AANSL AG!
de
Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – Taxateur Jaargang 24, nummer 1 | 2014/2015
De fiscus viert!
Docenten over het thema:
Interviews met:
Verder:
MR. R.B.N. VAN OVOST MR. M.P.L. ADRIAANSEN
EY BDO
EEN BEZOEK AAN HET HOF VAN JUSTITIE LOF-CONGRES BORRELLEZING PRINSJESDAG
© 2014 EYGM Limited. All Rights Reserved.
ALS JIJ SUCCESVOL BENT, ZIJN WIJ HET OOK. Bij EY investeren we voortdurend in je ontwikkeling. We begeleiden en coachen je en zorgen ervoor dat je het beste uit jezelf haalt. Heel eerlijk: dat is in ons eigen belang. Want als jij beter wordt, worden wij dat ook. En kunnen we samen meer bereiken en onze klanten beter van dienst zijn. Wil je meer weten over werken bij een internationale organisatie als EY, kijk dan op: ey.nl/carriere facebook.com/EYNLcarriere twitter.com/werkenbijEY
deAANSL AG!
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Maak kennis met...
Thema-artikel
Door: Linda Wisse en Bilge Kucukali
Door Linda Wisse: tweedejaars student Fiscale Economie
“... de student-assistenten en het secretariaat”
“200 jaar Prinsjesdag, dat mag gevierd worden”
8
14 Docentartikel
Docentartikel Mr. M.P.L. Adriaansen
Mr. R.B.N. van Ovost
“Prinsjesdag: van Koning, prinsjes en Zwarte Piet”
“De fiscus viert!”
Wetenschappelijk medewerker FEI BV
Wetenschappelijk medewerker FEI BV
33
20 4 Redactioneel
27 Kennismakingsactiviteit
5 Van de Voorzitter
28 Borrellezing Prinsjesdag
6 Commissies 2014 /2015
31 LOF-Congres
8 Student-assistenten en secretariaat
33 Docentartikel mr. R.B.N. van Ovost
11 Aanmerkelijk Belang
34 Interview scriptieprijswinnaar
12 Foto’s Congres i.s.m. FEI BV
36 Foto’s Commissie-interesseborrel
13 Lid van Verdienste
37 Eerstejaars aan het woord & Prijsvraag
14 Thema-artikel
38 Speciaal Fiscaal
16 Startersinterview BDO
39 Almanak
17 De Tien
40 Uitwisseling Cindy Steentjes
18 Foto’s BBB en Eindactiviteit
41 Hof van Justitie
20 Docentartikel mr. M.P.L. Adriaansen
42 Foto’s 2014/2015
22 Fiscaliteit in Perspectief
44 De Stelling
23 Thuis bij…
46 Column Agnes Maasen
24 Kantoorinterview EY
46 Agenda
3
deAANSL AG!
De Aanslag is het verenigingsblad van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur en verschijnt vier keer per jaar. Dit jaar zal De Aanslag in digitale vorm verdergaan. Editie Jaargang 24 / Nummer 1 December 2014 Hoofd- en eindredactie Valérie Visser Redactie Artjom Bagramjan Bilge Kucukali Amarins Veringa Linda Wisse Met dank aan: De stellingdeelnemers Mr. M.P.L. Adriaansen Mr. R.B.N. van Ovost Remon Abadier Daan van Antwerpen Susan Saboor Paul Joosten Astrid Hamers Angelique Lieverst Fenneke van Dam Reini van de Sandt Luuk Touw Pieter Verbeek Anouk Bakker Steven Heijting Bahar Klaver Martijn Schippers Vincent Meijerman Sanne Hordijk Marjelle Molenaar Evert Rinkel Julia Hensems Sana Mouna Nico Maaskant Cindy Steentjes Agnes Maassen Redactieadres Erasmus Universiteit Rotterdam De Aanslagredactie Kamer H13-11 Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Telefoon: 010 – 408 14 69 Website: www.christiaanse-taxateur.nl E-mail:
[email protected] Adverteren Voor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Joris Jiskoot (
[email protected]). Ontwerp en vormgeving Orangebook Almanakken & Verenigingsbladen Drukkerij Orangebook Almanakken & Verenigingsbladen Oplage 800 exemplaren XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur Laura Batenburg de Jong - Voorzitter Marco Flinterman - Secretaris Peter Adriaanse - Penningmeester Joris Jiskoot - Commissaris Extern Jasmina Akkouh - Commissaris Intern Valérie Visser - Commissaris Media
Redactioneel
Redactioneel Colofon
4
Waarde lezer, Reeds heeft de 24e jaargang van De Aanslag zijn aanvang genomen en is het XXIIste bestuur op 10 september 2014 officieel geïnstalleerd. Na de Almanakborrel en Prinsjesdag ligt de taak nu écht bij het XXIIste bestuur om er een geweldig jaar van te maken. Inmiddels is het alweer december, de pepernoten rollen over de toonbank en Sinterklaas en Kerst zijn in aantocht. Het collegejaar is een paar maanden geleden van start gegaan; de gevormde commissies doen hun uiterste best leuke activiteiten voor jullie neer te zetten. Prinsjesdag viert dit jaar haar tweehonderdste verjaardag en dat mag gevierd worden. Is Nederland tevreden met de uitkomsten van deze derde dinsdag in september? Een belangrijke wijziging met betrekking tot het Belastingplan 2015 is de werkkostenregeling. In diverse kranten was er sprake van artikelen met als titel ‘Gratis Ipads voor iedere werknemer.’ Door het Gerechtshof is inderdaad besloten dat een Ipad de fiscale regels van de telefoon volgt, waardoor een Ipad slechts voor 10% zakelijk gebruikt hoeft te worden om onbelast te kunnen worden versterkt of vergoed. Geheel gratis wordt uw Ipad echter niet, maar laat deze fiscale aftrekmogelijkheid met het oog op digitalisering van De Aanslag een perfecte uitkomst zijn. In deze Aanslag staat feest centraal en zal het thema ‘De fiscus viert!’ zijn. Viert de fiscus feest op Prinsjesdag? Prinsjesdag is een feestelijke gebeurtenis; Kamerleden halen hun mooiste, grootste hoeden uit de kast om naar de troonrede van onze Koning te luisteren. Linda Wisse zal in het thema-artikel een en ander uiteenzetten over de geschiedenis van Prinsjesdag, het Belastingplan 2015 en de feestdagen die ons alweer tegemoet komen. Mr. M.P.L. Adriaansen en mr. R.B.N. van Ovost zullen in de docentartikelen zowel de grondwettelijke als fiscaal-economische aspecten van Prinsjesdag uitlichten. Naast de thema-gerelateerde artikelen zullen we u ook weer verassen met ouderwetse rubrieken. Zo heeft Artjom Bagramjan voor u een geweldige ‘De Tien’ samengesteld. We mochten een kijkje nemen bij Julia Hemsens thuis en zijn op bezoek geweest bij EY en BDO. Ook hebben we drie niet-fiscale studenten gevraagd hun mening te geven over ons vakgebied. Verder heeft Nico Maaskant verteld over zijn ervaringen als bestuurslid van De Smitse. De Aanslagcommissie is bovendien langs geweest bij Martijn Schippers en Vincent Meijerman om kennis te nemen van hun geweldige prestaties afgelopen jaren. Verder hebben Linda Wisse en Bilge Kucukali heel uitgebreid verslag gedaan van de Prinsjesdag Borrellezing. Dit is nog maar een fractie van wat er allemaal in deze editie van De Aanslag te lezen valt. Ik zou zeggen, pak er een lekkere mok warme chocolademelk en wat pepernoten bij en geniet van deze Aanslag! We wensen u veel leesplezier! Met vriendelijke groet, De Aanslagcommissie 2014/2015 Amarins Veringa, Valérie Visser, Bilge Kucukali, Artjom Bagramjan, Linda Wisse
Van de Voorzitter
Van de Voorzitter
Waerde lezer,
Feest! De eerste Aanslag van het nieuwe jaar. Een jaar waarvan wij, het XXIIste bestuur, een groot feest willen maken. Graag nodigen we alle leden van de CT uit om hiervan gebruik te maken. Van oudsher wordt een feest gebruikt om een heugelijke gebeurtenis te vieren. Wat mij betreft kunnen we daar best een beetje van af wijken en vaker een feestje vieren. Het feit dat feest in verband staat met vreugde en geluk lijkt mij reden genoeg om van zo veel mogelijk gelegenheden gebruik te maken om een feest te vieren. Daarnaast zegt men dat je studententijd de leukste tijd van je leven is. Naast dat je veel kennis opdoet, in ons geval natuurlijk fiscale kennis, ontwikkel je jezelf van kind tot volwassene. Dit is een vrij serieus proces en je studie is ook ontzettend belangrijk samen met de oriëntatie en voorbereiding op een eventuele baan. Persoonlijk denk ik dat men niet doelt op het studeergedeelte, de lange nachten in de UB en de liters koffie en Red Bull die gedronken worden. Natuurlijk heeft dit ook zijn charme, maar alles om het studeren heen doet mij meer denken aan feest. Graag wil ik iedereen dan ook uitnodigen om samen met de CT, na al het harde studeren en het halen van tentamens met goede resultaten een feest te maken van het studentenleven en waar te maken wat men zegt: zorgen dat onze studententijd de leukste tijd van ons leven wordt. Gelukkig organiseert de CT komende tijd genoeg activiteiten. Natuurlijk de TJP-sessies om onze fiscale kennis uit te breiden en tentamentrainingen om van onze negens tienen te maken. Naast deze serieuze dingen organiseren we echter ook weer genoeg borrels om gezellig bij te praten met je studiegenoten. Afgelopen maanden hebben ook al een aantal gezellige borrels plaatsgevonden en hebben we een bezoek gebracht aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Onderweg hadden we ons eigen feestje in de auto. Ook al reden we midden in de nacht weg, de muziek ging keihard door de speakers. Daarnaast heeft het Prinsjesdagevenement plaatsgevonden. Tijdens dit evenement hebben we het 200-jarig bestaan van Prinsjesdag belicht. Een feestelijke gelegenheid, waarbij ieder jaar de gouden koets uit de garage gehaald wordt en iedereen in feestelijke kleding bijeenkomt in de Ridderzaal. We hebben tijdens ons evenement onder leiding van prof. Leo Stevens de plannen uit de Miljoenennota besproken. Een enerverende en leerzame dag, waarbij een fiscaal feest centraal stond. Ook zou ik graag van deze gelegenheid gebruik willen maken om iedereen alvast fijne feestdagen te wensen. De feestdagen zijn ook bij uitstek de gelegenheid om te overzien hoe gelukkig we zijn als student. Tijdens een weekje vrij, wat op zich al een feestje is, en een week lang lekker eten, wat een nog groter feestje is, is er tijd genoeg om te bedenken hoe gezegend je bent, een fiscalist in spe te zijn. Op een feestelijk jaar! Met vriendelijke groet, namens het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur, Laura Batenburg de Jong Voorzitter 2014/2015
deAANSL AG!
5
6
deAANSL AG!
Commissies 2014/2015
Activiteitencommissie Beste leden, Mijn naam is Marco Flinterman en als Secretaris van het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur ben ik, samen met Krista Govers, Julia Hensems, Stijn de Ruijter, Marijn Dekker en Gijs Jacobs, verantwoordelijk voor verschillende activiteiten gedurende het hele jaar. Zo zullen wij ervoor zorgen dat onder andere het Diesfeest, het Actievenweekend en de Sportactiviteit op rolletjes zullen lopen. Ik ben ervan overtuigd dat wij fantastische activiteiten voor jullie gaan neerzetten dit jaar. Ik heb in ieder geval enorm veel vertrouwen in de Activiteitencommissie! Wij hopen jullie allen snel te zien op één van onze activiteiten. Met vriendelijke groet, namens de Activiteitencommissie,
v.l.n.r.: Julia, Krista, Gijs, Marco, Stijn en Marijn
Marco Flinterman
Eerstejaarscommissie Beste leden, Mijn naam is Marco Flinterman en als Secretaris van het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur heb ik de eer en het genoegen om dit jaar te mogen samenwerken met de Eerstejaarscommissie, bestaande uit: Ashnah Cruz, Azra Dzananovic en Arnout Franx. Wij zullen er zorg voor dragen dat er dit jaar leuke, inhoudelijke activiteiten worden georganiseerd voor (en door) eerstejaars studenten Fiscaal Recht en Fiscale Economie. Ik kijk er erg naar uit om met deze frisse, jonge commissie aan de slag te gaan en het belooft een uitdagend jaar te worden! Met vriendelijke groet, namens de Eerstejaarscommissie,
v.l.n.r.: Azra, Arnout, Marco en Ashnah
Marco Flinterman
Reiscommissie Beste CT’er, Mijn naam is Jasmina Akkouh en als Commissaris Intern ben ik dit bestuursjaar, samen met Kawee Wu, Kwint Linzel, Sarin van der Zee en Vincent van Drunen, verantwoordelijk voor het organiseren van de Studiereis. Vorig studiejaar heb ik het geluk gehad zelf mee te mogen op Studiereis naar Istanbul. Dit jaar zal accent op het inhoudelijke gedeelte komen te liggen, maar zal er genoeg ruimte overblijven voor leuke activiteiten. Wij zijn al hard bezig met het zoeken naar een leuke bestemming. Wij kijken er als commissie naar uit om de Studiereis van dit jaar weer tot een groot succes te maken. Met vriendelijke groet, namens de Reiscommissie,
v.l.n.r.: Jasmina, Kawee, Kwint, Vincent en Sarin
Jasmina Akkouh
Commissies 2014/2015
deAANSL AG!
Bedrijvendagcommissie Waerde leden, Zoals elk jaar zal de CT ook dit jaar de Fiscale Bedrijvendag organiseren. Op dit grootse evenement wordt een brug geslagen tussen studenten en potentiële werkgevers. Voor verschillende studenten biedt deze dag diverse mogelijkheden. De één zal deze dag gebruiken om zich te oriënteren, een ander zal zich meer willen verdiepen in een kantoor en sommigen gebruiken de Fiscale Bedrijvendag als opstapje naar een stage, werkstudentschap of zelfs een baan. Ook dit jaar zijn wij voornemens, net als vorig jaar, een fantastische dag neer te zetten. De maanden voorafgaand aan de Bedrijvendag wordt al veel tijd en energie gestoken in de organisatie hiervan. Dit zal ik natuurlijk niet alleen doen, maar samen met een commissie. Derhalve mag ik vol trots de volgende commissieleden aan jullie voorstellen: Maud van der Linden, Vera Nederpelt, Hervé van Oosterhout, Ilse Roefs en Luuk Touw. De komende maanden zullen wij alle voorbereidingen treffen om ervoor te zorgen dat de Fiscale Bedrijvendag een groot succes zal worden. Middels deze weg wil ik iedereen alvast uitnodigen om op vrijdag 13 februari 2015 deel te nemen aan de Bedrijvendag. Ik hoop dat ik velen van jullie dan mag verwelkomen! Met vriendelijke groet, namens de Bedrijvendagcommissie, Joris Jiskoot
v.l.n.r.: Vera, Luuk, Maud, Hervé, Ilse en Joris
TJP-Commissie Beste CT’er, Ook dit jaar organiseert de CT weer het Tax Jurisprudence Program (TJP). Ik heb samen met mijn commissie, Zhannet Aidinian en Laurens van Drie, alle sollicitatiegesprekken afgenomen. Vervolgens hebben wij een selectie van 24 deelnemers gemaakt. Dit jaar bestaat TJP uit negen sessies. Acht sessies in oefenrechtbanksetting en één sessie vaktechnisch overleg. Daarnaast zal ik samen met mijn commissie een introductiesessie organiseren. Alle sessies zullen door verschillende kantoren worden verzorgd. TJP is de belangrijkste vakinhoudelijke activiteit die de CT jaarlijks organiseert. Leuk aan TJP is dat deelnemers hun opgedane kennis in de praktijk kunnen brengen en in contact komen met potentiële werkgevers. Wij kijken er naar uit om er ook dit jaar weer een leerzaam en leuk programma van te maken! Met vriendelijke groet, namens de TJP-commissie, Jasmina Akkouh
Wanted: YOU!
Houd je e-mail deze week heel goed in de gaten, want er is weer de mogelijkheid te solliciteren voor de halfjaarlijkse commissies! Tot en met 7 december 2014 kun je solliciteren via
[email protected]. De commissies waar je nog voor kunt solliciteren zijn de Almanak- en de Congrescommissie. Almanakcommissie
Elk collegejaar organiseert de CT weer vele activiteiten voor haar leden. Natuurlijk moet dit worden vastgelegd voor later. Daarin is een taak weggelegd voor de Almanakcommissie. Het is altijd weer een grote uitdaging voor deze commissie om het jaar op een zo origineel mogelijke manier weer te geven in een jaarboek. De commissie zal gedurende een half jaar bezig zijn met het schrijven van
v.l.n.r.: Jasmina, Laurens en Zhannet
verslagen, het uitzoeken van foto’s, het interviewen van studenten, het schrijven van artikelen en nog veel meer.
Congrescommissie
Sinds 2011 organiseert R.F.V. Christiaanse-Taxateur in samenwerking met FEI B.V. jaarlijks een inhoudelijk congres. Dit congres vindt plaats in juni en wordt georganiseerd rondom een wisselend thema. In 2012 stond het thema ‘Bedrijfsopvolging en herstructurering’ centraal en afgelopen jaar was ‘De btw onder spanning’ het onderwerp van de dag. Ook aankomend jaar zal er weer een congres worden georganiseerd. Om dit congres zo goed mogelijk te laten verlopen, hebben we jouw hulp nodig! Wil jij jezelf ontwikkelen en fantastische ervaringen opdoen waar je een leven lang wat aan hebt? Solliciteer dan voor één van de twee halfjaarlijkse commissies!
7
8
deAANSL AG!
Kennismakingsinterview
Kennismakingsinterview student-assistenten Door:
Linda Wisse & Bilge Kucukali
Mocht je vakinhoudelijke vragen hebben, dan kun je altijd bij de student-assistenten terecht. Zij helpen je hiermee of spelen je vraag door naar één van de hoogleraren. De student-assistenten van Fiscale Economie en Fiscaal Recht kun je vinden op respectievelijk H13 en L4.
De student-assistenten Fiscale Economie
Hoe ben je hier terecht gekomen en wat doe je hier nog meer naast? Anouk Bakker: Aan het einde van mijn tweede jaar Fiscale Economie volgde ik het vak Omzetbelasting. Tot die tijd had ik altijd in de horeca gewerkt, maar ik had op een gegeven moment zoiets van: Anouk, als aankomend derdejaars moet je wel even serieus aan de slag met fiscaal in plaats van alleen maar borden rondsjouwen. Daarnaast had ik ook geen zin meer om altijd ’s avonds te werken, dus toen de voormalige student-assistenten een praatje kwamen maken in college dacht ik: waarom niet? Ik ben in juni 2011 begonnen en ik zit er nog steeds! Naast mijn student-assistentschap heb ik nog een jaar onderdeel uitgemaakt van het XXste bestuur bij de CT en ik ben nu voor het tweede jaar lid van de RvA. Een bestuursjaar is ontzettend leuk en je leert vooral jezelf kennen. Als je ooit de kans krijgt om een bestuursfunctie te vervullen, is dit zeker een aanrader! Verder heb ik net mijn master afgerond en wanneer deze Aanslag wordt uitgebracht, ben ik als het goed is afgestudeerd! Wat houdt jullie werk als student-assistent ongeveer in? Anouk Bakker: We zijn de manusjes-van-alles, maar ik zeg altijd dat wij als student-assistenten de brug tussen student en docent zijn. Je regelt eigenlijk alles wat daaromheen gebeurt: bestanden op Blackboard plaatsen, slides aanpassen en vragen van studenten beantwoorden. Het gebeurt ook wel eens dat we worden opgebeld, omdat de docent een stift is vergeten of geen bordenwisser heeft. Dan hol je dus over de campus met een stift van het ene naar het andere gebouw. Daarnaast notuleren wij de docentvergaderingen. Wat we echter niet doen, is het nakijken van de tentamens; wel doen wij een controletelling van de punten, waarna wij ook de definitieve cijfers doorgeven aan de examenadministratie. Als student-assistenten zijn wij voor veel studenten het gezicht van de fiscale vakken en ook zijn wij het aanspreekpunt.
Waarom heb jij voor de studie Fiscale Economie gekozen en wat zijn je toekomstplannen? Anouk Bakker: Ik weet eigenlijk altijd wel wat ik wil: twijfel en ik gaan niet samen. Toen ik moest gaan studeren, heb ik ook maar één open dag bezocht en dat was die van de EUR. Daarnaast heb ik één proefcollege gevolgd van dhr. Kavelaars en dat ging over de vliegtaks, wat ik ontzettend interessant vond! Vooral de combinatie tussen taalkundig en rekenkundig spreekt me aan en de fiscale puzzel is telkens weer een uitdaging. Per 1 november ga ik bij Pereira werken, een belastingadvieskantoor in Den Haag, maar ik blijf wel in Rotterdam wonen. Daarna zie ik wel hoe het allemaal loopt. Lekker werken, een mooie carrière opbouwen, maar ook gewoon op vakantie en vooral genieten! Hoe ben je bij dit werk als student-assistent gekomen en wat doe je hier nog meer naast? Pieter Verbeek: Ik heb drie jaar Bedrijfseconomie gestudeerd en doe sinds vorig jaar zowel Bedrijfseconomie als Fiscale Economie. Ik wilde namelijk graag op exchange naar Hongkong en dat is eigenlijk niet echt mogelijk bij Fiscale Economie. Daarnaast ben ik lid van Laurentius en omdat ik mij graag wil verdiepen in het fiscale wereldje heb ik op de vacature van student-assistent gereageerd. Ik ben hier nu sinds twee weken werkzaam en zal Anouk Bakker opvolgen. Tot nu toe heb ik het ontzettend naar mijn zin! Luuk Touw: Eigenlijk via Anouk, die ik weer ken via mijn huisgenootje. Die vertelde mij dat er een vacature was vrijgekomen voor student-assistent en zodoende ben ik hier terecht gekomen. Verder zeil ik graag en werkte ik één à twee dagen in de week bij een bedrijf, maar ben daar sinds een paar weken mee gestopt. Ook ben ik lid bij Skadi en uiteraard studeer ik nog, dus ik heb het best wel druk! Wat vind jij zo interessant aan de fiscaliteit? Pieter Verbeek: Natuurlijk heb ik nog niet zo heel veel fiscale vakken gehad, maar op dit moment spreekt IB mij wel heel erg aan. Vooral die grenzen opzoeken en wat nog net mogelijk is om te profiteren van bepaalde middelen vind ik heel interessant. Actueel zijn er natuurlijk heel veel arresten die spelen, niet dat ik die dagelijks volg, maar ze trekken wel mijn aandacht. Heb jij nog toekomstplannen? Pieter Verbeek: Hopelijk haal ik dit jaar beide bachelors en dan wil volgend jaar de master Fiscale Economie volgen. Drie weken geleden heb ik mij ingeschreven voor de CT, dus wellicht dat ik in de toekomst nog wat commissies ga doen daar. De focus zal vooral op de CT en mijn master liggen, waarbij ik nog moet beslissen of ik mijn master in één of twee jaar ga doen. De komende twee, drie jaar ben ik hier dus nog wel op de universiteit te vinden. Daarna komt de beslissing pas of ik direct aan het werk ga of misschien nog een jaar ga reizen, want dat is toch echt iets dat ik super leuk vind. Luuk Touw: Zo snel mogelijk mijn studie afmaken en dan aan de slag! De droom is natuurlijk een eigen belastingadvieskantoor, maar dat zijn lange termijn dromen. Heel misschien eerst een paar jaar bij de fiscus werken, wat niet mijn voorkeur heeft, maar je kijkt dan wel tegen de andere kant van de medaille aan en zo kom je te weten waar de fiscus mee te maken heeft.
Kennismakingsinterview
Waarom heb jij voor de studie Fiscale Economie gekozen? Luuk Touw: Ik wilde iets economisch doen, maar liever niet zo breed; als je namelijk Economie hebt gestudeerd, kun je allemaal verschillende functies bekleden. Fiscale Economie is wat dat betreft gespecialiseerder en zodra je bent afgestudeerd, weet je wat je daadwerkelijk kan worden en streef je echt naar een bepaald doel. Wat ik zo interessant vind aan fiscaliteit is dat het heel erg speelt op dit moment. Er is veel commotie bij grote bedrijven met betrekking tot het betalen van belastingen en dergelijke. De fiscaliteit is ook iets dat zich blijft ontwikkelen en de wet is veranderlijk. Je zult je dus constant moeten bijscholen en dat is iets dat ik heel uitdagend vind. Wat een nadeel is, is dat je er wel vol voor moet gaan en dat kost veel tijd.
De student-assistenten Fiscaal Recht Waarom ben je ook lid geworden van de opleidingscommissie? Bahar Klaver: Ik ben lid geworden van de opleidingscommissie van de capaciteitsgroep Fiscaal Recht, vanwege het feit dat ik iets bij wilde dragen aan de verbetering van het onderwijssysteem. Daarnaast wilde ik ook contact hebben met studenten en docenten, want daar haal ik zelf ook verbeterpunten uit. Uiteindelijk heeft het commissiewerk ook een toegevoegde waarde voor mijn eigen ontwikkeling. Wat zijn je bezigheden binnen de opleidingscommissie? Bahar Klaver: Als vertegenwoordiger van de studenten uit mijn jaar, zie ik mezelf als een tussenpersoon van de studenten die het vak volgen en de docenten. Het is belangrijk om tijdens alle colleges aanwezig te zijn en het vak zo veel mogelijk te volgen. Op deze manier haal ik minpunten en pluspunten uit het PGL-onderwijs, de onderwijsgroepen en de hoorcolleges. Uiteindelijk geef ik aan de hand van objectieve bevindingen en mijn eigen visie een oordeel over deze onderwijsvormen. Hoe ben je student-assistent geworden? Bahar Klaver: Door de sectie Fiscaal Recht ben ik gevraagd of ik de functie van student-assistent wilde vervullen. Daar ben ik op ingegaan. De verwachtingen waren mij onbekend, maar ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Als student-assistent kom ik met verschillende vakgebieden in aanraking. Ook publiceer ik stukken van docenten op de fiscale blog. Dit voegt veel toe aan mijn vakinhoudelijke inzicht. Verder houd ik mij bezig met vraagstukken van docenten uit allerlei vakgebieden. Dit kan betrekking hebben op het college of een onderzoek waar zij mee bezig zijn. Samenvattend een erg variërende functie! Kan je een zaak herinneren die je erg interessant vond en waar je aan hebt bijgedragen? Bahar Klaver: Een leuk vraagstuk kreeg ik van Maarten de Wilde. Het ging over hoe de dividendbelasting werd betrokken in de heffing als je te maken hebt met een Nederlandse BV met een dochter in één van de landen in het Koninkrijk der Nederlanden. Het voelt goed om een bijdrage te leveren!
deAANSL AG!
Waarom ben je lid geworden van de opleidingscommissie Fiscaal Recht? Steven Heijting: Als student-assistent ben ik in de opleidingscommissie gerold, vanwege het feit dat ik actief meedeed tijdens colleges, maar ook omdat ik geen onbekend gezicht was in de capaciteitsgroep Fiscaal Recht. Verder leek de functie mij erg interessant. De kennismaking met de docenten bevalt me heel erg. In de opleidingscommissie geef je namelijk feedback op docenten waar je geen contact mee hebt. Naast het onderwijs lever je een actieve bijdrage aan de universiteit. Dit maakt het mogelijk om als student actief betrokken te zijn bij de verbetering van de opleiding. Kan je vertellen wat jouw bezigheden zijn in de opleidingscommissie? Steven Heijting: De opleidingscommissie geeft advies aan de onderwijsdecanen en aan de decaan van de faculteit over alles dat betrekking heeft op het onderwijs in de opleiding Fiscaal Recht, zoals het onderwijsprogramma en de onderwijs- en examenregeling. Voor de studentleden is het belangrijk dat zij het programma goed bijhouden en een kritische houding aannemen. Contacten met vele medestudenten helpen ook om te peilen hoe het onderwijs bevalt. Je probeert zo representatief mogelijk te zijn voor de studenten van jouw jaar. Tot slot kom je met een eigen inbreng, bijvoorbeeld door het geven van aanbevelingen met betrekking tot het boekenpakket. Als gevolg hiervan wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met verschillende uitgevers. Hoe ben je student-assistent geworden? Steven Heijting: Ik viel niet alleen op door actief mee te doen tijdens colleges, maar ook door mij actief in te zetten voor andere instanties. Vorig jaar deed ik bijvoorbeeld een bestuursjaar bij de Stichting Belastingwinkel Rotterdam (SBR). Daarnaast maakte ik ook deel uit van de Landelijke Aangifte Dag-commissie. Een ander actief-lid van de SBR werkte als student-assistent en zou opgevolgd worden. Vervolgens werd ik gebeld om te solliciteren voor de functie van student-assistent. Dit heb ik gedaan en zodoende ben ik student-assistent geworden. Waar ben je als student-assistent mee bezig? Steven Heijting: Als student-assistent word je redelijk breed ingezet. Het student-assistentschap bestaat uit ‘assisteren’ in de breedste zin van het woord. Het werk varieert van administratieve taken tot het meehelpen van docenten bij het starten van de colleges. Ook ben ik ook bezig met het publiceren van stukken die docenten hebben geschreven. Dit komt op een speciaal fiscaal blog van Fiscaal Journaal.
9
10
deAANSL AG!
Kennismakingsinterview
Kennismakingsinterview secretariaat Door:
Linda Wisse & Bilge Kucukali
Het secretariaat Fiscale Economie
Het secretariaat Fiscaal Recht
Angelique Lieverst en Astrid Hamers zijn werkzaam bij het secretariaat Fiscale Economie. Angelique haar favoriete plek in Rotterdam is het centrum, langs de Maas en de haven. Zij is een echte Rotterdamse! Astrid Hamers komt graag in: het centrum, Witte de Withstraat en het Museumkwartier. Op haar verlanglijstje staat nog een bezoek aan de nieuwe Markthal.
Fenneke van Dam en Reini van de Sandt werken bij het secretariaat Fiscaal Recht. Fenneke doet in haar vrije tijd aan fitness en is al ruim 15 jaar saxofonist bij de plaatstelijke fanfare. Reini haar hobby’s zijn: hardlopen, tuinieren, koken, lezen en hockeyen.
Waar houdt het secretariaat zich vooral mee bezig? Angelique Lieverst: Met heel veel zaken, bijvoorbeeld de administratie van de werkcolleges en de inschrijvingen. Ook moeten studenten bij ons het onderwerp van hun scriptie indienen, zodat wij deze in het scriptievolgsysteem kunnen zetten. Hierdoor kunnen student en docent meteen één op één contact met elkaar hebben via de e-mail over de scriptie. We staan studenten ook graag te woord als ze naar het secretariaat komen voor allerlei vragen. Mocht het secretariaat er niet uitkomen dan is er altijd wel een docent of een student-assistent aanwezig die de student te woord kan staan. Eigenlijk hebben we veel contact met studenten en dan vooral de masterstudenten! Het contact is ook altijd zeer aangenaam. Wat heeft u zelf gestudeerd? Angelique Lieverst: Dat is wel een tijdje terug! Ik heb LHNO gedaan, wat nu helemaal niet meer bestaat. Daarna KMBO en toen ik al op de universiteit werkte ging ik ‘s avonds Nederlands en Engels studeren. Ik wist al vroeg dat ik graag de kantoorpraktijk in wilde gaan en zo is het dus gekomen. Toen ik van school kwam, na de KMBO, heb ik ook bij deze vakgroep stage gelopen. En zo ben ik op de universiteit begonnen met werken, via mijn stage. Ik ben eigenlijk gewoon al die tijd blijven plakken. Astrid Hamers: Na de havo ben ik Schoevers, de studie voor directiesecretaresse, gaan volgen in Tilburg, lang geleden! Daarna heb ik nog talen- en boekhoudcursussen gevolgd, zelfs verzekeringscursussen; ik heb vroeger bij een verzekeringsmakelaar gewerkt. Ik ben ook ooit erkend assurantieagent geworden. Het thema van deze Aanslag is ‘De fiscus viert!’, waaraan denkt u bij dit thema? Astrid Hamers: Ja, wat viert de fiscus dan, een zoveel jarig bestaan? Ik ben wel heel geïnteresseerd in de inhoud van de fiscaliteit en ik vind het ook belangrijk. Soms worden er goede beslissingen genomen, maar soms erger je je ook wel aan een besluit. Het ligt natuurlijk aan jouw eigen politieke voorkeur, maar iedereen heeft hier een eigen mening over.
Hoe ben je in het secretariaat van de vakgroep Fiscaal Recht gerold? Fenneke: Na de havo heb ik een secretariële opleiding gevolgd aan het Albeda College. Dit was een sprinttraject, waardoor ik een 4-jarige opleiding in één jaar heb afgerond. Via een studiegenoot heb ik gesolliciteerd naar een secretariële stage binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zodoende ben ik geplaatst in de capaciteitsgroep Fiscaal Recht, sectie Belastingrecht. Deze opleiding is relatief klein, waardoor contacten tussen studenten en docenten sneller worden gelegd. Reini: In Leiderdorp heb ik Toerisme gestudeerd. In het scheepskwartier in Rotterdam heb ik bij een scheepvaartbedrijf op de reisafdeling gezeten. De zakenreizen over de hele wereld zijn voor mij een mooie ervaring geweest. Vervolgens ben ik gaan werken voor een woningbedrijf op de afdeling huurincasso in Rotterdam. Na het opvoeden van mijn twee kinderen, solliciteerde ik naar een administratieve functie binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam. Uiteindelijk ben ik ingedeeld bij de vakgroep Fiscaal Recht. Waar houdt het secretariaat zich mee bezig? Fenneke: Het werk is heel leuk, omdat het erg afwisselend is! Denk daarbij aan promoties en afscheidsredes, maar ook aan bezigheden met betrekking tot de onderwijssystematiek. Het secretariële werk is heel breed, op praktisch gebied moeten de zaken in ieder geval goed geregeld worden. Bijvoorbeeld het nieuwe onderwijssysteem en de daarbij horende regelingen met betrekking tot het PGL-onderwijs. Wij onderhouden alle contacten en zorgen dat het organisatorische gedeelte van het onderwijsproces goed verloopt. Dit is de uitdaging van alledag! Reini: Ik houd mij voornamelijk bezig met de praktische aspecten van het onderwijssysteem. Wij onderhouden alle contacten met de (gast)docenten en zorgen dat het organisatorische gedeelte van het onderwijsproces goed verloopt. Wij zorgen ervoor dat de studenten alle benodigde informatie, zoals sheets, opdrachten en readers en verdere informatie kunnen vinden op de site. Tevens houd ik mij bezig met verzamelen van de feiten voor het jaarverslag.
Kennismakingsinterview / Aanmerkelijk Belang
Jullie werken niet in dezelfde ruimte als de student-assistenten, wordt er dan wel vaak samengewerkt? Fenneke en Reini: Ja, dat komt vanwege het feit dat wij elkaar prima kunnen bereiken. Voor de mastervakken maken wij samen de readers. Reini zorgt er voor dat alles op tijd wordt aangeleverd. Ook wordt er voor gezorgd dat studenten worden ingelicht over hoe zij de reader -aan de hand van een VPN-verbinding - kosteloos kunnen downloaden. De student-assistenten schieten ons bij: zij doen het inhoudelijke werk, terwijl wij bezig zijn met de organisatorische aspecten van het onderwijs. Wat is voor jou het toppunt geweest van het secretariële werk? Fenneke: Een toppunt voor mij was het organiseren van de EATLP (European Association of Tax Law Professors) samen met prof. Arendonk. Het EATLP congres wordt elk jaar op een andere universiteit gehouden. Twee jaar geleden was professor van Arendonk namens de Erasmus School of Law gastheer en organisator van deze conferentie, waar ruim 150 internationale belastingwetenschappers aanwezig waren.
Aanmerkelijk Belang Door:
Martijn Schippers
Op 16 oktober jl. vond de eerste AB-borrel plaats. Vanaf 18.00 uur opende restaurant Divoza haar deuren voor de alumni van de CT. Na een uurtje groeide het aantal borrelaars naar een -voor de eerste keer- respectabel aantal. De borrel duurde uiteindelijk tot een uur of twaalf, waarna de meeste aanwezigen huiswaarts keerden om de dag daarop de fiscale werkzaamheden weer op te pakken. Leuk om te zien was dat verschillende ‘jaargangen’ aanwezig waren bij de borrel. Alhoewel zij vaak niet bij elkaar in de collegebanken zaten, bleek bijna iedereen elkaar wel te kennen van - ja dat heb je als alumnivereniging - ‘vroeger’. Uiteraard is het streven om nog meer AB-leden uit verschillende jaarlagen te ‘triggeren’ om de volgende keer ook bij AB-activiteiten aanwezig te zijn. Dus mocht je AB-lid zijn of studeer je bijna af - je wordt dan automatisch ABlid -, wees welkom bij alle AB-activiteiten. Gezien de eerste borrel was er voldoende animo om in de toekomst meer AB-activiteiten plaats te laten vinden. Nog op het programma 2014/2015 staan een wijnproeverij, een tweede borrel en het Congres dat in samenwerking met FEI BV wordt georganiseerd. Meer actuele informatie verschijnt, zodra beschikbaar, op de website van CT en op de Facebook- en Linkedpagina’s van CT.
deAANSL AG!
Reini: Mijn toppunten van het jaar komen elk jaar weer terug, namelijk het organiseren van een cursus in het kader van de permanente educatie van de leden van het Register Belastingadviseurs (RB). Deze cursus wordt exclusief verzorgd voor de leden van het RB. Daar organiseer ik de locatie en zorg ik voor de verdere contacten en begeleiding van de docenten. Tevens verzorg ik de contacten met de gastdocenten van de Capita Selecta Fiscaal Recht (een mastervak met 3 stromingen). Ik zorg ervoor dat de studenten alle benodigde informatie, zoals sheets, opdrachten en readers en actuele informatie kunnen vinden op de site.
11
12
deAANSL AG!
Congres i.s.m. FEI BV
Congres i.s.m. FEI BV
Op 20 juni jongstleden heeft het Congres, met als thema ‘De btw onder spanning: trends en ontwikkelingen’ plaatsgevonden. Zowel de sprekers, de Congrescommissie als alle aanwezigen hebben gezorgd voor een geslaagde, leerzame dag.
Lid van Verdienste
deAANSL AG!
Lid van Verdienste Martijn Schippers Door:
Amarins Veringa
Paspoort Naam: Martijn Schippers Opleiding: Bachelor en master Fiscaal Recht en master Bedrijfsrecht, profiel Ondernemingsrecht Leeftijd: 24 jaar Favoriete plek in Rotterdam: de Veerhaven Fiscale tip: Je kunt over de fiscaliteit heel veel lezen, maar door er over te schrijven leer je denk ik het meest. Begin dus met schrijven over de fiscaliteit om de fiscaliteit te doorgronden.
Wat is je achtergrond bij CT?
In mijn tweede jaar heb ik voor het eerst een commissie gedaan. Dat was bijna bij de SBR geweest, maar twee bestuursleden van CT hebben mij destijds overtuigd om bij de CT een commissie te gaan doen. De Bedrijvendagcommissie was zodoende mijn eerste kennismaking met CT als actief lid. Dat beviel van beiden kanten zo goed, dat ik het jaar daarna al voorzitter van CT werd. Ik werd de jongste voorzitter ooit. Na dat bestuursjaar heb ik in de Raad van Advies (RvA) gezeten - een rol die ik twee jaar daarna wederom vervulde - en heb ik met de Commissie Interne Aangelegenheden (CIA) in dat jaar een soort toekomstvisie voor CT geschetst. Ook heb ik in de vierde Lustrumcommissie gezeten en was ik in die rol verantwoordelijk voor het lustrumgedeelte van de Almanak. Daarnaast ben ik drie jaar columnist voor De Aanslag geweest. Verder heb ik samen met Anouk zorg gedragen voor het boekje ‘Gestrikt als erelid - De grote man van Fiscaal Recht’ welke CT aan professor Van Arendonk cadeau heeft gedaan bij zijn afscheidsrede. Tot slot ben ik nu weer voor twee jaar verbonden aan de alumnivereniging van CT genaamd Aanmerkelijk Belang.
Wat heeft CT voor jou betekend?
Notuleer als eerste punt maar dat ik aan het bestuursjaar vijf hele goede vrienden heb overgehouden, anders krijg ik op mijn kop van de andere bestuursleden. Daarnaast heb ik ontzettend veel andere mensen bij CT leren kennen en mijn netwerk in de belastingadviespraktijk vergroot. Naast dit sociale aspect, heb ik ook soft skills als spreken in het openbaar verder ontwikkeld. Ook heb ik er mijn student-assistentschap aan overgehouden, almede indirect een werkstudentschap.
Hoe zie je jezelf in de toekomst?
Ik ben in augustus afgestudeerd en vanaf september ben ik aan de Capgroep Fiscaal Recht verbonden als promovendus. Twee dagen per week schrijf ik over het onderwerp ‘Customs Valuation’ en daarnaast werk ik drie dagen per week bij EY in de douaneadviespraktijk. De komende jaren hoop ik mijn PhD af te ronden en dit te blijven combineren met mijn baan als douaneadviseur. Op die manier probeer ik mijn wetenschappelijke ervaring in de praktijk te brengen en om - andersom - probleempunten die ik in mijn advieswerk tegenkom in mijn academische werk te betrekken. Het is daarnaast leuk dat de link met CT voor de komende twee jaar is vastgelegd door mijn bestuursfunctie bij Aanmerkelijk Belang.
Wat maakt CT zo mooi vergeleken met andere studieverenigingen?
CT is een wat kleinere en daardoor persoonlijkere vereniging. Ik denk dat de brug tussen het studentenleven en het werkzame leven bij CT ook heel aanwezig is. Zeker omdat veel mensen die bij CT hebben gezeten nu op allerlei posities binnen de kantoren zitten. Naast het inhoudelijke kun je bij CT ook veel andere leuke dingen doen. Soms wordt dat fiscale toch een beetje saai in de collegebanken. Het is dan leuk om borrels te bezoeken en op actievenweekend te gaan als actief lid. Deze sociale activiteiten die met inhoudelijke op een evenwichtige manier worden afgewisseld, maken het studentenleven leuk!
Wat was je reactie op jouw benoeming?
Toevallig heb ik met CIA destijds zelf vorm gegeven aan de eisen om als erelidmaatschap c.q. lid van verdienste te worden benoemd. Er stond toen in de statuten dat er ereleden en leden van verdienste konden zijn, maar er waren nog geen artikelen over wat dat precies inhield. Ik voldeed inmiddels objectief gezien aan de vereisten, maar
toch had ik zeker niet verwacht tijdens de ALV tot lid van verdienste benoemd te worden. Je moet daarvoor voorgedragen worden en ik wist niet in hoeverre dat leefde onder de leden. Ik moest die dag bij de ALV al voor de derde keer naar voren komen (eerder vanuit mijn toenmalige rol in de RvA en rol in AB), maar het was wel de keer dat ik het moeilijkst uit mijn woorden kwam. Ik heb toen bedankt voor de eer en gerefereerd aan de mensen die het binnen CT zo leuk maakten. Fijne samenwerkingen en mensen die het leuk vinden wat je doet, maken dat je je in kan zetten zoals je anders nooit zou doen. Daarna heb ik en plein public nog een soort wijze les gegeven: CT is een mooi orgaan met veel potentie, maar het moet wel in stand gehouden worden door mensen die actief zijn. Je kunt lid worden of een commissie doen, maar als je echt wat wil betekenen moet je met nieuwe dingen komen of excelleren in wat je doet.
Welk advies zou je fiscale studenten willen geven om zich te ontwikkelen?
Het is met het nieuwe onderwijssysteem lastiger om nevenactiviteiten naast je studie te doen dan toen ik begon. Probeer toch zoveel mogelijk naast je studie te doen en je gezicht te laten zien bij kantoren en de overheid. Gebruik CT daarbij als opstap, want CT heeft daartoe zeer goede banden. Tot slot een beetje een open deur, maar als je iets doet, doe het dan ook goed. Als je een commissie of bestuur gaat doen heb je toegang tot contacten, maar deze moet je zelf benutten. Uiteraard doe je dat als commissie- of bestuurslid in eerste instantie voor de CT, maar daarnaast kan je er zelf ook veel aan hebben.
13
14
deAANSL AG!
Thema-artikel
200 jaar Prinsjesdag, dat mag gevierd worden! Door:
Linda Wisse
Anno 2014 gaat bijna alles digitaal: collegeslides worden op tablets bekeken, belastingaangiftes worden via het internet gedaan en steeds minder mensen zullen het financiële nieuws in kranten lezen, want dat doet men tegenwoordig op de smartphone via een app in de trein mét wifi. Het fenomeen Prinsjesdag is in mindere mate onderhevig aan deze digitalisering. Op de derde dinsdag in september werd de troonrede traditiegetrouw vanaf papier voorgedragen door onze koning, net als zijn voorganger Willem l dat exact 200 jaar geleden ook deed. De geschiedenis van Prinsjesdag Soeverein Vorst Willem I, beter bekend als Koning Willem I, opende 200 jaar geleden de zitting van het eerste parlement van het nieuwe Koninkrijk in wording. Dit gebeurde in 1814 op de eerste maandag in november. Deze vaste dag van de openingszitting werd in de negentiende eeuw nog drie maal verschoven, totdat men in 1887 de derde maandag in september naar de derde dinsdag in september verschoof. In verband met de zondagsrust hoefden Kamerleden dan niet meer op zondag te reizen om maandag bij de openingszitting in Den Haag te zijn. Ook is de locatie van de Verenigde Vergadering niet altijd dezelfde geweest: vanaf 1815 werd deze steeds afwisselend in Brussel en Den Haag gehouden. In Den Haag mocht men plaatsnemen in de vergaderzaal van de Tweede Kamer, ook wel de oude balzaal van Koning Willem V. In Brussel vergaderde men in het Stadhuis en later in het nieuwe Paleis van de Staten-Generaal. Na de Belgische opstand was de vergadering alleen nog in Den Haag en sinds 1904 in de Ridderzaal, waar tot op heden de troon nog altijd staat. Het belastingplan en feest Zoals de Belastingdienst al jaren roept: ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’, zo wil de regering met het belastingplan in 2015 een begin maken om het belastingstelsel makkelijker te maken; dat mag gevierd worden. Wat echter een nog grotere feestvreugde zal geven, is het stimuleren van de werkgelegenheid in Nederland. Dit wil de regering bereiken door de
lasten op arbeid te verlagen, waardoor de kans op een baan voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zal groeien. Hierdoor zal iedereen die werk vindt er ook daadwerkelijk op vooruit gaan. Het kabinet stelt 500 miljoen euro beschikbaar voor hogere arbeidskortingen en 475 miljoen euro voor een lager tarief van de eerste schijf. Door deze prioriteiten zal het voor kleine ondernemingen ook aantrekkelijker worden om meer mensen in dienst te nemen, waarmee de regering hoopt de werkgelegenheid verder te kunnen stimuleren. De ambitie van het kabinet is om 100.000 banen extra te creëren, wat maximaal 5 miljard mag kosten. Tijdens de Borrellezing op 11 oktober werd uitvoerig aandacht besteed aan het belastingplan. Verderop in deze Aanslag vindt u het artikel over deze interessante middag. Is er wel echt reden voor een feestje? De troonrede stond dit jaar meer dan ooit in het teken van het buitenland. Een geheel nieuwe betekenis voor een belangrijke dag als Prinsjesdag. Door de vliegtuigramp van de MH17, en de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten kreeg Prinsjesdag ook een ‘rouwrand van verdriet’, zoals onze Koning dit noemde. Daarnaast heeft de situatie in Noord-Irak, Syrië en de Gazastrook geleid tot spanningen en gevoelens van onmacht en onveiligheid in ons land. Deze geopolitieke ontwikkelingen hebben invloed op de samenleving evenals de economie. De regering neemt haar taken van vrede en veiligheid zeer serieus en gaat voor een actief buitenlands beleid. Deze verantwoordelijkheid zal in samenwerking gaan met partners in de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Naar verwachting zal het budget van defensie structureel toenemen met 100 miljoen euro per jaar. Geld dat volgens de budgettaire functie van ons belastingstelsel ook weer naar binnen moet stromen. Het bericht van Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën, tijdens de Financiële Beschouwingen in de Tweede kamer kwam dan ook niet als een grote verrassing. Hierin verkondigde hij dat het Rijk dit jaar minimaal 150 miljoen euro extra zal genereren via de accijnzen op brandstof. De staatssecretaris verwacht een
Thema-artikel
daling van de verkoop van brandstof, maar door accijnsverhoging zal er toch een toename zijn van de inkomsten voor het Rijk. Verschillende politieke partijen zijn zeer kritisch over dit besluit en pomphouders in de grensstreek protesteren al geruime tijd tegen deze invoering. Wiebes ontkent echter dat alleen door accijnsverhoging een daling zal ontstaan van de brandstofvraag; in België is de afname van de brandstofvraag nog groter, terwijl de brandstofaccijnzen daar niet omhoog zijn gegaan. Naast deze geopolitieke ontwikkelingen is er ook een actueel feit dat de gezondheid van de mens betreft. In Afrika heerst er op dit moment het Ebola virus, wat zeer besmettelijk kan zijn door tekortkomingen in de behandeling van besmette personen en de schaarsheid van het (experimentele) medicijn tegen dit virus. Angst voor het virus heeft invloed op de economie van een land, zo ook in Liberia. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft aangegeven dat de internationale handel en transport niet beperkt hoeven te worden. Ook de Liberiaanse minister van Financiën, Asmara Konneh, drong de buitenlandse investeerders aan om het land niet te verlaten. In de troonrede werd dan ook aandacht aan dit virus besteed: er vindt internationale aanpak en noodhulp plaats om verdere besmetting tegen te gaan. Feestmaand december Ondanks deze droevige gebeurtenissen, komt de feestmaand van het jaar er weer aan: met Sinterklaas en Kerstmis zullen de koudste dagen van het jaar ook de warmste dagen van het jaar
deAANSL AG!
worden. Gezelligheid, lekkernijen en cadeaus zoals kerstpakketten horen hier uiteraard bij, maar laten we als fiscalisten de belasting niet vergeten! Een kerstpakket wordt als loon in natura beschouwd, maar ook hier kan zowel de ontvanger als gever een feestje bouwen. Er geldt namelijk een drempelbedrag van 227 euro per ontvanger per boekjaar. Zolang de totale jaarlijkse uitgaven van personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken niet meer zijn dan dit bedrag kan de ondernemer de btw hierover afhalen. Behalve het kerstpakket zijn er wel meer ‘kleine belastingvoordelen’ te behalen in de maand december. Zoals bekend is, wordt het vermogen dat niet vrijgesteld is in box 3 voor 1,2% belast. Wanneer u nog grote uitgaven ziet opkomen voor het aankomende jaar, probeer deze dan nog dit jaar te doen. Het doen van aankopen zal niet in alle gevallen even aantrekkelijk klinken, maar een deel van het aflossen van een eigenwoningschuld is dat voor velen wel. Uiteraard is het vooruitbetalen van de hypotheekrente ook een mogelijkheid: men kon dit vorig jaar zes maanden vooruit doen om het totale eigen vermogen te verlagen voor het meetmoment. Pas echter wel op met vermogen opnemen: de fiscus richt de pijlen op de zogenoemde ‘saldosjoemelaars’, die na 1 januari hun vermogen weer terugstorten op de bank. Het zijn allemaal relatief kleine belastingvoordelen, maar alle beetjes helpen en ook in de digitale wereld van tegenwoordig geldt nog steeds: ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.’
Even voorstellen - De Aanslagcommissie (1) Artjom Bagramjan
Mijn naam is Artjom Bagramjan, ik ben 19 jaar oud en ben tweedejaars student Fiscaal Recht. Momenteel woon ik in Poortugaal en komend collegejaar zal ik deel uitmaken van de (naar mijn mening) leukste commissie. De trouwe Aanslag-lezer weet vast dat ik naast mijn studie graag schilder, teken of bezig ben met kunst in welke vorm dan ook. Voor dit jaar is mijn doel om mijn fiscale kennis buiten de studie om te vergroten en ik zal daarom tevens actief zijn bij de Belastingwinkel. Ook De Aanslagcommissie is daar natuurlijk perfect voor. Dit temeer omdat ik bij de commissie zowel mijn creativiteit als fiscale kennis kan combineren. Tot slot wil ik melden dat ik altijd open sta voor suggesties en ideeën! Mijn favoriete quote: “The only time “success” comes before “work” is in the dictionary.”
Bilge Kucukali
Mijn naam is Bilge Kucukali, tweedejaars studente Fiscaal Recht en ik kom uit Amsterdam. Ik ben ontzettend enthousiast vanwege het feit dat ik dit jaar deel uit mag maken van De Aanslagcommissie, waar we als groep op innoverende wijze onze creativiteit zullen uiten. Sinds de start van de studie probeer ik stapsgewijs passie te creëren voor de fiscaliteit. Door mij hier steeds meer in te verdiepen verbreed ik niet alleen mijn kennis, maar begint het steeds een grotere rol te spelen in mijn dagelijkse bezigheden. Verder vind ik het erg belangrijk om betrokken te zijn bij de opleiding. Zo ben ik begonnen als Opleidingscommissielid van de capaciteitsgroep Fiscaal Recht en sinds kort ben ik actief bij de Belastingwinkel. Naast de studie gerelateerde activiteiten, vermaak ik me door het verzorgen van danslessen, thuis achter de piano te zitten en met vrienden een drankje te drinken. Kort gezegd: fiscaliteit & gezelligheid! Mijn favoriete quote: “Some of your best life experiences and opportunities will transpire only after you dare to lose”
15
16
deAANSL AG!
Startersinterwiew BDO
Startersinterview BDO Remon Abadier
Door:
Artjom Bagramjan & Valérie Visser
Paspoort Naam: Remon Abadier Opleiding: Fiscale Economie Leeftijd: 25 jaar Kantoor: BDO Favoriete plek in Rotterdam: Hotel New York
Kun je jezelf omschrijven? Mijn naam is Remon Abadier en ik ben vijfentwintig jaar oud. Naast mijn werk als fiscalist bij BDO heb ik twee grote hobby’s: muziek en sport. Nadat ik ben gestopt met voetbal en zaalvoetbal op hoog niveau, ben ik platen gaan verzamelen. In het weekend ga ik graag naar mijn favoriete platenzaak Rush Hour in Amsterdam om een vinyl plaat te scoren. Ik vind het belangrijk om na een intensieve werkweek mijn hoofd lekker leeg te maken door middel van muziek en sport. Ik zou mezelf verder omschrijven als een spontaan, serieus en ambitieus persoon. Mijn ambitie is om uiteindelijk partner te worden. Ik hoop me gedurende mijn carrière bij BDO op vakinhoudelijk en persoonlijk vlak verder te kunnen ontwikkelen om deze ambities waar te kunnen maken. BDO schept daar ook alle voorwaarden toe. Hoe heb je het studentenleven ervaren? Mijn studentenleven heb ik ervaren als heel divers. Het eerste deel van mijn studententijd heb ik op hoog niveau gevoetbald. Terwijl ik het echte studentenleven pas tijdens mijn master heb mogen ervaren. Toen ik in mijn master stopte met voetballen, kwamen er ook andere dingen om de hoek kijken, zoals een commissie bij de CT en gezellige borrels. Destijds is ook mijn passie voor muziek naar boven gekomen. Wat heeft de CT bijgedragen aan je studie? Ik heb de TJP-commissie gedaan bij de CT en ik raad iedereen aan om actief te worden bij de CT, mocht je dat nog niet zijn. Door deel te nemen aan de activiteiten van de CT bouw je een groot netwerk op. Dit is ook goed voor je toekomstige carrière. Naast de TJPcommissie heb ik ook veel kantoorbezoeken gedaan en ben ik mee geweest op de studiereis. Nu ik werkzaam ben bij BDO heb ik nog steeds contact met mensen die ik ontmoet heb door de CT. Tijdens cursussen kom je nog steeds oude studiegenoten tegen. Dat is altijd erg gezellig. Hoe heb je de overgang ervaren van studeren naar werken? Ik vond deze overgang redelijk pittig. Wanneer je gaat werken moet je namelijk in een bepaald ritme komen en het duurde best wel even voordat ik hieraan gewend was. Je werkdagen zijn vrij intensief en je moet je hoofd er goed bijhouden. Tijdens je studie kun je alles plannen zoals het jou het beste uitkomt.
Hoe ben je terecht gekomen bij BDO? Afgelopen december ben ik begonnen met een stage bij BDO. Dit zou in eerste instantie een scriptiestage zijn, aangezien alleen nog mijn scriptie op het programma stond. Echter vond ik het een belangrijke toevoeging voor mezelf om ook nog een commissie te gaan doen bij de CT. Ik wilde het ‘studeren’ nog een jaartje rekken. Daarnaast kreeg ik de mogelijkheid om bij BDO praktijkervaring op te doen in combinatie met het schrijven van mijn scriptie. Dat heb ik met beide handen aangegrepen en zodoende ben ik als werkstudent aan de slag gegaan. Op een gegeven moment moest ik echt vaart zetten achter mijn scriptie en heb ik ervoor gekozen om me volledig te richten op mijn scriptie. In de tussentijd kreeg ik een contract aangeboden bij BDO per september dit jaar. Hoe bevalt het bij BDO Amstelveen? Ik heb ervoor gekozen om fulltime aan de slag te gaan bij BDO na mijn stage en werkstudentschap. Dit zegt wel iets over hoe ik de sfeer vind binnen BDO. Tijdens mijn werkstudentschap en stage had ik het hier al direct naar mijn zin. Ik werd uitstekend opgevangen door niet alleen mijn btw-collega’s, maar ook door collega’s van andere teams. Iedereen is wel mijn kamer binnengestapt voor een kort praatje. Tevens zijn, in tegenstelling tot andere organisaties, de lijntjes naar de partners van BDO heel kort. Ik werkte daarom ook veel samen met de partner. Hierdoor leer je in korte tijd veel uit de praktijk, omdat je alles te horen krijgt van iemand met jarenlange ervaring. Op mijn afdeling zitten alleen maar vrouwen, op de partner na. Het was wel even spannend voor mij en voor het team hoe ik me staande zou houden tussen alleen maar vrouwen, maar deze afdeling bevalt me uitstekend tot nu toe. Op welke afdeling werk je? Momenteel ben ik werkzaam op de afdeling btw. Mijn werk staat vooral uit algemene btw-vraagstukken. Voor mij was het een bewuste keuze om niet bij de Big Four te beginnen. Bij BDO word je allround opgeleid en de klantenportefeuille is zeer divers. Daarnaast krijg je alle ruimte om te ontdekken op welk vlak je interesses liggen en wat je talenten zijn. Verder werk ik niet de hele week op de vestiging in Amstelveen; één of twee dagen per week gaan mijn btwcollega’s en ik naar een ander kantoor. Ik werk bijvoorbeeld één dag in de week op kantoor BDO Haarlem. Dat maakt je werk en je omgeving erg afwisselend en leuk.
Maak je lange werkdagen? Hoe lang je werkdagen zijn heb je zelf in de hand. Het gaat erom dat je je uren gedurende de week kunt verantwoorden, daarom wordt er gewerkt met productiviteitspercentages. De ene keer moet je wat langer doorwerken dan de andere keer, maar dat hoort er bij. De kantine biedt hier geen mogelijkheid voor warme maaltijden; dat zegt volgens mij genoeg. Wat vind je het leukste aan je werk? Het leukste aan mijn werk vind ik dat ik eigenlijk betaald word om te studeren; je leert hier elke dag weer nieuwe dingen. Verder bevinden mijn klanten zich vooral in de MKB-sfeer, waardoor zij erg bereikbaar zijn. Je komt hierdoor vaak direct met de enig aandeelhouder / directeur aan tafel te zitten. Bij multinationals heb je vaak te maken met een afgevaardigde van het bedrijf. Je leert door je contacten met je klanten niet alleen de fiscale problemen kennen, maar ook hun drijfveren en doelen. Binnen de btw-afdeling zijn de vraagstukken heel concreet, terwijl de vraagstukken onder de vpb-afdeling veel abstracter zijn. Vraagstukken die ik bijvoorbeeld voor mijn kiezen krijg is, wat te doen als iemand met Bitcoins betaald? Zelf bezit ik ook een variant van de Bitcoin, waardoor het vraagstuk direct toepasbaar wordt mijzelf en mijn omgeving. Hoe zie je de toekomst voor je? De toekomst zie ik zeer positief in. Ik wil me de komende jaren verder ontwikkelen binnen mijn beroep als fiscalist. Hoe snel je doorgroeit heb je bij BDO zelf in de hand; ik zal hard moeten werken om mijn ambities te realiseren. Dat is niet erg want ik ben heel blij met mijn baan; ik werk met leuke collega’s voor een heel divers klantenpakket en heb een heel fijn team. Verder hoop ik mijn platencollectie uit te breiden tot het moment er niets meer in mijn kast past. Heb je nog advies voor studenten? Zoals ik al eerder heb gezegd is het goed om actief te worden binnen de CT. Dit is niet alleen erg leuk, maar het staat ook goed op je CV. Je maakt nieuwe vrienden en legt contacten met kantoren. Kortom, het vergroot je netwerk. Hard studeren is belangrijk, maar kantoren vinden het ook belangrijk dat je activiteiten naast je studie hebt gedaan. Zo laat je zien dat je jezelf ook op een ander vlak ontwikkeld hebt. Zelf heb ik nog een extra jaartje gestudeerd, om onder andere nog een commissie te kunnen doen. Daar heb ik erg veel van geleerd en genoten!
De Tien...
De Tien... Door:
Artjom Bagramjan
deAANSL AG!
meest voorkomende items in kerstpakketten
“It’s the most wonderful time of the year!” Dan hebben we het natuurlijk over Kerstmis en dat betekent traditiegetrouw dat er weer een hele boel kerstpakketten uitgedeeld zullen worden. Waar het in de negentiende eeuw begon bij boeren die hun knechten een mandje met eten cadeau deden om de winter door te komen, is het inmiddels gemeengoed dat de werkgever zijn waardering toont door een mooi pakket samen te stellen voor zijn werknemer. Natuurlijk zijn er een aantal items in de geliefde kerstpakketten die elk jaar terugkeren. 1. Chocolademelk
Een witte kerst is in Nederland misschien niet vanzelfsprekend, dit neemt echter niet weg dat het kwik de laatste jaren onder de nul schiet. Niets is lekkerder dan met een kop warme chocolademelk op de bank ploffen. Naast het feit dat je er lekker van opwarmt, is chocolademelk ook erg gezond. Het bevat namelijk antioxidanten, deze stabiliseren je bloeddruk en zijn goed voor de hart- en bloedvaten. Voor de gestreste studenten onder ons hebben ze nog een voordeel: je concentratievermogen wordt er een stuk beter van tijdens het studeren!
2. Thee
Voor degenen die niet zo van chocolademelk houden, is thee een goede vervanger. Mocht je bang zijn dat de calorieën de pan uitrijzen, dan is thee het antwoord op een koude winterdag. De goeddoordachte werkgever houdt daar natuurlijk rekening mee.
3. Wijn
Wie kerst zegt, zegt kerstdiner. En wie kerstdiner zegt, zegt wijn. Het gaat er niet om of het een zevengangen diner is of een driegangen diner. Waar het wel om gaat, is de wijn, iets wat vaak een doorslaggevend punt zal zijn bij het bepalen of het diner geslaagd was.
4. Soepstengels
Hoewel werkgevers het kerspakket niet per se voorzien van ingrediënten om een lekkere soep te maken, gaan zij er blijkbaar wel vanuit dat het op tafel staat met Kerst. De soepstengels missen namelijk zelden in het pakket.
5. Pannenkoekenmix
Het kerstdiner is inmiddels verleden tijd. De nodige kilo’s zijn alweer op de weegschaal te zien, maar toch wil je nog heel even genieten en de goede voornemens even uitstellen. Het kerstontbijt is je laatste kans. Op een rijk gevulde tafel kunnen de pannenkoeken natuurlijk niet ontbreken.
6. Meringues
Meringue is eigenlijk gewoon een duur woord voor schuimpje. En aangezien Kerstmis vaak een duur feest is, zijn dure woorden dan ook erg toepasselijk. Het fijne aan meringues is dat ze erg luchtig zijn. Daarom maken ze vaak deel uit van een luchtig dessert, na een uitgebreid zwaar kerstdiner.
7.
Kerstkransen en spritsen
De kaarsjes branden, je hebt een kop warme chocolademelk en zit lekker voor de openhaard. Het enige wat mist, is iets lekkers voor bij de chocolademelk. Bedekt met amandelschaafsel of toch in het groen en rood. De kerstkransen en spritsen liggen voor je klaar!
8. Slagroom
Slagroom, want je kunt er zoveel mee. Op de kerstkrans, in je warme chocolademelk en voor de slagroom-fanaticus zelfs tijdens het ontbijt op de pannenkoek.
9. Marshmallows
In de zomer voor boven de barbecue en als je gaat kamperen boven het kampvuur. Echter doe je ze in de winter in de chocolademelk, zeker wanneer je al dat slagroom zat bent.
10. Kaarsen
Ook aan kaarsen heeft de werkgever gedacht. Om de kerstsfeer nog eens extra te benadrukken, worden de kaarsjes weer aangestoken. Vroeger zag men kaarsjes als versiering voor in de kerstboom, alleen is die traditie inmiddels net zo oud als Prinsjesdag.
De Aanslagcommissie wenst u fijne, gezellige en mooie feestdagen toe, wat ongetwijfeld wel gaat lukken na ontvangst van het kerstpakket!
17
18
deAANSL AG!
Bestuursbekendmakingsborrel
Bestuursbekendmakingsborrel
Op 20 juni jongstleden vond niet alleen het Fiscaal Congres, maar ook de Bestuursbekendmakingsborrel plaats; een hele gezellige en afsluitende borrel van het afgelopen collegejaar.
Eindactiviteit
Eindactiviteit
deAANSL AG!
Maandag 23 juni, terwijl Nederland tegen Chili speelde, vond in Rhoon de Eindactiviteit plaats. Menig CT-lid kon zijn kunsten vertonen op de pitch en putt-baan. Naderhand werd er gezorgd voor een heerlijke barbecue.
19
20
deAANSL AG!
Docentartikel
Prinsjesdag: van Koning, prinsjes en Zwarte Piet Door:
Mr. Michiel P.L. Adriaansen, Wetenschappelijk medewerker Fiscaal Economisch Instituut (EUR)
Het was alweer even geleden dat ik was gevraagd een bijdrage te leveren aan het verenigingsblad van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse-Taxateur. Met alle genoegen heb ik aan dit verzoek gehoor gegeven. Het thema van deze uitgave van De Aanslag is: “De fiscus viert!” Hiermee wordt de relatie gelegd met 200 jaar Prinsjesdag en de feestdagen in december. De bedoeling was dat ik zou afstemmen met mijn collega Van Ovost. Dat hebben we in die zin gedaan, dat we vooral op het eigen terrein zouden blijven. Met mijn achtergrond in het staatsrecht heb ik ervoor gekozen om deze bijdrage te richten op Prinsjesdag en een aantal grondwettelijke onderwerpen van de afgelopen 200 jaar. Na een korte inleiding volgt een aantal geselecteerde wetenswaardigheden die minder met het fiscale en meer met Prinsjesdag te maken hebben. 1. De Troonrede Zoals bekend mag worden verondersteld, dat de de Koning eenmaal per jaar met de Gouden Koets naar de Staten-Generaal komt om de Troonrede uit te spreken. Deze Troonrede wordt uitgesproken op Prinsjesdag. De Koning geeft dan een uiteenzetting van het door de regering in het komende parlementaire jaar te voeren beleid. In de Grondwet is dit als volgt opgenomen: “Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.” (art. 65 GW) Na het lezen van de Troonrede overhandigt de minister van Financiën de rijksbegroting op dezelfde middag aan de Tweede Kamer. In die begroting wordt aangegeven wat de regering het volgende jaar voornemens is te doen, hoeveel dat naar verwachting gaat kosten en hoeveel belasting de regering daarvoor nodig acht. De Troonrede en het indienen van de begroting zijn aan elkaar gerelateerd op basis van de volgende grondwettelijke bepaling: “1. De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk wordt bij de wet vastgesteld. 2. Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten door of vanwege de Koning ingediend op het in artikel 65 bedoelde tijdstip.” (art. 105 GW) 2. De eerste keer We gaan twee eeuwen terug. Prins Willem Frederik van OranjeNassau werd in 1813 uitgeroepen tot vorst. Hij stelde eind dat jaar een commissie in om een grondwet te ontwerpen. Op 29 maart 1814 werd het voorstel goedgekeurd tijdens de Vergadering van Notabelen. Notabelen die door de vorst zelf waren aangewezen. De vorst had in die tijd relatief veel macht en de Staten-Generaal weinig. De Troonrede werd vervolgens voor het eerst uitgesproken op 2 mei 1814. Dit gebeurde ter gelegenheid van de opening van de zitting van de Staten-Generaal. Het jaar 1814 is daarbij als start-
punt aangehouden. Het is het jaar dat de Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden in werking was getreden. Daarom vierden we dit jaar het 200-jarig bestaan van Prinsjesdag, waarmee in essentie het uitspreken van de Troonrede wordt bedoeld. 3. Arithmétique Hollandaise De Grondwet van 1814 werd in 1815 reeds vervangen. Door de hereniging van Nederland en België was een nieuwe grondwet nodig. Willem stelde een Grondwetscommissie in die met een voorstel kwam. Onderdelen waren de introductie van het twee kamerstelsel en gelijke rechten voor alle godsdiensten. Het meest interessante gebeurde vervolgens niet in Den Haag, daar werd het voorstel volgens verwachting goedgekeurd. In de Zuidelijke Nederlanden verliep het anders dan Willem had gepland. In België was weerstand tegen de nieuwe Grondwet. Van de 1604 benoemde Belgische notabelen stemden er 1323. Van de uitgebrachte stemmen waren er 796 tegen en 527 voor het voorstel. Niettemin werd de grondwet aangenomen op 24 augustus 1815. Koning Willem I telde namelijk de afwezige stemmen (281) en de neenstemmers wegens de godsdienstaspecten (126) als voorstemmers. Koning Willem I proclameerde in augustus 1815 dan ook als volgt: “En alzoo Ons na deze optelling en vergelijking der respectivelijk uitgebragte stemmen geen twijfel overblijven kan omtrent de gevoelens en wenschen der groote meerderheid Onzer gezamenlijke onderdanen en de toestemming dier meerderheid ten volle gebleken is, aarzelen Wij niet, maar achten ons integendeel verpligt het ontwerp, dat Onzentwege aan de Staten-Generaal en aan de notabelen medegedeeld is, plegtig te bekrachtigen en te verklaren, zoo als Wij verklaren bij deze, dat de daarin vervatte bepalingen, van dit ogenblik af uitmaken de Grondwet van het Koningrijk der Nederlanden.” (Proclamatie van 24 augustus 1815) De door de Koning gebruikte rekentruc staat bekend onder de zogenaamde ‘arithmétique Hollandaise’. Met behulp van deze truck werd de Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden in 1815 een feit. 4. Inhoud We gaan door naar halverwege de negentiende eeuw. Vanuit staatsrechtelijk oogpunt vond in 1848 een volgende belangrijke verandering plaats met de grondwetswijzing. Thorbecke kreeg in 1848 de opdracht van Koning Willem II de ministeriele verantwoordelijkheid te introduceren in de Nederlandse Grondwet. Voorafgaand aan die wijzing was de inhoud van de Troonrede afkomstig van de Koning. Met de aanpassing van de Grondwet in 1848 wordt de inhoud van de Troonrede bepaald door de ministers. “De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.” (art. 53 Grondwet 1848) Opmerkelijk kan worden genoemd, dat een dergelijk voorstel reeds door de Grondwetscommissie van 1815 was gedaan. Van Belgische zijde was het voorstel aangereikt om naar Engels voorbeeld, de ministeriële verantwoordelijkheid in te voeren en dit beginsel in de Grondwet op te nemen.1 Dit voorstel haalde het niet in 1815. Wil-
Docentartikel
lem zag het toen niet zitten. Ook Willem II toonde zich in 1845 geen voorstander van de ministeriële verantwoordelijkheid. Hij zou tijdens een kabinetsraad van september 1845 de volgende woorden hebben gebruikt om zijn standpunt kracht bij te zetten: “Ik offer de prerogatieven der Kroon niet op. Als men het schavot voor mijn ogen opricht, zal ik het schavot beklimmen en mijn hoofd geven, liever dan te ondertekenen.”2 De Jong merkt over deze uitlating op dat in maart 1848, nog geen twee-en-een-half jaar later, niet de oprichting van enig schavot maar het gerucht van de naar Duitsland en Oostenrijk overgeslagen Franse Februarirevolutie voldoende was om de Koning in 24 uur van zeer conservatief zeer liberaal te maken.3 De ministeriële verantwoordelijk werd in 1848 ingevoerd en is het startpunt gebleken tot een sterkere parlementaire controle. De macht van de Koning werd ingeperkt. De ministers werden verantwoordelijk voor het beleid. en de Tweede Kamer kreeg meer invloed. 5. Dagen van de week Het uitspreken van de Troonrede heeft in de loop van de twee eeuwen in verschillende maanden van het jaar en op verschillende dagen van de week plaatsgevonden. Art. 64 Gw (1814) bepaalde in eerste instantie als volgt: “De Staten Generaal vergaderen ten minste eens in het jaar, en wijders op beschrijving van den Souvereinen Vorst, zoo dikwijls, als Hij zulks noodig oordeelt. Hunne gewone vergadering wordt geopend op den eersten maandag in November.” (art. 64 Grondwet 1814) Omdat het behandelen van de aan de Troonrede gerelateerde begroting mogelijk te maken, is gekozen voor een eerder moment in het jaar. Het is uiteindelijk september geworden. De dag van het uitspreken was in eerste instantie, zoals aangegeven, een maandag. Sommige Kamerleden woonden echter op grote afstand van Den Haag en moesten op zondag gaan reizen om op tijd te komen. De leden van de christelijke politieke partijen wilden dat niet op die dag en de vervoersmiddelen waren nog niet dusdanig snel dat een tijdige aankomst op maandag was verzekerd. Aan het einde van de 19de eeuw werd besloten dat een dinsdag handiger was. 6. Benaming Waarom wordt de dag waarop de Troonrede wordt uitgesproken als Prinsjesdag aangeduid? Hierop lijkt niet een eenduidig antwoord gegeven te kunnen worden. Ondanks de steeds verdergaande digitalisering van oude stukken is dit voor mij nog niet duidelijk geworden in de tijd die ik had om deze bijdrage te schrijven. Een van de verklaringen heeft te maken met de verjaardag van stadhouder prins Willem V (1748-1806). Zijn verjaardag werd onder de Haagse bevolking aan het einde van de 18de eeuw groots gevierd. Die dag werd toen als Prinsjesdag aangeduid. Een andere verklaring is dat de dag van het uitspreken van de Troonrede zo heet, omdat Koning Willem II halverwege de 19e eeuw bij het voorlezen van de Troonrede zijn broer en zijn zonen (de prinsen van Oranje-Nassau) meenam. Het blijft vooralsnog gissen, maar wat we wel weten is dat de aanduiding Prinsjesdag nog niet bij aanvang van het uitspreken van de Troonrede in 1814 werd gebruikt. Dit gebeurde eerst op een later moment. 7. Koets Op Prinsjesdag rijdt de Koning in de Gouden Koets. Ik gaf het in mijn inleiding al aan. Deze koets is een cadeau van de Amsterdamse bevolking geweest ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina op 6 september 1898. Ze wilde op deze dag echter geen cadeaus ontvangen. Het duurde tot 7 september 1898 totdat zij de koets in ontvangst nam. De koets is ontworpen en gebouwd door de gebroeders Spijker. Later werden zij bekend als autofabrikant. Op het linker zijpaneel van de koets zijn afbeeldingen opgenomen van halfnaakte zwarte mannen en vrouwen, die hun rijkdommen
deAANSL AG!
aanbieden aan het Koningshuis. In de afgelopen periode is veel gediscussieerd over het fenomeen Zwarte Piet, maar ook het zijpaneel van de Gouden Koets kwam (wederom) ter sprake. In de aanloop van de nationale intocht van Sinterklaas in Gouda zijn Stroopwafelen Kaaspieten geïntroduceerd. Van een aanpassing van de Gouden Koets lijkt vooralsnog geen sprake. Maar mogelijk dat de nog steeds bestaande Glazen Koets weer stilaan in beeld komt. Die koets werd in het verleden veelvuldig gebruikt voor de rit op Prinsjesdag en is geruisloos vervangen door de Gouden Koets. 8. Afronding Ik kom tot een afronding. Deze bijdrage heb ik op 16 oktober 2014 voltooid. Prinsjesdag 2014 ligt achter ons en het sinterklaasfeest moet nog komen. Een lege zak kruidnoten ligt op mijn bureau. De kruidnoten hebben goed gesmaakt tijdens het schrijven van deze bijdrage. Ik heb wel geconcludeerd dat de reis door twee eeuwen voor mij meer vragen dan antwoorden opleverde. Het goede voornemen wordt dan ook om me hierin verder te verdiepen in het nieuwe jaar. Ik sluit af met een het gaat u goed.
1 D.J. Elzinga, R. de Lange & H.G. Hoogers, Van der Pot-Donner, Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 2006, p. 177; H.T. Colenbrander, Ontstaan der Grondwet, deel 2, 1909, p. 114 e.v. en 147 e.v. 2 Notities van J.B. van Son, minister van rooms-katholieke eredienst, 18 sept. 1845, a.v., p. 250. 3 L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 Voorspel, Den Haag: Martinus Nijhoff 1969, p. 26-27.
21
22
deAANSL AG!
Fiscaliteit in Perspectief
Fiscaliteit in Perspectief Door:
Linda Wisse
Meningen zijn er om te delen en dus ook in deze editie worden interessante niet-fiscalisten gevraagd wat zij denken bij het onderwerp fiscaliteit en onze studie. Verschillende studenten van een andere faculteit of studie hebben hun gedachten hierover uitgelaten. Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Evert Rinkel 19 jaar Liberal Arts & Sciences Erasmus University College
Het motto van de Belastingdienst ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’, is een stelling die mij wel aanspreekt. Niet zozeer dat het makkelijker wordt om als burger zelf belastingzaken te regelen, maar vooral omdat het hele belastingstelsel simpeler wordt gemaakt en ik denk dat hier een mooie weg vrij ligt voor toekomstige fiscalisten. Mijn studie is heel breed en bestaat uit veel verschillende disciplines, maar Fiscale Economie lijkt mij juist vrij specifiek. Dit is zeker niet erg, want expertise in de fiscaliteit is naar mijn mening heel waardevol. Het is belangrijk voor de hele Nederlandse economie dat het belastingsysteem soepel draait. Zelf zou ik niet snel voor de studie Fiscale Economie kiezen, vooral vanwege de vele wiskunde en statistiek die erbij komt kijken, maar ik laat het graag over aan mensen die daar wel van houden. Bovendien hoop ik zelf later op een ander soort kantoor te werken dan mensen in het bedrijfsleven. De internationale aspecten van de fiscaliteit zouden mij wel aanspreken, wellicht kunnen we in Nederland leren van andere landen. De term ‘belasting’ heeft in de samenleving vaak een negatieve lading en ik heb het idee dat daarom weinig mensen graag in deze tak van de economie willen werken. We kunnen echter niet zonder fiscalisten en ze dragen hun steentje bij aan een goed draaiende economie, dus dat geeft wel aan dat studenten van deze studie zeer belangrijk zijn voor de toekomst!
Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Marjelle Molenaar 19 jaar Bos- en Natuurbeheer Wageningen Universiteit
Fiscaliteit, alleen van het woord lezen word ik al blij, maar dan wel omdat het niet mijn toekomst is. Dagen achter elkaar rekenen en balansen opmaken, dat klinkt mij vermoeiend in de oren. Ik houd mij lekker bezig met plantjes en beestjes. Een beetje kijken hoe ecosystemen in elkaar zitten en klimaatvraagstukken aanpakken, dat is meer mijn ding. Gelukkig zijn er ook mensen die juist volop energie krijgen en blij worden van hele dagen getallen van elkaar aftrekken of bij elkaar optellen, zodat mijn salarisstrook en subsidies voor natuurinstellingen goed berekend worden. Hartstikke belangrijk dus! De mensen echter die Fiscale Economie studeren, zullen niet veel buiten komen of op excursie gaan; ik gelukkig wel. Soms bestaan perioden van mijn studie voor meer dan de helft uit buiten zijn en onderzoek doen in de natuur. Iets wat fiscalisten hoogst waarschijnlijk verschrikkelijk vinden, een beetje in de regen rond stampen door het bos, maar ik vind het heerlijk. Vooral als ik dan op allerlei mooie plekjes in Nederland kom en daarvan foto’s kan maken. Nee, doe mij maar Bos- en Natuurbeheer. Een studie waarvoor ik niet eindeloos naar getalletjes zit te staren, maar kan dromen van een toekomst vol met prachtige natuur!
Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Sanne Hordijk 19 jaar Sociologie Universiteit van Amsterdam
Beelden van stereotypen en vooroordelen, die hebben we allemaal. Bij mijn studie is de reactie altijd: ‘Ohhh ja, interessant! (Nou niet dus, plus je weet eigenlijk niet wat het inhoudt)’ of ‘Oh ja super leuk, dat past wel bij jou, want jij bent super sociaal ook!’ Het beeld is compleet als het geitenwollensokken-imago nog op tafel komt en mijn baankansen ingeschat worden. Gelukkig weet ik zelf wat Sociologie is en vind ik mijn studie heel tof. Iedereen zal daarentegen wel eens gek worden van het antwoord dat altijd volgt als je vertelt wat je studeert. Nu moet ik zeggen dat ik bij economie en fiscaliteit meteen denk aan een studie met veel meer jongens. Jongens (en wat stoere, ijverige meiden) die veel geld gaan verdienen later in het bedrijfsleven, makkelijk een baan gaan vinden en eigenlijk ook al uit een goed milieu komen wat een baantje op niveau wel ten goede komt. Daarnaast heb ik respect voor deze studenten, want de studie lijkt me enorm pittig. Misschien ook omdat economie mij niet ligt en recht mij wat saai lijkt. We zullen zien of jullie later meer en gemakkelijker verdienen dan deze sociale socioloog…
Thuis bij...
deAANSL AG!
Thuis bij...
Door:
Julia Hensems
Artjom Bagramjan
Elke editie gaat De Aanslagcommissie bij een CT-lid langs om te kijken waar hij of zij zijn of haar dagen vertoeft in de ‘mooiste rotstad die er is’. Deze keer was het de beurt aan Julia Hensems, een actieve studente in Rotterdam. Kun je iets over jezelf vertellen? Mijn naam is Julia Hensems en ik ben negentien jaar oud. Ik kom uit Berkel en Rodenrijs en ben nu tweedejaars studente Fiscaal Recht. Verder werk ik als Ambassador voor de Erasmus School of Law en ben ik actief bij mijn studentenvereniging. Ook ga ik twee keer per week naar sportlessen en als ik tijd heb, zing en speel ik graag gitaar. Sinds dit jaar maak ik ook deel uit van de Activiteitencommissie van de CT. Waar woon je in Rotterdam en hoe ben je aan je kamer gekomen? Ik woon al iets meer dan een half jaar in Kralingen op de Oostzeedijk met twee huisgenootjes. Kennissen van mijn ouders hebben een aantal jaar geleden een woning gekocht voor hun studerende zoon, wat zij aan hem en zijn vrienden verhuren. Dit beviel hen goed en mijn ouders waren in de mogelijkheid om dit ook te doen, zo ben ik dus aan mijn kamer gekomen! Hoeveel bedraagt je huur per maand? 350 Euro inclusief gas, water en elektriciteit. Hoe combineer je al deze activiteiten en het huishouden met jouw studie? Gedurende mijn eerste jaar vond ik dit nog best lastig te combineren en door mijn minder soepele start, kreeg ik al gauw door dat ik toch echt wat meer aan mijn studie moest gaan doen. Ik leef niet voor het studeren, maar ik heb toch wel enige ambitie. Vorig jaar heb ik steeds meer discipline aangeleerd en daarom gaat het combineren en plannen nu steeds beter.
Wat vind je belangrijk aan jouw studie? Ik vind het vooral belangrijk om niet alleen maar theorie mee te krijgen tijdens mijn studie, maar ook wat praktijkervaring. Vandaar dat ik ook zeker de ambitie heb om stage te gaan lopen bij bedrijven voordat ik echt aan het werk ga en niet meer student ben. Daarnaast vind ik het belangrijk om het naar mijn zin te hebben op mijn studie! Samen studeren met vrienden en vriendinnen maakt het al een stuk leuker en makkelijker om door te zetten wanneer je er even helemaal klaar mee bent. Wat vind je de mooiste plek in Rotterdam? Voor mij is dat het park de Oude Plantage. Dit is namelijk perfect gelegen voor mij: tussen mijn huis en de universiteit in en direct aan de Maas. Daarnaast heb je daar de ultieme rust en geen last van de stadsgeluiden of auto’s. In de zomer lig ik hier lekker in het gras of op de steiger met mijn huisgenootjes en heb je uitzicht op de prachtige Erasmus- en Willemsbrug. Hoe zie je jezelf over tien jaar? Over tien jaar hoop ik een uitdagende baan te hebben in het management van een bedrijf. Waarschijnlijk woon ik nog gewoon in ons koude kikkerlandje en wie weet heb ik leuke vriend of ben ik zelfs getrouwd. Kinderen zijn zeker welkom, maar daar wacht ik nog wel even mee! Daarnaast kijk ik uit naar een mooie inloopkast in mijn huis voor de belangrijke dingen in het leven
23
24
deAANSL AG!
Kantoorinterview EY
Kantoorinterview bij EY Paul Joosten Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort Naam: Paul Joosten Leeftijd: 25 jaar Studie: Fiscale Economie Afdeling: Indirect Tax Favoriete plek in Rotterdam: Westerkwartier
Paul Joosten heeft Fiscale Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft inmiddels zijn scriptie afgerond, medio oktober zal Paul afstuderen en vervolgens starten bij EY. Naast zijn studie heeft Paul verschillende nevenactiviteiten verricht. Hij vindt het belangrijk dat je als student voornamelijk jezelf kunt ontwikkelen; nevenactiviteiten zijn daar een handige tool voor geweest. Ondertussen is Paul klaargestoomd om zich te richten op het bedrijfsleven. Welke activiteiten heb je naast je studie gedaan? Tijdens mijn studie werd ik lid van zowel een studentenvereniging als de CT. Binnen mijn dispuut heb ik een bestuursfunctie mogen vervullen, waarbij er vooral veel dingen georganiseerd moesten worden en het belangrijk was dat ik de contacten binnen het dispuut en de vereniging warm hield. Bij de CT maakte ik deel uit van de Activiteitencommissie. Als commissie hebben we onder andere het jaarlijkse voetbaltoernooi en het Actievenweekend naar Hamburg georganiseerd. Al met al heb ik een ontzettend leuke tijd gehad! Wat heb je van de activiteiten naast je studie geleerd? Door dingen naast mijn studie te doen heb ik bepaalde competenties ontwikkeld, die het nu voor mij makkelijk maken om met mensen in contact te komen en deze contacten te onderhouden. Hierdoor is de overgang van studentenleven naar bedrijfsleven voor mij vrij eenvoudig geweest. Op welke afdeling ga je werken? In november zal ik starten bij de afdeling Indirect Tax, wat zowel de douane- als de btw-praktijk omvat. Hier zal ik mij gaan richten op btw-vraagstukken. Binnen de btw kun je een hoofdscheiding maken tussen de nationale btw-praktijk en de internationale variant. Hiertussen moet ik echter nog gaan kiezen. De eerste twee jaren zal ik in ieder geval van alles leren op het gebied van Indirect Tax. Vervolgens
zal ik doorgaan in de specialisatie die ik leuk vind. Op dit moment deel ik mijn kamer met twee collega’s die actief zijn in de internationale btw-praktijk. Op deze manier zal ik de komende tijd vanzelf merken welk vakgebied ik het leukst vind. Hoe omschrijf je de overbrugging van universiteit naar praktijk? Doordat ik meerdere werkstudentschappen heb gelopen wist ik redelijk goed in te schatten wat er van me verwacht zou worden als werknemer bij EY. Op de universiteit had ik wel eens het gevoel dat ik arresten las waarvan ik dacht dat ik die vast niet meer in de praktijk zou tegenkomen, maar tegenwoordig komen zoveel bizarre arresten langs die ik toch nodig blijk te hebben en ik ook interessant vind. De praktijk is heel anders dan studeren. Je moet veel meer zelf uitzoeken wanneer je gaat werken. Ook als werkstudent bij EY kreeg ik steeds meer op mijn bord. Met allerlei aspecten van de btw ben ik inmiddels in aanraking gekomen. Zo heb ik aangiftes gedaan, waarbij ik inkoopfacturen moest beoordelen van een ‘due diligence’ onderzoek van een Australische dochter en heb ik adviezen geschreven, bijvoorbeeld over het verstrekken van mobieltjes aan werknemers. Je studie gebruik je voornamelijk als basis, zodat je weet waar je wat moet zoeken en gevoel hebt voor de materie. Ik merk nu al dat ik heel veel heb bijgeleerd op het gebied van de btw. Wat was je mooiste leermoment geweest? Wat ik erg mooi vind aan mijn tak is de tastbaarheid ervan. Indirect Tax is heel tastbaar aangezien het ondernemers betreft, die je af en toe nog tegen kunt komen op straat. De vpb-afdeling daarentegen is veel abstracter. Mijn mooiste opdracht tot nu toe is er een die ik gehad heb toen ik in Amsterdam werkte. Turkse studenten waren een onderneming gestart in Turkije en waren bezig met de verkoop van hoofddoeken en alles wat met het geloof te maken had. Hun business werd ondertussen heel groot in Europa, maar het probleem was dat zij hun zaakjes niet optimaal hadden geregeld. Ze moesten zich gaan registeren in Nederland en andere Europese landen. Wij moesten
uitzoeken hoe zij hun onderneming zo optimaal mogelijk konden organiseren. Dit was een heel leuke opdracht. Eerst heb je stage gelopen bij het Ministerie van Financiën. Vervolgens ben je als werkstudent begonnen bij EY en tot slot heb je stage gelopen bij STP. Wat heeft een rol gespeeld bij jouw keuze voor EY? Ik heb een jaar langer over mijn bachelor en master gedaan, waardoor ik een jaar uit kon trekken om stage te lopen. Via het vak Tax Policy ben ik terechtgekomen bij het Ministerie van Financiën. Echter wilde ik nog verder kijken dan dit; ik wilde weten hoe het zou zijn om de advieskant op te gaan. Toen kwam EY op mijn pad. Verder wilde ik dit ook nog met een klein kantoor vergelijken, daarom heb ik daarna nog stage gelopen bij STP. Als conclusie trok ik eruit dat het leuk en verstandig zou zijn om bij een groot kantoor te beginnen, aangezien de mensen meer ervaren zijn en ik het idee had dat ik meer zou leren. De ondersteuning die ik krijg bij EY komt meer ten goede van mijn eigen ontwikkeling. Hoe bevalt de sfeer bij EY? De sfeer is erg gemoedelijk! Het vooroordeel dat er bij Big Four kantoren een elleboogcultuur heerst heb ik zeker niet meegemaakt. Bij mij op de afdeling heerst een heel vriendelijke sfeer. Wat dat betreft weet ik dat ik een goede keuze heb gemaakt. Verder ben ik ook met EY naar Amerika geweest via een programma betreffende de beste intern van Nederland. Met twee collega’s mocht ik daar een week lang lezingen volgen. Ik zie het zeker als een toevoeging dat EY deze mogelijkheden biedt. Wat kun je, aan de hand van jouw eigen ervaringen, fiscale studenten aanraden? Mijn ervaring leert dat werkgevers niet zitten te wachten op iemand die binnen vier jaar uitgestudeerd is, ook al heb je erg hoge cijfers. Hoe je jezelf ontwikkelt is voor kantoren ook zeer belangrijk. Zorg er daarom voor dat je jezelf ontwikkelt en neem de tijd hiervoor! Dit is een proces waar je niet alleen zelf beter van wordt, maar dit heeft ook een positief effect op de mensen met wie je samenwerkt.
Kantoorinterview EY
deAANSL AG!
Kantoorinterview bij EY Susan Saboor Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort Naam: Susan Saboor Leeftijd: 25 jaar Studie: Fiscale Economie Afdeling: International Tax Services Favoriete plaats in Rotterdam: Witte de Withstraat
Susan heeft Fiscale Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij heeft een actieve studententijd gehad. Zo is Susan lid geweest van de CT en deed ze actief mee met door de CT georganiseerde activiteiten. Verder heeft zij binnen de SBR (Stichting Belastingwinkel Rotterdam) een bestuursfunctie vervuld. Pas geleden is ze gestart als consultant International Tax Services. In dit interview zal blijken hoe zij daar terecht is gekomen en hoe het is om voor EY te werken. Hoe dan ook, haar doel is om ervoor te gaan! Hoe verliep je studententijd en waar heb je van genoten? Toen ik in Rotterdam ging studeren ben ik lid geworden van de CT. Een commissie heb ik niet gedaan, maar ik was wel bij de borrels, de kantoorbezoeken en de jaarlijkse studiereis. Het leukste vond ik de reis naar Mumbai. Het is niet een land waar je zomaar naartoe gaat en met een leuke groep studenten werd het ook het toppunt het jaar. In Mumbai zijn we ook langs het uitgesproken gebouw van EY geweest. Destijds was ik nog niet werkzaam bij EY, maar het was leuk om het kantoor gezien te hebben. In mijn derde jaar heb ik een bestuursfunctie mogen vervullen bij de SBR, op die manier heb ik veel mensen leren kennen en mijn fiscale netwerk kunnen uitbreiden. Ik kan daarom iedereen aanraden om actief te zijn naast je studie. Ik heb er in ieder geval een goed netwerk aan overgehouden en er bovenal enorm van genoten. Hoe ben je bij EY terecht gekomen? Ik ben met EY in contact gekomen via de Fiscale Bedrijvendag van de CT. Zo’n bedrijvendag vind ik echt een heel goed concept. Ik had aangegeven dat ik op gesprek wilde komen bij EY en zodoende heb ik op de Bedrijvendag een gesprek gehad met de recruiter en iemand die werkzaam was bij de afdeling International Tax Services van EY. EY trok mij altijd al heel erg. De evenementen van EY waren altijd goed georganiseerd en ik had een
goede klik met de recruiter. Verder vond ik de werknemers van EY erg toegankelijk en aangenaam. Toen ik aan de slag mocht als werkstudent voelde ik mezelf hier erg op mijn plaats. Tijdens evenementen krijg je een bepaalde indruk van kantoren, maar als werkstudent kom je er pas echt achter hoe de sfeer binnen het bedrijf is en hoe het is om in een team te werken. Ik heb tien maanden lang werkstudentschap bij EY mogen lopen. Hierna ben ik drie maanden vrij geweest om mijn scriptie af te maken en vervolgens kreeg ik een baan aangeboden bij EY. Hoe bevalt de sfeer bij EY? Zoals ik al gezegd heb vind ik de sfeer binnen EY heel erg goed. We werken in een jong team met ‘outgoing’ collega’s. Verder is de omgang met elkaar ook heel erg persoonlijk. De gemiddelde leeftijd op mijn afdeling zal tussen de dertig en de vijfendertig liggen Je maakt lange werkdagen, dus het is heel belangrijk dat je collega’s om je heen hebt waar je goed mee om kunt gaan. Hoe heb je de overgang naar de praktijk ervaren? Mijn eerste werkdag als werkstudent vond ik heel spannend. Gelukkig werd ik erg open ontvangen, waardoor het veel minder eng was dan ik had dacht. Ik werkte drie dagen in de week als werkstudent en was voornamelijk bezig met interessante opzoekklusjes. De flexibiliteit die EY mij heeft geboden heb ik als zeer fijn ervaren. Wat een verschil is tussen studeren en werken is dat op de universiteit de stof heel globaal behandeld wordt, terwijl je nu heel diep op de stof ingaat. Je leert veel met regels en stappen werken. Daarnaast moet je als fiscalist de vaktechniek goed bijhouden. Dit doe je door het vakstudienieuws te lezen dat wekelijks uitkomt. Het is erg belangrijk dat je als fiscalist ‘up-to-date’ bent; er gebeurt zoveel binnen de fiscaliteit. Je kan geen verouderd advies aan klanten geven, dus bijblijven is essentieel.
Op welke afdeling werk je nu? Wilde je hier altijd al werken? Op dit moment werk ik op de afdeling International Tax Services, waar het vooral gaat om de vennootschapsbelasting in een internationaal perspectief. Ik ben blij met de plek waar ik nu zit, maar vroeger twijfelde ik altijd tussen de btw-praktijk en afdeling International Tax Services. Ik wist niet precies op welk vakgebied ik stage wilde lopen. Ik heb btw altijd al interessant gevonden, maar toen ik toch bij International Tax Services aan de slag ging beviel me dat erg goed. Een van de redenen dat ik voor International Tax Services heb gekozen is omdat je bij deze afdeling eerder de mogelijkheid krijgt om in het buitenland te gaan werken. Nu ben ik nog consultant International Tax Services en mag ik nog niet zomaar naar het buitenland, maar het is wel gebruikelijk om naar het buitenland te gaan wanneer je langer werkzaam bent op deze afdeling. Ik hoop dat mij deze kans in de toekomst wordt geboden. Wat kan je de fiscale studenten adviseren om te doen in hun studentenjaren? Mijn tip voor studenten is om vooral te genieten van je studententijd. Het is niet heel erg om vertraging te lopen als je maar veel naast je studie hebt gedaan. Zelf heb ik niet in het buitenland gestudeerd en dat vind ik jammer. Als je de kans krijgt om in het buitenland te studeren, zou ik deze zeker aangrijpen. Wees vooral ook heel leergierig, dan kom je vanzelf achter nieuwe dingen!
25
26
deAANSL AG!
Kantoorinterview EY
Kantoorinterview bij EY Daan van Antwerpen Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort Naam: Daan van Antwerpen Leeftijd: 29 jaar Studie: Fiscaal Recht Afdeling: Business Tax Advisory Favoriete plek in Rotterdam: Witte de Withstraat
Daan van Antwerpen is doorgegroeid tot Tax Manager bij EY en werkzaam in Den Haag en Naaldwijk. Hij heeft Fiscaal Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2007 werkte hij als werkstudent bij EY. Hierna is hij aan het werk gegaan als consultant. Daan is inmiddels al ruim zes jaar werkzaam bij EY. Naast zijn kantoorbaan maakt hij graag tijd vrij voor fitness en wintersport. Daan zijn tip is om zo vroeg mogelijk te beginnen met het opdoen van werkervaring. Dit kan zijn bij zowel de Belastingwinkel, als in de vorm van een werkstudentschap. Het is vooral belangrijk dat je leert contact te kunnen maken met klanten om een fiscaal probleem naar begrijpelijke taal te transformeren. Welke activiteiten heb je verricht in je studententijd? In mijn studententijd heb ik ongeveer drie jaar lang, een jaar als medewerker en twee jaar als groepsleider, bij de Belastingwinkel gewerkt, waar ik ook de opleidingsavonden actief heb gevolgd. Daarnaast werd ik in mijn derde jaar lid bij de CT, waar ik deel uitmaakte van de Activiteitencommissie. Zo heb ik de Eindactiviteit en het Diesfeest mede georganiseerd. Ik heb het actief zijn naast mijn studie als heel leuk en leerzaam ervaren. Hoe heb je de overbrugging van studie naar praktijk ervaren? In het laatste jaar van mijn bachelor wilde ik meer ervaring opdoen, om zo de overstap naar de praktijk te vergemakkelijken. Ik wilde graag bij een Big Four kantoor aan de slag, aangezien daar de mogelijkheid wordt geboden om in het buitenland te werken en interne opleidingen te volgen.
Een accountant die ik kende werkte al bij EY. Hij tipte me dat ze destijds bij EY op zoek waren naar fiscalisten. Hierdoor ben ik in contact gekomen met EY en mocht ik op gesprek komen. Het is goed voor studenten om in de bachelorperiode al bepaalde fiscale werkervaring op te doen, zo kun je de overbrugging van studie naar praktijk gemakkelijker maken. Een werkstudentschap laat zien dat de praktijk totaal anders is dan je studie; in de praktijk moet je vaak met praktische oplossingen komen en lastige materie moet je snel kunnen lezen en begrijpen. Aangezien je dit niet op de universiteit leert, is de omslag van studie naar praktijk niet altijd even makkelijk. Het is een vaardigheid die je onder de knie moet krijgen, maar zoals ik al zei, een werkstudentschap helpt hierbij. Nu ik manager ben heb ik veel eigen verantwoordelijkheid. Als manager bestaat er niet echt een typische werkdag, het is heel dynamisch; alles gebeurt door elkaar heen. Er zijn projecten die langer doorlopen, maar vaak komen hier ook kleine dingen tussendoor. In het verleden heb je verschillende functies vervuld bij EY. Ook heb je in het buitenland gewerkt. Kun je meer vertellen over je ervaringen op dit gebied? Ik begon bij EY als consultant. Vervolgens werd ik na ongeveer drieënhalf jaar senior consultant en uiteindelijk ben ik in 2013 manager geworden. Voor een managementfunctie moet ruimte zijn op de afdeling. Je moet werken aan je eigen klantenportefeuille en voorheen werkte ik voor andere managers. Gedurende het (senior) consultantschap groei je als het ware naar de managerrol toe. Toen ik na consultant, senior consultant werd, reisde ik voor drie maanden af naar Koeweit om daar in de fiscale praktijk te werken. In Koeweit wordt nagenoeg geen belasting betaald door bedrijven met Koeweitse aandeelhouders. Er wordt echter wel veel (olie)geld verdiend en
dit geld wordt over de grenzen in het buitenland geïnvesteerd. De fiscale constructie moet zo zijn dat opbrengsten uit investeringen (dividenden, royalty’s etc.) zonder al teveel bronheffing naar Koeweit toe komen. Koeweit is dan niet de ideale vakantiebestemming, maar werken in het buitenland geeft wel een boost aan je eigen ontwikkeling doordat je kennis maakt met een andere werkcultuur (een smeltkroes van Arabische landen) en ander soort werk. Verder moet je soms voorzichtig zijn in de benadering van mensen met een bepaalde culturele achtergrond. Hier heb ik in Koeweit goed mee leren omgaan. Het is in ieder geval erg leerzaam om ervaring in het buitenland op te doen. Deze variatie in werk geeft de kans om jezelf breder te ontwikkelen. Wat is je meest interessante zaak geweest? Ik heb niet zozeer een meest interessante zaak, maar ik vind het vooral leuk om een klant te verassen. Als ik iets signaleer, dan kan een klant daar veel voordeel van ondervinden. Zo was er een bouwbedrijf met een slechte cashpositie. Deze klant heb ik verrast met een idee voor verrekening van een voorvoegingsverlies, hetgeen direct een teruggaaf van vennootschapsbelasting (cash) opleverde. Is er een bepaalde type mens dat bij EY werkt? De collega’s die bij mij op de afdeling werken zijn niet formeel en van haantjesgedrag is geen sprake; je kunt bij iedereen terecht. Bij EY heeft iedereen gelijke kansen. Je kunt er zelf voor kiezen om deze met beide handen aan te pakken. EY is dus naar mijn idee een bedrijf dat kansen geeft en open staat voor allerlei mensen met diverse achtergronden.
Kennismakingsactiviteit
deAANSL AG!
Kennismakingsactiviteit Door:
Valérie Visser
Donderdagmiddag 11 september was het dan zover: de Kennismakingsactiviteit! We werden traditiegetrouw om drie uur verwacht bij Atoll. Er was zoveel animo voor het bowlen dat het bestuur helaas toe moest kijken. Geheel willekeurig werden de studenten over de banen verdeeld, waarna al snel de eerste strikes op de scoreborden te zien waren! Het kostte even wat moeite, maar even later waren ook de eerste zenuwachtige kennismakingsgesprekjes een feit. Na ruim een uur gespeeld en gekletst te hebben, kon er nog nagebabbeld worden onder het genot van een hapje en een drankje! Om half zeven was het klaar met de pret en keerde iedereen weer naar huis. Alle aanwezigen bedankt voor deze gezellige middag!
27
28
deAANSL AG!
Borrellezing Prinsjesdag
Borrellezing Prinsjesdag: ‘Daadkracht of regeldrift?’ Door:
Bilge Kucukali & Linda Wisse
Op vrijdag 10 oktober heeft de Prinsjesdagcommissie een borrellezing georganiseerd in het kader van 200 jaar Prinsjesdag. Op deze dag stond de daadkracht en regeldrift van de regering ter discussie. Aan de sprekers was de taak voorgelegd om te betogen waarom de daadkracht boven de regeldrift uitstijgt of juist andersom. De beleidsvisie van verschillende prominente sprekers werd in een politiek uitdagend spel betoogd. In deze middag is de verbinding gelegd tussen allerlei maatschappelijke taboedossiers en verder zijn er mogelijkheden verkend om tot de noodzakelijke hervorming van het huidige belastingstelsel te komen. Fiscale problematiek Na ontvangst van een goodiebag en onder het genot van een versnapering, namen de gasten plaats in de zaal. Om 14.00 uur werd de spits afgebeten door dagvoorzitter prof. Dr. L.G.M. Stevens: ‘Er is geen creatievere studieobject denkbaar dan fiscale problematiek, want als fiscalist zit je zo op de huid van de mens, dat je niets bedacht krijgt in de samenleving zonder dat er een fiscale dimensie aan zit!’ Het is volgens Stevens dan ook een geweldig voorrecht om vanuit maatschappelijk engagement te sleutelen aan het fiscale stelsel en mee te doen aan het debat. Belastingen zijn een belangrijke graadmeter van maatschappelijke solidariteit en solidariteit is noodzakelijk voor de opbouw van een leefbare samenleving. Er worden geen afstandelijke en abstracte zaken besproken, maar onderwerpen die nuttig gespreksstof zijn. Waar sta je zelf? Wat doen wij gezamenlijk en waar kiezen wij samen voor? Stevens geeft ook aan dat studenten moeten beseffen dat wetenschappers in de collegezaal het grootste gelijk van de wereld denken te hebben en verder geldt voor wetenschappers dat zij zich altijd moeten inspannen om de wetenschappelijke onafhankelijkheid hoog te houden en dit hun richtsnoer te laten zijn, maar niet zonder respect en dienstbaarheid naar de samenleving. De belangen in de samenleving zijn zo verschillend dat wat wetenschappelijk zo coherent te vertellen is moeilijk in de maatschappij van alledag is te realiseren. Het ideale belastingstelsel zou moeten voldoen aan het tricolon: eerlijk, eenvoudig en effectief. Hier hebben wij niet aan kunnen voldoen. Aan de hand van zijn boek, onder andere over hoe het belastingstelsel er uit zou moeten zien, introduceert Stevens enkele
vereenvoudigingsmogelijkheden van het huidige belastingstelsel: aanpassing van het fiscale woningregime, het pensioenstelsel en de haalbaarheid van een vereenvoudigende vlaktaks. Belastingen als loonstrookje van onze verzorgingsstaat Wat in de wet netjes is onderscheiden, is problematisch in de praktijk van alledag. Wat willen we beschouwen als een collectief goed dat uit gemeenschappelijk gedragen belastingen moet worden bekostigd en wat zien we als een individueel goed dat via de markt op basis van het prijsmechanisme wordt verdeeld? De maatschappelijke problemen zijn verbonden met de keuze van het belastingstelsel: is het individueel of is het geënt op het gezinsmodel? De keuze die hierbij gemaakt wordt, laat ons de spanning voelen tussen eigen- en gemeenschapsbelang. Stevens laat met behulp van een voorbeeld zien dat deze spanning varieert van de vormgeving en bekostiging van de zorg tot het onderwijs, van het stimuleren van het ondernemersklimaat tot milieubescherming. Uit de wet op inkomstenbelasting reist het gevoel van het Oudhollandse compromis: we zeggen dat de inkomstenbelasting een individuele belasting is, maar in de praktijk is dat niet zo. Als men de wetboeken openslaat, is de partner een centraal thema. De behandeling is namelijk anders wanneer men een partner heeft of zelf partner is. Volgens Stevens zit men dan ook met andere onderscheidingen die niet aanwezig zijn voor het arbeidsinkomen. Stevens geeft daarbij als voorbeeld de terbeschikkingstellingsregeling. Daar is sprake van een persoonsgebonden inkomen, terwijl het niets met arbeidsinkomen te maken heeft. Wij maken het persoonsgebonden en daarom is het niet toe te rekenen aan partners. Stevens pleit voor afschaffing van dergelijke onderscheidingen, want zo worden zaken ingewikkelder gemaakt dan nodig is. Stevens is een hartstochtelijk voorstander van het denkmodel van de vlaktaks en laat dit het programma door ook doen blijken. Bij de vlaktaks is er namelijk geen sprake van de bovengenoemde problemen, want daar heerst één proportioneel tarief, waardoor het niet uit maakt bij wie je het belast. Vervolgens geeft Stevens aan dat de belastingneutraliteit naar leefvorm een groot probleem is: waarom zou men gezinnen met exact hetzelfde inkomen, met louter een andere verdeling van zorgtaken, een verschillend bedrag aan belasting laten betalen? Dit probleem is, naar zijn erva-
Borrellezing Prinsjesdag
deAANSL AG!
voor het toenmalige werkgelegenheidsprobleem. Ook kwamen de Kunduz-onderhandelingen aan bod. Conclusie hiervan is dat politieke en budgettaire obligaties leiden tot problemen die lastig zijn uit te voeren. Het Kunduz-akkoord over aftrekbare leningen heeft tot discussies met de belastingdienst geleid met betrekking tot de uitvoerbaarheid. Er moest een belastingplan komen voor gezonde overheidsfinanciën en voor het creëren van meer arbeidsaanbod. Visser geeft daarbij een mooi voorbeeld van de pensioenregeling. Door het opbouwpercentage terug te brengen naar 1,75% gaat de pensioenleeftijd omhoog.
ringen, niet op te lossen binnen het huidige stramien. Volgens hem vervluchtigt het probleem bij het kiezen voor een vlaktaks. Stevens vervolgt zijn verhaal met de premieheffingen die eigenlijk geen volksverzekering genoemd mogen worden en die ook niet in de belastingen mogen worden opgenomen, maar tegelijkertijd wel aan alle voorwaarden voldoen die in de collectieve verzekering bestreden moet worden. Het is weliswaar zo dat alle eieren in één mandje worden gelegd, maar zo maken we naar zijn mening wel een transparant en eenvoudig systeem mogelijk. Vlaktaks impliceert het probleemdossier van eigen woningen, dat volgens Stevens verkeerd zou zitten in box 1. De woningmarkt is in elkaar geklapt. Men zou volgens Stevens geen verschil moeten maken tussen vermogen in eigen woning en arbitrage zou moeten worden gestopt. In het huidige systeem van de eigenwoning kennen we de villabelasting, bijtelling voor villa’s zal 2,35% zijn, waardoor we terechtkomen bij de effectieve belastingtarief van box 3, namelijk 1,2%. Het zou een oplossing kunnen zijn om de villabelasting als een interregnum in te zetten. Hierna vervolgt Stevens met de meest markante vereenvoudigingsmogelijkheid, namelijk die van de doorschuiffaciliteiten van het aanmerkelijk belangregime. Deze faciliteiten kunnen worden doorgeschoven, maar alleen zover de waarde van het doorgeschoven pakket bepaald wordt door ondernemingsvermogen en niet door beleggingsvermogen. Uitvoeringstechnisch is het enorm ingewikkeld om bij allerlei gelegenheden te weten welke vermogensbestanddelen een dimensie hebben die wij associëren met privévermogen en ondernemingsvermogen. Soms is vereenvoudigen gewoonweg afschaffen van wat eerder is opgebouwd, Stevens noemt dit ook wel het ‘schraplijstje’. Na het afsluiten met een dergelijke uitsmijter, geeft Stevens het woord aan dhr. Visser, directeur Directe Belastingen en tevens plaatsvervangend directeur-generaal Fiscale Zaken bij het Ministerie van Financiën. Met 140 collega’s is Visser verantwoordelijk voor onze fiscale wetgeving. Hij begint een inleidend verhaal over het drukke jaar waarin het belastingplan naar de Tweede Kamer is gestuurd, includerend 624 prikkelende vragen betreffende de complexiteit van het belastingstelsel. Is de belasting doorgeslagen naar draagkracht of regelgeving? Visser richt zich allereerst op de vlaktaks die door overgangsproblematiek zeer lastig is te realiseren. We kunnen ons afvragen wat de dynamiek is achter de schermen. Voor wat betreft de eigenwoningregeling sluit Visser zich volledig aan bij Stevens: de jongere generatie zal in de toekomst problemen krijgen met de financiering van hun huis. Daarnaast staat Visser ook achter het plaatsen van de eigenwoningregeling in box 3. Vervolgens behandelt hij de politieke oplossingen van afgelopen jaren, zoals kabinet Rutte I dat geen oplossing bood
Als het allemaal niet zo complex zou zijn, was het een goede oplossing geweest om box 2 op te splitsen in een ondernemersdeel, beleggingsdeel en een arbeidsdeel. Stevens onderbreekt hier door de vlaktaks als ideale oplossing te introduceren, want dat is volgens hem het geval als ervoor gezorgd wordt dat de druk van de vlaktaks voor de inkomstenbelasting in overeenstemming is met de druk van de vennootschapsbelasting. Visser continueert door aan te halen wat eerder door Wiebes is gezegd, namelijk de wig als draaideurcrimineel van het Nederlandse belastingstelsel. Vervolgens behandelt Visser verschillende keuzes die de regering heeft gemaakt die een grondslagverschuiving van arbeid naar consumptie teweeg hebben gebracht. Caminada valt hier in door te vragen waar de creativiteit ligt in zijn oplossingen in politieke zin, want uiteindelijk blijkt op alles toch het antwoord van de Belastingdienst ’onuitvoerbaar’ te zijn. Visser reageert door te zeggen dat bijna alles uitvoerbaar is als men maar de prijs daarvoor betaalt. Stevens vult Visser aan met het feit dat eerst gekeken moet worden naar het draagvlak voor datgene dat bereikt moet worden. Het probleem is dat men in de praktijk afhankelijk is van de politiek of budgettaire factoren. Vervolgens legt Visser wederom de link naar de vlaktaks: Je kunt een prachtige vlaktaks hebben, maar als je daar miljarden aan aftrekposten hebt, schiet je er niet zoveel mee op. Visser eindigt zijn informatieve bespreking met het feit dat verschillende kleine belastingen zijn afgeschaft om de btw uniform te maken, waarbij hij ook het Bozal-arrest noemde, waarin werd besloten dat de rente die wel aftrekbaar is voor binnenlandse deelnemingen en niet voor buitenlandse deelnemingen, in strijd is met Europees recht. ‘Op het verkeerde punt begonnen’ De derde spreker van de middag, drs. Jeroen Lammers, kon nog wat tijd vrijmaken voor de Borrellezing voordat hij in het vliegtuig naar India stapte. Hij begon dan ook meteen met een tegenwerping op het voorstel van dhr. Stevens: het zou niet verstandig zijn om alles naar box 3 te verschuiven, omdat bepaalde aftrekposten er dan niet meer zouden zijn. Dit kan later juist nadelig zijn voor de huidige student, wanneer deze student een eigen woning wil kopen, waar dhr. Stevens het al eerder over had. Daarnaast riep hij het stelsel van de Vereniging VNO-NCW op: er wordt in Nederland te veel belasting geheven (een percentage van
29
30
deAANSL AG!
Borrellezing Prinsjesdag
meer dan 40%), waarbij lastenverschuiving geen oplossing is, maar lastenverlichting wel. Het maakt namelijk helemaal niet zoveel uit waar men belast, maar wel hoeveel men belast. Lammers nam ons terug naar de politieke werkelijkheid van de afgelopen jaren: alles was gebaseerd om onder de 3% begrotingsnorm van Europa te komen, waardoor er flink werd bezuinigd. Bezuinigingen hebben echter een uitverdieneffect: uitgaven nemen elders toe, waardoor er sprake is van een verschuiving van de uitgaven. Om de Brusselse targets te halen, wat in een hogere credit rating zou resulteren, werd de forensentaks opgeroepen. Deze werd echter weer van de baan geschoven na grote ophef, dus daarvoor kwam een verhoging van de assurantiebelasting in de plaats. Volgens dhr. Lammers zou men de uitgaven moeten temperen door middel van twee invoeringen. Zo zouden ondernemers en vaste inkomensgroepen van elkaar gescheiden moeten worden in het belastingstelsel. Zijn tweede aanbeveling is om de zelfstandigenaftrek alleen voor starters beschikbaar te stellen, zodat er steeds meer ondernemingen in de vorm van bv’s zullen ontstaan. De vlaktaks waar dhr. Stevens zo stevig achter staat, wordt wel deels gesteund door dhr. Lammers, mits de vlaktaks niet volledig vlak is. De onderkant van het belastingstelsel moet worden aangepakt. Hij pleit voor een lange eerste schijf, opdat de productiviteit en capaciteit wordt gestimuleerd in de samenleving, waarbij DGA’s niet vergeten mogen worden in de berekening van de belasting. Politici maken volgens dhr. Lammers genoeg regels. Het is vaak lastig vast te stellen of dit daadkracht of regeldrift is, maar het is zeker een gevolg van ideologie. Bij de vraag van Stevens of het huidige belastingstelsel mee heeft geholpen aan de crisis, stemden allen volmondig in. Een gevolg van het belastingstelsel waren stijgende prijzen, maar hoe men het probleem oplost, is volgens dhr. Lammers nog niet zo gemakkelijk als men denkt. Hij maakte zijn volgende punt door middel van een vergelijking met een responderende Ier aan wie de weg wordt gevraagd: ‘Je bent op het verkeerde punt vertrokken.’ Als je als beginpunt al een verkeerd punt hebt, namelijk de aftrek in het belastingstelsel, dan is het erg lastig om naar een punt te gaan dat men tot doel heeft. ‘Geen inkomenspolitiek’ De laatste spreker van de middag was dr. Koen Caminada, die het net even anders aanpakte dan de rest. Zo begon hij met een uitleg waarom het zo lang duurt, voordat er een belastinghervorming wordt ingevoerd. Er bestaat volgens hem namelijk een zogenoemde angst rondom hervormingen en gebrek aan mensen die daadwerkelijk die lage tarieven ondersteunen in de politiek. Daarnaast zit men met een tijdshorizon, waar veel politiek geregel bij komt kijken. Wanneer een bepaalde krant dan met chocoladeletters ‘Boodschappen worden duurder’ publiceert, begint de onrust in Nederland te groeien. Dhr. Caminada zou er eerder van maken: ‘Boodschappen worden duurder, maar betaald door de bejaarden.’ Waar dhr. Visser ook al op wees met groei wat betreft de werkgelegenheid, kwam Caminada met harde cijfers voor de dag. Met het belastingplan zou men 142.000 banen erbij kunnen creëren, maar het kabinet heeft als ambitie 100.000 banen. Dit mag in totaal 5 miljard euro kosten, wat kort door de bocht 50.000 euro per baan zou betekenen. Met deze rekensom was dhr. Lammers het niet geheel eens, want er is ook sprake van een in- en uitverdieneffect. Verder liet Caminada zien dat het arbeidsaanbod met 1,6% zou toenemen, de werkloosheidsvoet met 0,5% zou afnemen en dat de werkgelegenheid in uren met 2,1% zou toenemen. Met behulp van een grafiek illustreerde dhr. Caminada dat de marginale belastingdruk overal omhoog was gegaan na de aanpassing van het belastingstelsel. Het is volgens hem belangrijk om de belastingmoraal hoog te houden met afstemming op de inkomenspolitiek via toeslagen en kortingen. Toeslagen kan men namelijk niet afschaffen, omdat deze de onderkant van de samenleving
beschermen. Het is belangrijk om de economische discriminatie in de belastingwet te verwijderen. Men kan dit alleen door een incrementeel beleid te voeren, waarbij visie een vereiste is en alles wordt uit verzonnen. Een goed onderscheid tussen heffing en ondersteuning zou kunnen helpen en Commissie Van Dijkhuizen kwam met de toepassing van de vlaktaks op toeslagen met een uniform afbouwpercentage. Hierbij worden een drietal toeslagen samengevoegd tot één huishoudentoeslag, namelijk de zorg- en huurtoeslag en het kind-gebonden budget. Het Kabinet liet in de brief echter niet duidelijk weten waarom zij niet van plan waren deze voorstellen ook daadwerkelijk uit te voeren, dat voor teleurstelling zorgde bij dhr. Caminada. Dhr. Visser had hier wel een verklaring voor: deze vlaktaks bij toeslagen is niet uitvoerbaar door de Belastingdienst door de regelingen. Daarbij komt kijken dat politieke verantwoordelijkheid niet over te dragen is aan anderen. Lammers kon hem daarin vervullen met de volgende woorden: ‘Tussen droom en daad staan wetten.’ Tot slot Prof. dr. Leo Stevens, de man waarmee de middag begon, sloot de discussie af met de veelbelovende woorden: ‘Nu is het onze verantwoordelijkheid om leiderschap te tonen.’ Daarnaast had hij het innovatieve plan om een nieuwe commissie binnen de Christiaanse-Taxateur op te zetten, waar plannen en oplossingen worden bedacht voor het belastingstelstel zoals deze middag is besproken. De sprekers van deze middag hebben aangegeven dat zij bereid zijn om eventueel advies te geven, zodat jong en oud samen tot een plan komen. Dit allemaal om deze middag niet zomaar voorbij te laten gaan, maar om voor altijd te memoreren en te herroepen. Prinsjesdagcommissie en sprekers: bedankt voor deze interessante middag. Prinsjesdag zal voortaan geen geheimen meer kennen!
LOF-Congres
deAANSL AG!
LOF-Congres Maastricht Door:
Valérie Visser
Op vrijdag 26 september jl. is de CT met een groep enthousiaste studenten afgereisd naar Maastricht om het congres van het Landelijk Overleg Fiscalisten bij te wonen. Dit jaarlijks terugkerend evenement is een initiatief van alle Nederlandse fiscale studieverenigingen. Tevens vond dit jaar de 30e editie plaats. Wij als Rotterdamse fiscale studievereniging kwamen net niet met het hoogste aantal leden naar Maastricht, maar dat mocht de pret niet drukken. Na een reis van bijna drie uur kwamen we aan in het hostel, waarna we door het LOF-bestuur naar de Bonbonnière geleid werden. Bij de Bonbonnière vond het plenaire gedeelte van de dag plaats. De dag begon in Maastricht met een warm welkom. Onder het genot van een hapje en een drankje werden alvast de verwachtingen voor de dag besproken. De Limburgse vlaai was in deze setting onmisbaar. Wanneer de magen goed gevuld waren, kon de dag écht beginnen en was het tijd voor het welkomstwoord. Om meer achtergrondinformatie over dit thema te vergaren, opende prof. dr. Van den Hurk als dagvoorzitter het congres om het BEPS-begrip (Base Erosion and Profit Shifting) en het kader daaromheen nader uit te leggen. Het LOF-bestuur Maastricht heeft met het BEPSthema een actueel en grensoverschrijdend thema neer weten te zetten. De pers schrijft bijna dagelijks over de ontwikkelingen van het door de OESO neergezette BEPS-project. Dit project beoogt een einde te maken aan ‘agressive tax planning’. De onderhandelingen hierover verlopen echter niet zo gemakkelijk. Gedurende de dag kwamen een vijftal sprekers aan het woord. Allereerst sprak Aart Roelofsen, beleidsmedewerker bij de afdeling Interne Fiscale Zaken (IFZ) op het ministerie van Financiën over wetgeving en gevolgen van het afstemmen van wetteksten op het BEPS-project. Hierna was het al tijd voor een korte pauze, waarna Theo Keijzer het stokje van Roelofsen over nam. Theo Keijzer, lid van het EU-platform voor ‘Tax Good Governance’ en vertegenwoordiger van de Internationale Kamer van Koophandel, legde onder andere de relatie tussen horizontaal toezicht en het BEPS-project. Na de lunch spraken vervolgens Francis Weyzig, Jan van Streek en Arjo van Eijsden. Francis Weyzig, tegenwoordig werkzaam als beleidsadviseur bij ontwikkelingsorganisatie Oxam Novib, gaf het congres een hele andere insteek door zijn vakgebieden, namelijk ontwikkelingsstudies en economie. Desondanks wierp hij juist een frisse blik op de huidige problematiek en legde fenomenen als brievenbusmaatschappijen haarfijn uit. Jan van Streek, belastingadviseur bij Loyens & Loeff, wist het congres interactief te maken door studenten die een goed antwoord gaven te trakteren op een katapult. Arjo van Eijsden, partner bij EY, heeft tijdens het congres aandacht besteed aan de betekenis van Corporate Social Responsibility binnen de (toekomstige) bedrijfsvoering van internationale ondernemingen met betrekking tot belastingen. Nadat alle sprekers aan bod waren gekomen, was het tijd voor het slotdebat, waar zowel tussen de sprekers als tussen sprekers en studenten gediscussieerd werd. Het plenaire gedeelte werd traditiegetrouw afgesloten met het uitreiken van de NOB-scriptieprijs, welke in 1992 in samenwerking met het LOF is ingesteld. Dit jaar ging de scriptieprijs naar oud-CT’er Vincent Meijerman. Iets waar we heel trots op mogen zijn! Rond 17.00 uur, na de afsluiting van het plenaire gedeelte, werden we hartelijk verwelkomd in Château Neercanne, waar zowel de ba-
nenborrel als het recruitmentdiner plaatsvonden. Bij de banenborrel kon er op een informele manier met recruiters en werknemers van verschillende kantoren gesproken worden. Het diner bestond uit drie gangen waarbij elke gang aan een andere tafel genuttigd werd, zodat iedere student de mogelijkheid werd geboden om met drie verschillende kantoren te spreken. De gehele dag werd afgesloten met een spetterende afterparty in de ‘raket van Maastricht’, Café Ipanema. Een deel van de CT’ers heeft daarna het centrum van Maastricht nog onveilig gemaakt. Na een korte nacht en een lekker ontbijtje in de StayOkay van Maastricht maakte iedereen zich klaar voor een lange terugreis. Maastricht was voor sommigen misschien wat ver, maar dit heeft de dag niet minder succesvol gemaakt. Namens alle Rotterdamse studenten wil ik het LOF-bestuur nogmaals bedanken voor het neerzetten van een geweldig en leerzaam congres! Zorg dat ook jij er bij bent volgend jaar, zodat we volgend jaar als Rotterdammers het LOF met de grootste groep studenten kunnen vertegenwoordigen!
31
32
deAANSL AG!
LOF-Congres
Docentartikel
deAANSL AG!
De Fiscus viert! Door:
Mr.R.B.N. van Ovost, Wetenschappelijk medewerker Fiscaal Economisch Instituut (EUR)
In het jaar 1810 werd Nederland, door Napoleon, bij Frankrijk ingelijfd. De wisselingen van het staatsbestel tastten de continuïteit van een instituut voor het beheer van de staatsfinanciën niet aan. Ook de Prins van Oranje die na de nederlaag van Napoleon naar Nederland terugkeerde, stelde een departement in voor de nationale financiën. Dit werd op 1 januari 1814 in de Staatscourant bekend gemaakt. Het ministerie van Financiën was geboren. Als 200-jarig departement is het nog steeds één van onze belangrijkste en meest invloedrijke. In dat opzicht heeft de Nederlandse fiscus dus iets te vieren, al 200 jaar staat zij de Minister van Financiën bij om te zorgen dat het geld van de burgers in de staatskas belandt. Dat ging in het begin niet zachtzinnig, want wie niet betaalde werd bedreigd met lijfstraffen en gevangenisstraf. Dat lijfstraffen niet plezierig waren is een understatement, maar ook in de gevangenissen van 200 jaar geleden was het comfort niet om over naar huis te schrijven. Het tijdperk van lijfstraffen ligt gelukkig achter ons. Tegenwoordig bestaat een straf uit een boete of een gevangenisstraf. Doordat digitalisering heeft plaatsgevonden kunnen veel fiscale zaken via internet afgedaan worden, en dat is een viering waard. Men kan namelijk zijn aangifte indienen, formulieren invullen, vragen stellen en op de site van de Belastingdienst uitleg over fiscale regels vinden. Jarenlang bleef de fiscus naar buiten toe erg achter, omdat men bang was dat het interne netwerk boordevol privacy gevoelige informatie gehackt zou worden. Inmiddels kan men intern bij de fiscus twee netwerken gebruiken, waardoor de kans op internetinbraak gedecimeerd wordt en de relatie met de fiscus via internet en e-mail een veel modernere is geworden. Belangrijke stukken als aanslagen en dergelijke komen nog steeds op papier, maar veel van het randgebeuren kan inmiddels digitaal. Bij de fiscus wordt doorgaans gevieren gewerkt. De wetgever maakt de wetten die door de inspecteurs - aan de hand van de aangiften - worden gecontroleerd. Hierna wordt de door de inspecteur opgelegde aanslag ingevorderd. Behalve via de wetgever, die - naast de praktijk - ook gevoed wordt door ons parlement, is er sprake van nauwe samenwerking tussen de vier, om goede wetgeving en praktische oplossingen voor fiscale problemen te bereiken. Lange tijd leek het erop dat de fiscus bij controles de teugels wat liet vieren. Het aantal volledige controles nam af en ook de aangiften werden veel meer ongezien afgedaan door de computer. Er leek voor belastingplichtigen iets te vieren. Toch controleert de fiscus nog wel, maar slimmer door risicoanalyses en gerichte steekproeven. Als de beuk er echt in gaat zijn ze nog steeds in staat een belastingplichtige te vierendelen. Door te gaan werken met het zogenaamde horizontale toezicht wordt de te controleren partij zelf onderdeel van het controleproces, door zelf fiscale risico’s in beeld te brengen en daarover in overleg te treden met de fiscus. Het streven moet natuurlijk blijven dat iedereen vrijwillig de door hem of haar verschuldigde belasting betaalt. Mocht dat ooit bereikt worden dan zou er pas echt wat te vieren zijn. Dan zou de belastingdienst een begin kunnen maken met zijn eigen opheffing. Van die situatie zijn we toch nog redelijk ver verwijderd, als je de jaarlijkse cijfers van de belastingdienst bekijkt. Het aantal fraudeonderzoeken blijft toenemen en de EU heeft al becijferd dat ongeveer 10% van ons Bruto Binnenlands Product (BBP) bestaat uit
zwarte transacties (dat is bijna 60 miljard). Dat zijn dus de transacties waar doorgaans geen inkomstenbelasting (door de ondernemer) of omzetbelasting (door de klant) over wordt betaald.1 Het voordeel van het benoemen van onze informele economie is wel dat ons BBP ineens 10% hoger is en dat het dus eenvoudiger is voor de overheid om het begrotingstekort onder de afgesproken 3% te houden. Het is daarom dat de meeste overheden op dit moment niet meer piepen over de 3% norm, omdat we allemaal weer ruimte hebben gekregen uit Brussel (alle landen mogen hun informele economie optellen bij hun BBP). Te vieren voor de fiscus is in elk geval dat de Nederlandse informele economie na Zwitserland en Oostenrijk als kleinste geschat is in Europa. Dat ligt voor een deel aan de Nederlandse (volks)mentaliteit maar voor een deel ook zeker aan de houding en de werkwijze van onze fiscus. De schatting van de grootte van de informele economie in Oost-Europese landen, zoals Roemenië en Bulgarije ligt rond de 30% van hun BBP. Wat valt er nog meer te vieren met de fiscus? Dit is een jaar, waarin weinig veranderingen worden doorgevoerd in het Belastingplan. Er vinden wel wat aanpassingen plaats, maar die liggen met name in de marge. De grote veranderingen die worden aangekondigd -zelfs een nieuw belastingstelsel- liggen in het verschiet. Dat betekent voor ons, als adviseurs en wetenschappers, dat we nog lang niet uitgevierd zijn met de fiscus en dat we ook samen met de fiscus de komende jaren weer een extra verantwoording krijgen. Tot slot wordt dit jaar ook gevierd dat de inkomstenbelasting 100 jaar bestaat. Op 19 december is het precies 100 jaar geleden dat de eerste inkomstenbelasting het licht zag.2 Het belastingjaar liep in 1914 nog van mei tot mei, vandaar dat de wet IB 1914 inging op 1 mei 1915. Grappig daarbij was dat onder deze inkomstenbelasting ook vennootschappen en lichamen op aandelen vielen. Het is mede daardoor niet verassend dat de winst van vennootschappen nog steeds bepaald wordt op basis van de winstbepalingen van de IB-ondernemer. Ook dit zal gevierd worden, met een jubileumboek en extra aandacht. Hoewel je regelmatig met de fiscus van mening kunt verschillen, er redelijk veel procedures worden gevoerd, de fiscus fraudeonderzoek doet en kennelijk ook nog eens 60 miljard niet ziet, blijkt uit het bovenstaande dat je ook best eens een feestje met de fiscus kunt vieren.
1 2
Bron: Schneider 2013 in een artikel uit La Vanguardia 18 sept 2013. Wet van 19 december 1914, staatsblad 563
33
34
deAANSL AG!
Interview Scriptieprijswinnaar
Scriptieprijswinnaar Vincent Meijerman Door:
Linda Wisse
Op vrijdag 26 september 2014 mocht Vincent Meijerman de prestigieuze LOF-scriptieprijs in ontvangst nemen. De Aanslagcommissie kreeg de eer om deze winnaar te interviewen in zijn drukke leven op dit moment. Gefeliciteerd met het behalen van deze prestigieuze prijs! Kun je ons uitleggen waar jouw scriptie in de kern over gaat? Het makkelijkste antwoord is dat mijn scriptie over belastingontwijking gaat en dan vooral over de vraag hoe je dat tegengaat. De kernproblematiek van mijn scriptie is Transfer Pricing. Dit wordt ook wel verrekenprijsproblematiek genoemd. De vraag bij Transfer Pricing is wat er gebeurt op het moment dat je twee (of meer) juridische entiteiten hebt, bijvoorbeeld twee bv’s, die aan elkaar gelieerd zijn. Zij gaan onderling transacties aan. Wat je vaak ziet binnen een concern tussen diverse business units in verschillende bv’s, is dat er (bijvoorbeeld) goederenstromen tussen die bv’s zijn. Bij dergelijke goederenstromen kun je je afvragen of er waarde aan het overgedragen goed wordt toegevoegd in het productieproces door de overdragende bv. Wanneer dit zo is, moet de ontvangende partij voor fiscale doeleinden eigenlijk een (verreken)prijs betalen aan de leverende partij. Deze interne verrekenprijzen zijn in internationaal verband te manipuleren; opbrengsten kunnen in laag belastende landen terecht komen terwijl gelijktijdig grote aftrekposten in hoog belastende landen terecht komen. Een ander probleem ontstaat op het moment dat het buitenland Transfer Prices niet of anders dan Nederland berekent. Dan ontstaan Transfer Pricing mismatches. Dit tweede probleem is waar mijn scriptie over gaat. Welke conclusies heb je uit jouw scriptie kunnen trekken en waar ben je vooral heel verheugd over? Een belangrijke conclusie, die ik weliswaar niet expliciet beschrijf in mijn scriptie, maar die er wel uit volgt, heeft te maken met waar de OESO op dit moment mee bezig is. Zij zijn druk bezig belastingontwijking tegen te gaan. Ze doen dit op veel verschillende
gebieden. Zo proberen zij kunstmatige routes aan te pakken en informatiewisseling tussen staten te verbeteren. Ik mis echter de Transfer Pricing mismatches in deze internationale discussie. In mijn scriptie heb ik als conclusie een bepaling voorgesteld voor in de Nederlandse wet. Het blijft wel een groot internationaal probleem, maar op deze manier zou je, naar mijn mening, alvast een klein deel kunnen aanpakken. Uiteraard komt er een hoop politiek bij kijken voordat er iets op tafel ligt. Waar ik echt heel trots op ben, is dat ik het heel grondig heb aangepakt en niet ben gestopt bij een half antwoord, maar het ook daadwerkelijk allemaal heb uitgewerkt. Uiteindelijk heb ik een hele brede analyse. Ik heb er veel aspecten bij gepakt. Je kunt je natuurlijk ook alleen focussen op een deelonderwerp, maar daar heb ik niet voor gekozen. Ik heb eigenlijk een behoorlijk compleet beeld geschapen, met uitzondering van het Europees recht. Die compleetheid is mijn grote trots. Hoe ben je op dit scriptieonderwerp gekomen? Dat is wel grappig gelopen, want ik ging in het begin helemaal niet dit hoofdprobleem onderzoeken, althans dat wist ik nog niet. Mijn scriptiebegeleider, Ruud de Smit, had een aantal richtingen liggen en ik wilde iets schrijven over artikel 10b van de wet op de vennootschapsbelasting. Dit is een bepaalde renteaftrekbeperking vanuit Nederlands perspectief. Artikel 10b is een antimisbruikbepaling en is gericht op leningen. Het probleem waar artikel 10b echter tegen strijdt bestaat ook bijvoorbeeld bij huurovereenkomsten en licentieovereenkomsten tussen vennootschappen. Tegenover deze laatste categorie staan royalty’s. Ook op het moment dat er een vermogensbestanddeel wordt overgedragen binnen een concern – bijvoorbeeld een heel pand – speelt het probleem waar artikel 10b bij leningen op ziet. Je ziet dus dat de transacties waarbij het probleem, waar dit artikel tegen geschreven is, kan ontstaan meer dan alleen leningen zijn. Dit bredere probleem is het probleem van Transfer Pricing. De antimisbruikbepaling in artikel 10b heeft ook een internationaal karakter, wat weer verband heeft met de OESO, zoals ik eerder zei. Ik heb voorgesteld om artikel 10b te schrappen uit de wet en een ander artikel (artikel 8b) aan te vullen met twee extra leden. Welke wijze les heb je uit de afgelopen periode kunnen halen? Altijd doordenken, altijd een stap verder denken dan dat je al doet. Ruud de Smit heeft mij hier heel erg op geattendeerd gedurende mijn scriptieonderzoek. Dan had ik wat ingeleverd waar ik wel tevreden over was en dan schreef hij er weer iets bij zoals: ‘Goh, maar hoe zit dat dan met…’ en ‘Heb je daar al over nagedacht, volgens mij is hier een arrest over.’ Hij gaf niet altijd concreet commentaar en liet het je uiteindelijk echt zelf doen. Daarnaast ben ik lang van stof, maar ik heb echt geleerd om korter te schrijven. Ik leer nog steeds allerlei dingen, dat blijft doorgaan! Zijn er ook zogenoemde tegenslagen geweest tijdens het scriptieonderzoek? Ja, veel! Ik heb echt een soort haat-liefde relatie met mijn scriptie gehad; soms duren dingen echt zoveel langer dan je dacht en als je dan uiteindelijk denkt dat er theoretisch iets klopt, struikel je weer over iets heel praktisch, iets heel basics. Als je namelijk een bepaling wilt doorvoeren, moet je wel de middelen hebben als Belastingdienst om die bepalingen te handhaven. Om dit zeker te stellen moet je bijvoorbeeld weer allerlei informatiewisselingssystemen onderzoeken; allemaal praktisch en op voorhand misschien wat suf eigenlijk, maar daardoor niet minder noodzakelijk. Hierdoor duurt het allemaal weer veel langer.
Interview Scriptieprijswinnaar
Stukje terug in de tijd: waarom heb je voor de studie Fiscale Economie gekozen en hoe heb jij jouw studententijd beleefd? Goede vraag… Ik heb mij wel meteen voor deze studie ingeschreven, want op de middelbare school was ik heel geïnteresseerd in geschiedenis en economie. Dan ga je uiteindelijk een keuze maken: waarmee kun je een baan vinden en waar valt geld mee te verdienen? Bij economie heb je dan meer kans dan bij geschiedenis en fiscaal is dan weer heel concreet. Waarom ik niet voor Fiscaal Recht heb gekozen, is omdat de interactie tussen belastingen en de economie daar geen aandacht krijgt, zoals dit wel gebeurt in macroeconomische modellen. Die interactie heeft nog steeds mijn aandacht! Gedurende mijn studententijd woonde ik in Rotterdam en ik heb ook een jaar bestuur gedaan bij de CT. Na drie jaren bachelor vond ik een jaar bestuur wel op zijn plaats, maar na een jaar van borrels, etentjes en feesten was het wel weer even inkomen met studeren. Daarnaast was ik lid van de hardloopvereniging hier en ging ook vaak met vrienden een hapje eten! Wat is dé gouden tip van jou voor studenten die een scriptie moeten schrijven? Ga schrijven, dat is het vooral. Heel veel mensen zijn eindeloos aan het lezen, daar heb ik zelf ook wel een handje van, maar uiteindelijk weet je echt niet meer precies wat je helemaal in het begin hebt gelezen. Terwijl je schrijft, kom je ook weer allerlei problemen tegen waar je niet aan hebt gedacht. Ga dus schrijven, anders duurt het eindeloos!
deAANSL AG!
Wat zijn jouw toekomstplannen? Op dit moment heb ik het echt naar mijn zin bij EY en ik leer daar ontzettend veel als Consultant Tax. Ik ben bezig met Estateplanning, vermogensopstellingen voor inkeerders, maar ook met internationale structureringen, waarbij Nederlandse vennootschappen naar het buitenland gaan. Ik zie echt alles voorbij komen. Ik zie mij hier nog wel een tijdje zitten, want ik leer echt ontzettend veel en daarna zie ik wel wat ik ga doen. EY is voor mij echt een vliegende start, een kans waarmee ik me echt gelukkig mag prijzen. Het thema van deze Aanslag is ‘De fiscus viert!’, hoe denk jij hierover? Laat me even een nadenken… Wat hier alleen bij mij opkomt, is dat de fiscus nog genoeg werk te doen heeft en eigenlijk helemaal geen feestje kan vieren. De fiscus verkeert gewoon echt in zwaar weer op dit moment, omdat ze onderbemand zijn. Dit wordt in de toekomst alleen nog maar erger doordat ze momenteel een verouderd personeelsbestand hebben. Daarnaast is het niet meer het vermaarde opleidingsinstituut dat het dertig jaar geleden wel was. Ik zou eerder zeggen dat er nog genoeg werk aan de winkel is, voordat de fiscus echt een feestje kan vieren!
Even voorstellen - De Aanslagcommissie (2) Amarins Veringa
Mijn naam is Amarins Veringa, ik ben 18 jaar en een kersverse Rotterdammer. Ik ben dit jaar begonnen met de studie Fiscale Economie. Daarnaast werk ik in een museum in mijn oude woonplaats Oudewater en ben ik lid van studentenvereniging SSR. In mijn vrije tijd spreek ik graag af met vriendinnen om te koken, winkelen en kletsen. Meewerken aan De Aanslag lijkt me een mooie manier om de fiscaliteit buiten de stof om te leren kennen. Als kind wilde ik (natuurlijk voordat ik de immer interessante fiscaliteit ontdekte) journalist worden, dus ik heb veel zin om samen met mijn commissiegenootjes te gaan werken aan komende Aanslagen. Ik hoop dat jullie ze met net zoveel plezier zullen lezen! Mijn favoriete quote: “The expert in anything was once a beginner.”
Linda Wisse
Mijn naam is Linda Wisse, ik ben 19 jaar oud en woon op kamers in hartje Kralingen. Als tweedejaars studente Fiscale Economie en Bedrijfseconomie heb ik enorm veel zin om een plaats te mogen vervullen in De Aanslagcommissie! Afgelopen studiejaar heb ik met veel plezier de edities van De Aanslag gelezen door de goede combinatie van interviews met bedrijven, de opinie van studenten en de altijd even kleurrijke omslag van het blad. Naast mijn studie en commissies ben ik ook te vinden op de tennisbaan en vind ik het heerlijk om een rondje te gaan hardlopen. Verder maak ik ook altijd tijd vrij om muziek te maken op mijn keyboard en gitaar. Om het studentenleven te kunnen financieren, werk ik elk weekend in de horeca en geef ik doordeweeks bijles aan middelbare scholieren. Uiteraard houd ik als Rotterdamse studente ook wel van een feestje met de benodigde dansjes en drankjes! Mijn favoriete quote: “Even the biggest failure beats the hell out of never trying.”
35
36
deAANSL AG!
Eerste leden/commissie-interesseborrel
Eerste leden/commissie-interesseborrel
Op 4 september jongstleden vond de eerste borrel van het jaar plaats, waar alle leden al hun vragen konden stellen over de commissies. Leuk om iedereen na de vakantie weer te zien. De opkomst was dan ook zeer hoog, er waren meer dan 130 leden aanwezig. Dank jullie wel voor jullie aanwezigheid!
Eerstejaars aan het woord / Prijsvraag
deAANSL AG!
Eerstejaars aan het woord Sana Mouna Door:
Artjom Bagramjan
Paspoort Naam: Sana Mouna Studie: Fiscaal Recht Leeftijd: 20 jaar Woonplaats: Alphen aan de Rijn CT-lid: Ja Hobby’s: Zwemmen, eten, lezen en gezellige dingen met vriendinnen doen
Hoe bevalt jouw studie tot nu toe? Wat vind je van de vakken? De studie bevalt goed, ik heb het erg naar mijn zin op de universiteit. Ik heb nog maar één vak gehad en het was wel interessant. Ik heb het vorig jaar natuurlijk ook gehad, dus ik wist er over het algemeen wel wat van, maar het ging natuurlijk wel wat dieper dan op het hbo. Hoe gaat het met je studievoortgang? Daar kan ik nog niet veel over vertellen, omdat ik nog maar één tentamen heb gehad. Ik hoop dat mijn studie goed verloopt en dat ik mijn P dit jaar haal, zodat ik door naar het tweede jaar kan. Ik wil er echt voor gaan. Eerst heb ik namelijk heel erg getwijfeld of ik aan de universiteit wilde beginnen of op het hbo zou blijven. Nu ik eenmaal het besluit heb genomen , wil ik het ook echt waarmaken. Is er iets wat je mist bij de opleiding of iets wat beter zou kunnen? Wat ik jammer vind, hoewel het ergens ook weer goed is, is dat je elk blok weer wisselt van werkgroep. Dus dan heb je net nieuwe mensen leren kennen en dan krijg je weer een nieuwe groep. Het is natuurlijk wel leuk om meer nieuwe mensen te leren kennen, maar misschien zou het beter zijn om om de twee blokken te wisselen.
Waarom heb je gekozen voor Fiscaal Recht en niet voor Rechtsgeleerdheid? Sowieso voor de werkgelegenheid: de kans op een baan is veel groter wanneer je Fiscaal Recht studeert. Het feit dat je meer met cijfers bezig bent en meer toepast, vind ik erg interessant. Daarnaast spreekt het economische deel mij erg aan. Ben je bekend met de CT? Ja, ik ben lid van de CT, maar ben nog niet naar een activiteit geweest. Graag zou ik wat actiever willen worden, want ik heb goede verhalen gehoord van mensen die naar activiteiten zijn geweest. Bovendien lijkt het me erg leuk om nieuwe mensen te leren kennen. Weet je al iets over de fiscaliteit? Door mijn vooropleiding weet ik al wat over dit onderwerp, maar in één jaar reikt de kennis niet veel verder dan alleen de basis. Heb je al een idee over wat je in de toekomst wilt gaan doen? Na zoveel jaar ben ik er eindelijk over uit. Ik wil graag in het bedrijfsleven beginnen en dan lijkt het me leuk om later leraar te worden bij een hogeschool. Graag zou ik dan een vak zoals Belastingrecht willen geven. Het lijkt me erg leuk om dat te kunnen combineren en dan vooral op
Prijsvraag In deze editie van De Aanslag staat een ingewikkelde sudoku voor jullie. Heb jij als sudoku-master deze puzzel als eerste opgelost? Mail dan vóór 5 januari 2015 een foto van je oplossing naar Aanslag@ christiaanse-taxateur.nl onder vermelding van ‘Prijsvraag Aanslag 1’ en maak kans op een diner voor twee personen!
een hogeschool, omdat je studenten dan natuurlijk beter leert kennen. Wat betreft het bedrijfsleven, weet ik nog niet bij welk bedrijf ik zou willen werken. Ik heb niet echt een voorkeur voor een bedrijf, maar het lijkt me wel een leuke uitdaging om bij een internationaal bedrijf te werken. Woon je in Rotterdam? Nee, ik woon momenteel in Alphen aan den Rijn bij mijn ouders. Ik wil dit eerste jaar even kijken hoe het allemaal loopt en of ik mijn propedeuse haal. Het is namelijk wel even reizen, maar het is in principe te overzien, omdat je maar drie dagen college hebt. Daarnaast werk ik in Alphen en wonen al mijn vriendinnen hier. Ik denk dat de stap om in Rotterdam te gaan wonen makkelijker wordt wanneer ik hier langer studeer en meer mensen heb leren kennen. Waar denk je aan bij het thema ‘De fiscus viert!’? De fiscus viert, de woorden zeggen het eigenlijk al. Als de fiscus viert dan vieren de burgers waarschijnlijk niet mee. Voor mijn gevoel worden regels dan verscherpt en wordt alles strenger, wanneer je het thema erg letterlijk neemt.
37
38
deAANSL AG!
Speciaal Fiscaal
Speciaal Fiscaal Nico Maaskant Door:
Amarins Veringa
Paspoort Naam: Nico Maaskant Leeftijd: 21 jaar Studie: Derdejaars student Fiscaal Recht Daarnaast: Vicevoorzitter bij café In de Smitse
Nico Maaskant begon als student Rechtsgeleerdheid, maar vond de fiscale vakken zo interessant dat hij naar Fiscaal Recht switchte. Naast zijn studie trad hij op 26 september officieel aan als vicevoorzitter van café In de Smitse. In dit interview vertelt hij meer over hoe hij zijn bestuurswerk combineert met zijn studie. Wat doe je precies bij In de Smitse? Als vicevoorzitter van het bestuur houd ik me bezig met de interne betrekkingen, dus ik regel alles rond de tappers. Ik verzorg de roosters, stuur mails, regel tappersuitjes en organiseer alle themafeesten. Hoe ziet een week bij jou eruit? Wat ik doe wisselt per week. Als er een themafeest is, ben ik de hele week bezig om dat voor te bereiden. Ik maak een draaiboek, neem contact op met externe partijen en regel alles waar je rekening mee moet houden. Normaal vergaderen we op maandagavond en tap ik één á twee keer per week. Op donderdag en vrijdag mail ik alle informatie (en natuurlijk de laatste roddels) naar de tappers en op zaterdag maak ik het rooster. Doordeweeks help ik ook met de huishoudelijke klusjes, zoals schoonmaken. Dat is de minst leuke taak, maar ik doe het met alle liefde! Hoe combineer je jouw bestuurswerk met je studie? Normaal ben ik zo’n vijftien uur per week bezig met mijn bestuurswerk, maar als er een themafeest is, verdubbelt die tijd al gauw. Ik probeer ook elke week om genoeg tijd in mijn studie te steken, maar de eerste weken van het collegejaar zijn altijd het drukst voor In de Smitse. Hier besteed ik dus veel tijd aan op het moment. In de loop van het jaar wordt het wat rustiger in het café (vermoedelijk doordat veel studenten dan wat harder aan hun studie moeten gaan werken) en kan ik me wat meer gaan focussen op mijn studie. Hoe ben je bij In de Smitse terecht gekomen? Ik ben hier door een vriend begonnen als tapper. Het team voelt echt als een vriendengroep, dus ik vind het een hele eer om daar bestuur van te mogen zijn. Een jaar lang een café draaiende houden is echt een leuke uitdaging.
Hoe bevalt het bestuurswerk tot nu toe? Tot nu toe bevalt het me heel goed! Eind september zijn we als bestuur officieel aangetreden, maar we zijn al de hele zomervakantie druk bezig geweest. Het is drukker dan ik had verwacht (Ja, ik droom tijdens grote projecten zoals het Oktoberfest ook wel eens over mijn werk), maar dat is zeker niet negatief. Ik werk ook nog in een ander café, maar hier ben ik eindverantwoordelijke en dat maakt het echt een leuke uitdaging. In de Smitse voelt nu echt als ‘mijn’ café. Wat zijn de leukste dingen die je als bestuur hebt meegemaakt? Het wisselweekend was heel bijzonder doordat alle oud-besturen kwamen en we allerlei activiteiten zoals bij een ontgroening moesten doen. Het is ook leuk dat je als tapper altijd een biertje mag komen drinken en de tappersuitjes zijn heel gezellig. De grap die het oud-bestuur traditiegetrouw met ons uithaalde, was ook goed gelukt, dus die moeten wij proberen te overtreffen volgend jaar. Wat wil je in de toekomst gaan doen? Ik heb meerdere ideeën, maar ik ben er nog niet helemaal uit. Het lijkt me wel wat om een eigen bedrijf op te zetten, maar misschien is het handiger om eerst in dienst te gaan bij een bedrijf. Ik denk dat ik ook wel profijt zal hebben van mijn bestuursjaar; je runt een bedrijf met een flinke jaaromzet en daar komen veel verantwoordelijkheden bij kijken.
Almanak
deAANSL AG!
XXste Almanak: Tijdreis - van verleden naar toekomst Donderdag 9 oktober werd de XXste Almanak der R.F.V. Christiaanse-Taxateur uitgereikt tijdens de jaarlijkse Almanakborrel. Na maanden van hard werken, veel vergaderen en de nodige gezelligheid presenteerden wij dan ook met gepaste trots onze almanak om vervolgens het prachtige boekwerk uit te delen onder het genot van een borrelhapje en een drankje. Uiteraard kon je de Almanakken hoogstpersoonlijk laten signeren door de leden van de Almanakcommissie. Een almanak komt natuurlijk niet uit de lucht vallen, daar gaat een half jaar van bloed, zweet en tranen aan vooraf voor de leden van de Almanakcommissie. Deze bedenkt een thema, maakt een optimistische planning, schrijft stukjes, vraagt of andere mensen stukjes voor ze willen schrijven, etc. Begin februari was de Almanakcommissie compleet en kon er worden gewerkt aan alweer de XXste Almanak der R.F.V. ChristiaanseTaxateur. De eerste vergadering lagen er stapels Almanakken op tafel, klaar om doorgebladerd te worden en ideeën op te doen. Het was alsof we eventjes terug in de tijd gingen. Laat dit nu een mooie link zijn naar het thema van onze mooie Almanak `Fiscale Tijdreis - van verleden naar toekomst’. De Almanakken zijn als het ware geschiedenisboeken van de Christiaanse-Taxateur. Elk jaar weer wordt een jaarboek opgesteld om alle mooie momenten van het betreffende collegejaar vast te leggen zodat je er in de toekomst nog een keer nostalgisch op terug kunt kijken. Wie houdt er nou niet van om eventjes terug in de tijd te gaan en te denken aan de gebeurtenissen uit je kindertijd? Veel meer verleden hebben wij jonge studenten nog niet om op terug te kijken. Daarom zijn we ook al druk bezig met onze toekomst. Wat zal er van ons allen terecht komen? Naast onze eigen tijdreis zijn er tal van andere veranderingen doorgevoerd om ons heen. Denk bijvoorbeeld aan de verbouwingen op de campus, maar nog dichterbij de verandering van het oprichtingsjaar van de CT van 1993 naar 1968. Kortom, genoeg informatie om de Almanak te vullen met het thema `Tijdreis - van verleden naar toekomst’. Wij, de leden van de Almanakcommissie, hebben maandenlang met veel plezier gewerkt aan de realisatie van het boekwerk. Nog geen exemplaar kunnen bemachtigen? Ze liggen klaar in de CT-kamer, klaar om opgehaald te worden en om ook in jouw boekenkast te schitteren. Met vriendelijke groet, De Almanakcommisse 2013/2014 Peter Adriaanse Michèle Hendriks Aukje Strik Rogier Vermeer Wouter van Varik
39
40
deAANSL AG!
Uitwisseling Cindy
Exchange China Cindy Steentjes Door:
Amarins Veringa
Paspoort Naam: Cindy Steentjes Opleiding: Bachelor Fiscaal Recht Leeftijd: 21 jaar Universiteit: Peking University (Uitwisseling, Erasmus Universiteit Rotterdam)
Cindy Steentjes is derdejaars studente Fiscaal Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor vier maanden studeert zij aan Peking University in China. In dit interview komen jullie meer te weten over deze ambitievolle uitwisselingsstudente die intussen ook Chinees heeft leren spreken. Waarom ben je naar Peking vertrokken? Een uitwisseling is dé kans om het studentenleven aan de andere kant van de wereld te ontdekken en de studie vanuit internationaal perspectief te bekijken. Een nieuwe uitdaging is ook goed voor je persoonlijke ontwikkeling. China als land spreekt mij heel erg aan. Toen ik besefte dat China ook een belangrijke positie heeft in de economie wilde ik op uitwisseling en ook iets van de Chinese taal opsteken. Uiteindelijk is het Peking University geworden, omdat het één van de beste universiteiten in Azië is die een aantrekkelijk vakkenpakket biedt aan internationale studenten. In Peking zelf zijn nog veel andere universiteiten te vinden, waardoor er echt een studentencultuur heerst. Hoe ziet een dag bij jou eruit? De eerste week in China stond vooral in het teken van het zoeken naar een appartement, omdat de uitwisselingsstudenten niet op de campus kunnen wonen. Daarna was er een introductieprogramma op de universiteit, onder andere om de medestudenten en je eigen Chinese ‘buddy’ te ontmoeten, de campus te verkennen en te wennen aan de Chinese cultuur. Nu heb ik een ander ritme gekregen. In de ochtend volg ik Chinese taalles (Mandarijn) en vervolgens spreek ik af met ‘language partners’. Chinezen zijn heel behulpzaam en willen zelf ook graag oefenen met de Engelse taal. Van dinsdag tot en met donderdag ben ik op de campus te vinden, vaak ga ik eerst naar de sportschool en vervolgens volg ik colleges. ’s Avonds eet ik met mijn medestudenten buiten de deur, waarna er nog tijd is voor zelfstudie of een Skype gesprek (voor zover het tijdsverschil dat toelaat). In het weekend hang ik voornamelijk de toerist uit en bezoek ik verschillende bezienswaardigheden, zoals de bekende Chinese muur, het Zomerpaleis of de Verboden Stad. Hoe bevalt de uitwisseling tot nu toe? Eerlijk gezegd maakte ik mij in het begin wel een beetje zorgen, omdat ik veel verhalen had gehoord over heimwee en een
cultuurshock. Het is een nieuwe ervaring om vier maanden lang, zonder familie en vrienden, buiten Europa te zijn. Ik geniet met volle teugen van mijn afwisselende ervaringen, waarschijnlijk doordat ik me van tevoren heb ingeleefd door veel over China te lezen en de taal te oefenen met Chinezen. Ik probeer het maximale uit mijn uitwisseling te halen en ik weet dat ik mijn familie en vrienden weer zie, zodra ik terug ben in Nederland. Wat zijn de grootste verschillen tussen het studentenleven in Nederland en China? Mijn indruk van de Chinese studenten is dat zij ontzettend harde werkers zijn. Ze hebben minder vrije tijd dan Nederlandse studenten. Er is zoveel concurrentie onderling, dat het de studenten een boost geeft om zoveel mogelijk te studeren. De Chinese studenten zijn vaak van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de bibliotheek te vinden. Soms hebben zij zelfs colleges op zondag. Het leven van de Chinese student speelt zich voornamelijk in en rondom de universiteit af: men slaapt, studeert, sport en eet op de campus. Waar kijk je het meest naar uit als je weer in Nederland bent? Smog en andere soorten luchtvervuiling hebben mij de frisse lucht in Nederland doen missen, maar dit weegt niet op tegen de vele mogelijkheden die ik nog wil ervaren in China. Hoe zie jij jezelf in de toekomst? Werk gerelateerd zou ik in een internationaal advieskantoor willen werken. Zeer interessant vind ik de wijze waarop gecommuniceerd wordt tussen verschillende culturen. Als men zaken wil doen met partners die een andere culturele achtergrond hebben, moeten eerst de gedragscodes begrepen worden. De beste manier daarvoor is om jezelf eerst onder te dompelen in de cultuur van de betreffende zakenpartners. Een handige tool daarbij is het beheersen van de taal en dat is ook voor mij een doel geweest om een uitwisseling te doen. Heb je nog tips voor fiscale studenten die op uitwisseling gaan? Probeer je alvast zoveel mogelijk in te leven en contact te leggen met andere uitwisselingsstudenten. Een goede voorbereiding maakt de uitwisseling gemakkelijker en zorgt ervoor dat je tijdens de uitwisseling het maximale eruit kunt halen.
Hof van Justitie
Bezoek Hof van Justitie Door:
Valérie Visser
Na een frisse start van het nieuwe collegejaar op 1 september zijn we dinsdag 2 september jl. met een groep van 23 CT’ers afgereisd naar Luxemburg, om aldaar een bezoek te brengen aan Deloitte en het Hof van Justitie. Aanleiding van het bezoek aan Luxemburg was dat prof. dr. P. Kavelaars, hoogleraar Fiscale Economie, gemachtigd was om te pleiten voor de Grote Kamer, bestaande uit dertien rechters. Iedereen was al vroeg uit de veren om rond 10.00 uur te kunnen arriveren in Luxemburg. Allereerst werden we verwelkomd in het kantoor van Deloitte, waar we een presentatie kregen over het Luxemburgse belastingstelsel. Naderhand werd er voor ons een heerlijke lunch verzorgd. Met een gevulde maag reden we naar het Hof van Justitie, waar we vervolgens een rondleiding door het gebouw kregen. Ook kregen we alvast een voorproefje van de zaal waar de zitting over de 150 kilometergrens bij de 30%-regeling gevoerd zou worden. Na de rondleiding kregen we de gelegenheid om ergens te wachten tot de zitting zou beginnen. Ondertussen kwam een medewerker een algemene uitleg geven over zittingen in het Hof van Justitie en vervolgens gaf hij uitleg over deze specifieke zaak. Toen was het moment daar, de rechter legde het probleem voor en vervolgens werden drie partijen in de gelegenheid gebracht te pleiten. Ruim anderhalf uur werd de zaak besproken, meningen uitgewisseld en gediscussieerd. Na de zitting was het inmiddels alweer tijd om huiswaarts te keren. De terugweg verliep voor sommigen van ons helaas minder voorspoedig dan de heenweg – er was file - , waardoor een deel genoodzaakt was al in België te dineren in plaats van in Maastricht. Desondanks hebben we heel erg genoten van deze dag. We willen bij dezen dan ook de heer Kavelaars en alle aanwezige leden bedanken! Mocht je een keer de kans krijgen om een zitting van het Hof van Justitie bij te wonen, dan zou ik zeggen: pak deze met beide handen aan!
deAANSL AG!
41
42
deAANSL AG!
Docentenlunch / Wisselings-ALV
Docentenlunch
2 Oktober jl. vond op traditionele wijze de docentenlunch plaats in het Erasmus Paviljoen. Op een informele manier hebben het XXIIste bestuur, samen met de Stichting Belastingwinkel Rotterdam, kennis gemaakt met de docenten van Fiscaal Recht en Fiscale Economie.
Wisselings-ALV
Op de Wisselings-ALV van 10 september 2014 werd het XXIIste bestuur het officiële bestuur. Het afgelopen half jaar werd door het XXIste geëvalueerd en nieuwe ideeën van het XXIIste bestuur werden door Laura Batenburg de Jong aangehaald. Martijn Schippers werd tijdens deze ALV aangedragen als Lid van Verdienste. De ALV werd afgesloten met een borrel in De Stoep.
Almanakborrel / TJP
deAANSL AG!
Almanakborrel
De Almanakborrel vond plaats 9 oktober jongstleden in club Cinéma. De Almanakcommissie heeft haar uiterste best gedaan om een geweldige Almanak neer te zetten. Gedurende de avond konden CT-leden de Almanak bemachtigen en laten signeren.
TJP i.s.m. De Bont Advocaten
Woensdag 29 oktober jongstleden vond de eerste TJP-sessie plaats. Op deze avond, georganiseerd in samenwerking met De Bont Advocaten, stond het onderwerp Formeel Belastingrecht centraal. Dit jaar is het vijfde jaar dat TJP georganiseerd wordt. Op nog acht succesvolle TJP-sessies dit collegejaar!
43
44
deAANSL AG!
De Stelling
Stelling:
“De Nederlandse belastingwetten moeten worden
Op 16 september publiceerde de OESO een tussenrapportage over het Base Erosion & Profit Shifting (BEPS)-project aan de G20. Nederland heeft intensief in dit BEPS-project meegewerkt. Het kabinet heeft bij verschillende gelegenheden het standpunt ingenomen dat belastingontwijking -ontduiking een probleem is dat een mondiale aanpak vereist. Wij vroegen studenten en docenten wat hun mening is hierover.
Jeroen Koenraadt, tweedejaars student Fiscale Economie
Natuurlijk vindt niemand het leuk om belasting te betalen, maar ‘belastingontduiking’ is illegaal en zou zeker moeten worden aangepakt. Het Italiaanse zwarte circuit zou 92 miljard euro per jaar omvatten, dit is bijna 10% van het BBP. De overheid loopt hierdoor grote bedragen mis. Belastingontwijking is niet strafbaar, maar juist op een creatieve manier omgaan met gestelde regels. Dit is echter vaak sociaalonwenselijk, niet conform het doel van de wet en oneerlijk voor bedrijven die niet over middelen beschikken om dergelijke constructies op te zetten. Echter, bij wet verboden is het niet. Het belastingstelsel is altijd in beweging en dat maakt het interessant. Het dichtmaken van een gat resulteert in het creëren van een nieuwe. Minder geld kwijt zijn aan het eind van de rit maakt één van de beste ´incentives´ die er zijn, losstaand van het feit of het zou moeten, denk ik niet dat het kan. Bovendien moet Nederland niet voorop willen lopen in anti-ontwijkingswetgeving; de miljarden winststromen die door Nederland vloeien stromen onder het ´horizontale toezicht´ zorgen voor belastingopbrengsten die anders niet worden binnen gehaald. Dat het voor de VS niet eerlijk is dat ´Starbucks´ bijna geen vennootschapsbelasting betaald is begrijpelijk, maar dat is niet een probleem voor Nederland.
Claire Hofman, tutor Nederlands Recht B1 & Fiscaal Recht B2
Vooral vanwege het feit dat belastingontwijking niet illegaal is – ontwijkgedrag behelst het verlagen van de belastingdruk binnen de grenzen van de wet- is het voorkomen van ervan denk ik een onhaalbare kwestie. Het lijkt me lastig vast te stellen welke bepalingen (of stelsels van bepalingen) in de wet precies voor ontwijking vatbaar zijn (a contrario: welke bepalingen zou een creatieve fiscalist onmógelijk kunnen ontwijken?!). En: hoe verkrijgen we volledig inzicht in deze niet strafbare ‘problematiek’? Ten tweede ben ik ervan overtuigd dat er altijd belastingplichtigen zijn die de effectieve belastingdruk op legale wijze proberen te minimaliseren. Waarschijnlijk voelen de meeste lezers zich zelfs aangesproken (‘en wat is hier mis mee?’). Met dit gegeven in het achterhoofd vraag ik me of het überhaupt mogelijk is wetten zodanig aan te passen, dat ontwijking niet meer mogelijk is. Een equilibrium tussen precisie en flexibiliteit vormt vermoedelijk een knelpunt bij het formuleren van duidelijke wettelijke bepalingen (lex certa beginsel). Het gebruik van vage concepten in het belastingrecht leidt in de praktijk tot discussies omtrent kwalificatie en interpretatie; tot rechtsonzekerheid dus. Dit zou betekenen dat wetten zeer precies geformuleerd zouden moeten worden (voor iedere mogelijke casus een regel), wat weer kan leiden tot ontelbare categorieën, opsommingen en andere lastig te begrijpen details in de wet. Deze overmatige precisie komt de rechtszekerheid natuurlijk ook niet ten goede en het lijkt mij bovendien onmogelijk om op elke (fiscale) casuspositie te anticiperen. Flexibiliteit lijkt dus geboden, ook met het oog op de vele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die de fiscaliteit raken. Kortom: ik denk dat het equilibrium tussen precisie en flexibiliteit, dat inherent is aan het lex certa beginsel, ten grondslag ligt aan mijn vermoeden dat (belasting) nooit volledig bevredigend zal zijn. Belastingwetten komen en belastingwetten gaan, maar ontduiking blijft vermoedelijk altijd bestaan!
De Stelling
aangepast, zodat belastingontwijking niet meer mogelijk is.”
Hervé van Oosterhout, masterstudent Fiscale Economie
Belastingontwijking, in feite ontduiking binnen de grenzen van de wet, is een duistere zaak. Dat het op zeer grote schaal gebeurd, is inmiddels bekend. Maar hoe groot het is, willen we eigenlijk niet weten. We zetten oogkleppen op. Daar overheden simpelweg niet de mankracht hebben om te onderzoeken hoeveel kapitaal er ‘geparkeerd staat’ in zogenaamde ‘offshore tax havens’, zullen we het moeten doen met schattingen. James Henry, Former Chief Economist at McKinsey & Co, heeft dit als een van de eersten gedaan en kwam op een schatting van tussen de 21 en 32 trillioen(!) dollars aan het einde van 2010. Dat is een 21 met 12 nullen! Het is tot op de dag van vandaag niet ontkracht. Het bizarre gevolg is dat overheden, mede door het mislopen van belastinginkomsten, genoodzaakt zijn hun begrotingstekorten te financieren met het lenen van dit offshore kapitaal. Met andere woorden de overheid leent het geld wat ze eigenlijk hadden moeten ontvangen d.m.v. belasting. Dit is een krankzinnige situatie en vereist een mondiale aanpak. Dat Nederland hieraan moet meewerken is in mijn ogen niet meer dan hun (morele) plicht.
Bahar Klaver, derdejaars student Fiscaal Recht
Uiteraard streven concerns die internationaal opereren naar minimale afdracht van belastingen. Door opzet van complexe routes maken zij het mogelijk om belasting te ontwijken. Dit gebeurt conform de wet en hoewel het niet onwettig is, is het in mijn optiek wel onwenselijk. Onwenselijk in die zin dat andere landen, net als Nederland, voor de financiering van hun publieke uitgaven afhankelijk zijn van belastingopbrengsten. Het punt is namelijk dat als je belasting kunt ontwijken, maar dat toch niet doet, je meer belasting afdraagt aan de staat dan dat je wettelijk verplicht bent af te dragen. Je kunt dus anders dan bij belastingontduiking – waarbij je strafrechtelijk kan worden vervolgd – risicoloos minder belasting betalen. Ik begrijp dan ook dat concerns via listige constructies hun belastingdruk weten te verlagen, maar er begrip voor hebben is iets anders. Gezien voornoemde ben ik van mening dat je terug moet naar de kern van dit probleem, terug naar de wetgeving en de verdragen die dit soort constructies mogelijk maken. Die moeten verbeterd en aangescherpt worden!
Drs. J.E. van den Berg, docent Fiscale Economie
Om twee redenen is deze stelling onjuist. In de eerste plaats is het onmogelijk een wet zo in te richten dat belastingontwijking onmogelijk is. Dat gaat een wettekst van honderden pagina’s opleveren. Dit los nog van de vraag wat nu eigenlijk belastingontwijking is. Mag iemand zijn onderneming niet meer in een BV drijven, omdat hij dan minder belasting betaalt dan in een IB-onderneming? Tenslotte beschikt de fiscus over het middel ‘fraus legis’ waarmee in bepaalde gevallen belastingontwijking is te bestrijden. In de tweede plaats is dit zinloos als belastingontwijking niet in Europees verband wordt aangepakt. Gebeurt dit niet, dan zullen vele nationale wetten die belastingontwijking (in Nederland) bestrijden in strijd met Europees recht blijken te zijn. Zo is, bijvoorbeeld, het opleggen van een aanslag bij verplaatsing van de onderneming naar het buitenland, in veel gevallen in strijd met de ‘vrijheidsbeginselen’ van het EU-recht. Dit alles laat niet onverlet dat de Nederlandse wetgever belastingontwijking kan inperken door bepaalde wetten eenvoudiger te maken. Een voorbeeld is de behandeling van eigen en vreemd vermogen binnen de vennootschapsbelasting. Gelijke behandeling zorgt er voor dat er niet meer op oneigenlijke gronden voor vreemd vermogen wordt gekozen, daar waar eigenlijk eigen vermogen nodig is.
deAANSL AG!
45
deAANSL AG!
46
Column / Agenda
Column
Sinterklaasfeest Waarde lezer, Zeer vereerd ben ik om het stokje van Martijn Schippers, die vele jaren de column voor de Aanslag heeft verzorgd, over te mogen nemen. Voor de lezers die mij wellicht nog niet kennen; mijn naam is Agnes Maassen en ik ben op dit moment masterstudent Fiscale Economie. De meesten zullen mij kennen vanwege mijn bestuursfunctie Commissaris Extern binnen het XXIste bestuur. Daarnaast ben ik als werkstudent werkzaam bij Deloitte en kun je mij af en toe nog vinden op een feestje bij Laurentius. Als masterstudent worden de feestjes wat vaker ingeruild voor serieuze studiedagen en de glazen sterk worden verwisseld voor een beschaafd rood wijntje bij het eten. Gelukkig bestaat nog altijd de maand december waarin heel Nederland de intocht van Sinterklaas, het kerstfeest en de wisseling van het kalenderjaar viert, waardoor een student weer genoeg momenten en vrije dagen heeft om wat biertjes te verorberen. Dit jaar zal de viering van het sinterklaasfeest desalniettemin een hele andere dimensie krijgen. De discussie omtrent Zwarte Piet zal u allicht niet zijn ontgaan en hoogstwaarschijnlijk heeft u hierover zelfs een mening gevormd. Geen onpopulaire opvatting onder autochtone Nederlanders is degene waarbij wordt gesteld dat het racisme-argument enkel wordt gebruikt door wat aanstellers die de vreugde van het feest slechts proberen te verderven. Dat een traditioneel oer-Hollands volksfeest volledig wordt verpest door een kleine groep theatrale schreeuwers. Uiteraard heeft eenieder de vrijheid heeft om een eigen mening te vormen, maar ik zou graag van de gelegenheid gebruik maken om een kanttekening te schetsen. Eerlijkheid gebied te zeggen dat ik van mening ben dat inderdaad bij vele vierders van het sinterklaasfeest, waaronder ondergetekende, van racisme, discriminatie of enige ongelijkheid geen sprake is. Lange tijd heb ook ik het argument van racisme als verwerpelijk beschouwd. Echter, na enige zelfreflectie denk ik dat de Nederlander blind is geworden voor haar eigen feest. Zij kan niet meer objectief kijken naar iets wat zij met zoveel liefde en plezier, zowel in haar volwassen leven alsook in haar jeugd, jaar in jaar uit heeft gevierd. Daarnaast is racisme niet alleen discrimineren op huidskleur en doet zich niet enkel voor in expliciete vorm. Nee, racisme kan zich ook voordoen in de vorm van een beleving of het gevoel van een bepaalde bevolkingsgroep. Op het moment dat een bevolkingsgroep in de Nederlandse samenleving zich gediscrimineerd voelt op basis van bijvoorbeeld haar huidskleur, wie zijn wij dan om te zeggen dat deze personen zich aanstellen? Ik ben juist trots op de Nederlandse samenleving vanwege haar open karakter en haar vermogen tot het accepteren van een groot en breed scala aan verschillende groepen van mensen. En mede vanwege het dynamische tijdperk waarin wij thans leven, denk ik dat wij een heel mooi en ja, hier komt dat woord, kleurrijk sinterklaasfeest kunnen vieren! Alvast fijne feestdagen gewenst! Agnes Maassen Masterstudent Fiscale Economie
Agenda
December 2014
3 december: Wijnproeverij Aanmerkelijk Belang 4 december: Sinterklaasborrel i.s.m. EY
Januari 2015
8 januari: Nieuwjaarsborrel i.s.m. Pereira 14 januari: Tax Jurisprudence Program
Februari 2014
12 februari: Tax Jurisprudence Program 13 febuari: Fiscale Bedrijvendag 2015 19 februari: Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff
Naast bovenstaande activiteiten zullen er nog diverse andere activiteiten en borrels worden georganiseerd. Houd daarom onze website, www.christiaanse-taxateur.nl, goed in de gaten voor updates en eventuele wijzigingen!
Alleen voor studenten die er echt kaas van hebben gegeten. De Loyens & Loeff Case Fondue in Zürich.
Voor de Case Fondue op 4, 5 en 6 februari 2015 zijn we op zoek naar talentvolle derde- of vierdejaarsstudenten fiscaal recht en/of fiscale economie. Behoor jij tot de top van je jaar en durf jij in Zürich je vingers te branden aan een interessante casus waarmee je op een intensieve manier kennismaakt met de fiscaliteit en Loyens & Loeff? Meld je dan vóór 5 januari aan via www.loyensloeffacademy.com
AC A D E M Y