AG Employee Benefits
Rainbowfondsen Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten 30/06/2015
Inleiding Het tweede kwartaal werd gekenmerkt door negatieve rendementen voor het merendeel van de activaklassen, met als uitsmijter in Europa het afkondigen van een referendum in Griekenland, twee dagen voor het einde van juni. De Europese Centrale Bank (ECB) herbevestigde haar bereidheid de steunmaatregelen uit te voeren tot september 2016 en langer indien nodig. In de Verenigde Staten trekt de conjunctuur na een tegenvallend eerste kwartaal t.g.v. de strenge winter opnieuw aan. De hamvraag daar blijft wanneer de Amerikaanse Centrale Bank een eerste renteverhoging zal doorvoeren. Binnen emerging markets blijft het een gemengd beeld met vertragende (China), recessieve (Rusland, Brazilië) en aantrekkende (Indië) economische cycli. Na maanden onderhandelen besloot premier Tsipras de Griekse bevolking te raadplegen i.v.m. de voorgestelde besparingen. Het referendum ging dus niet over het verlaten van de Eurozone. 61% van de Grieken sprak zich uit tegen deze maatregelen. Het gevolg was een toename in volatiliteit op de financiële markten. De ECB hield de Griekse bankensector overeind met een Emergency Liquidity Assistance (ELA) van ongeveer 89 miljard euro. Kapitaalcontroles werden ingevoerd en dagelijkse afnames in cash werden beperkt. In het Verenigd Koninkrijk heeft de conservatieve partij van huidig premier Cameron de verkiezingen gewonnen. Ze heeft zelfs een volledige meerderheid. Dit betekent dat het geplande referendum over EU-lidmaatschap wel degelijk zal plaatsvinden voor eind 2017, maar ook dat de besparingen van de voorbije jaren onverminderd zullen doorgaan. De markten reageerden alvast gunstig op de verkiezingsuitslag. De groei in de VS tijdens het eerste kwartaal was zwak door de weersomstandigheden, de duurdere dollar en een staking in de haven aan de westkust. Het IMF verlaagde haar groeiverwachtingen voor de VS en adviseerde zelfs om een eerste renteverhoging pas door te voeren vanaf 2016. In haar persconferentie na de vergadering in juni bleef Janet Yellen, voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank, ervan uitgaan dat een eerste renteverhoging zal doorgevoerd worden in 2015. De data blijven allesbepalend en men kan stellen dat het beeld eerder gemengd blijft. De arbeidsmarkt blijft positief evolueren maar de PCE deflator (de favoriete maatstaf voor inflatie van de Federal Reserve) blijft onder de vooropgestelde verwachtingen. De sterkere dollar drukt de export naar Europa en een vertragende globale economische cyclus (China) pleit momenteel ook niet voor een forse renteverhoging. Om de Chinese groei verder te ondersteunen, verlaagde de Centrale Bank van de Republiek China (PBoC) de minimale eigen inbreng voor de aankoop van een tweede woning, en verlaagde zij opnieuw de korte termijnrente en de minimaal aan te houden reserves voor banken bij de PBoC. Desondanks groeide de winst in de industriële Chinese sector met amper 0,6%. Het vertrouwen van de aankoopdirecteuren daalde zelfs opnieuw, wat een verdere vertraging van het bbp laat vermoeden. In Brazilië staat president Rousseff steeds meer onder druk door de krimpende economische groei en corruptieschandalen. De Russische economie gaat gebukt onder de lage olie- en gasprijzen in combinatie met de handelsbeperkingen die worden opgelegd door Europa en de VS. Enig lichtpunt lijkt de Indische economie die de vruchten begint te plukken van een reeks doorgevoerde ‘liberaliserende’ maatregelen. Uiteraard hadden Europese aandelenmarkten reeds een mooie rally achter de rug en was een terugval niet uitgesloten. Hierdoor viel de waardering opnieuw terug tot het lange termijn gemiddelde tegenover Amerikaanse aandelen die al geruime tijd boven hun langetermijngemiddelde noteren. Aandelen uit de globale opkomende landen noteren onder dat langetermijngemiddelde, maar men dient rekening te houden met grote regionale verschillen. Rendementen op de obligatiemarkten blijven laag door de zoektocht naar rendement en
AG Employee Benefits anderzijds door de tussenkomsten vanwege de centrale banken. Een eerste renteverhoging in de VS zal ook wegen op financieringskosten voor bedrijven en overheden uit de emerging markets.
Obligaties: Van toepassing op Rainbow Indigo, Green en Orange (strategische fondsen World) en op Rainbow Blue (Bonds World) Obligaties uit de eurozone: De rendementen voor Europese overheidsobligaties waren eind juni negatief (-1,34%) door de verhoogde volatiliteit t.g.v. de onzekere uitkomst van de onderhandelingen tussen de Europese instellingen en de Griekse regering. Ook bedrijfsobligaties werden getroffen door de stijgende spreads en klokten op het einde van het tweede kwartaal af op een jaarrendement van – 1,58%. High yield obligaties konden de schade beperken en boden eind juni een vergoeding van 1,31%. Obligaties uit de Europese groeilanden (emerging markets) deden nog iets beter en bieden een return van 1,42% op jaarbasis. De Eonia-Index daalde opnieuw lichtjes waardoor het rendement na het eerste semester terugvalt tot -0,03%.
Insight leverde een outperformance tegenover de benchmark, maar het reële rendement bleef negatief. Het duratiebeheer zorgde opnieuw voor een positieve bijdrage door short te blijven op Duitse overheidsobligaties. De curvepositionering was negatief maar werd deels opgevangen door de geografische blootstellingen (onderwegen van Europese perifere overheidsobligaties), de allocatie naar high yield en inflatie gelinkte obligaties. De emerging markets posities droegen negatief bij over het tweede kwartaal.
HSBC bleef in het tweede kwartaal achter op zijn benchmark. De volatiliteit t.g.v. Griekenland had eveneens zijn weerslag op de markt van bedrijfskredieten. De beheerder verhoogde de cashpositie alsook de allocatie naar overheidsobligaties. Hoewel het fonds overwogen blijft op verzekeraars werd dit wat afgebouwd in afwachting van nieuwe emissies in september en een gunstiger instapmoment bij een (tijdelijke) Griekse oplossing. High yield en niet-Europese obligaties (Zwitserland, Groot-Brittannië) blijven overwogen ten nadele van banken en Europese perifere obligaties.
Pioneer had in het tweede kwartaal te lijden onder het rendement van zijn core strategie die de benchmark dient te repliceren. Dit mandaat bestaat uit 19 compartimenten die elk een positieve bijdrage dienen te leveren over een volledige marktcyclus. Het merendeel van deze alpha buckets leverden een positieve bijdrage waaronder wisselkoers, sovereign spreads, relative value, trend en quant, maar deze waren onvoldoende om in het tweede kwartaal een meerrendement neer te zetten. Het moet gezegd worden dat de beheerder meerdere malen een positie diende af te sluiten, door de volatiliteit die een stop loss in werking stelt, die de juiste bleek te zijn bij het dalen van diezelfde volatiliteit.
Wellington bleef in het tweede kwartaal licht achter op de benchmark. Het wisselkoersbeheer was een negatieve bijdrager door long posities in USD tegenover EUR en GBP. Ook de curvepositionering en het duratiebeheer (overweging Verenigd Koninkrijk) konden geen meerwaarde bieden over het tweede kwartaal. Positionering binnen bedrijfskredieten was neutraal dankzij het overwegen van o.a. covered bonds, industrials en financials. De kwantitatieve strategie was wel een pluspunt door long posities in de Vereningde Staten af te zetten tegen posities in Australië.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/06/2015
2
AG Employee Benefits Obligaties uit de wereldzone: Globale obligaties hebben kunnen genieten, net als in het eerste kwartaal, van het wisselkoerseffect tegenover de euro om op jaarbasis positieve rendementen voor te leggen. De globale index hedged biedt een rendement van -0,43% voor het eerste semester tegenover 5,26% voor diezelfde Barclays Capital Global Aggregate, maar dan niet gehedged. Ook bij bedrijfsobligaties merken we een gelijkaardig beeld op jaarbasis. Zo klokt de global corporate index af op 5,56% en de global high yield op 10,70%. Obligaties uit de opkomende landen laten eind juni een rendement van 10,22% optekenen. Tot slot dient nog vermeld te worden dat bij de globale beheerders in de loop van het tweede kwartaal het kortere duratiebeheer opgeheven werd waardoor looptijden boven de 10 jaar opnieuw opgenomen kunnen worden in de mandaten. Tevens werd door een wijziging van de portefeuillebeheerder bij PIMCO de helft van de activa van dat mandaat toegewezen aan het multi-manager Global Bond fund beheerd door Russell Investments. Beheerders globale obligaties:
Pimco bleef achter op de benchmark in het tweede kwartaal, maar levert nog steeds een outperformance op jaarbasis. Het duratiebeheer in Europa en emerging markets zorgde grotendeels voor de zwakkere prestatie, deels gecompenseerd in het Verenigd Koninkrijk. De allocatie naar financiële waarden en het onderwegen van nutsbedrijven was een positieve driver voor het rendement. De duratie in de Verenigde Staten werd verder verlaagd en er werden posities in Treasury Inflation Proteceted Securities (TIPS) genomen. De long USD positie werd behouden. De verbetering van de Amerikaanse huizenmarkt werd bespeeld door non agencies Mortgage-Backed Securities (MBS).
Standish had in het tweede kwartaal vooral te lijden onder de selectie Europese perifere overheidsobligaties, voornamelijk Italië en Spanje. Asset allocatie was neutraal, de positieve bijdrage van de overweging van TIPS werd tenietgedaan door de overweging naar high yield. Binnen het wisselkoersbeheer werd de USD overweging behouden ondanks de negatieve bijdrage over het kwartaal. Curvepositionering en duratiebeheer in de VS waren eveneens positieve bijdragers.
Loomis Sayles kende een licht positief kwartaal tegenover zijn benchmark, maar blijft op jaarbasis wegen op de het rendement van het globale obligatiefonds. Het meerrendement kwam vooral tot stand door de selectie bedrijfskredieten in energie, cyclische consumentengoederen, basic industry en bepaalde overheidsgerelateerde entiteiten. Curve- en duratiebeheer waren negatief door posities in Europa en werden deels opgevangen door blootstelling in de VS en de geografische overweging naar de VS ten nadele van Europa.
Alliance Bernstein presteerde licht onder de benchmark in het tweede kwartaal. De curvepositionering was negatief in Europa terwijl het duratiebeheer positief was in de VS maar negatief in de opkomende markten. Sectorale allocatie droeg bij tot het rendement dankzij covered bonds en tips. De selectie emittenten binnen de Europese overheidsobligaties viel negatief uit waardoor het positieve effect van US Mortgage-Backed Securities (MBS) en emerging markets bedrijfskredieten werd tenietgedaan. Het wisselkoersbeheer was licht negatief, grotendeels door een short GBP-positie, en de beheerder is nog steeds long USD weliswaar in mindere mate dan vorig jaar.
Russell Investments heeft een licht negatieve bijdrage over het tweede kwartaal. De beheerders Colchester (overheidsobligaties en wisselkoersbeheer) en Brookfield (securitized debt) leverden een positieve bijdrage. Deze was echter onvoldoende om het verlies van Loomis (bedrijfskredieten investment grade), PIMCO (macro sector rotatie), Bluebay ( geografische allocatie en tactische positionering binnen bedrijfskredieten) en Insight (macro sector rotatie) op te vangen.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/06/2015
3
AG Employee Benefits
Aandelen Van toepassing op Rainbow Indigo, Green en Orange (strategische fondsen World) en op Rainbow Red (Equity World). Aandelen uit de eurozone: Uiteraard hadden Europese aandelenmarkten al een mooie rally achter de rug en was een terugval niet uitgesloten. Door het afblazen van de onderhandelingen met de Europese instellingen (en te kiezen voor een referendum) deed de Griekse regering de markt in juni dalen met -3,94% waardoor het jaarrendement terugviel tot 12,82%. Ook aandelen uit de Europese opkomende landen werden getroffen en vielen eind juni terug tot 11,81%.
Financière de l’Echiquier kan een performance voorleggen die licht hoger ligt dan de benchmark voor het eerste semester. Deze beheerder heeft al lange tijd als thematiek de ‘globale’ consument en staat nog steeds achter deze visie met waarden als bv. Michelin, Starbucks of Cineworld. Ook de Europese heropleving maakt deel uit van de strategie met bedrijven die profiteren van de wisselkoers zoals Luxotica, Pearson of Safran. Tot slot zijn er ook rendementsaandelen zoals Scor of Veolia en waarden waarin de beheerder een grote convictie heeft voor de lange termijn (Visa, Prudential, Tencent). BNPPIP staat licht hoger dan zijn benchmark op het einde van het tweede kwartaal. De waarden die vorig jaar het rendement drukten (bv. Jeronimo Martins) beginnen het rendement positief te beïnvloeden. De aandelenselectie in de financiële en telecomsector waren eveneens positieve bijdragers, net als de participatie in de IPO van Aana. Net als het merendeel van de beheerders werden nutsbedrijven onderwogen door de onzekerheid i.v.m. het wettelijk kader en het defensieve karakter van de sector. BlackRock is na Invesco de best presterende beheerder binnen het Europese aandelenfonds. De heropleving van de Europese economie werd geïmplementeerd door het overwegen van transport, IT, bouwsector, vastgoed, infrastructuur en bepaalde financials ten nadele van nutsbedrijven en consumentengoederen met blootstelling naar opkomende landen. Ook sectoren waar momenteel overnames plaatsvinden, zoals gezondheidszorg en telecom, of bedrijven die genieten van de goedkope euro (media en materialen), werden opgenomen. Geografisch resulteerde dit in een overweging van Italië, Ierland en Portugal. Invesco, dat de economische heropleving in Europa blijft overwegen, is net als vorig jaar de best presterende beheerder binnen het Europese aandelenfonds. Dit komt uiteraard tot uiting door een overweging van de perifere markten (Portugal en Italië) ten nadele van Duitsland. Defensieve sectoren (consumentengoederen, gezondheidszorg en nutsbedrijven) werden onderwogen ten voordele van telecom, financials, energie, materialen en industriële waarden.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/06/2015
4
AG Employee Benefits Aandelen uit de wereldzone: Ook de globale markten bleven in het tweede kwartaal niet gespaard waardoor het rendement eind juni 11,46% bedroeg. Aandelen uit de opkomende markten daalden in lijn met de ‘developed’ markten en klokten op het einde van het tweede kwartaal af op 11,81%. Op jaarbasis zijn dit uiteraard nog steeds hoge rendementen, en de globale markten blijven ook genieten van het effect van de wisselkoers €/$.
AQR’s kwantitatief model kon geen meerrendement bieden tegenover de benchmark in het tweede kwartaal van 2015. Het model gaf positieve signalen voor waarderingen in Europa (negatief voor Canada en Azië) en de sentimentsindicator was positief voor Japan en Europa. Het merendeel van de underperformance werd gerealiseerd in de maand april, maar net als Fiera Capital blijft deze beheerder, die vorig jaar werd aangesteld, zowel op jaarbasis als sinds aanstelling een positieve bijdrage leveren aan het rendement van het globale aandelenfonds. Fiera Capital kende een underperformance tegenover de brede markt in het tweede kwartaal. Deze growth beheerder overwoog geografisch het VK, Zwitserland en Indië ten nadele van Duitsland, Canada en de VS. Sectoraal werden industriële waarden fors overwogen ten nadele van nutsbedrijven, energie en telecom. In het tweede kwartaal werd slechts één positie verkocht (Franklin Ressources) en één positie toegevoegd (Autozone). Sinds aanstelling vorig jaar levert het fonds wel een positieve bijdrage aan het rendement van het globale aandelenfonds. JP Morgan kon ook in het tweede kwartaal de brede markt niet overtreffen en is op jaarbasis de mindere beheerder van het globale aandelenfonds. De aandelenselectie in de energiesector en binnen financiële waarden (banken) was positief maar onvoldoende om de verliezen op te vangen van de blootstellingen in de transportsector, dienstensector en cyclische consumentengoederen. Regionaal was de positionering in het VK en Japan positief, en negatief vanuit de opkomende landen. Barrow Hanley kon in het tweede kwartaal een groot deel van zijn underperformance op jaarbasis terugschroeven. Deze value beheerder had dit te danken aan zijn overweging op financiële waarden die in het tweede kwartaal minder daalden dan de brede markt. Ook de overweging op industriële waarden en een lichtere overweging op materialen waren gunstig voor het rendement. Binnen dit mandaat worden ook globale aandelen opgenomen met een hoog dividendrendement die het op jaarbasis en in het tweede kwartaal dienden af te leggen tegen aandelen met een lager dividendrendement.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/06/2015
5
AG Employee Benefits
Rainbow Absolute Return Flexible Asset Allocation (RARFAA) Beleggingspolitiek RARFAA wil een meerwaarde realiseren door optimaal te profiteren van de opportuniteiten die zich voordoen op de financiële markten. De fondsbeheerder is volledig vrij om zelf te bepalen in welke mate hij belegt in aandelen, obligaties, beleggingen op korte termijn of in derivaten uitgegeven over alle sectoren en in alle regio’s. Risicoklasse
4
Over het tweede kwartaal werd een nieuwe strategie toegevoegd in het fonds. Deze strategie bestaat uit US High Yield obligaties unhedged beheerd door Neuberger Berman. Deze bieden een hogere vergoeding en een deelname in de stijging van de dollar tegenover de euro. Deze positie werd opgebouwd door Amerikaanse aandelen af te bouwen. Dankzij de defensieve positionering van het fonds kon men de terugval van het rendement beperken en op jaarbasis nog steeds een licht positieve vergoeding bieden van 0,46% eind juni. Het aandelencomponent is nog steeds overwogen in Europese aandelen dankzij de mandaten beheerd door BlackRock en Invesco. Het obligatiecomponent, dat werd aangevuld met US High Yield, is overwogen op Europese obligaties via de mandaten Insight en Pioneer Investments. Ook Pimco (global macro rotation) maakt deel uit van de fixed income beheerders.
Dit document is louter informatief en maakt geen deel uit van het verzekeringscontract. AG Insurance kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer sommige gegevens achterhaald zouden zijn. Rendementen die in het verleden verwezenlijkt zijn, zijn niet gewaarborgd voor de toekomst. Het financiële risico van deze beleggingsfondsen wordt door de verzekeringsnemer gedragen. Voor bijkomende informatie met betrekking tot voormelde fondsen verwijzen wij naar het beheersreglement dat gratis op eenvoudig verzoek te verkrijgen is bij AG Employee Benefits. AG Insurance nv – E. Jacqmainlaan 53, B-1000 Brussel – RPR Brussel – BTW BE 0404.494.849 – www.aginsurance.be Tel. +32(0)2 664 81 11 – Fax +32(0)2 664 81 50 Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder toezicht van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/06/2015
6