Inhoudsopgave Special wet werk en zekerheid ............................................................................................................. 3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014 ........................................................................................................... 4 Flexibele arbeid ..................................................................................................................................... 4 1. Proeftijd............................................................................................................................................ 4 2. Aanzegtermijn.................................................................................................................................. 4 3. Concurrentiebeding ......................................................................................................................... 4 4. Ketenbepaling .................................................................................................................................. 5 5. Payrolling ......................................................................................................................................... 5 6. Oproepkrachten ............................................................................................................................... 5 7. Uitzendkrachten ............................................................................................................................... 5 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2015 ........................................................................................................... 6 Flexibele arbeid ..................................................................................................................................... 6 8. Ketenbepaling .................................................................................................................................. 6 9. Mogelijkheden om in CAO’s af te wijken van de ketenbepaling...................................................... 6 Wijziging van het ontslagrecht ............................................................................................................ 6 10. Ontslagprocedure .......................................................................................................................... 6 11. Termijnen ontslagprocedures ........................................................................................................ 7 12. Opzegtermijn ................................................................................................................................. 7 13. Transitievergoeding ....................................................................................................................... 7 Na het ontslag – wijzigingen in de werkloosheidswet ....................................................................... 8 14. Periode dat ontslagen werknemers recht hebben op een WW-uitkering ...................................... 8 15. Passende arbeid aanvaarden ....................................................................................................... 8 Juridische status ................................................................................................................................... 9
Klik op de link om naar het betreffende hoofdstuk te gaan
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
2
Special wet werk en zekerheid Per 1 juli 2014 en per 1 juli 2015 wordt de wetgeving rondom tijdelijke arbeidsovereenkomsten, het ontslagrecht en de WW op belangrijke punten aangepast. Zo is bijvoorbeeld een proeftijd in een tijdelijk contract alleen nog mogelijk als u met een werknemer een arbeidsovereenkomst van meer dan zes maanden overeenkomt. Bij een contract voor bepaalde tijd moet u de werknemer tijdig gaan informeren over het al dan niet aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst. De mogelijkheid om in een tijdelijke arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding overeen te komen wordt aanzienlijk beperkt. Door de Wet Werk en Zekerheid gaat het arbeidsrecht flink veranderen. De wijzigingen worden gefaseerd ingevoerd, namelijk per 1 juli 2014 en per 1 juli 2015. De overheid beoogt de positie van werknemers die op tijdelijke basis werkzaam zijn te versterken. Zij komen door de nieuwe wetgeving eerder in aanmerking voor een vast contract. Het ontslagrecht moet sneller, goedkoper en eerlijker worden. Verder wil de overheid door wijzigingen in de Werkloosheidswet mensen sneller aan het werk zien te krijgen. Wat betekent de invoering van de Wet Werk en Zekerheid voor u als ondernemer? In deze special van de nieuwsbrief Salaris & Advies worden de belangrijkste wijzigingen overzichtelijk voor u op een rij gezet. Hebt u na het lezen van deze special vragen, dan kunt u altijd contact opnemen met één van onze salarisprofessionals. Zij staan u graag te woord.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
3
WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014 Flexibele arbeid Bij flexibele arbeid denkt u wellicht als eerste aan uitzendkrachten. Er zijn echter ook andere arbeidskrachten die werkzaam zijn in de vorm van flexibele arbeid. Het gaat hierbij om alle vormen van arbeidsverhoudingen voor bepaalde tijd zoals werknemers met een tijdelijk contract, oproepkrachten, werknemers die op basis van payrolling werkzaam zijn, etc. De Wet Werk en Zekerheid beoogt de rechtspositie van deze groepen flexwerkers te versterken. Wat moet u weten? 1. Proeftijd In tijdelijke contracten tot maximaal zes maanden mag geen proeftijd meer worden opgenomen. Bij arbeidsovereenkomsten die langer dan zes maanden duren, blijft een proeftijd mogelijk. In een CAO kan een mogelijkheid voor een langere proeftijd worden overeengekomen tot maximaal twee maanden. 2. Aanzegtermijn Heeft uw medewerker een contract voor bepaalde tijd van zes maanden of langer dat automatisch eindigt? Dan moet u uiterlijk één maand voor het einde van het contract schriftelijk aan uw werknemer laten weten of u het contract wel of niet verlengt. Een aanzegtermijn is iets anders dan een opzegtermijn. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege zonder dat opzegging is vereist. De aanzegtermijn ziet op het tijdig schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. In geval de werkgever de werknemer niet informeert, heeft de werknemer recht op een vergoeding ter hoogte van één maandsalaris. Als de werkgever de werknemer wel informeert, maar zijn verplichting niet tijdig is nagekomen, is deze vergoeding naar rato verschuldigd. De aanzegtermijn geldt nog niet voor arbeidsovereenkomsten die eindigen binnen een maand na inwerkingtreding van de wet. De aanzegtermijn geldt niet voor tijdelijke contracten waarvan het eindtijdstip niet op een kalenderdatum is gesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor de duur van een specifiek project of ter vervanging van een zieke werknemer. Ook voor een uitzendovereenkomst met uitzendbeding (die eindigt op verzoek van de inlener) geldt de aanzegtermijn niet. 3. Concurrentiebeding In tijdelijke contracten mag u alleen bij bijzondere omstandigheden een concurrentiebeding opnemen. Een concurrentiebeding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst moet worden voorzien van een schriftelijke motivering van de werkgever waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Het blijft wel mogelijk in tijdelijke contracten een relatiebeding overeen te komen.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
4
4. Ketenbepaling De voorgenomen wijziging van de ketenbepaling per 1 juli 2014 is uitgesteld tot 1 juli 2015. In het vervolg van deze special komen wij hier op terug. 5. Payrolling Betere ontslagbescherming voor werknemers die via payrolling werken. 6. Oproepkrachten Bij oproepkrachten blijft het mogelijk gedurende de eerste zes maanden het principe “geen werk, geen loon” toe te passen. De mogelijkheid om bij CAO gedurende een langere periode dan zes maanden geen loon te betalen als er geen werk is, verdwijnt. Op deze wijze wordt het langdurig gebruik van nulurencontracten beperkt. Afwijken bij CAO is straks alleen mogelijk voor bepaalde functies, mits de aan die functies verbonden werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. De Minister kan dit voor bepaalde bedrijfstakken verbieden. In de zorg worden oproepkrachten verboden. 7. Uitzendkrachten Als u gebruik maakt van uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding, dan maken ze na anderhalf jaar aanspraak op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie. Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding (dat wil zeggen dat de uitzendovereenkomst eindigt door opzegging van de zijde van de inlener) is in principe gedurende 26 weken mogelijk. Bij CAO kan van deze termijn worden afgeweken tot maximaal 78 gewerkte weken. De ketenbepaling start voor uitzendkrachten in dienst van een uitzendbureau na het verstrijken van de periode waarin een uitzendkracht werkzaam is geweest in het kader van een arbeidsovereenkomst met uitzendbeding.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
5
WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2015 Flexibele arbeid 8. Ketenbepaling Per 1 juli 2015 krijgen medewerkers al na twee jaar een vast contract. Wel blijft het mogelijk om binnen de genoemde periode van twee jaar drie tijdelijke contracten aan te bieden. De periode waarin het opnieuw mogelijk is een keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten overeen te komen, wordt zes maanden (is tot 1 juli 2015 drie maanden). Als u vóór 1 juli 2015 een arbeidsovereenkomst hebt afgesloten die tijdens de looptijd de twee jaar overschrijdt, blijft de “oude” termijn van drie jaar van toepassing. 9. Mogelijkheden om in CAO’s af te wijken van de ketenbepaling De mogelijkheid om in een CAO af te wijken van de maximale duur en het maximale aantal contracten wordt aan voorwaarden gebonden. Het is straks alleen nog mogelijk in een CAO een afwijkende regeling overeen te komen als er sprake is van een noodzaak die voortvloeit uit de aard van de bedrijfsvoering in de sector. Hierbij wordt gedoeld op de wijze waarop het productieproces is ingericht, bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze waarop de werkzaamheden worden gefinancierd. Het betreft onafgeronde werkzaamheden die noodzakelijkerwijs met zich meebrengen dat zij projectmatig worden gefinancierd en daarom verlenging van de ketenbepaling rechtvaardigen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de academische sector. Als wordt voldaan aan de voorwaarde zoals hiervoor omschreven, kan door middel van een CAO het aantal contracten voor bepaalde tijd maximaal worden gesteld op zes in een periode van ten hoogste vier jaar. Voor CAO’s die aflopen na 1 juli 2014 geldt dat afwijkende bepalingen die reeds vóór genoemde datum in de CAO waren opgenomen van kracht blijven tot de expiratiedatum van de CAO, doch uiterlijk tot en met 31 december 2015.
Wijziging van het ontslagrecht 10. Ontslagprocedure Ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid moet behandeld worden door het UWV. Dit wordt een vast voorgeschreven route. Ontslag om persoonlijke redenen gaat via de kantonrechter. Het huidige verschil tussen beide procedures (kantonrechter met gouden handdruk; UWV niet) komt te vervallen. Beide routes zijn alleen verplicht als uw werknemer niet schriftelijk instemt met ontslag. Ontslag met wederzijds goedvinden (door middel van een beëindigingsovereenkomst) blijft dus mogelijk. Een werknemer kan zijn schriftelijke instemming binnen 14 dagen, zonder opgaaf van reden, herroepen. De opzegging heeft dan niet plaatsgevonden. Dat geldt ook bij een ontslag met wederzijds goedvinden. Een ondertekende beëindigingsovereenkomst kan binnen 14 dagen worden ontbonden door de werknemer. © Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
6
Krijgt u van het UWV geen toestemming voor ontslag, dan kunt u alsnog naar de kantonrechter gaan. De kantonrechter beoordeelt de ontslagaanvraag echter volgens dezelfde criteria als het UWV. Dus de kans op succes is klein. Als de werknemer het niet eens is met het ontslag via het UWV, kan hij binnen twee maanden de gang naar de kantonrechter maken. Ontslaat u zonder toestemming van het UWV een medewerker die niet schriftelijk heeft ingestemd met ontslag, dan kan uw werknemer ook naar de kantonrechter stappen om de opzegging te laten vernietigen of om een vergoeding te vragen. 11. Termijnen ontslagprocedures De bedoeling is dat ontslagaanvragen bij het UWV binnen vier weken worden afgehandeld. De toestemming voor ontslag via het UWV is vervolgens ook vier weken geldig. Binnen deze termijn moet u het dienstverband schriftelijk opzeggen. Een verzoekschrift via de kantonrechter moet binnen vier weken in behandeling worden genomen. De uiteindelijke doorlooptijd tot de uitspraak kan langer zijn. 12. Opzegtermijn De wettelijke bepalingen over de lengte van de opzegtermijn blijven ongewijzigd. De proceduretijd van de UWV-route mag worden afgetrokken van de opzegtermijn met dien verstande dat de opzegtermijn altijd tenminste één maand blijft. Bij de kantonrechter wordt eveneens de proceduretijd verrekend, behalve als de ontbinding een gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Is de werknemer ernstig verwijtbaar, dan kan de rechter de arbeidsovereenkomst eerder laten eindigen.
13. Transitievergoeding De ontslagvergoeding wordt een transitievergoeding. Na een arbeidsovereenkomst die ten minste twee jaar heeft geduurd, hebben werknemers van wie het dienstverband op een andere wijze eindigt dan op eigen verzoek of met instemming van de werknemer, recht op een transitievergoeding. Deze vergoeding bedraagt een derde maandsalaris per dienstjaar (een zesde maandsalaris per halfjaar). Vanaf het tiende dienstjaar is dit een half maandsalaris per jaar (een kwart maandsalaris per halfjaar). Voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn en langer dan tien jaar in dienst zijn, geldt dat voor elk gewerkt dienstjaar na 50 jaar recht bestaat op een maandsalaris, maar alleen als het bedrijf 25 of meer werknemers heeft. Dit is een tijdelijke bepaling tot 1 januari 2020. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000. Voor werknemers die meer verdienen, is het bedrag gemaximeerd op een jaarsalaris. Het maximale bedrag van de transitievergoeding kan jaarlijks door de Minister van SZW worden verhoogd op basis van de ontwikkeling van de contractlonen. Kleine bedrijven (tot 25 medewerkers) mogen tot 2020 een lagere ontslagvergoeding betalen dan overige werkgevers als zij personeel gedwongen moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie. In dat geval mag de transitievergoeding worden berekend vanaf 1 mei 2013 tot de ontslagdatum. Voor de transitievergoeding kan een betalingsregeling worden getroffen. De transitievergoeding moet worden gebruikt voor scholing of om de overstap te maken naar een andere baan (denk bijv. aan outplacement). De kantonrechter kan bovenop de transitievergoeding een extra vergoeding toekennen als de werkgever ernstig verwijtbaar handelde of nalatig was.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
7
De transitievergoeding geldt niet voor medewerkers onder de 18 jaar die maximaal twaalf uur per week werken. Ook als de medewerker tijdens de looptijd van de tijdelijke arbeidsovereenkomst 18 jaar wordt, is de transitievergoeding niet verschuldigd. Positief punt van de transitievergoeding is dat werkgevers voortaan bij ontslag veel beter kunnen inschatten wat er aan kosten op hen afkomt. Bij ontslag van een oudere werknemer met een langdurig dienstverband kon de ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule in de tonnen lopen. De nieuwe regeling van de transitievergoeding biedt qua kostenaspect een betere mogelijkheid om werknemers met een langdurig dienstverband te ontslaan. In een sociaal plan of CAO kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt. Geen transitievergoeding is verschuldigd als: o het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer; o de werknemer jonger is dan 18 jaar en gemiddeld 12 uur of minder per week werkzaamheden verrichtte; o de arbeidsovereenkomst eindigt na het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd; o er sprake is van surseance van betaling, faillissement of schuldsanering van de werkgever.
Na het ontslag – wijzigingen in de werkloosheidswet 14. Periode dat ontslagen werknemers recht hebben op een WW-uitkering De maximale duur van een door de overheid betaalde WW-uitkering wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapsgewijs teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Werkgevers en werknemers kunnen in de CAO afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen. 15. Passende arbeid aanvaarden Mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, moeten daarna al het beschikbare werk aanvaarden. Als mensen hierdoor minder loon krijgen dan de WW-uitkering, wordt het verschil aangevuld vanuit de WW, zodat werken vanuit de WW altijd loont.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
8
Juridische status De wet is aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer moet hier nog mee instemmen. De Eerste Kamercommissie heeft besloten dat de Eerste Kamerfracties hun vragen gaan formuleren over het wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid. De vragen van de Eerste Kamerfracties worden verzameld in een voorlopig verslag en op 8 april 2014 aan de regering aangeboden. Vervolgens komt de regering met een memorie van antwoord.
Disclaimer Al onze adviezen zijn gebaseerd op de stand van de wetgeving en jurisprudentie zoals deze bij het uitgeven van deze special redelijkerwijze geacht kan worden ons bekend te zijn en gelden derhalve onder voorbehoud van latere wijzigingen daarin.
© Visser & Visser Salaris en Advies – Special Wet Werk en Zekerheid
9