Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3
zie ook www.rsj.nl
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 1
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 2
Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012 - 3
Zaaknummer:
Ontvankelijkheid
11/4146/GA
formeel; Schorsing gedetineerde gedaan verzoek een schorsingsverzoek te procedureel
De beslissing van het personeel op een door een
blz. 9
faxen, levert een beklagwaardige beslissing op. In casu is
Datum uitspraak:
voldoende komen vast te staan dat het schorsingsverzoek
3 april 2012
van klager niet zo spoedig mogelijk is gefaxt. Beklag alsnog gegrond, geen tegemoetkoming.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Beslissing om klager terug te plaatsen vanuit een
11/4499/GA
overplaatsing
extramurale ISD-setting naar een penitentiaire inrichting is
extern ongelijk
voorbehouden aan de selectiefunctionaris. Beslissing van
Datum uitspraak: regime, gelijk 26 maart 2012
blz. 9
de directeur is onbevoegd genomen. Beroep gegrond en
beveiligingsniveau tegemoetkoming € 20,=. niet EBI of longstay
Zaaknummer:
Cameratoezicht;
Cameraobservatie in eigen cel o.g.v. 34a Pbw. Klager is
11/4423/GA
Tegemoetkoming
hoofdverdachte in bekende Amsterdamse zedenzaak.
blz. 10
financieel; Telefoon Beroepscommissie maakt onderscheid tussen
Datum uitspraak:
situatie van klager vóór opname in PBC en die na zijn
19 maart 2012
terugkomst uit PBC. Beroep van klager gegrond t.a.v. beslissingen tot verlenging van cameraobservatie vóór periode PBC, ongegrond voor beslissing tot oplegging van cameraobservatie na zijn terugkomst uit PBC en weer gegrond t.a.v. beslissingen tot verlenging van cameraobservatie daarna. Tegemoetkoming bepaald op € 20,= per week dat er onterecht cameraobservatie heeft plaatsgevonden. Ook tegemoetkoming van € 15,= voor maatregel van beluisteren en opnemen telefoongesprekken met echtgenoot waarvan niet aannemelijk is geworden dat deze noodzakelijk was.
Zaaknummer:
Disciplinaire
11/4376/GA,
straffen aanleiding; onredelijk of onbillijk. Beperking op belijden van geloof
12/158/GA en
Onderzoek
mogelijk en voorzien in wet. Inzet van speurhond bij een
12/159/GA
verblijfsruimte
celinspectie is een normaal middel. Beroep van klager
Oplegging van straf na vondst van contrabande in cel niet
ongegrond.
Datum uitspraak: 14 maart 2012
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 3
blz. 14
Zaaknummer:
Ontvankelijkheid
Een advies van de directeur aan de selectiefunctionaris
11/4068/GA
materieel; Verlof
in het kader van een verzoek om verlof dan wel
incidenteel
detentiefasering betreft geen beklagwaardige beslissing.
Datum uitspraak:
Tegen de inhoud van een advies noch tegen de
13 maart 2012
totstandkoming daarvan kan met succes worden geklaagd
blz. 15
nu bezwaren daartegen in een andere met waarborgen omklede procedure naar voren kunnen worden gebracht. Beroep van klager ongegrond.
Zaaknummer:
Urineonderzoek;
Bij het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek blz. 16
11/4047/GA
Disciplinaire
is geen gebruikgemaakt van een, zoals door de
straffen aanleiding Regeling voorgeschreven, zelfde dan wel vergelijkbare
Datum uitspraak:
onderzoeksmethode. De resultaten kunnen derhalve niet
13 maart 2012
dienen ter onderbouwing van de opgelegde disciplinaire straf. Beroep van klager gegrond. Geen tegemoetkoming.
Zaaknummer:
Activiteiten;
Geen aanleiding om het begrip activiteit te beperken tot
11/4231/GA
Geestelijke
de in de art. 47-49 Pbw genoemde activiteiten. Bijwonen
verzorging
kerkdienst kan derhalve worden aangemerkt als een
Datum uitspraak:
activiteit als bedoeld in art. 20 Pbw. O.g.v. art. 20, tweede
12 maart 2012
lid, Pbw kunnen gedetineerden gedurende activiteiten
blz. 17
waaraan zij niet deelnemen worden ingesloten. Beroep van klager ongegrond.
Zaaknummer:
Disciplinaire
Onder omstandigheden is ministeriële aanwijzing tot
11/1859/GA
straffen
benoeming van plaatsvervangend directeur voldoende
procedureel
voor uitoefening van aan directeur voorbehouden
Datum uitspraak:
beslissingen. Daarbij is onder andere van belang omvang
6 maart 2012
en wijze waarop directietaken worden vervuld. In casu is
blz. 18
aanwijzing van hoofd beveiliging als plaatsvervangend directeur onder voorwaarden en daarom kennelijk genomen met enkele doel van creëren van bevoegdheid voor het opleggen van disciplinaire straffen. Beroep directeur ongegrond.
Zaaknummer:
Ontvankelijkheid
Overweging t.a.v. ontvankelijkheid van klager in
11/3768/GA
formeel;
beroep in reactie op door directeur aangevoerde
Ordemaatregel
termijnoverschrijding en het niet met redenen omkleed
Datum uitspraak: procedureel
zijn van het beroep. Schriftelijke mededeling van
5 maart 2012
ordemaatregel is klager uitgereikt zonder dagtekening. Beroep van klager in zoverre gegrond.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 4
blz. 19
Zaaknummer:
Disciplinaire
Directeur heeft niet zo spoedig als mogelijk beslist over
11/3151/GA
straffen
oplegging van een disciplinaire straf nadat hem verslag was
procedureel ;
gedaan van ordeverstoring. Beroep directeur ongegrond.
Zaaknummer:
Disciplinaire
Ordeverstoring bij een uitzetting in het vliegtuig waardoor blz. 20
11/2825/GA
straffen
de uitzetting is geannuleerd. Klager bevond zich, in
procedureel ;
afwachting van de daadwerkelijke uitzetting, in bewaring.
blz. 20
Datum uitspraak: 27 februari 2012
Datum uitspraak: Ordemaatregel
Directeur was daarom bevoegd een ordemaatregel
27 februari 2012
procedureel ;
en disciplinaire straf op te leggen. Beroep van klager
Disciplinaire
ongegrond.
straffen aanleiding
Zaaknummer:
Plaatsing/
Plaatsing in inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde
11/4575/GB
overplaatsing
vreemdelingen. Dat klager in afwachting van uitkomst
extern ongelijk
van een voorlopige voorziening niet mag worden
Datum uitspraak: regime, gelijk 23 maart 2012
blz. 21
verwijderd, betekent niet dat hij rechtmatig in Nederland
beveiligingsniveau verblijft. De door de strafrechter opgelegde bijzondere niet EBI of longstay voorwaarde bij deels voorwaardelijk opgelegde straf stelt de ongewenstverklaring niet buiten werking. Beslissing van selectiefunctionaris is niet onredelijk of onbillijk noch in strijd met de wettelijke regeling. Beroep ongegrond.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Zelfmelder. Gelet op de (bijzondere) omstandigheden
12/0717/GB
overplaatsing
dient het belang van klager om een beslissing op een in te
eerste plaatsing
dienen gratieverzoek af te kunnen wachten te prevaleren
Datum uitspraak: gevangenis
boven het op dit moment ten uitvoer leggen van de
22 maart 2012
opgelegde vrijheidsstraf. Beroep gegrond, vernietiging
blz. 23
beslissing en uitstel tot zes maanden na uitspraak.
Zaaknummer:
Plaatsing/
Zelfmelder. Hoewel belang en noodzaak van
12/0099/GB
overplaatsing
tenuitvoerlegging van opgelegde gevangenisstraf
eerste plaatsing
aannemelijk is, dient dat belang in dit geval te wijken voor
Datum uitspraak: gevangenis
de belangen van derden, te weten schuldeisers van klager.
16 maart 2012
Klager heeft aangegeven na 1 juli 2012 bereid te zijn de gevangenisstraf te ondergaan. Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 5
blz. 24
Zaaknummer:
Plaatsing/
Ingevolge art 67 Vw 2000 hebben vreemdelingen
11/4574/SGB
overplaatsing
geen rechtmatig verblijf in Nederland zolang de
extern gelijk
ongewenstverklaring voortduurt. Dit geldt ook
Datum uitspraak: regime gelijk 11 januari 2012
blz. 25
voor vreemdelingen die onder de werking van het
beveiligingsniveau gemeenschapsrecht vallen. De omstandigheid dat niet EBI of longstay klager niet kan worden uitgezet - in afwachting van een voorlopige voorzieningprocedure - brengt geen rechtmatig verblijf met zich mee. Klager kon daarom worden geselecteerd voor een inrichting als bedoeld in artikel 20b van de Regeling. Het schorsingsverzoek wordt daarom afgewezen.
Zaaknummer:
Medische
Niet weersproken dat fysiotherapeut meermalen
11/4497/GM
verzorging
heeft gemeld dat sprake was van spierruptuur en
behandeling;
echoscopie heeft geadviseerd. Niet in his opgenomen
Datum uitspraak: Tegemoetkoming
dat inrichtingsarts op bepaalde datum heeft gekeken
16 maart 2012
naar spier. Niet gebleken van meewegen adviezen van
financieel
blz. 26
fysiotherapeut. Dossiervorming onvolledig. Beroep gegrond, geen tegemoetkoming.
Zaaknummer:
Medische
In beginsel dient te worden toegestaan dat gedetineerde
11/3464/GM
verzorging
met behandelend inrichtingspsychiater een vertrouwelijk
behandeling
gesprek voert, tenzij zwaarwegende gronden
Datum uitspraak:
aanwezigheid van derden bij gesprek rechtvaardigen.
13 maart 2012
Dit is niet aangevoerd noch gebleken. Beroep gegrond,
blz. 26
tegemoetkoming € 25,=.
Zaaknummer:
Medische
I.v.m. gestelde pijnklachten door fysiek geweld van
11/4266/GM
verzorging
p.i.w.’ers, had het in rede gelegen om klager terstond te
behandeling;
laten onderzoeken door inrichtingsarts. Niet betwist dat
Datum uitspraak: Tegemoetkoming
klager is gezien door verpleegkundige, bezoek en resultaten
13 maart 2012
niet aangetekend in medische informatie. Beroep gegrond,
financieel
blz. 27
geen tegemoetkoming.
Zaaknummer:
Medische
Geen vergoeding plastische chirurgie, tenzij de detentie
11/4233/GM
verzorging
de aanwijsbare oorzaak van de aandoening vormt. Dit
behandeling
is niet het geval, nu klager de aandoening elders en al
Datum uitspraak:
jaren geleden heeft opgelopen. Zo klager al voor een
6 maart 2012
behandeling in aanmerking zou komen, kan hij niet kiezen voor een experimentele behandeling. Beroep ongegrond.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 6
blz. 28
Zaaknummer:
Verlof incidenteel
11/4212/GV
Verlengen van identiteitskaart voor een rechtmatig
blz. 29
verblijf in Nederland na de detentie wordt aangemerkt als voorbereiding voor de invrijheidstelling, maar
Datum uitspraak:
de invrijheidstelling is in dit geval niet binnen drie
12 maart 2012
maanden te verwachten. Het ontbreken van een geldig identiteitsdocument staat doorgaans verlofverlening in de weg. Gelet op dit mogelijke gevolg is beslissing om verlof voor het verlengen van identiteitskaart te weigeren niet goed gemotiveerd. Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.
Zaaknummer:
bewegingsvrijheid Niet doorgaan van kortdurend verlof niet beklagwaardig.
11/2309/TA
afzondering en
Beroep in zoverre ongegrond. Wel had niet doorgaan
separatie; Verlof
van verlof, nu dit feitelijk gevolg was van ten onrechte
Datum uitspraak: proefverlof;
opgelegde afzondering, bij het vaststellen van de
12 maart 2012
Tegemoetkoming
tegemoetkoming voor die afzondering betrokken moeten
financieel;
worden. Beroep tegen toegekende tegemoetkoming
Ontvankelijkheid
gegrond met toekenning hogere tegemoetkoming.
blz. 29
materieel
Zaaknummer: 11/2986/TA
Voorwerpen op cel Niet in inrichting opslaan van 2 dozen van klagers geluidsinstallatie voor duur garantieperiode niet redelijk. Klager geen opslag- en uitvoermogelijkheid en externe
Datum uitspraak:
opslag voor alleen die dozen onredelijk gezien de daaraan
2 maart 2012
verbonden kosten. Beroep gegrond, geen tegemoetkoming.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 7
blz. 30
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 8
---------------------
klager kan worden ontvangen in zijn beklag. Hierbij
Zaaknummer:
is mede in aanmerking genomen dat de directeur
11/4146/GA
in de gelegenheid is gesteld om een reactie op het klaagschrift te geven, maar aan klager niet de
Datum uitspraak:
gelegenheid is geboden om zijn klaagschrift (nader)
3 april 2012
toe te lichten. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard, de uitspraak van de
Beroepscommissie:
beklagrechter worden vernietigd en zal klager alsnog
Wit, mr. J.A.M. de
worden ontvangen in zijn beklag.
Schagen, J. Fiselier, dr. J.P.S.
Onweersproken is dat klager op 5 oktober
Koster, mr. M.L. (secr.)
2011 aan het personeel van de locatie Zuid een schorsingsverzoek heeft overhandigd en dat
Beklagcommissie:
hij heeft verzocht om dit verzoek naar de RSJ
alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuid te
te faxen. Het schorsingsverzoek is pas op 12
Arnhem
oktober 2011 per post door de RSJ ontvangen. De beroepscommissie stelt voorop dat het, juist bij
Trefwoorden:
beslissingen die een kortdurende tenuitvoerlegging
Ontvankelijkheid formeel; Schorsing procedureel
kennen, van belang is dat de voorzitter van de beroepscommissie zo spoedig mogelijk kennis
Artikelen:
kan nemen van een schorsingsverzoek. Daarbij
Pbw art. 60, 61
verdient het dan de voorkeur dergelijke verzoeken per fax aan de voorzitter te (laten) verzenden. De
Samenvatting:
beroepscommissie gaat er dan ook vanuit dat de
De beslissing van het personeel op een door een
directeur, bij het verzoek van een gedetineerde
gedetineerde gedaan verzoek een schorsingsverzoek
om een schorsingsverzoek te faxen, hier zijn
te faxen, levert een beklagwaardige beslissing
medewerking aan verleent en aldus een correcte
op. In casu is voldoende komen vast te staan dat
rechtsgang bevordert. Nu naar het oordeel van de
het schorsingsverzoek van klager niet zo spoedig
beroepscommissie voldoende is komen vast te staan
mogelijk is gefaxt. Beklag alsnog gegrond, geen
dat het schorsingsverzoek van klager niet zo spoedig
tegemoetkoming.
mogelijk is gefaxt, zal het beklag alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht
Rechtsoverwegingen:
geen termen aanwezig voor het toekennen van een
Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw
tegemoetkoming nu op 13 oktober 2011 uitspraak is
is beklag mogelijk tegen een de gedetineerde
gedaan op het schorsingsverzoek.
betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Het door het personeel adequaat reageren
---------------------
op het verzoek van een gedetineerde om een
Zaaknummer:
schorsingsverzoek te faxen, valt onder de zorgplicht
11/4499/GA
van de directeur. Ingevolge artikel 61, derde lid, van de Pbw vermeldt het klaagschrift zo nauwkeurig
Datum uitspraak:
mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en
26 maart 2012
de redenen van het beklag. Hoewel het klaagschrift mager is, is de beroepscommissie van oordeel dat Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 9
Beroepscommissie:
dat de directeur de beslissing onbevoegd heeft
Vegter, mr. P.C.
genomen. De beroepscommissie zal het beroep
Wit, mr. J.A.M. de
derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de
Fiselier, dr. J.P.S.
beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog
Groeneveld, F. (secr.)
gegrond verklaren. Nu klager, gelet op de korte periode die nog resteerde van de ISD-maatregel,
Beklagcommissie: beklagcommissie bij de p.i. Hoogeveen
door de onbevoegd genomen beslissing van de directeur niet meer in een extramurale setting heeft kunnen verblijven, zal de beroepscommissie een
Trefwoorden:
tegemoetkoming van € 20,= toekennen.
Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime, gelijk ---------------------
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
Zaaknummer: Artikelen:
11/4423/GA
Penitentiaire maatregel art. 44m
Datum uitspraak: Samenvatting:
19 maart 2012
Beslissing om klager terug te plaatsen vanuit een extramurale ISD-setting naar een
Beroepscommissie:
penitentiaire inrichting is voorbehouden aan de
Bartelds, mr. J.I.M.W.
selectiefunctionaris. Beslissing van de directeur
Rutten, mr. M.A.G.
is onbevoegd genomen. Beroep gegrond en
Waarden, mr. A. van
tegemoetkoming € 20,=.
Ramdihal-Poeran, U. (secr.)
Rechtsoverwegingen:
Beklagcommissie:
Artikel 44m, eerste lid, van de Pm luidt als volgt:
alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Vught
“Indien betrokkene niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het programma in de
Trefwoorden:
laatste fase buiten de inrichting dan wel te voldoen
Cameratoezicht; Tegemoetkoming financieel;
aan de daaraan verbonden voorwaarden, kan
Telefoon
de selectiefunctionaris hem op de grondslag van een advies van de directeur terugplaatsen in de
Artikelen:
inrichting.”
Pbw art. 34a, 39
De directeur is op grond van artikel 44m, eerste
Samenvatting:
lid, van de Pm niet bevoegd om een beslissing
Cameraobservatie in eigen cel o.g.v. 34a Pbw.
tot terugplaatsing vanuit een extramurale ISD-
Klager is hoofdverdachte in bekende Amsterdamse
setting naar een penitentiaire inrichting te
zedenzaak. Beroepscommissie maakt onderscheid
nemen. De bevoegdheid tot het nemen van een
tussen situatie van klager vóór opname in PBC en
dergelijke beslissing is voorbehouden aan de
die na zijn terugkomst uit PBC. Beroep van klager
selectiefunctionaris. De directeur kan wel ter zake
gegrond t.a.v. beslissingen tot verlenging van
aan de selectiefunctionaris een advies uitbrengen. Nu
cameraobservatie vóór periode PBC, ongegrond
is gebleken dat de bestreden beslissing is genomen
voor beslissing tot oplegging van cameraobservatie
door de directeur, oordeelt de beroepscommissie
na zijn terugkomst uit PBC en weer gegrond t.a.v.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 10
beslissingen tot verlenging van cameraobservatie
beslissen tot de verlenging van de maatregel, klager
daarna. Tegemoetkoming bepaald op € 20,= per
gehoord en overleg gevoerd met een gedragskundige.
week dat er onterecht cameraobservatie heeft
De gedragskundige heeft, zo heeft de directeur
plaatsgevonden. Ook tegemoetkoming van €
tijdens de mondelinge behandeling in beroep
15,= voor maatregel van beluisteren en opnemen
aangegeven, in de periode waarop de gewraakte
telefoongesprekken met echtgenoot waarvan niet
beslissingen betrekking hebben telkens aangegeven
aannemelijk is geworden dat deze noodzakelijk was.
dat er vanuit gedragsdeskundig oogpunt geen noodzaak voor cameraobservatie meer bestond en
Rechtsoverwegingen:
dat die observatie ook niet wenselijk was.
4.1 Bij de beoordeling van het beroep gaat de
-
beroepscommissie van de volgende feiten uit:
directeur eveneens besloten om op grond van het
-
bepaalde in artikel 39, tweede lid juncto artikel 36,
Klager, die zich in voorlopige hechtenis
Bij beslissing van 20 juli 2011 heeft de
bevindt, is de hoofdverdachte in de zogenaamde
vierde lid onder a en b van de Pbw de door klager
Amsterdamse zedenzaak.
met zijn partner te voeren telefoongesprekken op te
-
nemen en te beluisteren. Deze maatregel is toegepast
Vanaf het begin van zijn detentie is klager
onderworpen geweest aan (orde)maatregelen op
van 20 juli 2011 tot 3 augustus 2011. Het beklag en
grond van de artikelen 24, tweede lid en 24a van de
beroep richten zich ook tegen deze maatregel.
Pbw. De maatregel van afzondering in de eigen cel
-
met cameraobservatie is telkens verlengd tot medio
beslissing van 6 december 2011 alle klachten tegen
2011.
de hiervoor genoemde beslissingen van de directeur
-
De alleensprekende beklagrechter heeft bij
ongegrond verklaard.
Vanaf medio 2011 heeft de directeur besloten
tot cameraobservatie op grond van artikel 34a, eerste lid aanhef en onder d, van de Pbw. Deze maatregel is
4.2
vervolgens telkens verlengd.
van oordeel dat de onderhavige beklagzaken
-
niet eenvoudig van aard zijn en dat de voltallige
De onderhavige beklagen met betrekking tot
Met klager is de beroepscommissie
deze maatregel hebben betrekking op de periode 20
beklagcommissie over deze klachten had dienen
juli 2011 tot 16 november 2011.
te oordelen. Nu de beroepscommissie de beklagen
-
opnieuw ten gronde zal beoordelen, is klager niet in
Op 20 juli 2011 is de maatregel verlengd
zijn belangen geschaad.
voor de duur van 14 dagen. Klager is vervolgens gedurende 7 weken geobserveerd in het PBC. Na zijn terugkeer in de inrichting heeft de directeur op
4.3
21 september 2011 opnieuw de maatregel opgelegd.
4.3.1 De gewraakte maatregel en verlengingen
Vervolgens is die maatregel op 5 oktober 2011, 19
daarvan zijn opgelegd op grond van het bepaalde in
oktober 2011, 2 november 2011 en 16 november 2011
artikel 34a, eerste lid aanhef en onder d, van de Pbw.
telkens verlengd.
Dit artikel luidt als volgt:
-
De maatregel van cameraobservatie
Op 16 november 2011 is de tenuitvoerlegging
van de beslissing van de directeur tot verlenging
“(…) De directeur kan bepalen dat de gedetineerde
van de maatregel door de voorzitter van de
die in een individueel regime als bedoeld in artikel
beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede
22 of in een extra beveiligde inrichting als bedoeld in
lid, van de Pbw met onmiddellijke ingang geschorst
artikel 13, eerste lid onder e is geplaatst, dag en nacht
tot het moment waarop door de beklagcommissie
door middel van een camera wordt geobserveerd:
op het onderliggende beklag tegen die verlenging is
---
beslist.
d: indien bij ontvluchting of schade aan
-
de gezondheid van de gedetineerde grote
De directeur heeft telkens, alvorens te
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 11
maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan of
2011 onder meer de bestemming van inrichting
ernstige schade zou kunnen worden toegebracht aan
met een individueel regime. De beroepscommissie
de betrekkingen van Nederland met andere staten of
gaat er op grond van de door de directeur verschafte
internationale organisaties (…)”
informatie van uit dat de directeur ook daadwerkelijk een individueel regime als bedoeld in artikel 22
In artikel 34a, derde lid, van de Pbw is bepaald dat
van de Pbw op klager heeft toegepast. In zoverre is
de maatregel ten hoogste twee weken duurt. De
voldaan aan het bepaalde in het eerste lid van artikel
directeur kan de maatregel telkens voor ten hoogste
34a van de Pbw.
twee weken verlengen, indien hij van oordeel is dat de noodzaak daartoe nog bestaat. De beslissing tot
4.3.3. Klager is de hoofdverdachte in de zogenaamde
verlenging wordt genomen na overleg met de aan
“Amsterdamse zedenzaak”. Deze zaak heeft grote
de inrichting verbonden arts of diens vervanger, of,
beroering gewekt in de maatschappij en de daarmee
in het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, een
gepaard gaande media-aandacht voor klager en zijn
gedragskundige.
strafzaak was en is zeer groot. De beroepscommissie acht aannemelijk dat bij ontvluchting van klager
In de Memorie van Toelichting (MvT) bij artikel 34a
of schade aan de gezondheid van klager grote
van de Pbw (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004,
maatschappelijke onrust -als hiervoor omschreven-
29413, nr. 3, pagina 3) wordt aangegeven dat ook
zou kunnen ontstaan. Het belang bij voorkoming van
omstandigheden die niet direct voortvloeien uit de
ontvluchting en/of schade aan de gezondheid van
gedetineerde of zijn gedrag of lichamelijke toestand
klager is daarmee gegeven. Ook in zoverre is voldaan
aanleiding kunnen vormen voor cameraobservatie.
aan het bepaalde in het eerste lid van artikel 34a van
In het bijzonder moet, aldus de MvT, worden
de Pbw.
gedacht aan situaties waarin het delict, waarvan de gedetineerde wordt verdacht of waarvoor hij is
4.3.4. De beroepscommissie ziet zich vervolgens
veroordeeld, grote maatschappelijke onrust heeft
gesteld voor de vraag of bij afweging van de belangen
veroorzaakt of beroering heeft gewekt. Te denken
van klager tegenover de belangen die met toepassing
valt aan ernstige gewelds- of zedenmisdrijven (…).
van cameraobservatie op grond van artikel 34a
Doorslaggevend is dat de ontstane maatschappelijke
van de Pbw worden gediend, de directeur telkens
onrust de handhaving van de orde of de veiligheid in
in redelijkheid tot de bestreden beslissingen had
de inrichting en de ongestoorde tenuitvoerlegging
kunnen komen.
van de vrijheidsbeneming in een bijzondere sleutel zet. Wanneer de gedetineerde tijdens de detentie
Dat de maatregel van cameraobservatie een grote
iets overkomt dan wel wanneer hij ontvlucht zou dit
inbreuk op de privacy van klager betekende, lijdt
onvoorziene en ernstige gevolgen kunnen hebben
geen twijfel. Op het moment dat klager werd
voor de openbare orde en democratische rechtsorde.
onderworpen aan de observatie als bedoeld in
De rechtspositie van de gedetineerde, in het
artikel 34a van de Pbw had hij al geruime tijd een
bijzonder zijn recht op privacy dat door de detentie
inbreuk op zijn privacy moeten dulden: hij was
toch al aan beperkingen onderhevig is, dient in dit
immers al vanaf aanvang van zijn detentie aan
licht te worden afgewogen tegen het belang van de
cameratoezicht (op grond van artikel 24a van de
voorkoming van ontvluchting of mogelijke schade
Pbw) onderworpen. Naarmate die inbreuk langer
aan zijn gezondheid in welke vorm dan ook.
duurt, zullen de belangen van klager bij de hiervoor bedoelde afweging (telkens) meer gewicht in de
4.3.2. De afdeling van de inrichting waar klager ten
schaal moeten leggen. Dat geldt ook in het geval van
tijde van de in het geding zijnde beslissingen verbleef,
een gedetineerde die verdacht wordt van het plegen
heeft blijkens de bestemmingbeschikking van 1 juli
van een delict als bedoeld in de MvT.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 12
voorafgaande aan zijn terugkeer naar de inrichting, In het geval van klager is onbestreden dat er in het
uitlatingen heeft gedaan op grond waarvan in
geheel geen concrete aanwijzingen voor vluchtgevaar
redelijkheid een gevaar voor suïcide kon worden
waren. Doorslaggevend in de onderhavige zaak is
afgeleid. Dat klager later een bepaalde uitleg aan
daarom of er aanwijzingen waren met betrekking
die uitlatingen heeft gegeven, doet daaraan niet
tot klagers fysieke of psychische gesteldheid
af. De directeur kon daarom gelet op de in artikel
waardoor moest worden gevreesd voor schade aan
34a, eerste lid aanhef en onder d, van de Pbw
zijn gezondheid en die maakten dat het opleggen
spelende belangen, in redelijkheid tot hernieuwde
en verlengen van de maatregel redelijkerwijs
cameraobservatie besluiten. Voor zover klagers
noodzakelijk was.
beroep zich richt tegen deze beslissing, zal het beroep ongegrond worden verklaard.
De beroepscommissie maakt onderscheid in de situatie van klager vóór zijn opname in het PBC (de
Ten aanzien van de overige bestreden beslissingen
beslissing tot verlenging van de maatregel van 20
van respectievelijk 5 oktober 2011, 19 oktober
juli 2011 valt in die periode) en zoals die bestond na
2011, 2 november 2011 en 16 november 2011 is de
terugkomst van klager uit het PBC (de beslissingen
beroepscommissie van oordeel, dat op het moment
van de directeur van 21 september 2011 tot en met 16
dat deze beslissingen werden genomen zich dezelfde
november 2011 vallen in deze periode).
situatie voordeed als ten tijde van de hiervoor besproken beslissing van 20 juli 2011. Het beroep van
Bij de beoordeling van de verlengingsbeslissing
klager tegen deze beslissingen zal daarom gegrond
van 20 juli 2011 betrekt de beroepscommissie
worden verklaard.
het gegeven, dat de langdurig toegepaste cameraobservatie op grond van artikel 24a van de
4.4 De maatregel van beluisteren en opnemen van
Pbw als gevolg van beslissingen van de beklagrechter
telefoongesprekken
niet langer kon worden voortgezet. Belangrijk aspect
De beroepscommissie is van oordeel dat niet
bij de beslissingen van de beklagrechter was, dat de
aannemelijk is, dat de getroffen maatregel
geraadpleegde gedragskundige van de inrichting had
noodzakelijk was met het oog op de door de directeur
geadviseerd tot opheffing van het cameratoezicht,
in de betreffende beslissing vermelde belangen, te
omdat dit gelet op de geestesgesteldheid van klager
weten de handhaving van de orde en veiligheid in
niet langer noodzakelijk en/of gewenst was. Ditzelfde
de inrichting en de bescherming van de openbare
advies heeft de gedragskundige gegeven alvorens de
orde of nationale veiligheid nu enige concrete
directeur op 20 juli 2011 tot zijn beslissing kwam. Niet
aanwijzing die de noodzaak tot het treffen van deze
gebleken is dat er toen ook maar enige aanwijzing,
toezichtmaatregel zou kunnen rechtvaardigen,
hoe vaag dan ook, was dat er gevaar dreigde voor
ontbreekt. Het tegen deze beslissing gerichte beroep
klagers gezondheid. De beroepscommissie is van
zal eveneens gegrond worden verklaard.
oordeel dat de directeur daarom in redelijkheid niet tot verlenging van de cameraobservatie had kunnen
4.5 Tegemoetkoming
beslissen.
Gelet op de lange duur van de inbreuk op klagers privacy door het ten onrechte door hem ondergane
Anders ligt dit naar het oordeel van de
cameratoezicht en het beluisteren en opnemen van
beroepscommissie ten aanzien van de beslissing
telefoongesprekken met zijn echtgenoot, acht de
van de directeur van 21 september 2011 om klager
beroepscommissie, mede gezien de omstandigheid
opnieuw onder cameraobservatie te plaatsen.
dat de rechtsgevolgen van de vernietigde
Het staat immers wel vast dat klager in het PBC,
beslissingen niet meer ongedaan te maken zijn, een
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 13
tegemoetkoming van
indien deze betrokken is bij feiten die onverenigbaar
€ 175,00 (te weten € 20,00 per week dat er ten
zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan
onrechte cameraobservatie heeft plaatsgevonden en
wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de
€ 15,00 voor de onterecht bevonden maatregel van
vrijheidsbeneming.
beluisteren en opnemen van telefoongesprekken) op
Op grond van het artikel 51, vijfde lid kan geen straf
haar plaats.
worden opgelegd, indien de gedetineerde voor het begaan van een feit zoals bedoeld in artikel 50, eerst
---------------------
lid, niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
Zaaknummer:
Vaststaat dat tijdens een celcontrole op de
11/4376/GA, 12/158/GA en 12/159/GA
meerpersoonscel van klager contrabande is aangetroffen, bestaande uit drugs. De stelling van
Datum uitspraak:
klager dat zijn voorganger de contrabande in de cel
14 maart 2012
heeft achtergelaten acht de beroepscommissie niet aannemelijk, nu gebleken is dat er een celinspectie
Beroepscommissie:
heeft plaatsgevonden voor de intrek van klager in de
Bartelds, mr. J.I.M.W.
cel. De beroepscommissie acht niet aannemelijk dat
Rutten, mr. M.A.G.
iemand wiet ter waarde van ongeveer
Waarden, mr. A. van
€ 500,= in een cel achterlaat. Nu de drugs tien dagen
Ramdihal-Poeran, U. (secr.)
later zijn gevonden nadat de medecelbewoner van klager uit de cel was vertrokken en klager heeft
Beklagcommissie:
toegegeven dat hij zelf ook drugs gebruikt, houdt de
beklagcommissie bij de p.i. Limburg-Zuid, locatie
beroepscommissie het ervoor dat de drugs van klager
Sittard
waren. Het beroep wordt door de beroepscommissie dan ook ongegrond verklaard en de uitspraak van de
Trefwoorden:
beklagcommissie wordt, met aanvulling van gronden,
Disciplinaire straffen aanleiding; Onderzoek
bevestigd.
verblijfsruimte Ten aanzien van b.:
Artikelen:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het
Pbw art. 50, 51
oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere
EVRM art. 9
beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard
Samenvatting:
en de uitspraak van de beklagcommissie wordt
Oplegging van straf na vondst van contrabande in
bevestigd.
cel niet onredelijk of onbillijk. Beperking op belijden van geloof mogelijk en voorzien in wet. Inzet van
Ten aanzien van c:
speurhond bij een celinspectie is een normaal
Klager zou zijn beperkt in het onderhouden van de
middel. Beroep van klager ongegrond.
geboden en voorschriften van zijn geloof nu zijn cel is doorzocht met behulp van een speurhond.
Rechtsoverwegingen:
In dit verband is van belang het bepaalde in artikel 9
Ten aanzien van a:
lid 1 van het Europees verdrag voor de rechten van de
Op grond van artikel 51, eerste lid, in samenhang
mens en de burgerlijke vrijheden (EVRM). Dit artikel
met artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur
luidt:
een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen
“- 1. Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte,
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 14
geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens
Beklagcommissie:
de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te
alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Ter Apel
veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn
Trefwoorden:
godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking
Ontvankelijkheid materieel; Verlof incidenteel
te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden
Artikelen:
van geboden en voorschriften.
Pbw art. 60
- 2. De vrijheid om zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uiting te brengen kan aan geen
Samenvatting:
andere beperkingen worden onderworpen dan die
Een advies van de directeur aan de
bij de wet zijn voorzien en in een democratische
selectiefunctionaris in het kader van een verzoek
samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de
om verlof dan wel detentiefasering betreft geen
openbare veiligheid, voor de bescherming van de
beklagwaardige beslissing. Tegen de inhoud van een
openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor
advies noch tegen de totstandkoming daarvan kan
de bescherming van de rechten en vrijheden van
met succes worden geklaagd nu bezwaren daartegen
anderen.”
in een andere met waarborgen omklede procedure naar voren kunnen worden gebracht. Beroep van
Naar het oordeel van de beroepscommissie is
klager ongegrond.
hier sprake van een in het tweede lid bedoelde beperking nu de wet voorziet in de mogelijkheid van
Rechtsoverwegingen:
celinspecties en deze celinspectie ook noodzakelijk
Een advies van de directeur aan de
is met het oog op de openbare veiligheid. De inzet
selectiefunctionaris in het kader van verzoeken om
van een speurhond bij een dergelijke inspectie is een
verlof en/of detentiefasering is geen beslissing als
normaal middel. Wat in beroep is aangevoerd kan
bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Tegen
daarom naar het oordeel van de beroepscommissie
de inhoud van dergelijke adviezen noch tegen de
niet tot een andere beslissing leiden dan die van
wijze van totstandkoming daarvan kan, temeer nu
de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve
bezwaren daartegen in een andere met waarborgen
ongegrond worden verklaard en de beslissing van
omklede rechtsgang naar voren kunnen worden
de beklagrechter zal, met aanvulling van gronden,
gebracht, niet met succes worden geklaagd in
worden bevestigd.
het kader van een procedure als de onderhavige. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet
---------------------
tot een andere beslissing leiden dan die van de
Zaaknummer:
beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond
11/4068/GA
worden verklaard.
Datum uitspraak:
Nu de beroepscommissie het beroep ongegrond zal
13 maart 2012
verklaren met bevestiging van de niet-ontvankelijkverklaring van klager, komt zij niet
Beroepscommissie:
toe aan een inhoudelijke beoordeling van de overige
Pol, mr. U. van de
door klager in beroep aangevoerde stellingen.
Boone, mr. M. Woensel, mr. J.M.M. van Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 15
---------------------
uitslag van het onderzoek of de interpretatie
Zaaknummer:
daarvan, overleg plaats tussen het laboratorium
11/4047/GA
en de inrichting omtrent mogelijke factoren die de uitslag hebben kunnen beïnvloeden en de
Datum uitspraak:
interpretatie van de uitslag. Ingevolge artikel 6,
13 maart 2012
eerste lid, van de Regeling heeft de gedetineerde het recht op een herhalingsonderzoek en wordt
Beroepscommissie:
het herhalingsonderzoek verricht op een ander
Wit, mr. J.A.M. de
vergelijkbaar dan wel gelijkwaardig apparaat dan
Schagen, J.
waarop de eerste controle heeft plaatsgevonden.
Fiselier, dr. J.P.S.
In de toelichting op dit artikel (Stcr. 1999, nr. 128,
Koster, mr. M.L. (secr.)
p. 4) staat vermeld dat een herhalingsonderzoek een onderzoek betreft dat volgens dezelfde dan
Beklagcommissie:
wel een vergelijkbare methode als gebruikt bij het
alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuid te
aanvankelijke onderzoek op een identiek tweede
Arnhem
monster wordt uitgevoerd.
Trefwoorden:
Namens de directeur is aangegeven dat de grote
Urineonderzoek; Disciplinaire straffen aanleiding
verschillen tussen de uitkomst van het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek
Artikelen:
aanleiding hebben gevormd om contact op te
Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen art.
nemen met het laboratorium. Uit de door het
5 lid 1 en 6 lid 1
laboratorium gegeven informatie bleek vervolgens
Pbw art. 30
dat weliswaar bij het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek gebruik is gemaakt van dezelfde
Samenvatting:
urine, maar de urine bij het eerste onderzoek
Bij het eerste urineonderzoek en het
niet genoeg was verdund. De beroepscommissie
herhalingsonderzoek is geen gebruikgemaakt
is gelet hierop van oordeel dat bij het eerste
van een, zoals door de Regeling voorgeschreven,
urineonderzoek en het herhalingsonderzoek geen
zelfde dan wel vergelijkbare onderzoeksmethode.
gebruik is gemaakt van een, zoals door de Regeling
De resultaten kunnen derhalve niet dienen ter
voorgeschreven, zelfde dan wel vergelijkbare
onderbouwing van de opgelegde disciplinaire straf.
onderzoeksmethode. Mitsdien is voldoende
Beroep van klager gegrond. Geen tegemoetkoming.
aannemelijk geworden dat de urinecontrole niet overeenkomstig de procedurevoorschriften van
Rechtsoverwegingen:
de Regeling heeft plaatsgevonden. De resultaten
De beroepscommissie stelt voorop dat omtrent
kunnen derhalve niet dienen ter onderbouwing
de uitslag van een urineonderzoek geen ruimte
van de opgelegde disciplinaire straf. Het beroep zal
voor twijfel mag bestaan. De voorschriften van de
daarom gegrond worden verklaard, de uitspraak
Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen
van de beklagcommissie zal worden vernietigd en
(de Regeling) strekken ertoe een zorgvuldig en
het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De
betrouwbaar onderzoek te waarborgen.
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager
Op grond van artikel 5, eerste lid, van de Regeling
nu - gelet op de door het laboratorium gegeven
vindt er, indien er vragen bestaan omtrent de
informatie - voldoende aannemelijk is geworden
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 16
dat, indien bij het eerste urineonderzoek en het
het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk,
herhalingsonderzoek wel gebruik zou zijn gemaakt
kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht. De
van dezelfde dan wel een vergelijkbare methode,
beklagrechter heeft van deze bevoegdheid gebruik
klager eveneens positief zou hebben gescoord op het
gemaakt.
gebruik van cannabinoiden. Artikel 20, eerste lid, van de Pbw luidt als volgt: ‘In ---------------------
een regime van algehele gemeenschap verblijven
Zaaknummer:
gedetineerden tezamen in woon- en werkruimten
11/4231/GA
of nemen gemeenschappelijk deel aan activiteiten.’ Het tweede lid van artikel 20 van de Pbw luidt als
Datum uitspraak:
volgt: ‘In een regime van algehele gemeenschap
12 maart 2012
kunnen gedetineerden worden verplicht zich tijdens de maaltijden, gedurende bezoektijden voor zover
Beroepscommissie:
zij geen bezoek ontvangen, alsmede gedurende
Vegter, mr. P.C.
activiteiten waaraan zij niet deelnemen, in hun
Rutten, mr. M.A.G.
verblijfsruimte op te houden. Deze ruimte is voor
Fiselier, dr. J.P.S.
hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke
Groeneveld, F. (secr.)
onderbrenging van gedetineerden bestemd.’
Beklagcommissie:
De directeur dient de gedetineerde ingevolge
alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Vught
artikel 41, derde lid, aanhef en onder c, van de Pbw in de gelegenheid te stellen in de inrichting
Trefwoorden:
te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke
Activiteiten; Geestelijke verzorging
bijeenkomsten van zijn keuze bij te wonen. Vraag is of een godsdienstige bijeenkomst als een kerkdienst
Artikelen:
een activiteit is als bedoeld in artikel 20 van de Pbw.
Pbw art. 20, 41, 47, 48, 49, 62, 64
Is het begrip activiteit in artikel 20 van de Pbw bij uitsluiting slechts een activiteit indien sprake is
Samenvatting:
van enige activiteit als bedoeld in de artikelen 47
Geen aanleiding om het begrip activiteit te
tot en met 49 van de Pbw? Naar het oordeel van de
beperken tot de in de art. 47-49 Pbw genoemde
beroepscommissie is er geen aanleiding het begrip
activiteiten. Bijwonen kerkdienst kan derhalve
activiteit te beperken tot de in de artikelen 47 tot
worden aangemerkt als een activiteit als bedoeld in
en met 49 van de Pbw genoemde activiteiten. Het
art. 20 Pbw. O.g.v. art. 20, tweede lid, Pbw kunnen
bijwonen van een kerkdienst kan derhalve worden
gedetineerden gedurende activiteiten waaraan zij
aangemerkt als een activiteit als bedoeld in artikel 20
niet deelnemen worden ingesloten. Beroep van
van de Pbw. Ingevolge artikel 20, tweede lid, van de
klager ongegrond.
Pbw kunnen gedetineerden gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen worden ingesloten. De
Rechtsoverwegingen:
beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de
Ingevolge artikel 64, eerste lid, in verbinding
beslissing van de directeur om klager in te sluiten
met artikel 62, tweede lid, van de Pbw stelt de
als hij niet deelneemt aan de kerkdienst, niet in
beklagrechter de klager en de directeur in de
strijd is met de Pbw en evenmin onredelijk en
gelegenheid omtrent het klaagschrift mondelinge
onbillijk is. De beroepscommissie zal het beroep
opmerkingen te maken, tenzij de beklagrechter
derhalve ongegrond verklaren en de uitspraak van de
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 17
beklagrechter bevestigen.
volgt en dat hij de door hem opgemaakte beslissingen tot het opleggen van disciplinaire straffen bespreekt
---------------------
met de directeur. Over het aanwijzingsbesluit zelf
Zaaknummer:
beschikt de beroepscommissie niet.
11/1859/GA Wat betreft de bevoegdheden van de Minister en de
Datum uitspraak:
directeur, voor zover hier van belang, overweegt de
6 maart 2012
beroepscommissie als volgt. Het opperbeheer van de inrichtingen berust bij de
Beroepscommissie:
Minister en het beheer van een inrichting of afdeling
Wit, mr. J.A.M. de
berust bij de directeur, aldus het bepaalde in het
Schagen, J.
tweede en derde lid van art. 3 van de Pbw. Aan art. 3,
Fiselier, dr. J.P.S.
vierde lid ontleent de Minister de bevoegdheid één
Kokee, R. (secr.)
of meer personen aan te wijzen als plaatsvervanger van de directeur. In de Pbw wordt verder geen
Beklagcommissie:
onderscheid gemaakt tussen de directeur en de
beklagcommissie bij de p.i. Leeuwarden
plaatsvervanger van de directeur: in de Pbw wordt volstaan met het begrip directeur. De bevoegdheden
Trefwoorden:
en verantwoordelijkheden die aan deze functionaris
Disciplinaire straffen procedureel
worden toegekend, komen derhalve toe aan ieder die als directeur is aangesteld.
Artikelen: De directeur ontleent zijn bevoegdheden rechtstreeks
Pbw art. 3, 5, 51
aan de wet en kan ingevolge het bepaalde in
Samenvatting:
het tweede lid van art. 5 van de Pbw bepaalde
Onder omstandigheden is ministeriële aanwijzing
bevoegdheden mandateren aan ambtenaren en
tot benoeming van plaatsvervangend directeur
medewerkers van de inrichting; uitgesloten zijn
voldoende voor uitoefening van aan directeur
daarbij evenwel de aan de directeur voorbehouden
voorbehouden beslissingen. Daarbij is onder andere
beslissingen opgesomd in het vierde lid van art. 5 van
van belang omvang en wijze waarop directietaken
de Pbw, waartoe de onder h genoemde oplegging van
worden vervuld. In casu is aanwijzing van hoofd
een disciplinaire straf behoort.
beveiliging als plaatsvervangend directeur onder voorwaarden en daarom kennelijk genomen met
Een ministeriële aanwijzing tot benoeming
enkele doel van creëren van bevoegdheid voor het
van een plaatsvervangend directeur kan
opleggen van disciplinaire straffen. Beroep directeur
onder omstandigheden voldoende zijn om de
ongegrond.
bevoegdheden uit te oefenen die op grond van art. 5, vierde lid, van de Pbw aan de directeur
Rechtsoverwegingen:
zijn voorbehouden. De in aanmerking te nemen
Vast staat dat door het hoofd beveiliging, de heer
omstandigheden betreffen onder andere de
M. aan klager een disciplinaire straf is opgelegd.
omvang en wijze waarop de directietaken worden
Bij besluit van 30 november 2010 met kenmerk
vervuld. Daarbij kan van belang zijn de vraag of alle
5677626/10/DJI is de aanwijzing van de heer M.
directietaken worden uitgeoefend en of deze worden
verlengd, waarbij als voorwaarden worden gesteld
uitgeoefend in een afgebakend deel (afdeling of
dat hij een cursus detentierecht voor directieleden
unit) van de inrichting. Een tijdelijke en beperkte
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 18
Artikelen:
aanwijzing strookt niet met de bedoeling van de wet.
Pbw art. 24, 58, 69 In het thans voorliggende besluit wordt de heer M. voor een beperkte periode en onder voorwaarden
Samenvatting:
aangewezen als plaatsvervangend directeur. Eén
Overweging t.a.v. ontvankelijkheid van klager in
van de voorwaarden van de Minister bepaalt dat
beroep in reactie op door directeur aangevoerde
de heer M. zijn opgemaakte beslissingen bespreekt
termijnoverschrijding en het niet met redenen
met zijn directeur. Gelet hierop en het gegeven
omkleed zijn van het beroep. Schriftelijke
dat in casu de strafoplegging is ondertekend door
mededeling van ordemaatregel is klager uitgereikt
de heer M. in zijn functie als hoofd beveiliging
zonder dagtekening. Beroep van klager in zoverre
en niet als plaatsvervangend directeur, leidt de
gegrond.
beroepscommissie af, dat het aanwijzingsbesluit kennelijk is genomen met het enkele doel het
Rechtsoverwegingen:
creëren van een bevoegdheid tot het opleggen
In reactie op de door de directeur aangevoerde niet-
van disciplinaire straffen. Dit strookt niet met de
ontvankelijkheid van klager in het beroep overweegt
bedoeling van de wet.
de beroepscommissie het volgende. De bestreden uitspraak dateert van 30 september 2011 en is op
Naar het oordeel van de beroepscommissie is de heer
diezelfde dag aan klager uitgereikt. Het op 11 oktober
M. dan ook niet bevoegd tot het opleggen van een
2011 binnengekomen beroepschrift dateert van 6
disciplinaire straf. Het beroep van de directeur zal
oktober 2011. Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de
ongegrond worden verklaard en de beslissing van de
Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift
beklagcommissie zal worden bevestigd.
uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk
---------------------
na die van de mondelinge mededeling van de
Zaaknummer:
uitspraak worden ingediend.
11/3768/GA
Er is aanleiding het onderscheid dat in de beroepsrechtspraak wordt gemaakt tussen enerzijds
Datum uitspraak:
de gedetineerde die zelfstandig beroep instelt
5 maart 2012
en anderzijds de directeur en de advocaat bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Beroepscommissie:
te verduidelijken.
Vegter, mr. P.C.
Bij de directeur en de advocaat wordt nauwgezet
Wit, mr. J.A.M. de
de hand gehouden aan de wettelijke termijn. De
Fiselier, dr. J.P.S.
beroepscommissie stelt daarbij voorop dat de wet
Bogaars, B.A. (secr.)
anders dan bij het instellen van beklag niet de mogelijkheid biedt bij termijnoverschrijding te
Beklagcommissie:
oordelen dat de gedetineerde redelijkerwijs niet
beklagcommissie bij de p.i. Veenhuizen
in verzuim is geweest. Omdat een gedetineerde bij het instellen van beroep afhankelijk is van de
Trefwoorden:
postverwerking binnen de inrichting die naar
Ontvankelijkheid formeel; Ordemaatregel
de beroepscommissie bekend is nogal eens voor
procedureel
vertraging kan zorgen, leidt een lichte overschrijding van de wettelijke termijn niet steeds tot nietontvankelijkheid. De omstandigheden van het Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 19
geval waaronder de datering van het beroepschrift
het derhalve onder de wettelijke taak valt van de
en het poststempel zullen daarbij in aanmerking
directeur om in beginsel zo spoedig mogelijk te
worden genomen. Daar komt nog bij dat in beroep
beslissen. Daarbij overweegt de beroepscommissie
een voorziening als bedoeld in artikel 61, tweede
dat er zich situaties kunnen voordoen waardoor de
lid, van de Pbw ontbreekt. Overigens geldt dat in
afhandeling pas op de eerst volgende werkdag kan
twijfelgevallen omtrent het tijdig instellen van beroep
plaatsvinden. Hier gelden dan wel voorwaarden
door of namens de gedetineerde alsmede beroep
voor. Ten eerste mag de disciplinaire straf niet ingaan
door de directeur het vaste praktijk is betrokkene in
voordat de directeur klager ter zake heeft gehoord
de gelegenheid te stellen toe te lichten dat en waarom
en ten tweede moet aan de gedetineerde kenbaar
het beroep tijdig is ingediend.
gemaakt worden dat de directeur het verslag nog zal
Gelet op het vorenstaande kan klager in zijn beroep
afhandelen. In dit geval is het verslag op zaterdag 23
worden ontvangen.
juni 2011 telefonisch aan de directeur meegedeeld. Er heeft zich geen bijzondere situatie voorgedaan.
---------------------
Klager is op maandag 25 juli 2011 gehoord en om
Zaaknummer:
12.35 is het verslag afgehandeld. Anders dan de
11/3151/GA
directeur, oordeelt de beroepscommissie dat de Pbw geen ruimte biedt om het verslag na anderhalve dag
Datum uitspraak:
af te handelen. Zij zal het beroep dan ook ongegrond
27 februari 2012
verklaren. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming.
Beroepscommissie: Bauduin, mr. F.G.
---------------------
Brand, J.G.A. van den
Zaaknummer:
Fernandes Mendes, mr. dr.
11/2825/GA
Dwarka, mr. S.S.
Datum uitspraak: Beklagcommissie:
27 februari 2012
beklagcommissie bij de locatie Zwaag te Hoorn
Beroepscommissie: Trefwoorden:
Bauduin, mr. F.G.
Disciplinaire straffen procedureel ; \
Brand, J.G.A. van den Fernandes Mendes, mr. dr.
Samenvatting:
Dwarka, mr. S.S.
Directeur heeft niet zo spoedig als mogelijk beslist over oplegging van een disciplinaire straf nadat
Beklagcommissie:
hem verslag was gedaan van ordeverstoring. Beroep
beklagcommissie bij het detentiecentrum Rotterdam
directeur ongegrond.
Trefwoorden: Rechtsoverwegingen:
Disciplinaire straffen procedureel ; Ordemaatregel
Uit artikel 50, tweede lid, van de Pbw volgt dat de
procedureel ; Disciplinaire straffen aanleiding
directeur zo snel mogelijk beslist over het opleggen van een disciplinaire straf nadat hem dit verslag,
Samenvatting:
als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw,
Ordeverstoring bij een uitzetting in het vliegtuig
is gedaan. De beroepscommissie overweegt dat
waardoor de uitzetting is geannuleerd. Klager bevond
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 20
zich, in afwachting van de daadwerkelijke uitzetting,
vormt om een disciplinaire straf op te leggen en
in bewaring. Directeur was daarom bevoegd een
tevens of de directeur op grond van artikel 51, eerste
ordemaatregel en disciplinaire straf op te leggen.
lid, van de Pbw bevoegd is om een disciplinaire straf
Beroep van klager ongegrond.
op te leggen. Zoals de beroepscommissie eerder heeft bepaald (zie bijvoorbeeld 06/2317/GA van 7
Rechtsoverwegingen:
december 2006), kan de directeur een disciplinaire
Voldoende vaststaat dat klager op 28 mei 2011
straf opleggen aan een ingeslotene, indien sprake
werd overgebracht naar het vliegveld om te worden
is van vrijheidsbeneming. De beroepscommissie
uitgezet. In het vliegtuig heeft klager zich fysiek
overweegt dat in dit geval de directeur in redelijkheid
en verbaal verzet waardoor de gezagvoerder heeft
een disciplinaire straf aan klager kon opleggen.
geweigerd hem mee te nemen. Klager is toen
Immers, gezien de inhoud van het proces-verbaal
teruggebracht naar het detentiecentrum.
van het Buro Verwijderingen Schiphol, de inhoud van het Annuleringsbericht vlucht van de KMar
De beroepscommissie constateert dat de
en de inhoud van de annuleringsfax, is voldoende
beklagcommissie geen uitspraak heeft
aannemelijk dat klager zich zodanig heeft misdragen
gedaan omtrent beklagonderdeel 1.
aan boord van het vliegtuig waarmee hij uitgezet zou
Wegens proceseconomische redenen zal de
worden, dat de gezagvoerder heeft besloten klager
beroepscommissie dit beklagonderdeel in eerste
niet te willen vervoeren. Klager bevond zich op dat
en enige aanleg afdoen. Bij terugkomst in het
moment, in afwachting van zijn daadwerkelijke
detentiecentrum is, in afwachting van de schriftelijke
uitzetting, nog in bewaring. Deze bewaring is door
verslaglegging, aan klager een ordemaatregel
klagers gedrag verstoord. Op grond daarvan is sprake
opgelegd. Ingevolge artikel 24 van de Pbw kan een
van een feit dat onverenigbaar is met de ongestoorde
gedetineerde in afzondering worden geplaatst op
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Nu
de gronden genoemd in artikel 23, eerste lid, van de
niet duidelijk is of het verslag is aangezegd, is de
Pbw. De ordemaatregel heeft een voorlopig karakter.
beroepscommissie net als de beklagcommissie van
Gezien het feit dat klager terugkeerde naar het
oordeel dat dit beklagonderdeel op formele gronden
detentiecentrum, terwijl hij zou worden uitgezet,
gegrond is. De beroepscommissie acht geen termen
oordeelt de beroepscommissie dat de directeur in
aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te
redelijkheid heeft kunnen beslissen dat aan klager
kennen. De beroepscommissie zal de uitspraak van
een ordemaatregel van plaatsing in afzondering
de beklagcommissie daarom bevestigen.
werd opgelegd. De directeur heeft deze maatregel na één dag beëindigd toen er meer bekend was
---------------------
over de gang van zaken bij de poging tot uitzetting
Zaaknummer:
van 28 mei 2011. Hiermee verviel namelijk de
11/4575/GB
grond voor de afzondering als ordemaatregel. De beroepscommissie acht deze gang van zaken juist. Zij
Datum uitspraak:
zal beklagonderdeel 1 dan ook ongegrond verklaren.
23 maart 2012
Beroepscommissie:
Met betrekking tot beklagonderdeel 2 overweegt de beroepscommissie als volgt. Naar aanleiding
Vegter, mr. P.C.
van het rapport van de KMar, waarvan klager de
Moerings, prof.dr.mr. L.M.
inhoud heeft bevestigd, is een disciplinaire straf
Fiselier, dr. J.P.S.
opgelegd. De vraag is of fysiek en verbaal geweld,
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
gepleegd tijdens een uitzetting, voldoende grond Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 21
Trefwoorden:
voorschriften. Deze voorschriften zijn slechts
Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime, gelijk
weergegeven,voor zover voor de beoordeling van
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
belang.
Artikelen:
Artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en
Pbw art. 17; Regeling selectie, plaatsing en
overplaatsing:
overplaatsing van gedetineerden art. 20b;
“1. In de inrichtingen of afdelingen voor
Vreemdelingenwet 2000 art. 8 en 67; VWEU art. 21
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen worden vreemdelingen geplaatst die na de tenuitvoerlegging
Samenvatting:
van de vrijheidsstraf of de maatregel tot plaatsing
Plaatsing in inrichting voor strafrechtelijk
in een inrichting voor stelselmatige daders geen
gedetineerde vreemdelingen. Dat klager in
rechtmatig verblijf hebben in Nederland in de zin van
afwachting van uitkomst van een voorlopige
artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.
voorziening niet mag worden verwijderd, betekent
2. De inrichtingen of afdelingen voor strafrechtelijk
niet dat hij rechtmatig in Nederland verblijft. De door
gedetineerde vreemdelingen kunnen worden
de strafrechter opgelegde bijzondere voorwaarde
onderscheiden in:
bij deels voorwaardelijk opgelegde straf stelt de
a. inrichtingen of afdelingen voor gedetineerden als
ongewenstverklaring niet buiten werking. Beslissing
bedoeld in het eerste lid met een strafrestant van ten
van selectiefunctionaris is niet onredelijk of onbillijk
minste vier maanden;
noch in strijd met de wettelijke regeling. Beroep
b. inrichtingen of afdelingen voor gedetineerden als
ongegrond.
bedoeld in het eerste lid met een strafrestant van minder dan vier maanden.
Rechtsoverwegingen: 4.1.
(…)”
De gevangenis en locatie Esserheem
is een gevangenis met een regime van algehele
Artikel 8 van de Vreemdelingenwet:
gemeenschap en een normaal beveiligingsregime
“De vreemdeling heeft in Nederland uitsluitend
voor mannen. Daarnaast is de gevangenis van de
rechtmatig verblijf:
locatie Esserheem tevens aangewezen als inrichting
(…)
voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen
e. als gemeenschapsonderdaan zolang deze
als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a van
onderdaan verblijf houdt op grond van een regeling
de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese
gedetineerden.
Gemeenschap dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
4.2.
(…)
Klager, die onherroepelijk is veroordeeld,
kan in een gevangenis met een regime van algehele
i. gedurende de vrije termijn, bedoeld in artikel
gemeenschap worden geplaatst.
12, zolang het verblijf van de vreemdeling bij of krachtens artikel 12 is toegestaan;”
4.3.
Artikel 67 van de Vreemdelingenwet
Niet in geschil is dat klager een burger is
van de Europese Unie, dat hij op 21 juni 2011 tot
(…)
ongewenste vreemdeling is verklaard en dat zijn
“3. In afwijking van artikel 8 kan de ongewenst
strafrestant ten tijde van de selectiebeslissing meer
verklaarde vreemdeling geen rechtmatig verblijf
dan vier maanden bedroeg.
hebben.”
4.4. Toepasselijk zijn de volgende wettelijke
Artikel 21van het Verdrag betreffende de werking van
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 22
de Europese Unie (VWEU) (oud artikel 18 VEG)
zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000
“1. Iedere burger van de Unie heeft het recht vrij
in aanmerking voor plaatsing in een inrichting
op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te
als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder a van
verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en
de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing
voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen
gedetineerden. Als zodanig zijn aangewezen de
ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.”
gevangenis van de penitentiaire inrichting Ter Apel alsmede de locatie Esserheem. Klager heeft geen
4.5.
voorkeur kenbaar gemaakt voor plaatsing in één van
Voor zover namens klager is gesteld
beide inrichtingen.
dat klager gelet op de artikelen 8 van de Vreemdelingenwet en 21 van het VWEU rechtmatig verblijf in Nederland heeft, zolang er niet is beslist op
4.8. De slotsom is dat de beslissing van de
het verzoek om bij wijze van voorlopige voorziening
selectiefunctionaris bij afweging van alle in
de ongewenstverklaring ongedaan te maken, volgt de
aanmerking komende belangen niet in strijd is met
beroepscommissie deze stelling niet. De hierboven
de wettelijke regeling en evenmin onredelijk of
geciteerde wettelijke bepalingen bieden geen
onbillijk is.
aanknopingspunt voor die stelling. Doorslaggevend hierbij is het derde lid van artikel 67 van de
---------------------
Vreemdelingenwet. Dat klager mogelijk in afwachting
Zaaknummer:
van de uitkomst van de voorlopige voorziening niet
12/0717/GB
uit Nederland wordt verwijderd, betekent niet dat daarmee zijn verblijf rechtmatig is. De verwijzing
Datum uitspraak:
naar een beslissing van de Raad van State uit 2003
22 maart 2012
maakt dit niet anders. Immers in die zaak ging het niet om het gevolg van de ongewenstverklaring, maar
Beroepscommissie:
om het gevolg van de toepassing van bewaring als
Bartelds, mr. J.I.M.W.
bedoeld in artikel 59 van de Vreemdelingenwet.
Fiselier, dr. J.P.S. Moerings, prof.dr.mr. L.M.
4.6 Voor zover namens klager is gesteld dat de
Karels, L.A.M. (secr.)
omstandigheid dat de strafrechter een deels voorwaardelijke straf heeft opgelegd met als
Trefwoorden:
bijzondere voorwaarde een behandeling in een
Plaatsing/overplaatsing eerste plaatsing gevangenis
forensische polikliniek tevens van belang is, geldt het volgende. De enkele omstandigheid
Artikelen:
dat een strafrechter voorafgaande aan een
Pbw art. 17
ongewenstverklaring van een vreemdeling als bijzondere voorwaarde het ondergaan van
Samenvatting:
behandeling in een forensische polikliniek heeft
Zelfmelder. Gelet op de (bijzondere)
bepaald, brengt niet mee dat in verband daarmee een
omstandigheden dient het belang van klager om
ongewenstverklaring buiten werking moet blijven en/
een beslissing op een in te dienen gratieverzoek
of dat klager alsnog geacht moet worden rechtmatig
af te kunnen wachten te prevaleren boven het op
verblijf in Nederland te hebben.
dit moment ten uitvoer leggen van de opgelegde vrijheidsstraf. Beroep gegrond, vernietiging beslissing
4.7. Gelet op zijn strafrestant kwam klager nu hij
en uitstel tot zes maanden na uitspraak.
geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft in de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 23
Rechtsoverwegingen:
Datum uitspraak:
4.1.
16 maart 2012
De b.b.i. van de locatie Westlinge is een
inrichting voor mannen met een regime van algehele
Beroepscommissie:
gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.
Bartelds, mr. J.I.M.W. 4.2.
Klager, die onherroepelijk is veroordeeld,
Fiselier, dr. J.P.S.
kan in een gevangenis met een regime van algehele
Moerings, prof.dr.mr. L.M.
gemeenschap worden geplaatst.
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
4.3.
Trefwoorden:
De op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris
Plaatsing/overplaatsing eerste plaatsing gevangenis
kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven. Gelet op enerzijds
Artikelen:
het grote tijdsverloop sinds het onherroepelijk
Pbw art. 17
worden van het vonnis en anderzijds de uit de stukken blijkende voortdurende precaire situatie
Samenvatting:
waarin klager zich in zowel psychisch als fysiek
Zelfmelder. Hoewel belang en noodzaak van
opzicht bevindt, dient in de gegeven (bijzondere)
tenuitvoerlegging van opgelegde gevangenisstraf
omstandigheden het belang van klager om
aannemelijk is, dient dat belang in dit geval te wijken
een beslissing op een ingediend/in te dienen
voor de belangen van derden, te weten schuldeisers
gratieverzoek af te kunnen wachten te prevaleren
van klager. Klager heeft aangegeven na 1 juli 2012
boven het op dit moment alsnog ten uitvoer leggen
bereid te zijn de gevangenisstraf te ondergaan.
van de opgelegde vrijheidsstraf. Het beroep zal
Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.
derhalve gegrond worden verklaard. De beslissing van de selectiefunctionaris zal worden vernietigd
Rechtsoverwegingen:
en de beroepscommissie zal bepalen dat klager
4.1.
uitstel krijgt voor het zich moeten melden om de
voor mannen met een regime van algehele
vrijheidsstraf te ondergaan voor een periode van zes
gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.
De locatie Bankenbosch is een gevangenis
maanden vanaf de datum van deze uitspraak. Daarbij overweegt de beroepscommissie met nadruk dat
4.2.
klager (en/of zijn raadsman) in die periode er voor
kan in een gevangenis met een regime van algehele
dienen te zorgen dat snel een gratieverzoek wordt
gemeenschap worden geplaatst.
Klager, die onherroepelijk is veroordeeld,
ingediend en dat men er op toe ziet dat hierop ook tijdig wordt beslist.
4.3.
Vastgesteld kan worden dat klager er
belang bij heeft dat hij niet eerder dan 1 juli 2012 Voor zover namens klager is verzocht om een
zal worden opgeroepen voor het ondergaan van
bijdrage in de kosten van beroep, geldt dat de
de hem opgelegde gevangenisstraf. Daarnaast
Pbw een dergelijke voorziening niet kent. De
is aannemelijk dat ook anderen dan klager, te
beroepscommissie wijst dit verzoek af.
weten zijn schuldeisers, een aanmerkelijk belang hebben bij een uitstel van de tenuitvoerlegging
---------------------
omdat daardoor de kans bestaat dat zij een groter
Zaaknummer:
deel van hun vordering op klager alsnog voldaan
12/0099/GB
krijgen en dat daarmee een akkoord kan worden bereikt waarmee het faillissement van klager kan Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 24
worden opgeheven. Tegenover die belangen staat
Trefwoorden:
het door de selectiefunctionaris aangevoerde
Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime gelijk
belang en noodzaak van een daadwerkelijke
beveiligingsniveau niet EBI of longstay
tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde vrijheidsstraf. De beroepscommissie acht het door de
Artikelen:
selectiefunctionaris aangevoerde belang en noodzaak
Pbw art. 17
eveneens aannemelijk. Indien er geen sprake zou zijn van betrokken derden
Samenvatting:
(de schuldeisers) zou de bestreden beslissing
Ingevolge art 67 Vw 2000 hebben vreemdelingen
van de selectiefunctionaris niet onredelijk en
geen rechtmatig verblijf in Nederland zolang de
onbillijk worden geacht. In dit geval acht de
ongewenstverklaring voortduurt. Dit geldt ook
beroepscommissie het evenwel redelijk om aan de
voor vreemdelingen die onder de werking van het
belangen van die schuldeisers een groter gewicht toe
gemeenschapsrecht vallen. De omstandigheid dat
te kennen dan aan de door de selectiefunctionaris
klager niet kan worden uitgezet - in afwachting
aangevoerde belangen. Dat geldt temeer nu door en
van een voorlopige voorzieningprocedure - brengt
namens klager andermaal is aangegeven dat hij na 1
geen rechtmatig verblijf met zich mee. Klager kon
juli 2012 bereid is de hem opgelegde gevangenisstraf
daarom worden geselecteerd voor een inrichting
te ondergaan.
als bedoeld in artikel 20b van de Regeling selectie,
Het vorenstaande – een en ander in onderling
plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Het
verband en samenhang bezien – maakt dat de op de
schorsingsverzoek wordt daarom afgewezen.
onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in
Rechtsoverwegingen:
aanmerking komende belangen als onredelijk en
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een
onbillijk moet worden aangemerkt. Derhalve dient de
verzoek om schorsing van een beslissing van de
bestreden beslissing te worden vernietigd.
selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een
een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten
nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van
gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de
deze uitspraak binnen een termijn van twee weken
orde is daarom slechts de vraag of de beslissing van
na ontvangst daarvan.
de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of
voor het toekennen van een tegemoetkoming.
onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing van de
---------------------
selectiefunctionaris.
Zaaknummer: Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het
11/4574/SGB
geval. Ingevolge het bepaalde in artikel 67, derde lid
Datum uitspraak:
van de Vw 2000 wordt aan de ongewenstverklaring
11 januari 2012
van verzoeker het gevolg verbonden dat hij, in afwijking van artikel 8 Vw, geen rechtmatig verblijf
Beroepscommissie:
kan hebben zolang de ongewenstverklaring
Bartelds, mr. J.I.M.W.
voortduurt. Dit uitgangspunt geldt ook ten aanzien
Maes, mr. H.M.J.D. (secr.)
van vreemdelingen waarvan is komen vast te staan dat die onder de werking van het gemeenschapsrecht vallen. Het indienen van een verzoek om een
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 25
voorlopige voorziening, zoals door verzoeker gedaan,
Samenvatting:
maakt dit niet anders. Dat verzoeker mogelijk in
Niet weersproken dat fysiotherapeut meermalen
afwachting van de uitkomst van de voorlopige
heeft gemeld dat sprake was van spierruptuur en
voorzieningprocedure niet kan worden uitgezet en
echoscopie heeft geadviseerd. Niet in his opgenomen
in die zin onder de beschermende werking van het
dat inrichtingsarts op bepaalde datum heeft gekeken
EU-verdrag valt, brengt nog niet met zich dat hij
naar spier. Niet gebleken van meewegen adviezen
daarom ook rechtmatig verblijf in Nederland heeft.
van fysiotherapeut. Dossiervorming onvolledig.
Nu dat niet geval is, is de selectiefunctionaris terecht
Beroep gegrond, geen tegemoetkoming.
ervan uitgegaan dat verzoeker geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en heeft hij het in lid 1
Rechtsoverwegingen:
van artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing
De beroepscommissie overweegt dat door klager is
en overplaatsing gedetineerden selectiecriterium
gesteld en door de inrichtingsarts niet is weersproken
juist toegepast. In dit verband wordt nog overwogen
dat de fysiotherapeut meermalen heeft gemeld -
dat de verwijzing van verzoekers raadsman naar de
hoewel dit niet is opgenomen in de his - dat er sprake
uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van
was van een spierruptuur en een echoscopie heeft
de Raad van State van 7 juli 2003 in het onderhavige
geadviseerd. Door klager is voorts gesteld dat de
geval niet opgaat, nu de aangehaalde uitspraak
(waarnemend) inrichtingsarts op 21 oktober 2011
de rechtsgevolgen van en de voorwaarden voor
niet heeft gekeken naar zijn spier. In de his is niet
toepassing van vreemdelingenbewaring betrof
opgenomen dat dit wel het geval zou zijn. Nu niet is
en niet handelde over de rechtsgevolgen van
gebleken dat de adviezen van de fysiotherapeut door
ongewenstverklaring.
de (waarnemend) inrichtingsartsen zijn meegewogen in de behandelopties en de dossiervorming
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
niet volledig is, is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de (waarnemend)
---------------------
inrichtingsarts(en) kan worden aangemerkt als in
Zaaknummer:
strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het
11/4497/GM
beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Voor wat betreft het toekennen van een
Datum uitspraak:
tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie
16 maart 2012
dat niet is gebleken dat een andere conservatieve behandeling mogelijk zou zijn geweest c.q. de
Beroepscommissie:
prognose bij een andere behandeloptie beter zou zijn
Pauw Gerlings-Döhrn, mr. S.B. de
geweest. Zij ziet derhalve geen reden om aan klager
Kleipool, L.E.M.
een tegemoetkoming toe te kennen.
Ruissen, C.J. ---------------------
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
Zaaknummer: Trefwoorden:
11/3464/GM
Medische verzorging behandeling; Tegemoetkoming
Datum uitspraak:
financieel
13 maart 2012
Artikelen: Beroepscommissie:
Pm art. 28
Pauw Gerlings-Döhrn, mr. S.B. de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 26
Kleipool, L.E.M.
worden toegestaan, tenzij er sprake zou zijn van
Kooyman, dr. M.
zwaarwegende gronden, zoals de handhaving van
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
de orde en de veiligheid, die de aanwezigheid van derden bij het gesprek rechtvaardigen. Door de
Trefwoorden:
inrichtingspsychiater zijn dergelijke gronden niet
Medische verzorging behandeling
aangevoerd, noch zijn die uit de stukken gebleken. Enkel is gesteld dat de inrichtingspsychiater, -
Artikelen:
psycholoog en zbiw’ers een functionele eenheid
Pm art. 28, 29
vormen en het hen vrijstaat om klager samen te spreken, indien daar een indicatie voor is.
Samenvatting:
De beroepscommissie is, het voorgaande in
In beginsel dient te worden toegestaan dat
samenhang en onderling verband bezien,
gedetineerde met behandelend inrichtingspsychiater
van oordeel dat het handelen van de
een vertrouwelijk gesprek voert, tenzij zwaarwegende
inrichtingspsychiater in strijd is met de in artikel
gronden aanwezigheid van derden bij gesprek
28 Pm neergelegde norm. De beroepscommissie
rechtvaardigen. Dit is niet aangevoerd noch gebleken.
zal derhalve het beroep gegrond verklaren. Zij kent
Beroep gegrond, tegemoetkoming € 25,=.
klager een tegemoetkoming van € 25,= toe.
Rechtsoverwegingen:
---------------------
De beroepscommissie overweegt dat klager
Zaaknummer:
verzoeken om bemiddeling heeft ingediend
11/4266/GM
op respectievelijk 20, 25 en 26 september 2011. Uit de medische gegevens en de reactie
Datum uitspraak:
van de inrichtingspsychiater volgt dat de
13 maart 2012
inrichtingspsychiater contact met klager heeft gehad op 22 augustus 2011, 5 september 2011, 26 september
Beroepscommissie:
2011 en 23 oktober 2011.
Pauw Gerlings-Döhrn, mr. S.B. de
Gelet op de in artikel 29, eerste lid, van de Pm
Kleipool, L.E.M.
vermelde termijn kan klager enkel in de klacht
Ruissen, C.J.
als vermeld in het verzoek van 26 september 2011
Gemert, mr. H.S. van (secr.)
worden ontvangen, welke klacht betrekking heeft op het contact met de inrichtingspsychiater op 26
Trefwoorden:
september 2011.
Medische verzorging behandeling; Tegemoetkoming
De beroepscommissie verklaart voor het overige
financieel
klager niet-ontvankelijk in zijn klacht(en).
Artikelen: Door klager is gesteld en door de
Pm art. 28
inrichtingspsychiater is erkend dat aan klager op 26 september 2011 niet is toegestaan
Samenvatting:
om buiten aanwezigheid van derden met
I.v.m. gestelde pijnklachten door fysiek geweld van
de inrichtingspsychiater te spreken. De
p.i.w.’ers, had het in rede gelegen om klager terstond
beroepscommissie is van oordeel dat in beginsel
te laten onderzoeken door inrichtingsarts. Niet
een gedetineerde een vertrouwelijk gesprek met
betwist dat klager is gezien door verpleegkundige,
de behandelend inrichtingspsychiater dient te
bezoek en resultaten niet aangetekend in medische
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 27
Artikelen:
informatie. Beroep gegrond, geen tegemoetkoming.
Pm art. 28
Rechtsoverwegingen: De beroepscommissie overweegt dat, gelet op klagers
Samenvatting:
stelling dat er op 6 augustus 2011 fysiek geweld
Geen vergoeding plastische chirurgie, tenzij de
op hem is uitgeoefend door p.i.w.’ers waardoor hij
detentie de aanwijsbare oorzaak van de aandoening
pijnklachten in de ribben ondervond en onder het
vormt. Dit is niet het geval, nu klager de aandoening
bloed zat, het in de rede had gelegen om klager bij
elders en al jaren geleden heeft opgelopen. Zo
dergelijke klachten terstond te laten onderzoeken
klager al voor een behandeling in aanmerking zou
door een inrichtingsarts.
komen, kan hij niet kiezen voor een experimentele
Door klager is gesteld en door of namens de
behandeling. Beroep ongegrond.
inrichtingsarts is niet betwist dat klager die dag wel is gezien door de verpleegkundige, terwijl dit
Rechtsoverwegingen:
bezoek noch de resultaten van het onderzoek zijn
Klager heeft in 1995 in zijn land van herkomst althans
aangetekend in de medische informatie.
buiten Nederland een verwonding aan zijn hoofd
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op
opgelopen. In 2000 kwam hij naar Nederland. Hij is
het bovenstaande, het handelen door of namens de
in Nederland in 2001 geopereerd aan de wond, welke
inrichtingsarts in strijd is met de in artikel 28 Pm
operatie schijnbaar niet goed is gegaan. Klager heeft
neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond
last van een zogenaamd keloid. Klager geeft aan
worden verklaard.
hiervoor behandeld te willen worden door een door
Voor wat betreft het toekennen van een
hem genoemde arts.
tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie
De beroepscommissie overweegt het volgende.
dat niet aannemelijk is geworden dat, indien klager
Vast staat dat de aandoening van klager niet in
terstond zou zijn gezien door de inrichtingsarts, dit
detentie is opgelopen. Het Vademecum medisch
tot een beter (behandel)resultaat had geleid. De
verstrekkingenpakket van de Dienst Justitiële
beroepscommissie ziet derhalve geen reden om aan
Inrichtingen van februari 2011 geeft aan dat er geen
klager een tegemoetkoming toe te kennen.
plastische chirurgie wordt vergoed, tenzij de detentie de aanwijsbare oorzaak van de aandoening vormt.
---------------------
Dit is niet het geval, nu klager de aandoening elders
Zaaknummer:
en al jaren geleden heeft opgelopen. Daarnaast is de
11/4233/GM
door klager beoogde behandeling een experimentele behandeling. Zo klager al voor een behandeling in
Datum uitspraak:
aanmerking zou komen, zou hij niet kunnen kiezen
6 maart 2012
voor een experimentele behandeling. De beroepscommissie is gelet op het voorgaande
Beroepscommissie:
in samenhang en onderling verband bezien van
Pauw Gerlings-Döhrn, mr. S.B. de
oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet
Brederode-Zwart, drs. M.F. van
kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel
Schudel, prof.dr. W.J.
28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve
Lispet, mr. I. (secr.)
ongegrond worden verklaard.
Trefwoorden:
---------------------
Medische verzorging behandeling
Zaaknummer: 11/4212/GV
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 28
Datum uitspraak:
praktische voorbereidingen op zijn invrijheidstelling
12 maart 2012
te treffen. In het tweede lid van voornoemd artikel is onder meer bepaald dat verlof kan worden verleend
Beroepscommissie:
indien de invrijheidsstelling binnen drie maanden te
Pol, mr. U. van de
verwachten is.
Boone, mr. M.
Het verlengen van een identiteitskaart voor
Woensel, mr. J.M.M. van
een rechtmatig verblijf in Nederland na de
Lispet, mr. I. (secr.)
detentie merkt de beroepscommissie aan als een voorbereiding voor de invrijheidstelling. Vast staat
Trefwoorden:
dat de invrijheidstelling niet binnen drie maanden
Verlof incidenteel
te verwachten is. In zoverre komt klager volgens artikel 31, tweede lid, niet voor incidenteel verlof in
Artikelen:
aanmerking. De gronden en situaties voor incidenteel
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting art. 21, 31
verlof zijn, blijkens de toelichting op artikel 21, niet limitatief geregeld. De strekking van artikel 31 is dat
Samenvatting:
de noodzakelijke voorbereidingen voor terugkeer
Verlengen van identiteitskaart voor een
in de samenleving kunnen worden getroffen. Het
rechtmatig verblijf in Nederland na de detentie
ontbreken van een geldig identiteitsdocument staat
wordt aangemerkt als voorbereiding voor de
doorgaans een verlofverlening in de weg. Gelet op
invrijheidstelling, maar de invrijheidstelling is in
dit mogelijke gevolg is de beslissing de verlening
dit geval niet binnen drie maanden te verwachten.
van verlof voor het verlengen van zo’n document
Het ontbreken van een geldig identiteitsdocument
te weigeren niet goed gemotiveerd. Het beroep zal
staat doorgaans verlofverlening in de weg. Gelet op
gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing
dit mogelijke gevolg is beslissing om verlof voor het
zal worden vernietigd en de Staatssecretaris zal
verlengen van identiteitskaart te weigeren niet goed
worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe
gemotiveerd. Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe
beslissing te nemen. Er zijn geen termen aanwezig
beslissing.
voor toekenning van een tegemoetkoming.
Rechtsoverwegingen:
---------------------
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar en
Zaaknummer:
zes maanden met aftrek, wegens moord. De wettelijk
11/2309/TA
vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 27
Datum uitspraak:
augustus 2012.
12 maart 2012 Op grond van het bepaalde in artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna:
Beroepscommissie:
de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend
Donker, mr. S.L.
voor gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer
Louwe, mr. drs. T.A.M.
van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
Maanicus, mr. R.M.
noodzakelijk is. In de artikelen 22 tot en met 31 van
Bruin, mr. S.A.H. de (secr.)
de Regeling wordt vervolgens expliciet een aantal gebeurtenissen vermeld. In artikel 31 van de Regeling
Beklagcommissie:
is bepaald dat incidenteel verlof kan worden verleend
beklagcommissie bij de Van Der Hoevenkliniek te
om de gedetineerde in de gelegenheid te stellen om
Utrecht
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 29
Trefwoorden:
verklaard, nu daar, ook blijkens het verweer van de
bewegingsvrijheid afzondering en separatie; Verlof
kliniek geen grond meer voor was.
proefverlof; Tegemoetkoming financieel;
Ook in beroep heeft de inrichting niet gemotiveerd
Ontvankelijkheid materieel
waarom klager in genoemde periode niet op verlof heeft mogen gaan. Naar het oordeel van
Artikelen:
de beroepscommissie dient het er dan ook voor
Bvt art. 34, 50
gehouden te worden, dat het niet doorgaan van geplande verloven een feitelijk gevolg was van de
Samenvatting:
maatregel van afzondering. Nu de afzondering ten
Niet doorgaan van kortdurend verlof niet
onrechte in de periode van 21 tot 28 maart 2011 heeft
beklagwaardig. Beroep in zoverre ongegrond. Wel
voortgeduurd, waarvoor de beklagcommissie een
had niet doorgaan van verlof, nu dit feitelijk gevolg
tegemoetkoming van € 52,50 heeft vastgesteld, had
was van ten onrechte opgelegde afzondering, bij
bij het vaststellen van deze tegemoetkoming het niet
het vaststellen van de tegemoetkoming voor die
doorgaan van verloven betrokken moeten worden.
afzondering betrokken moeten worden. Beroep
Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel
tegen toegekende tegemoetkoming gegrond met
dat de door de beklagcommissie aan klager
toekenning hogere tegemoetkoming.
toegekende tegemoetkoming voor de oplegde afzondering niet juist is. Zij zal het beroep voor zover
Rechtsoverwegingen:
dit gericht is tegen de toegekende tegemoetkoming
De beroepscommissie is van oordeel dat de
dan ook gegrond verklaren en zal in zoverre de
beklagcommissie op juiste gronden klager niet-
uitspraak van de beklagcommissie vernietigen. De
ontvankelijk heeft verklaard in zijn klacht over het
beroepscommissie zal, uitgaande van een bedrag
niet doorgaan van geplande verloven, aangezien deze
van € 10,= per dag voor het niet doorgaan van de
geen aaneengesloten periode van meer dan een week
geplande verloven, aan klager een tegemoetkoming
hebben geduurd. Ingevolge art. 56, tweede lid sub a,
toekennen van € 122,50 (€ 52,50 en € 70,=). De
Bvt stond daarentegen dan ook geen beklag open. In
beroepscommissie zal het beroep voor het overige
tegenstelling tot hetgeen klager meent, was de reden
ongegrond verklaren.
voor de intrekking van de verloven, gelijk aan die voor het opleggen van de maatregel van de afzondering,
---------------------
wel gelegen in een persoonlijke omstandigheid,
Zaaknummer:
te weten, kort geformuleerd, de vermeende
11/2986/TA
betrokkenheid van klager bij drugshandel.
Datum uitspraak: Ten aanzien van het subsidiaire bezwaar van
2 maart 2012
klager tegen het niet vaststellen van een hogere tegemoetkoming door de beklagcommissie
Beroepscommissie:
overweegt de beroepscommissie als volgt.
Bakker, mr. drs. F.A.M..
De beklagcommissie is tot het oordeel gekomen dat
Visser, drs. A.P..
de beëindiging van de afzondering op 21 maart 2011
Wouda, drs. J.E.
op geen enkele wijze, schriftelijk noch mondeling,
Bevaart, mr. E.W. (secr.)
aan klager is meegedeeld en dat hij derhalve van 21 tot 28 maart 2011 steeds in afzondering heeft
Beklagcommissie:
verbleven. De beklagcommissie heeft het beklag
beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te
tegen de afzondering voor deze periode gegrond
Almere
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 30
Trefwoorden:
betreffende klagers geluidsinstallatie onredelijk en
Voorwerpen op cel
onbillijk worden geacht.
Samenvatting:
Het beroep zal derhalve in zoverre gegrond worden
Niet in inrichting opslaan van 2 dozen van klagers
verklaard.
geluidsinstallatie voor duur garantieperiode niet redelijk. Klager geen opslag- en uitvoermogelijkheid
De beroepscommissie acht de gegrondverklaring
en externe opslag voor alleen die dozen onredelijk
van het beroep voldoende genoegdoening voor
gezien de daaraan verbonden kosten. Beroep
klager en acht geen termen aanwezig om aan klager
gegrond, geen tegemoetkoming.
vanwege de gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen.
Rechtsoverwegingen: Vaststaat dat de inrichting in juli/augustus 2010 het opslagbeleid zodanig heeft gewijzigd dat elke patiënt nog maar één kubieke meter kosteloze opslag in de inrichting heeft. De inrichting heeft verder in april 2011 bij brief een wijziging in het beleid betreffende de kamerinventaris in verband met de brandveiligheid per 4 juli 2011 bekend gemaakt. Het hoofd van de inrichting heeft de bevoegdheid eerder beleid te wijzigen. Naar het oordeel van de beroepscommissie dient de inrichting daarbij in individuele gevallen wel naar de onredelijkheid van de gevolgen van een beleidswijziging te kijken. Op grond van de stukken en verhandelde ter zitting is voldoende komen vast te staan dat klager uitsluitend extra opslagruimte in de inrichting wenst voor twee grotere dozen met piepschuim voor zijn geluidsinstallatie, in ieder geval voor de looptijd van de garantieperiode van nog anderhalf jaar. Klager heeft daarbij belang, gezien de niet door de inrichting weersproken omstandigheid dat vervoer in de originele verpakking vereist is voor de garantie in geval van reparatie. Voldoende aannemelijk is dat klager deze dozen niet naar zijn beperkte netwerk kan uitvoeren, terwijl externe opslag van deze twee dozen à € 70,= per maand niet redelijk is te noemen. De inrichting heeft verder niet weersproken hetgeen klager in zijn beroepschrift over nog aanwezige opslagruimte in de inrichting heeft verklaard. Onder deze omstandigheden moet de weigering hem de twee dozen ergens in de inrichting te doen opslaan voor in ieder geval de nog geldende garantieperiode Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 31
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Jurisprudentiebulletin 2012 / 3 32