30 oktober 2013
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten NoordLimburg (short-stay)
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
Inhoudsopgave blz 1.
Achtergrond 3 Doelgroep van beleid 3 Huisvestingsmogelijkheden binnen het beleid 3
2. 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Uitgangspunten voor goede huisvesting Reguliere woningen (bestaande woningvoorraad) Bestaande complexen Vrijkomende (niet) Agrarische Bebouwing (VNAB, VAB) Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven (tijdelijke woonunits) 6 Huisvesting op campings Nieuwbouw van logiesgebouwen
3 4 4 5 6 6 7
Begrippenlijst 8
2
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
1.
Achtergrond
Dit beleidskader gaat in op het beleid en de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden om huisvesting van buitenlandse werknemers mogelijk te maken. Door het beleidskader zo eenvoudig en eenduidig mogelijk op te stellen wordt het zowel voor ondernemers als betrokken ambtenaren makkelijker om huisvestinginitiatieven te beoordelen, te toetsen en hier in de praktijk invulling aan te geven.
2.
Doelgroep van beleid
Dit beleidskader richt zich op de huisvesting van buitenlandse werknemers die tijdelijk in NoordLimburg verblijven. Huisvesting is alleen voor legale werknemers die hier tijdelijk verblijven. Deze mensen worden ook wel ‘ short-stayers’ genoemd. Onder legaal verstaan we werknemers die hier op grond van een EU-paspoort of een tewerkstellingvergunning legaal werkzaam zijn en hun hoofdverblijf ergens anders hebben. Dit beleidskader richt zich niet op de buitenlandse werknemers die hier langer verblijven. Personen die meer dan 2/3 van een half jaar (mag met onderbreking zijn) in de regio verblijven, hebben de wettelijke plicht zich in te schrijven in het GBA van de gemeente waar zij wonen. Mensen die de intentie hebben hier langere tijd te verblijven of zich permanent te vestigen zullen zich derhalve op de reguliere woningmarkt moeten oriënteren.
3. Huisvestingsmogelijkheden binnen het beleid Het beleidskader is in regionaal verband opgesteld met de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venray en Venlo. Het is daarmee een lokaal beleid met een regionale grondslag. Het vormt het kader waaraan initiatieven en huisvestingslocaties beoordeeld en getoetst worden. In iedere paragraaf zijn de randvoorwaarden voor de verschillende huisvestingsvormen beschreven. Allereerst worden in paragraaf 3.1 de algemene randvoorwaarden beschreven die voor alle huisvestingsvormen van buitenlandse werknemers gelden. 3.1 Uitgangspunten voor goede huisvesting De onderstaande uitgangspunten gelden voor alle gevallen waar sprake is van huisvesting van buitenlandse werknemers. Hierbij is aangesloten op uitgangspunten uit de landelijke intentieverklaring Huisvesting voor arbeidsmigranten (VNG, Aedes, Uitzendbranche, LTO, PVE, FNV/CNV, verschillende gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken). Qua wet- en regelgeving dient short stay minimaal te voldoen aan de eisen voor logies.
Voldoen aan wet- en regelgeving (o.a. Bouwbesluit, milieuwetgeving e.d.);
Per locatie is een handboek met huis- en leefregels in de taal van het land van herkomst beschikbaar;
Er moet een nachtregister bijgehouden worden;
Het gebruik moet voldoen aan de parkeernorm conform de gemeentelijke verordening, het bestemmingsplan en/of de landelijke parkeernorm volgens CROW.
Per locatie moet duidelijk zijn hoe wordt om gegaan met communicatie en beheer;
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
Oppervlakte verblijfruimte minimaal 10m2 per persoon;
Minimaal 1 toilet- en doucheruimte per 8 personen;
Er dient sprake te zijn van minimaal 10% daglichttoetreding in de verblijfruimte van logiesverblijven;
Bij meer dan 20 personen moet er een gemeenschappelijke ruimte van minimaal 40m² zijn en bij meer dan 40 personen 1m² extra per persoon.
We kiezen in de eerste plaats voor het huisvesten in
bestaande bebouwing. Een initiatiefnemer
zal dan ook eerst aannemelijk moeten maken dat er geen mogelijkheden in bestaande bebouwing zijn voor het realiseren van logiesvormen. Als dit het geval is, mag onder voorwaarden een nieuw logiesgebouw ontwikkeld worden. Een nieuw gebouw krijgt dan de bestemming logiesgebouw of kamerverhuur(bedrijf). Per specifiek huisvestingstype worden in het vervolg van dit beleidskader aanvullende uitgangspunten weergegeven. 3.2 Reguliere woningen (bestaande woningvoorraad) Het is mogelijk om buitenlandse werknemers te huisvesten in reguliere woningen. Is er sprake van één huishouden, dan gelden dezelfde regels als voor ieder ander en is er sprake van wonen. We spreken ook van één huishouden wanneer er sprake is van maximaal 4 individuen in één woning. Ook op bedrijfswoningen op bedrijventerreinen is huisvesting mogelijk. Buitenlandse werknemers zijn vrij om een woning te kopen of een woning te huren. Bij één huishoudens is sprake van reguliere bewoning en is dit beleidskader niet van toepassing. Als de gehele woning aan meerdere personen wordt verhuurd is er sprake van een vorm van logies. Omdat hier veelal sprake is van situaties waarbij wonen de belangrijkste functie vormt, is ervoor gekozen om logies ondergeschikt te maken. Om de leefbaarheid te waarborgen zijn daarom aanvullende voorwaarden opgenomen. Aanvullende uitgangspunten
per straat mag 10% van de woningen gebruikt worden voor logies van buitenlandse werknemers binnen de rode contour
maximaal twee woningen aaneengesloten binnen de bebouwde kom.
3.3 Bestaande complexen Bestaande complexen zoals kloosters, zorgcomplexen, scholen of daarmee gelijk te stellen bebouwing kunnen gebruikt worden als logiesgebouw voor huisvesting buitenlandse werknemers. Zij moeten hier natuurlijk wel geschikt voor gemaakt worden. Er mag sprake zijn van uitbreiding van de bestaande bebouwing als sprake is van een integrale kwaliteitsverbetering van de locatie. Deze uitbreiding mag dan alleen betrekking hebben op de realisatie van sociale
4
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
voorzieningen zoals sport- of verblijfsruimte die niet op een andere wijze in het bestaande gebouw te realiseren is. Aanvullende uitgangspunten
Geen locaties op bedrijventerreinen (anders dan bestaande bedrijfswoningen).
3.4 Vrijkomende (niet) Agrarische Bebouwing (VNAB, VAB) In Noord-Limburg hebben we op diverse plaatsen te maken met agrarische bebouwing die haar oorspronkelijke functie verliest. Agrarische bedrijven worden beëindigd of fuseren, maar de gebouwen blijven veelal staan. In Venlo kiezen we ervoor om hier geen huisvesting van buitenlandse werknemers toe te staan. Hier zijn een aantal argumenten voor: -
Het gaat veelal om bebouwing waarvan (voormalige stallen etc.) waarvan we liever willen dat deze gesloopt worden dan dat er een nieuwe bestemming voor gevonden wordt.
-
De hoofdfuncties voor het buitengebied zijn, agrarisch, toerisme en natuur. Wonen en logies zijn hieraan slechts ondergeschikt. Het creëren van extra logies mogelijkheden voor de arbeidsmigranten past hier niet bij.
-
Er is geen sprake van noodzakelijkheid voor het huisvesten van arbeidsmigranten daar het voormalige agrarische bedrijf is beëindigd.
-
Sociale controle is niet aanwezig op locaties waar geen sprake is van een (voormalige bedrijfs) woning.
-
Er is geen sprake meer van ondergeschiktheid aan een bedrijfsfunctie.
-
Sterker nog ten opzichte van een bijbehorende woning wordt logies de hoofdfunctie.
5
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
3.5 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven Het is mogelijk om op agrarische bedrijven buitenlandse werknemers te huisvesten. Het moet dan wel om een nevenactiviteit gaan. Aanvullende uitgangspunten
Het aantal te huisvesten personen moet worden afgestemd op de omvang en ligging van het agrarisch bedrijf, de bereikbaarheid en de parkeervoorzieningen.
Nevenactiviteit bij agrarisch bedrijf.
3.6 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven (tijdelijke woonunits) Het plaatsen van tijdelijke woonunits is in beginsel niet wenselijk en wordt alleen toegestaan ter overbrugging naar structurele huisvesting. Combinatie van tijdelijke woonunits en structurele huisvesting wordt (in beginsel) niet toegestaan. Aanvullende uitgangspunten
De aanvrager dient aan te tonen dat er geen andere mogelijkheden zijn voor huisvesting
De aanvrager dient aan te tonen dat de medewerkers voorzien in een tijdelijke behoefte
De aanvrager dient aan te tonen dat het vereiste aantal medewerkers noodzakelijk is
Nevenactiviteit bij agrarisch bedrijf
Maximaal voor 5 jaar (tijdelijke omgevingsvergunning voor bouwen)
Units dienen zoveel mogelijk binnen het agrarisch bouwvlak geplaatst te worden, afwijking hiervan is alleen mogelijk als dit leidt tot een betere ruimtelijke inpassing en geen belemmering vormt voor … .
De mogelijkheid tot het plaatsen van woonunits is weliswaar geregeld in het bestemmingsplan(en) Buitengebied, in toekomstige bestemmingsplannen zal de keus gemaakt worden om woonruimtes zoveel mogelijk te realiseren in bestaande bebouwing. 3.7 Huisvesting op campings Het is in principe niet toegestaan om buitenlandse werknemers op campings te huisvesten, onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. Duidelijk moet zijn dat huisvesting op campings geen gewenste eindsituatie is. Aanvullende uitgangspunten
Strikte scheiding tussen recreatie- en logiesgedeelte (of volledig ombouwen naar logiesvoorziening)
Permanente bewoning is niet toegestaan
Huisvesting in toercaravans, kampeerauto’ s of tenten is niet toegestaan
3.8 Nieuwbouw van logiesgebouwen
6
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
De gemeenten kiezen in de eerste plaats voor het gebruik maken van bestaande bebouwing. Een initiatiefnemer zal dan ook eerst aannemelijk moeten maken dat er geen mogelijkheden in bestaande bebouwing zijn voor het realiseren van huisvesting van buitenlandse werknemers. Als dit het geval is mag onder voorwaarden een nieuw logiesgebouw ontwikkeld worden. Aanvullende uitgangspunten
Alleen in binnen stedelijke contour (stadsrandzone)
Geen nieuwbouw mogelijk op bedrijventerreinen
7
Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord-Limburg (short-stay)
Begrippenlijst
Logiesgebouw Gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin meer dan een logiesverblijf ligt, dat is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute; Logiesverblijf Voor een enkel persoon of een afzonderlijke groep personen bestemd gedeelte van een logiesfunctie; Logiesfunctie Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen; Rode contour Contour rond kernen op basis van de verbale definiëring zoals vastgelegd in het provinciale Contourenbeleid Limburg. Stedelijke contour (stadsrandzone) De stedelijke contour vormt de toekomstige overgang tussen het stedelijk gebied en het buitengebied. Het gaat hier om stadsrandzones waarin de overgang van bebouwd gebied naar het (open) landschap wordt vormgegeven. Tourcaravans Een caravan die volgens de wegenverkeerswetgeving als tourcaravan wordt beschouwd met een max. oppervlakte van 20 m² Tijdelijke woonunits Unit van tijdelijke aard, die in zijn geheel of in delen over de weg verplaatsbaar is Verblijfruimte In een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen;
8