Zorgverzekeraars Nederland nr 17-18 / 30 april 2014
Zorgbestuurders ondertekenen tweede convenant gepast gebruik Met de ondertekening van het ‘tweede convenant’ Gepast gebruik van zorg bevestigen twaalf vooraanstaande partijen in de zorg de wil om in de praktijk ‘goede zorg te bevorderen en ongewenste te ontmoedigen’. Vandaag organiseert Zorginstituut Nederland voor de leden van de Ronde Tafel Gepast Gebruik de ondertekening van dit convenant. Tegelijkertijd vindt ook de uitreiking van de interviewbundel ‘Zoals zorg bedoeld is…’plaats, die speciaal voor deze gelegenheid is samengesteld. Bert Boer, bestuurder van het Zorginstituut: “Het verheugt mij zeer dat zoveel partijen met het tekenen van het convenant het belang onderstrepen van gepast gebruik van zorg en dat zij bereid zijn zich actief in te zetten voor het terugdringen van onnodig zorggebruik.” Niet makkelijk ZN-voorzitter André Rouvoet legt uit waarom hij zijn handtekening zet onder het convenant. “Gepast gebruik is een van de beste manieren om kwaliteit te bevorderen en kosten te beheersen. Zo simpel is het eigenlijk. Het is geen bezuinigingsmaatregel. Iedereen profiteert ervan. De waarde van dit convenant is dat we juist níet kiezen voor pakketmaatregelen en een verhoging van het eigen risico. Dat is namelijk geen kostenbeheersing. De zorg wordt er niet goedkoper van. Bovendien ondermijnt het op lange termijn de solidariteit. Gepast gebruik is veel effectiever. Maar makkelijk is het niet.” Deelnemende organisaties Actiz, DBC-Onderhoud, de KNMG, LHV, NPCF, NVZ, NZa, de Orde, V&VN, ZOnMw, ZN en het Zorginstituut ervaren allemaal de negatieve consequenties van zorg die niet passend is: overbodige behandeling, onnodige en schadelijke neveneffecten, te hoge premie en reputatieschade. Met dit tweede convenant bevestigen deze organisaties dat zij de komende tijd nog nadrukkelijker willen inzetten op het bevorderen van gepast gebruik van zorg, bijvoorbeeld door de invoering van innovaties te versnellen, door te zorgen dat informatie sneller beschikbaar komt, door zorg op basis van kwaliteitscriteria in te kopen en door patiënten de gelegenheid te bieden om ongepast gebruik van zorg te melden. In 2011 hebben partijen daarvoor al een (eerste) convenant gesloten. Ronde tafel gepast gebruik De deelnemers aan de Ronde tafel gepast gebruik ontmoeten elkaar eens in de zes weken bij zogenoemde ronde tafelbijeenkomsten, waarin casuïstiek wordt besproken en meer structurele belemmeringen geïdentificeerd worden. Sinds het eerste convenant gepast gebruik van zorg is veel bereikt. Iedereen beseft inmiddels dat gepast gebruik leidt tot betere zorg voor hetzelfde geld. Ondertussen zijn er daarom meer partijen aangeschoven aan de ronde tafel. Dit zijn vooral de organisaties die in de praktijk het gepaste gebruik moeten realiseren: huisartsen, medisch specialisten, verpleegkundigen en instellingen. Deze uitbreiding willen we bevestigen met een nieuw (tweede) convenant gepast gebruik, waarin het accent ligt op het identificeren en oplossen van structurele belemmeringen voor gepast gebruik. Interviewbundel Tijdens de bijeenkomst ter gelegenheid van de ondertekening van het convenant vindt ook de presentatie van een interviewbundel plaats. In deze bundel geven bestuurders en directeuren van de deelnemende organisaties hun visie op gepast gebruik van zorg en onderstrepen zij de noodzaak ervan. De interviewbundel vindt u op www.zorginstituutnederland.nl
ZN journaal 17-18
30 april 2014
Symposium over taakherschikking en integrale bekostiging in de ziekenhuiszorg ZN en de VAGZ, vereniging voor artsen, tandartsen en apothekers werkzaam bij (zorg)verzekeraars organiseren op 22 mei een symposium over taakherschikking en integrale bekostiging in de ziekenhuiszorg. Het is tevens het afscheidssymposium van Gerrit Salemink, medisch adviseur van ZN en voorzitter van de nascholingscommissie van de VAGZ. Salemink gaat per 1 juni met pensioen. Eind 2011 hebben physician assistants (PA) en verpleegkundig specialisten (VS) vrijwel volledige bevoegdheden gekregen om diagnoses te stellen, te indiceren voor behandelingen en deze uit te voeren zonder dat er een arts aan te pas komt. Hun bevoegdheden strekken zich uit tot vrijwel alle tot dan toe aan artsen voorbehouden handelingen. Voor het inschakelen van de twee nieuwe beroepen in de ziekenhuiszorg bestaan een aantal flinke belemmeringen. Zo is voor het openen van een zorgtraject en het declarabel maken van een DBC-zorgproduct een face-to-facecontact met de medisch specialist nodig. Bovendien bevatten alle DBC-zorgproducten een vaste honorariumcomponent voor de medisch specialist. Dus ook als de PA of VS feitelijk het werk doet, moet het specialistenhonorarium worden betaald. In 2015 gaat dit alles veranderen. Dan worden integrale tarieven ingevoerd in de ziekenhuiszorg, de honorariumcomponent verdwijnt. Bovendien vervalt de eis van een face-to-facecontact met de medisch specialist voor het openen en declareren van DBC’s. Bij de zorginkoop voor 2015 kan dus voor het eerst de doelmatigheidswinst van de inschakeling van de nieuwe beroepen worden gerealiseerd. Presentatie onderzoek Tijdens het symposium presenteren onderzoekers van het RadboudUMC de resultaten van een onderzoek dat ze hebben uitgevoerd in opdracht van VWS. Het onderzoek richtte zich op de inschakeling van de PA en VS in de ziekenhuiszorg en de invloed die dat heeft op de kostprijzen van de DBC-zorgproducten. Daarna wordt een praktijkcasus belicht en tot slot is er een discussie met stakeholders, met name zorgaanbieders en zorginkopers, over de mogelijkheden van taakherschikking in 2015 en volgende jaren. Het symposium is primair bedoeld voor medisch adviseurs en zorginkopers bij zorgverzekeraars. Kijk hier voor meer informatie.
Zorgkantoren scoren opnieuw beter bij pgb-houders Mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) geven zorgkantoren opnieuw een ruime voldoende voor hun dienstverlening en de uitvoering van de pgb-regeling in de AWBZ. Dit blijkt uit de ‘Cliëntenraadpleging 2013, Uitvoering PGB-regeling door zorgkantoren’ dat het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft uitgevoerd. Het ITS voerde hetzelfde onderzoek ook in 2010 en 2008 uit. De rapportcijfers zijn opnieuw iets hoger dan de vorige meting uit 2010. Zorgkantoren hebben volgens de pgb-houders de verbeterpunten uit de vorige meting met succes ter hand genomen. De resultaten van de cliëntenraadpleging zijn over de hele linie beter dan bij de meting uit 2010. Zorgkantoren scoren op zeven van de acht thema’s tot een half punt hoger. Dit mag zonder meer een goed resultaat worden genoemd. De hoogste score is opnieuw voor het overmaken van het budget. Pgb-houders geven de zorgkantoren hiervoor een gemiddeld rapportcijfer van 9,2. De onderdelen terugvordering, beschikking, verantwoording en bejegening scoren tussen een acht en een negen. En de thema’s deskundigheid, bereikbaarheid en informatie scoren tussen een zeven en een zevenenhalf. Informatievoorziening, dat een aandachtspunt was uit de vorige metingen, is de afgelopen jaren sterk verbeterd: van een 6,4 in 2008, naar een 7,0 in 2010, tot een 7,2 in 2013. Sterke punten en aandachtspunten Zorgkantoren doen het in de ogen van pgb-houders over de gehele linie dus goed. Maar er zijn natuurlijk altijd verbeterpunten. Zo is er ruimte voor verbetering wat betreft de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van het zorgkantoor. Informatievoorziening, bejegening, beschikking en deskundigheid worden zowel als sterke én als
ZN journaal 17-18
30 april 2014
verbeterpunten genoemd. Als het gaat om de informatievoorziening is het opvallend dat dit ondanks een aanzienlijke verbetering over de afgelopen jaren, de laagste waardering krijgt, namelijk een 7,2. Wat daarbij een rol kan spelen is dat de budgethouders de verschillende formulieren onduidelijk vinden, zoals het aanmeldingsformulier, het budgetplan en het verantwoordingsformulier. Uiteraard wordt er gekeken naar mogelijkheden om de formulieren te vereenvoudigen. Maar het Zorginstituut Nederland dat de formulieren vaststelt, stelt ook eisen aan de nauwkeurigheid om fouten en fraude te voorkomen. Effecten van veranderingen in de pgb-regeling De veranderingen in de pgb-regeling die de overheid de afgelopen tijd heeft doorgevoerd, blijken geen negatief effect op de manier waarop pgb-houders de zorgkantoren waarderen. Van alle respondenten geeft slechts 5% aan hierdoor negatiever te oordelen over het zorgkantoor. Maar deze groep is te klein om de totaalscores te beïnvloeden. Over het onderzoek In opdracht van ZN heeft het ITS – verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen – onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de dienstverlening van zorgkantoren bij de uitvoering van de pgb-regeling. Hiervoor is een klantonderzoek uitgevoerd onder ruim 1900 budgethouders verdeeld over alle zorgkantoren. Bekijk hier het onderzoek.
Finalisten zorginnovatiewedstrijd VoorGoedeZorg bekend De finalisten voor de zorginnovatiewedstrijd VoorGoedeZorg zijn bekend. VGZ ontving ruim 70 ideeën om de palliatieve zorg in Nederland verder te verbeteren. De vijf finalisten gaan door naar de finale die plaatsvindt op donderdag 22 mei bij CitySense in Utrecht. Onder leiding van Jort Kelder presenteren de finalisten hun idee aan een vakkundige jury, die de winnaar later die avond bekend maakt. VGZ begeleidt de winnaar een jaar lang bij de uitwerking en implementatie van het betreffende idee om de palliatieve zorg verder te verbeteren. Maak kennis met de finalisten: Mandalie Bulten en Willeke Pagter – Sint Jans’ Hospice ‘De Casembroot’, Middelburg Mandalie en Willeke zijn twee zeer bevlogen hospiceverpleegkundigen met ruime ervaring in de palliatieve zorg. Zij hebben het idee om een praktische palliatieve box te ontwikkelen. Hierin komen eenvoudige hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden door alle zorgmedewerkers. De focus ligt hierbij op mondverzorging. Erica Witkamp - Erasmus MC Universitair Medisch Centrum, Rotterdam Erica doet mee met het project: ‘En hoe is het met ú? Ondersteuning van naasten in het ziekenhuis’. Sterven in het ziekenhuis heeft vaak niet de voorkeur. Toch vindt een groot deel van dit proces plaats in het ziekenhuis. Het project van Erica richt zich op de inbedding van zorg aan naasten en geliefden van terminale patiënten binnen het ziekenhuis. Marije Brüll - Netwerk Palliatieve Zorg Zuidoost Brabant, Eindhoven Marije heeft een ‘Regionale app palliatieve zorg voor huisartsen’ bedacht. De app ondersteunt huisartsen bij complexe problematiek in een solistische thuisomgeving. De app geeft praktische en directe ondersteuning bij het verlenen van palliatieve zorg. Annemieke van der Haas en de heer P. Koper - Medisch Centrum Haaglanden RC West, Den Haag Annemieke en de heer Koper hebben de ‘Palliatie app’ bedacht. De hulpverlener krijgt met de app inzicht in de ernst en prioriteit van het probleem van de patiënt. En kan voorkomen dat hulpverlening reactief en onsamenhangend is. Deze informatie helpt ook de verpleegkundige in haar gesprekken en kan een patiënt hulp bieden in een ‘palliatieve crisissituatie’.
ZN journaal 17-18
30 april 2014
Wies Wagenaar - MCC Flevoland, Lelystad Wies heeft het project bedacht: ‘Hoe liggen de kaarten?’. Steeds vaker komen patiënten tot het besef dat ze zichzelf niet de meest essentiële vragen stellen: Wat wil ik nog doen in mijn leven? Wat zijn mijn waarden? Wat wil ik afsluiten? De antwoorden via deze kaarten geven inzicht in de normen, waarden en belevingswereld van de patiënt. Stemmen via Facebook Vanaf 2 mei presenteren de finalisten hun idee met een korte video op Facebook. Iedereen kan dan stemmen op zijn of haar persoonlijke voorkeur. Deze 'publieksstemmen' tellen voor 20% mee in de finale. Bron: Coöperatie VGZ
ZN-weblog Integrale dementiezorg: samenwerking cruciaal Onlangs ben ik uitgenodigd door Alzheimer Nederland om in gesprek te gaan over de inkoop van dementiezorg juist nu de overheid veel veranderingen doorvoert in de langdurige zorg. Momenteel gaat de aandacht vooral uit naar de voorgenomen wetswijzigingen, overhevelingen en decentralisaties van langdurige zorg. Deze gaan al dan niet gepaard met een fikse bezuinigingsopdracht. Maar laten we in deze hectiek niet vergeten dat de zorg en ondersteuning aan mensen in het dagelijkse leven gewoon doorgaat. Verpleegkundigen, huisartsen, fysiotherapeuten, zorgverzekeraars, maatschappelijk werkers en mantelzorgers werken samen met de cliënt zodat de benodigde zorg elke dag gegeven kan worden. Het zijn juist deze mensen die straks ook het nieuwe overheidsbeleid in praktijk moeten brengen. Met elkaar willen we de integrale dementiezorg en ondersteuning behouden én op een hoger niveau te tillen. Wat kunt u de komende periode verwachten van zorgverzekeraars? 1. Zorgverzekeraars blijven inzetten op integrale dementiezorg Zorgverzekeraars vinden heel belangrijk om samen te definiëren wat goede zorg is. Dat gebeurt in een zogenaamde zorgstandaard. De zorgstandaard voor dementie geeft een houvast om de dementiezorg te organiseren in de eigen omgeving waarbij er veel meer samenhang en afstemming is tussen alle betrokken zorgverleners. De zorgstandaard is voor de zorgverzekeraars een belangrijke basis om de contractering van dementiezorg verder vorm te geven. In de toekomst zien zorgverzekeraars, met het oog op de vergrijzing en toegenomen co-morbiditeit, graag dat er een verbinding komt tussen de verschillende zorgstandaarden in de ouderenzorg. 2. Zorgverzekeraars kopen in op kwaliteit Dementie is één van de aandoeningen die onderdeel uitmaakt van het kwaliteitsprogramma dat de gezamenlijke zorgverzekeraars uitvoeren. Binnen dit programma leggen zorgverzekeraars gezamenlijk vast welke kwaliteitsinformatie nodig is om kwalitatief goede dementiezorg in te kopen. Daarbij kijken zij bijvoorbeeld naar de koppeling tussen de netwerkindicatoren van de zorgstandaard dementie en relevante kwaliteitsinformatie op basis van declaratiegegevens. Maar om daadwerkelijk inzicht te krijgen in de kwaliteit van de geleverde dementiezorg zijn een betrouwbare en valide registratie en diagnosestelling onmisbaar. Daarom werken zorgverzekeraars met verschillende partijen samen aan het deltaplan dementie. 3. Betalen voor uitkomsten van zorg De kwaliteit van de dementiezorg staat of valt bij goede eerstelijnszorg. De wijkverpleegkundige die vanaf 1 januari 2015 vanuit de AWBZ over komt naar de Zorgverzekeringswet krijgt daarin een spilfunctie. Nu er een nieuwe bekostiging moet komen voor de eerstelijnszorg, is dit het moment om te kijken naar manieren om zorgprofessionals te belonen voor de behaalde gezondheidswinst. Geen uurtje-factuurtje, geen p x q, maar een bekostiging die zorgt voor goede beschikbaarheid en samenwerking tussen zorgverleners. Ook hier is
ZN journaal 17-18
30 april 2014
samenwerking het sleutelwoord. Zo zullen zorgverzekeraars samen met gemeenten de zorg uit de Zvw en de ondersteuning uit de Wmo goed op elkaar moeten afstemmen. En daar wordt nu hard aan gewerkt.
De conclusie is dat we op de goede weg zijn, maar tegelijk ons ook moeten realiseren dat er ook de komende jaren nog veel werk verzet moet worden. Zorgverzekeraars realiseren zich terdege dat voor goede dementiezorg één ding cruciaal is: samenwerking. Wij zijn er klaar voor! Marianne Lensink, directeur Zorg bij ZN
ZN journaal 17-18
30 april 2014