o~~ÇëîççêëíÉä= Jaar 2009
stuknr. Raad RA09.0036
categorie/agendanr. B
4
Stuknr. B. en W. 09/362
låÇÉêïÉêéW= Meerjarenbeleidskader schuldhulpverlening Emmen 2009-2013 Portefeuillehouder: G. Evenhuis Dienst Publiek MZZ M.K. Prins, telefoon ((0591)68 54 14) =
^~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉê~~Ç= sççêÖÉëíÉäÇ=ÄÉëäìáí= 1. De visie en de uitgangspunten als beleidskader schuldhulpverlening Emmen 2009-2013 vast te stellen. 2. De met de uitvoering van dit beleidskader in de periode van 2009-2013 gemoeide kosten voor de ingezette producten schuldhulpverlening te dekken uit de onder het budgetrecht van de raad vallende middelen: - voor Armoedebestrijding, te weten € 474.950 voor 2010 en € 633.266,-- per jaar voor 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor schuldhulpverlening, te weten € 180.000,-- voor 2009 en € 300.000,-- per jaar voor 2010, 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor arbeidsmarkt en het Participartiebudget en Bijzondere bijstand/Minimabeleid, te weten € 805.695,-- voor 2009 en € 526.320,-- voor 2010, 2011 en 2012. = p~ãÉåî~ííáåÖ= In dit voorstel is het beleidskader geformuleerd dat het college in de periode 2009-2013 wil voeren op het terrein van de schuldhulp. Met een consolidatie van wat in de afgelopen jaren is opgebouwd en het verder uitbouwen, uitwerken en implementeren van de in dit voorstel genoemde producten kan een nieuwe impuls worden gegeven aan het terugdringen van schuldensituaties onder de burgers van Emmen. Hierdoor kunnen meer inwoners van Emmen participeren in de maatschappij en/of reïntegreren naar werk. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering neemt hierdoor af. Uitgaande van het aan uw raad voorgestelde beleidskader wil het college in de periode van 2009-2013 een zodanige hoeveelheid producten en capaciteit inzetten dat adequaat kan worden voldaan aan de toenemende vraag als gevolg van de kredietcrisis en dat geen wachtlijsten onstaan, cq dat bestaande wachtlijsten worden weggewerkt. Hiervoor wordt aan uw raad voorgesteld voor de periode van 2009-2013 financiële middelen ter beschikking te stellen, te weten de middelen voor armoedebestrijding en de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor schuldhulpverlening én de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor arbeidsmarkt en het participartiebudget en bijzondere bijstand/minimabeleid. De kosten worden verder gedekt door middelen die uw raad in de gemeentebegroting beschikbaar heeft gesteld aan ons college en waarover ons college bevoegd is te beslissen.
Bijlagen: geen Stukken ter inzage: Collegebesluit 7 april 2009
-2Jaar 2009 NK
stuknr. Raad RA09.0036
categorie/agendanr. B
4
Stuknr. B. en W. 09/362
^~åäÉáÇáåÖ=îççê=ÜÉí=îççêëíÉä=
Aanleiding Ons college spant zich in deze bestuursperiode sterk in om de armoede te bestrijden. Dit doet ons college door een actief beleid te voeren. Zo heeft uw college in december 2007 de nota “Emmen maakt meer mogelijk voor minima” vastgesteld. Speerpunten van het Emmense minimabeleid zijn: • wegnemen van zoveel mogelijk onnodige drempels die minima belemmeren om mee te doen in de samenleving; • het bevorderen van de economische zelfstandigheid van minima door versterking van hun eigen kennis en kracht. Die speerpunten werken sterk door in de wijze waarop we de het beleidskader schuldhulpverlening willen formuleren. In dit voorstel wordt uw raad gevraagd dit beleidskader vast te stellen. Verder gaat dit voorstel over de wijze waarop de met de vaststelling van het beleidskader gemoeide kosten kunnen worden gedekt. Voordat wordt ingegaan op die voorstellen wordt een beeld geschetst van de actuele landelijke en plaatstelijke ontwikkelingen op het gebied van schuldhulpverlening. Waarom nu beleid formuleren? Het terrein van de schuldhulp is niet nieuw. Door de afdeling MZZ, team schuldhulp (verder te noemen Schuldhulp) en door diverse professionele instellingen wordt al enige jaren hulp geboden bij schuldensituaties, of bij het voorkomen ervan. De laatste jaren is gebleken dat ook in Emmen steeds meer mensen in schuldensituaties geraken, dat de schuldensituaties complexer worden, dat de schulden hoger zijn en dat de schuldeisers steeds creatiever en soms agressiever worden bij de inning van de schulden. Deze situatie is vanaf het begin van de kredietcrisis aantoonbaar verergerd. Verder is gebleken dat de capaciteit van Schuldhulp om adequate hulp te verlenen de laatste jaren niet is meegegroeid met de genoemde ontwikkelingen. De huidige personeelformatie is te krap om te kunnen voldoen aan de vraag. Niet alle mensen die hulp vragen kunnen op korte termijn worden geholpen. De krapte is tot op heden opgelost door het inhuren extern personeel. Een vierjarenplan Schuldhulpverlening is een arbeidsintensief proces met vele raakvlakken naar andere beleidsterreinen en hulporganisaties binnen en buiten de gemeente. Samenwerking vormgeven, producten uitwerken en implementeren en effecten meten vraagt tijd. Het ligt in de bedoeling 2009 en 2010 vooral in het teken te laten staan van consolideren, verder bouwen, uitwerken en implementeren. Met name wordt geïnvesteerd in verdergaande samenwerking met de afdeling Sociale Zaken. U wordt van de voortgang binnen Schuldhulp op de hoogte gehouden door middel van de reguliere aan ons college ter beschikking staande mogelijkheden om verantwoording af te leggen aan uw raad. Verder kunt u in 2011 een tussenevaluatie en in 2012 een eindevaluatie tegemoet zien. Consolidatie Met een consolidatie van wat in de afgelopen jaren is opgebouwd en het verder uitbouwen, uitwerken en implementeren van de tot nu toe ingezette producten voor schuldhulpverlening kan een nieuwe impuls worden gegeven aan het terugdringen van schuldensituaties onder de inwoners van Emmen. Hierdoor kunnen meer mensen deelnemen aan de maatschappij of reïntegreren naar werk. Hierdoor doen minder mensen een beroep op de door de gemeente bekostigde bijstand.
-3Landelijke ontwikkelingen Kredietcrisis en andere maatschappelijke ontwikkelingen Conjunctureel tekent zich internationaal, en daarmee verbonden ook nationaal, een recessie af, die zich onder meer al vertaalt in een daling van de huizenprijzen en toenemende werkloosheid in de lagere regionen van de arbeidsmarkt, waar schuldentechnisch toch al de zwaarste klappen plegen te vallen. Het wordt door de recessie steeds moeilijker om geld te lenen, waardoor sociaal krediet steeds belangrijker wordt voor lagere inkomens. De schuldenproblematiek in Nederland wordt groter. Niet alleen het aantal mensen met problematische schulden neemt toe, ook het gemiddeld schuldbedrag en het aantal schuldeisers per cliënt. Daarnaast blijkt dat veel schuldenaren kampen met meervoudige problematiek: werkloosheid, verslaving, gezondheidsproblemen. Een integrale aanpak van de schuldenproblematiek is dus noodzakelijk. Naast het voorkómen van schulden is het van belang dat de hulp die geboden wordt van een goede kwaliteit is en wel zo dat niet alleen de schulden zijn aangepakt, maar dat de schuldenaar een reëel perspectief krijgt op een betere (financiële) positie. De maatschappelijke kosten van de schuldproblematiek zijn hoog. Zoals gezegd hebben mensen met problematische schulden ook andere problemen, die veel kosten met zich meebrengen op het gebied van werkloosheidsbestrijding, gezondheidszorg en leefbaarheid. De gemeente heeft dus meerdere, financiële, belangen om de schuldenproblematiek op een integrale manier aan te pakken. In dit kader kijkend naar de samenwerking tussen afdelingen Sociale Zaken en Schuldhulp, liggen er met name mogelijkheden op het gebied van een screening van alle cliënten met een bijstandsuitkering op aanwezigheid van schulden en doorverwijzing naar Schuldhulp. Het hebben van schulden blijkt een van de grootste obstakels te zijn om mensen te reïntegreren. Schuldhulp kan dus een belangrijke factor zijn bij het toeleiden van mensen naar de arbeidsmarkt en dus ook een belangrijk product voor het verminderen van het aantal bijstandsuitkeringen. Vernieuwing schuldhulp Enkele jaren geleden werd in den lande al geconstateerd bij schuldhulp te veel aanbod- en procesgericht en te weinig vraaggericht werd gewerkt. Het gevolg hiervan is dat cliënten ongewenst uitvallen, met alle maatschappelijk ongewenste gevolgen van dien. De laatste paar jaren is op landelijk niveau gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe aanpak van schuldhulp, ook wel vernieuwing van de schuldhulp genoemd. Vooral de NVVK is een belangrijke trekker van de vernieuwing. De vernieuwing houdt in grote lijnen in: van aanbodgericht naar vraaggericht (het probleem is leidend) van procesgericht naar resultaatgericht (de oplossing is leidend) Het proces wordt een middel ter ondersteuning van het te bereiken resultaat, waar nodig wordt gekozen voor maatwerk. Het resultaat wordt gedefinieerd als het bereiken van een duurzaam financieel evenwicht voor de klant. Uitgangspunten vernieuwing schuldhulp: • betaling van de primaire lasten van klanten door het uitvoeren van verplicht "stabilisatiebewind"; de opzegtermijn van dit bewind is 6 maanden. Tevens invoering van de "budgetanalyse"; • garantie van de betaling van de primaire lasten;
-4•
• • • • • • • •
cliënten moeten kunnen leven op een aanvaardbaar minimum, dat hoger is dan de beslagvrije voet, ook wel genoemd het vrij te laten bedrag (ongeveer 95% van het sociale minimum); certificering van de beroepsgroep; communicatie met schuldeisers aan het begin van en tijdens het hulpverleningstraject; meer aandacht voor preventie, voorlichting en nazorg; schulden oplossen door middel van een saneringskrediet of een schuldbemiddeling, waarbij het saneringskrediet vaker wordt ingezet; bij het aanbieden van een saneringskrediet of een schuldbemiddeling een minimaal bedrag ter aflossing garanderen aan de schuldeisers; landelijke dekking voor verstrekking saneringskredieten en uitvoering budgetbeheer; gelijkberechtiging van schuldeisers; WSNP is geschilbeslechting en het sluitstuk van de schuldsanering.
Certificering schuldhulpverlening Zowel het kabinet als belanghebbende partijen uit de schuldhulpverlening zijn van mening dat er een adequaat stelsel van kwalitatief goede schuldhulpverlening moet komen. In dat stelsel is alleen plaats voor bonafide partijen, die zowel het vertrouwen verdienen van de schuldenaars als van de schuldeisers. In 2007 had het kabinet, anders dan nu, nog geen vastomlijnde plannen om de zorgplicht wettelijk te regelen. Wel ondersteun(t)de het kabinet het traject van vrijwillige certificering voor schuldhulpverleners. In februari 2007 hebben belanghebbende partijen uit de sector schuldhulpverlening besloten om de zelfregulering vorm te geven door middel van de producten normalisatie en certificering. Dit moet leiden tot meer transparantie en verdere professionalisering van de sector schuldhulpverlening en tot meer zekerheid over het schuldhulpverleningsproces. Uiteindelijk moet deze zelfregulering er ook toe leiden dat malafide en incompetente organisaties van de markt worden geweerd. De conceptnorm bestaat uit vier delen: eisen aan schuldhulpverleningsorganisaties en aan schuldhulpverleners, en het certificeringschema voor organisaties en voor schuldhulpverleners. De norm voor schuldhulpverlening is van toepassing op alle organisaties (zowel publiek als privaat) en personen die zich richten op activiteiten in het kader van de schuldhulpverlening aan natuurlijke personen. De norm en de daarop gebaseerde certificering moeten leiden tot een toetsbaar systeem waarin organisaties en personen die voldoen aan de eisen in de norm kunnen worden onderscheiden van organisaties en personen die hier niet aan voldoen. Dit moet ertoe leiden dat malafide en incompetente organisaties van de markt worden geweerd. De hiervoor genoemde ontwikkelingen vernieuwing schuldhulp zijn verwerkt in de norm. De norm is opgebouwd aan de hand van het schema voor integrale schuldhulpverlening, waarmee het totale schuldhulpverleningsproces uiteenvalt in elf onderdelen van aanmelding tot en met nazorg. Dit schema ziet er als volgt uit:
-5-
Ook is gewerkt aan het uitwerken van de norm voor personen in examens. Er bestaan nu wel opleidingen voor schuldhulpverlening, maar er is geen (landelijk) examen. Bij invoering van persoonscertificatie wordt ook een landelijk examen geïntroduceerd. Tenslotte heeft de certificering ook financiële gevolgen. Ten eerste de gevolgen die het certificeringsproces als zodanig met zich meebrengt. Voor het behalen van een certificaat moet een bijdrage worden betaald. Door middel van deze bijdragen wordt de organisatie voor certificering in stand gehouden. Ten tweede heeft het besluit om te gaan certificeren ertoe geleid dat er bijscholing plaats moet vinden, wat ook tot extra kosten zal leiden. Wettelijke zorgplicht De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan de Tweede Kamer een startnotitie gestuurd, waarin zij heeft uitgewerkt hoe zij de wettelijke zorgplicht schuldhulpverlening voor gemeenten wil inrichten. Het voornemen om wettelijke eisen te gaan stellen aan de uitvoering van schuldhulpverlening is gebaseerd op aanbevelingen in het rapport Schulden? De gemeente helpt! dat Hiemstra & De Vries afgelopen zomer 2008 heeft opgeleverd. De zorgplicht betekent voor gemeenten dat de uitvoering van schuldhulpverlening een wettelijke taak wordt en dat zij invulling moeten geven aan hun regierol op dit terrein. In de startnotitie werkt de Staatssecretaris de eisen uit waaraan gemeenten moeten voldoen als de zorgplicht in werking treedt. De belangrijkste eisen zijn dat gemeenten: • schuldhulpverlening aanbieden die voor iedereen toegankelijk is; • zorgen dat er geen wachtlijsten zijn en de doorlooptijden beperkt zijn; • een integrale aanpak aanbieden, met niet alleen aandacht voor financiële problemen, maar ook voor psychosociale problemen;
-6• • • •
gestandaardiseerd maatwerk bieden (uitgangspunt is een standaardwerkwijze, maar in ingewikkelde situaties wordt daarvan afgeweken); goede kwaliteit leveren; sancties en prikkels hanteren om schuldenaren te verplichten en te stimuleren mee te werken; na afloop nog nazorg bieden.
Het is de bedoeling dat de Tweede Kamer in de tweede helft van 2009 een concreet wetsvoorstel ontvangt. Er wordt verwacht dat er een Kamermeerderheid is die het voorstel zal aannemen. De VNG wijst een wettelijke regeling niet af. Er ontstaat echter volgens het VNG wel spanning voor de uitvoering als op rijksniveau de minimale eisen aan de duur van wacht- en doorlooptijden, de brede toegankelijkheid, het pakket en kwaliteit van producten van de integrale benadering wordt bepaald, zonder daar enige financiële vergoeding tegenover te stellen. Het is daarnaast van belang om aansluiting te vinden bij een tweetal ontwikkelingen, te weten certificering en vernieuwing schuldhulpverlening NVVK. Landelijke trend bemoeizorg Er is al vaak gebleken dat de hulpverlening bepaalde mensen die voor zichzelf, en soms ook voor anderen, problemen veroorzaken, niet kunnen bereiken. Vaak melden zij zich niet bij de hulpverleners, of, als zij zich wel hebben gemeld, haken zij na verloop van tijd af. Deze mensen worden ook wel zorgmijders genoemd. Aan hen gegeven hulp is vaak niet effectief. Er is landelijk een toenemende roep om “bemoeizorg”, verplichte budgettering en “kijken achter de voordeur” in de vorm van huisbezoek, waarbij de zorgmijder die afhaakt door sancties wordt getroffen, bijvoorbeeld in de uitkeringssfeer. Voor schuldhulp betekent dit dat er veel meer tijd van de medewerkers gevraagd zal worden, doordat intensieve begeleiding hierbij noodzakelijk is. Jongeren en schulden Uit landelijke cijfers blijkt dat het aantal jongeren met problematische schulden hard groeit. Hierbij is een schuldenlast van € 15.000,-- niet ongebruikelijk. Een recent landelijke onderzoek van het ITS Nijmegen (verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen) bevestigt dit. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat een kwart van de scholieren tussen 12 en 18 jaar geld leent voor kleding, mobiele telefoon en uitgaan. Van de thuiswonende werkende jongeren tussen 15 en 26 jaar heeft 40% schulden van gemiddeld € 900,--, van de zelfstandige wonende werkende jongeren heeft maar liefst 77% schulden. De jongeren die zich bij Schuldhulp melden hebben aanzienlijke hogere schulden. In Nederland gaan momenteel met regelmaat jonge mensen failliet bijvoorbeeld omdat zij hoge schulden hebben aan mobiele telefoonproviders. Gesteld kan worden dat het erop lijkt dat de huidige generatie jongeren onvoldoende voorbereid wordt op financiële onafhankelijkheid. De verlokkingen van de consumptiemaatschappij zijn groot. Dat wordt versterkt doordat het ook voor jongeren vaak geen probleem is om een lening bij ouders of vrienden af te sluiten. Van thuiswonenden jongeren hebben ouders lange tijd uitgaven voor hun rekening genomen, maar zodra ze gaan studeren of zelfstandig wonen valt die ‘dekking’ weg. Daarnaast komt het voor dat jongeren, zonder goede startkwalificatie, er voor kiezen om vroeg aan het werk te gaan, maar over een laag inkomen beschikken. Als het tot schulden komt kunnen jongeren over het algemeen de weg naar hulpinstanties moeilijk vinden.
-7Ontwikkelingen Schuldhulp Emmen Vanaf 2005 is de vraag naar schuldhulpverlening fors gestegen. De hierna volgende cijfers illustreren dit: = ^~åãÉäÇáåÖÉå= káÉìïÉ= ÅäáØåíÉå= ÄÉÜÉÉê= _ìÇÖÉíÄÉÜÉÉê=
OMMR= = NPS=
OMMS= = NSS=
OMMT= VMM= NRU=
OMMU= NNMM= ==ORM=
OMMV= NOMMG= ==PMMG=
RVN=
SRV=
TQS=
=UVM=
==VTVG=
* op basis van extrapolatie van cijfers over de eerste twee maanden van 2009. Behalve het feit dat de vraag naar schuldhulp fors is toegenomen is vanaf 2007 door Schuldhulp hard gewerkt aan het thema “vernieuwing schuldhulp”, waarbij het schema voor integrale schuldhulpverlening zoals die hierboven is gebruikt als basis. Voorbeeld van integrale schuldhulp: intensieve samenwerking met de afdeling Sociale zaken De ervaring van de afgelopen jaren bij Schuldhulp heeft ons geleerd dat circa 50% van de instroom bij Schuldhulp een WWB uitkering heeft. De ervaring van de afgelopen jaren bij Sociale Zaken heeft ons geleerd dat het hebben van schulden één van de grootste obstakels is bij het reïntegreren van WWB-cliënten. Om succesvol te reïntegreren is het van belang dat WWB-cliënten schuldenvrij zijn. Dit pleit voor intensivering van de samenwerking tussen Schuldhulp en Sociale Zaken. Argumenten voor de samenwerking kunnen ook worden gevonden in het IWI rapport “Bijstand en schulden” van juli 2008. In dit rapport wordt o.a. gesteld dat bij 75% van de aanvragen voor een uitkering op grond van de WWB er sprake is van een negatief vermogen. Ook wordt er gesteld dat bij een actieve vroegtijdige doorverwijzing naar schuldhulpverlening door SoZa, UWV en CWI, bij voorkeur bij de aanvraag voor een uitkering, dit de duurzame participatiekansen van uitkeringsgerechtigden vergroot. In 2008 is een overeenkomst getekend tussen Schuldhulp en Sociale Zaken betreffende de afname door Sociale Zaken van vijf producten bij Schuldhulp, te weten: • een training “quick scan voor inkomensconsulenten”; • budgetadviesgesprekken; • schuldhulptrajecten voor personen met een WWB uitkering; • inzet van de jongerenconsulent; • het doorlichten van het bestaande bestand WWB’ers door Schuldhulp. Het is de bedoeling dat de overeenkomst zodanig wordt uitgevoerd, dat de klantmanager Sociale Zaken die constateert dat een bepaalde cliënt problematische schulden heeft, in het kader van het door die klantmanager op te stellen participatie- of reïntegratietrajectplan, deze cliënt eerst doorstuurt naar Schuldhulp voor een integrale intake. Vervolgens wordt op basis van wat is geconstateerd bij de integrale intake in overleg tussen de klantmanager Sociale Zaken en de consulent Schuldhulp bepaald welke producten van Schuldhulp worden ingezet. De klantmanager Sociale Zaken vermeldt dit in het participatie- of reïntegratieplan. De consulent Schuldhulp vermeldt dit in het trajectplan schuldhulp. Er vindt regelmatig afstemming plaats tussen de klantmanager van Sociale Zaken en de consulent Schuldhulp om te voorkomen dat dubbel werk wordt gedaan. Op deze wijze kunnen de producten van Schuldhulp een belangrijke bijdrage leveren aan de toeleiding van WWB-cliënten of Nuggers naar participatie en/of reïntegratie naar de arbeidsmarkt. Dit leidt (uiteindelijk) tot vermindering van het aantal bijstandsuitkeringen.
-8Wat is tot op heden ingezet? Op dit moment zijn de volgende producten ingezet: • preventie: budgetcursussen voor potentiële cliënten, specifieke benadering van jongeren; voorlichting voor andere doelgroepen; • front-Office: waar cliënten zich kunnen aanmelden en waar voorlichting wordt gegeven aan cliënten en ketenpartners (Budgetadviescentrum); • crisisinterventie; • integrale intake, inclusief specifieke benadering van jongeren; • budgetadviesgesprekken; • sociale leningen (voor mensen die niet terecht kunnen bij een reguliere bank); • stabilisatie (budgetbeheer, budgetbegeleiding, betalingsregeling); • schuldregeling (schuldbemiddeling of saneringskrediet) en moratorium en dwangakkoord; • afgifte Wsnp-verklaring; • beschermd bewind; • nazorg; • kwaliteitsmanagement. Een aantal van deze producten waren nieuw of nog niet op die manier ingezet. Dit betreft vooral de producten preventie, Budgetadviescentrum, budgetbeheer en budgetbegeleiding en nazorg. Toelichting preventie De meeste preventieve activiteiten gaan over voorlichting, advies en informatie of het maken van afspraken met derden ter voorkoming van schulden. Het doel is mensen te helpen hun eigen financiële huishouding te voeren en alert te zijn op valkuilen. Het verkrijgen van inzicht, vaardigheden en gedragsverandering om schulden te voorkomen is de rode draad. Hiertoe is vanaf september 2007 het instrument budgetcursussen ingezet. Ook is specifieke aandacht gevestigd op het geven van voorlichting aan jongeren tot 23 jaar. Juist bij jongeren is het effect van voorlichting groot. Ander belangrijk instrument dat ons ten dienste staat, wordt gevormd door de inkomensondersteunende voorzieningen. Het verhogen van de draagkrachtgrens voor de bijzondere bijstand, het vinden van nieuwe vormen voor (leen)bijstand, het vergemakkelijken van het aanvragen en het actief informeren van burgers over hun mogelijkheden verruimt de financiële mogelijkheden van meer burgers en helpt daarmee schulden te voorkomen. Toelichting Budgetadviescentrum In mei 2007 is het Budgetadviescentrum opgericht. Doel was het creëren van een laagdrempelige voorziening, waar eerst advies en informatie over schuldhulp en daaraan gerelateerde onderwerpen kan worden ingewonnen, en waar na een kort aanmeldgesprek (diagnose) wordt bepaald door wie iemand het beste kan worden geholpen om de problemen op te lossen: BackOffice schuldhulp of een andere instantie (vaak ketenpartner). Daarnaast houdt het Budgetadviescentrum zich bezig met het volgende: • de administratieve verwerking van de aanmeldgesprekken in het geautomatiseerde systeem; • het beschikbaar stellen van folders en ander informatiemateriaal; • het in persoon, telefonisch of per e-mail beantwoorden van door cliënten en niet cliënten gestelde vragen; • het ordenen van de administratie; • het helpen met invullen van formulieren aanvraag schuldenregeling; • het geven van voorlichting aan ketenpartners.
-9Het Budgetadviescentrum voorziet in een groeiende behoefte. Toelichting budgetbeheer en budgetbegeleiding Via een interne pilot is Schuldhulp Emmen in 2008 gaan werken met budgetbeheerders naast de consulenten schuldhulp. Deze budgetbeheerders voeren administratieve uitvoerende taken uit, hebben dagelijks een telefonisch spreekuur voor (uitvoerende) vragen van de cliënten en hebben veelvuldig contact met schuldeisers voor met name inventarisaties en het updaten van gegevens. Deze manier van werken blijkt buitengewoon effectief, efficiënt én klantvriendelijk. Toelichting nazorg Op dit moment wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het product nazorg. Doel van nazorg is het voorkomen recidive. Als cliënten vroegtijdig uitvallen uit de schuldhulpverlening, of als zij succesvol en met een schone lei uitstromen is het belangrijk om nog een tijdje de vinger aan de pols te houden. Het ligt in de bedoeling om de ex-cliënten binnen het eerste jaar na beëindiging van de dienstverlening te benaderen, waarbij wordt onderzocht of er sprake is van een situatie bij de cliënt waarin inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn. Voorgestelde visie en uitgangspunten De navolgende door uw raad vast te stellen visie en uitgangspunten vormen de basis van waaruit de hierna voorgestelde producten voor schuldhulp worden beschreven en waarmee gewerkt kan worden aan een effectieve en duurzame oplossing van de schuldenproblematiek in Emmen, waaronder het wegwerken van wachtlijsten. We zetten in op economische zelfstandigheid Het beleid van de gemeente richt zich op economische zelfstandigheid, ‘meedoen’ in de samenleving en op versterking van eigen kennis en kracht van de burgers. Dit uitgangspunt is richtinggevend bij ondersteuning, begeleiding en hulpverlening bij schulden; vooral ook hierom zetten we in op preventie. Het gaat erom mensen sterker te maken. Dat betekent dat mensen met respect worden behandeld, niet blijvend afhankelijk worden gemaakt van hulpverlening, en dat zij worden ondersteund en geholpen met het doel ze in staat te stellen hun eigen budgetregie (weer) te voeren. Het betekent ook dat belemmeringen voor de weg naar werk en om te blijven werken worden weggenomen. Het landelijke beleid is om mensen met een uitkering in beginsel zo snel mogelijk te laten reïntegreren naar de reguliere arbeidsmarkt en weer te komen tot economische zelfstandigheid. In het kader van maatwerk en duurzaamheid wordt het inzetten van schuldhulpverleningsproducten voor mensen met een WWB-uitkering nadrukkelijk gezien in het perspectief van de reïntegratie naar werk. Wij denken hierbij aan een reïntegratieplicht voor alle schuldhulpcliënten die geen werk hebben én in een schuldenregelingstraject zitten, zoals dat ook gehanteerd wordt in het wettelijke schuldregelingstraject Belangrijke stap is nu het verankeren van schuldhulpverlening in de reïntegratiewerkzaamheden. We gaan uit van de eigen kracht en kennis van mensen Inzet van het gehele instrumentarium is primair om de kracht en kennis van mensen te versterken. Zelfredzaamheid, in dit geval zelfstandig een gezonde financiële huishouding voeren, is het doel. Om effectief hulp te kunnen bieden is het van belang om gebruikers van de hulp duidelijk te maken, dat de hulp vrijwillig is, maar niet vrijblijvend. Wederzijdse verwachtingen zullen helder, uitgesproken en begrepen moeten zijn. Tegelijk is het van belang dat de hulp aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de hulpvragers.
-10Overigens geldt voor mensen met een WWB uitkering een medewerkingsplicht aan het re-integratietraject / participatie /zorgtraject. Als schuldhulpverlening hiervan onderdeel uitmaakt, geldt die verplichting om mee te werken ook hier! We moeten erkennen dat het bij sommige mensen niet lukt zelfredzaam te worden. Het betreft de zogenaamde non-zelfredzamen. Deze groep mensen zullen we moeten blijven ondersteunen daar waar dat nodig is. We nemen de drempels voor hulp zo veel mogelijk weg De gemeente heeft een zorgplicht en wanneer iemand niet in staat is / wordt geacht zijn schuldenproblematiek zonder hulp op te lossen zal de gemeente die hulp bieden, die zij toereikend acht en die binnen haar bereik ligt. Die hulp moet gemakkelijk bereikbaar zijn. We kiezen voor een Integrale benadering Emmen kiest voor een integrale benadering van de schuldhulp. Integrale schuldhulp wordt omschreven als een samenhangend aanbod van preventie tot en met zorg voor uitvallers en non-zelfredzamen. Schuldhulp is hierbij onderdeel van het integrale beleid van de gemeente op het gebied van werk, inkomen, zorg en onderwijs, die afstemming vraagt met het werk van externe hulporganisaties – goede samenwerking en een heldere rolverdeling. Het doel hierbij is het oplossen van zowel financiële problemen als de oorzaken hiervan. Het betreft hier de zogenaamde multiproblematiek. Dit gebeurt op basis van een eenduidige doelstelling en methodiek. Schuldhulpverlening omvat de elementen schuldregeling, budgethulp, maatschappelijke ondersteuning, preventie en nazorg. Deze onderdelen tezamen vormen de kern van de integrale schuldhulpverlening. Schuldhulp voert de maatschappelijke begeleiding voor een deel zelf uit (vooral bij crisesinterventie) en voert voor een ander deel de regie hierin. We kiezen voor maatwerk De complexiteit van de schuldenproblematiek noodzaakt tot het ontwikkelen van algemene én specifieke producten om de schuldenproblematiek, zowel curatief, als preventief aan te pakken. Schuldhulpverlening is maatwerk, de gemeente biedt gerichte ondersteuning en dat betekent: mensen krijgen wat nodig is op basis van de individuele problematiek en / of gericht op de doelgroep. Dat vraagt van de schuldhulpverleners om alert te zijn op ‘de vraag achter de vraag’ en om buiten bestaande kaders te kunnen denken. We investeren in zorg en nazorg Zorgproducten – denk aan schuldhulp en budgethulp – worden verbreed, zodat zij beschikbaar komen voor meer mensen dan nu het geval is. Effectief beleid voeren betekent ook dat we meer aandacht gaan geven aan de nazorg van cliënten die een schuldhulpverleningstraject hebben afgerond. Te vaak blijkt dat het schuldenvrij zijn slechts tijdelijk is. Nazorg dus, om terugval te voorkomen. Schuldhulp Emmen is toegankelijk voor alle inwoners van Emmen. Dit is in Emmen een al jaren bestaande situatie. Deze drempelloze toegankelijkheid van gemeentelijke schuldhulpverlening is ook in het wetsvoorstel zorgplicht schuldhulpverlening opgenomen. Beslispunt 1: De visie en de uitgangspunten als beleidskader schuldhulpverlening Emmen 2009-2013 vast te stellen. Wat moeten we inzetten? Om het hierboven beschreven beleidskader te kunnen uitvoeren moet minimaal worden ingezet op de volgende producten:
-11• • • • • • • • • • • •
preventie aanmeldgesprekken crisisinterventie integrale intake budgetadviesgesprekken stabilisatie maatschappelijke begeleiding schuldregeling WSNP verklaringen sociale leningen nazorg kwaliteitsmanagement
Bij de inzet van bovengenoemde lijst van producten wordt rekening gehouden met de effecten van de kredietcrisis en worden de wachtlijsten weggewerkt. Ten opzichte van de huidige inzet wordt niet langer ingezet op: • het Budgetadviescentrum, behalve voor de aanmeldgesprekken; • het product preventie. Er zullen geen budgetcursussen meer worden gegeven; • jongeren. De tot nu toe door de jongerenconsulent op jongeren van 16 tot en met 23 jaar gerichte aanpak van de integrale intake, de budgetadviesgesprekken en de stabilisatietrajecten zal niet meer plaatsvinden. Kijkend naar het preventieve aspect van deze aanpak heeft dit in de toekomst invloed op de effectiviteit van schuldhulpverlening; • het product homecoach. De activiteiten van de homecoach zullen worden beëindigd. Dit heeft ook invloed op de effectiviteit van de crisisinterventies; Verder wordt niet ingezet op: • het product WSNP-bewind, wat zichzelf terugverdient; • het product beschermd bewind, wat zichzelf terugverdient. Deze producten vloeien voort uit de schuldhulpvernieuwing en zijn nog niet eerder ingezet. Evaluatie In het kader van het vierjarenplan zullen in 2011 en 2012 evaluaties plaatsvinden en leerpunten worden verwerkt. U wordt van de voortgang binnen Schuldhulp op de hoogte gehouden door middel van de reguliere aan ons college ter beschikking staande mogelijkheden om verantwoording af te leggen aan uw raad. Verder kunt u in 2011 een tussenevaluatie en in 2012 een eindevaluatie tegemoet zien. OK
^êÖìãÉåí~íáÉLÄÉççÖÇ=ÉÑÑÉÅí=
Uitgaande van het aan uw raad voorgestelde beleidskader wil het college in de periode van 2009-2013 een zodanige hoeveelheid producten en capaciteit inzetten dat adequaat kan worden voldaan aan de toenemende vraag als gevolg van de kredietcrisis en dat geen wachtlijsten ontstaan, cq dat bestaande wachtlijsten worden weggewerkt. PK
oÉä~íáÉ=ãÉí=ÄÉëí~~åÇ=ÄÉäÉáÇLÉÉêÇÉê=ÖÉåçãÉå=ÄÉëäìáíÉå=
In 2004 en 2005 speelde de discussie of al niet aansluiting zou moeten worden gezocht bij de GKB Drenthe. In de raadscommissie BME van 17 juni 2004 is gevraagd naar een uitwerking van de (financiële) consequenties van een mogelijke aansluiting van schuldhulp/GKB bij de GKB Drenthe, een vraag die is herhaald tijdens de raadsbehandeling van de gemeentebegroting 2005.
-12Op 21 juni 2005 heeft het College kennis genomen van de eerste inventarisatie van de (financiële) consequenties van het onderbrengen van de taken van team Schuldhulp bij de GKB Drenthe en is aan de directeur van de dienst Publiek opdracht gegeven tot het verrichten van vervolgonderzoek naar de overdracht van taken van het team Schuldhulp aan de GKB Drenthe en het College over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren. Op basis van dit onderzoek heeft het College van b. en w. in het najaar van 2005 besloten om financiële en andere redenen in te stemmen met het handhaven van team Schuldhulp in Emmen en niet over te gaan tot uitbesteding van dienstverlening. Daarna is Emmen zelfstandig doorgegaan met de schuldhulpverlening. QK
^ÑëíÉããáåÖ=ãÉí=ÉñíÉêåÉ=é~êíáàÉåLÅçããìåáÅ~íáÉ=
Artikel in Emmen aktueel. Afstemmen met medewerker communicatie. Voorlichting aan ketenpartners door medewerkers Schuldhulp. RK
cáå~åÅáØäÉ=ÅçåëÉèìÉåíáÉëLîççêÖÉëíÉäÇÉ=ÇÉââáåÖ=
Kosten 2009 € 2.064.690,--
2010 € 2.064.690,--
2011 € 2.064.690,--
2012 € 2.064.690,--
Dekking Voorgesteld wordt de met de uitvoering van dit beleidskader in de periode van 20092013 gemoeide kosten voor de ingezette producten schuldhulpverlening te dekken uit de onder het budgetrecht van de raad vallende middelen voor Armoedebestrijding en middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor schuldhulpverlening. Het gaat om de volgende bedragen. Dekkingsmiddelen Armoedebestrijding Crisisakkoord (Schuldhulp) Crisisakkoord (arbeidsmarkt)/ Participatiebudget/ Bijzondere Bijstand
2009 € 0 € 180.000,--
2010 € 474.950,-€ 300.000,--
2011 € 633.266,-€ 300.000,--
2012 € 633.266,-€ 300.000,--
€ 805.695,--
€ 526.320,--
€ 526.320,--
€ 526.320,--
De kosten worden verder gedekt door middelen die uw raad in de gemeentebegroting beschikbaar heeft gesteld aan ons college en waarover ons college bevoegd is te beslissen. Toelichting Armoedebestrijding * In het bestuursakkoord tussen Rijk en de VNG van 4 juni 2007 is de ambitie uitgesproken om in de periode 2008-2011 een extra impuls te geven aan het terugdringen van het aantal huishoudens met problematische schulden. Om de afspraken financieel te ondersteunen stelt het kabinet een bedrag oplopend tot € 80 miljoen structureel beschikbaar. In het bestuurlijk akkoord is afgesproken deze middelen onderdeel te laten van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dit geld zit in het zogeheten accres en betreft dus algemene middelen. Tussen de overheden (Rijk en gemeenten) zijn afspraken
-13gemaakt over wederzijdse inspanningen o.a. in verband met armoedebestrijding en er is in dat verband ook een reeks middelen genoemd. Deze is vastgelegd in het bestuurlijk akkoord en in het beleidsprogramma 2007-2011 van dit kabinet (Kamerstukken ll 2006/07, 31070). In dat kader weten rijk en gemeenten zich verbonden. Concreet bezien krijgt Emmen de volgende bedragen voor armoede in het gemeentefondsaccres: 2009 € 79.158
2010 € 474.950,--
2011 € 633.266
2012 € 633.266
2013 € 633.266
* Toelichting: Dit bedrag is reeds in 2007 ingezet als algemene middelen omdat gelden zijn opgenomen in het accres en dus niet gelabeld zijn. Door het achteraf alsnog inzetten van deze gelden als dekking voor schuldhulpvernieuwing is dit bedrag ook te betrekken bij de kadernota 2009. Middelen crisisakkoord schuldhulpverlening Door het kabinet zijn naar aanleiding van het crisisakkoord maatregelen genomen. Een van deze maatregelen is een structurele geldbijdrage voor schuldhulpverlening. Uitgerekend is dat dit voor de gemeente Emmen voor 2009 een bedrag is van € 180.000,--. Vanaf 2010 betreft dit een bedrag van € 300.000,--. Middelen crisisakkoord arbeidsmarkt/participatiebudget/bijzondere bijstand Door het kabinet zijn naar aanleiding van het crisisakkoord maatregelen genomen. Een van deze maatregelen is een structurele geldbijdrage voor arbeidsmarkt: arbeidsmarktbrief SZW. Voor 2009 betreft het een bedrag van € 1.500.000,-- voor de gemeente Emmen, voor 2010 een bedrag van € 2.100.000,-- en voor 2011 e.v. € 600.000,--. Ook een deel van het participatiebudget en/of de bijzondere bijstand kunnen worden gebruikt als dekking voor de genoemde bedragen.
Beslispunt 2: De met de uitvoering van dit beleidskader in de periode van 2009-2013 gemoeide kosten voor de ingezette producten schuldhulpverlening te dekken uit de onder het budgetrecht van de raad vallende middelen: - voor Armoedebestrijding, te weten € 474.950 voor 2010 en € 633.266,-- per jaar voor 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor schuldhulpverlening, te weten € 180.000,-- voor 2009 en € 300.000,-- per jaar voor 2010, 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor arbeidsmarkt en het Participartiebudget en Bijzondere bijstand/Minimabeleid, te weten € 805.695,-- voor 2009 en € 526.320,-- voor 2010, 2011 en 2012. Een concept-besluit is bijgevoegd. Emmen, 7 april 2009. Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester,
A.J. Mewe
C. Bijl
-14Jaar 2009
stuknr. Raad RA09.0036
Categorie/agendanr. B
4
stuknr. B. en W. 09/362
o~~ÇëÄÉëäìáí= De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 april 2009, nummer: 09/362 ;
besluit:
1. De visie en de uitgangspunten als beleidskader schuldhulpverlening Emmen 2009-2013 vast te stellen. 2. De met de uitvoering van dit beleidskader in de periode van 2009-2013 gemoeide kosten voor de ingezette producten schuldhulpverlening te dekken uit de onder het budgetrecht van de raad vallende middelen: - voor Armoedebestrijding, te weten € 474.950 voor 2010 en € 633.266,-- per jaar voor 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor schuldhulpverlening, te weten € 180.000,-- voor 2009 en € 300.000,-- per jaar voor 2010, 2011 en 2012; - de middelen die het kabinet in het kader van het crisisakkoord ter beschikking heeft gesteld voor arbeidsmarkt en het Participartiebudget en Bijzondere bijstand/Minimabeleid, te weten € 805.695,-- voor 2009 en € 526.320,-- voor 2010, 2011 en 2012. Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 mei 2009. de griffier,
de voorzitter,
H.D. Werkman
C. Bijl