1/8
Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 14/2015 van 23 april 2015
Betreft: Machtigingsaanvraag van de gemeente Evere om vanwege de Directie Inschrijving Voertuigen (hierna de "DIV") de elektronische mededeling te bekomen van persoonsgegevens teneinde overtreders van de gemeentelijke reglementen of ordonnanties te identificeren en te sanctioneren (AF-MA-2014-060)
Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met
betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015 Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 17/03/2015; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 23 april 2015, na beraadslaging, als volgt:
.
Beraadslaging FO 14 /2015 - 2/8
I.
ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG 1. De aanvrager wenst van de DIV elektronisch de mededeling te verkrijgen van persoonsgegevens teneinde overtreders van de gemeentelijke reglementen of ordonnanties te identificeren en te sanctioneren. Deze doorgifte van gegevens door de DIV zou plaatsvinden via het netwerk van de Kruispuntbank van de voertuigen (hierna "KBV")1. 2. De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna de "wet van 24 juni 2013") is een kaderwet die de gemeenten toelaat enerzijds de overtredingen te sanctioneren die zij zelf in hun reglementen en ordonnanties hebben gedefinieerd als overlast en anderzijds de door de wetgever opgesomde gemengde inbreuken, m.a.w. de inbreuken die zowel strafrechtelijk als administratief kunnen bestraft worden. 3. Artikel 25 van de wet van 24 juni 2013 stelt "De sanctionerend ambtenaar heeft in het kader
van de uitoefening van zijn bevoegdheden, toegang tot de hiervoor pertinente gegevens van het Rijksregister en van de Directie Inschrijvingen van Voertuigen, op voorwaarde dat hij voorafgaand een machtiging verkregen heeft, respectievelijk van het Sectoraal Comité van het Rijksregister en van het Sectoraal Comité voor de Federale Overheid". II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. B EVOEGDHEID VAN HET COMITE 4. De elektronische gegevensmededeling als bedoeld in de aanvraag zal afkomstig zijn van de DIV. Gelet op artikel 36bis WVP en artikel 18 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van een Kruispuntbank van de Voertuigen, is het Comité derhalve bevoegd. B. TEN GRONDE 1. Finaliteitsbeginsel 5. De aanvrager verklaart dat de ingezamelde gegevens bestemd zijn om de auteurs van inbreuken op de gemeentelijke reglementen en ordonnanties te identificeren en de sanctioneren aan de hand van hun kentekenplaten. Hij wenst aldus enerzijds de inbreuken
1
Ingevolge de uitwerking en de inwerkingtreding van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen gebeuren al deze gegevensuitwisselingen via de KBV conform artikel 8 van deze wet die expliciet bepaalt "De Kruispuntbank houdt het repertorium van de voertuigen bij zoals bepaald in de artikelen 6, 7, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen".
Beraadslaging FO 14 /2015 - 3/8
te sanctioneren die hij zelf in zijn gemeentelijke reglementen en ordonnanties als overlast heeft gedefinieerd (artikel 2 van de wet van 24 juni 2013) en anderzijds, de gemengde inbreuken opgesomd in artikel 3 van de wet van 24 juni 2013. 6. Het Comité stelt vast dat de gegevens zullen gebruikt worden door de sanctionerende ambtenaar en zijn afgevaardigden, krachtens artikel 25 van de wet van 24 juni 2013 zodat hij de administratieve sanctie kan opleggen. 7. De sanctionerend ambtenaar, aangeduid door de Gemeenteraad, is de persoon die belast is met het opleggen van de administratieve geldboete, met de bemiddeling of het voorstellen van gemeenschapsdienst (artikel 6 van de wet van 24 juni 2013). Een koninklijk besluit stelde zopas de de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van deze sanctionerend ambtenaar vast2. 8. Het Comité stelt vast dat:
wat betreft de doeleinden waarvoor de DIV deze persoonsgegevens verzamelt en verwerkt , bepaalt de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen in haar artikel 5: "De Kruispuntbank heeft tot doel om enerzijds de opspoorbaarheid van voertuigen te waarborgen (…) en anderzijds om op elk ogenblik de eigenaar ervan, de aanvrager en de titularis van hun inschrijving te identificeren, alsook de gegevens betreffende hun goedkeuring te achterhalen teneinde : (…) 11° het opleggen van administratieve sancties mogelijk te maken";
artikel 25 van de wet van 24 juni 2013 verduidelijkt dat de sanctionerend ambtenaar in het kader van de uitoefening van zijn bevoegdheden, toegang heeft tot de hiervoor pertinente gegevens van de Directie Inschrijvingen van Voertuigen, op voorwaarde dat hij voorafgaand een machtiging verkregen heeft van het Sectoraal Comité voor de Federale Overheid;
9. Gelet op wat voorafgaat, besluit het Comité dan ook dat de door de aanvrager beoogde doeleinden welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn als bedoeld in artikel 4, §1, 2° van de WVP en dat de verwerking toelaatbaar is op grond van artikel 5 c) van de WVP. Het Comité herinnert eraan dat de gevraagde gegevens enkel voor deze doeleinden mogen worden verwerkt.
2
Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
Beraadslaging FO 14 /2015 - 4/8
2. Proportionaliteitsbeginsel
2.1. Aard van de gegevens 10. De aanvrager vraagt toegang tot de volgende gegevens van het door de DIV gehouden repertorium van de voertuigen:
de naam en voornaam van de houder van de kentekenplaat;
het adres van de houder van de kentekenplaat;
het rijksregisternummer van de houder van de kentekenplaat;
de taal van de houder van de kentekenplaat;
de status van de kentekenplaat;
het merk en type van het voertuig.
11. De eerste vier gegevens zijn voor de aanvrager noodzakelijk om de overtreders te identificeren, hen te contacteren en een proces-verbaal op te stellen. 12. Wat het identificatienummer van het Rijksregister betreft is de gemeente Evere op basis van het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 waarbij de gemeentelijke administraties
gemachtigd worden om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken reeds gemachtigd om dit te gebruiken voor het intern beheer van bestanden en verwerkingen die zij dienen uit te voeren ingevolge wettelijke verplichtingen alsook voor de gegevensuitwisseling met de openbare besturen en de instellingen die gemachtigd zijn om het rijksregisternummer te gebruiken. Zij is eveneens gemachtigd om de databank van het Rijksregister te raadplegen. De aanvrager verduidelijkt dat dit nummer de sanctionerend ambtenaar via een raadpleging van de databank zal toelaten eventueel het actuele adres op te sporen van de houder van de kentekenplaat en fouten ingevolge homonymie te vermijden. Het Comité vestigt de aandacht van de aanvrager op het feit dat een toegang door gemeenteambtenaren tot de databank van het Rijksregister en een raadpleging van de informatiegegevens die zij bevat of van sommige hiervan, slechts mogelijk is binnen de beperkingen die vastgelegd werden door of krachtens een wet met inbegrip, indien vereist, van de machtigingen van het Sectoraal comité van het Rijksregister die een dergelijke toegang regelen3. 13. De gegevens "status van een kentekenplaat" en "merk en type van het voertuig", zullen de aanvrager toelaten de gegrondheid van een verdediging te controleren (diefstal, verlies,
3
De gemeente Evere kan overigens een aanvraag indienen voor toetreding tot de algemene machtiging van het Sectoraal comité van het Rijksregister nr. 13/2013 van 13 februari 2013
Beraadslaging FO 14 /2015 - 5/8
vervalsing van kentekenplaat) en te vermijden dat de vroegere houder van een kentekenplaat onterecht wordt gestraft. 14. In het licht van de in de punten 9 en volgende beschreven doeleinden, besluit het Comité dat de door de aanvrager gevraagde gegevens conform artikel 4, § 1, 3° van de WVP zijn. 15. Bovendien vestigt het Comité er de aandacht op dat de ingezamelde gegevens dienen beschouwd te worden als gerechtelijke gegevens zoals bedoeld in de WVP (artikel 8), wanneer zij worden verzameld of verwerkt voor het inleiden van een rechtszaak, aanleiding kunnen geven tot administratieve sancties of betrekking hebben op de verdenking van inbreuken. 16. Er wordt bijgevolg aan herinnerd dat de begunstigden van onderhavige machtiging de bijzondere voorwaarden voor dergelijke verwerkingen dienen na te leven. Deze voorwaarden staan vermeld in artikel 25 van het KB van 13 februari 2001 ter uitvoering van de WVP.
2.2. Bewaringstermijn van de gegevens 17. De aanvrager wenst de gegevens te bewaren gedurende een periode van vijf jaar. Hij rechtvaardigt deze termijn met te verwijzen naar de verjaringstermijn voor administratieve boetes die, conform artikel 43 van de wet van 24 juni 2013, vijf jaar bedraagt. 18. Het Comité oordeelt dat de bewaringstermijn passend is in het licht van artikel 4, § 1, 5°, WVP. Het Comité merkt eveneens op dat in de praktijk een onderscheid dient gemaakt te worden tussen verschillende bewaringsmethoden in de tijd. De behandeling van een lopend dossier vereist een zodanige bewaringswijze dat de gegevens beschikbaar en toegankelijk zijn voor de ambtenaren die belast zijn met het dossierbeheer. Zodra een dossier kan worden gearchiveerd dient de gekozen bewaringswijze nog slechts een beperkte toegang en beschikbaarheid aan de gegevens te verlenen. Zodra de bewaring niet langer nuttig is mogen de gegevens niet langer bewaard worden in een vorm die identificatie van de betrokkenen toelaat.
2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 19. De aanvrager vraagt een permanente toegang tot de gevraagde gegevens. 20. Aangezien de aanvrager dagelijks in staat moet zijn om de auteurs van inbreuken te identificeren, hen te contacteren en een administratieve boete op te leggen, oordeelt het
Beraadslaging FO 14 /2015 - 6/8
Comité dat een permanente elektronische doorgifte gerechtvaardigd is in het licht van artikel 4, § 1, 3° van de WVP. 21. De aanvrager wenst een elektronische doorgifte voor onbepaalde duur. Het Comité stelt vast dat de doeleinden waarvoor de aanvrager de mededeling vraagt van deze gegevens, niet beperkt zijn in de tijd en dat bijgevolg een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4, § 1, 3° van de WVP). 22. Het Comité verduidelijkt evenwel dat de machtiging slechts geldig is zolang geen algemene machtiging ter zake wordt verleend waartoe de aanvrager zal verzocht worden zich binnen een redelijke termijn aan te sluiten.
2.4. Bestemmelingen en/of derden aan wie de gegevens worden meegedeeld 23. De aanvrager verklaarde dat de gegevens uitsluitend intern zullen gebruikt worden door de sanctionerend ambtenaar alsook door de personen van de dienst administratieve sancties die belast zijn met de administratieve opvolging van de dossiers. 24. Het Comité stelt vast dat deze personen conform artikel 25, § 1, 1ste lid van de wet van 24 juni 2013 gemachtigd zijn dergelijke gegevens te verwerken. Het heeft derhalve geen enkel bezwaar dat de voormelde personen toegang krijgen tot de relevante gegevens binnen de beperkingen van de bevoegdheden die hen werden toevertrouwd door de reglementering en op voorwaarde dat zij door een wettelijke, statutaire of contractuele verplichting gehouden zijn tot het bewaren van de vertrouwelijkheid van de gegevens. 25. Het Comité dringt er evenwel op aan dat de sanctionerend ambtenaar, in zijn hoedanigheid van gemachtigde instantie in het licht van artikel 25, § 1, 1ste lid van de wet van 24 juni 2013, verantwoordelijk blijft voor het correct gebruik van de machtiging. Dit betekent dat hij erover moet waken dat de personen van de dienst administratieve sancties die belast zijn met de administratieve opvolging van de dossiers enkel gebruik maken van de toegang binnen de beperkingen van de verleende machtiging. Het Comité verzoekt de aanvrager een lijst bij te houden van de personen die toegang hebben tot de in de machtiging bedoelde gegevens. 26. De aanvrager meldt dat de gegevens met betrekking tot de gemengde inbreuken ook zullen worden doorgegeven aan de Procureurs des Konings zoals bepaald in artikel 22 van de wet SAC. Het Comité neemt hiervan akte.
Beraadslaging FO 14 /2015 - 7/8
3. Transparantiebeginsel 27. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke gegevensverwerking een verwerking is die op transparante wijze plaatsvindt. De verplichte kennisgeving in de zin van artikel 9, § 2 van de WVP vormt een van de hoekstenen van een transparante verwerking. 28. In onderhavig geval zullen de geplande gegevensverwerkingen evenwel uitgevoerd worden krachtens een bepaling voorgeschreven door of krachtens een wet. Overeenkomstig artikel 9, § 2, tweede lid b) van de WVP is in dit geval een vrijstelling van toepassing. Deze vrijstelling belet evenwel niet dat het Comité zich kan vergewissen van het bestaan van passende waarborgen voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen. 29. Het Comité beveelt aan dat algemene informatie aan de betrokkenen zou verstrekt worden via bijvoorbeeld de website van de DIV 4, de website van de aanvrager en/of via het procesverbaal. 4. Veiligheid
4.1. Op het niveau van de aanvrager 30. De aanvrager deelde in zijn aanvraag mee dat hij de evaluatievragenlijst i.v.m. de consulent inzake informatiebeveiliging alsook de conformiteitsverklaring met betrekking tot de informatiebeveiliging later zou opsturen. 31. Het Comité neemt hiervan akte maar kan in die omstandigheden slechts een machtiging verlenen onder de opschortende voorwaarde van ontvangst en goedkeuring van deze documenten.
4.2. Op het niveau van de DIV 32. Uit de documenten waarover het Comité beschikt blijkt dat de DIV over een consulent inzake informatiebeveiliging alsook over een veiligheidsbeleid beschikt.
4
http://www.mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/inschrijving/gegevensuitwisseling/
Beraadslaging FO 14 /2015 - 8/8
OM DEZE REDENEN Het Comité machtigt de aanvrager om onder de in onderhavige machtiging bepaalde voorwaarden en zo lang deze worden nageleefd, de elektronische mededeling te krijgen van de gevraagde gegevens, onder de opschortende voorwaarde van de ontvangst van de evaluatievragenlijst i.v.m. de consulent inzake informatiebeveiliging alsook de conformiteitsverklaring met betrekking tot de informatiebeveiliging en een positieve beoordeling van het Comité aangaande deze elementen. Deze machtiging is slechts geldig zolang het Comité geen algemene machtiging ter zake heeft goedgekeurd waartoe de aanvrager zich binnen een redelijke termijn zal kunnen aansluiten. bepaalt, zonder afbreuk te doen aan de voormelde opschortende voorwaarde, zich het recht voor te behouden in voorkomend geval en op geregelde tijdstippen in de toekomst de effectieve en duurzame uitvoering te controleren van de technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen conform de stand van de techniek en van aard om de aanwezige risico's adequaat te dekken gedurende de volledige duur van de machtiging. In dit verband beveelt het Comité de aanvrager/partijen iedere relevante wijziging in de beveiliging van de toegelaten verwerkingen ter kennis te brengen van het Comité. Voor de Wnd. Administrateur, afw.
De Voorzitter,
(get.) An Machtens
Stefan Verschuere
Wnd. Afdelingshoofd ORM