33 Werkveld Financiën
Onderwerp Begroting 2014
Datum 11 januari 2014
Bestuursbegroting 2014 STICHTING BAASIS
Bestuursbegroting 2014
Steller W. Blink
Rapport
Inhoudsopgave 1.
Strategisch beleid
4
2.
Tijdpad
5
3.
Werkwijze en opbouw begrotingsmodel 2014-2017
6
4.
Bestuursformatieplan
7
5.
Teldatum 1 oktober 2013 en de prognose van de leerlingenaantallen
14
6.
T-systematiek
15
7.
Bovenschoolse budgetten 7.1 Personeel 7.2 Kosten die niet door de scholen beïnvloed worden
16 16 16
8.
Bestuursformatieplan 8.1 Formatieberekeningen 8.2 Budgetten 8.3 Budget voor personeelsbeleid 8.4 Inkomsten van de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs 8.5 Materiële Instandhouding 8.6 Budget leerling gebonden financiering 8.7 Impulsregeling postcodegebieden 8.8 Prestatiebox 8.9 Het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord.
17 17 18 18 18 19 19 19 20 21
9.
Beleidskeuzen die doorwerken in uitgaven 9.1 Kwaliteitszorg
23 23
10.
Exploitatieresultaat begroting 2014 11.2 Exploitatieresultaten op school- en stichtingsniveau. 11.3 Begroot resultaat
25 25 25
11.
Formatieplan per school 2014
30
Bestuursbegroting 2014
2
Rapport
Bestuursbegroting 2014
3
Rapport
1. Strategisch beleid Sinds 1 januari 2009 is de Stichting Baasis ontstaan ten gevolge van de verzelfstandiging van het primair openbaar onderwijs in de gemeenten Haren en Tynaarlo. Nu vijf jaar geleden. Geconstateerd kan worden dat-gelet op de situatie van medio 2012-er ‘veel is gedaan, maar dat er ook nog veel moet worden gedaan. Wel is sprake van financieel herstel onder lastige omstandigheden. Daarom is het noodzakelijk om ook in 2014 met veel inzet en energie vorm te geven aan alle uitdagingen die het pad van de Stichting Baasis zullen gaan kruisen. Kerntaak voor de Stichting is en blijft doelmatig en kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Dit gaat echter gepaard met een krimpende organisatie ten gevolge waarvan we de kostenstructuur zullen moeten aanpassen aan de omstandigheden. Dit impliceert concreet dat we niet langer afhankelijk kunnen zijn van additionele middelen en dat geldstromen (nog meer) dienen te worden gescheiden. Ook een compacte organisatie- en managementstructuur doen hierbij recht aan de omstandigheden van dit moment en de nabije toekomst. In het licht van bovenstaande is in september 2012 gestart met het informeren en instrueren van het management en ondersteunende medewerkers over de te hanteren wijze van (beleidsrijk) begroten. Deze begrotingssystematiek impliceert een begrotingsdiscipline die door alle verantwoordelijken zal (moeten) worden gehanteerd. Deze houding en het daarbij behorende gedrag is onontbeerlijk voor het welslagen van nut en noodzaak van begroten en kostenbeheersing binnen de Stichting. In dit document treft u de begroting 2014 aan an Stichting Baasis. Het uitgangspunt voor deze begroting is het Bestuursplan 2010-2014; het strategisch beleidsplan ‘Samen bij de les’ en de diverse begrotingen en jaarplannen van de verschillende scholen die ressorteren onder het bevoegd gezag van Stichting Baasis. Voor de begroting 2014 is tevens het jaarplan 2013-2014 van belang. Dit jaarplan is voor maar een beperkt deel afgeleid van het Bestuursplan 2010-2014. Het beleidsplan ‘Krimp, op de been blijven en nieuwe ontwikkelingen inzetten’ is echter maat- en richtinggevend. Dit beleidsplan met concrete uitgangspunten en doelen voor het voeren van (achterstallig) beleid is leidend. Evenals voor 2013 is het wederom een bijzondere prettige bijkomstigheid een sluitende begroting voor het boekjaar 2014 te kunnen presenteren. Zuidlaren, 19 december 2013 W. Blink, directeur-bestuurder
Bestuursbegroting 2014
4
Rapport
2. Tijdpad Voor het vaststellen van de begroting is het volgende tijdpad aangehouden: • 9 september 2013
• 4 oktober 2013 • 14 oktober 2013 • 15 oktober 2013 • 29 oktober 2013 • 6 november 2013 • 11 november 2013 • 11 november 2013 • 4 december 2013 • 11 januari 2014 • 17 januari 2014 • 18 januari 2014 • 20 januari 2014 • 28 januari 2014
Bestuursbegroting 2014
Uitrol en Uitleg Concept Begroting 2014. Conceptbegroting 2014 van de school is door medewerkers van het Onderwijsbureau klaargezet binnen Tobias. De personele inzet van augustus 2013 is verwerkt. De directeur kan starten met het invullen van de begroting. Elke directeur heeft zijn schoolbegroting binnen Tobias afgesloten en doorgestuurd naar de directeur bestuurder. Begrotingsgesprekken schoolbegrotingen directeur bestuurder clusterdirecteur en Planning en Control. Begrotingsgesprekken schoolbegrotingen directeur bestuurder clusterdirecteur en Planning en Control. Begrotingsgesprekken schoolbegrotingen directeur bestuurder clusterdirecteur en Planning en Control. Controle Schoolbegrotingen met directeur-bestuurder, medewerker HRM en Planning en Control Begrotingen consolideren in OB i.o.m. directeur-bestuurder Afronden begrotingstraject door directeur-bestuurder en OB Vaststellen concept Begroting 2014 door directeur-bestuurder (voorgenomen besluit) Concept Begroting 2014 in Raad van Toezicht ter goedkeuring Begroting 2014 in GMR ter instemming (PGMR over formatie) en advisering Vaststellen Begroting 2014 door directeur-bestuurder Begroting 2014 in clusteroverleggen Bespreking Begroting Coördinatie Platform (wethouders Gemeenten Haren en Tynaarlo)
5
Rapport
3. Werkwijze en opbouw begrotingsmodel 2014-2017 Met ingang van het kalenderjaar 2013 is de Stichting Baasis een integrale begrotingsystematiek gaan hanteren. Een begroting waarin zowel de personele als de materiële kosten zijn verwerkt. De schoolbegrotingen zijn op voorhand webbased aangeleverd door het Onderwijsbureau Meppel. In dit model voert de directeur eigen gegevens in, zijnde de leerling-prognoses, de geplande investeringen en de exploitatiekosten. De directeuren hebben de schoolbegroting(en) vervolgens opgesteld en deze begroting is uitgangspunt voor het begrotingsgesprek met de directeur-bestuurder, clustercoördinator en de controller (medewerker Planning & Control van het Onderwijsbureau Meppel) Daarna zijn de data ingelezen in het uiteindelijke begrotingsmodel 2014 van de organisatie waarin ook de bestuurskosten en de kosten voor het bestuurskantoor zijn opgenomen. In de presentatie van de begroting resulteert dit in verschillende “kolommen” te weten: • Scholen Begroting 2014 • Bovenschools Algemeen Begroting 2014 • Bovenschools Management Begroting 2014 Op deze wijze is in de kolom “Scholen Begroting 2014” inzichtelijk wat de kosten van de gezamenlijke scholen zijn. In de kolom “Bovenschools Algemeen Begroting 2014” zijn de gezamenlijk te maken kosten, zoals de salariskosten van het personeel van de scholen en andere personeel gerelateerde kosten, zoals Arbokosten, nascholing, lief en leed enz. opgenomen. De kolom “Bovenschools Management Begroting 2014” betreft de kosten die gepaard gaan met het exploiteren van het bestuurskantoor (stafbureau). Dit betreft naast de salariskosten van de directeurbestuurder en de stafleden die werkzaam zijn in het bestuurskantoor, ook de exploitatiekosten van het bestuurskantoor.
Bestuursbegroting 2014
6
Rapport
4. Bestuursformatieplan Deze begroting is volledig gebaseerd op de inkomsten van het aantal leerlingen van de scholen. Daartegenover staan de uitgaven in de vorm van inzet van personeel en middelen op de scholen én op het stafbureau. De begroting is tegelijkertijd ook het formatieplan. De directeur-bestuurder heeft uitvoering gegeven aan de uitgangspunten van beleidsrijk begroten. Het model Beleidsrijke begroting heeft als doel: - verbeterd inzicht in de toedeling van de Personele middelen - meer en adequate invloed op personele inzet zowel voor de directeur als de directeurbestuurder - beheersing schoolbudgetten Personeel en direct zicht hebben op de gevolgen van personele inzet. Uitgangspunten van het nieuwe model: - Het bestuur ontvangt de financiële middelen en is hiervoor uiteindelijk ook verantwoordelijk. - De verdeling van middelen vindt plaats op grond van duidelijke criteria (allocatiemodel) die geënt zijn op het organisatiebeleid. - Het allocatiemodel is eenvoudig en overzichtelijk. - Binnen de kaders van het organisatiebeleid wordt gewerkt met autonome, zelfverantwoordelijke scholen. - Onderdelen die een school niet kan beïnvloeden worden centraal geregeld. - Budgetbewustzijn wordt bevorderd. - Ondernemerschap wordt bevorderd en beloond. - De ontwikkeling van scholen en de organisatie wordt financieel ondersteund op basis van duidelijke plannen. - Achteraf wordt verantwoording afgelegd over de besteding van middelen en de behaalde resultaten. Het beleidsrijk begroten houdt in dat elke school een minimumbudget ontvangt. Dit minimumbudget is gebaseerd op minimaal 73 leerlingen op een school. Indien een school minder dan 73 leerlingen heeft krijgt deze school het budget gebaseerd op 73 leerlingen. Indien de school meer dan 73 leerlingen heeft, krijgt de school aanvullende budgetten welke gebaseerd zijn op een aantal fte’s per leerling.
Bestuursbegroting 2014
7
Rapport
Het leerlingenaantal op 1 oktober 2013 van de scholen ten opzichte van 1 oktober 2012 is nagenoeg gelijk gebleven. Dit ten gevolge van de fusie met cbs De Marke in Glimmen tot de samenwerkingsschool met de naam Quintusschool. Zonder dit samengaan tot genoemde school zou het totale leerlingenaantal van de stichting evident zijn gedaald. Een verdere terugloop van het aantal leerlingen wordt gelet op de prognoses verwacht. Dit heeft tot gevolg dat een aantal taakstellingen zijn ingevoerd in de schoolbegrotingen en hier staat vervolgens geplande vacatureruimte tegenover. Een compliment aan de schooldirecteuren is op zijn plaats voor de consequente en constructieve wijze waarop is meegewerkt aan de totstandkoming van de schoolbegrotingen. Er is een grote bereidheid tot oplossingsgericht meedenken en functioneren bij de schooldirecteuren.
Bestuursbegroting 2014
8
Rapport
Hieronder ziet u de getallen op het niveau van de totale stichting voor de FTE ontwikkeling. Netto Inzet Kalenderjaar 2014
Totaal
Bovenschools
Bovenschools
Scholen
Management
Algemeen
Totaal
Totaal Budget
136,1033 4,8153 140,9186
4,0973 4,0973
23.0471 23.0471
136,1033 31,9597 168,063
Geplande Inzet Personeel
134,9249
4,0973
23.0471
162,0693
Fte op basis van het aantal leerlingen Aanvullend budget (ongeveer)
De geplande inzet betreft de netto inzet voor de scholen, het Bovenschools Management en Bovenschools Algemeen. Deze geplande inzet heeft betrekking op de inzet van: Kalenderjaar 2014 Onderwijzend Personeel Directie ID-banen OOP-overig Fte ten laste van Academische School Conciërge Fte ten laste van subsidie Gemeente OOP administratief Geïndiceerde leerlingen (LGF)
Totaal
Bovenschools
Bovenschools
Scholen
Management
Algemeen
121,3183 8,9439 2,1657 0,4340 0,5528 0,8888 0,0501 0,2713 0,3000
1,0000 2,0973
3,7496 1,2752 0,4701 1,0000 1,5335
OOP ICT (taakbeleid) Afkoopregeling Detacheringen Personeelsfunctionaris Totaal
8,8565 4,8027 0,2083 1,1512
134,9249
1,0000 4,0973
23,0471
Totaal
130,1748 14,7466 2,3740 3,6825 0,5528 0,8888 3,7997 1,5465 0,3000 0,4701 1,0000 1,5335 1,0000 162,0693
Bij deze geplande inzet is rekening gehouden met realisatie van de taakstellingen per 1 augustus van het betreffende kalenderjaar. De formatie van het Bovenschools Management heeft betrekking op de medewerkers van het stafbureau.
Bestuursbegroting 2014
9
Rapport
Ten aanzien van de omvang van directie kan worden opgemerkt dat het hier de clusterdirecteuren betreft en een directeur die de organisatie heeft verlaten op basis van een eerder overeengekomen regeling. De loonkosten kunnen echter worden gedeclareerd bij het vervangingsfonds. Naar aanleiding van de onderstaande afspraak van 19 december jl. tussen GMR, RvT en directeurbestuurder zal bij een wijziging van de organisatie- en managementstructuur de begroting navenant worden aangepast.
Donderdagavond 19 december 2013 hebben bovenvermelde partijen een goed en constructief gesprek gevoerd. Concreet betekent dit dat in de komende drie maanden de GMR en de directeur-bestuurder elkaar in gesprek gaan over een integraal beleidsplan voor de komende 4 jaar. Binnen dit beleidsplan wordt specifiek gekeken naar de financiële kaders, terugloop van het aantal leerlingen, scholenbestand, kwaliteitsdoelstellingen en een daaruit afgeleide organisatiestructuur. Alle partijen benadrukken dat naast het integrale beleidsplan ook de huidige doorgevoerde organisatiestructuur tegen het licht wordt gehouden en dat hierover de GMR haar formele rol in het kader van instemming en advies zal uitvoeren. Hiermee is in feite de reden voor de GMR voor een gang naar de geschillencommissie komen te vervallen. Dit is voor de vertegenwoordigers van de GMR aanleiding hun achterban voor te leggen af te zien van een gang naar de geschillencommissie. Direct na de kerstvakantie zal dit voorstel ter stemming in de GMR worden ingebracht. Ook dan zal gestart worden met het overleg met de directeur-bestuurder over het integraal beleidsplan van Stichting Baasis. Uitgangspunt daarbij is de ambitie om de hoogste kwaliteit van onderwijs voor onze leerlingen nu en in de toekomst veilig te stellen. Na de eerste bijeenkomst(en) zullen we iedereen nader informeren over het vervolg. Namens GMR, Jeroen Dietvorst en Roos Renting Namens RvT, Jan Wibier en Cor de Ruiter Wietse Blink
De formatie op Bovenschools Algemeen heeft betrekking op de clustercoördinatoren, de intern begeleiders, de administratief medewerkers, de vakleerkrachten ten laste van de subsidie van de gemeente en het gedetacheerd personeel. Ook is in de begroting rekening gehouden met de kosten van eventuele afkoopregelingen. Voor de scholen is een budget ter beschikking gesteld van 140,9186 fte. Dit is inclusief een aanvullend budget. Het gaat hierbij om extra middelen vanuit de rugzakfinanciering, ID-banen, detacheringsvergoedingen en andere gemeentelijke subsidies. Daarnaast betreft dit ook extra budgetten die zijn toegekend vanuit het Bovenschools management voor fricties op de diverse scholen.
Bestuursbegroting 2014
10
Rapport
De extra budgetten die zijn toegekend betreffen: Kalenderjaar 2014 Nieuwe Managementstructuur
Fricties
Fusiegelden Vereffening Administratie
Vereffening budgetten kleine school
Totaal
Totaal
Toelichting
20.284 Door de nieuwe managementstructuur is per saldo extra budget ter beschikking gesteld aan de scholen. 216.999 In verband met combinatieproblemen, groei en kwaliteit hebben een aantal scholen extra budget ontvangen. Betreft 11HH; 18NM; 10BK; 12DC; 13AL; 12ME 82.178 Extra investering op school in verband met fusie. -142.012 Via het beleidsrijk begroten is budget ter beschikking gesteld. Budget gaat naar Bovenschools, aangezien de inzet van de administratie ook bovenschools wordt gerealiseerd. -110.139 Betreft 09FN en nevenlocaties. Aangezien per saldo te veel budget ter beschikking wordt gesteld, gaat een deel terug naar Bovenschools. Daarnaast betreft het de 12UF. Deze school gaat per 1 augustus 2014 sluiten en gaat daarom het restant budget 2014 naar bovenschools. 67.311
Een kenmerk van deze budgetten is dat deze een tijdelijk karakter hebben en hier dus geen vast personeel op zou moeten worden benoemd. Indien dit wel gebeurd loopt de organisatie de nodige risico´s. Zie risicoparagraaf. Naast de eerder genoemde inzet is in de begroting rekening gehouden met de kosten van de volgende fte’s: Kalenderjaar 2014
Bestuursbegroting 2014
Totaal
Bovenschools
Bovenschools
Scholen
Management
Algemeen
11
Totaal
Rapport
Fte Vervangingsfonds
7,5152
1,2931
0,2253 0,4637 0,4143 1,0358 7,1560
0,0541 0,24 7,8093
1,2931
9,2951
Fte Poolers vervangingsfonds Fte onbetaald verlof Fte Ouderschapsverlof Fte Bapo Fte niet vervangingsfonds Fte Schoonmaak Totaal
9,0336 0,4637 0,4143 1,0358 7,1560 0,0541 0,24 18,3975
De fte’s vervangingsfonds zijn gebaseerd op een verzuim van 5,5%. Deze kosten worden, inclusief de kosten van de poolers volledig vergoed door het vervangingsfonds. Indien het verzuimpercentage en dus ook de vervangingskosten hoger zullen zijn, heeft dit geen negatief effect hebben op de begroting. Dit aangezien de vergoeding van het vervangingsfonds ook evenredig zal toenemen. Er bestaat een zeer geringe kans dat in dit kader de organisatie een malus tegemoet zal kunnen zien. De kosten van de fte’s onbetaald verlof, ouderschapsverlof (€ 58.507) en Bapo (€ 393.995) zijn gebaseerd op de verstrekte gegevens van de scholen. Bij het onbetaald verlof is in de begroting uit gegaan dat de betreffende medewerkers de werkzaamheden na het onbetaald verlof volledig zullen hervatten. Naast bovenstaande fte’s is eveneens rekening gehouden met de inzet van payrollers. Het gaat hierbij in het kalenderjaar 2014 om 4,3185 fte. In de begroting is er vanuit gegaan, dat de inzet van deze payrollers met ingang van 1 augustus 2014 niet gecontinueerd worden. Het betreft hier een bedrag van € 277.401
Bestuursbegroting 2014
12
Rapport
Het totaal aantal verloonde fte’s bedraagt: Kalenderjaar 2014 Netto Inzet Inzet Bapo, Vervangingsfonds e.d. Inzet Payrollers Totaal aantal verloonde FTE
Totaal
Bovenschools
Bovenschools
Scholen
Management
Algemeen
134,9249 7,8093 4,3185 147,0527
4,0973 1,2931
23,0471 9,2951
5,3904
32,3422
Totaal
162,0693 18,3975 4,3185 184,7853
Op basis van bovenstaande gegevens is te concluderen dat, uitgaande van het realiseren van de geplande taakstellingen, met ingang van schooljaar 2014-2015 een juiste balans aanwezig is tussen inkomsten en uitgaven voor personeel binnen Stichting Baasis.
Bestuursbegroting 2014
13
Rapport
5. Teldatum 1 oktober 2013 en de prognose van de leerlingenaantallen Prognose leerlingenaantallen 01-10-2010
01-10-2011
01-10-2012
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
01-10-2016
01-10-2017
4 t/m 7 jaar
1.375
1.320
1.256
1.222
1.163
1.106
1.101
1.074
8 jaar en ouder
1.545
1.517
1.444
1.481
1.452
1.418
1.344
1.304
Totaal
2.920
2.837
2.700
2.703
2.615
2.524
2.445
2.378
-2,8%
-4,8%
0,0%
-3,3%
-3,5%
-3,1%
-2,7%
% verloop tov voorgaand jaar
Uit de gegevens van de schooladministraties blijkt dat de scholen op 1 oktober 2013 bezocht worden door 2.703 leerlingen. Dat is nagenoeg gelijk aan vorig jaar op 1 oktober. In de begroting van 2013 werd per 1 oktober 2013 rekening gehouden met ongeveer 2.620 leerlingen. Dat het aantal leerlingen hoger is uitgevallen, kan grotendeels toegeschreven worden aan de samenvoeging van De Marke en De Meent. Binnen de organisatie hebben een zeer beperkt aantal scholen groei, maar er zijn ook scholen waarvan het leerlingaantal daalt en nog verder zal dalen. De leerling-prognoses voor de gehele organisatie, gebaseerd op ervaringscijfers, zoals die zijn opgegeven door de directeuren, geven aan dat de leerlingenaantallen zullen dalen naar ongeveer 2.378 leerlingen in 2017. Dit betekent dat het leerlingenaantal een teruggang kent van ongeveer 12% gerekend over vier jaar en vanaf 1 oktober 2013. Boventalligheid in 2014 is naar het oordeel van de directeur-bestuurder zeker aan de orde. Binnen de cao po is men verplicht een leerkracht vóór de laatste schooldag van het lopende schooljaar, een jaar voorafgaand aan een vermoedelijke ontslagdatum (1 augustus) formeel op de hoogte te stellen van een voorgenomen ontslag. Verwachting is echter dat de geplande taakstellingen en natuurlijk verloop zullen zorg dragen voor het kunnen vermijden van Decentraal Georganiseerd Overleg met de vakcentrales.
Bestuursbegroting 2014
14
Rapport
6. T-systematiek Voor de bekostiging van de formatie van 1 augustus 2013 tot 1 augustus 2014 is het leerlingenaantal van 1 oktober 2012 bepalend. We noemen dit de T-1 systematiek (teldatum minus één jaar). In tegenstelling tot deze wijze van bekostiging van het ministerie stuurt de directeur-bestuurder op “T”. Dat betekent dat we ondanks hogere of lagere bekostiging van het ministerie, scholen de financiële middelen toewijzen die noodzakelijk zijn voor de bekostiging van een adequate personeelsformatie in het betreffende jaar ten behoeve van goed kwalitatief onderwijs.
Bestuursbegroting 2014
15
Rapport
7. Bovenschoolse budgetten 7.1 Personeel Het financieel resultaat van de scholen wordt niet beïnvloed door leeftijden van personeelsleden. Binnen het begrotingsmodel van Stichting Baasis worden prijsverschillen in de gemiddelde personeelslast volledig gecompenseerd. De rijksvergoedingen voor de personele inzet komen centraal binnen op basis van de leerlingenaantallen. Deze budgetten worden vervolgens op basis van de vastgestelde norm binnen de Stichting Baasis aan de scholen ter beschikking gesteld. 7.2 Kosten die niet door de scholen beïnvloed worden De kosten die niet door de schooldirecteuren beïnvloed kunnen worden, worden bovenschools beheerd en vooraf binnen het model aan de Rijksvergoeding voor de Materiële instandhouding onttrokken. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan de kosten van het administratiekantoor, scholing, contributies van de besturenbonden en de PO-raad. Met ingang van kalenderjaar 2014 is besloten om alle ICT investeringen, ICT-kosten en onderhoudscontracten bovenschools te beheren. Hierdoor kan de directeur-bestuurder effectiever grip houden en sturen op de ICT investeringen op schoolniveau en op de liquiditeit van de organisatie. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in relatie tot de schaalgrootte prijsvoordeel te creëren.
Bestuursbegroting 2014
16
Rapport
8. Bestuursformatieplan 8.1 Formatieberekeningen Per 1 augustus 2006 is het formatiebudgetsysteem verdwenen en kent het primair onderwijs lumpsumbekostiging. Op basis van het aantal leerlingen wordt aan de scholen een bedrag in geld toegekend. De grondslag voor de bekostiging vormt de gemiddelde personele last (GPL) waarbij rekening wordt gehouden met de gemiddeld gewogen leeftijd (GGL) van het personeel in de organisatie. Oudere personeelsleden verdienen immers meer dan jongere personeelsleden. Daarnaast is het schot tussen de materiële middelen (gelden voor schoonmaak, aanschaf meubilair en inventaris, vervanging methoden e.d.) en personele middelen verdwenen, waardoor verschuivingen van gelden ten behoeve van formatie- of personeelsbeleid kunnen plaatsvinden dan wel omgekeerd. De variabelen die invloed hebben op de budgetten zijn: • aantal leerlingen 4-7 jaar op de teldatum; • aantal leerlingen 8-13 jaar op de teldatum; • aantal ‘gewichtsleerlingen’; • kleine scholentoeslag voor scholen met minder dan 145 leerlingen; • directietoeslag; • vast bedrag van de GPL; • GGL. Het Bestuursformatieplan vormt de concrete vertaling van de beleidskeuzes die de directeurbestuurder en directeuren op het gebied van de formatie hebben gemaakt.
Bestuursbegroting 2014
17
Rapport
8.2 Budgetten De organisatie heeft verschillende baten vanuit diverse instanties. Deze zullen nader worden toegelicht. 8.3 Budget voor personeelsbeleid Dit budget wordt verstrekt door het Ministerie van OC&W en is bestemd voor diverse personele lasten. Hierbij moet worden gedacht aan de kosten van personele inzet, de kosten voor opleiding van personeel, de kosten van Arbo, extra beloning schoolleiders enz. Op basis van het leerlingenaantal van 1 oktober 2012 bedraagt het budget voor personeelsbeleid 20132014 € 1.151.895,- en op basis van het aantal leerlingen van 1 oktober 2013 voor 2014-2015 € 1.139.005,-. Voor 2013 is een bedrag begroot van € 1.146.524,-. Vanuit deze opbrengsten worden o.a. het stafbureau betaald en daarnaast worden deze gelden gebruikt voor de dekking van: • kosten nascholing en deskundigheidsbevordering • kosten i.v.m. arbeidsomstandigheden en arbo-zorg • kosten ouderschapsverlof • kosten aansluiting bij het vervangingsfonds • facilitering van de GMR 8.4 Inkomsten van de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs De organisatie heeft te maken twee samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Voor 2014 zijn deze inkomsten geraamd op een bedrag van € 275.000. De directeur-bestuurder verwacht een structurele terugloop voor de komende jaren in de inkomsten voor realisering van Passend Onderwijs. Door het uitstel van de invoering van Passend Onderwijs naar 1 augustus 2014 zal dat in 2014 nog niet direct merkbaar zijn, maar in de daaropvolgende jaren wel. De consequenties hiervan zijn op dit moment nog niet concreet duidelijk, echter de middelen die nu beschikbaar zijn en aangewend worden voor onder meer het faciliteren van IB-ers zullen dalen. Er is een plan en een uitwerking voor expertisebundeling binnen de Stichting Baasis. Deze expertisebundeling is in eind 2013 gestart en zal oplossingen in 2014 moeten bieden voor de knelpunten die gaan ontstaan met betrekking tot het bieden van goed kwalitatief Passend Onderwijs. In overleg met directeuren, IB-ers en het MT-Stichting Baasis zal een plan vastgesteld worden hoe te anticiperen op deze bezuiniging. (Zie hiervoor ook de bijlage Monitoring tijdpad jaarplan 2013-2014 beleidsindex).
Bestuursbegroting 2014
18
Rapport
8.5 Materiële Instandhouding De Materiële instandhouding die door het Ministerie van Onderwijs wordt verstrekt is bestemd voor kosten die geen betrekking hebben op het personeel. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de huisvestingslasten en de kosten die worden gemaakt in verband met de investering en afschrijving van ICT-leermiddelen en van het overig onderwijsleermateriaal. Op basis van het aantal leerlingen zijn de inkomsten voor de materiële instandhouding geraamd op € 1.869.495,-. De scholen zetten hiervan € 1.295.764 in voor hun exploitatie. Het restant van € 573.730,is noodzakelijk om de kosten te dekken waarover binnen bestuursbeleid afspraken zijn gemaakt, zoals de kosten voor het Onderwijsbureau, contributies, Investeringen ICT, Onderhoudscontracten ICT enz.. 8.6 Budget leerling gebonden financiering Per aangemelde leerling wordt op basis van een indicatie een bedrag beschikbaar gesteld vanuit het ministerie. Het budget voor leerlinggebonden financiering bedraagt gemiddeld € 6.130,38 per leerling voor personele inzet en € 1.015,- voor aanschaf van materialen. Uitgaande van de opgaven van de directeuren betreft het voor het kalenderjaar 2014 een bedrag van € 216.657, -. Dit budget komt rechtstreeks bij de scholen binnen en wordt op de scholen ingezet. Met de komst van Passend Onderwijs en de daarbij horende financiële beperkingen zal het er voor de scholen in de komende jaren ingrijpende verandering van kracht zijn. Het ministerie gaat de op landelijk niveau ingezette middelen budgettair neutraal verdelen over de nieuwe samenwerkingsverbanden. Per saldo zal dit voor scholen van Stichting Baasis betekenen dat er minder rugzakgelden op de scholen ingezet worden. Dit impliceert eveneens dat er minder middelen in de samenwerkingsverbanden ingezet kunnen gaan worden. Momenteel worden die middelen onder meer aangewend voor de inrichting van de leerlingenzorg en inzet van IB-ers. De directeur-bestuurder constateert dat in het afgelopen jaar het verwijzingspercentage naar scholen voor speciaal onderwijs enigszins is toegenomen. Dat strookt niet met het ingezette beleid van Passend Onderwijs om meer kinderen binnen de reguliere setting op te vangen. De directeur-bestuurder, directeuren, het MT-SB en de IB-ers maken voor de concretisering plannen in overleg met de beide samenwerkingsverbanden. 8.7 Impulsregeling postcodegebieden In 2010 is de Impulsregeling ingevoerd om, naast de bestaande gewichtenregeling, scholen die geconfronteerd worden met een cumulatie aan problemen, extra financiële armslag te geven. Als systematiek voor de verdeling van het budget is door het ministerie gekozen voor postcodegebieden waarvan bekend is dat er veel mensen met een laag inkomen wonen. Voor een school die in een dergelijk gebied staat ontvangt het bestuur middelen in de vorm van `impulsgeld`. Voor Stichting Baasis geldt deze niet, aangezien er geen scholen zijn die aan de gestelde criteria voldoen.
Bestuursbegroting 2014
19
Rapport
8.8 Prestatiebox Met ingang van schooljaar 2012 zijn er middelen beschikbaar in de vorm van de Prestatiebox. De sector Primair Onderwijs heeft zich door het Bestuursakkoord aan een aantal doelen gecommitteerd. In ruil daarvoor worden middelen in de lumpsum aan het bestuur toegewezen. De verantwoording is overigens tot een minimum beperkt. Voor kalenderjaar 2014 zijn deze begroot op € 274.097 In het bestuursakkoord zijn de volgende ambities voor het primair onderwijs afgesproken: • Scholen werken opbrengstgericht; • Schoolbesturen formuleren meetbare doelen voor het beoordelen van de eigen leerling prestaties; • Scholen met leerlingen met een leerlinggewicht meten de opbrengsten van de leerlingen in de groepen 1 en 2, door observaties, of een vorm van toets of checklist; • Scholen bieden een gericht onderwijsaanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen; • Scholen betrekken ouders actief bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun leerlingen; • Er zijn geen zeer zwakke scholen meer; • Leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van hun leerlingen. Ook stemmen leraren de instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling van leerlingen; • Leraren en schoolleiders werken voortdurend aan hun professionalisering en registreren zich als zodanig in het beroepsregister voor leraren en voor schoolleiders; • Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. In dat verband is er voor leraren een bekwaamheidsdossier en vindt er jaarlijks minimaal één formeel beoordelings- of functioneringsgesprek plaats. Daarnaast is de kwaliteit van de begeleiding en ondersteuning van beginnende leraren verbeterd; • Schoolbesturen geven hun onderwijsopbrengsten transparant weer via het te ontwikkelen informatiesysteem 'Vensters PO' en scholen gebruiken Vensters PO voor het evalueren van de eigen opbrengsten en kwaliteit. In 2014 worden de middelen van de Prestatiebox aangewend voor de scholing van teams. Bovendien worden de middelen aangewend voor de ondersteuning van teams en directies bij de uitwerking van kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken.
Bestuursbegroting 2014
20
Rapport
8.9
Het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord.
Het primair onderwijs krijgt nog dit kalenderjaar 296 miljoen euro uitgekeerd van de 650 miljoen euro die met het Herfstakkoord gepaard gaan. Dit is ruim zestig miljoen euro meer dan in eerste instantie was voorgesteld in de begroting van het ministerie van OCW. Een meerderheid van de Tweede en Eerste Kamer vindt dat het primair onderwijs deze middelen hard nodig heeft voor onder meer behoud van werkgelegenheid. Het primair onderwijs krijgt daarbij ook nog 85 miljoen euro om jonge leerkrachten in dienst te houden. Dit bedrag wordt eenmalig uitgekeerd in december 2013. Dit is afgesproken in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA). Het betreft hier middelen die in eerste instantie pas per 2016 en 2017 zouden worden ontvangen maar nu naar voren worden gehaald. 1. De incidentele middelen van 85 miljoen euro (€ 52,85 per leerling) zijn bedoeld om (vooral jonge) leraren in 2014 aan het werk te houden Dit als overbrugging naar het jaar 2015. Aangezien de werkloosheidskosten voor de sector (in de vorm van de premie voor het participatiefonds) sterk zijn gestegen en een hogere premie weer kan leiden tot ontslagen. Doelbesteding is daarom het gevolg. Hoe het overige geld vanuit het NOA wordt toegekend aan schoolbesturen is afhankelijk van nog te maken afspraken tussen OCW en de PO-Raad in het kader van een nieuw bestuursakkoord. Ook de onderhandelingen voor een nieuwe cao-Po hebben hier wellicht de nodige invloed. 2. Door het Herfstakkoord wordt in december 2013 de personele lumpsum 2013/2014 incidenteel opgehoogd met een bedrag van 296 miljoen euro (€ 183,90 per leerling). Helaas kan geen duidelijkheid worden gegeven over het extra geld dat na het schooljaar 2013/2014 beschikbaar komt voor het primair onderwijs. De exacte hoogte van de bedragen vanuit het Herfstakkoord na 2014 en de voorwaarden en afspraken waaronder dit geld wordt toegekend aan schoolbesturen, worden pas in de loop van 2014 bekend. Gelet op deze onzekerheid zal de directeur-bestuurder zorgvuldig zijn met de (structurele) besteding van de middelen, zolang er nog onduidelijkheid is over de exacte uitwerking van het Herfstakkoord en NOA. 3. Het bedrag van in totaal € 236,75 per leerling dat een schoolbestuur in december krijgt uitgekeerd, wordt toegekend aan de personele lumpsum voor het schooljaar 2013/2014. Daarom moet deze extra bekostiging voor 5/12 worden toegerekend aan 2013 en voor 7/12 aan 2014. Het is in dit kader niet mogelijk het geld dat in december wordt ontvangen volledig als baten in 2014 op te nemen. Een en ander heeft dus een behoorlijk positief effect op het resultaat van 2013. Schoolbesturen die per einde van schooljaar 2012/2013 afscheid hebben moeten nemen van personeel, omdat de financiële positie van het schoolbestuur het niet toestond hen in dienst te houden, kunnen door de bovenstaande ontwikkelingen over 2013 toch een behoorlijk positief resultaat presenteren. Het is van belang dat het schoolbestuur hier aandacht aan besteedt in de verantwoording en dus bij de toelichting op het
Bestuursbegroting 2014
21
Rapport
exploitatieresultaat. Op die wijze is een eventueel positief resultaat over 2013 in de juiste context te plaatsen. De hierboven genoemde ontwikkelingen kunnen mogelijk ook hun invloed hebben op andere beleidsterreinen, zoals de instroomtoets van het participatiefonds. De genoemde extra gelden vanuit het ministerie zijn aan de begroting toegevoegd. De middelen die zijn toegekend voor het in dienst houden van jonge leerkrachten is voor 7/12 deel aan de begroting toegevoegd. Het gaat hierbij om een begroot bedrag van ongeveer € 83.300 en dit heeft een positief effect gehad op het begrote resultaat voor 2014. Ook de inkomsten van de overige middelen zijn opgenomen in de begroting 2014, maar hebben geen invloed op het uiteindelijke resultaat aangezien hier ook de kosten van het nog te ontwikkelen beleid zijn verdisconteerd. Het gaat hier naar schatting om een bedrag van € 291.134 voor 2014, € 540.600 voor 2015, € 523.000 voor 2016 en € 504.800 voor 2017. Hoe deze gelden uiteindelijk besteed zullen worden, zal in de eerste helft van het kalenderjaar 2014 duidelijk worden. Noot: Inmiddels is duidelijk geworden, dat een groot deel van deze extra gelden die worden ontvangen (ten behoeve van kalenderjaar 2014) verantwoord moeten worden in kalenderjaar 2013. Dit was ten tijde van het opmaken van de begroting nog niet bekend. In deze begroting is voor 2014 rekening gehouden met een bedrag van ongeveer € 291.134 aan inkomsten en kosten. Nu deze gelden in 2013 worden verantwoord, zal indien al deze middelen besteed zullen worden in 2014 leiden tot een negatief resultaat, wat verklaard kan worden door de extra inkomsten en dus een extra positief resultaat in kalenderjaar 2013.
Bestuursbegroting 2014
22
Rapport
9. Beleidskeuzen die doorwerken in uitgaven 9.1 Kwaliteitszorg De Stichting Baasis beschikt (nog) niet over een kwaliteitsmanagementsysteem, maar is wel in ontwikkeling. In de voorgaande jaren is veelal externe expertise ingehuurd ten einde de aanwezige (zeer) zwakke scholen te begeleiden naar een basisarrangement. Deze externe expertise heeft een forse wissel getrokken op de uitgaven in 2011 en 2012. Bovendien is er geen prikkel ontstaan om de aanwezige interne expertise te inventariseren en vervolgens te mobiliseren voor ondersteuning van scholen met een risicovol kwaliteitsprofiel. Uitgangspunt met betrekking tot de kwaliteitszorg is het opzetten van een kwaliteitsmanagementsysteem dat de gehele organisatie in staat stelt consequent, consistent en periodiek te anticiperen op kwaliteitsvraagstukken en kwaliteitsbeleid, Onder aansturing van de voorzitter van de domeingroep Onderwijs & Ondersteuning wordt hier uitvoering aan gegeven. Investeringen zullen noodzakelijk zijn om dit systeem te ontwikkelen en te kunnen toepassen. Het betreft hier concreet het op bovenschoolniveau positioneren van de intern begeleiders. Een concreet plan van aanpak hieromtrent zal in het voorjaar van 2014 worden gepresenteerd. Ook een adequate anticipatie op het geven van vorm en inhoud geven Passend Onderwijs is hier onderdeel van. Vooralsnog wordt bij het vorm geven aan deze constructie uitgegaan van een budgettair neutrale benadering. Bij de kwaliteitsbrede aanpak, zoals al ingezet via de beleidsvoornemens in het jaarplan 2013-2014 worden ook de uitkomsten van de (externe) commissie Meurs onder auspiciën van de PORaad betrokken. Deze commissie legt de focus op ontwikkeling, minder regels, een eigen professionaliseringsagenda en leren van elkaar door audit, visitatie en intervisie. Op dit moment wordt de voorbereiding van het interne auditsysteem afgerond en zal de samenstelling van een Baasis-auditteam een feit zijn. In het kader van het provinciaal kwaliteitsakkoord Groningen zal Stichting Baasis zich aansluiten bij de ontwikkelingen en uitvoering van een provinciaal auditteam. Hierbij zullen overstijgende schoolbestuurlijke audits mogelijk kunnen worden. Voor de specifieke aspecten van kwaliteitszorg is een aparte paragraaf (Monitoring tijdpad jaarplan 2013-2014 beleidsindex) beschikbaar. 9.2 Functiemix Stichting Baasis heeft in de voorbije jaren niet of onvoldoende geanticipeerd op het voldoen aan de criteria van de zogenaamde functiemix. Gelet op de toenemende druk vanuit ministerie en de valcentrale evenals het willen vervullen van de rol van een goede werkgever is beleid en uitvoering hier op zijn plaats. Dit zal invloed hebben op de uiteindelijke inschaling van ongeveer 30% van het totale bestand aan groepsleerkrachten. Binnen de begroting is hier rekening mee gehouden.
Bestuursbegroting 2014
23
Rapport
9.3
Het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord.
Het gaat hier naar schatting om een bedrag van € 291.134 voor 2014, € 540.600 voor 2015, € 523.000 voor 2016 en € 504.800 voor 2017. Hoe deze middelen uiteindelijk besteed zullen worden, zal in de eerst helft van het kalenderjaar 2014 duidelijk worden. 9.4 Project “ De bibliotheek op school. Stichting Baasis heeft ter bevordering van het taal- en leesonderwijs een samenwerking gestart met de Bibliotheekcentrale Drenthe. Dit betekent ook dat Stichting Baasis een koepelovereenkomst aangaat met de bibliotheek en de gemeente Tynaarlo Alle scholen starten met de monitor in januari 2014 (nulmeting) en de rest van het schooljaar 20132014 zal worden gebruikt om de collectie en inrichting van de schoolbibliotheek op orde te brengen. De aanwezige collecties worden gescreend en waar nodig aangepast. Dit brengt geen extra kosten met zich mee. Het project (drie jaar) start in het schooljaar 2014-2015 en eindigt vooralsnog aan het eind van het schooljaar 2016-2017. De eerste facturering zal plaatsvinden in het najaar van 2014 op basis van de leerlingentelling van 01-10-2013.
Geplande beleidskeuzen
Project code
2014
2015
2016
2017
Nog te besteden extra gelden Ministerie Project Bibliotheek op school
€ 291.134 € 1.340
€ 540.600 € 6.005
€ 523.000 € 10.670
€ 504.800
Totaal
€ 312.474
€ 556.605
€ 533.670
€ 504.800
9.5 Schoolschoonmaak In het najaar van 2013 is met ondersteuning van adviesbureau Alpha een Europese aanbesteding gedaan voor schoolschoonmaak. Deze aanbesteding heeft geleid tot het kiezen voor een andere uitvoerder van de schoonmaak voor de scholen van Stichting Baasis. Concreet impliceert deze wijziging het vertrek van het schoonmaakbedrijf Asito en de komst van het schoonbedrijf Eemsmond per ingang van 1 januari 2014. De wijziging geeft een besparing op de totale schoonmaakkosten van € 50.000,-
Bestuursbegroting 2014
24
Rapport
10. Exploitatieresultaat begroting 2014 Voor de exploitatie van de totale organisatie wordt in 2014 een exploitatieresultaat geraamd van € 14.091 positief. Hiermee is evenwicht tussen inkomsten en uitgaven in deze begroting. Het evenwicht moet nog wel gestabiliseerd worden. De terugloop van het aantal leerlingen heeft namelijk niet alleen gevolgen voor de personele inzet, maar ook voor de huisvesting. Indien de leegstand te groot wordt, is de organisatie niet meer in staat om de totale lasten te kunnen dragen. Hierop moet worden geanticipeerd. Stichting Baasis zal zich intensief moeten beraden op het formuleren van adequaat huisvestingbeleid voor de komende jaren. Mede gelet op de doordecentralisatie van de gemeentelijke huisvestingslasten naar de schoolbesturen. Met de lokale overheden is over toekomstige leegstand al overleg gestart en zijn initiatieven genomen om op een aantal (school-) locaties zo snel als mogelijk is (semi-permanente) huisvesting af te stoten. Uiteraard zal de notitie Baasis 2016 hier nader maat- en richtinggevende uitspraken over doen. De directeur bestuurder zal in 2014, net als in 2013, door middel van periodiek belegde werkoverleggen met de directeuren de uitputting van de exploitatiebegroting op de voet volgen. In 2013 is via het Onderwijsbureau Meppel een cursus Financieel Management gegeven om de directeuren uniforme instrumenten te bieden om hun begroting te kunnen hanteren. 11.2 Exploitatieresultaten op school- en stichtingsniveau. Om lumpsum-methodiek effectief te hanteren en directeuren in staat te stellen verantwoordelijk te zijn voor hun eigen schoolbegroting heeft de directeur-bestuurder in 2013 zijn beleid t.a.v. de resultaatverdeling aangepast. Het gaat hierbij om de normering wat betreft de inzet van personeel en de verdeling van de Materiele Instandhouding. 11.3 Begroot resultaat Voor 2014 wordt door de scholen gezamenlijk een negatief exploitatieresultaat van € 234.860,begroot. Voor Bovenschools Algemeen wordt een positief exploitatieresultaat van € 248.771,- begroot. Voor het Bovenschools Management wordt een exploitatieresultaat van € 0,- begroot. Voor de totale organisatie wordt een positief exploitatieresultaat van € 14.091 verwacht.
Bestuursbegroting 2014
25
Rapport
2014
Bovenschools Man. Begroting 2014
Scholen Begroting 2014
Bovenschools Algemeen Begroting 2014
Totaal Organisatie Begroting 2014
Totaal baten
10.289.551
364.721
3.625.314
14.279.585
Totaal lasten
10.524.230
364.721
3.401.943
14.290.894
(234.680)
0
223.371
(11.309)
0
0
25.400
25.400
(234.680)
0
248.771
14.091
Saldo Baten en Lasten Financiële baten en lasten Begroot resultaat
In onderstaande tabel zijn de taakstellingen en vacatures weergegeven aan het begin van het schooljaar. Datum 01-08-2014
Taakstellingen -6,50 fte
Vacatureruimte 4,85 fte
Saldo -1,65 fte
Gelet op de geplande taakstellingen en natuurlijk verloop van personeel zal Decentraal Georganiseerd Overleg met de vakcentrales dan ook niet noodzakelijk zijn. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat met de personeelsleden die in aanmerking willen komen voor tussentijds vertrek nog niet alle vaststellingsovereenkomsten zijn getekend. In het volgende overzicht is de begroting in meer detail weergegeven. Telgegevens leerlingen
2012
Leerlingen 4 t/m 7 jaar Leerlingen 8 jaar en ouder (en onbekend) Totaal aantal leerlingen Aantal leerlingen NOAT
1262 1440 2702
Gemiddelde geplande inzet over kalenderjaar in fte's Taakstellingen Vacatures Payroll Totaal fte (incl. taakstelling en vacatures)
Bestuursbegroting 2014
2013 1.222 1.481 2.703 28 2013
0,00
26
2014 1.163 1.452 2.615 28 2014 -3,47 3,05 4,32 180,47
Rapport
Investeringen 1.2 Materiele vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Leermiddelen Totaal 1. Activa
3. Baten 3.1 Rijksbijdrage OCW 3.1.1.1 Budget voor personeelsbeleid 3.1.1.2 Materieel 3.1.1.3 Personeel 3.1.2.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2 Niet geoormerkte Subsidies 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.2.1 Bijdrage gemeente 3.2.2 Overige 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 3.5.2 Detachering personeel 3.5.5 Ouderbijdrage 3.5.6 Overige Totaal 3. Baten
4. Lasten
Begroot 2013 1.036.074
Begroting 2014 434.992
843.274 192.800 1.036.074
240.872 194.120 434.992
Realisatie 2012 13.562.816 1.239.399 1.910.272 9.736.047 651 676.448 826.486 756.885 69.601 579.867 49.399 102.973 0 427.495 14.969.170
Begroot 2013 12.971.369 1.192.726 1.912.449 9.342.652 19.137 504.405 557.166 519.667 37.499 380.291 16.633 109.764
Begroting 2014 13.450.743 1.146.524 1.869.495 9.940.717
253.894 13.908.826
275.000 14.279.585
494.007 408.559 348.491 60.069 420.283 40.836 104.447
Realisatie Begroot Begroting 2012 2013 2014 13.237.434 11.381.888 11.701.073 1.461.314 1.325.918 1.295.896 10.959.392 9.488.312 9.951.144 387.011 365.723 404.862 2.261 2.500 401.506 190.831 277.401 773.696 400.102 298.918 131.329 151.400 86.500 -879.075 -540.399 -616.148 481.721 406.153 278.013 16 66 265.079 283.343 203.843 216.626 122.810 74.105
4.1 Personele lasten 4.1.1.1 Salariskosten Directie 4.1.1.2 Salariskosten OP 4.1.1.3 Salariskosten OOP 4.1.2.1 Dotatie voorziening personeel 4.1.2.2 Uitzendkrachten, declaranten e.d. 4.1.2.3 Overige personele lasten 4.1.2.4 Scholing/opleiding 4.1.3 Uitkeringen 4.2 Afschrijvingslasten 4.2.2.1 Gebouwen 4.2.2.2 Inventaris en apparatuur 4.2.2.4 Leermiddelen
Bestuursbegroting 2014
Realisatie 2012 244.713 1.311 127.604 115.798 244.713
27
Rapport
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Onderhoud 4.3.4 Water en energie 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.7.1 Bewaking en beveiliging 4.3.7.2 Tuinonderhoud 4.3.7.3 Overige huisvestingslasten 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheer 4.4.2.1 Inventaris en apparatuur 4.4.2.2 Leermiddelen 4.4.4 Overige Totaal 4. Lasten
1.061.265 1.073.705 922.972 95.425 117.085 166.748 266.832 228.885 139.563 272.985 320.023 277.483 340.275 327.339 266.060 23.690 27.950 23.342 21.733 15.742 12.917 38.825 36.681 36.859 1.500 1.419.221 1.045.804 1.388.837 698.530 599.961 626.940 16.351 17.250 16.900 388.991 327.400 328.755 315.350 101.193 416.241 16.199.641 13.907.551 14.290.894
5. Financiële baten en lasten 5.0 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.3 Waardeverandering fin.vaste activa 5.5 Rentelasten Totaal 5. Financiële baten en lasten
7. Exploitatieresultaat 7.1 Exploitatieresultaat 7.1.3 Resultaat algemeen Totaal 7. Exploitatieresultaat
Bestuursbegroting 2014
28
Realisatie 2012 32.560 857 31.704 -1 32.560
Begroot 2013
Realisatie 2012 -1.197.912 -1.197.912 -1.197.912
Begroot 2013
Begroting 2014 25.400 400 25.000 25.400 Begroting 2014
14.091
Rapport
Bestuursbegroting 2014
29
Rapport
11. Formatieplan per school 2014 09FN
Kalenderjaar 2014
09FN-N1
09FN-N2
10AV
10BK
10TA
10TH
11HH
Fte op basis van het aantal leerlingen
4,7794
3,7709
3,8215
10,5256
10,6574
6,0072
4,3409
3,8147
Aanvullend budget (ongeveer)
1,3244
-0,9101
-0,6194
-0,1600
0,6622
-0,1074
0,1420
0,3606
Totaal Budget
6,1038
2,8608
3,2021
10,3656
11,3196
5,8998
4,4829
4,1754
Geplande Inzet Personeel
5,9030
2,4549
2,6672
9,8738
11,3037
4,7765
4,1301
3,9312
Kalenderjaar 2014
12DC
12DG
12ME
12UF
13AL
13AL-N1
18MB
18NM
Fte op basis van het aantal leerlingen
6,2264
4,4725
6,3141
3,7709
8,5504
5,2179
3,9024
8,7697
Aanvullend budget (ongeveer)
0,3739
0,4002
2,4381
-1,5254
0,3491
0,7258
0,2628
0,3683
Totaal Budget
6,6003
4,8727
8,7522
2,2455
8,8995
5,9437
4,1652
9,1380
Geplande Inzet Personeel
6,9350
4,3502
8,9839
1,0471
8,7857
4,9191
3,3742
9,3989
Bestuursbegroting 2014
30
Rapport
Kalenderjaar 2014
18OV
18QA
18RC
Totaal
20,4967
16,1920
4,4725
136,1033
1,2539
0,1760
-0,6994
4,8153
Totaal Budget
21,7506
16,3680
3,7730
140,9186
Geplande Inzet Personeel
21,6400
16,6939
3,7563
134,9249
Fte op basis van het aantal leerlingen Aanvullend budget (ongeveer)
Bestuursbegroting 2014
31