Nieuwbouw schooljaar 2016/2017
Leonardo College Noachstraat 2 2324 LT Leiden tel. 071 – 5768202 fax 071 – 5765128 website: www.ldvleiden.nl email:
[email protected]
sporthal en zwembad 5 mei
Veelgestelde vragen
VWO op het Leonardo? zie vraag 40-43
1. Hoe groot zijn de klassen? Wij streven ernaar de klassen klein te houden. Dat betekent in de praktijk dat in de meeste brugklassen tussen de 25 en 30 leerlingen zitten. 2. Hoe zijn de lestijden? De brugklassen en de tweede klassen volgen het onderstaande rooster. De klassen 3 en hoger volgen een iets ander rooster waardoor de pauzes gescheiden zijn. 08.20 - 09.10 uur: 1e lesuur 09.10 - 10.00 uur: 2e lesuur 10.00 - 10.20 uur: pauze 10.20 - 11.10 uur: 3e lesuur 11.10 - 12.00 uur: 4e lesuur 12.00 - 12.25 uur: pauze 12.25 - 13.15 uur: 5e lesuur 13.15 - 14.05 uur: 6e lesuur 14.05 - 14.20 uur: pauze 14.20 - 15.10 uur: 7e lesuur 15.10 - 16.00 uur: 8e lesuur 3. Hoe is de absentieregeling en controle op spijbelen? Wij verwachten dat ouders hun kind in geval van ziekte of ander verzuim telefonisch afmelden, elke dag opnieuw. Absentie registratie gebeurt elke les digitaal . De conciërge controleert de meldingen elke dag, met name tijdens het eerste uur. Vervolgens is er overleg met de mentor/teamleider/conciërge en wordt er, indien nodig, naar huis gebeld. Als de afgemelde leerling weer op school komt, verwachten wij van ouders een bevestigingsbriefje met de reden van absentie. Wordt er een leerling betrapt op spijbelen dan moet hij/zij elk uur dubbel nakomen. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld wanneer dat gebeurt. Verder is er op school een verzuimcoördinator om een en ander goed te kunnen regelen. 4. Zijn er proefwerkweken? Ja, aan het eind van het schooljaar is er voor elk klas een proefwerkweek, gecombineerd met begeleide zelfstudie. 5. Wat gebeurt er als er vergadering zijn? In principe vinden de vergaderingen na schooltijd plaats, een enkele keer kan het laatste lesuur vervallen. 6. Hoe vaak zijn er rapporten en cijferoverzichten? Uw zoon/dochter krijgt drie rapporten per jaar; het tijdstip van uitreiking staat vermeld in de schoolwijzer. Daarnaast hebben ouders via een beveiligde website inzage in alle behaalde cijfers. Voor de brugklassen is er in oktober ook nog een voldoende/twijfel/onvoldoende rapport m.b.t. prestaties en werkhouding.
7. Wat doet de school tegen pesten? We nemen heel duidelijk stelling tegen pesten. Direct al in de kennismakingsperiode (de eerste drie dagen van een brugklasleerling op school) maakt een klas regels en afspraken met elkaar. Er is ruimte voor elkaars ervaringen en we leggen daarbij nadruk gelegd op respect voor elkaar. Vanaf dat moment komt het onderwerp regelmatig ter sprake in de mentorlessen, want ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen is pesten een hardnekkig verschijnsel. Ook halen we een toneelvoorstelling van Cyber rondom het thema Digitaal Pesten in de school. Aan het begin van het tweede leerjaar zijn er aparte tweedeklasdagen waar opnieuw ruimte is ingeruimd voor het onderwerp “omgaan met elkaar”. Het beperken van pestgedrag draait om een aantal punten: De medewerkers geven een duidelijk voorbeeld van gewenst gedrag. Vervelende incidenten worden bespreekbaar gemaakt. De schoolorganisatie is laagdrempelig zodat de leerlingen snel en gemakkelijk zullen zeggen wat ze dwars zit. Door deze punten aandacht zorgen we ervoor dat niet-pesten de norm is; je behandelt de ander zoals je zelf behandeld wenst te worden. Dat komt terug in onze gedragscode: respecteer jezelf, respecteer de ander.
8. Wat is Rots & Water? Al onze leerlingen volgen de training Rots & Water, dit is onderdeel van ons antipestbeleid. Leerlingen worden zich daardoor bewust op welke manier hun eigen gedrag invloed heeft op anderen. Ook leren zij hoe om te gaan met gedrag van anderen. Rots & Water heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie (wat doe ik en hoe kan dat beter), zelfvertrouwen en communicatieve en sociale vaardigheden. De training wordt in de eerste maanden van de brugklas gegeven door eigen, speciaal opgeleide, docenten. In de derde klas wordt de training herhaald. 9. Mag je aangeven bij wie je in de klas wilt? U kunt op het inschrijfformulier aangeven bij wie uw zoon/dochter graag in de klas zou willen zitten. Plaatsing hangt vervolgens van een paar dingen af: a. Zijn beide leerlingen van hetzelfde niveau, bijvoorbeeld allebei VWO? b. Is de plaatsing in het voordeel zijn van beide leerlingen? De basisschool kan adviseren om leerlingen niet bij elkaar te zetten. Dat komt niet veel voor. c. Heeft de leerling een speciaal programma? Of je in een sport- of dansklas zit en of je highschool doet speelt ook een rol.
10. Welke brugklassen worden er aangeboden? Het Leonardo College heeft vier verschillende niveaus: mavo / havo-mavo / havo-vwo / vwo advies vmbo vmbo
verzoek tot plaatsing type brugklas door basisschool in: mavo mavo mavo-havo havo-mavo
havo havo
mavo-havo havo-vwo
havo-mavo havo-vwo
vwo
vwo
vwo
In de havo/vwo brugklas wordt op havo-niveau lesgegeven, met aandacht voor vwo aspecten. Er wordt op havo-niveau getoetst. In de havo/mavo brugklas wordt ook op havo-niveau lesgegeven, met aandacht voor mavo-aspecten. Er wordt op havo- en mavo-niveau getoetst, leerlingen krijgen dus twee cijfers. Op alle bovengenoemde niveaus worden highschool, sport- en dansklassen aangeboden. Highschool, sport- en dansklasleerlingen moeten ook aan bovenstaande criteria voldoen. Daarnaast moeten zij een positief resultaat hebben op de door de school georganiseerde sportmiddag (zie vraag 29 en 30). 11. Welke vakken krijg je in de basisvorming? Brugklas: Nederlands, Engels, Frans, taal, aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde, biologie, muziek, tekenen, bewegingsonderwijs, filosofie (alleen VWO) Tweede klas: Duits, rekenen en natuur/scheikunde Derde klas: economie, scheikunde en natuurkunde 12. Hoeveel huiswerk krijg je? Wij gebruiken het woord huiswerk niet echt, wij gebruiken het woord taken. Taken worden in de brugklas een week van tevoren opgegeven. Daar kan de leerling zowel thuis als op school tijdens de lessen aan werken. Ook wie op school hard werkt, moet elke dag rekening houden met circa anderhalf uur werk dat thuis moet worden gedaan. 13. Kun je hulp krijgen wanneer je iets niet begrijpt? Jazeker. De eerste hulpverlener is natuurlijk de eigen docent. Is dit niet voldoende zijn, dan hebben wij voor een aantal vakken speciale steunlessen. Dit zijn aparte lessen voor leerlingen die veel moeite met een vak hebben. Er zitten maximaal 12 leerlingen in zo’n groep.
14. Word je geleerd hoe je je huiswerk moet maken? De mentor en de vakdocent helpen de leerling met ‘hoe je moet leren”. We leren je aan hoe je een taak moeten aanpakken, of dat nu het leren van woordjes is of het maken van een samenvatting. Natuurlijk kan de leerling naar de mentor gaan als het met het huiswerk niet goed gaat. Die mentor zal – en dan meestal samen met de ouders – de leerling verder helpen. In de brugklas staat naast een mentoruur ook een studie-uur op het rooster. In die uren leer je om te gaan met weektaken, de studieplanner, zelfstandig werken en is er uitgebreid aandacht voor studievaardigheden. 15. Wat gebeurt er als er een docent ziek is? Het eerste en het laatste uur vervalt. Bij uitval van het eerste uur krijgt de leerling via SMS een melding. Alle andere uren worden in de brugklas en tweede klas vervangen door een invaldocent. Een voordeel van taken is dat de leerling altijd wel werk bij zich heeft, zodat hij zo’n uur goed kan benutten door te werken aan zijn taken. De invaldocent zorgt ervoor dat er in het lokaal een goede werksfeer is en kan eventueel helpen. Alle roosterwijzigingen worden zo spoedig mogelijk op de website geplaatst, vaak al een dag van te voren. 16. Hoe groot is de school? De scholengroep Leonardo da Vinci heeft ongeveer 3000 leerlingen. Onze school, het Leonardo College, heeft ongeveer 770 leerlingen. 17. Hoe is het contact tussen school en ouders geregeld? Ouders zijn altijd welkom voor een gesprek. Zo’n gesprek kan al plaats vinden voor de inschrijving. Wij stellen een goed contact met ouders erg op prijs. School en ouders hebben immers hetzelfde doel: het goed functioneren van het kind. In de derde week van het schooljaar is er al een ouderavond. Op deze avond maken de ouders kennis met de mentor van hun kind en horen zij de belangrijkste dingen over het komende schooljaar. Deze avonden zijn er voor alle klassen. Gedurende het schooljaar zijn er twee gespreksavonden waar ouders met docenten kunnen praten, zowel na het eerste als na het tweede rapport. Ouders kunnen altijd een gespreksafspraak maken met vakdocenten, mentoren of teamleiders. Een telefoontje naar school is voldoende. U wordt zo spoedig mogelijk teruggebeld. Tegenwoordig is de communicatie via de mail vaak nog sneller. Ook de school kan het initiatief nemen voor een gesprek. Dit gebeurt meestal wanneer de school zich zorgen maakt over de resultaten of het gedrag van de leerling. De school heeft een actieve Ouderraad die u kunt raadplegen over algemene schoolzaken. Daarnaast organiseert de Ouderraad elk jaar een thema-avond voor alle ouders van het Leonardo. De Ouderraad is via onze website bereikbaar. Via een digitale nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden van allerlei activiteiten en voor u belangrijke wetenswaardigheden. Daarnaast verstrekken we veel informatie over schoolzaken via onze website (www.ldvleiden.nl). Ook kunt u daar verslagen en foto’s van diverse activiteiten vinden.
18. Hoe zit het met het gebruik van computers? In het moderne onderwijs maken leerlingen geregeld gebruik van computers. Het Leonardo College heeft twee computerlokalen en in onze mediatheek zijn nog eens 28 computers beschikbaar. Ook hebben we een grote projectruimte, waar pc’s staan voor leerlinggebruik. Alle computers zijn aangesloten op internet. Docenten gebruiken de computerlokalen regelmatig tijdens hun vaklessen. Daarnaast heeft de school de beschikking over een laptopkar die maakt dat in elk lokaal lessen met de pc gegeven kunnen worden. Diverse docenten ontwikkelen digitaal materiaal dat via de Elektronische Leeromgeving (ELO) opvraagbaar is door de leerlingen. Leerlingen vinden daar opdrachten, planners en allerlei bronnen die bij de lessen en ook thuis gebruikt kunnen worden. Via de ELO kunnen opdrachten ook digitaal worden ingeleverd. De meeste methoden hebben tegenwoordig een cd-rom. Deze worden bij diverse vakken zowel op school als thuis gebruikt. Leerlingen kunnen vanzelfsprekend in tussenuren (bovenbouw) en na schooltijd gebruik maken van de computers op school. 19. Wat doet de mentor? Een mentor begeleidt één klas intensief. Dat betekent natuurlijk dat hij les geeft in zijn eigen vak, maar ook dat hij daarnaast een mentoruur en een studie-uur op zijn rooster heeft. Tijdens dit mentoruur helpt hij de leerlingen van zijn klas met van alles en nog wat. Dat kan gaan over hoe je iets moet leren of over hoe bepaalde dingen op deze school gaan. Maar het kan ook gaan over de sfeer in de klas, de onderlinge omgang, pestproblemen enzovoorts. Kortom: de mentor is de duizendpoot van de klas. Daar kan de leerling met al zijn vragen terecht. De mentor heeft ook contact met het thuisfront. Hij heeft een persoonlijk contact met elke leerling apart. Hij organiseert leuke activiteiten, zoals een sinterklaasviering of een klassenavond. 20. Hoe zit het met de schoolboeken? De schoolboeken zijn (nog) gratis. De school zorgt voor de financiering. 21. Kun je een locker huren? Voor elke leerling is een locker te huur tegen een kleine vergoeding en borg. 22. Voor wanneer moet je ingeschreven zijn? Uiterste inschrijfdatum is 1 april 2015. Voor de Highschool, de sport- en de dansklas volgt nog een testdag in maart om te kijken of de betreffende leerling geschikt is voor het gekozen programma. 23. Wanneer hoor je dat je bent aangenomen? Na het bekend worden van het basisschooladvies zullen de gesprekken plaatsvinden tussen het Leonardo College en de leerkrachten van de basisscholen. Indien gewenst zullen we ook met u contact opnemen. Voor de meivakantie ontvangt u bericht over definitieve plaatsing. Bovendien wordt u dan verteld in welk type brugklas uw kind geplaatst zal worden. In deze brief krijgt u ook verdere informatie over de kennismakingsmiddag voor nieuwe brugklasleerlingen.
24. Wat zijn de kosten voor de sportklas? De kosten voor de sportklas bedragen € 150. 25. Wat zijn de kosten voor de dansklas? De kosten voor de dansklas bedragen € 150. 26. Wat zijn de kosten voor Highschool? De kosten voor Highschool bedragen € 195 (voor tennis € 295). 27. Wat zijn de kosten voor Topsport Talent leerling? De kosten voor een Topsport Talent-leerling zijn minstens € 150 per jaar. In individuele gevallen waar veel extra begeleiding nodig is, kunnen de kosten oplopen tot € 250 per jaar. 28. Hoe ziet de geschiktheidstest voor de sport- en dansklas eruit? De leerlingen voor de dansklas worden beoordeeld op hun bewegen op muziek in verschillende vormen. Bij leerlingen voor de sportklas kijken we naar bewegen en samenwerken. In principe wordt iedereen geplaatst die aan de test deelneemt. 29. Hoe ziet de geschiktheidstest voor de Highschoolklas eruit? We kijken of de leerling de betreffende sport op een voldoende niveau beoefent om te kunnen worden toegelaten. Ook is er een individueel gesprek. Bij onvoldoende capaciteiten kan iemand voor de Highschoolklas worden afgewezen. We garanderen in zo’n geval wel een plek in de sportklas. 30. Hoeveel jaar duurt de sport- en dansklas? De sport- en dansklas duurt drie jaar. In alle afdelingen (mavo, havo en vwo) kun je lichamelijke opvoeding (lo2 of bsm) als eindexamenvak kiezen. 31. Hoe vaak krijgt een leerling bewegingsonderwijs in de sportklas? In de brugklas staat bewegingsonderwijs (‘gym’) voor deze leerlingen wekelijks vier keer in het rooster, in de tweede klas drie keer en in de derde klas twee keer. Elk jaar krijgen de leerlingen acht cursussen van telkens vier weken, die over het algemeen gegeven worden bij sportverenigingen. Leerlingen die niet voor de sport- of dansklas of Highschool hebben gekozen krijgen in de brugklas twee keer per week en in de hogere klassen één keer per week bewegingsonderwijs. 32. Hoe vaak krijgt een leerling bewegingsonderwijs in de dansklas? In de brugklas krijgen deze leerlingen twee keer bewegingsonderwijs en twee keer dans per week, in de tweede klas één keer bewegingsonderwijs en twee keer dans en in de derde klas één keer bewegingsonderwijs en één keer dans.
33. Kan ik mijn kind ook aanmelden als het niet in een sport- of dansklas wil? Iedereen is welkom en iedereen kan zich thuis voelen bij ons. Of je nu voor sport kiest of voor dans, of voor geen van beiden, dat maakt niet uit. Leerlingen voelen zich bij ons thuis, de resultaten zijn goed, onze school heeft voor iedereen veel te bieden. 34. Waar komen de leerlingen vandaan? Ten gevolge van de Highschool-, sport- en dansklassen en doordat het Leonardo College een LOOT-licentie heeft, komen onze leerlingen tegenwoordig uit de wijde omgeving van Leiden. In de huidige brugklassen hebben wij leerlingen uit: Leiden (Stevenshof, Zuidwest, Merenwijk, Centrum, Professorenwijk, de Mors, de Coebel), Voorschoten, Valkenburg, Leiderdorp, Zoeterwoude Rijndijk, Zoeterwoude Dorp, Oegstgeest, Sassenheim, Leidschendam, Noordwijkerhout, Noordwijk, OudAde, Stompwijk, Wassenaar, Rijnsburg, Zoetermeer. 35. Waar kan ik het resultaten van de school inzien? Het Leonardo College scoort voor elke afdeling een voldoende. U kunt op internet de resultaten bekijken. Via www.onderwijsinspectie.nl kunt u van elke school de kengetallen zien. Daarnaast is het Leonardo College te vinden op Schoolkompas (www.schoolkompas.nl) en op Vensters voor Verantwoording (www.scholenopdekaart.nl). Via beide bronnen verantwoorden scholen zich met een open en transparante rapportage van alle belangrijke gegevens. Het Leonardo College gebruikt die gegevens om actief te werken aan kwaliteitsverbetering. 36. Hoe wordt aandacht besteed aan de kernvakken? De kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde hebben tegenwoordig een aparte status: er worden zwaardere eisen aan gesteld voor het behalen van een diploma. Leerlingen krijgen ook een verplichte taaltoets en een verplichte rekentoets waarvan de uitslag mede bepaalt of een leerling slaagt of niet. In de lessentabel op het Leonardo College zijn daarom de vakken Nederlands, Engels en wiskunde versterkt. Daarnaast zijn er in de bovenbouw modules ontworpen voor deze vakken, net als voor rekenen en taal. Leerlingen volgen deze modules en zijn zo goed voorbereid voor de zware eindexamens. 37. Wat voor buitenschoolse activiteiten kent de school? Op onze school vinden allerlei activiteiten plaats, zoals de schoolband, toneel, muziek, schoolfeesten, kerstviering, Sinterklaas, skireis, sporttoernooien, sponsoractiviteiten, etc. In elk schooljaar is er minstens één vaksectie die een excursie buiten school organiseert. 38. Kent de school werkweken? De brugklasleerlingen starten hun schoolloopbaan met drie kennismakingsdagen op school. In de tweede klas gaan alle klassen aan het begin van het jaar een paar dagen op survival. Verder zijn er werkweken in 3 mavo (London), 4 havo (Berlijn) en 5 vwo (Istanbul). Deelname aan excursies en werkweken is in principe verplicht.
39. Kun je in dit gebouw alle opleidingen afmaken? Ja, in mavo, havo en vwo kun je je opleiding afmaken. In de bovenbouw van havo en vwo is er binnen de scholengroep een breed aanbod. Niet alle vakken worden op alle scholen van de scholengroep aangeboden. 40. Wat biedt het vwo voor speciaals, naast sport en dans? Voor alle vwo-leerlingen hebben we een uitdagend programma, zowel op kennisgebied als op sociaal gebied. Wij willen dat onze leerlingen op beide gebieden stevig in hun schoenen staan als zij de school verlaten. Daarom hebben we voor al onze leerlingen het programma vwo+ ontwikkeld. Dit betekent dat we naast het reguliere programma diverse extra’s aanbieden. Zo krijgen de leerlingen in de eerste drie klassen het vak filosofie. Wat denk je en waarom? Leren je mening onder woorden te brengen, argumenteren, verder kijken dan je neus lang is! Met de Leidse Museum Werkgroep hebben we een museumleerlijn ontwikkeld. Ieder jaar onderzoeken onze leerlingen in twee Leidse musea diverse thema’s. Hoe richt je een museum in? Wat laat je wel zien en wat niet? Ook zijn er de casusweken (contact met universitaire wereld) en besteden we extra aandacht aan internationalisering (zie vraag 42). 41. Wat biedt het vwo op sociaal gebied? Ons onderwijs in het vwo is gericht op de wereld om de leerling heen. Het gaat ons niet alleen maar om goede vakkennis en vakvaardigheden, wij willen dat onze leerlingen leren ook iets voor de medemens te betekenen. Dat krijgt o.a. vorm in vakprojecten, lessen in geluk, het tutoraat waarbij ouderejaars leerlingen de jongere leerlingen begeleiden, maatschappelijke stage, mediation (= bemiddeling bij conflicten), bijlessen geven aan medeleerlingen, etc. 42. Gaat vwo Europees? Het Leonardo College heeft plannen om in het vwo het vizier te richten op Europa. Dat krijgt onder andere gestalte door een uitwisselingsprogramma met scholen in België, Frankrijk, Duitsland en Engeland. In de vaklessen Nederlands en de moderne vreemde talen zullen er (in eerste instantie via de digitale weg) contacten worden opgebouwd met leeftijdsgenoten in de genoemde landen. Uiteindelijk resulteert dat in een uitwisselingsprogramma. Dit schooljaar heeft er een uitwisseling plaatsgevonden met een school in Potsdam. In de zesjarige vwo-opleiding komt een leerling zo in aanraking met leeftijdsgenoten in Europa. 43. Zijn er verder bijzondere activiteiten op het vwo? Naast bovengenoemde activiteiten doet ons vwo natuurlijk mee aan alle bijzondere activiteiten die er in de school georganiseerd worden. Exclusief voor vwo’ers zijn: een excursie naar Ieper-Lille, gastlessen bij de Universiteit Leiden, proefstuderen op de Universiteit Leiden. De genoemde bedragen in deze antwoorden hebben betrekking op het schooljaar 2014-2015 en zullen wellicht iets verhoogd worden. Nog onbeantwoorde vragen? Neem gerust contact op met de school.