bezoek aan het ITG Antwerpen en Fierens blokken op 02/12/2015 Er is P2 en er is P3. Vooral niet verwarren! Gezien de gemiddelde leeftijd van onze Kpers, kunnen we er vanuit gaan dat iedereen die periode van “Propaganda Due “ de P2 in Italië met ontsteltenis en nodige walg heeft gevolgd. 1980 is nu al lang voorbij, maar dat ene cijfertje verschil, heeft wel een grote betekenis voor de mensheid op onze aardbol.
P3 dus, daar gaat het om! De 3 actieterreinen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, vanaf nu kortweg ITG. Eén letter en één cijfer dat perfect weergeeft waarvoor gestreden werd, wordt en nog zal worden. Het kan niet beter worden beschreven dan met de woorden van het ITG zelf : “ Ons innovatief en interdisciplinair onderzoek gaat uit van Pathogenen ( biomedische wetenschap ), Patiënten ( klinische wetenschappen) en Populaties (volksgezondheid). De onderzoekers werken aan een beter begrip van tropische ziekten en ontwikkelen hiervoor verbeterde diagnose-, behandelings- en preventiemethodes. Anderen bestuderen de organisatie en het management van de gezondheidszorg en ziektebestrijding in regio’s waar de
nood hoog is maar de middelen beperkt. Ook wordt gefocust op de gezondheid van dieren en bestuderen daarbij vooral ziektes die op de mens overdraagbaar zijn. “ Dat is nu eens wat men noemt een bondige en krachtige omschrijving. De 3 acties van het ITG zijn een voor een internationaal met de grootste lof bezongen.
De profs die het internationaal waar maken in de sector tropische geneeskunde zijn veel regelrechte alumni van het Antwerpse ITG en zijn destijds samen met de studenten gegarandeerd allemaal minstens éénmaal in Den Boer van Tienen of Den Engel geweest om den bodem van een Bolleke te bestuderen. Een grote naam moet absoluut vermeld worden. 66 jaar, Baron en
bekend tot in ons zonnestelsel : Baron Peter Piot. Geboren in Leuven1949. Doctor in de Geneeskunde Gent, verdere studies infectieziektes in Washington Seattle. Gegradueerd in 1980 als Doctor in de microbiologie en tot 1992 hoofd Immuniteit en
Infectieziektes aan het ITG. Grondlegger van verschillende projecten tegen AIDS in vele Afrikaanse landen en oprichter van het SIDA (Hiv) project in Kinshasa, het eerste Internationaal HIV/AIDS project in de ontwikkelingslanden.
In 1976 is hij medeontdekker van het beruchte Ebola-virus, genoemd naar de rivier Ebola, zijarm van de Congostroom. Het voorzitterschap van de meest belangrijke wetenschappelijke organisaties worden hem met bosjes voor de voeten geworpen. Geridderd wordt hij door Koning Albert II en met de titel van Baron. 19175 is het nummer van een Astroïde, een Belgische en haar naam is Peterpiot. Daar kunnen de Baronnen Buysse en Thielemans nog eens een puntje aan zuigen. Mr. Stanley, uitgestuurd door Koning Leopold II van Saksen Coburg en verzocht om diens voor-en achterhof wat uit te breiden met een paar hectaren als dat kon. Het werden wel vele hectaren, heel veel en nog meer, en allemaal privébezit van de grijs bebaarde Koning. Vrijstaat Congo, van 1885 tot 1908 privébezit van zijne Majesteit.
Eerst van alles pakken en dan nog wat meer was zijn devies. Als alles goed loopt en het opvalt dat er nog zoveel rijkdom te rapen valt, dan snel verkopen aan de Belgische Staat. Goed menende wetenschappers, dokters en verpleegkundigen hadden reeds in het oog dat buiten de rijkdommen, ook ziektes werden uitgevoerd. Malaria, gele koorts, slaapziekte en meer richtten onder de Congolezen en kolonisten een grote ravage aan en het sterftecijfer lag immens hoog. In Brussel beslist Leopold II een School voor Tropenziekten op te richten. In 1906 en in Brussel uiteraard. Opleiding om zijn kolonisten te beschermen en te verzorgen in zijn privétuin Congo Vrijstaat. Enkele docenten en drie klaslokalen vormen het nieuwe decor van de Brusselse Ecole Coloniale in het Dudenpark. België was niet alleen om zo'n school op te richten. Het stond blijkbaar nobel dat de kolonies voor hun verre personeel goede verzorging garandeerden. England, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Portugal stichtten dergelijke Tropische Instituten en die werden ook ter plekke bemand met de nodige Tante Nonnekes. Een zieke met Malaria overbrengen naar Brussel in de jaren 20
was geen gezwans. Met de Congoboten uiteraard. Een lange reis door de brousse, een paar weken onderweg met de stoomboot en dan nog een treinreisje van Antwerpen naar Brussel. Dat moest beter kunnen en de gesprekken worden aangevat om
een tropisch Instituut op te richten in Antwerpen. De Haven en de Congoboten waren toen al een heel begrip en het zou een logische stap zijn, en het Antwerps Instituut wordt een feit. Op dat eigenste moment bouwt de Provincie Antwerpen een Instituut voor hygiëne. Kon niet beter uitkomen ! Missionarissen, tante nonnekes en zieke kolonialen zouden nog beter geholpen worden.
Beide scholen worden in 1931 omgedoopt tot Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde. Prins Leopold, dus de nummer 3 van de Leopold generatie. 1933 Nationalestraat Antwerpen. Het ITG wordt plechtig ingehuldigd. Camille Huysmans is zeker aanwezig en ziet een imposant gebouw in zuivere Art Deco stijl
getekend, architecten Le Bon en Spitael. Art Deco moet ge zien, dus foto’s zeggen meer dan wat gebrabbel. Een exclusiviteit van deze architecten voor het ITG. De
fonteinen aan de zijkant van het gebouw, bron voor het vullen van de vijver ervoor. Juist, maar de koelte van het water wordt ook nog eens in het gebouw aangezogen en zorgt voor een airco avant la lettre. De trappenhal, en de bibzaal zijn oases van rust voor oog en oor. Glasramen en verlichting eigen ontwerp en
fabricage van de architecten. Algauw was dit gebouw te klein. Studenten die wilden verder studeren, dokters in de geneeskunde die wilden bijscholen, wetenschappers die wilden meewerken aan de P3's. De labs werden te klein en onvoldoende in aantal. Uitbreiden
dan maar. In de Rochusstraat aan de rechterzijkant van de hoofdingang is een klooster; een kartuizerklooster voor dames. Kartuizers mogen niet praten, en dames doen niet
liever, dus dat moet dan wel een zeer grote opoffering zijn geweest voor die vrome nonnen. Ligt het nu aan dat praten of niet, het aantal Karthuizernonnen slinkt drastisch en het klooster wordt te groot voor het kleine aantal overgebleven devote dames. Dan maar onderhandelen om een gedeelte van het klooster te kunnen overnemen. Met ja en neen geknik wordt dan een overeenkomst gesloten en de diensten onderwijs en labo kunnen verder uitbreiden. Studenten kunnen ook intern en hebben alles ter hunner beschikking voor de gezelligheid. Eetzaal, ontspanningsruimte ( de pietjesbak bevind zich in de linkse onderste keukenkast, samen met nog andere gezelschapsspellen). De grote kloosterkerk wordt op een geniale
manier aangepast en geïntegreerd voor de studienoodzaken. Knap gevonden staaltje van renovatie en integratie. In 2006 volgt de plechtige inhuldiging van de “ Campus Rochus “, Patrick Janssens is van dienst. Of er ook gevangenen van de Begijnenstraat, gebuur van de Campus werden uitgenodigd werd niet meegedeeld. Het Provinciaal Instituut voor Hygiëne dat ondertussen ook te klein geworden was, diende uit te breiden. Waar ze eerst in een mooi eveneens Art Deco gebouw zaten, besliste de toenmalige Raad om niet uit te breiden, maar wel om af te breken en een knaller van hoogbouw neer te poten. Dat gebouw is al even lelijk als de Antwerp Tower. Vooral dat kleurtje van die toren doet het hem. Zo ziet ge maar dat privé-en officiële- initiatieven wel zwaar in smaak kunnen verschillen. Dat brengt ons naadloos over naar de tweede uitstap van den dag. De Fierens blokken. Een officieel initiatief van de Stad Antwerpen, men zegge 1937 – 1938. Het gaat goed met de haven en de stad. Voor de verandering zijn de socialisten nog maar eens aan de macht en die denken aan de armere bevolking. Eervolle gedachte ! Sociale appartementen voor die die een normale woonst niet kunnen
betalen. Een Antwerps architect wordt aan de tekentafel verzocht om iets grandioos uit zijn mouw te schudden. 4 blokken met meerdere verdiepingen, binnentuin met fonteintjes en groen. Zeker afgekeken van de terrastuinen rond het ITG, maar de armere mens mag toch ook meegenieten. In 1939 ingehuldigd door Camille Huysmans. Ieder appartement heeft direct daglicht vooraan en achteraan. Ieder appartement zijn eigen toilet en
ingebouwde keuken. Vuilschuif per verdiep, droogzolder op het hoogste verdiep. Voor die tijd al even wonderbaar als heel het gebouw van de overbuur. Die overbuur beschouwd zijn Art-Deco kunstwerk als iets heiligs en zal het dan ook navenant onderhouden. Bij de Fierensblokken denkt
men enigszins anders en dat laat zich merken. Hier is vooral het motto ... geen geld voor renovaties, besparingen en noem maar op. Waar hebben we dat nog gehoord ? Het gebouw is mettertijd letterlijk uitgeleefd, In 2008 wordt besloten het gebouw maar af te breken. Veel zou er niet moeten afgebroken worden, want veel van het interieur had ondertussen vleugeltjes gekregen. Menig Antwerpenaar had een of ander stuk van de keuken of een originele binnendeur in Art Deco a.u.b. !! Uiteindelijk staat heel het gebouw leeg en men besluit dan toch maar om niet af te breken. Jojo spelletjes tussen de verschillende coalities, afbreken, renoveren, afbreken, renoveren. Eindresultaat momenteel is dat de NVA (Fons Duchateau en Ludo Van Campenhout) hun schouders onder het project zetten de Fierens Blokken een her invulling te geven. De blokken werden verkocht voor een 10 miljoen euro aan de AG VESPA, die het geheel gaat renoveren tot een 130 tal moderne en energiezuinige appartementen Op het gelijkvloers worden de winkeltjes vernieuwd en het geheel krijgt nog een extra toets, een ondergrondse parking. Als dat maar goed komt. De inschrijvingen voor de architecten aan dit project sloten af op vrijdag 4 december 2015. Benieuwd wat en wie het gaat worden.
Cross fingers, er is al genoeg afgebroken in ons mooi Antwerpen. Trouwens, waarom zou het ITG geen kandidaat kunnen zijn om haar immo-portefeuille wat op te vijzelen. Als de gevel van de blokken ook mooi gerestaureerd zal worden met de naar mijn mening knappe interbellum versiering ( de groene emailtegels) dan wordt dit project vast en zeker een pluspunt voor de buurt en kan de parochie van de miserie misschien nog parochie van de topkansen worden. Verslaggever :Louis.
Fotografen : Roland en Herman