23 Belpork vzw

CERTUS-LASTENBOEK Versie RvB 10 juni 2010 goedgekeurd (per 1 januari 2011)

versie 10/06/2010 Belpork vzw

1/23

ALGEMENE VOORWAARDEN Elke participant aan het Certus-kwaliteitslabel verbindt zich ertoe zowel de Europese als de nationale en regionale reglementering die toepasselijk is op de productie, verwerking en verhandeling van varkens en varkensvlees met name en niet beperkend, inzake: -

bouw-, uitbatings- en milieuvergunningen voor veeteeltbedrijven, grondstoffen- en mengvoederproductie, bezit en gebruik van veevoeder (al dan niet gemedicineerd), identificatie en registratie: (vb. SANITEL in België), de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens, preventie en bestrijding van varkensziekten en zoönosen, bezit en gebruik van diergeneesmiddelen (al dan niet vermengd met het voeder), bezit en gebruik van verboden stoffen met hormonale, anti-hormonale, bèta-adrenerge en corticoïde werking, productie, commercialisatie en hygiëne van vlees : werkplaats, opslagruimte, verkooppunt... , dierenwelzijn, het vervoer van vers vlees, vleesproducten en vleesbereidingen, het verwerven, het in depot houden en het toedienen van geneesmiddelen door de verantwoordelijke voor de dieren, de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding, autocontrole en traceerbaarheid, de vleeskeuring en vleeshandel, de erkenning en inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen, uitsnijderijen en verkooppunten, de wettelijke bepalingen inzake de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de producten van de landbouw, tuinbouw en agrovoeding nauwgezet na te leven.

Elke participant dient zich niet alleen te houden aan de hoger vermelde wettelijke voorschriften, maar moet ook minstens voldoen aan de op het Belgisch grondgebied van toepassing zijnde nationale en gewestelijke voorschriften. Bovendien verbindt de participant aan het Certus-kwaliteitslabel zich ertoe alle bijkomende voorwaarden van Belpork welke vervat zijn in het Certus-lastenboek en reglement, nauwgezet na te leven. De in het Certus-reglement vermelde definities zijn eveneens van toepassing voor het Certuslastenboek. De overtredingen van de normen worden ingedeeld in de categorieën A,B,C,D of M. Daaraan worden in het Certus-reglement verschillende corrigerende maatregelen verbonden.

A. ALGEMEEN overtreding Een Certus-erkende schakel die een controle door een inspectie-instelling pertinent weigert, wordt uitgesloten. Evenwel krijgt deze schakel de mogelijkheid zich terug aan te melden voor een nieuwe toetredingsprocedure na 6 maanden. Zeugen en biggen mogen niet onder het Certus-label gecommercialiseerd worden. Enkel karkassen en/of vlees afkomstig van vleesvarkens van Certus-erkende varkensproducenten mogen als Certus gecommercialiseerd worden.


B

C

C

2/23

Er mag enkel vlees (inclusief gehakt of gemalen vers vlees) onder het Certus-label gecommercialiseerd worden via een aaneenschakeling van erkende participanten binnen éénzelfde erkende groepering.

D

Iedere Certus-erkende schakel dient ontvangen klachten van een volgende schakel en verzonden klachten aan een voorgaande schakel in de productieketen te registreren op een klachtenformulier. Klachten die verband houden met de certificatie, inspectie edm. kunnen hier ook op vermeld worden.

D

Indien een Certus-erkende schakel wenst te verkopen aan een niet-erkende schakel in de productieketen, dan mogen de varkens of het vlees niet verder onder het Certuskwaliteitslabel gecommercialiseerd worden (uitgezonderd verkooppunten).

C


3/23

B. PER SCHAKEL DEEL I : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN HET VARKENSVOEDER

overtreding

Alle door de varkensproducent aangekochte voedermiddelen (voor biggen, zeugen en vleesvarkens) moeten afkomstig zijn van GMPerkende fabrikanten, met uitzondering van enkelvoudige voedermiddelen (grondstoffen) afkomstig van collega-landbouwers. De leveringsbonnen, de facturen, de samenstelling en het productielot van alle aangekochte voedermiddelen moeten op het beslag chronologisch bijgehouden worden gedurende minimum 1 jaar. Voeder bestemd voor vleesvarkens met een levend gewicht boven 40 kg mag geen vismeel bevatten. De voeders (zeugen, biggen en vleesvarkens) mogen geen antibiotica met voederbesparende werking bevatten. Zelfmengers die gebruik maken van additieven of voormengsels voor de vervaardiging van mengvoeders voor de exclusieve behoeften van het landbouwbedrijf, hebben een toelating van het FAVV nodig. Zelfmengers die enkel gebruik maken van “aanvullende diervoeders” moeten de activiteit ‘vervaardiging van mengvoeders voor de exclusieve behoefte van het landbouwbedrijf’ laten registreren bij het FAVV.

C

C B

D

In het diervoeder mogen uitsluitend enkelvoudige diervoedermiddelen gebruikt worden, gecertificeerd volgens één van de toegelaten standaarden (G 012, G 037 of IKKB) of aangekocht bij een GMP-erkende leverancier.

D

Externe mobiele menginstallaties moeten GMP-erkend zijn voor de productie van mengvoeders.

C

Belpork vzw ondersteunt in belangrijke mate het gebruik van duurzame grondstoffen en een daaraan gekoppelde ethisch verantwoorde productiewijze. Voor zover dergelijke aspecten in algemeen aanvaarde lastenboeken (zoals het LB ‘Productie en levering van mengvoeders op basis van gecertificeerde mv-soja’) worden vastgelegd en voor zover deze duurzaamheidaspecten inzake grondstoffen een reële meerwaarde kunnen bieden binnen Certus, zal Belpork vzw in de toekomst ‘mv-soja’ kunnen opnemen in haar lastenboek ‘Certuskwaliteitsvarkensvlees’. (aanbeveling)


4/23

/

overtreding

DEEL II : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN DE VARKENSPRODUCTIE 1. ALGEMENE NORMEN 1. AUTOCONTROLE Een varkensbedrijf kan enkel als Certus-bedrijf erkend worden indien het voldoet aan de voorwaarden uit de sectorgids ‘Primaire Dierlijke Productie’ (Algemeen deel en module ‘Varkens’). De varkenshouder vult zelf jaarlijks de checklist in voor de sectorgids G 037 (Algemeen deel en module ‘Varkens’) en deze voor de bijkomende CodiplanPlus voorwaarden, waarbij corrigerende maatregelen worden aangegeven voor eventuele afwijkingen. Hij bewaart deze checklist voor controle. (www.codiplan.be)

C

C

2. HUISVESTING Bij volledig automatische verluchting is een alarm en een noodverluchtingsysteem (hetzij automatisch hetzij manueel), voor elke afdeling verplicht. Dit noodverluchting- en alarmsysteem moet op regelmatige basis getest worden.

D

3. DIERENWELZIJN De materialen waarmee de varkens in aanraking kunnen komen, mogen niet schadelijk zijn en geen verwondingen veroorzaken. Lichtduur minimaal 8u per dag, met een minimale lichtintensiteit van 40 LUX.

D D

Indien geen euthanasie wordt toegepast, moeten zieke of gewonde vleesvarkens zo nodig kunnen worden afgezonderd in aangepaste lokalen om op een passende wijze verzorgd of behandeld te worden.

D

Om afwijkend gedrag te voorkomen, moet er verstrooiingsmateriaal (bv. stro, hooi, hout, turf, zaagsel, champignoncompost) voorzien worden. Het gebruik van autobanden en behandeld (hard) hout (planken/stokken) als verstrooiingsmateriaal is verboden.

D


5/23

Opgestapelde uitwerpselen, urine en niet opgegeten of gemorst voeder moeten verwijderd worden. Alle varkens moeten ten minste eenmaal per dag gevoederd worden. Varkens die niet ad libitum gevoederd worden, moeten allemaal tegelijk kunnen eten. Het inkepen van de oren is verboden.

D

D

D

4. GEZONDHEIDSZORG EN ZIEKTEPREVENTIE Ieder beslag dient verplicht tweemaandelijks een bedrijfsbezoek te voorzien door de bedrijfsbegeleidende dierenarts. Er moet een contract voor bedrijfsbegeleiding afgesloten worden tussen de varkensproducent en de bedrijfsbegeleidende dierenarts. Het uniform inmengen van een geregistreerd gemedicineerd voormengsel in een mengvoeder bij levering op het landbouwbedrijf mag enkel gebeuren met een - binnen de GMP gevalideerd - fijndoseertoestel gemonteerd op de vrachtwagen en onder verantwoordelijkheid van een daartoe door het FAVV erkende mengvoederfabrikant. Topdressing, rechtstreeks in de voederbak, is verboden. Het gebruik van ‘het molentje’ op het landbouwbedrijf is enkel nog toegestaan om diergeneeskundige specialiteiten - die aan het voeder mogen toegediend worden (andere dan gemedicineerde voormengsels) - in een (pure) vorm toe te dienen in een hoeveelheid die het dagrantsoen niet overschrijdt. Ook inmenging van toevoegingsmiddelen met een molentje is niet toegelaten. Jaarlijks dient een doseernauwkeurigheidstest te gebeuren voor het molentje.

C

C

C

Timing doseernauwkeurigheidstest: vanaf 01/07/2011 Alle diergeneesmiddelen voor varkens moeten op een koele plaats en in de originele onmiddellijke verpakking bewaard worden. Vanaf drie maanden voor slacht moet het gebruik van diergeneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders bij de vleesvarkens geregistreerd worden. Er moet een ongediertebestrijdingplan aanwezig zijn op het bedrijf. Dit houdt minimaal een plattegrond in met daarop de registratie van de positie (aanduiding van de lokazen), de naam van het gebruikte product en de status (aangetast of niet) van de lokazen. De juiste opvolgingsdata moeten vermeld worden (min. 2 keer per jaar). Enkel erkende ongediertebestrijdingsmiddelen mogen gebruikt worden. versie 10/06/2010 Belpork vzw

6/23

D

C

D

Het Salmonella-begeleidingsplan aangeboden door Dierengezondheidszorg Vlaanderen, moet door de varkensproducent gevolgd worden, indien het bedrijf voorkomt op de lijst van DGZ.

D

5. EXCLUSIVITEIT Alle op het beslag aanwezige varkens dienen te voldoen aan de normen van het Certus-lastenboek.

C

6. VKI-DOCUMENT Het volledig ingevulde ‘Voedselketeninformatie’-document Varkens wordt minimum 24h vóór de levering van de dieren aan het slachthuis overgemaakt.

C

7. RESIDUSTATUS Een beslag met een door het FAVV toegekend H-statuut of een beslag waaraan in het verleden een H-statuut werd toegekend, komt niet in aanmerking voor het leveren van Certus-varkensvlees. Een beslag met een door het FAVV toegekend R-statuut komt niet in aanmerking voor het leveren van Certus-varkensvlees zolang het over een R-statuut beschikt.

A

B

8. MILIEU Het bedrijf voldoet aan de regionale wetgeving met betrekking tot de mestbankaangifte.


D

7/23

overtreding

2. VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN DE BIGGEN EN ZEUGENHOUDERIJ 1. AUTOCONTROLE Niet-Certus zeugenbedrijven die biggen willen leveren aan Certus-erkende open vleesvarkensbedrijven moeten voldoen aan de sectorgids ‘Dierlijke Productie’ (Algemeen Deel en module ‘Varkens’) en aan de extra voorwaarden in het kader van de wederzijdse erkenning met Q&S (volgens checklist CodiplanPlus). Ze moeten hiervan een certificaat of attest kunnen voorleggen.

C

2. HUISVESTING EN DIERENWELZIJN Het aanbinden van zeugen en gelten is verboden.

C

Zeugen en gelten dienen in groep gehuisvest te worden van 4 weken na inseminatie tot 1 week vóór de verwachte werpdatum). (aanbeveling)

/

De vrije hokruimte per gespeend big bedraagt ten minste: 0,15 m2 voor biggen tot 10 kg, 0,20 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 10 en 20 kg, 0,30 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 20 en 30 kg, 0,40 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 30 en 50 kg.

C

Betonnen roosters dienen vermeden te worden als vloertype voor gespeende biggen. (aanbeveling) Biggen mogen niet langer onverdoofd of zonder toediening van een pijnstiller chirurgisch gecastreerd worden. Het eventueel verkleinen van de hoektanden mag enkel gebeuren d.m.v. slijpen.


/ C

D

8/23

3. INVOERVOORWAARDEN BIGGEN Alle ingevoerde biggen moeten voorzien zijn van een uniek bedrijfsnummer van het bedrijf van herkomst. Het transport mag enkel rechtstreeks gebeuren van één enkel buitenlands bedrijf naar één enkel Belgisch vleesvarkensbedrijf. Per Belgisch beslag (eerste bedrijf van import) mogen er vleesvarkens aanwezig zijn afkomstig van maximaal 3 niet-Belgische bedrijven. Het document voor melding en registratie en het certificaat voor intracommunautaire handel binnen de Europese Gemeenschap dienen geverifieerd te worden door de bedrijfsdierenarts binnen de 7 dagen na invoer. Een kopie van het invoerdocument “Document voor melding en registratie” en van het certificaat voor intracommunautaire handel binnen de Europese Gemeenschap moeten tot 1 jaar na leveringsdatum bewaard worden op het bedrijf van bestemming. Na aankomst dienen de dieren onmiddellijk geoormerkt te worden volgens de Belgische Sanitel-wetgeving.

C

D

D

C

Ingevoerde biggen mogen enkel afkomstig zijn van bedrijven met een door Q&S erkend kwaliteitsysteem (IKB Nederland, QSG Denemarken).

D

De ingevoerde biggen moeten vanaf de invoerdatum tot het vertrek van de vleesvarkens naar het slachthuis en voor een minimale periode van 3 maanden op hetzelfde Belgische beslag verblijven.

C


9/23

3. VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN DE VLEESVARKENSPRODUCTIE

overtreding

1. GENOTYPE Enkel homozygoot of heterozygoot stressresistente vleesvarkens, vrouwelijk of barg zijn toegelaten.

C

2. OPVOLGINGSPERIODE Gedurende de laatste drie maanden vóór slachtdatum moeten de vleesvarkens op hetzelfde beslag aanwezig blijven.

C

3. HUISVESTING Maximaal ammoniakgehalte (NH4): 20 ppm, gemeten ter hoogte van de vleesvarkens.

D

De vrije hokruimte per vleesvarken bedraagt ten minste: 0,40 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 30 en 50 kg, 0,55 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 50 en 85 kg, 0,65 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht tussen de 85 en 110 kg, 1,00 m² voor varkens met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg.

C

4. GEBRUIK DIERGENEESMIDDELEN Het gebruik van kalmeer- en/of hartversterkende middelen (β-blokker) is verboden vanaf 1 week voor slacht. Bij individuele behandeling moet het vleesvarken duidelijk zichtbaar gemarkeerd worden tot zolang de wachttermijn verstreken is. Bij het gebruik van producten met preventieve en therapeutische doeleinden, dienen de voorgeschreven wachttermijnen gerespecteerd te worden ten einde residuen in het vlees te voorkomen. versie 10/06/2010 Belpork vzw

10/23

B C B

De vleesvarkens dienen minimum 12 uur en maximum 18 uur voor slacht uitgevast te zijn.

D

5. IDENTIFICATIE Voor iedere levering van Certus-vleesvarkens, moet een Certus-vertrekfiche (op papier of digitaal) opgemaakt worden. Indien de producent de vertrekfiche digitaal opmaakt, moet deze volledig en correct ingegeven worden via de website https://administratie.certus.be. Alle vleesvarkens die vermeld staan op de vertrekfiche moeten voor het transport naar het slachthuis op beide flanken voorzien worden van een duidelijk leesbaar klopnummer (met inkt) dat aangevuld is met het Certus-kloplogo. Vleesvarkens die niet vergezeld zijn van een vertrekfiche mogen het Certus-kloplogo niet dragen. Met het oog op de digitalisering van de vertrekfiches is het wenselijk dat iedere vleesvarkenshouder na een overgangsregeling van 2 jaar kan beschikken over een computer met internetaansluiting. (aanbeveling) Indien de vleesvarkens via een handelaar naar het slachthuis vermarkt worden en de handelaar eigenaar van de dieren wordt, dan wordt deze als een participant in de Certus-keten beschouwd. Hiertoe moet de handelaar een aansluitingsformulier invullen en deze via de betrokken groepering(en) aan Belpork bezorgen. De identiteit van de handelaar dient op de Certus-vertrekfiche te worden vermeld.

C

C

/

D

6. GEZONDHEIDSZORG EN PREVENTIE Wanneer bij een behandeling een naald afbreekt, moet de varkensproducent het Sanitelnummer van het dier registreren en het vleesvarken markeren van moment van afbraak van de naald tot op moment van vertrek naar het slachthuis. Deze informatie moet bij levering van het dier doorgegeven worden aan het slachthuis en het betrokken dier moet bij aankomst in het slachthuis apart gehouden worden. Het gebruik van metaaldetecteerbare naalden is verplicht.

D

De slachten keuringsgegevens moeten op het beslag aanwezig zijn en gedurende minimaal één jaar na levering op het bedrijf aanwezig blijven.


C

11/23

C

DEEL III : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN HET TRANSPORT

overtreding

Het transport dient te gebeuren door erkende varkenstransporteurs met een erkend vervoermiddel.

D

Professionele chauffeurs moeten een attest voorleggen van een opleiding voor dierenvervoer.

D

De afgelegde weg dient zo kort mogelijk te zijn en het rijgedrag van de transporteur mag geen bijkomende stress voor de vleesvarkens veroorzaken. Het overladen van de dieren op een ander vervoermiddel is verboden.

D

De wettelijk voorziene maximale bezettingsdichtheid (minimale oppervlakte per varken = 0,45 m²) dient gerespecteerd te worden.

D

Vermenging van vleesvarkens afkomstig van verschillende beslagen tijdens het transport is verboden. Het wordt aangeraden om varkens afkomstig van groepshokken samen te houden en niet te vermengen met varkens afkomstig van andere hokken. (aanbeveling) Het gebruik van elektrische drijfmiddelen is verboden voor, tijdens en na het transport.

/

D

Vrachtwagens met meer dan één laadplatform dienen uitgerust te zijn met een laadlift. In dit geval is bij het in- en uitladen van de vleesvarkens het gebruik van de laadlift verplicht. Na het lossen van de vleesvarkens dient de vrachtwagen grondig gereinigd en ontsmet te worden conform de bestaande wetgeving.


D

12/23

D

D

DEEL IV : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN HET SLACHTHUIS

overtreding

1. ALGEMEEN B Het slachthuis moet over een EG-nummer beschikken. Het slachthuis moet over een geldig, extern afgeleverd certificaat beschikken van een door de GFSI 1 aanvaarde kwaliteitsstandaard. (BRC, Nederlandse HACCP- standaard, IFS, SQF zijn goedgekeurde standaarden) of een extern afgeleverd certificaat dat garandeert dat aan de “FEDIS Food for KMO’s”-standaard of aan een gevalideerd ACS 2 is voldaan.

C

2. AANKOMST Bij het opdrijven naar de verdoving is het gebruik van elektrische drijfmiddelen verboden uitgezonderd in de laatste meters van de drijfgang voor de verdoving. Bij aankomst in het slachthuis dient een rustperiode van minimaal 2 uur en maximaal 4 uur te worden voorzien. Bij temperaturen boven 25°C is het toegelaten de vleesvarkens onmiddellijk te slachten.

D

D

3.TRACEERBAARHEID Certus-vleesvarkens dienen bij levering aan het slachthuis steeds per beslag gegroepeerd afgeladen, gestald en geslacht te worden. Enkel Certus-vleesvarkens die vergezeld zijn van een vertrekfiche (papier of digitaal) en geklopt zijn met het Certus-logo, mogen als Certus-vleesvarkens geslacht worden.

1 2

C

B

GFSI: Global Food Safety Initiative van de CIES. Deze organisatie erkent voedselveiligheid- en kwaliteitsystemen. www.ciesnet.com/programmes/foodsafety ACS: Autocontrolesysteem


13/23

De vermenging van Certus-karkassen met andere karkassen binnen eenzelfde Certus-lot is niet toegestaan.

C

Het is toegestaan om in het slachthuis, uitgaande van de individuele beslagidentificatie, loten samen te stellen. Als een Certus-lot wordt gedefinieerd: karkassen van vleesvarkens afkomstig van maximum 10 beslagen, op dezelfde dag geslacht, in een zelfde slachthuis.

C

Om de traceerbaarheid en lotidentificatie van Certus-varkensvlees te volgen vanaf het slachthuis naar een volgende schakel in de keten, dient bij iedere Certus-levering een Certus-certificaat opgemaakt te worden. Een erkend slachthuis dient Certus-loten te leveren met een specimen-certificaat aan een nog niet erkende (in toetreding) volgende schakel in de keten. Ook een slachthuis in toetreding dient gebruik te maken van specimen-certificaten. (Uitzondering: Voor de export van Certus-varkensvlees van een erkend Certus-slachthuis naar een Duitse QS-erkende begunstigde moet een origineel certificaat opgemaakt worden.) Het slachthuis moet het Certus-certificaat volledig en correct opmaken via de website https://administratie.certus.be.

C

Indien een lot verschillende bestemmingen heeft, dient per bestemming een origineel certificaat opgemaakt te worden. Bij het verhandelen en transporteren van Certus-varkensvlees moet op het begeleidend vervoerdocument en op de factuur vermeld worden dat het om Certus-varkensvlees gaat. Per karkas waarvoor een certificaat werd opgemaakt dienen de beide Certus-hammen gemarkeerd te worden met de naam Certus en/of het Certus-logo. De wijze van markering dient voor goedkeuring voorgelegd te worden aan Belpork. Hammen van Certus-karkassen waarvoor geen certificaat werd opgemaakt mogen niet gemarkeerd worden met de Certus-naam en/of het Certus-logo.

C

C

C

4. VLEESKWALITEIT Het slachthuis is verplicht haar medewerking te verlenen aan het verbeterproject ‘intrinsieke Certus-vleeskwaliteit’.


14/23

D

Tijdens twee opeenvolgende jaren (2009 en 2010) zullen de slachthuizen jaarlijks drie aangekondigde audits krijgen waarbij een aantal criteria gecontroleerd worden die een invloed hebben op de vers vleeskwaliteit. Daaruit volgt een verplicht advies (4 uur op jaarbasis) hoe de intrinsieke Certus-vleeskwaliteit op peil te houden of desgevallend te verbeteren. Het is ten stelligste aanbevolen deze raadgevingen ter harte te nemen aangezien vanaf 2011 de meest belangrijke meetbare parameters met hun norm en bijhorende sanctie opgenomen worden in het lastenboek. (aanbeveling)

/

5. HYGIENESTATUS Per controle wordt de oppervlaktecontaminatie van 5 karkassen (n) nagegaan. De microbiologische normen waaraan de karkassen moeten voldoen, zijn : Varkenskarkassen Totaal kiemgetal (30°C) n=5 Enterobacteriaceae n=5

Salmonella n = 10 c=1

Toereikend (≤ m) 1 x 104 kve/cm² 10 000 dag. gem. logwaarde 1x 102 kve/cm2 100 dag. gem. logwaarde

Ontoereikend (> M) 1 x 105 kve/cm² 100 000 dag. gem. logwaarde 1x 103 kve/cm2 1000 dag. gem. logwaarde

Type criterium

Afwezigheid in het geteste oppervlak per karkas (600 cm²)

Procescriterium

Procescriterium

Procescriterium M

M= Maximale bovengrens van aanvaardbaarheid. Een hogere uitslag wordt als ontoereikend beschouwd. m= Bovengrens, alle uitslagen met een lagere waarde worden als toereikend beschouwd. Tussen m en M: wordt als aanvaardbaar aanzien. n= Aantal stalen. c= Aantal toegelaten stalen met een waarde tussen m en M of het aantal stalen waarin de kiem aanwezig mag zijn. Dagelijkse gemiddelde logwaarde: bekomen door eerst de logaritme van elk testresultaat te nemen en dan het rekenkundig gemiddelde van deze logaritmen te nemen.


15/23

6. TERUGKOPPELING SLACHT- EN KEURINGSGEGEVENS C Het slachthuis is verantwoordelijk voor het registreren van de hierna vermelde slachten keuringsgegevens. Door de slachthuisverantwoordelijke of de groepering wordt minimum op maandelijkse basis rechtstreeks aan de vleesvarkensproducent een overzichtsrapport bezorgd met volgende slachten keuringsgegevens per levering van Certus-varkens onafhankelijk of het vlees nadien al of niet als Certus gecommercialiseerd wordt: aantal stuks, warm geslacht gewicht, classificatie, maagvullingtoestand, percentage en aard van: - longaandoeningen: pneumonieletsels: (3 codes) 0 = afwezig 1 = tot 2 kwabben betrokken 2 = meer dan 2 kwabben betrokken pleuritis (beoordeeld op de longen): (2 codes) 0 = afwezig 1 = aanwezig - leverafwijkingen: (3 codes) 0 = afwezig 1 = gering aantal spots (“opfrissen” van lever) 2 = veel en verspreide letsels (“afkeuren” van lever) - het aantal afkeuringen en reden van afkeuring. De vleesvarkens dienen minimum 12 uur en maximum 18 uur voor slacht uitgevast te zijn. Dit betekent dat in de slachtlijn bij visuele beoordeling en palpatie de magen niet meer dan 1/3 of meer gevuld mogen zijn met voedsel. In geval van twijfel dienen de magen van 10 willekeurig bepaalde vleesvarkens van een bepaald beslag gewogen te worden. Indien het gemiddeld gewicht van de magen met maaginhoud 1200 gram overschrijdt, wordt ervan uitgegaan dat de varkens niet voldoende uitgevast zijn.


16/23

(te weinig geg. D)

D

7. TEMPERATUUR

C

24 uur na slacht moet de kerntemperatuur van het karkas maximaal 7°C bedragen. 8. CONTAMINANTEN C Er mogen geen contaminanten van groep B3 (zware metalen, gechloreerde pesticiden, fosforpesticiden, ochratoxine, PCB’s…) volgens Richtlijn 96/23/EG van de Raad (d.d. 29/04/1996) in het Certus-varkensvlees worden teruggevonden die de wettelijke limieten overschrijden.


17/23

DEEL V : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN DE UITSNIJDERIJ

overtreding

1. ALGEMEEN De uitsnijderij moet over een EG/F-nummer beschikken.

B

De uitsnijderij moet over een geldig, extern certificaat beschikken van een door de GFSI aanvaarde kwaliteitsstandaard (BRC, Nederlandse HACCP- standaard, IFS, SQF zijn goedgekeurde standaarden) of een extern afgeleverd certificaat dat garandeert dat aan de “FEDIS Food for KMO’s”-standaard of aan een gevalideerd ACS is voldaan.

C

2. TRACEERBAARHEID De versnijding moet gegroepeerd in tijd of gescheiden in ruimte gebeuren per beslag of per Certus-lot. Het Certus-lot wordt gedefinieerd door het slachthuis.

C

Op het einde van de versnijding dient het etiket duidelijk leesbaar het overeenstemmende lot-, certificaat- of leveringsbonnummer op de verpakking of op het vlees te vermelden.

C

Bij het verhandelen en transporteren van Certus-varkensvlees moet op het begeleidend vervoerdocument en op de factuur vermeld worden dat het om Certus-varkensvlees gaat. Om de traceerbaarheid en lotidentificatie van Certus-varkensvlees te volgen vanaf de uitsnijderij naar een volgende schakel in de keten, dient bij iedere Certus-levering een Certus-leveringsbon opgemaakt te worden. Een erkende uitsnijderij dient Certus-loten te leveren met een specimen-leveringsbon aan een nog niet erkende (in toetreding) volgende schakel in de keten. Ook een uitsnijderij in toetreding dient gebruik te maken van specimen-leveringsbons. (Uitzondering: Voor de export van Certus-varkensvlees van een erkende Certus-uitsnijderij naar een Duitse QS-erkende begunstigde moet een originele leveringsbon op basis van een origineel certificaat opgemaakt worden.) De uitsnijderij moet de Certus-leveringsbon volledig en correct opmaken via de website https://administratie.certus.be.


18/23

D

C

3. HYGIENESTATUS De microbiologische normen waaraan het vlees moet voldoen, zijn: Varkenskarkassen Totaal kiemgetal (22°C) n=5 c=1 E.coli n=5 c=1

Aanvaardbaar (≤ m) 3 x 104 kve/g 30 000

Onaanvaardbaar (> M) 3 x 105 kve/g 300 000

3 x 101 kve/g 30

3 x 102 kve/g 300

Type criterium Procescriterium

Procescriterium M

Salmonella n=5 c=0 Listeria monocytogenes n=5c=0 M= m= n= c=

Afwezigheid in 10g

Procescriterium

Afwezigheid in 0,1g

Procescriterium

Maximale bovengrens van aanvaardbaarheid. Een hogere uitslag wordt als ontoereikend beschouwd. Bovengrens, alle uitslagen met een lagere waarde worden als toetreikend beschouwd. Aantal stalen. Aantal toegelaten stalen met een waarde tussen m en M of het aantal stalen waarin de kiem aanwezig mag zijn.

4. TEMPERATUUR 24 uur na slacht moet de kerntemperatuur van het karkas maximaal 7°C bedragen. De Certus-karkassen mogen niet versneden worden vóór de kerntemperatuur maximaal 7°C bedraagt.


19/23

C

DEEL VI : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN DE FABRICAGE VAN VLEESPRODUCTEN EN BEREIDE GERECHTEN

overtreding

1. PRODUCT De omschrijving “…… geproduceerd met Certus-varkensvlees” mag enkel gebruikt worden op vleesproducten en bereide gerechten op voorwaarde dat de vleesgrondstof voor meer dan 50% uit varkensvlees bestaat. In deze producten dient de varkensvleesgrondstof zijnde: spiervlees, vet, kopvlees, lever, tong, hart en nieren per productiebatch integraal van Certus-varkens afkomstig te zijn. Bloed, beenderen, zwoerd, darmen en gelatine van varkens mogen gebruikt worden zonder dat deze van Certus-varkens dienen afkomstig te zijn. Darmen als omhulling dienen niet noodzakelijk van varkens afkomstig te zijn. Separatorvlees mag niet gebruikt worden.

C

2. TRACEERBAARHEID Alle inkomende loten Certus-varkensvlees moeten bij aankomst, op basis van de gegevens vermeld op de Certus-leveringsbon, geregistreerd worden: de dag van ontvangst, de hoeveelheid, de leverancier en het Certus-lot-, certificaat- of leveringsbonnummer. Bij de fabricage van vleesproducten en bereide gerechten wordt voor elke productiebatch, per type geproduceerd product, per dag, een uniek productiebatchnummer geregistreerd. Onder een product van hetzelfde type wordt verstaan een product dat hetzelfde productieproces doorloopt. Per productiebatchnummer dienen de Certus-leveringsbonnummers die de productiebatch uitmaken en de hoeveelheid geproduceerd product, op elk stadium van de fabricage geregistreerd te worden. Dit moet toelaten om permanent de relatie tussen de inkomende loten Certus-varkensvlees en de productiebatches te verifiëren.

C

C

3. LOGO EN ETIKETTERING Enkel de omschrijving: “… met Certus-varkensvlees” mag op de verpakking vermeld worden. Het gebruik van het Certus-logo is niet toegestaan. In de ingrediëntenlijst moet het aandeel Certus-varkensvlees kwantitatief vermeld worden. Op het etiket is de vermelding van het Certus-productiebatchnummer verplicht. Een vleesproduct of bereid gerecht op basis van Certus-vlees, met uitzondering van gehakt of gemalen vlees, mag gecommercialiseerd worden via een niet-erkend verkooppunt.


20/23

C

DEEL VII : VOORWAARDEN OP NIVEAU VAN HET VERKOOPPUNT

overtreding

1. IDENTIFICATIE Indien de Certus-naam en/of het Certus-logo in het verkooppunt gebruikt worden, dient men te beschikken over het lot-, certificaat- of leveringsbonnummer van het op dat moment te koop aangeboden vers Certus-varkensvlees.

C

Indien er voor de consument geen zichtbaar promotiemateriaal (gebruik van Certus-logo, Certus-naam of ander Certus-promotiemateriaal) aanwezig is, wordt dit verkooppunt als niet Certus-actief beschouwd.

/

Het Certus-logo of de Certus–naam mag enkel gebruikt worden op vers vlees (inclusief gehakt) en vleesbereidingen, op voorwaarde dat de gebruikte vers vleesgrondstof 100% Certus-varkensvlees is. Een eventueel gebruikt vleesproduct hoeft geen (Certus-) varkensvlees te zijn.

D

Voor gehakt of gemalen vers vlees is bij de lotsamenstelling een dagproductie toegestaan.

/

2. EXCLUSIVITEIT Indien het verkooppunt enkel niet-voorverpakt vlees (inclusief gehakt en gemalen vlees) in de toonbank aanbiedt, dient het verkooppunt exclusief Certus-varkensvlees te verkopen.

C

Het verkooppunt mag enkel niet-Certus-varkensvlees in de toonbank aanbieden, indien het volledige Certus-varkensvleesgamma voorverpakt gepresenteerd wordt aan de consument.

D

In dit geval stelt het verkooppunt alles in het werk om elke verwarring met het niet-Certus-varkensvlees te voorkomen. Het aanbrengen van het Certus-logo (in kleur) en eventueel de Certus-naam op het volledige Certus-aanbod, op elke individuele verpakking, is verplicht.

D


21/23

Indien het vers voorverpakt varkensvlees het Certus-logo en eventueel de Certus-naam draagt, is het verplicht om op elke individuele verpakking het lot-, certificaat- of leveringsbonnummer aan te brengen.

C

3. PROMOTIEMATERIAAL Indien het verkooppunt het Certus-promotiemateriaal gebruikt, mag dit enkel indien het verkooppunt erkend of in toetredingsfase is. Dit moet schriftelijk bevestigd worden door Belpork.

/

Indien geen Certus-varkensvlees (meer) verkocht wordt, mag onder geen enkele vorm Certus-promotiemateriaal zichtbaar zijn voor de consument. De microbiologische richtlijnen waaraan het vlees in de toonbank moet voldoen, zijn (aanbeveling): Voor vers vlees: Vers vlees (geportioneerd) Totaal kiemgetal (22°C) n=1 E. coli n=1 Salmonella n=1c=0 Listeria monocytogenes n=1c=0


Aanvaardbaar (≤ m) 1 x 105 kve/g(4)

Onaanvaardbaar (> M) 1 x 106 kve/g (4)

Type criterium

3 x 101 kve/g

3 x 102 kve/g

Procescriterium

Procescriterium

Afwezigheid in 10g

Productcriterium

Afwezigheid in 0,1g

Productcriterium

/

22/23

Voor gehakt: Gehakt vlees Gehakt vlees bedoeld om rauw te consumeren Gehakt vlees bedoeld om verhit te consumeren Gehakt vlees

Parameter Salmonella

n 1

c 0

Criteria Afwezigheid in 25g

Type criteria Productcriterium

Salmonella

1

0

Afwezigheid in 10g

Productcriterium

Totaal kiemgetal

1

Gehakt vlees

E. coli

1

/ ≤ m = 5 x 105 kve/g: toereikend > m en ≤ M: aanvaardbaar > M = 5 x 106 kve/g: ontoereikend ≤ m = 50 kve/g: toereikend > m en ≤ M: aanvaardbaar > M = 5 x 102 kve/g: ontoereikend

Procescriterium Procescriterium

Maximale temperatuurnorm voor vers vlees in de toonbank: 7°C. Voor gehakt max. 4°C (gemeten in de kern).


23/23

C

23 Belpork vzw

Recommend Documents