Slikproblemen
SLIKPROBLEMEN Deze folder is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met mensen met slikstoornissen, maar ook voor patiënten die problemen hebben met slikken. In deze folder wordt uitgelegd hoe slikken verloopt, hoe het komt dat iemand zich verslikt, wat de risico's zijn, wat de logopedist er aan kan doen en hoe de gewone voeding opgebouwd kan worden. Slikken Slikken is een complex proces waarbij veel spieren zijn betrokken onder andere van de lippen, de tong, de kaak, de wangen en de keel. We kunnen het slikproces in een aantal fasen verdelen: 1. Het eten of drinken wordt in de mond genomen en wordt zonodig gekauwd. Vervolgens wordt het verza meld op de tong. 2. De tong transporteert de hap of de slok naar achte ren. 3. De aanzet tot de slikbeweging vindt plaats en het voedsel komt in de keel. 4. De slokdarm verplaatst het voedsel in de richting van de maag. Slikproblemen In alle fasen van het slikproces kunnen problemen ontstaan. Mogellijke oorzaken hiervan zijn onder andere: - neurologische aandoeningen (beroerte, ziekte van Parkinson, tumor in het hoofd e.d.); - tumor in het hoofd-halsgebied; - langdurige beademing. Deze folder beschrijft met name de slikproblemen bij patiënten met een neurologische aandoening. Ten gevolge van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, kan er een verlamming (parese) zijn van de spieren in het mond- en keelgebied. Ook kan het zijn dat het gevoel (sensibiliteit) in de mond en keel verminderd is. Door een verlamming of door een gevoelsstoornis in het mond-keelgebied kan iemand 1
moeite hebben met eten en drinken. Er kunnen problemen zijn in de vier fasen van het slikproces, maar bijvoorbeeld ook het kan ook in slechts één deel van het slikproces. Het kan gaan om: moeite met kauwen, lang over het eten doen, eten/drinken dat uit de mond loopt, de hap niet weggeslikt krijgen, veel resten in de mond na het slikken of verslikken of veel hoesten. Risico's Hoesten vóór, tijdens of na het slikken, is een van de belangrijkste tekenen van verslikken. Echter, bij sommige patiënten, werkt dit mechanisme niet optimaal meer. Dus iemand kan zich verslikken, zonder dat hij het merkt. Hij of zij gaat niet hoesten. Bij slikproblemen bestaat het risico dat er eten of drinken in de longen terechtkomt. Dit kan een longontsteking tot gevolg hebben, wat in sommige gevallen kan leiden tot een levensbedreigende situatie. Een ander risico van slikproblemen is dat een patiënt ondervoed kan raken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het eten lang duurt, of als een patiënt bang is zich te verslikken en daardoor niet of te weinig eet. Sondevoeding Als er problemen zijn met het slikken kan de arts besluiten om sondevoeding te gaan geven. Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje (sonde) direct in de maag komt. Deze voeding bevat alle stoffen die het lichaam nodig heeft. Het kan zijn dat iemand volledig sondevoeding krijgt, meestal een tot twee liter verspreid over de dag. Ook kan iemand sondevoeding als aanvulling krijgen. Dit is meestal aan de orde als de patiënt wel veilig kan eten of drinken, maar daarmee niet aan de benodigde voedingsstoffen komt. Opbouw normale voeding bij sondevoeding Over het algemeen is er een bepaalde standaard opbouw die gehanteerd wordt. Maar dit wordt bij iedere patiënt apart bekeken. Meestal wordt begonnen met gladde en dikkere substanties als pap en vla. Dit wordt 2
in verschillende stappen uitgebreid naar dunnere en grovere substanties als drinken en brood. Het uiteindelijke doel is dat de patiënt weer zo normaal mogelijke voeding tot zich kan nemen. Het opbouwen van de normale voeding gebeurt ook in overleg met de diëtist, om ondervoeding te voorkomen. Taak van de logopedist De logopedist bekijkt hoe de bewegingen van het mondgebied gemaakt worden en hoe het gevoel in de mond van de patiënt is. Ook wordt naar de verschillende fasen van het slikken gekeken en naar de voorwaarden die aanwezig moeten zijn om veilig te kunnen slikken (bijvoorbeeld hoestreflex en instrueerbaarheid). De logopedist geeft aan wat bij de patiënt wel of niet veilig verloopt en of gestart kan worden met aangepaste voeding. Ook met het doen van oefeningen kan het slikken verbeteren. Adviezen Hieronder volgt een aantal algemene adviezen. Zijn er speciale adviezen, dan zullen de logopedist of de verpleegkundige dat melden. 1. Wees bedacht op de risico's van verslikken. 2. De logopedist geeft aan wat de patiënt mag eten of drinken. Bijvoorbeeld gepureerd of gemalen eten of verdikte dranken. 3. Als de patiënt volledig sondevoeding krijgt, is het niet de bedoeling dat u iets te eten of te drinken aan de patiënt geeft. 4. Wanneer de patiënt wel mag eten of drinken, maar een aangepast dieet heeft en u wilt iets voor hem of haar meenemen, overlegt u dan eerst met de logo- pedist of de verpleegkundige. 5. Zorg ervoor dat de patiënt altijd goed rechtop zit tijdens eten en drinken (ook in bed). Dit verkleint de kans op verslikken. 6. Let erop dat het hoofd niet achterover hangt, maar goed rechtop of zelfs iets naar voren gebogen is. Ook dit verkleint de kans op verslikken. 7. Zorg dat de patiënt niet te veel afgeleid wordt tijdens het eten of drinken. 3
Vragen Heeft u vragen, dan kunt u terecht bij de verpleegkundigen van de afdeling of bij één van de logopedisten. Het telefoonnummer van de afdeling neurologie is (023) 545 3926.
4
www.kg.nl
Locatie noord Vondelweg 999 Haarlem Locatie zuid Boerhaavelaan 22 Haarlem Postadres Postbus 417 2000 AK Haarlem Telefoon: (023) 545 35 45 e-mail:
[email protected]
1034599-04-2006