VR 2016 0403 DOC.0198/33
SECTORCONVENANT 2016-2017 AFGESLOTEN TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR KAPPERS, FITNESS EN SCHOONHEIDSZORGEN (PC314)
Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door: Mevrouw Hilde Crevits, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs; De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
en de sociale partners van de sector kappers, fitness en schoonheidszorgen, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De Heer Stéphane Coigné, Voorzitter UBK/UCB vzw De heer Jef Vermeulen, voorzitter FBZ PC314 en Ondervoorzitter UBK/UCB vzw De heer Eric Vandenabeele, Algemeen directeur BBF & W vzw De heer John Boeckx, Voorzitter Besko
met als vertegenwoordigers voor de medewerkers: Mevrouw Klavdija Cibej, Federaal secretaris ABVV; De heer Theo De Rijck, Ondervoorzitter FBZ PC314;
Secretaris
ACV
Bouw,
Industrie
&
Energie
en
De heer Eric Decoo, Nationaal Sectoraal Verantwoordelijke ACLVB
1
Wordt overeengekomen wat volgt
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017 een maximale toelage van 294.000,00 EUR uit te betalen aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, Vijfwindgatenstraat 21F te 9000 Gent (ondernemingsnummer: 0446.304.027 bankrekeningnummer: BE69 4412 0750 5178) ter financiering van 3 VTE sectorconsulenten (2 VTE + 0,8 VTE + 0,2 VTE).
Artikel 2. De Vlaamse Regering voorliggende overeenkomst, door:
stimuleert
en
ondersteunt
de uitvoering
van
1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van intervisiemomenten met vertegenwoordigers van de sector, die fungeren als doorgeefluik van informatie.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector kappers, fitness en schoonheidszorgen verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants 2016-2017, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt; een competentiebeleid, waaronder leven lang leren; het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sector kappers, fitness en schoonheidszorgen verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 3 VTE- sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
2
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend. De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 3 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerk gesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden.
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2017 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2018 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangsen eindrapport omvatten: -
de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; de toetsing van de realisaties aan de resultaatsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant; de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering.
De sector kappers, fitness en schoonheidszorgen werkt vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
Het Paritair Comité 314
Het paritair comité 314 kent 3 deelsectoren die zich situeren binnen de diensten sector namelijk het kappersbedrijf, de schoonheidszorgen en de fitness centra. Op nationaal vlak telt de sector 5836 werkgevers (4263 kappersbedrijven 1021 schoonheidsinstituten -en 552 fitnesscentra met personeel). De kappersbedrijven en schoonheidsinstituten telden eind 2014 samen 16333 werknemers. Binnen de fitness sector zijn 3143 werknemers actief . De sector bestaat voor de overgrote meerderheid uit ondernemingen met minder dan 10 werknemers en kan dus getypeerd worden als een sector met een groot aantal micro ondernemingen. De 3 deelsectoren van het PC 314 kennen een aantal duidelijke overeenkomsten met name:
Kleinschalige bedrijven De omvang van de meeste bedrijven is in de 3 deelsectoren klein. De gemiddelde jaaromzet van kappersbedrijven, met personeel en van de schoonheidssalons is iets meer dan 100.000 euro, van een fitnesscentrum bijna 400.000 euro. De kappers– en de fitnesssector kennen weliswaar enkele keten bedrijven waaronder een aantal franchise systemen, maar hun gezamenlijk marktaandeel is vooral klein, circa 15%. In de schoonheidsverzorging werkt slechts ongeveer 3% van de medewerkers bij een onderneming met meer dan 50 werknemers, het marktaandeel van grote bedrijven is daar dus nog kleiner.
Een jonge, overwegend vrouwelijke beroepsbevolking De drie deelsectoren kennen een jonge beroepsbevolking: ongeveer de helft van alle medewerkers is jonger dan 30 jaar. Bovendien zijn in de kappers (87%), schoonheidszorgen (88%) en fitnesssector (57%) veruit de meeste medewerkers vrouwen.
Veel deeltijds werk Zo’n 60% van de medewerkers werkt deeltijds. De grote mate van deeltijds werk maakt de sector enerzijds aantrekkelijk om in te werken, vanwege de flexibiliteit en de mogelijkheid om de baan te combineren met andere werkzaamheden; keerzijde van de medaille is dat dit het personeelsverloop en de grijze zone qua verloning in de hand kan werken.
Convergentie van de dienstverlening Een gestaag groeiend aantal bedrijven binnen de sector biedt een combinatie van bijvoorbeeld haarkappen en schoonheidsverzorging aan of een combinatie van fitness, wellness en schoonheidsverzorging.
4
Naast de overeenkomsten bestaan er ook een aantal specificiteiten per deelsector.
I.
De kappersbedrijven kennen de laatste jaren een dalend aantal personeelsleden in loondienst. Het management (inclusief personeelsmanagement) en ondernemerschap zijn zwak ontwikkeld. De arbeidsreserve is groot, maar laag gekwalificeerd en vindt moeilijk aansluiting met de arbeidsmarkt. De fitness sector is kapitaalsintensief qua opstartinvestering. Er bestaat een aanzienlijke diversiteit inzake opleidingsniveau van startende werknemers. Bovendien wordt er veel avond- en weekendwerk gepresteerd. De schoonheidsverzorging wordt geconfronteerd met de vervagende grenzen tussen medische en niet medische behandelingen en een grote arbeidsreserve van gekwalificeerd personeel die eveneens terecht kunnen in andere sectoren dan het PC314 (parfumerie, hotel…)
Visie op de kwaliteitsvolle instroom in de sector via het onderwijs
A. Visie kappersector op aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt
1. Aantrekkingskracht van de sector Het aandeel jongeren dat voor de kappersopleiding kiest is de laatste 4 schooljaren sterk gedaald. Hopelijk heeft dit te maken met een bewuste beroepskeuze. De cijfers duiden nog steeds op een overaanbod. Er blijven (te) veel leerlingen.
onderwijsvorm
20102011
20112012
20122013
20132014
BSO Haarzorg 2de en 3de graad
4719
4534
4180
3985
BSO Haarstilist
709
667
724
663
DBSO assistent kapper
151
122
176
128
DBSO kapper
67
76
53
61
BuSo kappermedewerker
519
514
555
567
CVO Hairstylist voor theater, film en tv
19
18
22
20
CVO kapper
382
447
403
321
CVO Kapper-salonverantwoordelijke
424
466
443
410
CVO kappersmedewerker
228
252
299
334
5
Totaal
7218
7096
6855
6489
SYNTRA leertijd kapper
455
SYNTRA ondernemerstraject kapper
672
SYNTRA voltijdse dagopleiding kapper
326
Totaal
7942
Dit wil zeggen dat er 7942 mensen in opleiding zijn. Hierbij zijn de private academies niet meegerekend. Op het vlak van kwantiteit is het kappersberoep moeilijk een knelpuntberoep te noemen. De sector wil het evenwicht herstellen binnen de kappersopleiding waarin momenteel de kwantiteit de kwaliteit van de opleiding overheerst.
2. Studiekeuze De sector is veeleisend, de opleiding moet flexibel kunnen inspelen op de snel wisselende noden van de arbeidsmarkt. Jonge mensen die voor het vakgebied haarzorg kiezen zijn zich niet altijd bewust van de inhoudelijke criteria van het beroep en beseffen niet wat de toekomst- en arbeidsmogelijkheden zijn. Het motief voor de studiekeuze is niet altijd even doordacht. Het voornaamste motief om voor het kappersvak te kiezen is vanzelfsprekend het feit met het uiterlijk van iemand bezig te zijn (vergelijkbaar met de mode) en het sociaal contact dat door velen expliciet als reden wordt aangehaald. Wegens het gebrek aan overtuiging in vele gevallen, haken leerlingen af na de 2° graad en velen verlaten de school na de 3° graad. Weinigen doen het 7de jaar. Er is een forse uitholling van het aantal inschrijvingen; ongeveer 75% van de leerlingen haakt af. Het gebrek aan echt talent, de juiste attitudes en arbeidsomstandigheden zijn meestal de oorzaak van de uitstroom na enkele jaren arbeid. Anders dan het geval is voor de TSO opleidingen, gaat het voor de jongeren BSO haarzorg niet altijd om de eerste studiekeuze maar eerder om het gevolg van het watervaleffect. Het vak van kapper wordt onderschat qua zwaarte, vereiste competenties en talent. Leerlingen die er hard in geloven gaan door tot en met het 7de jaar. De sector wil de negatieve studiekeuze van veel leerlingen ombuigen tot een positieve. De nauwe samenwerking met het Beroepenhuis is een eerste stap naar een doelgerichte communicatie. Verder kunnen de CLB ’s een belangrijke rol spelen in het doorgeven van de juiste informatie (o.a. via www.onderwijskiezer.be).
3. Kwaliteit van de opleiding De instroom op de arbeidsmarkt geschiedt vanuit de scholen. Van de instroom wordt 33% niet weerhouden aan het einde van het tijdelijke contract of proefcontract. Ten aanzien van de stagiairs gelden dezelfde vaststellingen. De arbeidsmarkt verwacht competenties die niet altijd aanwezig zijn bij de leerling - stagiair. Er is een aanzienlijk verschil tussen de opleiding op school en het functioneren op de werkvloer. Bij veel “lerende kappers” ontbreken de nodige kennis en attitudes om van start te gaan. De werkgever heeft nog veel werk om het vak aan te leren.
6
De sector wil extra ondersteuning bieden. Dit vertaalt zich onder andere in de uitbouw van partnerschappen (samenwerkingsovereenkomsten) om de opleidingsverstrekkers te sensibiliseren voor een update van de lopende samenwerkingsovereenkomsten met meer accent op een efficiënte, kwalitatieve ondersteuning van de leerling. Kennis van het bedrijfsbeheer wordt in de opleiding aangeboden om de leerling voor te bereiden die voor het zelfstandig statuut kiest. In 60% van de gevallen treft het faillissement de bedrijven die jonger zijn dan 5 jaar en is de oorzaak van het faillissement meestal te wijten aan een gebrekkige kennis van bedrijfsbeheer (bron Graydon-lijst). In het werkveld beoefenen veel werkgevers hun beroep op ambachtelijke wijze. 80% van de kappers met werknemers in dienst, tellen maximum 3 werknemers. Deze kappers hebben veel aandacht voor de technische kant van het beroep, hetgeen onderlijnd wordt door de lage belangstelling die opleidingen op vlak van bedrijfsbeheer aan de dag leggen. De aandacht voor het sociaal, economische is minder groot, wellicht ook vanwege de lage scholing op die vlakken. Vanuit de schoolse opleiding krijgen de kappers weinig mee van management bagage. Het 7de jaar in het voltijdse onderwijs is een jaar om zich als kapper te mogen vestigen, maar heet vaak een specialisatiejaar haarstilist en de bedrijfsvakken sluiten meestal onvoldoende aan bij de realiteit.
4. Stages Volgens de leerplandoelstellingen van de derde graad levert de school een vakkundige, gemotiveerde en vaardige kapper af die alle vereiste competenties beheerst. Dit is haalbaar als de samenwerking tussen school en stageplaats beter op de sectorale noden is afgestemd. Stagiairs moeten alle ontplooiingsmogelijkheden krijgen op de werkvloer. Alle competenties zijn belangrijk, van het shampoo toepassen tot een adviesgesprek voeren en omgaan met klanten / collega’s. Tijdens de stages komen ook andere vaardigheden aan bod naast het verwerven van de vereiste technische vaardigheden; we spreken over organisatorische vaardigheden en attitudes. Deze zijn onontbeerlijk om de omgang met klanten, collega’s en leidinggevenden optimaal te laten verlopen.
5. Navorming leraren De navorming van de leraren is een noodzaak en blijft een prioriteit voor de sector. Ondanks het verstrekken van een doelgerichte informatie onder vorm van de “Brochure Onderwijs” - naar alle scholen stelt de sector vast dat steeds dezelfde leraren opdagen. Het aanbod van de bestaande opleidingen wordt afgestemd op de vraag van de arbeidsmarkt maar zeker ook aan de vraag van de leerkrachten zelf.
6. Ondersteuning lerarenopleiding De instroom van de lerarenopleiding in de 3 hogescholen telt een groot percentage studenten zonder vaktechnische vooropleiding. Om de achterstand op praktijkniveau van deze doelgroep bij te benen heeft in het voorbije convenant de sector een proefproject met succes afgerond en wil de sector dit aanbod verderzetten.
7
B. Visie sector schoonheidszorgen op aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt
1.
Aantrekkingskracht van de sector
De evolutie van het aantal Vlaamse leerlingen doorheen de vorige 4 schooljaren in een opleiding tot schoonheidsspecialist(e), met daarnaast de zogenaamde deelberoepen die een onderdeel zijn van de opleiding schoonheidsspecialist(e), ziet er als volgt uit: onderwijsvorm
20102011
20112012
20122013
20132014
Bio-esthetiek
1292
1215
1190
1030
Schoonheidsverzorging
1583
1442
1291
1223
Se-n-Se Grime
39
26
43
30
Se-n-Se Esthetische lichaamsverzorging
171
192
150
152
CVO Schoonheidsspecialist
412
980
1157
1368
CVO Schoonheidsspecialist-salonbeheerder
8
483
828
575
CVO Schoonheidsverzorging TSO3
2731
1709
1076
91
CVO Masseur
58
78
99
247
CVO Nagelstylist
/
/
11
196
CVO Voetverzorger
38
120
183
391
36
87
135
168
6368
6332
6163
5471
CVO Zelfstandig voetverzorger
gespecialiseerd
Totaal SYNTRA leertijd schoonheidsspecialist(e)
42
SYNTRA ondernemerschapstraject schoonheidsspecialist(e)
881
2.
Studiekeuze
Aan de hand van de cijfers zien we een daling van het aantal leerlingen/cursisten die kiezen voor de opleiding van schoonheidsspecialist(e). In verhouding is het aantal leerlingen dat kiest voor een Se-n-Se jaar licht gestegen. Deze daling in het leerlingenaantal heeft te maken met het feit dat meer en meer mensen niet meer kiezen voor de secundaire opleiding maar wel voor alternatieven zoals private opleidingen, volwassenen onderwijs,.. Dit heeft een impact op de algemene vorming van de schoonheidsspecialist(e). Schoonheidsverzorging en uiterlijk zijn belangrijke onderwerpen bij de jeugd, daarom is het belangrijk dat de keuze voor de opleiding tot schoonheidsspecialist(e) ook erg bewust gemaakt wordt en vanuit een positieve benadering. Dit zorgt ervoor dat de meeste leerlingen dan ook gemotiveerd zijn om de opleiding met vrucht te beëindigen.
8
Jongeren willen hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten en kiezen dan ook vaker voor een vervolgopleiding. Hierbij zijn opleidingen in de sociale sector maar ook het onderwijs, opleidingen die deze jongeren aanspreken. De specifieke diplomavereisten die verbonden zijn aan het beroep schoonheidsspecialist(e) reguleren de instroom naar de sector en verzekeren een minimale ‘vakbekwaamheid’, zowel op theoretisch vlak als op vlak van de praktijk. Volwassenen die interesse hebben in het beroep kiezen ook voor de zogenaamde deelberoepen zoals nagelstylist, masseur, voetverzorger, … . Zij wensen zich te specialiseren in een onderdeel van het beroep om ook enkel dit onderdeel maar uit te oefenen. Dit leidt tot een uitholling van het beroep, omdat deze zogenaamde specialisten vaak niet over de volledige achtergrondinformatie beschikken die een schoonheidsspecialist(e) wel bezit. Een belangrijke kanttekening is ook de kostprijs van de opleiding tot schoonheidsspecialist(e). In verhouding met de gemiddelde kostprijs van een schooljaar, ligt de totale kostprijs voor de opleiding bio-esthetiek/schoonheidsverzorging gemiddeld ietwat hoger wegens éénmalige kosten voor het materiaal van de praktijklessen.
3.
Kwaliteit van de opleiding
De opleiding situeert zich in het technische onderwijs en vereist een ruimere theoretische basis dan bijvoorbeeld de opleiding tot kapper. Leerlingen die vanuit het Algemeen Secundair Onderwijs instromen, vertonen dan weer moeilijkheden met het bijwerken van de meer praktisch gerichte vaardigheden. De professionalisering van de commerciële vaardigheden van de schoonheidsspecialisten is een must om de verkoop van de schoonheidsproducten binnen de schoonheids- en wellness instituten te kunnen maximaliseren. De leerlingen die zich nog verder wensen te specialiseren (vb. grime) opteren nog voor een 7de leerjaar onder vorm van een secundair na secundair specialisatie (Se-n-Se). De aantallen blijven wel beperkt, 15% van de leerlingen kiest hiervoor. De vorming verstrekt in secundair onderwijs en door erkende opleidingsverstrekkers, is goed afgestemd op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Er is een gering overschot aan werkzoekenden vooral voortkomend uit andere mogelijkheden tot instroom in het beroep. De instroom in de sector wordt bepaald door de verschillende onderwijsinstellingen die een erkende opleiding tot schoonheidsspecialist(e) aanbieden. Het niveau van de opleidingen wordt als voldoende tot goed beschouwd, maar waakzaamheid is geboden. De impact van de kennis van een schoonheidsspecialist(e) bij het uitoefenen van het beroep is belangrijk niet te onderschatten. Deze kennis ontbreekt soms bij opleidingen van de verschillende zogenaamde deelberoepen als, nagelstylist, … . Jongeren hebben nood aan het kennen van de mogelijkheden om het beroep uit te oefenen; als zelfstandige, als werknemer of als werkgever. De sector wil hier werk van maken door het verstrekken van de nodige informatie via o.a. het inrichten van startersdagen voor leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs schoonheidsverzorging.
4.
Stages
Een typisch kenmerk voor de sector is dat de behandeling gebeurt binnen een heel intieme sfeer. De schoonheids- en wellness instituten zijn dan ook niet geneigd om hun
9
klanten te laten behandelen door stagiaires. De behandelingsruimtes laten het vaak niet toe om een stagiaire voldoende ruimte te bieden om de behandelingen te volgen of onder supervisie uit te voeren . Het praktische deel dat tijdens de lesuren wordt aangeleerd is vooral gericht op (technische) uitvoering van de behandelingen. Tijdens stages komt ook andere vorming van andere fundamentele vaardigheden aan bod zoals het toelichten van producten en behandelingen aan klanten, de algemene houding en communicatie naar de klanten en de verkoop van schoonheidsproducten. De stage vormt een belangrijk onderdeel in de vorming van de toekomstige schoonheidsspecialisten. De aandacht voor het praktische luik mag niet verminderen, ondanks de moeilijkheden die scholen soms ondervinden om gepaste stageplaatsen te vinden. Het is dan ook een uitdaging voor de sector om de werkgevers blijven warm te maken om stageplaatsen binnen de schoonheidszorgen aan te bieden en de kwaliteit ervan te blijven handhaven.
5.
Navorming leraren
Leerkrachten zijn zowel praktisch als theoretisch goed voorbereid. Het beroep kent een sterk technische evolutie wat betreft apparatuur voor behandelingen (nieuwe technologieën). Een update van de kennis bij leerkrachten in geschikte instituten en door bij de beroepsvereniging verstrekte cursussen, is wenselijk o.a. door studiemomenten / workshops te voorzien en dit met bijzondere aandacht voor nieuwe technologieën.
6.
Ondersteuning lerarenopleiding
In de bachelor lerarenopleiding dient er nog meer aandacht te gaan aan het verwerven van beroepstechnische vaardigheden zodat zij deze vakkennis kunnen doorgeven aan hun toekomstige leerlingen. De sector bekijkt de mogelijkheid om de instroom van de leerlingen zonder vaktechnische vooropleiding te ondersteunen in de vorm van een extra korte basisopleiding.
C. Visie sector fitness op aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt
De fitness sector kent een sterke diversiteit inzake opleidingsniveau van startende medewerkers. Wetende dat de fitness sector een aandeel heeft verworven van 20 % in de totale sportarbeidsmarkt in Vlaanderen, zou 10 % van de Bachelors en masters in de Lichamelijke opvoeding zijn toegang vinden tot de fitness sector. Daarnaast heeft de vraag van de fitness sector naar verschillende opleidingsniveaus gezorgd voor een gerichter opleidingsaanbod.
1. Secundair onderwijs Binnen het secundair onderwijs wordt sinds 2010 in één instelling per provincie de SENSE sportclub –en fitnessbegeleider aangeboden. De opleiding telt gemiddeld 56 leerlingen per schooljaar verspreid over Vlaanderen. Iets meer dan een derde van de
10
leerlingen loopt school in Limburg (34,4%), gevolgd door Oost-Vlaanderen (21,9%), Antwerpen (15,6%), Vlaams-Brabant (14,1%) en West-Vlaanderen (14,1%).
2. HBO5 Het BKD personal trainer werd op 31 januari 2014 ingeschaald op niveau 5 van de VKS. Vervolgens werd werk gemaakt van een onderwijskwalificatie binnen het hoger beroepsonderwijs. Op 28 april 2014 werd een positief advies uitgebracht door de commissie Hoger Onderwijs. Op 21 mei 2014 volgde een positief advies van AKOV voor een onderwijskwalificatie binnen HBO5. Erkenning van de studierichting graduaat in de fitnessbegeleiding (90 studiepunten) door de Vlaamse regering kwam er op 6 juni 2014. In de loop van 2015 werden stappen ondernomen om de samenwerking uit te breiden naar opleidingsverstrekkers die zich aandienen binnen HBO5. Verschillende hogescholen met een opleiding lichamelijke opvoeding zijn vragende partij om in de loop van 2016 een aanvraag in te dienen tot erkenning.
3. Sportkaderopleiding De sportkader opleiding onder regie van de Vlaamse trainersschool wordt voor de fitness sector georganiseerd in samenwerking met Syntra Vlaanderen. Overleg gebeurd binnen de denkcel fitness met vertegenwoordiging van universiteiten en hogescholen met een opleiding lichamelijke opvoeding, Syntra Vlaanderen, De fitness Organisatie en de beroepsvereniging fitness. Naast het reguliere onderwijs en de sportkaderopleiding dienen zich de laatste jaren ook meer private opleidingsverstrekkers aan, die een basisopleiding binnen de fitness sector aanbieden. De kwaliteitsbewaking van private opleidingsinitiatieven is een aandachtspunt gezien de significante instroom via deze weg. Met het oog op een gestructureerde en kwalitatieve instroom uit het onderwijs en de sportkaderopleiding naar de arbeidsmarkt wil de deelsector fitness komen tot een sluitend opleidingstraject voor de beroepencluster fitness die verschillende opleidingsniveaus binnen de Vlaamse kwalificatiestructuur overspant met bijzondere aandacht voor arbeidsmarktgerichte finaliteiten met name de lesgever fitnessconcepten, fitnessbegeleider, groepsfitness begeleider, personal trainer, clubmanager en fitness uitbater.
II.
Visie op kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden via VDAB
Arbeidsreserve
De kapperssector De kapper behoort volgens de VDAB tot de knelpuntberoepen. Het gaat om een beroep waarvoor de vacatures duidelijk niet zo gemakkelijk kunnen vervuld worden als voor het gemiddelde beroep. Vacatures staan gewoonlijk langer open of het vervullingspercentage is aan de lage kant. In 2014 ontving de VDAB 722 vacatures voor kapper (VDAB). Het kappersberoep is al langer een knelpuntberoep, niet zozeer omdat er te weinig kappers zouden afstuderen, de arbeidsreserve voor het kappersberoep is immers ruim. Wel blijken veel kandidaten ongeschikt omwille van hun leeftijd of hun beperkte of niet
11
actuele beroepskennis. Daarnaast vindt niet iedereen de arbeidsomstandigheden ideaal: zaterdagwerk en de fysieke belasting verlagen de aantrekkelijkheid van de job.
Omdat het aantal kapsalons momenteel heel hoog ligt is ook de concurrentie zeer sterk. Een heel groot aantal van de kappers voert zijn of haar beroep onder zelfstandig statuut uit. Dit aantal groeit ook met de jaren. Een aantal toeleidingsprojecten die door de sector in samenwerking met VDAB werden georganiseerd geven aan dat er een aanzienlijke discrepantie bestaat tussen de vermeende en de reële arbeidsreserve.
De schoonheidszorgen In de loop van 2014 ontving de VDAB 323 vacatures voor schoonheidsspecialisten en 54 vacatures voor manicure-pedicure. Het vervullingspercentage voor beide beroepen bedroeg in 2014 100%. De cijfers tonen aan dat er binnen de schoonheidszorgen voldoende arbeidsreserve is. Uit analyse blijkt dat de samenstelling van de populatie werkzoekende binnen de schoonheidszorgen uiteenlopend is. Het betreft niet enkel laaggeschoolden of werkzoekenden zonder ervaring maar ook een grote groep aan goed opgeleide werkzoekende met werkervaring. Het beroep van schoonheidsspecialist staat in geen van de 3 gewesten als knelpuntberoep geregistreerd.
De fitness De fitness sector kent een grote diversiteit inzake scholingsgraad binnen het medewerkers bestand. De fitness sector biedt met andere woorden mogelijkheden qua werkgelegenheid aan zowel hoger als lager opgeleide niet werken werkzoekenden. Het is echter niet vanzelfsprekend om de huidige arbeidsreserve voor de fitness sector duidelijk af te lijnen, gezien deze dikwijls wordt meegenomen binnen de bredere contouren van de sportarbeidsmarkt. In de loop van 2014 ontving VDAB 498 vacatures voor begeleider sportactiviteiten. Gezien de fitness sector 20% van de totale sportarbeidsmarkt in Vlaanderen voorstelt (De Vlaamse sportarbeidsmarkt in kaart gebracht. Scheerder, Vos, Pabian, Pauwels 2011) wordt het aantal vacatures voor de fitness sector in 2014 op 100 geschat.
De individuele beroepsopleiding De sector kappers, fitness en schoonheidszorgen telt het grootste aantal opgestarte IBO’s namelijk 5 per 100 VTE van alle sectoren met een sectorconvenant. Sinds 2013 hebben de deelsectoren kappers en fitness een raamakkoord met VDAB om deze tewerkstellingsmaatregel binnen de sector te optimaliseren. Waarom een raamakkoord:
Een gedegen screening van potentiele kandidaten Duidelijke richtlijnen voor de duurtijd van de IBO in plaats van willekeur Een gedegen kwalificatie van de begeleider/opleider garanderen
12
Uitwisseling van gegevens om een beleid op maat van de sector mogelijk te maken Mogelijkheid om extra sectorale ondersteuning aan te bieden
Het raamakkoord bevat drie belangrijke items: 1. De sector en VDAB wisselen periodiek gegevens uit. Enerzijds ontvangt de sector een overzicht van de opgestarte IBO ’s. Anderzijds wordt VDAB geïnformeerd over de sectorale ondersteuningsmaatregelen. 2. De begeleider die de werkzoekende ondersteunt dient ofwel de werkgever zelf te zijn of een medewerker actief binnen functie classificatie 3 die zijn taken in volle autonomie kan uitvoeren (aanvullend organiseert de sector op regelmatige basis een sectorale mentoropleiding). 3. Er werden richtlijnen afgesproken voor wat de duur tijd van de IBO betreft.
Verantwoordelijkheden van VDAB en de sector binnen het raamakkoord: VDAB: opmaken opleidingsplan i.s.m. werkgever; afsluiten IBO; opvolgen IBO traject; administratieve ondersteuning; periodiek aanleveren van IBO gegevens aan de sector. Sector: aanreiken aan VDAB van sectorale screening tools; sectorale ondersteuning aanbieden aan de werkgever op het vlak van opleiding & permanente vorming en welzijn op het werk. In 2014 werden voor de deelsectoren kappers en fitness in totaal 195 IBO’s opgestart waarvan 180 voor het beroep van kapper en 15 voor het beroep van fitnessbegeleider. In 29 gevallen kende de IBO een ongunstige stopzetting. 86% van de opgestarte IBO’s heeft geleid tot een tewerkstelling binnen de sector.
Startup tool voor kappers In het kader van het ESF project werkplekleren werd in de loop van 2014 voor de deelsector kappers de e-tool hairstylist startup tool ontwikkeld. Via de e-tool wil de sector een extra ondersteuning bieden bij het inzetten en inwerken van nieuwe medewerkers binnen de sector. Via de website www.hairstyliststartup.be wordt via een dagelijkse vragenlijst enerzijds getracht de nieuwe medewerker te laten stilstaan bij zijn/haar keuze om in de sector aan de slag te gaan en anderzijds wordt de werkgever de mogelijkheid geboden om een beter zicht te krijgen op de competenties en motivaties van de nieuwe medewerker. Bovendien kan elke starter zijn of haar eigen concreet hairstylist plan maken. Dit stappenplan is voor werknemer én werkgever een handig instrument om de startersperiode vlot te laten verlopen. De sector wil in samenspraak met VDAB de tool ter beschikking stellen van de IBO consulenten.
13
III.
Visie op competentiebeleid en permanente vorming binnen de sector
De sector van de kappers, fitness en schoonheidszorgen bestaat voor de overgrote meerderheid uit KMO’s met minder dan 10 werknemers, wat maakt dat permanente vorming en competentieontwikkeling ingang doen vinden binnen deze micronondernemingen een aanzienlijke uitdaging vormt.
Permanente vorming Gezien het trend- en modegevoelige karakter van de sector waar vaktechnische en technologische ontwikkelingen mekaar snel opvolgen, leeft binnen de sector sterk het besef dat opleiding, bijscholing en zelfs specialisatie van werknemers en leidinggevenden actief in de sector een must zijn. Om competitief te blijven dienen de bedrijven binnen de sector dynamische ondernemingen te zijn die hun dienstverlening aanpassen aan de vraag van de (potentiële)klant. Durven en kunnen investeren in opleiding en competentieontwikkeling van medewerkers is bijgevolg van cruciaal belang voor de sector.
Sectoraal vormingsaanbod In de loop van 2014 bood de sector voor de 3 deelsectoren in totaal 940 geaccrediteerde vormingen aan verdeeld over 212 vormingsdagen. Het betreft zowel eigen sectorale vormingen van de 3 deelsectoren als vormingen van externe opleidingsverstrekkers die door de sector werden geaccrediteerd. Het up-to-date houden van het vormingsaanbod waarbij de aandacht wordt verdeeld over het bijbrengen van de juiste attitudes en het verwerven van vaktechnische vaardigheden -en kennis, is een permanent aandachtspunt voor de sector.
Participatie Alle werknemers binnen het PC 314 hebben bij CAO het recht op 16 uur vorming/jaar. Om medewerkers extra te motiveren bijscholing en opleiding te volgen keert de sector een opleidingsvergoeding uit die binnen de 6 weken na het volgen van een geaccrediteerde opleiding wordt uitbetaald met een jaarlijks plafond van 750 euro per werknemer. Aangezien de kleinere ondernemingen minder mogelijkheden hebben om zelf interne opleidingsprogramma’s vorm te geven, kunnen ze gebruik maken van een kwaliteitsvol en betaalbaar opleidingsaanbod dat door de sector wordt georganiseerd en zelf maximaal inzetten op informele leermogelijkheden in de werkomgeving. In de loop van 2014 namen in totaal 1413 unieke werknemers deel aan een sectoraal geaccrediteerde vorming. Dit vertegenwoordigd een groei van 9% t.o.v. 2013. De gemiddeld uitbetaalde opleidingsvergoeding per werknemer steeg met 1,5 % naar 197 euro op jaarbasis. De cijfers geven aan dat zowel de totale opleidingsparticipatie als de participatie per werknemer in stijgende lijn zitten.
14
Competentiemanagement Er bestaan binnen de sector heel wat vooroordelen over het (in)voeren van een opleidingsbeleid en het voeren van een competentiebeleid in het bijzonder. Zo leeft de idee dat dit enkel weggelegd zou zijn voor grote ondernemingen, dat kleine ondernemingen enkel aan informeel leren zouden kunnen doen of dat het een dure en tijdrovende aangelegenheid is. Competentiemanagement is maatwerk. Dit impliceert dat iedere onderneming zelf bepaalt waarop ze wil focussen, bijvoorbeeld introductie voor nieuwe werknemers, opleiding, informeel leren, behoeftedetectie, enz. Het is dan ook een uitdaging voor de sector om vooral de micro ondernemingen te ondersteunen bij het maken van realistische keuzes in functie van hun prioriteiten, budget en beschikbare tijd om op die manier de vooroordelen die binnen de sector leven deels weg te nemen. De sectorale ondersteuning bij het maken van realistische keuzes bij de opstart of verdere ontwikkeling van een competentiebeleid binnen de ondernemingen zal vooral gericht zijn op volgende thematieken:
IV.
De ondersteuning van het formele leren binnen en buiten de muren van de ondernemingen. De valorisatie van ervaring en informeel leren binnen de sector via de sectorale ervaringsbewijzen. Ondersteuning bieden bij het opmaken van functie/competentieprofielen. Het opwaarderen van managementvaardigheden van leidinggevenden met bijzondere aandacht voor personeelsbeleid. Ondersteunen/opleiden van opleidingsverantwoordelijken en mentoren binnen de ondernemingen via de sectorale mentoropleiding.
Visie op diversiteit en evenredige arbeidsdeelname
De groeiende diversiteit in de samenleving spiegelt zich af op de arbeidsmarkt. In het PC314 is de vertegenwoordiging van personen met een buitenlandse herkomst goed voor 24,7% (11.8% EU en 12.9% niet EU), wat aanzienlijk hoger is dan het Vlaams gemiddelde (14%). In het aantal Belgische medewerkers is er sinds 2009 sprake van een daling(-260), terwijl het aantal loontrekkenden met een buitenlandse herkomst lichtjes groeit(EU +60 en niet EU +200). Een divers samengesteld personeelsbestand is typerend voor de sector maar er zijn nog uitdagingen die de ontplooiing en integratie kunnen bevorderen: toekomstige medewerkers moeten ondersteund worden in hun bewuste beroepskeuze en in hun zoektocht naar werk. Personen uit kansengroepen worden vaak geconfronteerd met (in)directe en (on)bedoelde discriminatie. Een antidiscriminatiebeleid en een -houding binnen onderwijs en arbeidsmarkt zijn essentieel voor de ontplooiing van nieuwkomers die voor de job willen gaan en/of uitoefenen. De sector wil scholen en bedrijven sensibiliseren en informeren over de mogelijke aanpak bij discriminerende situaties.
15
V.
Visie op werkbaarheid
De sector kent een grote instroom van jonge medewerkers onder de 24 jaar, terwijl oudere medewerkers ondervertegenwoordigd zijn. ¬ Binnen de kapperssector is 9% ouder dan 50 jaar waarvan 3% mannen en 6% vrouwen ¬ Binnen de schoonheidszorgen is 6% van het totaal aantal medewerkers ouder dan 50 jaar, bovendien kent de schoonheidszorgen reeds een grote uitstroom van medewerkers vanaf 35 jaar ¬ Bijna de helft van de fitnessmedewerkers is jonger dan 30, twee op de drie medewerkers is jonger dan 35. De fysieke vereisten van de job, de arbeidsorganisatie en de onregelmatige werkuren omwille van de variabele bedrijfsdrukte zijn meestal de oorzaken van een vroege uitstroom. De sector wil hierop inspelen via een sectoraal retentiebeleid, en dit vanaf een leeftijd tussen 35 en 40 jaar, met bijzondere aandacht voor welzijn op het werk, het onder controle houden of reduceren van de fysieke belastingsgraad van de job en arbeidsdifferentiatie. In de kapperssector behoort het grootste deel van de medewerkers tot het vrouwelijk geslacht en tot de leeftijdscategorie van 20 - 34 jaar. De kapster aan het werk houden, dat is een uitdaging die de werkgever voortdurend bezighoudt. Een preventiebeleid, zoals de opmaak van de risicoanalyse, een goede omkadering voorzien tijdens de zwangerschapsperiode, arbeidsdifferentiatie implementeren in het bedrijf, zijn zeker initiatieven die ervoor zorgen dat de kapster blijft. Duurzaam Ondernemen is bij alle bedrijfsbeslissingen zowel een hoger bedrijfsrendement nastreven, als de kansen benutten voor meer welzijn van de medewerkers en de maatschappij. Het gaat om activiteiten die een stap verder gaan dan waartoe de wet verplicht; vanuit maatschappelijke betrokkenheid en een toekomstgerichte visie. Vanuit de geschetste sectorale visie en vanuit de sectorspecifieke uitdagingen waar de sector op korte en langere termijn voor staat, maakt de sector werk van het aanpakken van de volgende prioriteiten:
16
Prioriteit 1: kwaliteitsvolle instroom in de sector via het onderwijs A. Motivatie en gemeenschappelijke acties PC314 Ten einde de kwaliteit van de opleidingen die leiden tot een sectorale kwalificatie te doen aansluiten bij de verwachtingen en competentie vereisten van de arbeidsmarkt, wil de sector enerzijds bijdragen tot een complete en realistische kijk op de beroepsmogelijkheden binnen de sector en anderzijds de nodige ondersteuning bieden bij de implementatie van de beroepskwalificatiedossiers in onderwijs.
Actie 1: Ter beschikking stellen van beroepsinformatie en sensibiliseren en stimuleren van een geïnformeerde en bewuste beroepskeuze. Subactie 1: Ter beschikking stellen van alle mogelijkheden informatie om binnen de deelsectoren van PC314 aan het werk te gaan. Omschrijving De sector biedt zijn medewerking in het kader van beroepsinformatie op www.onderwijkiezer.be. De sector promoot dit portaal via schoolbezoeken, beurzen (Estetika, Hairproject, …) en de respectievelijke sectorale sites en publicaties. Timing 2016-2017 Betrokken partij de sector, CLB’s, departement onderwijs, VDAB en de opleidingsverstrekkers
Subactie 2: Sensibiliseren en stimuleren van een geïnformeerde beroepskeuze voor de 2 deelsectoren schoonheidszorgen en kapper.
en
bewuste
Omschrijving Actieve deelname aan het Beroepenhuis door het ondersteunen van de ateliers voor de jonge bezoekers met ook een deelname aan de materialenbeurs, infomomenten, … . Daarnaast vraag gestuurd deelnemen aan beurzen, evenementen,… in het kader van een juiste beroepskeuze. Ook scholen, centra en campussen kunnen vraag gestuurd ondersteuning vragen bij het informeren van de toekomstige kapper of schoonheidsspecialist(e). Timing 2016-2017 Betrokken partij Beroepenhuis Gent, de deelsectoren en opleidingsverstrekkers
17
Actie 2: Finaliseren van de beroepskwalificatiedossiers voor de verschillende deelsectoren van PC314, maar ook intersectoraal en ondersteuning bij de implementatie naar onderwijs. Omschrijving Tijdens het vorig convenant zijn er reeds heel wat beroepskwalificatiedossiers afgerond en ingeschaald. Het doel binnen dit convenant is om de implementatie ervan binnen onderwijs te ondersteunen. Daarnaast verder werken aan de dossiers in opmaak. Timing 2016-2017 Betrokken partij de Fitness Organisatie, BBF&W, UBK/UCB, Besko en AKOV
B. Motivatie kapperssector De sector van de kappers blijft inzetten op een goede kwalitatieve uitstroom van toekomstige kappers, die tevens bereid zijn om in de sector aan de slag te gaan. Hiervoor zetten ze in op overleg met de verschillende opleidingsverstrekkers om er mee voor te zorgen dat de opleidingen actueel zijn en afgestemd op de noden van de arbeidsmarkt. Daarnaast wil de sector ermee op toezien dat leerlingen, studenten en eventueel cursisten terecht komen op kwalitatieve werkplekken door ook hier de kapper in te ondersteunen. Natuurlijk zijn ook de leerkrachten in dit verhaal een belangrijke schakel. Ook voor hen voorzien we opleiding, stage, … zodat ze er voor kunnen zorgen dat hun lessen actueel zijn en dat ze de voeling met de werkvloer niet verliezen. Bij alles wat we organiseren voor de kapper willen we ook de opleidingsverstrekkers betrekken. Dit door hen gratis gebruik te laten maken van onze online kappersencyclopedie (Digicoiff), hen te betrekken in het gebeuren van kampioenschappen en beurzen maar ook meenemen in het ganse verhaal van preventie en welzijn.
Actie 1: Samenwerking opleidingsverstrekkers
sector
kappers
met
alle
mogelijke
Subactie 1: Door regelmatig overleg de samenwerking tussen de sector kappers en de verschillende onderwijsverstrekkers van het SO, CVO en BuSO optimaliseren. Omschrijving Er zijn onderwijsconvenanten met de verschillende onderwijsnetten, dit met zowel SO, CVO en BuSO. Belangrijk is om de inhoud ervan te blijven bespreken en deze te actualiseren. Dit door jaarlijkse bijeenkomsten te organiseren waar het aanbod voor de scholen besproken wordt. Het individueel onderwijsconvenant tussen de scholen en de sector kappers is een brug verder. Op deze manier proberen we het aanbod van de sector nog beter af te stemmen op de vraag van de scholen. We zorgen ervoor dat alle scholen kunnen genieten van een uitgebreid aanbod, maar proberen een goede samenwerking met scholen extra te belonen. We blijven hierop inzetten, door vraag gestuurd, scholen informatie te verstrekken over het individueel onderwijsconvenant en de samenwerking vast te leggen.
18
Timing 2016-2017 Betrokken partijen onderwijsverstrekkers – directies van scholen/centra
Subactie 2: Door regelmatig overleg de samenwerking tussen de sector kappers en SYNTRA Vlaanderen optimaliseren. Omschrijving Bij andere opleidingsverstrekkers zoals SYNTRA Vlaanderen is overleg belangrijk bij de ontwikkeling van nieuwe lesprogramma’s en het hernieuwen van bestaande lesprogramma’s. Het overleg tussen de opleidingsverstrekker en de sector zorgen voor een goede afstemming van de opleiding op de arbeidsmarkt. Dit overleg komt vraag gestuurd samen, afhankelijk van de noden van de opleidingsverstrekker. Bij de ontwikkeling van een nieuw lesprogramma is dit op regelmatige basis en bij specifieke vragen is dit beperkt. Timing 2016-2017 Betrokken partijen opleidingsverstrekker SYNTRA Vlaanderen
Subactie 3: Door regelmatig overleg de samenwerking tussen de sector kappers en de hogescholen bachelor haarzorg optimaliseren. Omschrijving Vanuit de hogescholen is er nood aan overleg met de sector maar ook onderling. Vanuit dit overleg vloeit een goede samenwerking, met als gemeenschappelijk doel de opleiding praktijkleerkracht haarzorg optimaliseren. Timing 2016-2017 Betrokken partijen hogescholen bachelor haarzorg
Actie 2: Kwaliteitsvol werkplekleren binnen de sector kappers ondersteunen Ontwikkeling, ondersteuning en opvolging SYNTRA leertijd, deeltijds leren en werken en duaal leren met de verschillende opleidingsvertrekkers. Omschrijving Gezien de recente ontwikkelingen in het onderwijslandschap is het belangrijk als sector om hier te anticiperen. Het kappersberoep leent zich uitermate om in een systeem van duaal leren door te geven. De SYNTRA leertijd is hier een mogelijke vorm van, maar ook
19
DBSO. Als sector zijn we reeds jaren vragende partij om naar één uniform systeem te gaan. Daarnaast willen we met de mentoropleiding er voor zorgen dat de mentoren op een juiste manier worden ondersteund in de begeleiding van de leerling. Timing 2016-2017 Betrokken partij opleidingsverstrekkers – stagebedrijven
Actie 3: Het ondersteunen en verhogen van de technische vaardigheden van de huidige en toekomstige praktijkleraren binnen de kappersopleiding. Subactie 1: Aanbieden van praktijkopleidingen, workshops, evenementen, … aan de praktijkleerkrachten. Omschrijving Om hun leerlingen te blijven stimuleren en motiveren is het belangrijk dat de leerkracht up-to-date blijven. Zij moeten weten wat de nieuwe trends zijn, hun technische vaardigheden op regelmatige basis hernieuwen en kennismaken met de wijzigingen in het werkveld van de leerkracht en de kapper. We proberen hen hierin te motiveren door het organiseren van praktijkopleidingen, maar hen ook te betrekken bij evenementen of workshops die voor de kapper georganiseerd worden. Zo kunnen ze tegen een gereduceerd tarief deelnemen aan de Campus Coach opleidingen en krijgen ze vaak kortingen op evenementen en beurzen. Timing elk schooljaar 2 nieuwe seizoenen; voorjaar 2016 – najaar 2016 – voorjaar 2017 – najaar 2017 Betrokken partij scholen, centra en campussen maar ook kapper opleiders
Subactie 2: Praktijkleerkrachten opnieuw voeling geven met het werkveld door hen stage te laten doen bij of met een kapper in binnen- of buitenland. Omschrijving Om de voeling met het werkveld te blijven behouden is het een meerwaarde dat leerkrachten nog op regelmatige basis in contact komen met de werkvloer. Vaardigheden zoals tempo, nieuwe technieken, … kunnen ideaal ervaren worden op de werkvloer. Door hen stage te laten doen bij en met een kapper kunnen ze zelf ervaren wat de vraag is op de werkvloer en wat hun leerlingen ervaren op de stageplaats. Voor vele is een stage een extra boost om er op school terug tegen aan te gaan. Ze delen de ervaring met hun collega’s en leerlingen. Timing 2016-2017
20
Betrokken partij scholen, centra en campussen
Subactie 3: Ter beschikking stellen van de ICT-tool ten behoeve van leraren en leerlingen, studenten,cursisten in de afdeling haarzorg van alle scholen, centra en campussen. Omschrijving De online tool van de sector ondergaat een constante, grondige update. De lay-out, de inhoud en het beeldmateriaal worden regelmatig vernieuwd. Dit neemt enige tijd in beslag, maar de update wordt gespreid in verschillende fases. Een team kappersexperten werkt samen met de sector om alles grondig door te nemen en aan te passen aan de hedendaagse normen. De nieuwe, aangepast modules zijn te onderscheiden van de oude. Deze tool is beschikbaar voor zowel leerkrachten als leerlingen en dit in zowel het Nederlands als het Frans. Voor de leerlingen die als tweede taal Frans hebben is dit een meerwaarde om deze taal te kunnen aanleren met leerstof uit hun vakgebied. Timing 2016-2017 Betrokken partij scholen, centra en campussen maar ook actieve kappers
Subactie 4: Het ondersteunen van de hogescholen met opleiding bachelor haarzorg, in het verwerven van de technische vaardigheden voor de startende praktijkleerkracht. Omschrijving Studenten zonder vooropleiding haarzorg missen de nodige praktijkervaring om met voldoende bagage als praktijkleerkracht aan de slag te gaan. Als sector willen we hen hier in ondersteunen door hen een opleidingsweek aan te bieden met opleidingen die een uitbreiding zijn op hun basispakket. Daarnaast willen we hen blijven stimuleren om bij de kapper werkervaring op te doen. Dit laatste is zeker noodzakelijk om hen de nodige voeling met de sector en het werkveld te laten ervaren. Timing 2016-2017 Betrokken partij hogescholen opleiding bachelor haarzorg en kapper opleiders
21
Actie 4: Promotie voeren over preventie en welzijn op de werkvloer rekening houdend met het Europees overleg binnen de sector van de kappers. Subactie 1: Verspreiden van tools en materiaal betreffende preventie en welzijn aan leerlingen, studenten, cursisten, leerkrachten en kappers. Omschrijving De sector heeft reeds heel wat tools en materiaal ontwikkeld om de kapper te informeren over preventie en welzijn. Met dit materiaal willen we de kapper sensibiliseren en informeren over de risico’s die het beroep kunnen inhouden. Belangrijk is dat dit gebeurt van bij de start van de carrière van de toekomstige kapper. We investeren dan ook in preventie en welzijn in opleidingscentra voor zowel de leerlingen, studenten, cursisten als de leerkrachten. Via de website is al het materiaal gratis downloadbaar en belangrijk is de betrokken partijen hiervan op de hoogte te brengen. Timing 2016-2017 Betrokken partij opleidingsverstrekkers – kappers
Subactie 2: Organiseren van workshops rond preventie en welzijn van de kapper voor leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten. Omschrijving Naast het ontwikkelde materiaal willen we ook opleidingsverstrekkers de mogelijkheid geven zich te verdiepen in de materie van preventie en welzijn van de kapper. Door hen workshops aan te bieden geven we hen de mogelijkheid kennis te maken met het ontwikkelde materiaal, maar ook de ervaring van kappers uit het werkveld rond dit onderwerp te delen. Dit doen we ook voor leerlingen, studenten en cursisten op school. Timing 2016-2017 Betrokken partij scholen, centra en campussen
Actie 5: Promotie voeren voor en inrichten van sectorale kampioenschappen, beurzen en evenementen ten aanzien van leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten. Subactie 1: Inrichten en promotie voeren voor van sectorale kampioenschappen en beurzen voor leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten. Omschrijving De deelnemers aan een kampioenschap maken kennis met de druk, de noodzakelijke ervaring, … die er bij een dergelijk evenement komen kijken. Dit is een voorbereiding op de realiteit van de werkvloer. We blijven als sector dan ook scholen stimuleren om deel te nemen via vormingsbrochures, vakbladen en sociaal netwerk. Daarnaast is het bezoeken van beurzen ook een meerwaarde. Men maakt kennis met nieuwe technieken
22
en vaardigheden maar ook tendensen, producten, … . Op deze manier ervaren ze nogmaals de realiteit van de werkvloer. Timing 2016-2017 Betrokken partij opleidingsverstrekkers en kappers
Subactie 2: Het inrichten van startersdagen voor leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs haarzorg. Omschrijving Deze leerlingen staan aan de start van hun actieve beroepscarrière. We willen hen dan ook informeren over de verschillende mogelijkheden waarop ze als kapper aan de slag kunnen. Hiervoor werken we samen met verschillende partners uit de beroepswereld. Door uiteenzettingen, panelgesprekken, persoonlijke gesprekken,… krijgen ze de mogelijkheid om al hun vragen aan deskundigen te stellen en met de nodige informatie naar huis te gaan. Timing 2016-2017 Betrokken partij laatstejaarsleerlingen haarzorg
Subactie 3: Op vraag van scholen een specifiek aanbod voor leerlingen aanbieden. Omschrijving Meer en meer scholen vragen naar extra opleidingen, als uitbreiding op het leerplan, voor de leerlingen. Opleidingen die ervoor zorgen dat ze snel kunnen inspelen op de noden van het werkveld. We bieden deze opleidingen aan onder verschillende vormen zoals op school, maar ook in onze sectorale opleidingscentra. Dit alles om de opleiding tot kapper actueel en op maat van de noden van het werkveld aan te kunnen bieden. Timing 2016-2017 Betrokken partij leerlingen, cursisten, studenten en sectorale opleidingscentra
23
Actie 6: Stimuleren van schoolverlaters om zo snel mogelijk na de opleiding in de kapperssector te stromen. Sectorale “premie eerste job” voor de schoolverlaters van de sector kappers Omschrijving Verderzetten sectorale premie bij tewerkstelling binnen de 6 maanden na het afstuderen. Belangrijk is hier om de jongeren op zoveel mogelijk verschillende manieren te sensibiliseren over het bestaan van de premie. Dit door de organisatie van evenementen, via sociale media, via de website en de noodzakelijke info doorgeven aan de scholen. Scholen die op hun beurt bij bv. een diploma uitreiking de info meegeven aan de jongeren. Door de verschillende acties proberen we het aantal aanvragen te doen stijgen. Timing 2016-2017 Betrokken partij schoolverlaters van de kappersopleiding BSO, BuSO en SYNTRA
C. Motivatie sector schoonheidszorgen De sector van de schoonheidszorgen blijft inzetten op een goede kwalitatieve uitstroom van toekomstige schoonheidsspecialisten. Hiervoor zetten ze in; op overleg met de verschillende opleidingsverstrekkers om er mee voor te zorgen dat de opleidingen actueel zijn en afgestemd op de noden van de arbeidsmarkt. Daarnaast wil de sector ermee op toezien dat leerlingen, studenten en eventueel cursisten terecht komen op kwalitatieve werkplekken door ook hier de schoonheidsspecialist(e) in te ondersteunen. Natuurlijk zijn ook de leerkrachten in dit verhaal een belangrijke schakel. Ook voor hen voorzien we opleiding, beurzen, … zodat ze er voor kunnen zorgen dat hun lessen actueel zijn en dat ze de voeling met de werkvloer niet verliezen. Zowel de schoonheidsspecialist(e) als de leerkrachten , leerlingen, cursisten en studenten willen we sensibiliseren over preventie en welzijn, om hen te stimuleren dit ook in hun dagdagelijks werkritme op te nemen.
Actie 1: Samenwerking opleidingsverstrekkers
sector
schoonheidszorgen
met
alle
mogelijke
Subactie 1: Door regelmatig overleg de samenwerking tussen de schoonheidszorgen en de onderwijsverstrekkers van het SO optimaliseren.
sector
Omschrijving In het vorig convenant is er een globaal onderwijsconvenant afgesloten met de verschillende onderwijsverstrekkers van het SO. Door jaarlijks overleg, proberen we een goede samenwerking verder te zetten en de betrokken partijen te informeren over het aanbod voor het onderwijs vanuit de sector. Timing 2016-2017
24
Betrokken partijen onderwijsverstrekkers
Subactie 2: Door regelmatig overleg, de samenwerking tussen schoonheidszorgen en andere opleidingsverstrekkers optimaliseren.
de
sector
Omschrijving Bij andere opleidingsverstrekkers, zoals SYNTRA Vlaanderen, is overleg belangrijk bij de ontwikkeling van nieuwe lesprogramma’s en het hernieuwen van bestaande lesprogramma’s. Het overleg tussen de opleidingsverstrekker en de sector zorgen voor een goede afstemming van de opleiding op de arbeidsmarkt. Dit overleg komt vraag gestuurd samen, afhankelijk van de noden van de opleidingsverstrekker. Bij de ontwikkeling van een lesprogramma is dit op regelmatige basis en bij specifieke vragen is dit beperkt. Timing 2016-2017 Betrokken partijen opleidingsverstrekker SYNTRA Vlaanderen
Subactie 3: Overleg met de hogescholen opleiding bachelor bio-esthetiek over de afstemming van de opleiding op de vraag van de arbeidsmarkt. Omschrijving Studenten zonder vooropleiding schoonheidszorgen missen de nodige praktijkervaring om met voldoende bagage als praktijkleerkracht aan de slag te gaan. Als sector willen we hen hier in ondersteunen door samen met de hogescholen te kijken hoe we dit kunnen opvangen. Daarnaast willen we hen blijven stimuleren om bij de schoonheidsspecialist(e) werkervaring op te doen. Dit laatste is zeker noodzakelijk om hen de nodige voeling met de sector en het werkveld te laten ervaren. Timing 2016-2017 Betrokken partij hogescholen opleiding bachelor bio-esthetiek
Actie 2: Kwaliteitsvol werkplekleren binnen de sector schoonheidszorgen ondersteunen Kwaliteitsvolle werkplekken binnen de schoonheidsverzorging ondersteunen en toetsen aan de realiteit. Omschrijving De sector voorziet een aanbod van kwaliteitsvolle stageplaatsen die via de sectorale website wordt bekend gemaakt. Daarnaast zal de sector de bedrijven aansporen om stageplaatsen aan te beiden. De sector zal ondersteuning bieden op aanvraag van de
25
scholen bij het zoeken naar stageplaatsen. De informatie zal verspreid worden via vakbladen, infosessies, en de vakbeurs Estetika, waar een aanspreekpunt voor scholen aanwezig is. Timing 2016-2017 Betrokken partijen de sector schoonheidszorgen, de scholen, de schoonheidsinstituten
Actie 3: Het ondersteunen en verhogen van de technische vaardigheden van de huidige en toekomstige praktijkleraren binnen de opleiding schoonheidszorgen. Aanbieden van praktijkopleidingen, praktijkleerkrachten.
workshops,
evenementen,
…
aan
de
Omschrijving Om hun leerlingen te blijven stimuleren en motiveren is het belangrijk dat de leerkracht up to date blijven. Zij moeten weten wat de nieuwe trends zijn, hun technische vaardigheden op regelmatige basis hernieuwen en kennismaken met de wijzigingen in het werkveld van de leerkracht en de schoonheidsspecialist(e). We proberen hen hierin te motiveren door het organiseren van praktijkopleidingen, maar hen ook te betrekken bij evenementen of workshops die voor de schoonheidsspecialist(e) georganiseerd worden. Zo kunnen krijgen ze vaak kortingen op evenementen en beurzen. Door de leerkrachten een sector gerelateerd bedrijfsbezoek aan te bieden proberen we hen een brede waaier aan informatie mee te geven. Timing elk schooljaar van 2016-2017 Betrokken partij scholen, centra, bedrijven en opleider schoonheidsspecialist(e)
Actie 4: Promotie voeren over preventie en welzijn op de werkvloer Subactie 1: Verspreiden van de Risktrainer brochure aan leerlingen, studenten, cursisten, leerkrachten en schoonheidsspecialist(e). Omschrijving De sector heeft tijdens het vorige convenant een uitgebreide Risktrainer brochure ontwikkeld om de schoonheidsspecialist(e) te informeren over preventie en welzijn. Met deze brochure willen we de schoonheidsspecialist(e) sensibiliseren en informeren over de risico’s die het beroep kunnen inhouden. Belangrijk is dat dit gebeurt van bij de start van de carrière van de toekomstige schoonheidsspecialist(e). We investeren dan ook in preventie en welzijn in opleidingscentra voor zowel de leerlingen, studenten, cursisten als de leerkrachten. Via de website zal de brochure gratis downloadbaar zijn en belangrijk is de betrokken partijen hiervan op de hoogte te brengen. Timing 2016-2017
26
Betrokken partij opleidingsverstrekkers – schoonheidsspecialist(e)
Subactie 2: Organiseren van workshops rond preventie en welzijn van schoonheidsspecialist(e) voor leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten.
de
Omschrijving Naast het ontwikkelde materiaal willen we ook opleidingsverstrekkers de mogelijkheid geven zich te verdiepen in de materie van preventie en welzijn van de schoonheidsspecialist(e). Door hen workshops aan te bieden geven we hen de mogelijkheid kennis te maken met het ontwikkelde materiaal. In een volgende fase willen we dit ook doen voor leerlingen, studenten en cursisten. Timing 2016-2017 Betrokken partij scholen, centra en campussen
Actie 5: Promotie voeren voor en inrichten van sectorale kampioenschappen, beurzen en evenementen ten aanzien van leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten. Subactie 1: Inrichten en promotie voeren voor van sectorale kampioenschappen en beurzen voor leerlingen, studenten, cursisten en leerkrachten. Omschrijving De deelnemers aan een kampioenschap maken kennis met de druk, de noodzakelijke ervaring, … die er bij een dergelijk evenement komen kijken. Dit is een voorbereiding op de realiteit van de werkvloer. We blijven als sector dan ook scholen stimuleren om deel te nemen via vormingsbrochures, vakbladen en sociaal netwerk. Daarnaast is het bezoeken van beurzen ook een meerwaarde. Men maakt kennis met nieuwe technieken, machines en vaardigheden maar ook tendensen, producten, … . Op deze manier ervaren ze nogmaals de realiteit van de werkvloer. Daarnaast bieden we scholen ook de mogelijkheid om jaarlijks in te schrijven voor een demostand op de Estetika beurs om hun school en de opleiding te promoten. Timing 2016-2017 Betrokken partij opleidingsverstrekkers en schoonheidsspecialisten
27
Subactie 2: Het inrichten van startersdagen voor leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs schoonheidszorgen. Omschrijving Deze leerlingen staan aan de start van hun actieve beroepscarrière. We willen hen dan ook informeren over de verschillende mogelijkheden waarop ze als schoonheidsspecialist(e) aan de slag kunnen. Hiervoor werken we samen met verschillende partners uit de beroepswereld. Door uiteenzettingen en persoonlijke gesprekken krijgen ze de mogelijkheid om al hun vragen aan deskundigen te stellen en met de nodige informatie naar huis te gaan. Daarnaast bieden we hen vanuit de sector nog extra informatie rond het uitbaten van een schoonheidssalon om het ondernemerschap bij deze leerlingen te ondersteunen. Timing 2016-2017 Betrokken partij laatstejaarsleerlingen schoonheidszorgen
Actie 6: Stimuleren van schoolverlaters om zo snel mogelijk na de opleiding in de sector van de schoonheidszorgen te stromen. Sectorale “premie eerste job” voor de schoolverlaters van de sector schoonheidszorgen Omschrijving Sinds het vorig convenant kunnen leerlingen uit het SO schoonheidszorgen voor het eerst de “premie eerste job” aanvragen. Doel is om de premie kenbaar te maken bij de jongeren. Belangrijk is hier om de jongeren op zoveel mogelijk verschillende manieren te sensibiliseren over het bestaan van de premie. Dit door de organisatie van evenementen, via sociale media, via de website en de noodzakelijke info doorgeven aan de scholen. Scholen die op hun beurt bij bv. een diploma uitreiking de info meegeven aan de jongeren. Door de verschillende acties proberen we het aantal aanvragen te doen stijgen. Timing 2016-2017 Betrokken partij schoolverlaters van de opleiding schoonheidszorgen TSO.
D. Motivatie sector fitnes De fitness sector onderging in het laatste decennium een sterke groei en kent een aantal relatief nieuwe beroepen in vergelijking met de 2 andere deelsectoren binnen het PC314. Het aanbod binnen de Fitness centra evolueerde de laatste jaren van eerder prestatie gerelateerde fitheid naar gezondheid gerelateerde fitheid. Fitness centra rekruteren werknemers zowel uit het secundair, het hoger onderwijs, de sportkaderopleiding als private opleidingsinitiatieven. De deelsector fitness wil dan ook werk maken van een gestructureerde instroom vanuit het onderwijs en de sportkaderopleiding met bijzondere aandacht voor het gezondheid bevorderende effect van regelmatige gecontroleerde fysieke activiteit in de opleiding.
28
Actie 1: Continueren van het overleg met de bestaande opleidingskanalen / verstrekkers binnen de fitness sector.
en
nieuwe
Omschrijving opvolging van opleidingsaanbod
vakinhoudelijke
ontwikkeling
en
kwaliteitsborging
van
het
Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen De fitness Organisatie vzw, BLOSO-VTS, Syntra Vlaanderen, universiteiten en hogescholen met een opleiding lichamelijke opvoeding, sense sportclub & fitnessbegeleider, HBO5 fitness, private opleidingsverstrekkers.
Actie 2: Ondersteunen van bestaande verstrekkers binnen de fitness sector
en
nieuwe
opleidingskanalen
/
Omschrijving screenings van het opleidingsaanbod en aanleveren van up-to-date lesmateriaal met bijzondere aandacht voor gezondheidsgerelateerde fitheid. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen De fitness Organisatie vzw, BLOSO-VTS, Syntra Vlaanderen, universiteiten en hogescholen met een opleiding lichamelijke opvoeding, sense sportclub & fitnessbegeleider, HBO5 fitness, private opleidingsverstrekkers.
Actie 3: Kwaliteitsvol werkplekleren binnen de fitness sector ondersteunen. Omschrijving De sector voorziet een aanbod van kwaliteitsvolle stageplaatsen die via de website www.fitness.be worden bekend gemaakt. In de loop van 2014 werd de sectorale mentoropleiding opgestart ter ondersteuning van opleiders/begeleiders. Het kwaliteitsvol werkplekleren zal worden meegenomen bij de ontwikkeling van de nieuwe tool kwaliteitscriteria fitness met het oog op risicobeperking in het kader van welzijn op het werk Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen opleidingsverstrekkers, aanbieders van stageplaatsen binnen de sector
29
Resultaatsindicator Jaarlijkse afsluiten van 3 nieuwe individuele onderwijsconvenanten voor de kappers sector (huidig aantal = 13 convenanten)
Prioriteit 2: kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden via VDAB Motivatie De sectorale sociale partners en de VDAB werken samen om te zorgen voor een kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden naar de sector om op die manier bij te dragen tot het verminderen van het aantal openstaande vacatures -en knelpuntvacatures. In dit verband werden raamakkoorden tussen de sector en VDAB afgesloten in het kader van een sectorale IBO. De sector ondersteunt de toeleiding naar de arbeidsmarkt voor werkzoekenden via sectorspecifieke theoretische en/of praktische screenings en aangepaste opleidingsmogelijkheden die aansluiten bij het opleidingsniveau van de werkzoekenden.
Actie 1: Evaluatie en update van de raamakkoorden met VDAB in het kader van de sectorale IBO’s Omschrijving updating sectorale IBO’s Timing 2016 Betrokken partijen FBZ PC314, VDAB
Actie 2: Informeren over raamakkoorden met VDAB in het kader van de sectorale IBO ’s: bij werkgevers en IBO consulenten. Subactie 1: informatie naar werkgevers Omschrijving informeren omtrent raamakkoorden Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen FBZ PC314
30
Subactie 2: informatie naar IBO consulenten en bemiddelaars van VDAB Omschrijving ontwikkeling en organisatie van workshops ten behoeve van VDAB consulenten Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen FBZ PC314, VDAB
Actie 3: Aanpakken van de discrepantie tussen de vermeende arbeidsreserve en de reële arbeidsreserve binnen de sector via sectorspecifieke competentie screenings. Omschrijving De sectorspecifieke screeningsmogelijkheden verder ontwikkelen en ter beschikking stellen van VDAB. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen UBK/UCB, VDAB
Actie 4: aanbod kortlopende opleidingen promoten ter ondersteuning van werkzoekenden met een sectorale aspiratie of in het kader van een sectorale IBO. Omschrijving Aanbod vormingen die kaderen in het sectorale LLL project “Campus Coach” in samenspraak met VDAB toegankelijk maken voor werkzoekenden. Timing 2016 – 2017 Betrokken partijen coach, werkgeversorganisaties, VDAB
Actie 5: Ter beschikking stellen van de e-tool hairstylist startup aan de IBO consulenten van VDAB . Omschrijving Ter beschikking stellen en ondersteuning bieden bij het gebruik van de startup tool bij de aanvang van een IBO binnen de kapperssector.
31
Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen UBK/UCB, VDAB
Actie 6: aanbod sectorale mentoropleiding ten behoeve van mentoren en opleiders binnen bedrijven. Omschrijving promotie en organisatie van de sectorale mentoropleiding op regelmatige basis. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen FBZ PC314, coach
Resultaatsindicator 1ste werkingsjaar: afronden evaluatie en update van de raamakkoorden met VDAB in het kader van de sectorale IBO’s. Organisatie van een sectorale workshop in 2 provincies ten behoeve van VDAB bemiddelaars en IBO consulenten.
2de werkingsjaar: Organisatie van een sectorale workshop in 3 provincies ten behoeve van VDAB bemiddelaars en IBO consulenten.
Prioriteit 3: competentiebeleid binnen de sector stimuleren
en
permanente
vorming
Motivatie De sector is sterk onderhevig aan trends –en modewissels, waar vaktechnische en technologische ontwikkelingen mekaar snel opvolgen. Het is en blijft een uitdaging voor de sector om ondersteunende initiatieven met betrekking tot permanente vorming en competentieontwikkeling verder ingang te doen vinden in de sector. Aangezien competentieontwikkeling binnen de sector zich momenteel voornamelijk als VTO activiteiten manifesteert is het een uitdaging voor de sector om dit in het breder perspectief van een totaal competentiebeleid te plaatsen en dit met bijzondere aandacht voor micro ondernemingen.
32
Actie 1: Het sectorale vormingsaanbod uitwerken en up to date houden, waarbij de aandacht wordt verdeeld over het bijbrengen van de juiste attitudes en het verwerven van vaktechnische vaardigheden -en kennis. Omschrijving het sectorale aanbod in het kader van VTO uitwerken. Timing 2016 – 2017 Betrokken partijen coach Belgium, FBZ PC314, UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 2: De website van het FBZ PC314, via dewelke het geaccrediteerde vormingsaanbod en de registratie van werknemers die een sectorale opleiding volgen worden opgevolgd up to date houden. Omschrijving up tot date houden web based communicatie in kader van permanente vorming en competentieontwikkeling. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen FBZ PC314, UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 3. Coach Belgium (de sectorale competentiecentra) verder openstellen ten behoeve van permanente vorming en competentieontwikkeling binnen de sector. Subactie 1: De sectorale vormingskalender georganiseerd binnen de sectorale competentiecentra “coach” samenstellen en promoten via mailing (per post en elektronisch), websites, vakbladen, infosessies en persoonlijk contact.
Subactie 2: Ter beschikking stellen van infrastructuur binnen de 4 sectorale competentiecentra in Vlaanderen (Antwerpen, Roeselare, Vorst, Oostakker) voor permanente vorming en opleiding.
Subactie 3: Complementair aan bedrijfsbezoeken organiseert de sector regionale netwerk– en informatiedagen met bedrijven binnen de sector met bijzondere aandacht voor permanente vorming en competentieontwikkeling.
Subactie 4: De “Campus Coach formule” promoten binnen de sector, waarbij met financiële tussenkomst van het FBZ PC314 kan ingetekend worden op het volledige aanbod binnen de sectorale vormingsgids. Op deze manier kan tegelijkertijd het
33
opleidingsaanbod gegarandeerd worden en de individuele opleidingskost laag gehouden worden wat de micro ondernemingen binnen de sector ten goede komt. Omschrijving creatie en promotie van een sectoraal vormingsaanbod ten behoeve van permanente vorming en competentieontwikkeling binnen de sector. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen coach Belgium, UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 4: Promoten via post, websites, informatiesessies, vakbladen en persoonlijk contact van de sectorale ondersteuningsmaatregelen met name de opleidingsvergoeding en het recht op 16 uur vorming per jaar voor medewerkers binnen de sector. Omschrijving sectorale ondersteuningsmaatregelen in het kader van VTO promoten. Timing 2016 – 2017 Betrokken partijen coach Belgium, FBZ PC314, UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 5: De sectorale ervaringsbewijzen Kapper, Zelfstandige Kapper, fitnessbegeleider, groepsfitness begeleider en personal trainer promoten. Omschrijving promotie van de sectorale ervaringsbewijzen ten aanziens van werkgevers, werknemers en werkzoekenden. Timing 2016 - 2017 Betrokken partijen UBK/UCB, DFO, coach Belgium
Actie 6: Verdere ontwikkeling en verspreiding van sectorale informatie en tools ter ondersteuning van competentiemanagement binnen de ondernemingen. Omschrijving ontwikkeling van sectorspecifieke tools en informatie ter ondersteuning van het competentiebeleid binnen de ondernemingen met bijzondere aandacht voor management vaardigheden, personeelsbeleid en de opmaak van functieprofielen.
34
Timing 2016 – 2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, FBZ PC314
Resultaatsindicator Een jaarlijkse toename van de formele opleidingsparticipatie binnen de sector. Het totaal uitbetaalde brutobedrag van de sectorale opleidingsvergoeding per kalenderjaar wordt hierbij als maatstaf gehanteerd om de opleidingsparticipatie te meten. ( In 2014 bedroeg het totaal uitbetaalde brutobedrag 277.912,50 euro).
Prioriteit 4: diversiteit en evenredige arbeidsdeelname Motivatie In de vaste overtuiging dat diversiteit op de werkvloer een meerwaarde biedt wil de sector zo veel mogelijk actoren sensibiliseren en overtuigen dat de implementatie van een diversiteitsbeleid ingrijpt op zaken die mensen belangrijk vinden zoals normen en waarden, omgangsvormen, respect en culturele gevoeligheden. Een divers samengesteld personeelsbestand maakt reeds deel uit van het sectorlandschap maar er zijn nog uitdagingen die de ontplooiing en integratie kunnen bevorderen:
Actie 1: Sectorale ondersteuning bieden ikv VOP (arbeidshandicap). Omschrijving Een beter zicht krijgen op de lopende VOP ’s in de sector a.d.h.v. een analyse en op basis van de ingewonnen informatie een flankerend sectorale ondersteuning ontwikkelen. Timing 2016-2017 Betrokken partijen FBZ PC314,VDAB, WSE
Actie 2: De begeleiding van ervaringsbewijs optimaliseren.
kansengroepen
in
de
procedure
van
het
Omschrijving Leerlingen van het ABO-jaar worden extra begeleid en ondersteund in de procedure van het ervaringsbewijs ‘Kapper’ via infosessies & opmaak van de talentenmap (op school).
35
Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, Coach Belgium
Actie 3: Opleidingen ‘Omgaan met diversiteit’ zowel binnen de onderneming als naar (potentiële) klanten toe voorzien in het sectorale opleidingsaanbod. Omschrijving vormingen die diversiteit op het werk bevorderen in campus COACH aanbieden Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB, Campus COACH
Actie 4: Onderwijs en arbeidsmarkt sensibiliseren en informeren over de bepalingen van de sectorale non-discriminatiecode cao 25/05/2005. Omschrijving de diverse platforms die het onderwerp behandelen promoten (vb. eDiv) via de sectorale kanalen (vakblad, sites, social media)en de opname van een gedragscode in het arbeidsreglement promoten. Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 5: De implementatie van een vaktechnisch taalmodule voorzien als extra ondersteuning van leraren en opleiders van de kapperssector. Omschrijving de ontwikkeling en implementatie van een taalmodule voor anderstaligen in de opleidingsplatform DIGICOIFF voorzien. Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, ACV, ABVV, ACLVB
36
Actie 6: De sectorale ondersteuningsmaatregelen afstemmen met betrekking tot de cao-risicogroepen (0.15) en de Vlaamse ondersteuningsmaatregelen in het kader van EAD ter ondersteuning van kansengroepen binnen de sector. Omschrijving optimaliseren van de sectorale ondersteuningsmaatregelen in het kader van de caorisicogroepen. Timing 2016-2017 Betrokken partijen SERR/RESOC, UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 7 : Aandacht besteden aan diversiteit in het sectorale promotiemateriaal. Omschrijving sensibilisatie via de sectorale publicaties en promotiekanalen, Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Resultaatsindicator Het ontwikkelen van de vaktechnische taalmodule in het eerste werkingsjaar en de implementatie ervan in de digitale opleidingstool DIGICOIFF in het tweede jaar.
Prioriteit 5: werkbaarheid Motivatie Om de uitstroom op relatief jonge leeftijd binnen de sector te reduceren willen de sociale partners bedrijven sensibiliseren en ondersteunen bij de implementatie van een preventie- en retentiebeleid. Instrumenten aanbieden, informeren, ervaringen delen en onderwerpen aangaan over welzijn, veiligheid, hygiëne, gezondheid, ergonomie en arbeidsdifferentiatie kunnen het duurzaam ondernemerschap in KMO’s zeker ten goede komen.
37
Actie 1: Disseminatie van de instrumenten inzake werkbaarheid: de OiRA (Online interactieve risicoanalyse) met handleiding & lexicon ikv een goed preventiebeleid en de brochure, procedure en infographic van het zwangerschapsbeleid in kader van ondersteuning van de zwangere kapster. Omschrijving De promotie organiseren via samenwerking met externe organisaties (vb. EDPB’s) en evenementen; workshops voorzien in scholen en in de Coach centra. Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, Coach Belgium
Actie 2: De disseminatie van de online-tool ‘Mijn salonmanagement’ omtrent arbeidsdifferentiatie en efficiënte werkorganisatie (jobrotatie) ter ondersteuning van de werkgever. Omschrijving disseminatie voorzien en KMO’s sensibiliseren via infosessies, evenementen en sectorale site. Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB
Actie 3: De brochure ‘Risktrainer voor de schoonheidsspecialist’ promoten. Omschrijving De disseminatie is gericht naar de instituten en hun medewerkers. De brochure wordt via evenementen en beurzen verspreid. Geïnteresseerden zullen de digitale versie via de sectorale sites kunnen downloaden. Timing 2016-2017 Betrokken partijen BESKO, Coach Belgium
38
Actie 4: De preventie van musculoskeletale aandoeningen (MSA) binnen de sector Omschrijving ontwikkeling van een specifieke samenwerking met de fitness.
workout voor kappers en schoonheidsspecialisten in
Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB, COACH Belgium
Actie 5: De websites die de retentie van de medewerker en duurzaam loopbaanbeleid promoten ondersteunen. Omschrijving via de sectorale websites (vb. de juistestoel.be en talentontwikkelaar.be) Timing 2016-2017 Betrokken partijen UBK/UCB, BBF&W, BESKO, ACV, ABVV, ACLVB
Actie 6: Ontwikkeling kwaliteitscriteria voor de fitness sector met bijzondere aandacht voor risicobeperking. Omschrijving opstellen minimale kwaliteitscriteria voor de fitness sector in overleg met Europese partners. Timing 2016-2017 Betrokken partijen De FitnessOrganisatie vzw, BBF&W vzw
Resultaatsindicator Afwerken risicomanagement voor de sector Schoonheidszorgen (Risktrainer voor de schoonheidsspecialist) in het eerste werkingsjaar en voor de Fitness (risicobeperking) in het tweede werkingsjaar.
39
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering Tien procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsindicator per prioriteit is behaald. Als een indicator niet wordt behaald, wordt de tien procent a rato van het aantal behaalde prioriteiten uitbetaald.
Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
periode
van
2
jaar.
Het
- Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgeversen medewerkersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie voorziet een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
40
Opgemaakt in drie originele exemplaren te Brussel op………………………………………, waarvan elke partij een exemplaar ontvangt.
Namens de Vlaamse Regering,
Mevrouw Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs;
De heer Philippe MUYTERS, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
Namens de sociale partners van de sector kappers, fitness en schoonheidszorgen (PC314),
41
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De heer Jef Vermeulen Voorzitter FBZ PC314 Ondervoorzitter UBK/UCB vzw
De Heer Stéphane Coigné Voorzitter UBK/UCB vzw
De heer Eric Vandenabeele Algemeen directeur BBF & W vzw
42
De heer John Boeckx Voorzitter Besko
43
met als vertegenwoordigers voor de medewerkers:
Mevrouw Klavdija Cibej Federaal secretaris ABVV
De heer Theo De Rijck Secretaris ACV Bouw, Industrie & Energie Ondervoorzitter FBZ PC314
De heer Eric Decoo Nationaal Sectoraal Verantwoordelijke ACLVB
44