7 !
3.3.1
" 9 Verlichten weg 9 # 15 Beschikbaarheid 15 Betrouwbaarheid 15 Omgevingshinder 16 Onderhoudbaarheid 16 Uitvoering 17 Vormgeving 19 Toekomstvastheid 19 Sloop 19 $ % %% 20 Raakvlak met component Spitsstrook
&
' (
3.1.1 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8
)
*)
+,
(%
+
20
(
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
...........................................................................
- ( % Verlichting.
bevat een beschrijving van de component Openbare
- ( % bevat de eisen die aan de component Openbare Verlichting gesteld worden. Per eis wordt de bijbehorende informatie gegeven conform onderstaande tabel: . .
+ /0 1
1
<Eistekst> (
- ( % & vermeldt de verwijzingen naar de op de component Openbare Verlichting van toepassing zijnde documenten. De invulling van enkele parameters in deze componentspecificatie worden projectspecifiek weergegeven in een separate Bijlage 2 ‘Parametertabel Openbare Verlichting’, welke onderdeel uitmaakt van deze componentspecificatie.
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
...........................................................................
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
...........................................................................
"
2 34 5
%
De openbare verlichting dient te voldoen aan het Uitvoeringskader verlichting [1] voor zover deze niet afwijkt van NSVV [2] en SSS.DOV [3]. ( Ontwerpreview
34 %
2
De OV dient, op onderstaande wegelementen, te voldoen aan genoemde verlichtingsklasse van de NPR 1320181 [4]. Object
Klasse
Autosnelweg , traject A
Autosnelweg , traject B
Autosnelweg , traject ..
Aansluiting
( Tijdens ontwerpfase: Lichtberekening conform NEN8EN 1320183 [5]. Tijdens realisatiefase (SAT): Verlichtingssterkte door middel van een Luxmeting op: 20% van het verlichtingsniveau indien van toepassing; 100% van het verlichtingsniveau
6
34 %
De OV dient per schakelgebied, geschakeld te worden op basis van weersomstandigheden conform NSVV [2]. ( Ontwerpreview
!
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
3 4& %% De OV dient per verlichtingsvak, geschakeld te worden op basis van calamiteit en verkeersintensiteit conform NSVV [2]. ( Ontwerpreview
34 De OV dient vanuit de verkeerscentrale, door CVA, geschakeld te kunnen worden op basis van verkeersintensiteiten, weer, calamiteiten en werk in uitvoering. ( SAT
3 47 8 '
%
/
9
DOV subsystemen dienen goedkeuring te hebben van TORO. ( Test bij TORO middels testplan en testresultaat
34 666 / DOV subsystemen dienen te voldoen aan de SSS.DOV [3]. ( Test bij TORO middels testplan en testresultaat
3 4: // / Het ontwerp van de interface tussen het CVA subsysteem en het DOV subsysteem dient te voldoen aan de IDD.DOV [6]. ( Test bij TORO middels testplan en testresultaat
4
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
3 4! '6 / De interface tussen het CVA subsysteem en het DOV subsysteem dient te voldoen aan de IRS.DOV [7]. ( Test bij TORO middels testplan en testresultaat
3 4 ;+ < ;
//
Het ontwerp van de interface tussen het CVA subsysteem en het DOV subsysteem dient te voldoen aan de IDD CIP8ENIP [10]. ( Test bij TORO middels testplan en testresultaat
3 )
9
9
De OV dient te voorzien in een beheerapplicatie voor beheer op afstand (remote access) conform NSVV [2]. ( SAT
3 )
9
9
De OV dient het mogelijk te maken dat de actuele informatie per lichtbron is te raadplegen conform NSVV [2]. ( SAT
3 -
(
De OV dient het mogelijk te maken dat historische informatie per lichtbron is te conform NSVV [2]. ( SAT
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
3
&
= %
%
De verlichting dient lokaal in8 en uit geschakeld te kunnen worden, door middel van een ‘hand – 0 – auto’ schakeling. ( Ontwerpreview
3 ' ( Voor de reflectie8eigenschappen van het asfalt, dient reflectietabel C2 gehanteerd te worden in de verlichtingsberekeningen, ongeacht het werkelijk toegepaste type asfalt. ( Ontwerpreview
3
7
>
44&? 44:? @
Bij het ontwerp en aanleg van het systeem en onderliggende subsystemen dient dient rekening te worden gehouden met de eisen vanuit de NEN1010 [9] en de EMC richtlijn [10]. ( Ontwerpreview
3 ; Lichtmasten binnen de obstakelvrije zone dienen botsveilig te worden uitgevoerd. ( Ontwerpreview
3 =
: ,
A
B
Botsveilige masten dienen als 100,NE,3 volgens NEN8EN 12767 [11] te worden uitgevoerd indien in een strook van 40 meter aan de bermzijde naast de masten, over een lengte van 50 meter evenwijdig aan de weg, geen risico voor derden optreedt. ( Toets dat de (bots)veiligheid van de lichtmasten gecertificeerd is op een snelheid van 35 km/h en 100 km/h
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
3 =
! ,
A
B
Botsveilige masten dienen als 100,HE,3 volgens NEN8EN 12767 [11] te worden uitgevoerd indien in een strook van 40 meter aan de bermzijde naast de masten, over een lengte van 50 meter evenwijdig aan de weg, risico voor derden optreedt. ( Toets dat de (bots)veiligheid van de lichtmasten gecertificeerd is op een snelheid van 35 km/h en 100 km/h
3
4
) Indien de ontwerpsnelheid in de boog < 0,6 maal de ontwerpsnelheid voor de boog, dienen lichtmasten in de binnenbocht geplaatst te worden tenzij er geleiderail aanwezig is in de buitenbocht. ( Ontwerpreview
3 ) Indien de ontwerpsnelheid in de boog ≥ 0,6 maal de ontwerpsnelheid voor de boog, dienen lichtmasten in de buitenbocht geplaatst te worden. ( Ontwerpreview
3 ' # De lichtmastberekeningen dienen te worden uitgevoerd volgens NEN8EN 40 [12] op het uitvoeringsniveau zoals geadviseerd binnen het "Handboek lichtmasten" [13]. Uitgangspunten voor de berekening zijn: 1) Terreinklasse: categorie II 2) Referentiewindsnelheidgebied: III 3) Partiele belastingfactor: B 4) Maximale horizontale uitbuiging: klasse 2 (6%) ( Ontwerpreview
3 =
,
Masten dienen altijd achter al aanwezige geleiderails, of tijdens ontwerp geprojecteerde geleiderail, te worden geplaatst. ( Ontwerpreview
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
3
&
;
/
Het projecteren van de DOV dient te voldoen aan de projectering richtlijn DOV [14]. ( Ontwerpreview
< <
3 4 4,
%
Inspectieresultaten conform rubriek 61 van de NEN 1010 [9] dienen onderdeel te zijn van het opleverdossier. ( SAT
< <
3 7 4 4,
%
&
De installatie dient te voldoen aan rubriek 714 van de NEN 1010 [9]. ( Ontwerpreview
3 2 Powerline communicatie dient te voldoen aan de eisen als genoemd in de NSVV [2]. ( Document beoordeling.
3
:
' # Het ontwerp van de OV dient te voldoen aan ROA deel V [15]. ( Ontwerpreview
&
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
# )
)
%
)6 4 %
De OV dient een beschikbaarheid te hebben van 99,5%. Voor elk van onderstaande oorzaken dient aan deze eis voldaan te worden: OV niet beschikbaar Oorzaak
Doet mee in beschikbaarheid
Modeleren
1 Natuurlijke oorzaken
Ja
Bijvoorbeeld wind, brand, bliksem, extreme temperaturen
2 Externe oorzaken
Ja
Bijvoorbeeld EMC, EMI, inbraakgevoeligheid
3 Andere niet planbare oorzaken
Ja
Bijvoorbeeld falen van onderdelen en stroomuitval
4 Planbare oorzaken
Nee
Bijvoorbeeld inspecties en onderhoud
( Analyse middels FMEA (Failure Mode & Effect Analyses) gevolgd door foutenboom analyse
<
)6 4 (
Het systeem is niet beschikbaar wanneer hij zijn primaire functie niet langer vervult. Er is sprake van functieverlies wanneer: • drie of meer lichtbronnen achtereen in dezelfde rijrichting defect zijn; • twee of meer lichtbronnen op een knooppunt defect zijn; • twee of meer lichtbronnen op een toe8 of afrit defect zijn; • meer dan 10% van de lichtbronnen, aangesloten op één voedingskast, defect zijn; • de depreciatie groter is dan 10%. ( Analyse middels FMEA (Failure Mode & Effect Analyses) gevolgd door foutenboom analyse
)
)
2
)8 4 2
De OV dient bij het opkomen van het TF8signaal of astronomische klok een betrouwbaarheid te hebben van 99,5%. ( Analyse middels FMEA (Failure Mode & Effect Analyses) gevolgd door foutenboom analyse
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
-4 6 Armaturen dienen te voldoen aan: =
C <;'
Autosnelweg , traject A
Buiten natuurgebied
G3
Autosnelweg , traject B
In of langs natuurgebied
G4
( 4 +
D&E
( Ontwerpreview
-4 = Onderstaande onderdelen van de OV dienen een minimale technische levensduur te hebben, als aangegeven in de tabel. = Lichtmasten
25 jaar
OV schakelkast
15 jaar
Elektronica
15 jaar
Armaturen
15 jaar
Lampen
16.000 branduren
Led armaturen (inclusief lamp)
40.000 branduren
( Documentbeoordeling
& )4 De lichtmasten en de kasten dienen te zijn voorzien van de volgende codering . ( Documentbeoordeling
7
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
5 5
4 %
Voedingskabels dienen halogeenvrij te zijn uitgevoerd volgens Kema K8162. ( Documentbeoordeling.
5
4
; De lampcontrol units dienen te zijn aangebracht in de mast / armatuur / . ( Ontwerpreview
5
4
) De bestaande verlichting dient . ( Documentbeoordeling
5
4&
; Alle onderdelen dienen te worden geplaatst conform de plaatsingsinstructie van de fabrikant en/of de norm. ( Audit
5
4
C Indien de verlichting niet ingeschakeld staat, dienen de OV kabels spanningsloos te zijn. ( SAT.
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
5
47
> Op basis van de klasse indeling en de zone indeling van de NEN8EN8IEC 62305 [16] dienen maatregelen te worden getroffen om hinderlijke overspanning te beperken zodanig dat de apparatuur goed blijft functioneren. ( Ontwerpreview
5
4 %
De noodzakelijkheid van een bliksembeveiligingsinstallatie en de toe te passen klasse moet worden bepaald op basis van de risicoanalyse beschreven in de NEN8EN8IEC 6230582 [16]. ( Ontwerpreview
5
4: %
De installatie dient te worden beveiligd tegen overspanning als gevolg van directe en indirecte blikseminslag volgens deel 4 van de NEN8EN8IEC 62305 [16]. ( Ontwerpreview
5
4!
=
,
%
Openbare verlichting dient geen elektrocutiegevaar op te leveren bij aanrijding. ( Ontwerpreview
5 )
4 %
%
Voedingskasten dienen rondom te zijn voorzien van een opneembare verharding van ten minste 0,5 m (tussen sokkel en opsluitband) aan alle zijden m.u.v. de deurzijde waar de verharding ten minste 1 m(tussen sokkel en opsluitband) dient te zijn. ( Ontwerpreview
:
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
5 6
(
Lichtmasten dienen verticaal geplaatst te zijn met een tolerantie van 1 graad. ( Analyse op onderhoudsconcept
7 @4 #
(
De OV dient te voldoen aan de eisen in hoofdstuk van "Architectonische Specificaties ". ( Ontwerpreview
8 8
%
4
Het lichtniveau moet initieel minimaal de waarde uit eis OV 02 hebben, en mag gedurende de levenscyclus maximaal 10% daarvan afwijken. ( Ontwerpreview
8
4 %
In het ontwerp dient aantoonbaar rekening te worden gehouden met de beheer8 en onderhoudskosten door optimalisatie van energiebesparing en duurzaamheid. ( Ontwerpreview op: Energie: energieverbruiks analyse Duurzaamheid: DuBo calc
:
6
6= 4 2 De OV dient verwijderd te kunnen worden zonder functie verlies aan andere objecten. ( Ontwerpreview
!
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
6= 4 C
(
Kabels zonder functie dienen verwijderd te worden. ( Document beoordeling
$
% '
'
%
%% %
6
%
4 %
Conform het dossier ‘Ontwerp autosnelwegen’ [17] dient de OV op 100% te branden wanneer de spitsstrook open is. Dit geld onafhankelijk van de verkeersintensiteit. ( SAT
4
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
&
' (
...........................................................................
8 D E5
/ %
?
april 2004
RWS
D E <6 NSVV aanbeveling Dynamische Verlichting, bijlage G
2009
NSVV
D E 666 / SSS Dynamische Openbare Verlichting D&E <;' 4 + Openbare Verlichting 8 kwaliteitscriteria
februari 2009, versie 3.1 mei 2002
RWS DVS
D E < <+ < 4 + Wegverlichting: Prestatieberekening D7E // / IDD Dynamische Openbare Verlichting
december 2003
NNI
januari 2009, versie 2.0
RWS DVS
D E '6 / IRS Dynamische Openbare Verlichting
februari 2009, versie 3.1
RWS DVS
D:E //
januari 2009, versie 1.2
RWS DVS
D!E < < 4 4 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
2008
NNI
D 4E > ' Richtlijn 2004/1008/EG D E < <+ < 7 Passieve veiligheid van constructies voor weguitrusting 8 Eisen en beproevingsmethoden
EMC richtlijn
2005
april 2000
NNI
D E < <+ < &4 Lichtmasten
Diverse data
NNI
;+ < ;
IDD Control and Information Protocol 8 ETHERNET/IP
D
E-
%=
NNI
augustus 2005
CROW
1.5
RWS DVS
D E' # Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen deel V8 Verlichting
december 1990
RWS DVK
D 7E < <+ <+ 7 Bliksembeveiliging
2006
NNI
juli 2005
RWS AVV
D &E ;
/
4
D E 2 # 2 Ontwerp en inrichting van Spitsstroken, Plusstroken en Bufferstroken
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
)
*)
+,
(%
+
(
...........................................................................
/ (
# #
/ (
Veiligheid
De mate waarin iemand (of iets) is gevrijwaard van (de effecten van) gevaarlijke situaties.
Gezondheid
Welzijn van personen die een relatie hebben tot het systeem.
Beschikbaarheid
Het vermogen van een product in een toestand te zijn om de vereiste functie onder bepaalde omstandigheid op een bepaald moment of gedurende een bepaald tijdsinterval uit te voeren, ervan uitgaande dat de vereiste externe hulpbronnen zijn verschaft.
Betrouwbaarheid
De waarschijnlijkheid dat een product een vereiste functie kan uitvoeren onder gegeven omstandigheden gedurende een bepaald tijdsinterval.
Vormgeving
De esthetische kwaliteit van het systeem in samenhang met zijn omgeving en passend bij de gewenste ambitie.
Omgevingshinder
Mate van hinder die het component oplevert voor zijn omgeving.
Uitvoering
Het proces van realisatie van het ontwerp.
Onderhoudbaarheid
De waarschijnlijkheid dat een onderhoudsactiviteit voor een product bij gegeven bedrijfsomstandigheden kan worden uitgevoerd binnen de daarvoor vastgestelde tijd. Hierbij mag worden uitgegaan van vastgestelde voorwaarden, procedures en hulpbronnen.
Toekomstvastheid
Mate waarin bij het ontwerp van het component is geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen.
Sloop
Activiteiten gericht op het ontmantelen van een component dat zijn functie niet meer hoeft te vervullen of kan vervullen.
#(%
)
AVV
Adviesdienst Verkeer en Vervoer
CIP
Control and Information Protocol
CVA
Centrale Verlichting Applicatie
#(% %
DOV
Dynamische Openbare Verlichting
EMC
Electromagnetic Compatibility
ENIP
ETHERNET/IP
FMEA
Failure Mode & Effect Analyses
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3
IDD
Interface Design Description
IRS
Interface Requirements Specification
LC
Lamp Controller
NEN
Nederlands Normalisatie Instituut
NPR
Nederlandse Praktijk Richtlijn
NSVV
Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde
OV
Openbare Verlichting
RWS
Rijkswaterstaat
RWS DI
Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur
RWS DID
Rijkswaterstaat Data ICT Dienst
RWS DVS
Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart
SAT
Site Acceptancy Test
SC
Segmentcontroller
SSS
System/Subsystem Specification
TORO
Test Omgeving Referentie Omgeving
TF
Toonfrequent
)
/ (
Openbare Verlichting
Openbare Verlichting (OV) vormt een object binnen het subsysteem “Weg”. Onder OV wordt in dit kader verstaan: • Voedingspunten: Kasten langs de kant van de weg waarin een kWh meter van het energieleverend bedrijf en diverse schakel en beveiligingscomponenten in zijn ondergebracht.
)
Dynamische Openbare Verlichting
•
Voedingskabels: Elektriciteitkabels welke de voedingspunten verbinden met de lichtpunten
•
Lichtpunten: Armaturen met één of meerdere lampen welke zijn aangebracht op een lichtmast of aan een kunstwerk langs en/of boven een rijbaan.
OV waarvan het lichtniveau afhankelijk is van (actuele) omstandigheden zoals verkeersintensiteit, weersomstandigheden, calamiteiten, werk in uitvoering, etc.
Componentspecificatie Openbare Verlichting versie 2.3