Situatie Leerlingen verbonden met een werkgever door een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding, tot 31 december van het jaar waarin zij de leeftijd van 18 jaar bereiken. Leerlingen verbonden met een werkgever door een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding, vanaf 1 januari van het jaar waarin zij 19 jaar worden.

DmfAPPL (werknemerskengetal) 133 of 233

Dimona Indiensttreding melden bij de start van de opleiding7 Aard van werknemer = OTH

101 of 201

Indiensttreding melden bij de start van de opleiding Aard van werknemer = OTH

De verplichting om de indiensttreding van een leerling aan te geven in Dimona wordt geïntegreerd in sectie 7.2.2. (Dimona – toepassingsgebied werknemers) van de administratieve instructies.

4. ONBEZOLDIGD POLITIEK VERLOF - Retroactief effect tot 2011/1 -

4.1. Context Ambtenaren, die een lokaal of provinciaal mandaat uitoefenen, hebben recht op politiek verlof. Dit verlof kan op verschillende wijze opgenomen worden in functie van het type mandaat en het inwoneraantal:

  

één à vijf dagen per maand; meer dan vijf dagen per maand; vermindering van de prestaties;

Tot op heden bestond er geen specifieke prestatiecode voor de aangifte van politiek verlof voor een periode van vijf niet-opeenvolgende kalenderdagen.

4.2. Bijlage 8: arbeidstijdgegevens Een nieuwe prestatiecode wordt gecreëerd:

7

Artikel 25 van de wet van 15-5-2014


9/19

Code

Omschrijving

DmfA

DmfAPPL

33

Dagen van volledige afwezigheid voor onbezoldigd politiek verlof gelijkgesteld met dienstactiviteit

Yes

Yes

Geldig vanaf kwartaal 2011/1

Geldig tot kwartaal 9999/4

Begindatum geldigheid

Einddatum geldigheid

01/01/2011

01/01/9999

Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in de sectie 8.5.3.2. (DmfAPPL – arbeidstijdgegevens – codes) van de administratieve instructies.

4.3. Aangiftewijze in DmfAPPL Type politiek verlof Punctueel politiek verlof voor een periode van vijf niet-opeenvolgende kalenderdagen Vermindering van de prestaties of politiek verlof voor een periode van vijf of meer opeenvolgende kalenderdagen

Aangiftewijze Prestatiecode 33 Maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd 505 (Onbezoldigde afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit met het oog op het uitoefenen van een beroepsactiviteit (stage, interim in het onderwijs, opdracht, mandaat, ...)

Opgelet: de prestatiecode 33 kan uitsluitend gebruikt worden voor vastbenoemd personeel.

4.4. Tabel van werknemerskengetallen / prestaties De prestatiecode 33 wordt vanaf het derde kwartaal 2015 ingevoerd in combinatie met de volgende werknemerskengetallen:  WN 601 – 603 – 604 – 642 – 651 – 652 (retroactief vanaf 2011/1)  608 (retroactief vanaf 2014/2)  609 (retroactief vanaf 2012/3)

5. REDEN VAN EINDE STATUTAIRE RELATIE - Retroactief effect tot 2011/1 Een nieuwe code wordt toegevoegd aan het toegelaten domein van de zone “reden van het einde van de statutaire relatie” (zonenummer 00969). Code 7

Omschrijving Einde van aansluiting aan een Belgische pensioenregime


10/19

Deze code moet aangegeven worden als een personeelslid, dat tegelijkertijd een professionele activiteit uitvoert in België en een ander land van de Europese Economische Ruimte (EER), niet langer onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid, maar uitsluitend aan de socialezekerheidsregeling van het andere land. Dit personeelslid moet niet langer aangegeven worden in de DmfAPPL. Hij/zij opent geen rechten meer op een Belgisch overheidspensioen. Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in de sectie 8.13.2.9. (DmfAPPL – Aangifte gegevens met betrekking tot de overheidssector) van de administratieve instructies.

6. BIJZONDERE INHOUDING OP DUBBEL (VERTREK)VAKANTIEGELD 6.1. Context Sinds het eerste kwartaal 2012 voorziet de wet dat de besturen aangesloten bij het pensioenfonds der parastatalen en het pensioenregime van de Schatkist geen inhouding van 13,07% op het dubbel (vertrek)vakantiegeld dienen te betalen voor het statutaire en contractuele personeel. De juridische basis voor deze vrijstelling is het feit dat artikel 2, tweede lid van de wet van 24-102011 tot oprichting van het gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen niet van toepassing is op de vastbenoemden van deze besturen. Als artikel 4, § 3, 2e lid van de wet van 24-10-2011 stelt dat het pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen een inhouding van 13,07% mag uitvoeren op het volledige bedrag van het vakantiegeld openbare sector van de personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen en van de lokale politiezones, dan geldt dit niet voor vastbenoemden die vanaf 1-1-2015 met de nieuwe werkgeverscategorieën 977 en 978 aangegeven worden. Deze besturen mogen de persoonlijke inhouding van 13,07% op het vakantiegeld behouden, en moeten dit niet doorstorten ter financiering van de sociale zekerheid en de pensioenen van de vastbenoemden. Dezelfde vrijstelling dient ook verleend te worden voor het vakantiegeld van de contractuele personeelsleden van diezelfde besturen vermits ook zij nooit aanspraak kunnen maken op een pensioen ten laste van het pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen. De negen betrokken besturen hebben deze inhouding ten onrechte betaald. DIBISS zal de ten onrechte betaalde bedragen terugbetalen. Teneinde deze regularisatie uit te voeren, zal een nieuwe looncode worden voorzien. Daarnaast zullen de omschrijvingen van een aantal reeds bestaande looncodes ter verduidelijking aangepast worden.


11/19

6.2. Bijlage 32: bezoldigingscodes 6.2.1. Nieuwe looncode 348 - Retroactief effect tot 2005/1 Een nieuwe looncode wordt gecreëerd: Categorie Vakantiegeld

Code DmfAPPL 348

Code DmfA 20

Omschrijving Vakantiegeld vrijgesteld

Begindatum geldigheid 01/01/2005

Einddatum geldigheid 31/12/9999

De looncode 348 moet vanaf het derde kwartaal 2015 (met retroactief effect tot het eerste kwartaal 2005 of het eerste kwartaal 2012, afhankelijk van het toepasselijke pensioenregime voor het statutaire personeel) gebruikt worden voor de aangifte van het dubbel (vertrek)vakantiegeld van het statutair personeel en het contractueel personeel bij de negen betrokken besturen. Werkgever Werkgevers waarbij het pensioen van het statutair personeel ten laste van het pensioenfonds der parastatalen is Werkgevers waarvan het pensioen van het statutair personeel ten laste van de Schatkist is

Retroactieve effect Vanaf 2012/1 Vanaf 2005/1

De DmfAPPL zal retroactief gecorrigeerd worden door DIBISS (zie verder). De verzenders dienen de looncode 348 te hanteren bij eventuele wijzigende aangiften. Zo niet zal deze massacorrectie ongedaan gemaakt worden. Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in de sectie 8.4.3.7. (DmfAPPL – loongegevens – het vakantiegeld) van de administratieve instructies.

6.2.2. Aanpassing van looncodes 349, 350, 312, 316 - Geen retroactief effect De omschrijving van vier looncodes wordt aangepast (aanpassingen zijn gemarkeerd in vet). Categorie

Vakantiegeld

Code DmfAPPL 312 316 349 350


Omschrijving (Dubbel) vakantiegeld andere dan politiepersoneel Vakantiegeld - politiepersoneel Dubbel vakantiegeld uitdiensttreding voor de 3e tot 5e dag van de 4e vakantieweek – vrijgesteld Dubbel vakantiegeld voor de 3e tot de 5e dag van de vierde vakantieweek – vrijgesteld

12/19

6.3. Tabel van basisbedragen Voor de vastbenoemden worden de combinaties met de looncodes 312, 314 en 319 afgeschaft vanaf het derde kwartaal 2015 (niet retroactief) voor de volgende werknemerskengetallen:  WG 977 – WN 601 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899  WG 977 – WN 603 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899  WG 977 – WN 609 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899  WG 978 – WN 601 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899  WG 978 – WN 603 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899  WG 978 – WN 609 – LC 312 – 314 –319 – WNB 899 Voor de vastbenoemden worden de combinaties met de looncodes 348 gecreëerd vanaf het eerste kwartaal 2015 voor de volgende werknemerskengetallen:  WG 977 – WN 601 – LC 348 – WNB 899  WG 977 – WN 603 – LC 348 – WNB 899  WG 977 – WN 609 – LC 348 – WNB 899  WG 978 – WN 601 – LC 348 – WNB 899  WG 978 – WN 603 – LC 348 – WNB 899  WG 978 – WN 609 – LC 348 – WNB 899 Voor de vastbenoemden worden de combinaties met de looncode 348 vanaf het eerste kwartaal 2012 tot en met het vierde kwartaal 2014 aangemaakt voor de volgende werknemerskengetallen:  WG 975 – WN 601 – LC 348 – WNB 899  WG 975 – WN 603 – LC 348 – WNB 899 Voor de stagiairs met oog op een vaste benoeming wordt volgende combinatie met de looncode 348 vanaf het derde kwartaal 2012 tot en met het vierde kwartaal 2014 aangemaakt:  WG 975 – WN 609 – LC 348 – WNB 899 Voor de vastbenoemden met een overheidspensioen ten laste van de Schatkist worden de combinaties met de looncode 348 vanaf het eerste kwartaal 2005 tot en met het vierde kwartaal 2011 aangemaakt voor de volgende werknemerskengetallen:  WG 955 – WN 601 – LC 348 – WNB 899  WG 955 – WN 603 – LC 348 – WNB 899 Voor de contractuelen worden de combinaties met de looncode 348 vanaf het derde kwartaal 2015 aangemaakt voor de volgende werknemerskengetallen: Met retroactief effect vanaf het eerste kwartaal 2005 :  WG 952 – WN 101 – 102 – 103 – 131 – 133 – 201 – 202 – 203 – 231 – 233 – LC 348 – WNB 899 Met retroactief effect vanaf het derde kwartaal 2009 :  WG 952 – WN 103 – 203 – LC 348 – WNB 899 Met retroactief effect vanaf het eerste kwartaal 2005 tot en met het vierde kwartaal 2013:  WG 952 – WN 111 – 112 – 113 – 211 – 212 – 213 – LC 348 – WNB 899 Met retroactief effect vanaf het eerste kwartaal 2014:  WG 952 – WN 114 – 214 – LC 348 – WNB 899


13/19

Met retroactief effect vanaf het derde kwartaal 2013:  WG 982 – WN 101 – 102 – 103 – 131 –133 – 201 – 202 – 203 – 231 – 233 – LC 348 – WNB 899 Met retroactief effect vanaf het derde kwartaal 2013 tot en met het vierde kwartaal 2013:  WG 982 – WN 111 – 112 – 211 – 212 – LC 348 – WNB 899 Met retroactief effect vanaf het eerste kwartaal 2014:  WG 982 – WN 114 – 214 – LC 348 – WNB 899

6.4. Massacorrectie door DIBISS In het najaar zal DIBISS een massacorrectie uitvoeren teneinde de aangifte te regulariseren en de inhouding terug te betalen. Het dubbele (vertrek)vakantiegeld aangegeven met de looncode 312 (dubbel vakantiegeld) en 314 (dubbel vertrekvakantiegeld) zal verwijderd worden en opnieuw aangegeven worden met de nieuwe looncode 348 (vrijgesteld vakantiegeld). De volgende kwartalen zullen geregulariseerd worden: Werkgever Werkgevers waarbij het pensioen van het statutair personeel ten laste van het pensioenfonds der parastatalen is Werkgevers waarvan het pensioen van het statutair personeel ten laste van de Schatkist is

Kwartalen Vanaf 2012/1 t.e.m. 2015/2

Vanaf 2005/1 t.e.m. 2015/2

Opgelet! Hoewel het pensioenregime van het statutair personeel de aanleiding voor deze massacorrectie vormt, betreft de massacorrectie het statutaire en het contractuele personeel. De negen betrokken besturen en sociale secretariaten zullen worden gecontacteerd door DIBISS voor de aanvang van de massacorrectie.

7.

VERTREKVAKANTIEGELD GECO’S, ART. 60-ERS, VERVANGERS, TIJDELIJKEN

- Geen retroactief effect -

7.1. Context Ter herinnering: het enkelvoudig vakantiegeld dat bij de uitdiensttreding wordt uitbetaald aan een gesubsidieerde contractueel (bij een plaatselijk bestuur of een openbaar bestuur), aan een werknemer tewerkgesteld op basis van artikel 60, §7 van de OCMW-wet, of aan een vervanger in de (vrijwillige) vierdagenweek wordt met ingang van 1-1-2014 niet meer beschouwd als loon, maar is volledig vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen (zie trimestriële aanpassingen 2015/2).


14/19

Deze verduidelijking wordt geïntegreerd in sectie 4.1.3.2. (Het loonbegrip – het vertrekvakantiegeld vakantieregeling privésector) van de administratieve instructies. Deze verduidelijking wordt geïntegreerd in sectie 4.1.3.2. (Het loonbegrip – het vertrekvakantiegeld vakantieregeling privésector) van de administratieve instructies.

7.2. Bijlage 32: bezoldigingscodes De omschrijving van vier looncodes wordt aangepast (aanpassingen zijn gemarkeerd in vet). Code 313

Omschrijving t.e.m. 2015/2 Enkelvoudig vakantiegeld uitdiensttreding - voor tijdelijken (wet van 24-07-1987) en voor gesubsidieerde contractuelen en artikel 60'ers in het Vlaamse en Brusselse Gewest

Omschrijving vanaf 2015/3 Enkelvoudig vakantiegeld uitdiensttreding – voor tijdelijken, gesubsidieerde contractuelen, artikel 60-ers en vervangers in de vierdagenweek

315

Enkelvoudig vakantiegeld vorige tewerkstelling voor tijdelijken (wet van 24-07-1987) en voor gesubsidieerde contractuelen en artikel 60'ers in het Vlaamse en Brusselse Gewest

Enkelvoudig vakantiegeld vorige tewerkstelling - voor tijdelijken, gesubsidieerde contractuelen, artikel 60ers en vervangers in de vierdagenweek

317

Enkelvoudig vakantiegeld uitdiensttreding - voor contractuele personeelsleden, andere dan tijdelijken (wet van 24-07-1987) en andere dan gesubsidieerde contractuelen en artikel 60'ers in het Vlaamse en Brusselse Gewest

Enkelvoudig vakantiegeld uitdiensttreding - voor contractuele personeelsleden, andere dan tijdelijken, gesubsidieerde contractuelen, artikel 60'ers en vervangers in de vierdagenweek

318

Enkelvoudig vakantiegeld vorige tewerkstelling voor contractuele personeelsleden, andere dan tijdelijken (wet van 24-07-1987) en andere dan gesubsidieerde contractuelen en artikel 60'ers in het Vlaamse en Brusselse Gewest

Enkelvoudig vakantiegeld vorige tewerkstelling - voor contractuele personeelsleden, andere dan tijdelijken, gesubsidieerde contractuelen, artikel 60'ers en vervangers in de vierdagenweek

7.3. Verduidelijking De onderstaande tabel verduidelijkt het gebruik van de looncodes 313, 315, 317 en 318 en de onderwerping aan socialezekerheidsbijdragen. Statuut werknemer contractueel, stagiair met oog op vaste benoeming Tijdelijke, geco, artikel 60-er, vervanger vierdagenweek


Werkgever uitdiensttreding Looncode Bijdragen 317 Ja

Nieuwe werkgever Looncode Bijdragen 318 Nee

313

315

Nee

Ja

15/19

Deze verduidelijking wordt geïntegreerd in sectie 8.4.3.7. (Invullen va de DmfAPPL - Loongegevens – Bezoldigingscode – Vakantiegeld) van de administratieve instructies).

8. WERKBONUS - Geen retroactief effect Met ingang van 1-8-2015 worden drie variabelen voor het toekennen van een vermindering van persoonlijke socialezekerheidsbijdragen voor lage lonen verhoogd.  Het maximale bedrag van de vermindering stijgt van 183,97 euro naar 189,98 euro.  De geïndexeerde laagste loongrens S1, vanaf wanneer de maximale vermindering toegekend wordt, stijgt van 1.501,82 euro naar 1.546,87 euro.  De geïndexeerde hoogste loongrens S2, vanaf wanneer geen vermindering meer toegekend wordt, stijgt van 2.385,41 euro naar 2.413,00 euro.  Alfa is gelijk aan 0,2193 (= 189,98 / [2.413,00 – 1.546,87]). De gewijzigde bedragen worden ook geïmplementeerd in het rekenblad 2015/3 voor de onthaalouders. Samenvatting bedragen van toepassing t.e.m. 31-07-2015 Refertemaandloon (S) Basisbedrag van de in euro vermindering (Rp) in euro < = 1.501,82 183,97 > 1.501,82 en <= 2.385,41 183,97 - {0,2082 x (S – 1.501,82)} > 2.385,41 0 Samenvatting bedragen van toepassing vanaf 01-08-2015 Refertemaandloon (S) Basisbedrag van de in euro vermindering (Rp) in euro < = 1.546,87 189,98 > 1.546,87 en <= 2.413,00 189,98 - {0,2193 x (S – 1.546,87)} > 2.413 0 Voorbeeld In een bepaalde maand waarin een voltijdse onthaalouder 159,6 uur (= 21 dagen x 7,6 uur) moet presteren, werkt een onthaalouder 76 uren en ontvangt hiervoor (op basis van het GMMI van 1501,82 euro = 9,12 euro per uur) een loon van 693,12 euro. In het stelsel tot 1-8-2015 wordt de werkbonus als volgt berekend:  Refertemaandloon S = (W/H) x U = (693,12 / 76) x 159,6 = 1.455,55 euro  Basisbedrag van de vermindering R(p) = 183,97 euro  Verminderingsbedrag P = Rp x (H/U) = 183,97 x (76/159,6) = 87,60 euro. In het stelsel vanaf 1-8-2015 wordt de werkbonus als volgt berekend:  Refertemaandloon S = (W/H) x U = (693,12 / 76) x 159,6 = 1.455,55 euro  Basisbedrag van de vermindering R(p) = 189,98 euro


16/19



Verminderingsbedrag P = Rp x (H/U) = 189,98 x (76/159,6) = 90,47 euro. waarbij  W = het brutoloon dat betrekking heeft op de betrokken kalendermaand en dat werkelijk aan de werknemer werd uitbetaald.  H = het aantal door de werknemer in de betrokken maand verrichte arbeidsuren.  U = het aantal arbeidsuren dat een voltijds werknemer in de betrokken maand zou hebben verricht. Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in de sectie 6.1.1.2. (Vermindering van persoonlijke socialezekerheidsbijdragen – werkbonus) van de administratieve instructies Wettelijke basis: Artikelen 33-34 van de Programmawet van 10 augustus 2015 (B.S. 18-8-2015) Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van herstructurering (goedgekeurd op de ministerraad van 3-7-2015)

9. VRIJWILLIGE BRANDWEER - Geen retroactief effect Een vrijwillig brandweerman of -vrouw ontvangt nooit een stuk- of taakloon. Vanaf het derde kwartaal 2015, zal de niet-procentuele anomalie 00056-030 (bezoldigingswijze onverenigbaar met werknemerskengetal) gesignaleerd worden als de werknemerskengetallen 731 en 732 (vrijwillige brandweerlieden) gecombineerd worden met de waarde “1” (stuk- of taakloon) in de zone “bezoldigingswijze”.

10. BIJLAGE 31: NACE-CODES - Retroactief effect tot 2008/1 De NACE-code 68203 kan vanaf het derde kwartaal 2015 gebruikt worden in de DmfAPPL (aanpassingen zijn gemarkeerd in vet). Geldigheid Nomenclatuur geldig vanaf 2008/1

Code

Omschrijving

68203

Verhuur en exploitatie van eigen of geleasd niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen


DmfAPPL YES

Sociale Maribel NO



17/19

11. BIJLAGE 44: MAATREGELEN TOT REORGANISATIE VAN ARBEIDSTIJD - Retroactief effect tot 2011/1 Een nieuwe maatregel tot reorganisatie van de arbeidstijd wordt vanaf het derde kwartaal toegevoegd aan bijlage 44. Deze code kan niet aangegeven worden in de DmfAPPL. Code

Omschrijving

DmfA

515

Verlof of dienstvrijstelling toegekend aan een personeelslid van het onderwijs om tijdelijk of voorlopig een andere functie in het niet universitair onderwijs van dezelfde Gemeenschap uit te oefenen.

Ja

DmfAPPL Nee

Capelo DHG Ja



12. KILOMETERVERGOEDING De kilometervergoeding voor het woon-werkverkeer en de beroepsverplaatsingen met de eigen wagen is van 1-7-2015 tot 30-6-2016 gelijk aan 0,3412 euro per kilometer. Wettelijke basis: omzendbrief nr. 646 van 19-6-2015 van de FOD Personeel en Organisatie – aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding 2015 (B.S., 26-6-2015) Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in sectie 4.1.3.4. (Het loonbegrip – de kostenvergoedingen) van de administratieve instructies.

13. GRATIS ELEKTRICITEIT EN VERWARMING Het forfaitair geïndexeerd jaarbedrag voor gratis elektriciteit, toegekend aan het leidinggevend personeel, en voor gratis verwarming, toegekend aan andere personeelsleden, werd met 10 euro verhoogd vanaf 1-1-2015. Wettelijke basis: bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelasting – aanslagjaar 2016 (B.S., 21-1-2015) Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in sectie 4.1.3.11. (Het loonbegrip – de voordelen in natura aan een conciërge) van de administratieve instructies.


18/19

14. SOLIDARITEITSBIJDRAGE VOOR UTILITAIR VOERTUIG De regeling voor een ter beschikking gesteld “utilitair voertuig” was reeds vermeld in de DIBISSinstructies, maar is nu expliciet opgenomen in de socialezekerheidswetgeving. Wettelijke basis: artikel 13 van de wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (nog niet gepubliceerd in B.S.) Deze nieuwigheid wordt geïntegreerd in sectie 5.5.7.2. (De bijdragen – de solidariteitsbijdragen op een ter beschikking gesteld voertuig) van de administratieve instructies.

15. VERDUIDELIJKINGEN 15.1. Identificatie in Dimona Als de werkgever niet beschikt over het INSZ-nummer van de werknemer, dan vraagt de DIBISS voor de werknemer een zogenaamd bis-nummer aan bij de Kruispuntbank van Sociale Zekerheid. Deze verduidelijking wordt geïntegreerd in sectie 7.5.2. (Dimona – gevraagde gegevens – identificatie van het personeelslid) van de administratieve instructies.

15.2. Identificatienummer van de lokale eenheid Als een bestuur op de tewerkstellingslijn een vestigingsnummer invult dat in het KBO niet geregistreerd werd voor het bestuur, dan wordt de gevraagde doelgroepvermindering niet toegekend. Deze verduidelijking wordt geïntegreerd in sectie 8.3.3.15. (DmfAPPL – tewerkstellingslijn – identificatienummer van de lokale eenheid) van de administratieve instructies.


19/19

3

Recommend Documents