3 oktober 2005 - 56e jaargang no. 40
Op zondag 9 oktober 2005 is het veertig jaar geleden dat ons geïntegreerd bedrijf officieel in bedrijf gesteld werd door de Nederlandse koningin Juliana. Suriname was toen, in 1965, nog een kolonie van Nederland. In 1958 tekende de voorloper van Suralco – de Surinaamsche Bauxite Mij N.V. – de Brokopondo Overeenkomst met de Overheid. Op basis hiervan werd onder meer besloten een stuwdam te bouwen en een aluinaardefabriek en aluminiumsmelter op te zetten. Ondertussen is in 1999 de aluminiumsmelter om milieutechnische en economische redenen gesloten. De krachtcentrale in Afobaka en de aluinaardefabriek in Paranam leveren een wezenlijke bijdrage aan de Surinaamse economie. Aluinaarde is, sinds in juli 1965 de eerste hoeveelheid werd verscheept, door de ja-
ren heen het grootste exportproduct gebleven. De krachtcentrale voorziet in een essentieel deel van het elektriciteitsgebruik van Paramaribo. Onze verwachting is dat er - gegeven de ernst van de investeringen die Alcoa via haar dochtermaatschappij Suralco doet – garanties zijn voor voortgaande ondersteuning aan het nationale inkomen en de ontwikkeling van Suriname. Alcoa en Suralco hebben, zoals uit ‘West-Suriname’ en ‘Nassau’ blijkt, geloof in de mogelijkheden van het land. Wij hopen in 2006, met het zestigjarig bestaan van de maatschappij, uiting te geven aan de trots en de dankbaarheid die we nu al hebben in de gepaste rust waarin wij het veertigjarig bestaan van de geïntegreerde industrie gedenken. 1
Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
We haalden uit ons archief enkele foto’s die de intensieve activiteiten illustreren die gepaard gingen met de ontwikkeling van de geïntegreerde industrie.
Aanleg van de 70 kilometer lange weg tussen Paranam en Afobaka.
Het emplacement waar de meer dan 2500 personen woonden die bij de bouw van de krachtcentrale betrokken waren.
Over de Surinamerivier werd een brug gebouwd.
De in aanbouw zijnde krachtcentrale.
2 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
Nogmaals de krachtcentrale in aanbouw.
De nieuwe haven van Paranam werd in 1964 geopend.
Sluiting van de dam op 1 februari 1964. Toen begon het meer zich te vullen. Bij de aanleg van de hoogspanningslijn tussen Paranam en Afobaka werden om de vijf tot zes masten nieuwe lengten aluminiumkabel van de rollen getrokken.
Garanties voor voortgaande ondersteuning aan het nationale inkomen en de ontwikkeling van Suriname. 3 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
Op 28 september j.l. was er in Coermotibo een jubilaris met 35 dienstjaren. Hendrik Blokland, die in 1970 als Laborer in dienst trad, is nu Master Process Operator in het Mining and Hauling Department. Wij feliciteren Hendrik van harte met deze bijzondere mijlpaal.
Moesolino Kasijo was 25 jaar in dienst op 1 september 2005. Hij begon als Apprentice en is nu Senior General Mechanic in het Powerhouse. Moesolino geeft ook leiding aan het Plant Coordination Committee van ARGOS, dat arbeidersgedragingen in de gaten houdt en veilig werken bevordert. Proficiat, Moesolino, en veel succes in de voortzetting van je carrière.
Senior Physician Roy Fernandes, werkzaam in de polikliniek in Paramaribo, was op 1 oktober j.l. 30 jaar in dienst bij Suralco. Zijn medewerkers, familieleden, kennissen en ook gepensioneerden die vroeger samen met hem gewerkt hebben, verrasten hem twee dagen later met een gezellig samenzijn. De patiënten die in de wachtruimte zaten, kregen een traktatie. De jubilaris mocht de oorkonde van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven en de gebruikelijke enveloppe in ontvangst nemen van Medical Director Clement Bailey. Roy Fernandes begon zijn loopbaan als arts in Moengo. Daar, en ook in Paramaribo heeft hij zich volgens de Medical Director laten kennen als een sociaal bewogen mens. Hij feliciteerde hem namens de totale medische staf en de leiding van het bedrijf. 4 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
Aangevoerd medisch afval wordt in een shed opgeslagen.
De medical waste incinerator, een verbrandingsoven voor medisch afval.
De binnenkant van de oven is bekleed met refractory.
Medisch afval van de poliklinieken in onze bedrijfslocaties in Paranam, Onverdacht, Paramaribo en Moengo wordt in een medical waste incinerator die in Paranam Operations staat, verbrand. Dat gebeurt normaliter twee keer per week. Het afval wordt in plastic drums en dozen aangeleverd bij een medewerker van Central Civil Maintenance in de woodworking shop area, waar de incinerator staat. Het afval wordt opgeslagen in een shed tot het moment waarop de verbrandingsoven in bedrijf wordt gesteld. De temperatuur speelt een belangrijke rol bij de verbranding. Die moet in elk geval boven de 1200°F als minimum liggen. Doordat er in het verleden geen maximum temperatuur was bepaald, brandde het thermokoppel regelmatig door. Achteraf bleek dat het thermokoppel kapot ging als de temperatuur boven de 2500°F kwam. Een thermokoppel is een tool die de temperatuur in de incinerator via een elektronisch systeem naar een recorder geleidt. Tijdens de verbranding wordt de temperatuur op een chart weergegeven, vertelt Henk Djais van Central Civil Maintenance. Een goede verbranding blijkt te liggen tussen de 1200°F en 2000°F. Sinds de vaststelling van de maximum temperatuur is het thermokoppel in tact gebleven. Dit betekent een aanmerkelijke kostenbesparing. Een ander voordeel van de temperatuurscontrole is dat bij een goede verbranding emissie of uitstoot is uitgesloten. Medewerkers van de woodworking shop hebben geen last meer van geur en rook die vroeger vrijkwamen. De resten van de verbranding van medisch afval worden op milieuverantwoorde wijze in vaten in de landfill opgeslagen.
De verbrandingstemperatuur wordt elektronisch gemeten. 5 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
De hydraulic press. Buiten de met traliewerk afgeschermde ruimte staat General Mechanic Ricky Sakiman met de afstandsbediening. Naast hem staat Kastiel Alantee, die tijdens zijn vakantiejob meegeholpen heeft met het maken van de kooi.
Machine safeguarding moet de veiligheid in de directe werkomgeving helpen garanderen. Het betreft dan niet alleen de werknemer die met het equipment werkt, maar ook zijn collega’s. Delen van equipment die los kunnen schieten en hierdoor een gevaar opleveren voor de veiligheid, worden afgeschermd. In de Mobile Plant staat een machine die recentelijk in zijn geheel in een kooi is geplaatst, waarbij geldt dat ze van buitenaf (remote) bediend moet worden. Het gaat om een 150 ton Hydraulic Press, waarmee vastgelopen onderdelen van equipment dat ter reparatie aangevoerd is, worden losgeperst. Onderdelen van wheel
loaders, bushings, bearings, tandwielen enz. kunnen ermee van hun plaats gehaald worden. Het kan gebeuren dat zo een onderdeel kapot gaat en componenten in de rondte vliegen. De safeguarding zorgt er dan voor dat ze binnen de kooi blijven en geen letsels veroorzaken. General Mechanics van de afdeling hebben de safeguarding naar een eigen
Mobile Plant Foreman Doeman Pinas bij de tire cutter, die ook is gesafeguard. Rechts de visual control.
6 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
ontwerp vervaardigd. De hydraulic press is niet de eerste machine in de Mobile Plant die in volle omvang gesafeguard is, eerder werd de tire cutter in een kooi geplaatst. Met dit equipment worden afgedankte banden van voertuigen in repen gesneden voor milieuvriendelijke opslag. Opvallend in de afgeschermde ruimte rond de tire cutter is een visual control met gebruiksaanwijzingen.
DUIVELSTUINEN ZIJN MIERENWERK Het lijken wel plantages, want alle bomen zijn er van dezelfde soort. Toch zijn er aan de zogenaamde ‘duivelstuinen’ in het oerwoud van de Amazone geen mensen te pas gekomen, laat staan duivels. Het zijn de mieren die hier de omgeving naar hun hand zetten.
In de ‘duivelstuinen’ groeien alleen bomen van de soort Duroia hirsuta.
Al binnen enkele uren na de aanval van een horde mieren verschijnen bruine vlekken op de bladeren. Enkele dagen later vallen ze van de plant af.
In het Amazonewoud komen stukken bos voor waar maar één soort boom groeit. Vreemd, want in normaal regenwoud loopt het aantal soorten in de honderden. Op deze plaatsen groeien alleen exemplaren van Duroia hirsuta, een boom waar verder weinig bijzonders aan te zien is. Hoe kan dat? Duivelswerk is het, volgens de legenden van de lokale bevolking, die deze stukken bos daarom ‘duivelstuinen’ noemt. Het is een kwestie van chemische oorlogvoering door de bomen, dachten biologen tot voor kort. Maar een drietal Amerikanen heeft nu aangetoond dat het anders zit. Het is het werk van mieren, die systematisch onkruid wieden en daarbij de gifspuit kwistig hanteren.
Megan Frederickson, Michael Green en Deborah Gordon plantten jonge boompjes in het regenwoud. Ze hadden al het vermoeden dat tuinierende mieren de aanstichters zijn van de monocultures. Op en om de bomen in de ‘duivelstuinen’ wemelt het namelijk van de mieren. Allemaal van een enkele soort (voor de liefhebber: Myrmelachista schumanni). De mieren wonen in speciale, holle stengels van de boom. Dit soort relaties tussen mieren en bomen is schering en inslag in het oerwoud. De boom levert woonruimte, de mieren beschermen hem tegen vijanden. Dat onder die vijanden ook planten kunnen vallen, is nieuw. De drie onderzoekers plantten eerst jonge boompjes van een soort die veel in het plaatselijke oerwoud voorkomt, maar dus niet in de ‘duivelstuinen’. Ze zetten de boompjes binnen en buiten de duivelstuinen neer. Bij de helft van alle boompjes zorgden ze dat mieren er niet bij konden.
Een mier die met zijn achterlijf gif in de ongewenste plant spuit.
Binnen de duivelstuinen zagen ze dat de mieren onmiddellijk in de aanval gingen als ze de kans kregen. Ze beten kleine gaatjes in de bladeren en staken daar vervolgens de punt van hun achterlijf in, om er gif in te spuiten. Al na een dag zaten er grote dode plekken in de bladeren, en na vijf dagen hadden de boompjes bijna geen bladeren meer. Zonder bemoeienis van de mieren was er niets mis met de jonge aanplant, of die nu binnen of buiten de duivelstuinen stonden. Analyse van het mierengif toonde aan dat er niets bijzonders in zat: het was puur mierenzuur. Voor het eerst is daarmee bewezen dat mierenzuur ook als onkruidverdelgingsmiddel gebruikt wordt. En de mieren zijn succesvolle boeren, want bestaande duivelstuinen worden steeds groter. ,,Duivelstuinen bedekten 4,5 procent van ons studiegebied en werden jaarlijks ongeveer 0,7 procent groter”, schrijven de onderzoekers. ,,Uitgaand van deze groeisnelheid schatten we dat de grootste duivelstuin in het gebied, met 351 planten, een leeftijd heeft van 807 jaar.”
Elmar Veerman, Noorderlicht Nieuws 7
Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005
Een droge huid (xerose) is een veel voorkomende aandoening, waarbij de huid vocht verliest en kloofjes ontstaan. Kenmerkend voor een droge huid is een gevoel van jeuk, dat al dan niet gepaard gaat met uitslag. De huid vormt de buitenste beschermende laag van het menselijk lichaam. Deze bestaat uit twee lagen: de opperhuid (epidermis) en de onderliggende lederhuid (dermis). De opperhuid bevat dekcellen die afsterven (schilferen). De lederhuid bevat bloedvaten, zenuwen, zweetklieren, talgklieren en haarfollikels (die haar aanmaken). Oorzaken droge huid Bij een normale huid wordt het vocht vastgehouden door de talg die door de talgklieren wordt geproduceerd. Milieufactoren zoals een overmatige blootstelling aan de zon en luchtverontreinigende stoffen kunnen een droge huid veroorzaken. Sommige mensen hebben een genetische aanleg voor een droge huid. Het niet goed functioneren van bepaalde hormoonproducerende klieren (zoals de schildklier) kan ook een droge huid veroorzaken. Ook andere aandoeningen, zoals eczeem, kunnen resulteren in een droge huid. Eczeem is een soort huidaandoening die tot een droge huid, schilfering en jeuk kan leiden. Bij eczeem (dermatitis) is de huid pijnlijk, ontstoken (rood en gezwollen) en bedekt met groepjes kleine, meestal met vocht gevulde blaasjes. De huid kan dan ook vocht afscheiden, maar de mate waarin dit gebeurt, verschilt per persoon en is afhankelijk van het type eczeem. De droogheid van de huid neemt meestal toe als de vochtigheidsgraad van de lucht lager wordt zodat de
huid eerder uitdroogt. Ook door vaak te douchen kan de natuurlijke vetlaag verdwijnen, waardoor de huid droger wordt. Het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en zepen kan eveneens het probleem verergeren. Overmatige blootstelling aan de zon kan de huid uitdrogen en rimpels veroorzaken. Behandeling De behandeling van een droge huid beoogt herstel van de vochtigheidsgraad. Houd er rekening mee dat heet water de huid uitdroogt. Agressieve zepen irriteren gewoonlijk de huid en drogen deze uit, dus het is beter deze te vervangen door badolie of met water vermengbare verzachtende middelen. Verzachtende middelen zijn middelen die de irritatie doen afnemen en de huid verzachten door vochtverlies te voorkomen. Als vochtinbrengende lotions of crèmes de huid niet minder droog helpen maken, zou u uw huisarts om advies moeten vragen. Deze kan eventuele onderliggende oorzaken voor de droge huid vaststellen. Als dit een virus- of bacteriële infectie blijkt te zijn, kan het nodig zijn dat u een bepaald middel moet slikken. Als de droge huid verband houdt met eczeem, kan het nodig zijn dat u medicinale crèmes en zalven opbrengt op de rode en jeukende plekken van de huid. Voorzorgsmaatregelen Zodra u merkt dat uw huid droog wordt, kunt u regelmatig vochtinbrengende crèmes en lotions aanbrengen op de aangedane plekken. Vermijd het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en zepen, evenals een overmatige blootstelling aan de zon.
De hoofdlagen van de huid: 1 = de buitenste dekweefsellaag, 2 = de daaronder gelegen bindweefsellaag, en 3 = het onderhuids bindweefsel. In de bindweefsellaag zijn haren ingeplant. De afbeelding geeft een slecht doorvoede huid weer, zoals deze bij oudere mensen veel voorkomt.
bewerkt naar CZ Medische Encylopedie A-Z afbeelding Winkler Prins Medische Encyclopedie 8 Bauxco Nieuws no. 40 - 7 oktober 2005