[Praktijkverhalen over ondernemend onderwijs]
MARKTPLAATS voorjaar 2006 - nr.
7
INHOUD
Marktplaats is een periodieke uitgave van:
We maken samen een aflevering van Marktplaats
2/3
Een boek over ondernemend leren
4/5
The sky is (not) the limit
5/6
Foto-impressie bijeenkomst
6/7
Ondernemendheid op drie niveau’s: bestuur - team - leerkracht
8/9
Op bezoek in een drukkerij
10
Glen Mills School: ‘Een school voor winnaars’
11/12
Ruimte voor initiatieven van leerkrachten Het Europees Platform, Kennisnet en Agora
Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek
Ontwerpbureau De Educatieve Stad
Colofon
13
14/15 16
‘We maken samen een aflevering van Marktplaats’ Dat is de uitdaging die de deelnemers aan de cursus ondernemend leren aangaan. Het doel is tweeledig: ervaring op doen met een gezamenlijke onderneming én een actieve aanwezigheid bij de boekpresentatie. Op 29 maart vindt de presentatie plaats van een nieuw boek (beter gezegd het eerste boek) over ondernemend leren. Een uitgave van De Educatieve Stad. De gebeurtenis vindt plaats in het Zaans Museum. Het eerste boek wordt overhandigd aan Jan Mans, waarnemend burgemeester van Zaanstad. Voor deze bijeenkomst zijn meer dan honderd mensen uitgenodigd van diverse herkomst, die allen een meer of minder intensieve werkrelatie hebben met De Educatieve Stad. Het zijn mensen uit het bedrijfsleven, van het ministerie van Onderwijs, van Economische Zaken, de Kamer van Koophandel, Kennisnet etc. En natuurlijk heel veel mensen uit het onderwijsveld; leerkrachten, directieleden, bestuursleden, inspectie. Tijdens een cursusbijeenkomst werken we de uitdaging uit. Met elkaar inventariseren we eerst welke mensen we interessant vinden om te interviewen voor Marktplaats. Een beschrijving van het drukproces lijkt ons ook wel aardig. Vervolgens gaan we na welke taken vervuld moeten worden om deze Marktplaats tot stand te laten komen. We komen tot de volgende opsomming: redactie eindredactie fotograaf interviewers lay-out bezoek aan boekdrukkerij
: beslist welke artikelen; hoelang ed : eindverantwoordelijkheid voor de teksten : foto’s van geïnterviewden; sprekers; impressie van de middag;.. : overdenken goede interview vragen; oriëntatie op het werk van de geïnterviewde; interview houden; tekst uitschrijven. : zorgt voor opmaak (die bij Marktplaats grotendeels vastligt); plaatsing van de artikelen in aardig volgorde : indruk van het drukproces van het boek; in woord en beeld
We maken een overzicht: wie doet wat. We kiezen vanuit onze eigen ‘talenten’ en affiniteiten. Ons eerste, voorlopige, werkplan ziet er zo uit:
Wie doet wat? Interviews
2
met
door
aantal pagina’s
Thieu van Hintum (Glen Mills School)
Ellie en Monique
1
Chiel Renique (VNO/NCW)
?
Keimpe de Heer (Kennisnet) Peter Tekelenburg (Europees Platform)
Marieke en Loes
Incee deelnemers...?
Merel en Roy
1
Verslag van de bijeenkomst (incl. lezingen)
?
1
Samenvatting van de inhoud van het boek
?
1
Bezoek en verslag drukkerij
Aly en Oane
2
Spellingcorrectie en contact voor layout
John
Foto’s / foto-impressie
Ron
Redactie
Allen
Eindredactie
Corina en Marianne
2
De tijdelijke redactie: (v.l.n.r., achter) Marieke van Noorden, Anne Marie Siecker, Loes Sinkeler, PiaVerdam, Monique Out, Oane Bijlstra, Corina Haase, Ellie Luurtsema, Marianne Schuurmans, (v.l.n.r., voor) Merel Pols, Aly Grozdanoski, Johan Hoogenboom, Atie Visser, Roy Boonstede. Niet op de foto: Ron Swiader en John Musch.
Gaandeweg verandert het een en ander: Merel en Roy besluiten tot een interview op drie niveaus: bestuur, team en groepsleerkracht. Het interview met het VNO wordt gedaan door Ton en Jos, de ‘echte’ redactieleden van Marktplaats. John wordt helaas ziek. Johan wil een dvd maken voor de website. Etc, etc… Op 29 maart worden op verschillende plekken in het Zaans Museum de interviews gehouden. Een persoon is verhinderd, per e-mail wordt met enige moeite het interview alsnog afgenomen. Per e-mail worden ook de onderlinge contacten onderhouden en de interviews doorgestuurd. Het aantal pagina’s wordt al ras overschreden. Tenslotte lezen we tijdens onze volgende cursusbijeenkomst de artikelen en brengen de laatste correcties aan (en verbinden onze eigen ervaringen aan het opzetten van een onderneming met leerlingen). Het eindresultaat van onze inspanningen ligt nu voor je! Een Marktplaats anders dan anders. Met interviews
met mensen van binnen en buiten Agora, sprekend over hun eigen werk en de relatie met onderwijs en ondernemend leren. We hopen dat je er met plezier in leest. Ondertussen is ook op alle scholen van Agora het boek ‘Ondernemend Leren, op weg naar talentontwikkeling en meesterschap’, dat de aanleiding vormde voor deze marktplaats, aanwezig. Ter inspiratie en ondersteuning van je werk in de klas. De volgende Marktplaats wordt weer als vanouds: vol met verhalen uit de onderwijspraktijk. Je bent van harte uitgenodigd daar een bijdrage aan te leveren! Namens de tijdelijke redactie, Marianne Schuurmans
3
Een korte introductie door Marianne Schuurmans
Een boek over ondernemend leren… Ondernemen is… Niet stil zitten wachten op een dictaat van een ander. Iets doen waarvan je denkt dat het misschien wel nooit zal lukken. Het zijn omschrijvingen van ondernemend gedrag, gegeven door mensen met wie wij werkten. Leerkrachten van Agora zowel als elders. Op weg gaan naar een doel dat je jezelf stelt. In die zin is het schrijven van dit boek een hele onderneming geweest. Er is zoveel gedaan op het gebied van ondernemend leren, zoveel gepraat, zoveel ideeën werden werkelijkheid, zoveel ontwerpen zijn gemaakt en uitgevoerd. Bijna te veel om in een boek samen te vatten. Een aanleiding Een belangrijke impuls tot dit boek is ons ontwikkelwerk geweest voor de Nationale Commissie Ondernemerschap en Onderwijs. We ontwierpen meer dan vijftig leerlandschappen voor ondernemend leren. Een aantal hiervan wordt in dit boek beschreven. Het contact met de scholen en schoolbesturen konden we tegelijkertijd uitbreiden en hiermee wisten we onze ervaringen en opvattingen over ondernemend leren te verspreiden. We maakten tevens kennis met geestverwanten van buiten de grenzen. Met hen legden we de basis voor een International Community for Enterprise Education (INCEE). Ondernemend leren als visie. De keuze van de term ‘ondernemend leren’ heeft misschien een schaduwzijde. De term schuurt langs ‘geld verdienen’, economie, misschien wel de vrije-markt economie en de globalisering. Maar dat is niet wat wij beogen. Het is ons begonnen om de ontwikkeling van mensen: mensen die hun talenten leren ontwikkelen en die de belangen van de samenleving willen leren dienen. Dat is wat we ondernemerschap noemen. Ondernemend leren zien we niet als een uitgewerkt schoolconcept zoals bijvoorbeeld in het Montessorionderwijs, het Jenaplanonderwijs of het ontwikkelingsgerichte onderwijs.
4
Ondernemend leren zien we als een visie op ontwikkeling van mensen, namelijk dat echt leren een onderneming is en dat wie onderneemt daar veel aan kan leren. Een heel leven lang, in allerlei situaties, zowel in school als daar buiten. En ethiek! We willen nadrukkelijk een ethische kant geven aan dit ondernemen en aan de individuele talentontwikkeling die daarbij hoort. Niemand leeft voor zichzelf alleen. De talentontwikkeling van het individu zou dus wat ons betreft geen individuele ‘winst’ moeten zijn, en zéker niet ten koste van een ander moeten gaan. Ondernemen zien wij als een avontuur van ontdekken én dienen. Van groeien én delen. De sky is de limit! De buitenkant van het boek toont een sterrenhemel. The sky is the limit: zo is dat bij ondernemend gedrag. Het gaat om het verleggen van grenzen, op reis gaan naar iets wat nog onbekend is, in het onzekere durven stappen, dromen over idealen, volhouden om het onmogelijke waar te maken en daarbij durven vertrouwen op je collega’s. Wie in het boek bladert zal het onmiddellijk opvallen dat er geen foto’s van kinderen in staan. Maar het gaat toch over de school? Over jonge mensen die een onderwijsprogramma volgen? Nee daar gaat het eigenlijk niet over. Er worden wel veel verhalen beschreven over jonge mensen in de schoolsituatie, maar wat beschreven is gaat over leren. Over leren bij jong en oud, bij Nederlanders en mensen van elders, bij getalenteerde en minder getalenteerde mensen, bij mensen die zich bezig houden met wetenschap, met kunst, met zorg, met techniek of met economie. Het idee dat leren een reis is (beginnend met een uitdaging, waar de verbeelding een rol bijspeelt, waar veel ondernemendheid voor nodig is), is in een reeks van metaforische foto’s tot uitdrukking gebracht. Ze hebben betrekking op de macrokosmos, de microkosmos, de ruimtevaart, het streven naar het hemelse in de literatuur, de godsdienst en de beeldende kunst. Hiermee heeft de vormgever op zijn manier de essentie van ondernemend leren willen uitdrukken.
Uit de recensies: Het herkennen, behouden en ontwikkelen van talent, is de meest primaire opgave voor onderwijs. Een opgave die natuurlijk in het belang is van leerlingen, maar niet minder in het belang van de duurzame ontwikkeling van de samenleving. Onderwijs lijkt soms het spoor wat bijster en in zichzelf gekeerd geraakt bij het realiseren van deze opdracht. Dit prachtige boek over talentontwikkeling en ondernemend leren is een prima gids om de weg weer terug te vinden naar relevant, betekenisvol en inspirerend onderwijs. Prof. Dr. Jos Letschert De inhoud: Na een bezinning op wat ondernemend leren is, worden vier ontwerpstrategieën besproken: A) werken met een verrijkte leeromgeving, een leerlandschap B) werken vanuit een verhaallijn C) onderzoek als onderneming D) het opzetten van een (leerling)bedrijf
Stafmedewerker SLO; Bijzonder hoogleraar curriculumstudies Universiteit van Twente ;Lector onderwijsinnovatie Hogeschool Edith Stein/OCT Hengelo
Het gebeurt niet vaak dat ik om zeven uur begin te lezen en om elf uur een boek met moeite weg leg. Het gebeurde bij dit boek. Ik was al enthousiast voor ondernemend leren, maar door dit boek krijg je zin om met nieuw elan aan de slag te gaan. Ton Kroon dir. Bs De Hoeksteen, Krommenie
In de volgende hoofdstukken wordt stilgestaan bij de talenten en het meesterschap van leerling en leerkracht en bij schoolprofilering. De laatste hoofdstukken gaan in op de pedagogische profilering van schoolbesturen en last but not least op de relatie tussen ondernemend leren en de cultuur, de ethiek in de school. In de bijlage zijn enkele ontwerpschema’s opgenomen. Ieder hoofdstuk heeft een praktijkvoorbeeld op een uitklappagina; een meer theoretisch bezinning en een verhaal uit de praktijk in de vorm van bijvoorbeeld een brief van een leerkracht.
Ondernemend leren, op weg naar talentontwikkeling en meesterschap Piet Conijn Marianne Schuurmans Dick Middelhoek ISBN 74043-59-3
Door Anne-Marie Siecker
The sky is (not) the limit Op 29 maart, op een zonnige lentemiddag werd het boek ‘Ondernemend leren, op weg naar talentontwikkeling en meesterschap’ gepresenteerd . Volgens Joeri van Steenhoven (directeur van Nederland Kennisland) één van de sprekers van deze middag, kan en moet Nederland veel slimmer. Een uitdaging voor Nederland moet worden om kennis te verzamelen en deze ook toe te passen in de praktijk. Als voorbeeld daarvan vertelt Joeri het verhaal over zijn kapper. De kapper van Joeri houdt van fietsen en schaatsen. Wanneer het regent (en dit gebeurt nogal eens in Nederland), worden alleen de bovenbenen van hem nat. Hij vroeg zich af waarom er dan regenbroeken waren tot op de enkels. Zo ontwierp hij de regen-
broek voor de bovenbenen. Een uitvinding die erg goed loopt en terug te vinden is op www.rainlegs.nl. U ziet, houdt Joeri het publiek voor, hier werd nagedacht, kennis verzameld en het vervolgens toepassen in de praktijk lukte met goed gevolg. Ondernemen is een dynamisch proces, het vergt teamwork. Het moet een passie zijn om te kijken hoe iets in elkaar zit en er moet ruimte zijn om te vernieuwen. Joeri sluit af met de opmerking: vernieuwing vraagt om verdieping en verdieping zorgt voor verandering.
Vervolg op pagina 6
5
Vervolg van pagina 5
Hubert de Waard (hoofd personeel en onderwijs van het schoolbestuur Agora in de Zaanstreek) richt als tweede spreker het woord tot de volle zaal. Agora is vijf jaar geleden, samen met De Educatieve Stad op weg gegaan om het beleidsvoornemen ‘Agora, ondernemende scholen’ vorm te geven. De visie van Agora luidt: veiligheid, geborgenheid, dynamisch, inspirerend, christelijk vormgeven van het pedagogisch klimaat. Dit gebeurt op de scholen door talenten te herkennen en te ontwikkelen. Kinderen en ook leerkrachten moeten inzicht krijgen in hun eigen mogelijkheden en daarin vertrouwen scheppen. Steeds moet er weer gezocht worden naar de uitdaging om iets concreets te realiseren. Dit gebeurt door een duidelijke structuur vanuit de leerkracht samen met de leerlingen. Meesterschap ontstaat door samen de eisen hoog te stellen; beter één enkel meesterstuk dan een aantal zwakke producten. Hubert de Waard sluit af door de Marktplaats te noemen als een ‘plek’ waarin de meesterstukken gepubliceerd worden om aan elkaar door te geven. Zo blijven we op een ondernemende manier van elkaar leren. De volgende spreker, Jan mans, was op het moment van de presentatie van het boek nog burgemeester van Zaanstad. Momenteel is Jan Mans voorzitter van de Kamer van Koophandel in Maastricht. Volgens hem krijgt creativiteit een kans wanneer mensen in een omgeving zitten waarin ze zich veilig voelen en elkaar tegenkomen en ontmoeten met verschillende ideeën.
6
Nadat burgemeester Mans het eerste exemplaar van het boek aangeboden krijgt, wordt de middag afgesloten met een drankje in een zeer uitdagende omgeving. Verschillende kubussen staan op tafels opgesteld met uitspraken over ondernemend gedrag. Dit, om de genodigden uit te dagen met elkaar in gesprek te gaan. Ondertussen zoek ik Caspar op, een zoon van Piet Conijn. Hij is de ontwerper van het boek. Hij vertelt dat zijn moeder lerares is, dus op het thuisfront is onderwijs een veelbesproken onderwerp. Hij vond dat hij als ontwerper iets moest toevoegen aan het boek, dat mede door zijn vader is geschreven. Zodat je niet alleen van de inhoud ook van het boek zelf iets leert. Hij vertelt over het uiterlijk van het boek. De kaft is een nachtelijke sterrenhemel, die drukt uit ‘The sky is the limit’ (is it?). Het gaat bij ondernemend leren immers om het verleggen van grenzen, over dromen en idealen, het onmogelijke waar proberen te maken met behulp van de middelen om ons heen. Bij het zien van het boek met de dubbele kaft, zal de lezer zich gaan afvragen hoe het boek in elkaar zit. Er zijn uitklapbare bladen, verschillende kleuren papier en het thema sterren is in de foto’s door het boek verweven. Een waardevolle middag met als meesterstuk: ‘Ondernemend leren, op weg naar talentontwikkeling en meesterschap’ door Piet Conijn, Marianne Schuurmans en Dick Middelhoek.
Johan Hoogenboom maakte een dvd van de bijeenkomst op 29 maart, met o.a. gedeelten uit de toespraken van de sprekers (Joeri van den Steenhoven, Hubert de Waard en Jan Mans). Binnenkort te zien op www.agora-zaanstreek.nl of op www.educatievestad.nl
7
Door Merel Pols en Roy Boonstede
Ondernemendheid op drie niveaus: bestuur - team - leerkracht Op de lijst van genodigden zagen we dat er veel verschillende mensen aanwezig zouden zijn die allemaal op de één of andere manier met ondernemend leren van doen hebben. We besloten te gaan praten met een lid van een college van bestuur, een leerkracht van school met een duidelijk profiel en met een leerkracht die eerder deelnam aan de cursus ondernemend leren, het werden: Jonna, Barbara en Marleen. Aan alledrie stelden we dezelfde vragen.
Wat is jouw affiniteit met ondernemend leren? Jonna: Wat ik heel leuk vind aan ondernemend leren is dat je de verantwoordelijkheid voor het leren bij het kind legt. Het is de omslag van onderwijzen naar leren. Je gaat bovendien uit van wat kinderen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Het gaat over de vraag: Hoe zie ik talenten van kinderen en als ik ze dan zie – hoe geef ik dat handen en voeten? Wij zijn als bestuur nog in de ontwikkelfase en het ondernemend leren moet steeds meer vorm krijgen in de scholen. Wat je nu al merkt is dat wij en de directeuren een mentale knop om zetten. Het is een andere manier van denken over leren. Barbara: Eerst gaf ik klassikaal les; stukje tekst en dan vragen erover. Dit werkt voor een aantal kinderen, maar wat met de rest? Kinderen willen leren door middel van motivatie. Door ze te motiveren raken ze betrokken. Je houdt ze betrokken als je betekenisvolle activiteiten aanbiedt waarbij je openstaat voor eigen inbreng. Zo breng je de leerstof anders maar leuker. Ik wil kinderen laten ontdekken en onderzoeken. Ik bied dit aan door middel van bijvoorbeeld een verhalend ontwerp. Ik bepaal de kerndoelen en bedenk de sleutelvragen. Maar door het stellen van de sleutelvragen aan de kinderen gaan ze actief mee doen, denken na over wat ze al weten en hoe ze bepaalde problemen kunnen oplossen. Door die betrokkenheid borrelen de talenten vanzelf op. Marleen: Door ondernemend leren maak je kinderen enthousiast waardoor ze uiteindelijk meer leren. In eerste instantie lijkt het meer werk voor de leerkracht maar aan het eind van het project zie je dat de leeropbrengst veel hoger is. Ik merkte aan het begin van het jaar dat het enthousiasme voor aardrijkskunde ver te zoeken was. Ik moest dit in een andere vorm gieten om zo de kinderen weer enthousiast te maken.
Dat werd een wereldoriëntatie-project over Afrika. Sindsdien werk ik geregeld met deze werkvorm. Hoe geef je ondernemend leren vorm in jouw werk? Jonna: Als College van Bestuur geven wij dit vorm door middel van een voorbeeldfunctie, we porberen te inspireren en hebben eventueel een beoordelende rol. We hebben veel gesprekken met directeuren: wij faciliteren, motiveren, inspireren en bieden ondersteuning. We sturen de processen aan: hoe leren directeuren van elkaar, horizontaal. Maar ook vertikaal; hoe leren de directeuren weer van hun teams. Wij bieden eigenlijk een speelveld aan en daarbinnen moeten we de mensen ‘loslaten’. Barbara: Op onze school is er al draagvlak voor het ondernemend leren. Vooral de leerkrachten van groep 1 tot en met 5 herkennen zich hierin. Zij doen dit al. Nu is de vraag; hoe gaan we dit verder implementeren? Ik zit in de schoolwerkgroep; we zorgen dat we onze plannen t.a.v ondernemend leren concreet maken. We beschrijven dit in de jaarplannen per bouw.We zorgen er voor dat er geregeld geëvalueerd wordt. Hoe gaat het? Wat gaat goed en waar liggen de aandachtspunten? Hoe gaan we verder. Agora staat voor ondernemend leren en dit komt via de directie bij ons. Onze directie bedenkt in samenspraak met het team dat we ons willen profileren op kunst en cultuur. Piet Conijn heeft ons daarbij op weg geholpen. Zo zijn we er bijvoorbeeld op gekomen om clubs/ateliers op te starten. Dat doen we als volgt: de kinderen worden opgesplitst in onder- en bovenbouw en kunnen zich door middel van een enquêteformulier inschrijven voor hun favoriete ‘club’. Elke leerkracht bedenkt vooraf wat hij/zij voor een soort club wil leiden. Ik vind dit een mooi voorbeeld van het werken met talenten van de leerkracht. Mijn teamgenoten durven zo’n uitdaging wel aan. We maken als team ook om de twee jaar een musical voor ouders en kin-
8
Even voorstellen: Jonna Merkx:
Barbara Sparreboom
Marleen Moree
is lid van het College van Bestuur van PCOOA (Protestants Christelijk en Oecumenisch Onderwijs Amsterdam). Dit zijn 34 basisscholen in Amsterdam en 1 in Duivendrecht. Dit College van Bestuur is bezig om ondernemend leren (en talentontwikkeling en gemeenschapsvorming) te implementeren in de basisscholen. Bij PCOOA is de samenwerking met De Educatieve Stad ongeveer twee jaar geleden van start gegaan. is al zeven jaar groepsleerkracht op basisschool Willibrord (Zaandam), heeft de groepen 4 t/m 8 gehad. Sinds twee jaar zit Barbara in de cultuurwerkgroep van haar school, die profilering in de richting van een Kunstmagneetschool wil realiseren. Binnen de school probeert zij het ‘ondernemend leren’ op de kaart te zetten. Verder volgt ze de INCEE cursus om internationaal mee te denken over dit onderwerp. is een enthousiaste leerkracht op de Tamarinde, die na het volgen van de cursus ‘ondernemend leren’ de daad bij het woord voegt in haar groep 8.
deren. De ene leerkracht schrijft dan de liedjes, de ander bouwt het decor. Kortom, als team zijn we al aardig ondernemend. Marleen: Een voorbeeld van hoe ik ondernemend leren vorm geef in de klas is het project Afrika. Dit is een bestaand hoofdstuk uit de aardrijkskundemethode, maar ik wilde dit in een andere vorm gieten. Ik heb het onderwerp aan de klas voorgesteld en zo kwamen we op de sleutelvragen; Wat willen we leren? Wat weten we al? Hoe komen we aan informatie? Het grappige is dat de kinderen zelf zeiden dat ze de topografie moesten gaan leren. Samen hebben we het onderwerp afgebakend. De klas werd in groepjes verdeeld en ieder groepje koos een onderwerp om uit te werken. Zo was er een groepje dat een quiz over Afrika bedacht waarbij de leerlingen moesten nadenken over de informatie die essentieel was. Wat wil jij jouw klasgenoten leren? Een ander groepje maakte een affiche voor een wildpark. Wat zet je erop om zo een park aan te prijzen.? Wat moet je dan zelf allemaal weten over wildparken? Weer een ander groepjes gingen Nigeria vergelijken met Nederland, of maakte een reisfolder maakte over Tanzania. Door kritische vragen te stellen aan de groepjes heb ik vanaf het begin toegewerkt naar een inhoudelijk ver-
antwoord en zo hoog mogelijk leerniveau. Ik wil niet verzanden in alleen maar knutselen. Ik ben het project begonnen met een vrijwel lege thematafel. Naarmate het project vorderde, vulde de tafel zichzelf. We mochten traditionele kleding lenen, een muziekinstrument van de meester van groep 7 en steeds meer kinderen kwamen met leuke attributen voor op de thematafel. De kinderen werkten naar een presentatie toe voor hun klasgenoten waarbij ze moesten nadenken over de hoofdlijnen van hun project en over wat vonden zij dat hun klasgenoten over hun project moesten leren. Dit was natuurlijk de leeropbrengst die ik wilde zien. Halverwege het project heb ik de kinderen laten terug kijken op hun gemaakte producten tot nu toe. Is dit interessant voor mijn klasgenoten en waar liggen mijn verbeterpunten? De leerlingen keken toen ook bij elkaar en gaven elkaar tips. Al met al een zinvol project met een perfect resultaat. De kinderen voelden zich echte Afrika-kenners en beseften tegelijkertijd dat we er nog veel meer over zouden kunnen leren. Het enthousiasme van de kinderen en het betere leerresultaat hebben ervoor gezorgd dat ik het ondernemend leren nu steeds vaker toepas.
9
Na drie weken zijn ze er uit: drukkerij Mart.Spruijt en vormgever Caspar Conijn weten welke vorm het boek Ondernemend Leren zal krijgen. Het krijgt een opvallende, dubbele omslag en verschillende uitklapbare pagina’s, uitstaanders in vakjargon. Speciaal voor deze Marktplaats trokken Oane en Aly naar de drukkerij om iets van het drukproces in praktijk te zien....
Door Oane Bijlstra en Aly Grozdanoski
Op bezoek in een drukkerij... Een open kantoortuin Het is gezellig druk als we op een vrijdagmiddag drukkerij Mart.Spruijt aan de Dynamostraat in Amsterdam binnenstappen. Ook klanten zijn aan het werk in de lager gelegen kantine. We worden hartelijk welkom geheten door een vriendelijke mevrouw die van onze komst op de hoogte is. Korte tijd later maken we kennis met Jos Morree, de bedrijfsleider. Jos vertelt enthousiast en gedetailleerd over het bedrijf en neemt ons mee naar de verschillende afdelingen. De afdelingen administratie, ordervoorbereiding, calculatie, planning en pre-press vormen samen een open kantoortuin. Onderling contact tussen de mensen van de afdelingen kan hierdoor heel direct zijn. Interne vragen worden in dit bedrijf niet per telefoon of mail beantwoord, maar altijd persoonlijk. Dit geeft meer helderheid en komt het resultaat ten goede. Van opdracht tot drukproef Bij iedere opdracht vindt veel overleg met de opdrachtgever plaats. Er wordt o.a. gesproken over vorm, prijs, aanpassingen en oplage. Na dit overleg wordt een proefdruk gemaakt, de zgn. digitale standproef. Vormgever en opdrachtgever verrichten de laatste controle en als alles in orde is, wordt het bestand digitaal doorgestuurd naar de CTP machine. Een indrukwekkend grote machine. Hier worden de drukplaten belicht, gespoeld en gedroogd. Per kleur een andere plaat. Vervolgens worden de platen ‘ingehangen’ in de drukpers. Klaar om door de drukker te worden opgehaald.
Het drukken Via een halletje komen we in een andere ruimte: de drukkerij. Twee grote offset-machines zijn druk bezig. De eerste machine drukt vier kleuren tegelijk af; 99% van het reguliere drukwerk bestaat hier uit. Met de tweede machine kunnen zelfs vijf kleuren worden afgedrukt. De extra kleur is bijvoorbeeld een specifieke huisstijlkleur van een bepaald bedrijf. Denk aan de groene kleur van KPN en de rode kleur van TPG-post. De drukkerij waarin wij nu rondlopen is gespecialiseerd in culturele publicaties (zoals posters voor de Hermitage tentoonstellingen in Amsterdam), tijdschriften en jaarverslagen. Er kunnen op afroep brochures worden geleverd. Er zijn voorraden aanwezig voor o.a. periodieken voor het AMC. Na het drukken gaat alles naar de binder. Daar wordt het boek (of de brochure) gesneden en gevouwen en tenslotte gebonden of gebrocheerd.
Het boek Ondernemend Leren is garenloos gebrocheerd. Het bestaat uit 80 grams HVO wit papier en 250 grams wit offset (de omslag). De uitklapbare pagina’s zijn van 140 grams papier. De eerste oplage bestaat uit 1500 stuks. Het boek heeft een opvallend uiterlijk; een titel op de rug vond de vormgever overbodig!
10
Door Monique Out en Ellie Luurtsema Thieu van Hintum is directeur van de Glen Mills School. Hij was een van de genodigde bij de boekpresentatie. Een digitaal interview!
Glen Mills School:
‘...een school voor winnaars’ De Glen Mills School is een heel bijzondere school, naar Amerikaans voorbeeld. Het is een school voor jongeren die in groepsverband ernstig ongewenst gedrag of crimineel gedrag hebben laten zien. De school is voor jongens vanaf 14 jaar, met een normale begaafdheid. Jongens met psychische aandoeningen, ernstige lichamelijke handicaps of een langdurige harddrugs verslaving komen niet in aanmerking voor plaatsing op deze school. De meeste plaatsingen vinden plaats via een civielrechtelijke maatregel, dit is een ondertoezichtstelling met de machtiging voor een uithuisplaatsing. Anderen komen binnen via de kinderrechter. De jongens, ook wel studenten genoemd, zijn gedurende anderhalf jaar intern. Hun plek op de Glen Mills School is een alternatief voor gevangenisstraf. Normen en regels De Glen Mills School gaat er vanuit, dat bij het op het rechte pad brengen van deze jongeren, respect de meest dominante waarde is. De school gebruikt een normatief systeem: iedereen zorgt dat een ieder die ongewenst gedrag vertoont hiermee geconfronteerd wordt. Bij Glen Mills wordt uitgegaan van een duidelijk verschil tussen ‘regels’ en ‘normen’ is. Regels worden van bovenaf opgelegd, waardoor er een bijna natuurlijke behoefte ontstaat om ervan af te wijken. Degenen die zich aan de regels moeten houden, voelen zich niet gebonden omdat de regels niet van hen zijn. Normen zijn gedragsregels die gelden als we met elkaar omgaan. Deze zijn niet opgelegd, maar ontwikkelen zich interactief. Ze zijn vaak ongeschreven, maar iedereen houdt zich eraan omdat iedereen zich medeeigenaar van de norm voelt. Binnen de Glen Mills School geldt een systeem van verbetervoorstellen, waardoor studenten zich voortdurend bewust zijn van de waarde van de norm en van de mate van invloed die ze zelf hebben om de norm te veranderen of te ontwikkelen.
Participatie in strak hiërarchisch systeem. De jongens werken schouder aan schouder, met en gecoacht door stafleden, aan een betere toekomst. Participatie in een strak hiërarchisch systeem is een belangrijk middel tot motivatie. De jongens zijn trots op wat ze bereiken. Prestaties op het gebied van gedragsverandering, onderwijs en sport worden zichtbaar gemaakt én beloond. Rituelen zijn belangrijk om prestaties te markeren en daarmee de anderen te stimuleren. De hiërarchie speelt hierin ook een rol. De jongeren die op deze ‘school’ komen zijn gevoelig voor hiërarchie en status. Op straat vergrootten ze hun status door negatief gedrag, bij de Glen Mills School door positief gedrag. Dezelfde groepsdynamische en sociologische principes waardoor ze op straat tot negatief gedrag komen, worden nu ingezet om positief gedrag te ontwikkelen. Het belangrijkste is, dat het gedrag van de studenten door de medestudenten wordt bewaakt. Je scoort positief in de groep met positief gedrag en met prestaties, en niet met stoerdoenerij, ondermijnend gedrag, of spijbelen. Uitdaging om ‘hogerop’ te komen. De jongeren volgen in de Glen Mills school een traject van 18 maanden. Dit traject is verdeeld in een aantal fasen die individueel worden doorlopen. De tijd en inspanning die nodig zijn om in een volgende fase te komen verschillen per individu. Achtereenvolgens word je Concern, Aspirant, Kandidaat-Bull, en Bull. Een Bull is een volwaardige Glen Mills student die lid mag zijn van de Bulls Club, de studentenvereniging. Een Bull krijgt privileges, bijvoorbeeld verlof, en verantwoordelijkheden. Hij wordt bijvoorbeeld de big brother’’ van één of meer nieuwe studenten, en is dan verantwoordelijk voor hun ontwikkeling. Iedereen kan Bull worden.
11
Vervolg op pagina 12
Vervolg op pagina 12
Daarnaast zijn er echter functies waar speciale vaardigheden voor nodig zijn: unit-bestuurslid en president van het unitbestuur. Daarboven is dan nog het campusbestuur, met de campuspresident. Ook dit zijn functies voor studenten. Dit bestuur heeft wekelijks overleg met het management. Dagritme Het dagprogramma loopt van 6.30 uur tot 23.30 uur. Tijdens de dag volgen de studenten een aantal onderwijsblokken, meestal op eigen niveau, er zijn één of meer shops (vrijetijds-activiteiten), sport, de maaltijden, groepsoverleg, taken, en de GGI. De GGI (geleide groeps-interactie) is zeer belangrijk. Het is een dagelijks groepsgesprek van een uur met tien tot vijftien jongens. Hierin is ruimte om persoonlijke zaken te bespreken, maar ook emoties te uiten. De coaches bewaken de structuur en het proces. Maar de jongens zijn ook hierin zelf verantwoordelijk voor hun leerervaring. Als je geen gevoelens inbrengt, niets zegt of doet (zoals de anderen helpen en feedback geven), m.a.w. als je niets onderneemt, gebeurt er ook niets en krijg je geen positieve beoordeling. Alleen positief ondernemend gedrag wordt beloond. Nauwelijks gedragsproblemen in school Doordat er gewerkt wordt vanuit een duidelijk dagritme en de jongens elkaar corrigeren, zijn er nauwelijks gedragsproblemen zijn op de Glen Mills School. Alle energie van de coaches kan dus uitgaan naar de vorm en inhoud van de studie. Hierbij wordt door de studenten zelfstandig gewerkt aan het individuele programma. De student leert en ontwikkelt zich in en aan de groep, maar volgt zijn eigen traject. Door daarnaast breed inzetbare en coachende leerkrachten te gebruiken komen de resultaten als vanzelf. De leraar,
Wat is de relatie tussen Glen Mills en ‘ondernemend leren’ ? 1. Er is sprake van een echte uitdaging. Lukt het mij om mij hier goed doorheen te slaan, kan ik werken aan mijn toekomst? 2. Het is zeer realistisch, levensecht. Echt gedrag en echte concrete doelstellingen. En elk individu, elke jongen bepaalt zelf hoe “hij erin zit” en dit verschilt per situatie. 3. De structuur is duidelijk. En hard, maar binnen de duidelijke grenzen kan je jezelf ontwikkelen 4. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen gedrag en de gevolgen daarvan.
op de Glen Mills School de ‘coach onderwijs’ genoemd, verliest niet of nauwelijks energie aan ordebewaking en kan inhoudelijk ondersteunen. Veel studenten werken met onderwijspakketten van verschillende onderwijsinstituten, brancheopleidingen etc. Omdat de studenten volledig intern zijn en pas op het eind van hun traject wat vaker op verlof gaan, zijn praktijkonderwijs en werkervaring aan beperkingen onderhevig. Er is nu een ontwikkelingsproces ingezet om werkervaringsplaatsen te realiseren. Binnen de school zijn op beperkte schaal wel ‘Bullsbanen’ waarbij de nodige ervaring kan worden opgedaan. Terug naar de maatschappij In de laatste maanden van zijn verblijf, werkt de student aan zijn vertrek: hij is bezig met het aanleren van vaardigheden, het opbouwen van een netwerk, het herstellen van het contact met de ouders, solliciteren of een school zoeken, etc. Op de Glen Mills School is niveau, tempo, vak- en beroepskeuze volledig individueel en gekoppeld aan het behandelplan. Per drie maanden wordt dit geëvalueerd. De datum van vertrek wordt regelmatig gekoppeld aan het behalen van een diploma of certificaat om de doorstroming na vertrek zo goed mogelijk te borgen. Al met al streeft de GMS ernaar ervoor te zorgen dat de studenten aan het einde van het traject weer leven volgens maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden, verantwoordelijkheid hebben leren nemen voor zichzelf en anderen, en een positief zelfbeeld ontwikkeld hebben. Dit alles zorgt ervoor, dat ze weer als volwaardig lid van de maatschappij kunnen functioneren en de talenten die ze ontwikkeld hebben kunnen inzetten in die maatschappij. Vaak met succes, want zoals de studenten zelf zeggen: Glen Mills is een school voor winnaars!
12
Tijdens de presentatie van het boek ‘Ondernemend leren’ ontmoetten wij Chiel Renique van het VNO-NCW. Begonnen als leraar wiskunde op het Havo-Vwo en later bij een lerarenopleiding, adviseerde hij in de jaren ‘80 minister Deetman over vernieuwingen in het beroepsonderwijs. Daarna maakte hij de overstap naar het VNO-NCW ( de Vereniging van Nederlandse Ondernemers) waar hij nu belast is met het ontwikkelen van een visie op onderwijs en ondernemendheid.
Door Jos van Dort en Ton Kroon
‘Ruimte voor initiatieven van leerkrachten’ Het contact met De Educatieve Stad Met De Educatieve Stad heb ik kennis gemaakt op een bijeenkomst in Den Haag tijdens een presentatie door Marianne Schuurmans voor de commissie Ondernemerschap en Onderwijs, ik nam namens VNO-NCW deel. Dat is al weer een aantal jaren geleden, maar de toen gepresenteerde voorbeelden maakten veel indruk op de commissie. Vooral het gegeven dat ook met kinderen uit het basisonderwijs al goed gewerkt kan worden aan ondernemendheid, was voor velen een eye-opener. Overigens is het erg goed dat de Educatieve Stad zich later ook internationaal is gaan oriënteren. Zo was de Zweedse zusterorganisatie van VNO-NCW gastheer voor een Europese conferentie over ondernemerschap, waar ook Educatieve Stad voor uitgenodigd werd en contacten aan over heeft gehouden.
je moet wel zorgen dat er kwaliteit is, en dit moet je ook borgen. Het gaat uiteindelijk, bij welke benadering ook, om het bereiken van de einddoelen.
Ondernemendheid ontwikkelen Als je mij vraagt naar mijn visie op hoe scholen zich moeten opstellen, zeg ik: Je moet leerkrachten ruimte geven. Zij zijn de professionals. Eerst met hulp van buiten, maar steeds meer zelfstandig, zullen zij ook zelf moeten leren om opdrachten en leeromgevingen voor leerlingen te scheppen, waarin ondernemendheid wordt ontwikkeld. Dat kan zeer wel in combinatie met de meer traditionele einddoelen voor het onderwijs, zoals taal, rekenen, geschiedenis, muziek. Als het goed is, is het geen last, maar juist een manier om het onderwijs leuker, boeiender en interessanter te maken. Leerlingen stoppen er dan ook veel extra tijd in. Je moet daarbij willen investeren in de leerkracht en hem of haar stimuleren door coaching en door het aanreiken van voorbeelden die goed gewerkt hebben. De schoolleiding zal ruimte moeten durven geven aan de initiatieven van leerkrachten. Zo kijk ik niet nadrukkelijk negatief tegen ‘Iederwijs’ aan. Zowel docenten als leerlingen krijgen daar veel ruimte. Vanuit een andere invalshoek kijken is vaak verrassend en motiverend voor alle betrokkenen. Maar
En de politiek? De politiek wil hier ook wel naar luisteren. Zij wil immers ondernemendheid stimuleren, en innovatie vraagt om mensen met initiatieven en creativiteit. Zo is er weer breed politiek draagvlak voor meer ruimte voor praktijkgericht onderwijs in het vmbo. Er moet dus ook meer ruimte komen voor onderwijs en de regeldruk moet sterk verminderen, want dat is dodelijk voor initiatiefrijk en uitdagend onderwijs. In die ruimte moet de school zich opstellen als een lerende organisatie. Een organisatie die systematisch vanuit een missie en visie werkt en zo een eigen onderwijskundige benadering ontwikkelt. En de schoolleiding tenslotte heeft daarbij naast een inspirerende rol vooral een ondersteunende rol: scheppen van voorwaarden op allerlei gebied voor docenten om op een professionele manier het onderwijs verder te ontwikkelen, rekening houdend met wensen en behoeften van ouders en leerlingen.
Kom boven het maaiveld uit Uit de ondernemende activiteiten spreekt duidelijk de uitdaging, het proces en het eindproduct. De uitdaging en die doelgerichte werkwijze is een goed gegeven. En dat je dus keuzes moet maken in wat je wel en niet aanbiedt is een logisch gevolg hiervan. Juist in zo’n ondernemende activiteit is er ruimte om te appelleren aan een verscheidenheid van talenten. En talenten mogen boven het maaiveld uitgroeien. Dat geldt zowel voor leerkrachten als voor leerlingen: luister naar de ontwikkelingsbehoefte van kinderen, appelleer aan hun behoefte tot talentontplooiing, stimuleer excellentie.
13
Tijdens de boekpresentatie op 29 maart waren Pieter Tekelenburg (Europees Platform) en Keimpe de Heer (Kennisnet) aanwezig. Ze werden onderworpen aan de vragen van Marieke en Loes.
Door Marieke van Noorden en Loes Sinkeler
‘Het Europees Platform, Kennisnet en Agora’ Jullie kennen elkaar vanuit werkcontacten. Wat hebben de twee stichtingen met elkaar te maken? Pieter Tekelenburg: Onze stichtingen zijn vergelijkbaar omdat het Europees platform zowel als Kennisnet een soort intermediairen zijn voor OCW. We werken beide dus primair voor de scholen. Een belangrijke verschil is dat Kennisnet als insteek ICT heeft en wij internationalisering, maar aangezien dat een mooie combinatie is, werken wij veel samen. Wat kan het Europees Platform betekenen voor het ondernemend onderwijs op het gebied van internationalisering? Pieter: Internationaal actief zijn is ondernemend leren! Ondernemend leren is immers heel breed en kan op allerlei fronten. Internationaal actief zijn als school, docent of als leerling is een hele mooie manier om ondernemendheid te leren.
Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs beoogt het versterken van de Europese dimensie. Ze doet dit mn door het bevorderen van de internationalisering van het Nederlandse onderwijs en wil op die manier tevens een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Het Europees Platform voert een verscheidenheid aan activiteiten uit en functioneert daarbij als agentschap voor gesubsidieerde internationaliseringprogramma’s. Het betreft hier programma’s zoals ‘Socrates ‘die gefinancierd worden door de Europese Commissie alsook nationale programma’s gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs. Stichting Kennisnet noemt zichzelf dé internet-organisatie van en voor het Nederlandse onderwijs. Doel is om de mogelijkheden van ICT voor het onderwijs maximaal te benutten. Kennisnet faciliteert en stimuleert het on-line leren. Via de onderwijsportal (www.kennisnet.nl) kunnen organisaties hun onderwijs gerelateerde diensten aanbieden. Met de diensten van Kennisnet wordt educatief webmateriaal geordend en transparant, veilig en op maat aan de gebruiker aangeboden.
Gebeurt dit al veel in het onderwijs? Pieter: Het komt al veel voor, ook in het basisonderwijs. Helaas komt ‘Europa’ in de bovenbouw van het basisonderwijs pas aan de orde en nog niet in de onderbouw1. Terwijl het jonge kinderen wel interesseert . Ik heb zelf een zoon van zes en ik zie dat hij nu al bezig is met het buitenland en daar moet je eigenlijk gelijk op inspringen. Wat kunnen scholen doen om internationaal actief te zijn? Pieter: Als je kijkt naar internationaal actief zijn en ondernemend leren, dan sluit dat perfect aan bij etwinning.
1 Maar binnen Agora gebeurt dat wel. Ursulien van Berge, bijvoorbeeld, heeft met haar kleuters contact met Zweden. In nr. 4 van Marktplaats schreef ze daar over.
Keimpe de Heer (Kennisnet) met Loes en Marieke.
Wat houdt e-twinning precies in? Pieter: E-twinning een hele makkelijke manier om te starten met internationale contacten. Het is een project dat vanuit Europa (er zijn dertig landen die eraan meedoen) wordt gecoördineerd en gesubsidieerd. Het houdt in dat wanneer je met je klas een schoolcontact wilt hebben met een school in het buitenland (d.m.v. ICT), je in kunt schrijven via de website. Dan kun je allerlei faciliteiten gebruiken: je kunt bellen met een helpdeskmedewerker over hoe je het het beste kunt aanpakken, hoe je een videoconference kunt organiseren en er is een nieuwsbrief aan verbonden. Ook kun je jezelf inschrijven om allerlei workshops in Europa te volgen. Wat voegt Kennisnet daaraan toe? Keimpe de Heer: Dat is dus e-twinning, in de betekenis van ‘ik wil een buitenlandse partner’. Die vind je via etwinning op een redelijke laagdrempelige manier. Op dit punt werken wij samen. Kennisnet zorgt nl. voor de technische faciliteiten door de bouw van een goed toegankelijke website, een portal. Vervolgens wordt dit inhoudelijk ondersteund en uitgewerkt door het Europees platform. Bij partnership tussen scholen kan weer gebruik worden gemaakt van producten en diensten van Kennisnet. Kortom alle activiteiten zijn er op gericht om leerkrachten en scholen zo te ondersteunen dat ‘het buitenland’ voor iedere school toegankelijk wordt en er inhoudelijk zinvolle contacten kunnen ontstaan.
Agora Internationaal Internationalisering is een van de ondernemende activiteiten van Agora. In samenwerking met het Europees platform gebeurt er al heel veel. Een overzicht: INCEE Een aantal leerkrachten nemen deel aan INCEE ( International Community for Enterprise Education). Binnen de INCEE cursus die gericht is op ondernemend leren in internationaal verband, zijn contacten gelegd met scholen in Schotland, Zweden en Estland. Gebruikmakend van de mogelijkheden die er zijn zullen ook bezoeken over en weer plaats vinden. Schoolbezoeken in het kader van ondernemend leren In samenwerking met Euroschool ( een afdeling van het Europees Platform) heeft Agora in 2004 een studiebezoek naar Schotland georganiseerd in het kader van ondernemend leren. In oktober 2006 gaat een tweede groep leerkrachten naar Glasgow. Samenwerking op leerling niveau De Rank neemt deel aan het project ‘Buurlanden’ waarbij gedurende drie jaar een samenwerking plaatsvindt met een school uit Schotland. Een van de subsidievoorwaarden is het brengen van een bezoek met leerlingen aan de partnerschool. In 2004 ging groep 8 een week en in 2006 volgt een tweede bezoek van leerlingen aan de ‘Sandaigschool’. ICT Sinds enige jaren gaan cursusleiders van de computercursussen van Agora naar de BETT in Londen. Zij doen dit om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het ICT-onderwijs. Zij maken daarvoor gebruik van de Plato subsidie van Euroschool. Comenius Via het project E-Twinning (www.etwinning.nl) kunnen scholen zich inschrijven voor contacten met andere scholen in Europa. De Regenboog en de Hoeksteen zijn bezig met het voorbereiden van een Comeniusproject waarbij drie of meer landen samen een project opzetten met het doel om van elkaar te leren.
15 Wie volgt? Scholen die interesse hebben om contacten te leggen met scholen in Europa kunnen contact opnemen met Hans Kroes(
[email protected] ) Hans kan helpen de juiste weg te vinden in de internationale mogelijkheden en subsidies.
Wil jij met jouw onderneming ook in Marktplaats?
Dat kan! • Stuur een berichtje naar de redactie zodat ruimte gereserveerd kan worden. • Zorg voor een artikel van maximaal 2 pagina’s • Schrijf in de tegenwoordige tijd • Voeg foto’s bij van leerlingactiviteiten en liefst ook een foto van jezelf.
Colofon Marktplaats – voorjaar 2006 In dit nummer bijdragen van Roy Boonstede Oane Bijlstra Jos van Dort Aly Grozdanoski Ton Kroon Ellie Luurtsema Marieke van Noorden Monique Out Merel Pols Marianne Schuurmans Anne Marie Siecker Loes Sinkeler Redactie Alle bovenstaanden plus Johan Hoogenboom Pia Verdam Atie Visser Eindredactie: Corina Haase Marianne Schuurmans De foto’s werden gemaakt door Ron Swiader en Aly Grozdanoski behalve die op pagina 3, die gemaakt werd door Frits (leerling groep 6, De Vuurvogel). De foto's op pagina 11 en 12 zijn aangeleverd door de Glen Mills School.
Vo r m g e v i n g & o p m a a k Peter Louman, Assendelft Studio Welgraven, Limmen Druk & afwerking Aranea Offset, Zaandam Informatie Agora De Weer 10 1504 AG Zaandam tel 075 616 86 30 of De Educatieve Stad Zwanenbloemlaan 20b 1562 SC Krommenie tel 075 622 67 22 Inzenden van kopij: E-mail:
[email protected] met vermelding: kopy marktplaats
Marktplaats is een periodieke uitgave van Agora, ondernemende scholen, i.s.m. Ontwerpbureau De Educatieve Stad.