Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie
2. Arbeids- & Organisatiepsychologie 2.1 Doelgroep en toelatingseisen De master specialisatie Arbeids- en Organisatiepsychologie is direct toegankelijk voor studenten die in hun bachelorprogramma hebben gekozen voor de specialisatie A&O. De specialisatie Arbeids- en Organisatiepsychologie is met een schakelprogramma ook toegankelijk voor studenten die een bachelor Psychologie hebben afgerond en daarin een andere specialisatie dan A&O hebben gevolgd. Voor meer informatie kan men contact opnemen met de studieadviseur van A&O (zie 2.8 voor contactgegevens).
2.2 Doelstelling van het onderwijs van de programmagroep Algemeen geformuleerd heeft de master specialisatie Arbeids- en Organisatiepsychologie als doelstelling het ontwikkelen van: • kennis van specialistische onderwerpen uit de A&O-psychologie; • toepassen van de belangrijkste methoden en technieken die in de A&O-psychologie worden gebruikt; • vaardigheid in het onderkennen en analyseren van A&O-psychologische problemen in de praktijk, en in het formuleren van en (mede) uitvoeren van wetenschappelijk gefundeerde oplossingen; • vaardigheid als onderzoeker van theoretische en praktische problemen op het terrein van de A&O-psychologie. • professionele vaardigheden (zoals samenwerken, overtuigen, argumenteren, presenteren, adviseren) van belang voor A&O-psychologen in de praktijk. Een belangrijke doelstelling van het studieprogramma A&O is het streven om studenten een relatief brede opleiding in het vakgebied te geven. Hiertoe is met name in het derde bachelorjaar een aantal vakken verplicht gesteld. Daarnaast kan men zich met behulp van de keuzeruimte in het bachelor- en masterjaar specialiseren in een van de volgende drie richtingen: Personeelsselectie en -ontwikkeling (P), Sociale processen in organisaties (O) en Psychologie van arbeid en gezondheid (PAG). Bij de PAG-route krijgt men een aantekening op het diploma-supplement bij het masterdiploma. De twee andere richtingen zijn aanbevolen studieroutes.
2.3 Beroepsmogelijkheden Afgestudeerden met Arbeids- en Organisatiepsychologie als specialisatie hebben een breed scala van beroepsmogelijkheden. Zo kunnen Arbeids- en Organisatiepsychologen in veel organisaties en instituten terecht in functies zoals organisatiedeskundige, HRMadviseur, organisatieconsultant, selectiepsycholoog, of bedrijfspsycholoog. Daarnaast komen A&O psychologen terecht in functies op onderzoeksgebied. Enkele voorbeelden van functies waarin afgestudeerden werkzaam zijn: • organisatieadviseur bij verschillende organisatieadviesbureaus; • zelfstandige vestiging als beleidsadviseur en onderzoeker; • hoofd opleiding, training en development; • hoofd of medewerker van een afdeling Personeel en Organisatie; • selectiepsycholoog op een bureau voor werving en selectie; • medewerker bij een Arbo dienst; • beleidsmedewerker bij een overheidsinstantie; • docent, supervisor, trainer op een instelling voor HBO; • beleidsondersteunend onderzoeker bij grote bedrijven en de overheid; • onderzoeker/docent aan een universiteit. Voor meer informatie over beroepsmogelijkheden zie Hoofdstuk 1 van deze studiegids. 269
Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie
2.4 Inrichting programma specialisatie A&O Studenten A&O besteden in hun masterprogramma 24 ec aan het volgen van specialistische vakken. Van deze 24 ec is het vak Schrijven, ontwerpen, analyseren en presenteren (SOAP; 6 ec) verplicht. De andere 18 ec mag men vrij besteden binnen het aanbod aan mastercursussen van A&O. Aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten is bij alle vakken verplicht. Vakken worden afgerond met een tentamen en in veel gevallen een/meerdere opdrachten. Bij een onvoldoende beoordeling kan een toetsonderdeel één keer herkanst worden in het lopende collegejaar. Bij verplichte vakken die in het Engels gedoceerd worden, mogen antwoorden op de tentamens in het Nederlands gegeven worden. De resterende 36 ec van het masterjaar worden besteed aan masterstage (18 ec) en masterthese (18 ec, inclusief colloquia). Studenten die de PAG-route volgen, dienen de 18 ec vrije keuzeruimte op te vullen met het vak Internaliserende stoornisssen PAG (12 ec) en een vrij te kiezen andere A&O mastercursus (6 ec). Indien men door veranderingen in het studieprogramma enkele studiepunten tekort komt bestaat in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid van een literatuurtentamen; overleg hierover eerst met de studieadviseur van A&O. Binnen de specialisatie A&O worden drie routes onderscheiden. Per route worden de volgende cursussen aanbevolen: • Personeelsselectie en -ontwikkeling: Deze route richt zich op de personeelspsychologie, het vakgebied dat onderzoekt hoe men de juiste persoon op de juiste plaats krijgt en houdt. Belangrijke thema’s binnen dit vakgebied zijn recruitment, personeelsselectie, persoon-organisatie fit, socialisatie, training, mentoring, coaching, development, prestatieverbetering, en loopbaanontwikkeling. De route personeelsselectie en -ontwikkeling bereidt studenten voor op functies op het gebied van personeelsselectie, HRM, outplacement, loopbaanadvisering, training en development, etc. Dit soort functies bestaan zowel bij gespecialiseerde adviesbureaus, grote bedrijven (bijv. op een P&O-afdeling), en binnen de (semi-)overheid. Voor deze route wordt (in aanvulling op de cursus Career management in de bachelor) aanbevolen drie cursussen te kiezen uit het volgende aanbod: Personeelsselectie (6 ec), Adviesvaardigheden (6 ec), Coaching (6 ec), Prosociaal gedrag in werkrelaties (6 ec), Creativiteit in organisaties (6 ec). • Sociale Processen in Organisaties: Deze route richt zich op de organisatiepsychologie, het vakgebied dat de relatie tussen werknemers en hun sociale werkomgeving (bijv. collega’s, leidinggevende, team, organisatie als geheel) onderzoekt. Belangrijke thema’s binnen dit vakgebied zijn samenwerking in teams, leiderschap, sociale interactie, conflict, onderhandelen, besluitvormingsprocessen, organisatiecultuur en organisatieverandering. De route sociale processen in organisaties bereidt studenten voor op functies op het gebied van organisatieadvies, consultancy, management, HRM, etc. Dit soort functies bestaat zowel bij gespecialiseerde organisatieadviesbureaus, grote bedrijven, en binnen de (semi-)overheid. Voor deze route wordt (in aanvulling op de cursus Organizational change in de bachelor) aanbevolen drie cursussen te kiezen uit de volgende cursussen: Conflict & coöperatie (6 ec), Beoordelen en beslissen in organisaties (6 ec), Prosociaal gedrag in werkrelaties (6 ec), Adviesvaardigheden (6 ec), Creativiteit in organisaties (6 ec). • Psychologie van Arbeid en Gezondheid: Het werkterrein van de Psychologie van Arbeid en Gezondheid kan worden verdeeld in diagnostiek, preventieve en curatieve interventies, en research, en speelt zich af op verschillende niveaus, te weten die van de persoon, de functie, de groep of afdeling en de gehele organisatie. Naast het individuele functioneren van medewerkers gaat het hierbij om het optimaliseren van functies, loopbanen en groepsprocessen, alsook om de structuur en cultuur van de organisaties in kwestie. Belangrijke aandachtsgebieden zijn (het voorkomen van) stress en burnout, 270
Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie reïntegratie en problemen rondom specifieke groepen medewerkers, zoals jongeren, ouderen, vrouwen, mannen en medewerkers met een bepaald soort werk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zeer uiteenlopende methoden, zoals individuele begeleiding, coaching, groepsinterventies, functieherontwerp, loopbaaninterventies, training en allerlei andere HRM-technieken. Bij het laatste onderdeel van het werkterrein van de Psychologie van de arbeid en gezondheid, het verrichten van onderzoek, gaat het in het algemeen vooral om onderzoek in de toegepaste sfeer. Zo kunnen bijvoorbeeld de effecten van bepaalde programma’s en interventies worden onderzocht. Het karakteristieke van de Arbeids- en Gezondheidspsycholoog hierbij is dat deze telkens is gericht op de verhouding tussen werknemer en werk, en de consequenties daarvan voor het welbevinden en de gezondheid. De A&G-psycholoog houdt zich bezig met vragen als: “In hoeverre komen problemen van bepaalde werknemers voort uit een voortdurende overbelasting?”, “Kunnen we bepaalde werknemers zo leren omgaan met de eisen die hun worden gesteld, dat deze geen schadelijke effecten meer sorteren?”, “Hoe kan de werksituatie zo worden aangepast dat de belasting van de werknemer wordt verkleind?” en “Wat is er nodig om deze werknemer weer goed te laten functioneren?” De studieroute wordt georganiseerd vanuit de specialisatie Arbeids- en Organisatiepsychologie en strekt zich uit over bachelor en master. Zoals in het hoofdstuk over de bachelor Arbeids- en Organisatiepsychologie beschreven, dient in de bachelor aan de volgende eisen te zijn voldaan: • Voldoen aan de standaard vereisten voor de bachelor A&O. • Behaald hebben van het bachelorvak Interventies in de A&G psychologie. • De bachelorthese schrijven over een onderwerp op het terrein van de psychologie van arbeid en gezondheid. Om de PAG-aantekening te verkrijgen dient daarnaast in de master Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de volgende eisen te worden voldaan: • Behaald hebben van het vak Schrijven, ontwerpen, analyseren en presenteren (SOAP) • Behaald hebben van Internaliserende stoornissen PAG (6 ec). Dit onderdeel bestaat uit twee delen: (a) de cursus Internaliserende stoornissen: Angststoornissen en stemmingsstoornissen verzorgd door Klinische Psychologie en (b) een paper over de toepassing van angst- en stemmingsstoornissen binnen de psychologie van arbeid en gezondheid. • Behaald hebben van een keuzevak van 12 ec uit het aanbod van mastervakken van A&O-psychologie. • De masterstage (18 ec) lopen op het terrein van de psychologie van arbeid en gezondheid. • De masterthese (18 ec) schrijven over een onderwerp op het terrein van de psychologie van arbeid en gezondheid. Voor meer informatie over de route PAG kan men contact opnemen met de PAGcoördinator (zie 2.8 voor contactgegevens).
271
Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie Overzicht aanbod masteronderdelen Arbeids- en Organisatiepsychologie Semester 1
Semester 2
Blok 1 12 ec
Blok 2 12 ec
Blok 3 6 ec
Blok 1 12 ec
*Schrijven, ontwerpen, analyseren, presenteren (6)
Creativiteit in organisaties (6)
*Schrijven, ontwerpen, analyseren, presenteren (6)
Conflict & coöperatie (6)
Coaching (6)
Beoordelen en beslissen in organisaties (6)
*Adviesvaardigheden (6)
Prosociaal gedrag in werkrelaties (6)
Blok 2 12 ec
Blok 3 6 ec
*Adviesvaardigheden (6)
Personeels selectie (6)
**Internaliserende stoornissen, PAG (6) Masterstage (18) en Masterthese (18) Noot: Studenten volgen in elk blok maximaal twee cursussen. Verplichte cursussen zijn grijsgekaderd en vetgedrukt, met een maximum van 30 ec per semester. * Deze cursussen worden twee keer per studiejaar aangeboden. Afhankelijk van de studieplanning kan de cursus in het eerste dan wel tweede semester gevolgd worden. ** Deze cursus geldt als mastercursus A&O uitsluitend voor studenten die de PAG-route volgen. Voor studenten die niet aan de PAG-vereisten voldoen, kan deze cursus niet meetellen voor het masterdiploma.
2.5 Masterstage, masterthese en colloquia Naast het cursorisch onderwijs omvat de master de masterstage (18 ec) en masterthese (18 ec, inclusief colloquia). De masterstage kan pas gestart worden indien het bachelordiploma is behaald. De masterthese kan pas gestart worden indien het bachelordiploma en de cursus Schrijven, ontwerpen, analyseren en presenteren (SOAP) is behaald. Masterstage en masterthese kunnen op elk gewenst moment in het semester gestart worden. Men dient zich via SIS aan te melden voor de masterstage/masterthese voorafgaand aan het semester dat men ermee wil starten. In de masterstage worden werkzaamheden uitgevoerd die door een arbeids- en organisatiepsycholoog beroepsmatig zouden kunnen worden gedaan. Een stage kan zowel bij de programmagroep zelf als bij een externe instantie worden gelopen. In principe duurt een stage 13 weken fulltime (of langer parttime). Bij externe stages dient deskundige begeleiding ter plekke gegarandeerd te zijn. In een stageverslag wordt weergegeven welke activiteiten zijn verricht, wordt de uitgevoerde stageopdracht beschreven, en wordt gereflecteerd op de stage. Op de blackboardsite ‘Stages en Theses Arbeids- en Organisatiepsychologie’ is een overzicht in te zien van mogelijke stageplaatsen. Voor de masterthese geldt dat onder begeleiding van een van de docenten van A&O de gehele empirische cyclus eenmaal doorlopen wordt teneinde een vraagstelling op het gebied van de A&O-psychologie te onderzoeken. Een masterthese kan gedaan worden aan 272
Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie de hand van een wetenschappelijke vraag of aan de hand van een vraag uit de praktijk. De opzet van het onderzoek wordt vastgelegd in een onderzoeksvoorstel. Als afronding van de masterthese wordt niet alleen een verslag geschreven, maar wordt ook een presentatie (masterthesebespreking) gegeven. In het kader van de masterthese dienen ook 10 colloquia te worden bijgewoond, zie voor meer informatie Hoofdstuk 6. Voor meer informatie zie de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O op de blackboardsite ‘Stages en Theses Arbeids- en Organisatiepsychologie’ en op te vragen per e-mail bij het A&O secretariaat (zie 2.8 voor contactgegevens). In de handleiding is een uitgebreid overzicht van de regelingen en richtlijnen omtrent de afstudeeropdracht en stage te vinden. Voor vragen over de masterthese kan contact opgenomen worden met de masterthesecoördinator (zie 2.8 voor de contactgegevens). Voor vragen over de masterstage kan contact opgenomen worden met de stagecoördinator (zie 2.8 voor de contactgegevens).
Onderzoeksmogelijkheden binnen de specialisatie A&O Het onderzoek van de programmagroep is erop gericht om theoretisch gefundeerde en praktisch bruikbare kennis op te doen over werkgerelateerd functioneren van individuen en groepen in organisaties. Studenten kunnen hun afstudeeronderzoek doen op een van de onderzoeksgebieden van de A&O-docenten. Zie voor een beschrijving van de onderzoeksgebieden Hoofdstuk 10, de website van A&O-psychologie (http://psyres.uva.nl/ research) en de homepages van de A&O docenten.
2.6 Bijzonderheden Basisaantekening Psychodiagnostiek (BAPD) Voor studenten die geïnteresseerd zijn in werkterreinen zoals personeelsselectie, loopbaanadvies, outplacement, of arbeid en gezondheid, is de basisaantekening psychodiagnostiek in de Arbeids- en Organisatiepsychologie een interessante aanvulling. Zoals in het hoofdstuk over de bachelor Arbeids- en Organisatiepsychologie beschreven, dient in de bachelor aan de volgende eisen te zijn voldaan: • Voldoen aan de standaard vereisten voor de bachelor A&O. • Voor studenten die voor 2013-2014 het tweede jaar hebben gevolgd, en dus in september 2013 of eerder gestart zijn met de bachelorspecialisatie A&O geldt verder: - Behaald hebben van het vak Testconstructie (6 ec). Dit vak kan men plannen in de keuzeruimte in het tweede jaar. - Behaald hebben van het vak Diagnostiek I: Psychodiagnostiek (3 ec; bij Klinische Psychologie). Dit vak kan als extra keuzevak gevolgd worden. • Voor studenten die in 2013-2014 of later het tweede jaar hebben gevolgd, en dus vanaf september 2014 starten met de bachelorspecialisatie A&O gelden geen aanvullende eisen voor het bachelorprogramma (de tweedejaars cursus Testontwikkeling en psychodiagnostiek is een standaard verplichte cursus in het herziene tweedejaars programma). Om de BAPD te verkrijgen dient daarnaast in de master Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de volgende eisen te worden voldaan: • Voldoen aan de standaard vereisten voor de master A&O. • Behaald hebben van het vak Personeelsselectie. • Een Masterstage van minimaal 18 ec waarin ervaring wordt opgedaan op het werkterrein van de Arbeids- en Organisatiepsychologische diagnostiek, en waarin een stageverslag wordt geschreven dat onder andere een uitwerking bevat van drie casussen op het gebied van de Arbeids- en Organisatiepsychologische diagnostiek die onder supervisie zijn afgerond. Voor informatie over de BAPD, de diagnostiekstage, en de casussen A&O zie de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O op blackboardsite ‘Stages en Theses 273
Masterspecialisatie, Arbeids- en Organisatiepsychologie Arbeids- en Organisatiepsychologie’ en op te vragen per e-mail bij het A&O secretariaat (zie 2.8 voor contactgegevens). Voor begeleiding van BAPD-stages kan men terecht bij de coördinator BAPD (zie 2.8 voor contactgegevens). Neem hiervoor eerst contact op met de stagecoördinator (zie 2.8 voor contactgegevens) voor goedkeuring van de stage.
2.7 Nadere inlichtingen en mentoraat Studieadvisering Arbeids- & Organisatiepsychologie Voor inlichtingen met betrekking tot de specialisatie A&O-psychologie, vragen over de voortgang en planning van de studie, toelating tot de master A&O, en eventuele problemen die kunnen optreden tijdens de studie kan men zich wenden tot de studieadviseur van de programmagroep A&O (zie 2.8 voor contactgegevens).
2.8 Contactgegevens secretariaat, studieadviseur en coördinatoren A&O Secretariaat Mw. Joke Vermeulen kamer 4.05 email:
[email protected] Openingstijden: ma t/m do.: 9.00 - 16.30 Studieadviseur A&O Dr. Brigitte ten Brink kamer 4.04 email:
[email protected] Coördinator masterthese Dr. Brigitte ten Brink kamer 4.04 email:
[email protected] Coördinator masterstage Dr. mr. Angelique Bakker-Pieper kamer 4.03 email:
[email protected] Coördinator Honoursprogramma en Research Master Dr. Astrid Homan kamer 4.04 email:
[email protected] Coördinator PAG-route Dr. Machteld van den Heuvel kamer 4.03 email:
[email protected] Coördinator BAPD Dr. Edwin van Hooft kamer 4.08 email:
[email protected] Website: http://student.uva.nl/psy http://psyres.uva.nl/research Voorzitter van de programmagroep: Prof. dr. Annelies van Vianen
telefoon 525.6860
telefoon: 525.6866 telefoon: 525.6866 telefoon: 525.8774 telefoon 525.5955 telefoon: 525.8773 telefoon: 525.6863
Voor contactgegevens van de docenten van A&O en een overzicht van hun interessegebieden: zie Hoofdstuk 10. Op de volgende pagina’s volgt een overzicht van de masteronderdelen die gevolgd kunnen worden binnen de specialisatie A&O
274
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Adviesvaardigheden Punten SIS-code Plaats in het rooster Toelatingsvoorwaarden Aantal deelnemers Docent
6 ec 7204MA20X Semester 1, blok 1; Semester 2, blok 2 Bachelor psychologie + sollicitatieprocedure Maximaal 12 Mw. drs. N. M. Hermans
Inhoud In deze cursus komen de theorie en praktijk van zakelijke gespreksvoering aan bod. Doelstelling van de cursus is het ontwikkelen van de sociale en communicatieve vaardigheden die nodig zijn om als adviseur in arbeidsorganisaties te kunnen optreden. De cursus kan gezien worden als een vervolg op het Gesprekspracticum en is specifiek gericht op zakelijke gespreksvoering in de toekomstige werkomgeving van de A&O psycholoog. Gespreksvormen die aan de orde komen zijn onder andere het selectie- en sollicitatiegesprek, het coachgesprek, het functioneringsgesprek, het acquisitiegesprek en het adviesgesprek. Leerdoelen Na afloop van deze cursus is de student in staat om verschillende zakelijke gesprekssituaties correct te interpreteren en kan op basis van de eigen inschatting de juiste aanpak van het gesprek bepalen (zelfstandig denken) om zo een effectief gesprek te kunnen voeren. De student is in staat om in een gesprek de situatie en eventuele problemen te onderzoeken (analyseren) door het stellen van vragen, luisteren, observeren en samenvatten (communiceren). De student kan het verloop van een zakelijk gesprek monitoren (analyseren) en kan op basis hiervan besluiten te interveniëren (evalueren). De student is in staat om na analyse een advies te formuleren (zelfstandig denken) en kan dit zowel in een gesprek, een presentatie als in een schriftelijk betoog helder onder woorden brengen en beargumenteren (communiceren). De student is in staat om kritisch te kijken naar de eigen vaardigheden en prestaties en kan concrete eigen ontwikkelpunten benoemen (zelfreflectie). Onderwijsvorm Het gaat om ervaringsgericht onderwijs, waarin oefenen centraal staat. In de bijeenkomsten komen zowel de theorie als de praktijk aan bod. Door middel van rollenspellen en andere praktische opdrachten binnen én buiten de bijeenkomsten worden studenten in staat gesteld hun vaardigheden te ontwikkelen. De huiswerkopdrachten bestaan uit het voorbereiden van de bijeenkomsten betrekking, het uitvoeren van opdrachten en oefeningen (zowel individueel als in een kleine groep) en het schrijven van (reflectie) verslagen. De studiebelasting bedraagt zo’n twintig uur per week (inclusief onderwijsbijeenkomsten). Beoordelingsvorm Er is sprake van verplichte aanwezigheid en huiswerkopdrachten. Beoordeling vindt plaats op basis van vier onderdelen: (reflectie)verslagen in de vorm van een logboek, actieve participatie tijdens de cursus (waaronder theorietoetsen), een individuele presentatie over een vooraf opgegeven onderwerp, en aan het einde van de cursus een praktijksimulatie (rollenspel) met acteur. Voor alle vier onderdelen moet een 5,5 of hoger worden gehaald. Studiemateriaal • Berg, J. van den, & Klijs, M. (2013). Het GROTE Gesprekkenboek (2e druk). Uitgeverij: Vakmedianet. ISBN: 9789462151017. € 45,00. (318 blz) 275
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie • Beek, M. van & Tijmes. (2013) Leren coachen (6e herziene druk). Soest: Nelissen. ISBN: 9789024402458. € 22,50. (168 blz.) • Aanvullende literatuur in de vorm van artikelen. (circa 250 blz.) Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Met het oog op de zeer beperkte capaciteit van dit programma, de noodzaak van aanwezigheid tijdens alle zittingen en het belang van een goede motivatie is een selectieprocedure voor de cursus ingesteld. Aanmelding voor Adviesvaardigheden via SIS is wel vereist, maar niet voldoende. Daarnaast dien je een motivatiebrief en cv te sturen aan Nicoline Hermans (email:
[email protected]). Deadline hiervoor is 13 augustus 2014 voor deelname in eerste semester en 10 december 2014 voor deelname in het tweede semester. Daarna volgt mogelijk een selectiegesprek. Deze cursus staat open voor studenten uit alle specialisaties psychologie. Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- & Organisatiepsychologie, en is relevant voor alle richtingen binnen A&O (Personeelspsychologie, Arbeids- en Gezondheidspsychologie en Sociale processen in organisaties). Studenten Arbeids- & Organisatiepsychologie hebben, mits zij aan de selectie-eisen voldoen, voorrang boven studenten van andere specialisaties/studies.
276
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Beoordelen en beslissen in organisaties Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA14X Semester 2, blok 1 Maximaal 35 Bachelor Psychologie, specialisatie A&O Mw. dr. F. S. ten Velden + werkgroepdocent
Inhoud Deze cursus gaat over besluitvorming in organisaties, en de factoren die bijdragen aan de kwaliteit van besluitvorming. We hanteren een ‘bottom-up’ benadering waarbij alle mogelijke niveaus van besluitvorming besproken worden. Aan de orde komen theorie en onderzoek naar individuele besluitvormingsprocessen, besluitvormingsprocessen in groepen en (top)management teams, en besluitvorming van leidinggevenden. In de cursus wordt antwoord gezocht op vragen als - Wat is effectieve besluitvorming en met welke valkuilen hebben individuen te maken? - en - Hoe kunnen topmanagement teams hun besluitvormingsprocessen effectief en kwalitatief hoogwaardig inrichten? Inzichten uit empirisch onderzoek worden besproken, waarbij veel aandacht wordt besteed aan praktische voorbeelden en implicaties voor organisaties. Leerdoelen Na afloop van de cursus kunnen studenten: (a) de bij complexe beslissingen frequent optredende biases en heuristieken identificeren (parafraseren); (b) een kritisch oordeel geven over empirisch onderzoek naar besluitvorming (evalueren); (c) kritisch oordelen over de voorspellende waarde van onderzoeksbevindingen voor de praktijk (analyseren en evalueren); (d) onderbouwd advies geven over manieren om de kwaliteit van besluitvorming te verbeteren (wetenschappelijk denken); (e) onderbouwd advies geven over de factoren die efficiënte en kwalitatief hoogwaardige besluitvorming in teams positief dan wel negatief beïnvloeden (wetenschappelijk denken); en (f) besluitvormingssituaties in de praktijk analyseren, en onderbouwd advies geven over mogelijkheden tot verbetering (analyseren en wetenschappelijk denken). Onderwijsvorm Twee dagdelen per week, een dagdeel een college (donderdag) en een dagdeel een werkgroepbijeenkomst (maandag). Tijdens de werkgroepbijeenkomsten werken studenten in subgroepen (maximaal 15 studenten) aan verschillende empirische en praktijkgerichte vraagstukken. Aanwezigheid voor colleges en werkgroepbijeenkomsten is verplicht. Beoordelingsvorm Schriftelijk tentamen over de literatuur en de collegestof (60%) en opdrachten (40%). Alle onderdelen (tentamen, elke opdracht) moeten ten minste met een 5,5 beoordeeld worden. Studiemateriaal • Artikelen: Informatie bij het A&O secretariaat (circa 500 blz.) Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- & Organisatiepsychologie, en wordt aanbevolen voor studenten die zich willen specialiseren in de richting Sociale processen in organisaties. 277
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Coaching Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA25X Semester 1, Blok 2 Maximaal 12 Bachelor specialisatie A&O + Sollicitatieprocedure Drs. T. Theeboom
Inhoud Een diepgaande theoretische en praktische kennismaking met coaching als ontwikkelings- en verander-interventie. Leerdoelen Na afloop van de cursus kunnen de studenten: (a) beargumenteren hoe verschillende theorieën over vertrouwen, motivatie en leerprocessen een rol spelen bij coaching als veranderingsmethodiek (wetenschappelijk denken); (b) verschillende coaching benaderingen kritisch evalueren op basis van kennis van psychologische theorieën en empirisch onderzoek, en weloverwogen keuzes maken/ adviseren bij de toepassing van coaching in de praktijk (wetenschappelijk denken); (c) de huidige staat van de (empirische) coaching literatuur kritisch evalueren, en daarnaast de uitdagingen benoemen die bij interventieonderzoek van belang zijn (analyseren); (d) het belang duiden van ethische principes (analyseren) en deze in algemene termen benoemen en uitleggen (parafraseren); (e) koppelen van eigen ervaringen als coach aan de bestudeerde literatuur en psychologische theorieën (reflecteren). Onderwijsvorm Elke bijeenkomst bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden aan de hand van Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) verschillende casussen systematisch besproken. In het tweede deel zullen de studenten workshops organiseren waarbij studenten hun medestudenten door middel van oefeningen kennis laten maken met verschillende coachingsbenaderingen. Deze oefeningen worden later in de praktijk gebracht in oefengesprekken, die zullen leiden tot de opbouw van een persoonlijk portfolio. De studiebelasting bedraagt 21 uur per week (inclusief onderwijsbijeenkomsten). Beoordelingsvorm Er is sprake van verplichte aanwezigheid, huiswerkopdrachten en een afsluitend tentamen. Beoordeling vindt plaats op basis van vier onderdelen: het tentamen bestaande uit open vragen (50%), de beoordeling van de workshops door docent (20%), het cijfer voor het portfolio (20%) en actieve participatie tijdens de bijeenkomsten (10%). Voor alle onderdelen dient minimaal een 5.5 behaald te worden. Studiemateriaal • Wordt nog bekend gemaakt. Onderwijstijden www.rooster.uva
278
Bijzonderheden De cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- en Organisatiepsychologie, en is met name relevant voor studenten die zich willen specialiseren in de richting personeelsselectie en –ontwikkeling. De cursus is ook toegankelijk voor studenten in de mastertrack Training & Development. Wegens de beperkte capaciteit van de cursus is aanmelding via SIS vereist, maar niet voldoende. Daarnaast dient de student een sollicitatiebrief en CV te sturen naar Tim Theeboom (email:
[email protected]). De sollicitatiebrieven dienen voor 01 .08. 2014 binnen te zijn bij de docent. Op basis daarvan volgt een selectieprocedure. Uiterlijk 22.08.2014 hoort de student of hij/zij wordt toegelaten tot de cursus.
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Conflict en coöperatie Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA21X Semester 1, Blok 1 Maximaal 35 Bachelor Psychologie, specialisatie A&O of Sociale Psychologie Mw. dr. H. Aaldering
Inhoud De mogelijkheid om samen te werken biedt individuen in organisaties veel voordelen: Ze kunnen ervan leren, ze kunnen hun krachten bundelen en hun efficiëntie vergroten en het bevredigt een menselijke behoefte aan binding met anderen. Tegelijkertijd ontstaan er tijdens samenwerking vaak fricties en conflicten, die niet alleen de samenwerking belemmeren maar ook negatieve gevolgen kunnen hebben voor de prestatie of zelfs het voortbestaan van de groep of de organisatie. In deze cursus wordt aan de hand van wetenschappelijke artikelen en overzichtshoofdstukken ingegaan op de psychologische theorievorming rondom coöperatie, conflicten tussen en binnen groepen en conflicthantering door onderhandelen. Door middel van oefeningen en een praktijkopdracht wordt de vertaalslag naar de praktijk gemaakt. Leerdoelen Na afloop van de cursus kan de student: (a) theorieën en onderzoek inzake coöperatie, conflicthantering en onderhandelen zowel begrijpen en beschrijven, als beoordelen en bekritiseren (analyseren en evalueren); (b) mogelijkheden om coöperatie in groepen te bevorderen en conflicten in groepen te hanteren vergelijken, beoordelen welke mogelijkheden op welke momenten geschikt zijn en beargumenteren waarom (evalueren en wetenschappelijk denken); (c) een praktijk probleem over conflict en/of coöperatie analyseren, een interventie ontwerpen en een oplossing adviseren gebaseerd op de geleerde theorieën en deze presenteren (evalueren, schriftelijk communiceren, wetenschappelijk denken); (d) samenwerken met andere studenten; coördineren, plannen en communiceren met elkaar om een gezamenlijk product te leveren (mondeling communiceren). Onderwijsvorm Twee dagdelen per week een bijeenkomst. Leerdoelen a) en b) worden nagestreefd zowel tijdens de hoorcolleges als tijdens de werkgroepen door middel van kleine discussiegroepen, daarnaast wordt er in kleine groepen aan leerdoelen c) en d) gewerkt door het maken van de praktijkopdracht. Beoordelingvorm De eindbeoordeling wordt voor 60% bepaald door het cijfer voor het tentamen bestaande uit essayvragen over de literatuur en de collegestof en voor 40% door het cijfer voor de praktijkopdracht. Voor beide onderdelen dient ten minste een 5.5 te worden behaald. Studiemateriaal • Artikelen: Informatie bij het A&O secretariaat. Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- & Organisatiepsychologie en wordt aanbevolen voor studenten die zich willen specialiseren in de richting Sociale processen in organisaties. 279
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Creativiteit in organisaties Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA16X Semester 1, blok 2 Maximaal 30 Bachelor psychologie, specialisatie A&O Dr. M. Baas
Inhoud Creativiteit en innovatie zijn voor organisaties cruciaal om vooruitgang te boeken, succesvol te kunnen concurreren en duurzaam beleid te ontwikkelen. Het onderwerp als zodanig is dus razend populair en organisaties besteden veel geld en aandacht aan maatregelen om de creativiteit en innovatie te bevorderen. Deze cursus gaat over creativiteit en innovatie in organisaties. In de cursus wordt antwoord gezocht op vragen als: wat is creativiteit en wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen creativiteit en innovatie? Hoe kunnen we de creatieve vermogens van mensen bepalen voor selectiedoeleinden? Welke psychologische processen liggen ten grondslag aan creativiteit en welke factoren zorgen er voor dat de creativiteit van mensen bevorderd of belemmerd wordt? Hierbij zal gekeken worden naar factoren die de creativiteit beïnvloeden van individuele werknemers (zoals persoonlijkheid, motivatie en stemming), van groepen (zoals conflict, teamklimaat en groepssamenstelling) en van organisaties (zoals cultuur en leiderschap). Hoewel de cursus wordt gegeven aan de hand van empirische artikelen is er veel aandacht voor het management van creativiteit en innovatie in de praktijk. Naast de colleges wordt tijdens werkgroepbijeenkomsten met maximaal 15 studenten aan verschillende empirische en praktijkgerichte vraagstukken gewerkt. Leerdoelen Na afloop van de cursus kan de student: (a) onderscheid maken tussen creativiteit en innovatie, onderzoek naar creativiteit plaatsen in de product, proces- en persoonsbenadering, en processen identificeren die kunnen verklaren waarom factoren (zoals kleur, motivatie, stemming, leiderschapsstijlen en feedback) met creativiteit samenhangen (analyseren); (b) veelvoorkomende misvattingen over creativiteit herkennen en weerleggen (bijvoorbeeld dat creativiteit vooral komt als je ontspannen bent, met anderen brainstormt, of associatief denkt) en een kritisch oordeel geven over empirisch onderzoek naar creativiteit en de manier waarop creativiteit gemeten wordt (evalueren); (c) voorspellen en vaststellen of een voorgestelde interventie ook daadwerkelijk creativiteit verhoogt en beargumenteren in hoeverre creativiteit is aangeboren of aangeleerd (wetenschappelijk denken); (d) onderbouwd advies geven over (i) factoren die de creativiteit en innovatie van mensen, groepen en organisaties kunnen stimuleren/belemmeren, (ii) de selectie van creatieve werknemers en (iii)de inrichting van een training om creativiteit te verhogen (wetenschappelijk denken); en (e) praktijkcasussen analyseren (bijvoorbeeld een hulpvraag van een reclamemaker met een writer’s block) en onderbouwd advies geven over het management van creativiteit in de praktijk (wetenschappelijk denken en schriftelijk communiceren). Onderwijsvorm Twee dagdelen per week, een dagdeel een college (maandag) en een dagdeel een werkgroepbijeenkomst (donderdag). Tijdens de werkgroepbijeenkomsten werken studenten in subgroepen (maximaal 15 studenten) aan verschillende empirische en praktijkgerichte vraagstukken. Aanwezigheid voor colleges en werkgroepbijeenkomsten is verplicht. Beoordelingsvorm 280
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie Schriftelijk tentamen bestaande uit 4 open vragen en 24 meerkeuzevragen over de literatuur en de collegestof (75% van het eindcijfer), plus beoordeling van een groepsopdracht waarin studenten zelf een casus krijgen voorgelegd die ze moeten oplossen aan de hand van bevindingen uit empirisch onderzoek naar creativiteit (25% van het eindcijfer). Zowel de opdracht als het tentamen moet minimaal voldoende (zijnde een 5.5) worden gemaakt. Studiemateriaal • Artikelen circa 500 pagina’s (informatie bij het A&O secretariaat) Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- & Organisatiepsychologie, en wordt aanbevolen voor studenten die zich willen specialiseren in de richting Sociale processen in organisaties of Personeelsselectie en -ontwikkeling.
281
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Internaliserende stoornissen PAG Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA26X Semester 1, blok 1+ 2 Maximaal 15 Bachelor Psychologie spec. A&O; Interventies in de A&G psy. uitsluitend toegankelijk voor studenten die de PAG-route volgen Mw. dr. M. van den Heuvel (coördinator) en docenten klinische psychologie
Inhoud Internaliserende stoornissen zoals angst- en stemmingsstoornissen zijn veelvoorkomende stoornissen waarbij vooral het lijden van de persoon zelf centraal staat. Dit onderdeel heeft tot doel om kennis op te doen over deze stoornissen, en deze kennis te kunnen toepassen op de Psychologie van Arbeid en Gezondheid. Hiertoe bestaat dit onderdeel uit twee elementen: (1) het studieonderdeel Angst- en Stemmingsstoornissen (7203BK58XY), te volgen bij Klinische Psychologie, (2) het schrijven van een paper waarbij de kennis over angst- en stemmingsstoornissen wordt toegepast op een zelfgekozen onderwerp op het gebied van arbeid en gezondheid. Als input voor de paper gebruikt de student zowel literatuur als data uit de praktijk. Studenten worden verzocht om na het afronden van Angst- en Stemmingstoornissen contact op te nemen met Dr. M. van den Heuvel om afspraken te maken rondom de planning van het PAG paper. Leerdoelen Na deze cursus kan de student: 1) de kennis opgedaan bij de cursus Angst- en Stemmingsstoornissen integreren en toepassen op de Psychologie van Arbeid en Gezondheid, zodanig dat de toepasbaarheid van de kennis in een werksetting helder wordt (evalueren en zelfstandig denken); 2) een beknopte onderzoeksvraag formuleren rondom een relevant onderwerp waarin aspecten van angst- en stemmingsstoornissen geïntegreerd worden met A&G gerelateerde onderwerpen (evalueren en zelfstandig denken); 3) zelfstandig een paper schrijven gebaseerd op een literatuuronderzoek waarin de onderzoeksvraag beantwoord wordt op basis van recente literatuur in combinatie met informatie uit de praktijk (zelfstandig denken, schriftelijke communicatie). Onderwijsvorm/onderwijstijden/toetsdata Zie bij bachelor Klinische Psychologie voor de onderwijstijden van Angst- en Stemmingsstoornissen en voor de toetsdata. A&O studenten nemen niet deel aan de werkgroepen bij dit klinische vak. Beoordelingsvorm De toetsing bestaat uit twee elementen: (1) een schriftelijk tentamen bij Angst- en Stemmingsstoornissen, en (2) het paper. Beide onderdelen worden afzonderlijk beoordeeld met een deelcijfer. De cursus is behaald, en de 6 ec worden toegekend indien beide onderdelen met minimaal een 5,5 zijn beoordeeld. Het eindcijfer is het gemiddelde van de twee deelcijfers. Studiemateriaal en kosten Zie bij bachelor Klinische Psychologie voor het studiemateriaal van Angststoornissen en Stemmingsstoornissen. Bijzonderheden Verplicht voor studenten die de PAG-route volgen. Deze cursus is alleen toegankelijk voor studenten die de PAG route volgen. 282
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Masterstage Arbeids- en Organisatiepsychologie Punten: 18 ec SIS-Code 7204MSAOX Plaats in het rooster: gedurende het hele jaar Toelatingsvoorwaarden: Bachelor afgerond, met specialisatie A&O Coördinatie: Mw. dr. mr. A. Bakker-Pieper Inhoud Het doel van de masterstage is dat studenten de kennis en vaardigheden die zij op de universiteit hebben opgedaan in praktijk leren brengen. De stage werkzaamheden dienen van academisch niveau en A&O-psychologische aard te zijn. Na een inwerkperiode moet de student in staat zijn om de werkzaamheden met een redelijke mate van zelfstandigheid uit te voeren. Leerdoelen Na de stage kunnen de studenten: (a) een concrete, A&O-psychologische vraagstelling uit de praktijk formuleren, relevante informatie daaromtrent selecteren en ordenen, en op basis daarvan tot een antwoord op de vraag komen en tot onderbouwde aanbevelingen ter verbetering van de praktijksituatie (analyseren, evalueren en zelfstandig denken); (b) bij de dagelijkse werkzaamheden van de A&O-psycholoog in de praktijk activiteiten en/of processen identificeren die aan de hand van de studiekennis kunnen worden beschreven en geanalyseerd, op basis waarvan (kleine) aanbevelingen gedaan worden ter verbetering van de praktijksituatie (analyseren, evalueren en zelfstandig denken); (c) mogelijkheden en beperkingen in de praktijk om A&O-kennis en -vaardigheden in te kunnen zetten, identificeren en daar kritisch op reflecteren (analyseren, evalueren en reflecteren); (d) een kritische evaluatie opstellen over het eigen functioneren, gericht op de mate van en manier waarop A&O-kennis is toegepast gedurende de stage (analyseren, evalueren en reflecteren); (e) een kritische evaluatie opstellen over de inhoud en de opbouw van de opleiding, op basis van de ervaringen in de praktijk (zelfstandig denken en reflecteren). Onderwijsvorm Aanmelding Een inschrijving is SIS, het bijwonen van een informatiebijeenkomst (zie hieronder) en goedkeuring van de stagecoördinator A&O is vereist voordat je aan je stage kunt beginnen. Goedkeuring geschiedt op basis van een stageplan (1-2 A4’tjes) dat per mail wordt ingediend bij de coördinator. Zie voor meer informatie over het stageplan en de te volgen procedure de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O (op Blackboard). Begeleiding Elke student krijgt een begeleider van de afdeling A&O Psychologie toegewezen door de stagecoördinator. Bij externe stages moet er bovendien een externe begeleider zijn op de stageplek. De externe begeleider dient in principe een universitair opgeleide A&Opsycholoog te zijn. Als dat niet mogelijk is, kan de begeleiding ook verzorgd worden door een begeleider met een aanverwante academische opleiding (ter goedkeuring stagecoördinator), mits deze bekend is met het werk van A&O-psychologen. Voor aanvang van de stage dienen de student en begeleider(s) afspraken te maken over de begeleiding, inhoud, werkwijze en duur van de stage. Stageverslag en evaluatie Over de werkzaamheden tijdens een stage wordt na afloop van de stage gerapporteerd middels een stageverslag en een aparte stage-evaluatie. Het door de externe begeleider ingevulde stage beoordelingsformulier en een door hem/haar goedgekeurde urenverantwoording zijn verplichte bijlagen bij het verslag, het verslag moet ook door hem/haar worden getekend, de evaluatie niet. Verdere informatie betreffende het stageverslag en 283
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie -evaluatie is te vinden in de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O op Blackboard. Beoordelingsvorm De eindbeoordeling wordt gedaan door de A&O begeleider op basis van het stageverslag en -evaluatie, het door de externe begeleider ingevulde stage beoordelingsformulier en het verloop van het proces. Een voorbeeld van de verschillende beoordelingsformulieren is te vinden op Blackboard en in de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O. Bijeenkomsten • Aan het begin van elk semester vindt een informatiebijeenkomst plaats die verplicht is voor iedereen die dat semester stage wil gaan lopen. Datum, tijdstip en locatie worden worden nog bekend gemaakt. • Een student die stage loopt heeft in ieder geval één gesprek met de interne begeleider vóór aanvang van de stage, één gesprek halverwege de stage en een afrondend gesprek na afloop van de stage. In onderling overleg kan besloten worden dat meer gesprekken worden gehouden. Combinatie Combinatie van masterthese en stage is mogelijk, doch uitsluitend bij externe stages; overleg hiervoor met de stage/masterthesecoördinator. Omvang Een stage moet minimaal 504 uur bedragen. Dat betekent 13 weken voltijd (504 uur) en langer indien de stage parttime plaatsvindt. De stage wordt gehonoreerd met 18 ec. Basisaantekening Psychodiagnostiek (BAPD) Eén van de voorwaarden om de basisaantekening psychodiagnostiek via de Arbeids- en Organisatiepsychologie te behalen is het volgen van een diagnostiekstage. Tijdens deze stage dienen drie casussen onder supervisie te worden afgerond. Voor meer informatie betreffende de BAPD, de BAPD-stagevereisten, en het BAPD-stageverslag zie de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O op Blackboard. Aantekening Psychologie van Arbeid en Gezondheid (PAG) Eén van de voorwaarden om de PAG-aantekening te behalen is dat in de stage onderwerpen aan bod te komen die direct of indirect raken aan het snijvlak van Arbeid en Gezondheid. Zie de studiegids en de Studenthandleiding Masterthese en Masterstage A&O voor meer informatie.
284
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Masterthese A&O Punten SIS-code Toelatingsvoorwaarden Coördinatie
18-24 ec (nb: 18 is standaard; 24 moet vooraf apart worden aangevraagd) 7204MWAOX Bachelor Psychologie specialisatie A&O en SOAP Mw. dr. B. ten Brink
Inhoud In de masterthese doorloopt de student de gehele empirische cyclus. De student verricht een (relatief) zelfstandig onderzoek, waarin de zelfstandigheid tot uiting komt in de opzet, uitvoering, analyse en rapportage. De eerste fase van de masterthese bestaat uit het schrijven van het MT-onderzoeksvoorstel. Het MT-onderzoeksvoorstel wordt na goedkeuring door de begeleider ingediend via een standaardformulier, voor goedkeuring door de tweede beoordelaar (toegewezen door de masterthesecoördinator Dr. Brigitte ten Brink). Als het MT-onderzoeksvoorstel is goedgekeurd door de begeleider, de tweede beoordelaar en de ethische commissie kan het eigenlijke onderzoek beginnen. Leerdoelen Na afloop kan een student: (a) de onderzoeksliteratuur over een A&O psychologisch onderwerp in kaart brengen en daaruit de belangrijkste publicaties selecteren (analyseren en evalueren); (b) de inhoud van de geselecteerde publicaties parafraseren; (c), de gehanteerde wetenschappelijke redeneringen in de geselecteerde publicaties analyseren en evalueren; (d) op basis daarvan de huidige stand van zaken weergeven binnen een onderzoeksgebied (wetenschappelijk denken); (e) een nieuwe onderzoeksvraag identificeren (wetenschappelijk denken) en aangeven waarom die vraag belangrijk is (evalueren); (f) onder begeleiding een bijbehorend empirisch onderzoek opzetten en uitvoeren en de verzamelde data analyseren (wetenschappelijk denken); (g) de resultaten interpreteren (analyseren) en evalueren binnen het onderzoeksveld; (h) verslag doen van het hele proces in de vorm van een masterthese in APA-stijl (schriftelijk communiceren). Onderwijsvorm Globaal houdt een masterthese voor een student de volgende werkzaamheden in: (a) het bedenken van een vraagstelling, òf het uitwerken van een gegeven vraag- of probleemstelling; (b) verdieping in de literatuur om op de hoogte te raken van het onderwerp; (c) het bedenken van een onderzoeksopzet; d) het schrijven van een MT-onderzoeksvoorstel; (e) het verzamelen en analyseren van de data; (f) de verslaglegging in een masterthese; en (g) de openbare presentatie. Daarnaast dienen 10 colloquia te worden bijgewoond, zie hoofdstuk 6 voor meer informatie. Beoordelingsvorm MT-onderzoeksvoorstel (4 ec); de 2de beoordelaar kan het onderzoeksvoorstel goedkeuren, voorwaardelijk goedkeuren of afkeuren. Bij een voorwaardelijke goedkeuring wordt om een aanvulling gevraagd die verwerkt dient te worden in de uiteindelijke these. Bij afkeuring wordt om een geheel nieuwe versie van het onderzoeksvoorstel gevraagd. Een (voorwaardelijke) goedkeuring is nodig om met de dataverzameling te kunnen starten. MT-onderzoek en eindpresentatie (14 ec); de begeleider beoordeelt het product en proces, de 2de beoordelaar alleen het product (zie voor beoordelingscriteria en overige informatie de Studenthandleiding Masterthese en Stage A&O op Blackboard).
285
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie Studiemateriaal • Starreveld, P.A. (Ed.). (2012) Verslaglegging van psychologisch onderzoek. 3e druk. Amsterdam: Boom. ISBN: 9789059318359. (circa € 25,-) • Studenthandleiding Masterthese en Stage A&O (te vinden op Blackboard) Onderwijstijden en bijeenkomsten Er is bij de masterthese geen vaste periode waarin deze gevolgd of uitgevoerd moet worden. De student kan ermee starten wanneer dat het beste uitkomt (uiteraard in overleg met these coördinator en thesebegeleider), doch uitsluitend wanneer de bachelor en het mastervak SOAP behaald zijn. Net als bij andere vakken dient de student via SIS zich aan te melden voor de masterthese in het semester dat de student gaat starten met de masterthese. Aan het begin van elk semester vindt een informatiebijeenkomst plaats die verplicht is voor iedereen die dat semester start met de masterthese. Datum, tijdstip en locatie worden nog bekend gemaakt. Toetsdata Niet van toepassing. Bijzonderheden Voor een masterthese krijgt men standaard 18 ec. Minder is niet mogelijk. In uitzonderlijke gevallen, en met een daartoe strekkende overtuigende motivatie, voor aanvang te beoordelen door de begeleider en de MT-coördinator van de specialisatie, kan de masterthese een omvang van 24 ec hebben. De masterthese is formeel opgesplitst in MT-onderzoeksvoorstel (4 ec) en MT-onderzoek (14 ec). Het MT-onderzoeksvoorstel moet binnen maximaal 5 weken (bij een half-time planning 10 weken) na aanvang gereed zijn. De masterthese (inclusief schrijven MT-onderzoeksvoorstel) wordt uitgevoerd in een tijdsbestek van minimaal 12 weken (full-time) en maximaal 24 weken (half-time). Het verloop van de masterthese laat zich doorgaans niet heel nauwkeurig plannen; het is verstandig rekening te houden met enkele weken uitloop voor geval van nood. Over omvang en planning worden vooraf duidelijke afspraken gemaakt met de begeleider. Deze afspraken worden vastgelegd in een MT-contract, waarin student en begeleider zich committeren aan een bepaalde planning en inspanning (het MT-contract bevat o.m. de aanvangsdatum, geplande einddatum, aantal ec, en door wie en op welke wijze de begeleiding verzorgd wordt). De inhoud van het voorgenomen onderzoek, en een nader uitgewerkte planning (waaruit de haalbaarheid moet blijken), maken deel uit van het MT-onderzoeksvoorstel. Meer informatie over de masterthese is te vinden in hoofdstuk 6 van deze studiegids en in de brochures/handleidingen die elke specialisatie biedt over de afstudeeropdracht. Daarnaast is een handleiding voor de masterthese te vinden op Blackboard.
286
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Personeelsselectie Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA13X Semester 2, blok 2 Maximaal 35 Bachelor Psychologie, specialisatie A&O Dr. J. te Nijenhuis
Inhoud In deze cursus zullen diepgaand en fundamenteel enkele onderwerpen worden behandeld die kenmerkend zijn voor de huidige theoretische en empirische ontwikkelingen op het gebied van de personeelsselectie en assessment. Blok 1: prediktoren, het efficiënt combineren van prediktoren en meta-analyse; verschillende typen prediktoren zullen in detail worden besproken, te weten: tests voor cognitieve capaciteiten, persoonlijkheidsvragenlijsten, situatiebeoordelingstests en assessment centers. Blok 2: het meten van criteria, zoals arbeidsprestaties. Blok 3: human resource costing: wat zijn de kosten en baten van een selectieprocedure. De theoretische kennis moet toegepast worden in een aantal essays, en casestudies gebaseerd op bestaande rapporten voor het Ministerie van Defensie. Leerdoelen Na afloop van de cursus kunnen de studenten de gebruikte teksten parafraseren, analyseren en evalueren; voor wat betreft de drie thema’s kunnen de studenten zelfstandig denken, schriftelijk en mondeling communiceren en zelfreflecteren. Na afloop kunnen studenten bijv. de predictieve validiteiten van selectie-instrumenten noemen (parafraseren), bijv. correcties voor onbetrouwbaarheid uitrekenen (analyseren), bijv. een top drie van de beste selectie-instrumenten voor de arbeidsmarkt maken (evalueren), bijv. het Ministerie van Defensie adviseren over de waarde van hun selectieprocedure (zelfstandig denken), bijv. een essay of de conclusie van een rapport schrijven en een college geven (schriftelijk en mondeling communiceren) en bijv. een essay schrijven of een presentatie houden waar het eigen betoog geëvalueerd en geanalyseerd wordt o.a. op basis van feedback van anderen (zelfreflectie). Onderwijsvorm Eén dagdeel per week een bijeenkomst van drie uur, bestaand uit een hoorcollege, een werkcollege en een studentcollege. Aanwezigheid verplicht. Verplichte opdrachten, casestudies en een paper moeten in groepjes van twee of drie thuis gemaakt worden en worden op het college nabesproken. Het is verplicht een studentcollege te geven over een relevant selectieonderwerp in groepjes van twee of drie en vragen voor te bereiden. Extra inzet wordt beloond: een hoger cijfer kan verdiend worden door 1) het huiswerk goed te maken, 2) een goed studentcollege te verzorgen, 3) goede vragen voor te bereiden voor de studentcolleges, en 4) een additioneel essay te schrijven over een cutting edge onderwerp [optioneel]. Beoordelingsvorm Schriftelijk tentamen bestaande uit open vragen (67% cijfer) en meerkeuzevragen (33% cijfer) over de belangrijkste aspecten van de selectieliteratuur en de empirische stand van zaken. De opdrachten, casestudies en een paper moeten allemaal voldoende worden gemaakt. De cijfers voor het tentamen (90%) en de studentcolleges (10%) bepalen in eerste instantie 100% van het eindcijfer, en dit cijfer kan hoger worden door: 1) het goed maken van de opdrachten (maximaal 0,75 punt), 2) het maken van goede vragen voor de studentcolleges (maximaal 0,1 punt) en 3) het schrijven van een additioneel essay (maximaal 1 punt). 287
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie Studiemateriaal en kosten • Evers, A., Anderson, N., & Voskuijl, O. (2005). The Blackwell handbook of personnel selection. Oxford: Blackwell Publishing. ISBN 9781405117029 (€ 112,00). (Speciale prijs bij Studystore). (circa 289 blz.) • Cascio, W. F., & Boudreau, J. W. (2011). Investing in people: Financial impact of human resource initiatives (2nd ed). Upper Saddle River: Pearson Education. ISBN 9780137070923 (€ 35,00). (circa 320 blz.) • Reader met artikelen, info secretariaat A&O (circa 104 blz.) Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- en Organisatiepsychologie en wordt aanbevolen voor studenten die zich willen specialiseren in de Personeels psychologische richting. De cursus is verplicht voor studenten die de BAPD in de A&O psychologie willen behalen.
288
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Prosociaal gedrag in werkrelaties Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docent
6 ec 7204MA24X Semester 1, blok 2 Maximaal 24 Bachelor Psychologie, specialisatie A&O Mw. prof. dr. A. Nauta
Inhoud Wat is prosociaal gedrag in de context van werkrelaties in organisaties? Welke factoren bepalen of mensen in organisaties zich prosociaal gedragen? Wat zijn gevolgen van prosociaal gedrag in organisaties? In deze cursus zoeken studenten in nauwe samenwerking met werkteams in organisaties naar antwoorden op deze vragen. Dit gebeurt aan de hand van korte hoorcolleges over subthema’s als organizational citizenship behavior, prosociaal leiderschap, vertrouwen en rechtvaardigheid, coöperatie, psychologisch contract en i-deals, arbeidsverhoudingen en arbeidsrelaties, en tenslotte employability. Ook bestuderen studenten enkele, deels zelf opgezochte, wetenschappelijke en andersoortige bronnen. De belangrijkste inzichten verwerven de studenten aan de hand van een actieonderzoek in een arbeidsorganisatie, dat zij in teams van drie uitvoeren. Het actieonderzoek bestaat uit een serie observaties en interventies in een werkteam van een organisatie die uitmonden in een mondelinge presentatie en een essay. Leerdoelen Na afloop van deze cursus kunnen studenten theorieën over prosociaal gedrag in werkrelaties beschrijven (parafraseren) en toepassen op praktische vraagstukken in organisaties (analyseren en evalueren); een actieonderzoek doen bij een werkteam in een organisatie (wetenschappelijk/zelfstandig denken); een essay schrijven (schriftelijke communicatie) waarin zij observaties in de praktijk vertalen naar relevante vraagstukken, die ze beantwoorden door zelfstandig een theoretisch model te bouwen (wetenschappelijk/zelfstandig denken); een interventie ontwerpen en zo mogelijk toepassen in de praktijk van een werkteam (wetenschappelijk/zelfstandig denken); een presentatie geven (mondelinge communicatie); reflecteren op eigen houding en handelen in de rol van ‘research practitioner’ (zelfreflectie). Onderwijsvorm Eén dagdeel per week een werkcollege. Aanwezigheid verplicht. In teams van drie onderzoek doen bij een zelf te verwerven werkteam in een organisatie. Beoordelingsvorm • Wekelijkse individuele huiswerkopdrachten, beoordeeld met goed, voldoende of onvoldoende; (weging 20%); • Individueel tentamen met open vragen, halverwege de cursus (weging 40%); • Essay, in te leveren uiterlijk 6 januari 2015, beoordeeld met een rapportcijfer; dit is in principe hetzelfde cijfer voor de hele groep (weging 40%); Elk van de drie onderdelen dient voldoende (min. 5,5) te zijn om het vak te kunnen halen. Studiemateriaal en kosten • Reader, informatie bij A&O secretariaat. (circa 450 blz.) Onderwijstijden www.rooster.uva.nl Bijzonderheden Deze cursus is een keuzevak binnen de master Arbeids- & Organisatiepsychologie, en wordt aanbevolen voor studenten die zich willen specialiseren in de richting Sociale processen in organisaties of Personeelsselectie en -ontwikkeling.
289
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie
Schrijven, ontwerpen, analyseren, presenteren (SOAP) Punten SIS-code Plaats in het rooster Aantal deelnemers Toelatingsvoorwaarden Docenten
6 ec 7204MA22X Semester 1, blok 1; Semester 2, blok 1 Maximaal 40 Bachelor Psychologie, specialisatie A&O Mw. dr. F. ten Velden, werkgroepbegeleiders
Inhoud Deze cursus richt zich op alle facetten van onderzoek binnen A&O psychologie: Het schrijven van een onderzoeksvoorstel, het ontwerpen van een onderzoek, het analyseren van data en het presenteren van resultaten. De cursus bestaat uit colleges, waarin de bovenstaande onderdelen besproken worden en wekelijkse werkgroep bijeenkomsten, waarin studenten zelf onder begeleiding van één van de werkgroep docenten, in werkgroepen een praktisch of theoretisch probleem ontleden en analyseren. Het probleem wordt daarbij weergegeven in een procesmodel en hieruit worden concrete en toetsbare hypothesen afgeleid. Vervolgens schrijft men een onderzoeksvoorstel voor een onderzoek waarin de houdbaarheid van het model getoetst kan worden. In het eerste college staat de vraag “hoe kom ik tot een relevante en onderzoekbare onderzoeksvraag voor organisatieonderzoek?” centraal. Daarnaast leer je algemene strategieën en tips om het onderzoeksvoorstel zodanig op te schrijven dat het interessant, overtuigend, leesbaar en aantrekkelijk is voor je publiek. De tijdens het college opgedane kennis dien je toe te passen in een individuele schrijfopdracht, waarbij je de eerste vijf paragrafen van de inleiding van een onderzoeksvoorstel schrijft. Tijdens de colleges wordt ook ingegaan op de praktische toepassing van analysetechnieken die veel worden gebruikt in onderzoek binnen de Arbeids- en Organisatiepsychologie. Zo zal onder andere ingegaan worden op factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse, correlatie en regressieanalyse, variantie-analyse, moderatoren en mediatoren. In de werkgroep wordt deze kennis toegepast door een bestaande dataset te analyseren, en rapporteren. Tenslotte leer je wat de kenmerken zijn van een interessante, overtuigende en heldere presentatie. Daarnaast wordt ingegaan op omgaan met “presentatiestress” en vragen naar aanleiding van een presentatie. De opgedane kennis dien je toe te passen in een individuele presentatie, waarbij je het geschreven onderzoeksvoorstel presenteert. Leerdoelen Na afloop van de cursus kunnen studenten: (a) door toepassing van theoretische inzichten uit de Arbeids- en Organisatiepsychologie praktijkproblemen ontleden en een relevante en onderzoekbare onderzoeksvraag voor organisatieonderzoek ontwikkelen (analyseren, evalueren, en wetenschappelijk denken); (b) een interessant, overtuigend, leesbaar en voor het publiek aantrekkelijk onderzoeksvoorstel schrijven (schriftelijke communicatie); (c) zelfstandig, gebruikmakend van de in de Arbeids- en Organisatiepsychologie gangbare analysetechnieken, data analyseren, interpreteren, en rapporteren (wetenschappelijk denken); (d) op een interessante, overtuigende en heldere wijze onderzoeksresultaten presenteren aan een breed publiek (mondelinge communicatie). Onderwijsvorm Wekelijkse colleges/plenaire bijeenkomsten en werkgroep bijeenkomsten. De indeling van de werkgroepen wordt na het eerste college bekendgemaakt. In de werkgroepen worden de vorderingen bij de opdrachten besproken. Aanwezigheid bij alle onderdelen is verplicht. 290
Masteronderdelen, Arbeids- en Organisatiepsychologie Beoordelingsvorm De beoordeling vindt plaats op grond van a) de individuele opdrachten (individuele schrijfopdracht, data-analyse, en eindpresentatie) en b) de groepsopdracht (het geschreven onderzoeksvoorstel). Voor het eindcijfer tellen de individuele opdrachten mee voor 60% (20% schrijfopdracht, 20% analyse-opdracht, 20% presentatie), en het geschreven onderzoeksvoorstel voor 40%. Alle onderdelen moeten met ten minste 5,5 beoordeeld worden. Studiemateriaal en kosten • Field, A. (2013). Discovering statistics using IBM SPSS Statistics (4th ed.) London: Sage. ISBN 9781446249178 (± € 125,00; ook in de bachelorfase gebruikt). 3e editie is ook toegestaan. • Bem, D. J. (2003). Writing the empirical journal article. In M. P. Zanna & J. M. Darley (Eds.), The compleat academic: A practical guide for the beginning social scientist (pp. 171-201). New York: Random House Bem, (zie Blackboard). • Nader op te geven literatuur. Onderwijstijden www.rooster.uva.nl
291