Colin Currie Group & Duo Ttukunak 14|15
21.01.2015 Minimal Music 2/3
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u30 vermoedelijk einde concert Er is geen pauze voorzien.
Minimal Music 2014 | 2015 The Necks / Heleen Van Haegenborgh vr 17 oktober 2014
1/3
Colin Currie Group & Duo Ttukunak wo 21 januari 2015
2/3
Ictus Minimal vr 29 mei 2015
3/3
Programma Klassiekers van Steve Reich, waaronder een nieuw werk, worden geconfronteerd met traditioneel slagwerk uit Baskenland. Colin Currie Group en Duo Ttukanak wisselen elkaar af. STEVE REICH (1936) Clapping Music (1972) Traditionele Baskische muziek voor txalaparta STEVE REICH Nagoya Marimbas (1994) Traditionele Baskische muziek voor txalaparta JOHN ADAMS (1947) Hallelujah Junction, voor twee piano’s (1996) Traditionele Baskische muziek voor txalaparta STEVE REICH Quartet, voor 2 piano’s en 2 vibrafoons (2014) (Belgische première) Traditionele Baskische muziek voor txalaparta
Duo Ttukunak Maika & Sara Gomez | txalaparta Colin Currie Group Colin Currie | slagwerk Simon Crawford-Phillips | piano Philip Moore | piano Sam Walton | slagwerk
21.01.2015 | Colin Currie Group & Duo Ttukunak
Tegen de polsslag van het steen Door Yanick Maes
De vroege jaren 1970. In Spaans Baskenland slaan jonge mensen almaar ingewikkelder ritmes op houten balken. Ze dromen zich de voortzetters van een eerbiedwaardige traditie. In een New Yorkse kunstenaarsloft drummen Joodse jongelui en rood aangelopen Ieren West-Afrikaanse ritmes. Samen delen ze belangrijke idealen. Een geloof in de vitale kracht van elke traditie vooreerst. Daarnaast de nadruk op het fysieke beleven van muziek door het publiek. Vooral toch spreekt de overtuiging dat samen muziek maken een model biedt voor sociale verwevenheid en harmonie.
Kloppende harten Wat is traditionele muziek en wat is nieuwe muziek? Wanneer het zelfbeeld van een gemeenschap in het spel is, blijken eeuwenoude tradities bij nader toezien vaak uitvindingen van recente datum. Sinds vele generaties kondigen de Basken het rijpen van de cider aan door luid en ritmisch op lange balken te slaan. Het signaal voor de dorpsgemeenschap dat de feestelijke eerste dronk op het programma staat. In dit gebruik lijkt de oorsprong te liggen van een uniek slaginstrument, de txalaparta. Toch is de ‘traditie’ zoals we die nu kennen niet eeuwenoud. Integendeel, ze is het product van experimenten en razend-
snelle evoluties tijdens de voorbije decennia. In die korte periode veranderden het instrument, de gebruikte ritmische patronen en de context allen diepgaand. Een txalaparta kan je makkelijk zelf maken. Sleep een aantal houten balken aan, van een flinke twee meter lengte ongeveer, maar korter mag ook. Leg ze op twee schragen met een schapenvacht, wat stro of mais-bladeren als kussen. Kies in de doe-het-zelfzaak bij voorkeur balken van een verschillende houtsoort. Hierdoor zullen variaties in klank ontstaan. Sommigen schaven de balken op een specifieke lengte af en stemmen ze zo op een bepaalde toonhoogte. Doe dit niet. De xylofoon bestaat namelijk al. Sinds de revival van het instrument in de jaren 60 experimenteren de muzikanten ook met andere materialen, zoals stenen of metalen buizen, waardoor het palet rijker is geworden. Neem twee licht taps lopende stokken in de hand en houd ze verticaal. Je bent nu klaar voor de actie. Of neen, toch niet. Neem de telefoon en bel een goede vriend. Welke gedaante het instrument ook aanneemt, een txalaparta wordt het pas als er twee spelers zijn. Bespeeld door één persoon, blijft het instrument naamloos. De txalaparta maakt slechts muziek in dialoog. Dat is de essentie.
Elk van de beide percussionisten heeft een specifieke taak. Ze staan ieder aan een andere kant van de tafel. De ene, de txakun, zet het stuk in gang door een regelmatige afwisseling van twee, soms drie, slagen te spelen. Een puls vormt zich, zoals van een trein die aan een constante snelheid rijdt. Txakun…. txakun.... txakun.... De andere speler gebruikt de ruimte die de eerste laat. Hij kan kiezen om de twee slagen van de eerste te herhalen. Een tikkende klok is het resultaat. Meestal zal de tweede speler echter onregelmatige ritmes spelen. Niet voor niets is dit de errena, ‘de hinkende’. De errena kan door zijn bijdrage de hele cyclus uit de haak brengen. Of beter gezegd, hij laat de indruk ontstaan dat het ritme onregelmatig fluctueert. Het is een permanent samenspel van orde en chaos. De creativiteit van de tweede speler is altijd het resultaat van de structuur die de eerste biedt. Spanning en dynamiek ontstaan door het opvoeren van het tempo, door op verschillende plaatsen van de balk te spelen, door spiegeling of soepel tegenwerken zonder het spel van de ander te breken. Het ritmische klankbeeld ontwikkelt zich in golven van schijnbare wanorde en vloeiende regelmaat. Moderne txalapartari wisselen wel eens de rollen van ankerpunt en stoorzender om, en gebruiken toenemend complexe ritmes. Wat blijft is de noodzakelijke twee-eenheid van de spelers. Voor de toehoorder is het niet op te maken wie precies welke klanken maakt.
Klappende handen Wat is traditionele muziek en wat is nieuwe muziek? In Clapping Music (1972) gebruikt Steve Reich als basis een aangepast ritmisch patroon in 12/8 uit de
West-Afrikaanse drumtraditie. De twee uitvoerders beginnen in unisono en klappen het ritme twaalf maal. Probeer gerust heimelijk mee te doen, moeilijk is het niet. Vervolgens neemt één uitvoerder de rol van de txakun op. Hij blijft het patroon stoïcijns herhalen. De andere uitvoerder wacht één tel en springt dan in. Hierdoor ontstaan opeens andere ritmische figuren. Na twaalf herhalingen verschuift de tweede stem opnieuw een achtste noot en zo verder. Dit proces noemt de componist phasing. In de grond is het een variatie op de aloude canon-techniek. Daarbij wordt een stem op relatief korte afstand nagevolgd door een tweede die gelijktijdig klinkt. In phasing is de verwijdering aan geleidelijke verandering onderhevig. Daardoor ontstaan telkens weer nieuwe ritmes. Wanneer het procedé zich voor de twaalfde keer voltrekt, vallen de stemmen weer samen. We zijn terug bij het begin, de cirkel is rond en het stuk is klaar. Zoals vele vroege werken van Steve Reich illustreert Clapping Music hoe één aspect van muziek een heel werk kan creëren. De didactische helderheid demonstreert een aantal ideeën die hij de komende decennia zou blijven uitwerken. In 1970 was hij in Ghana de plaatselijke drumtraditie gaan bestuderen. Hij speelde er met de meesterdrummers mee en bracht belangrijke inzichten terug naar New York. De West-Afrikaanse muziek is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het samenspel evolueert collectief, zonder dirigent. Naar elkaar luisteren en op elkaars bijdrage ingaan is de norm. Het is een ideaal dat Reich ook voor zijn muziek nastreeft. Gestuwd door een ritmische polsslag die voelbaar maar niet noodzakelijk hoorbaar is, wordt een ensemble één, on-
deelbaar instrument. Muzikanten moeten in groep denken en met elkaar meegaan. De individuele inbreng staat in functie van het totale klankbeeld. Een tapijt van klanken is het. Elke draad draagt bij aan het geheel waarin hij oplost en verdwijnt. Het gebruik van in elkaar grijpende en verschuivende ritmische motieven blijft typisch voor Reich. In de latere werken verdwijnt wel de strikte focus op het procesmatige karakter van de muziek. Zo herhalen de cellen van Nagoya Marimbas (1994) zich nog slechts drie keer. We ontmoeten dan ook meer verschillende basiselementen, met een veel melodischer karakter buitendien. Het is een virtuoze terugblik vanop een scharnierpunt in de carrière van de componist.
Klinkend knooppunt In zeker zin schrijft Steve Reich traditionele muziek. Hij gebruikt technieken die teruggaan tot de twaalfde eeuw en baseert zich op de Ghanese of Balinese volksmuziek. Tegelijk schrijft hij eminent moderne muziek. Voor hem is de traditie immers niet verticaal te begrijpen, als een verankering in het verleden. Zijn wereldbeeld is horizontaal. De muziek komt van overal. Op onze muziekspelers zijn De Machaut, Bartók en John Coltrane tijdgenoten. De eclectische achtergrond laat zich voelen in talrijke paradoxen. Eenvoudige elementen laten complexe netwerken ontstaan. Herhaling is het basisprincipe en toch beweegt de muziek in een voortdurend veranderende gedaante. Tegelijk ontstaat de indruk van een langzaam voortglijdende gletsjer, ondanks het gevoel van snelheid en vaart. De harmoni-
sche structuur verandert in meer recente werken wel meer gezwind. In Quartet (2014) valt dat vooral op in het tragere deel. Omdat de herhaalde segmenten altijd korte melodische en ritmische bouwstenen zijn, vervaagt het verschil tussen voor- en achtergrond. Melodische lijnen ontstaan pas door de variabele canons. Dit verklaart de voorliefde voor duo’s van instrumenten met hetzelfde timbre. In Quartet zijn dat twee piano’s en twee vibrafoons. Bij elk tweetal versmelten de stemmen. Daarbinnen ontstaan door de verschuivingen telkens nieuwe contouren. De nadruk vloeit daarnaast elegant van het ene naar het andere instrument, en van het ene naar het andere duo. Een txalaparta in het kwadraat. Soms komt deze muziek over als onderkoeld, gedreven door de rede of haast mechanisch. Altijd echter krijgt aanstekelijke levensvreugde de bovenhand. De onweerstaanbare ritmische stuwing neemt bezit van ons lichaam. Hier raken we het echte mysterie van de alchemie. Objectiviteit genereert emotionele impact. De muziek is niet de uitdrukking van emoties. Ze spreekt niet tot ons. Ze is de verklanking van abstracte processen, gedragen door een vaste puls. Dankzij de vorm en de gehanteerde technieken leeft en vibreert ze in ons, in het antwoord en de reactie van het publiek. Een collectief gebeuren in elk opzicht. Yanick Maes is doctor in de taal- & letterkunde. Momenteel werkt hij aan de Universiteit Gent waar hij Latijnse letterkunde van de oudheid doceert.
Biografieën Duo Ttukanak
Colin Currie Group
Ttukunak is de naam van het SpaansBaskische duo Sara en Maika Gómez. De tweelingzussen bespelen de txalaparta, een oeroud slagwerkinstrument waar ze ongeveer vijfentwintig jaar geleden op stootten. Sindsdien treden ze op over de hele wereld, van de Royal Albert Festival Hall in Londen tot in Brazilië. In 2005 waren ze reeds te gast in Gent, bij het Festival van Vlaanderen. Tijdens hun tournees door Europa en Azië werkten ze onder meer samen met John Zorn, het Spaanse ensemble Radio Tarifa en tal van flamenco-artiesten. Op vraag van de Handelsbeurs gaan ze nu voor het eerst met de Colin Currie Group aan de slag
De Schot Colin Currie (1976) staat in de wereld van de hedendaagse muziek bekend als een van de meest charismatische jonge slagwerkers. Onder meer Elliot Carter, Louis Andriessen, Julia Wolf en Simeon ten Holt componeerden speciaal voor hem. Hij won de Royal Philharmonic Society Young Artist Award in 2000, was een BBC Radio 3 New Generation Artist tussen 2003 en 2005 en ontving de Bortletti Buitoni Trust Award in 2005. Daarnaast doceert hij aan de Royal Academy in Londen en combineert dat met het cureren van tal van festivals en residenties. Op zijn conto staat inmiddels een indrukwekkende discografie van solo, kamermuziek en orkestopnames. Ook met het Pavel Haas Quartet nam hij twee cd’s op. De Colin Currie Group is een slagwerkensemble gespecialiseerd in de muziek van Steve Reich. De vaste kern van vier muzikanten breidt zich uit naargelang het repertoire. Pianisten Simon CrawfordPhillips (1976) en Philip Moore (1976) vormen naast hun werk bij Currie ook een pianoduo waarmee ze in 2004 de Borletti Buitoni Award wonnen. Ze worden regelmatig gevraagd voor het creëren van nieuw werk voor twee piano’s. Slagwerker Sam Walton (1978) engageert zich voor hedendaagse muziek in diverse kleine ensembles, en is daarnaast regelmatig te horen in Engelands beste orkesten: London Symphony, London Philharmonic, BBC Symphony, London Sinfonietta en het Chamber Orchestra of Europe.
Binnenkort in de Handelsbeurs
Aanstormend talent op de barokviool Bojan Cicic richt zich op de 17de-eeuwse muziek: pittige dansen en smachtende melodieën van de illustere voorlopers van Bach. Ictus Strijktrio met spreker Johan Leysen za 07.02.15
Alexei Lubimov met toverlantaarn vr 13.02.15
Dit Brusselse ensemble, gespecialiseerd in hedendaagse muziek, legt graag verbanden met andere kunstvormen of wetenschappen. Voor dit project spelen ze de kolkende muziek van Wolfgang Rihm, die met zijn Musik für drei Streicher de taboes van de avant-garde met brio aan zijn laars lapt. Acteur Johan Leysen zorgt voor een zoetgevooisde tegenstem. Een beproefd concept!
De bekende Russische pianist Alexei Lubimov brengt een aantal altijd prikkelende composities van Erik Satie en John Cage. Cineaste Louise Moaty blaast er magie in met artistieke projecties uit haar oude toverlantaarn. Hiervoor laat ze zich naast de muziek onder meer inspireren door prenten van Picasso, Picabia en Braque. Goed voor een intieme en kleurrijke muziekvoorstelling.
Tekst Yanick Maes | Foto Bojan Cicic | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent