HANDLEIDING COMMISSIE VAN ADVISERING EN TOEWIJZING SWV NOORDOOST OVERIJSSEL 2014/2015 VOOR AFGIFTE TOELAATBAARHEIDSVERKLARINGEN VSO CURSUSJAAR 2014 – 2015
0
Samenwerkingsverband Noord Oost Overijssel (2307) Algemene gegevens: Naam van het SWV Postadres Commissie van Advisering en Toewijzing Telefoon E-mailadres
: Samenwerkingsverband Noord Oost Overijssel 2307 (www.swvno-overijssel.nl) : Karel Doormanlaan 64 7772 XZ Hardenberg : 0523 280210 :
[email protected]
Overzicht van de participerende scholen: Naam school: VO-scholen: Vechtdal College VMBO Vechtdal College Ommen Vechtdal College Dedemsvaart Greijdanus Hardenberg De Nieuwe Veste Hardenberg De Zeven Linden Dedemsvaart PrO-scholen: PrO-Hardenberg PrO-De Maat Ommen VSO-scholen De Ambelt: Boslust
BRIN nr.
02UX
Postadres:
17VS 12IR 17BZ
Postbus 40, 7770 AA Hardenberg Postbus 15, 7730 AA Ommen Langewijk 43, 7701 AA Dedemsvaart Postbus 61, 7770 AB Hardenberg Postbus 82, 7770 AB Hardenberg Postbus 9, 7700 AB Dedemsvaart
03KZ 03ZY
Verl Korte Steeg 18, 7772 RZ Hardenb. Postbus 94, 7730 AB Ommen
Piet Heinstraat 3, 7772 ZJ Hardenberg Jhr. Repelaerlaan 2, 7731 AN Ommen
Gezamenlijke onderwijsvoorziening van het SWV Noord Oost Overijssel: Rebound: Karel Doormanlaan 64, 7772 XZ Hardenberg Expertisecentrum: Karel Doormanlaan 64, 7772 XZ Hardenberg
1
PRE-AMBULE: In het SWV vo NO-Overijssel 2307 heeft de Commissie van Advisering en Toewijzing van het Bestuur van de Stichting de opdracht de toelaatbaarheid tot het vso te bepalen. Dat doet de commissie door het aan de hand van opgestelde criteria zo objectief mogelijk beoordelen van dossiers. In het proces van toewijzing van de toelaatbaarheidsverklaring vso worden, overeenkomstig het referentiekader Passend Onderwijs, de volgende criteria gehanteerd. Toewijzing vindt plaats:
op basis van (multidisciplinaire) handelingsgerichte diagnostiek vanuit het principe van thuis- en schoolnabijheid na overleg met ouders met transparante procedures met minimale bureaucratie.
Niet alleen de ’problemen’ van leerlingen, maar vooral de positieve kanten en mogelijkheden van leerlingen worden als uitgangspunt voor het handelen van docenten gebruikt.
Voordat de jaarlijkse handleiding van de Commissie wordt opgesteld bepaalt het bestuur van het SWV een quotum waarbinnen de verwijzingen naar het vso zou moeten liggen. Dit quotum is voor de Commissie een richtlijn. Bij (dreigende) overschrijding van het quotum meldt de voorzitter dit aan het bestuur onder vermelding van een achterliggende analyse. De Commissie heeft door deze werkwijze een signaleringsfunctie en zal tussentijds en achteraf de ondersteuningsvraag van scholen kunnen analyseren en trends vroegtijdig kunnen waarnemen. Deze analyse zorgt voor informatie over het ondersteuningstraject dat de leerling, die een beroep doet op de toelaatbaarheidsverklaring tot het vso, heeft afgelegd. De data die op deze wijze wordt verzameld, wordt in een jaarverslag van de commissie opgenomen en eind oktober gepresenteerd aan het Dagelijks Bestuur van het SWV.
2
1.
De taken van de Commissie:
De Commissie van Advisering en Toewijzing heeft in het SWV de volgende taken: 1. Het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen voor het vso 2. Het adviseren van scholen voor vso en vo bij de plaatsing van leerlingen van vso naar (regulier) vo 3. Het beoordelen van aanvragen extra zorg voor compensatieregeling AWBZ 4. Het gevraagd adviseren van de aangesloten scholen bij aanmeldingen en toelating van leerlingen met een complexe ondersteuningsvraag 5. Monitoringsfunctie: a. Centrale monitoring van de begeleiding van leerlingen met een extra ondersteuningsvraag binnen het regulier vo; b. monitoring individuele toelaatbaarheidsverklaringen binnen het vso. Opdracht: A. De Commissie van Advisering en Toewijzing stelt (concept) criteria op waarmee beoordeeld wordt of een leerling toegelaten kan worden tot een van de vso scholen in of buiten het SWV. B. De Commissie van Advisering en Toewijzing stelt een (concept) werkprocedure op aan de hand waarvan de Commissie zijn werkzaamheden kan uitvoeren. C. De Commissie van Advisering en Toewijzing stelt criteria op waarmee de aanvragen extra zorg voor compensatieregeling AWBZ kan worden beoordeeld D. De Commissie van Advisering en Toewijzing stelt criteria op aan de hand waarvan beoordeeld kan worden wanneer een leerling vanuit het vso kan instromen in het (regulier) vo. E. De Commissie van Advisering en Toewijzing stelt een werkprocedure op aan de hand waarvan de monitorfunctie kan worden uitgevoerd. Toelichting op bovenstaande: A. De op te stellen criteria dienen zo objectief mogelijk te zijn en handelingsgericht van aard. De criteria dienen aan te sluiten bij het gehanteerde ontwikkelingsperspectief so / (s)bao en vo / vso. Jaarlijks worden de criteria vastgesteld door het Bestuur B. De werkprocedure geeft transparant aan hoe de commissie werkt en wanneer de commissie bij elkaar komt. In de procedure wordt opgenomen hoe gehandeld wordt bij bezwaren. De werkprocedure voorziet erin dat scholen in het SWV in hun leerlingenadministratiesysteem m.b.t. de gegevens de toelaatbaarheidsverklaring kan registreren binnen BRON C. Scholen met een negatieve AWBZ-indicatie of indicatie voor minder uren dan noodzakelijk kunnen zich wenden tot de Commissie van Advisering en Toewijzing voor vraag naar middelen voor extra zorg D. De op te stellen criteria dienen zo objectief mogelijk te zijn en handelingsgericht van aard. De criteria dienen aan te sluiten bij het gehanteerde ontwikkelingsperspectief so /(s) bao en vo / vso. Jaarlijks worden de criteria vastgesteld door het Bestuur 3
E. De werkprocedure voorziet erin dat de monitor jaarlijks wordt uitgevoerd en dat de rapportage in oktober van het volgend cursusjaar gepresenteerd kan worden. 2.
Samenstelling en bekostiging van de Commissie
Het Bestuur van het SWV heeft besloten tot de volgende samenstelling: Vaste bezetting (5 personen): 1. 1 orthopedagoog of onderwijskundige met specifieke kennis op het gebied van gedragsondersteuning; 2. 1 orthopedagoog of onderwijskundige met specifieke kennis op het gebied van stoornissen en/of beperkingen; 3. 1 onafhankelijk geregistreerd orthopedagoog- generalist van het expertisecentrum NO Overijssel; 4. 1 medewerker vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG-generalist); 5. 1 functionaris vanuit het regulier VO (onderwijskundige met inzicht op ondersteuningsvragen in het onderwijs; 6. 1 technisch voorzitter. Op afroep is aanvullend gevraagde deskundigheid beschikbaar. De leden van de commissie kunnen maximaal 4 jaren zitting hebben in de Commissie en mogen maximaal 1 periode van 4 jaar worden herbenoemd. Er wordt een schema opgesteld van data van aftreden. Bij de wisseling van deelnemers aan de commissie wordt gewaakt voor continuïteit. Uitgangspunt voor vergaderingen van de Commissie is dat alle leden aanwezig zijn. Om enerzijds de objectiviteit te garanderen en anderszins ongewenste vertraging te voorkomen geldt dat voor het nemen van beslissingen voor een vergadering van de Commissie minimaal 4 leden aanwezig moeten zijn, waaronder de orthopedagoog van het expertisecentrum. Gezien de veranderingen die inherent zijn aan de invoering van de nieuwe wet op de jeugdzorg per 2015 zal de medewerker van het CJG de komende periode mogelijk wisselen. Toegevoegd: De Commissie zal worden ondersteund door een administratieve kracht. Bekostiging van de Commissie van Advisering en Toewijzing De Commissie zal in het cursusjaar 2014/2015 als volgt worden bekostigd: A. Voor de leden 1, 2, 3 en 5 wordt op basis van werkelijk gemaakte uren achteraf een factuur opgesteld. B. Voor het lid 4 stelt de gemeente Hardenberg/Ommen een vertegenwoordiger beschikbaar; wel wordt achteraf de inzet van de uren geïnventariseerd. C . Het Technisch Voorzitterschap wordt bekleed door de directeur van het SWV. Voor deze inzet wordt geen factuur ingediend. D. De toegevoegde administratieve kracht zal tevens worden bekostigd door het SWV. Het Dagelijks Bestuur zal jaarlijks een begroting opstellen voor de inzet van de Commissie.
4
3.
Aanmeldingsprocedure voor aanvragen toelaatbaarheidsverklaringen VSO tijdens het cursusjaar 2014/2015
Het Algemeen Bestuur van het SWV heeft besloten alle toelaatbaarheidsverklaringen vso te laten verlopen langs de Commissie van Advisering en Toewijzing. Een goede afstemming tussen de scholen van vso en vo in het SWV met de Commissie is voorwaarde voor een goed verloop. Daarnaast is goede afstemming met scholen van voortgezet speciaal onderwijs buiten ons SWV waarnaar verwezen wordt van belang. De aanmeldingsprocedure zal als volgt verlopen: a. De aanmelding voor de toelaatbaarheidsverklaring zal in goed overleg tussen ouders / school van (s) bao / so, vo door het vso worden ingediend bij de Commissie van Advisering en Toewijzing (zie voor adres blz.1) b. De aanmelding vindt plaats d.m.v. een gestandaardiseerd aanmeldingsformulier voorzien van het nummer van het SWV en gaat gepaard met een compleet dossier (zie Inhoud dossier paragraaf 4 blz. 6). Het aanmeldingsformulier is te downloaden van de website van het SWV (www.SWVvoNO-Overijssel.nl) c. Het secretariaat van het SWV verzorgt de administratieve organisatie van de commissie en controleert het dossier na binnenkomst op volledigheid. Eventueel neemt het secretariaat contact op met de aanleverende school en/of ouders om het dossier te completeren d. De Commissie van Advisering en Toewijzing schrijft in haar eerste vergadering van het nieuwe cursusjaar de vergaderingen uit voor het gehele cursusjaar De aanmeldingsperiode voor de aanvraag Toelaatbaarheidsverklaringen loopt van 1 september 2014 tot 6 juni 2015. Na deze datum worden in dat cursusjaar geen aanmeldingen voor toelaatbaarheidsverklaringen meer behandeld. e. Tijdens de eerste vergadering wordt de handleiding van de Commissie voor het komende cursusjaar in concept vastgesteld. Deze handleiding wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur in haar oktober vergadering. De handleiding voor cursusjaar 2014/2015 wordt definitief vastgesteld in de juni vergadering. f. Een binnengekomen aanvraag wordt schriftelijk bevestigd naar ouders en naar de aanmeldende vso school. In deze bevestiging worden de ouders/verzorgers en de school van herkomst uitgenodigd voor de bijeenkomst van de Commissie waarin de toelaatbaarheid van het kind / de leerling voor het vso wordt besproken g. De aanvraag wordt binnen een maand na aanmelding door de Commissie in behandeling genomen h. Het besluit van de commissie wordt binnen 5 werkdagen nadat het dossier is behandeld schriftelijk kenbaar gemaakt naar ouders/verzorgers en i.a. naar de aanmeldende school i. Tegen het besluit van de commissie kan bezwaar aangetekend worden door de ouders/verzorgers. Dit bezwaar moet binnen 2 weken nadat het besluit kenbaar is gemaakt door de ouders/verzorgers schriftelijk ingediend zijn bij de Commissie. (Zie verder voor bezwaarschriftenprocedure paragraaf 11, blz. 8). De Commissie doet schriftelijk bericht uitgaan betreft de uitkomst van het bezwaar naar ouders/verzorgers en i.a. naar de betrokken school j. De aanmeldingsprocedure voor herindicatie van de toelaatbaarheid tot het vso (verlenging) verloopt identiek aan de afgifte van de eerste toelaatbaarheidsverklaring. Een (aangepast) aanmeldingsformulier is te downloaden van de website van het SWV.
5
Toelichting: - De Commissie kan incidenteel nader onderzoek gewenst vinden. Daartoe kan zij het Expertise Centrum van het SWV opdracht geven. De kosten van het onderzoek zijn voor rekening van het SWV. - Van groot belang is dat de procedures goed gehanteerd worden. Dit ook met het oog op mogelijke bezwaar- en/of beroepsprocedures van de kant van de ouders.
4.
Inhoud dossier:
Een dossier ten behoeve van een aanvraag toelaatbaarheidsverklaring vso bestaat uit: 1. Een volledig ingevuld en gestandaardiseerd aanmeldingsformulier met een door de aanmeldende school en ouders voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar de Commissie 2. Een door de school van inschrijving en ouders volledig ingevuld en ondertekend Ontwikkelingsperspectief niet ouder dan 1 jaar * 3. De resultaten van een IQ-onderzoek niet ouder dan 2 jaar 4. De resultaten van de didactische vorderingen van de afgelopen jaren verwoord in het LOVS 5. Wanneer relevant aanvullende gegevens om de ondersteuningsvraag van de leerling / docenten en ouders/verzorgers te bepalen
Voor een dossier waarin gedragsondersteuning de nadruk heeft: 6. De resultaten van een persoonlijkheidsonderzoek uitgevoerd door een bevoegde deskundige niet zijnde een lid van de Commissie (GZ-psycholoog, orthopedagooggeneralist, kinderpsychiater). Indien het persoonlijkheidsonderzoek ouder is dan 2 jaar en het beeld van de beschrijvende diagnose afwijkt van het beeld dat ouders en school zien dient de diagnose opnieuw te worden vastgesteld door een deskundige. Voor een dossier waarin de ontwikkelingsondersteuning de nadruk heeft: 7. Bij leerlingen met een IQ tussen 55 en 70 de resultaten van een onderzoek waarbij de emotionele ontwikkeling wordt weergeven. Het onderzoek is niet ouder dan 1 jaar. Er wordt vanuit gegaan dat onderzoeken onder die condities plaatsvinden waarbij de resultaten een goed en betrouwbaar beeld geven van de ontwikkeling van een kind. * Het OPP heeft minimaal de volgende inhouden: datum opstellen OPP; indien aanwezig: benoemen vastgestelde diagnose(s) en eventueel voorgeschreven medicatie; overzicht didactisch niveau ten tijde van het opstellen van het OPP ; score van de meest recent afgenomen intelligentietest; beknopte samenvatting van relevante gegevens wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld een SAQI-uitslag of onderzoeksverslagen van externe instanties; overzicht van de bevorderende en belemmerende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan het kind (bijvoorbeeld kindkenmerken, vaardigheden en 6
5.
eigenschappen, maar ook bijvoorbeeld factoren uit de onderwijssituatie of de opvoedingssituatie); het verwachte uitstroomniveau en de onderbouwing daarvan; tussendoelen of streefdoelen per schooljaar (kan zowel didactisch als gedragsmatig zijn); de ondersteuningsbehoefte van het kind (welke aanpassingen binnen en buiten school zijn noodzakelijk om het verwachte uitstroomniveau te bereiken?); handtekening namens het bevoegd gezag van de school en ouders; evaluatie i.s.m. ouders niet ouder dan 1 jaar waarin naar voren komt: o zijn de gestelde doelen behaald? o welke aanpassingen werken goed? Wat werkt niet? o is bijstelling van het OPP nodig? Waarom? Onderzoeksinstrumenten
Te gebruiken instrumenten voor cursusjaar 2014/2015: a. t.b.v. intelligentieonderzoek: Het onderzoek dient plaats te vinden onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde gedragsdeskundige.
7
Naam test ADIT: adaptieve digitale intelligentie test, A-Vision, 2011 Drempeltest, Boom test uitgevers, 2007 IVO: Instaptoets Voortgezet Onderwijs, Pearson Assessment and Information, 1999 NDT: Nederlandse Differentiatie Testserie, Person Assessment and Information, 1999 normen 2004 NIO: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau, Boom test uitgevers, 2004 SON-R 6-40, Hogrefe Uitgevers, 2011
Bereik Groep 8
Opmerkingen Alleen genormeerd voor leerlingen uit groep 8. Groep 7 + 8 Deze test moet in maart tot en met juni van groep 7 worden afgenomen of in groep 8 Groep 8 Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.
TPVO-IVO: Instaptoets Voortgezet Onderwijs, INTERNETVERSIE, AVision, 2008 WISC-III: Nederlandse bewerking van de Wechsler Intelligence Scale for Children, Pearson Assessment and Information, 2002/2005 WNV-NL: Nederlandse bewerking van de Wechsler Nonverbal Scale of Ability, Pearson Asessment and Information, 2008
Groep 8
Groep 8 + klas 1 VO Groep 8 + klas 1 VO 6 t/m 40 jaar
Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend lezen en spelling >50%) en allochtone leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.
6 t/m 17 jaar
Af te nemen bij leerlingen die tenminste zes jaar in Nederland of Vlaanderen wonen.
4 t/m 21 jaar
Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend lezen en spelling >50%) en allochtone leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen
b. t.b.v. emotionele ontwikkeling: Het onderzoek dient plaats te vinden onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde gedragsdeskundige. Indien de aanmeldende school niet beschikt over een gekwalificeerde gedragsdeskundige kan de school zich melden bij Boslust (zie adres blz. 1).
Naam test SEO-R: Schaal voor Emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking Revised, Garant uitgevers, 2011.
SEO-R Kleurenprofiel, Graviant, 2011. ESSEON-R: Experimentele Schaal voor de beoordeling van het Sociaal Emotionele Ontwikkelingsniveau, 2011.
6.
Opmerkingen De SEO-R is opgebouwd uit dertien schalen die de verschillende sociaal-emotionele ontwikkelingsdomeinen representeren, te weten: omgang met eigen lichaam, omgang met andere volwassenen, beleving van zichzelf, ontwikkelen van objectpermanentie, angsten, omgang met leeftijdsgenoten, omgang met materiaal, verbale communicatie, affectdifferentiatie, agressieregulatie, omgaan met vrije tijd, morele ontwikkeling en emotieregulatie. Gebaseerd op de SEO-R. Schaal waarmee het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau bepaald kan worden. De schaal kan een ontwikkelingsleeftijd die ligt tussen de 0 en 14 jaar vaststellen. Het gaat hierbij om kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking, een psychische ontwikkelingsachterstand, een ontwikkelingsstoornis of psychiatrische problematiek, een zintuiglijke of communicatieve beperking of schoolen leerproblemen.
Verslaglegging bijeenkomsten Commissie
De administratie van het SWV in afstemming net de voorzitter van de commissie levert voor iedere vergadering een overzicht aan met de te behandelen dossiers. Tijdens het overleg wordt het besluit van de Commissie per dossier geadministreerd en wordt de argumentatie die ten grondslag ligt aan het besluit genotuleerd. De notulen worden in de eerst volgende vergadering besproken en geaccordeerd. Na afloop van de bespreking wordt 1 kopie van het dossier gearchiveerd bij het secretariaat van de Commissie en minimaal 5 jaar bewaard. De aanmeldende school is verantwoordelijk voor de overdracht van het leerlingdossier naar de toelatende school.
8
7.
Criteria voor aanvragen Toelaatbaarheidsverklaringen VSO
Voorafgaande aan de procedure van toewijzing wordt gekeken naar de inzet van de basisondersteuning. Met andere woorden, heeft de school voldoende gedaan om de leerling in het primaire proces te ondersteunen. er dient te worden aangetoond dat de noodzakelijke en aangegeven middelen die beschikbaar zijn in de school doelmatig zijn ingezet; een psychodiagnostisch onderzoek kan ondersteunend zijn ten aanzien van het bepalen en formuleren van de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften; de leerling is in het zorg- en adviesteam van de school besproken, er is gewerkt met ontwikkelingsperspectieven en deze zijn recentelijk geëvalueerd en besproken met ouders en opgenomen in het leerlingdossier; er is steeds gewerkt vanuit een integrale benadering waarbij de leefwerelden school, gezin en eventueel vrije tijd steeds zijn betrokken; de school motiveert op grond van alle gegevens, zoals leerlingkenmerken, gegevens testen en toetsen, ontwikkeling, communicatie met ouders en eventueel externen tot de conclusie gekomen dat de school, binnen de extra ondersteuning, niet in voldoende mate tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Leerlingen komen in aanmerking voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, wanneer sprake is van dermate ernstige problematiek, dat het niet mogelijk is de noodzakelijke ondersteuning in het regulier onderwijs of in tijdelijke arrangementen te bieden. De mogelijkheden zoals geschetst in het School Ondersteuningsprofiel (SOP) van de school bieden hiervoor de basis. Niet de stoornis of de beperking is hierbij bepalend, maar: A. De ernst van de beperking in de onderwijsparticipatie B. De handelingsverlegenheid in het regulier onderwijs LG-ondersteuning Voor de beoordeling van aanvragen toelaatbaarheidsverklaringen betrekking hebbend op LGproblematiek wordt op grond van de medische documenten opgenomen in het dossier een besluit genomen. Bovenstaande informatie is verwoord in het leerlingdossier waarbij het Ontwikkelingsperspectief de basis biedt. De Commissie van Advisering en Toewijzing doet onderzoek naar de beperkingen en mogelijkheden en stelt een deskundigenadvies op. Indien positief wordt geadviseerd geeft de Commissie een Toelaatbaarheidsverklaring af geldig voor 2 jaar. Er kan sprake zijn van een beperking tot participatie in het onderwijs wanneer er sprake is van een ernstige leerachterstand of ontwikkelingsachterstand, een laag IQ, een zeer geringe (sociale) redzaamheid, structureel schoolverzuim, ernstige problemen in het gedrag en ernstige motorische problematiek. Verkorte route toelaatbaarheid en vereenvoudigde procedure VSO Criteria en procedure bij Ernstig Meervoudig Beperkte (EMB) leerlingen in lijn met de motie Elias. Het gaat hierbij om kinderen met:
9
Een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige senso-motorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan) een matige verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen een matige verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen. Het samenwerkingsverband heeft een vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van de toelaatbaarheid van EMB leerlingen vastgesteld, die inhoudt dat toelaatbaarheidverklaringen voor EMB leerlingen zoals beschreven eenmalig worden afgegeven en vervolgens geldig zijn gedurende het hele verblijf op het VSO. Wanneer er sprake is van (terug) plaatsing van vso naar (regulier) vo: Bij de terugplaatsing van leerlingen van het vso naar het vo wordt de volgende routing gevolgd: De school van vso evalueert het OPP met de ouders van de leerling Op basis van de ontwikkeling van de leerling motiveert de vso school de mogelijkheid tot uitstroom naar regulier onderwijs De aanmelding vindt plaats d.m.v. een gestandaardiseerd aanmeldingsformulier voorzien van het nummer van het SWV en gaat gepaard met een compleet dossier (zie paragraaf 4 blz. 6 “Inhoud dossier”). Het aanmeldingsformulier is te downloaden van de website van het SWV (www.SWVvoNO-Overijssel.nl) Het secretariaat van het SWV verzorgt de administratieve organisatie van de commissie en controleert het dossier na binnenkomst op volledigheid. Eventueel neemt het secretariaat contact op met de aanmeldende vso-school en/of ouders om het dossier te completeren Een binnengekomen aanvraag wordt schriftelijk bevestigd naar ouders en naar de aanmeldende vso school. In deze bevestiging worden de ouders/verzorgers en de vsoschool van herkomst uitgenodigd voor de bijeenkomst van de Commissie waarin de toelaatbaarheid van het kind / de leerling tot het vo wordt besproken Het dossier wordt in de Commissie van Advisering en Toewijzing besproken en van een voorlopig advies voorzien De Commissie geeft een voorlopige toelaatbaarheidsverklaring voor 1 jaar af; de leerling blijft ingeschreven op de vso-school. De vso-school en de plaatsende vo school stellen een financiële regeling op waarbij het principe wordt gehanteerd: “Geld volgt leerling” De vo-school evalueert 6 maanden na plaatsing in goed overleg met de vso-school van herkomst het OPP en rapporteert naar de Commissie. De Commissie van Advisering en Toewijzing beoordeelt of de toelaatbaarheidsverklaring definitief ingetrokken kan worden. Aanvraag extra zorg voor leerlingen die in aanmerking komen voor compensatieregeling AWBZ schooljaar 2014/2015 Voor toekenning van extra zorg komen leerlingen in aanmerking:
10
A.
B.
C.
Wanneer een leerling op school behoefte heeft aan een x-aantal uren persoonlijke verzorging (PV) verpleging (VP) en/of begeleiding (BG) brengt de school dat per categorie (PV< VP< BG) in kaart. Voor de uren die de school niet volledig kan leveren, klopt zij aan bij de ouders om gebruik te maken van de richtlijn “afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs“ (2004). Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze aanvraag in behandeling nemen, of het Bureau Jeugdzorg (als het gaat om een kind met een psychiatrische stoornis). Het indicatieorgaan AWBZ (CIZ of BJZ) indiceert vervolgens (de totale zorgbehoefte 24/7) en is verplicht op het indicatiebesluit expliciet aan te geven hoeveel uren persoonlijke verzorging, verpleging en/of begeleiding er ten behoeve van inzet op school nodig zijn. Bij een negatieve AWBZ-indicatie of een indicatie voor minder uren dan door de school benodigd (zoals vastgesteld onder A), kan de school zich wenden tot het samenwerkingsverband (de Commissie van Advisering en Toewijzing) met een vraag naar middelen voor extra zorg voor 2, 4 of 6 uur per week. (€ 3.000, € 6.000, of € 9.000). De school onderbouwt daarbij de noodzaak voor de gevraagde omvang van de benodigde middelen.
Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert de Commissie van Advisering en Toewijzing de volgende criteria: 1. Een school kan per leerling slechts één aanvraag indienen (voor een heel schooljaar, dan wel voor de periode vanaf 1 januari tot aan 1 augustus van datzelfde schooljaar). 2. Een school betrekt in ieder geval de ouders van de leerling, de ambulant begeleider of de commissie van begeleiding bij de aanvraag. Als een leerling in een instelling woont, wordt een vertegenwoordiger van de instelling bij de aanvraag betrokken. 3. Voor elke leerling met een behoefte aan extra zorg kan de vergoeding worden aangevraagd ongeacht de school(soort) waar de leerling verblijft. De school toont aan: a. dat de leerling meer zorg nodig heeft dan de school redelijkerwijs kan bieden en b. dat die zorg meer is dan het aantal uren AWBZ-zorg dat ten behoeve van inzet op school is opgenomen in het AWBZ-indicatiebesluit van het kind. D.
Per schooljaar worden twee momenten voor toekenning gehanteerd. Aanvragen voor een schooljaar worden ingediend voor 1 september en uiterlijk 1 oktober beoordeeld. Aanvragen voor de tweede helft van het schooljaar worden voor 1 januari ingediend en uiterlijk 1 februari beoordeeld.
8.
Bezwaarprocedure Commissie van Advisering en Toewijzing Noord Oost Overijssel
Ouders en aanmeldende school kunnen een bezwaar indienen tegen het besluit van de Commissie. Daarbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd: 1. De Commissie informeert de ouders/verzorgers en aanmeldende school (so / sbao of vo/vso) schriftelijk binnen 1 week na behandeling van het dossier 2. Ouders/verzorgers en aanmeldende school kunnen de Commissie vragen hun advies te heroverwegen op basis van nieuw aangereikte (schriftelijke) gegevens 3. De Commissie heroverweegt het advies wanneer er relevante nieuwe gegevens zijn aangereikt 11
4. Ouders/verzorgers en aanmeldende school worden uiterlijk 1 week na de heroverweging schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomst 5. De ouders/verzorgers en de school kunnen binnen 2 weken schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het (nieuw) uitgebrachte besluit 6. Ouders/verzorgers en/of de school worden uitgenodigd om hun bezwaar mondeling toe te lichten bij (een delegatie van) de Commissie. Tijdens het gesprek wordt op basis van nieuwe relevante gegevens het oorspronkelijk besluit heroverwogen 7. Om een dossier te completeren waardoor de Commissie in staat wordt gesteld een besluit op te stellen kan in overleg met ouders/verzorgers en basisschool besloten worden tot aanvullend onderzoek. De uitslag van dit onderzoek wordt betrokken in de definitieve besluitvorming. De uitslag is bindend. 8. Wanneer ouders/verzorgers alsnog niet kunnen instemmen met het besluit van de Commissie is het mogelijk het bezwaar in te dienen bij de “landelijke geschillencommissie passend onderwijs” waar het SWV bij aangesloten is (zie bijlage “werkwijze landelijke geschillencommissie”).
9.
Positie ouders
Wanneer er sprake is van verwijzing naar het vso worden de ouders/verzorgers door de school van inschrijving op de hoogte gebracht van de procedure voor de aanmelding toelaatbaarheidsverklaring tot het vso. De ouders/verzorgers van de leerling waar een toelaatbaarheidsverklaring voor aangevraagd worden gezien als partners van de commissie. Zij worden betrokken bij de aanvraag en door de commissie uitgenodigd wanneer de toelaatbaarheid tot het vso van hun kind wordt besproken. De ouders/verzorgers worden binnen 5 werkdagen nadat het dossier door de commissie is behandeld schriftelijk op de hoogte gebracht van de uitkomst van de aanvraag van de toelaatbaarheid tot het vso. Ouders/verzorgers kunnen in overleg met de school van inschrijving de commissie vragen het besluit te heroverwegen wanneer er aanvullende en relevante gegevens ingebracht kunnen worden. Ouders/verzorgers worden uiterlijk na 5 werkdagen schriftelijk op de hoogte gebracht van de uitkomst van deze heroverweging. Vervolgens kunnen ouders/verzorgers binnen 2 weken schriftelijk bezwaar indienen bij de commissie en worden zij uitgenodigd om het bezwaar mondeling toe te lichten. Wanneer de ouders/verzorgers alsnog bezwaar blijven maken tegen het uiteindelijk besluit kunnen zij zich wenden tot de landelijke adviescommissie waar het SWV bij aangesloten is. Ouders kunnen de commissie ook vragen om advies.
10.
Monitorfunctie
De centrale monitoringstaak van de commissie heeft tot doel de kwaliteit van de ingezette lichte hulp op de reguliere vo-scholen te volgen en met de geïnventariseerde data de financiën te kunnen verantwoorden naar het ministerie. De monitoring van de afgegeven individuele toelaatbaarheidsverklaringen is er op gericht de kwaliteit van de ingezette zware hulp op de vso-scholen te volgen en met de geïnventariseerde data naar het ministerie de financiën te kunnen verantwoorden. 12
a.
Centrale monitoring
De monitoring wordt eens per jaar in de periode september/oktober uitgezet over het achterliggend cursusjaar door gebruik te maken van een standaard (nog te ontwikkelen) format. De opbrengsten van de inzet van het format geven o.a. een beeld van: Het aantal leerlingen dat op de vo-scholen wordt begeleid met een ontwikkelingsperspectief Welke ondersteuningsactiviteiten voor de leerlingen met een ontwikkelingsperspectief worden ingezet Het effect van de ingezette middelen Het aantal uitstromende leerlingen naar vo, vso, tussentijdse arrangementen De ambitie van de school voor aankomend cursusjaar.
b.
Monitoring toelaatbaarheidsverklaringen
De monitoring van de toelaatbaarheidsverklaringen wordt tweemaal per jaar in de maanden januari en juni uitgezet in het lopende cursusjaar door gebruik te maken van een standaard (nog te ontwikkelen) format. De opbrengsten van de inzet van het format geven o.a. een beeld van de opbrengsten van de ingezette ondersteuningsactiviteiten op leerlingniveau in de vorm van een evaluatie van het OPP. Het resultaat van de monitoring wordt in een jaarverslag in oktober van ieder jaar gepresenteerd aan het Dagelijks Bestuur van het SWV.
Commissie van Advisering en Toewijzing Samenwerkingsverband Noord Oost Overijssel 2307 April 2014
13