Interview met Hein Daanen en Laura Duncker, Amsterdam Fashion Institute, 29/4/2015 Prof. dr. Hein Daanen is Professor op het Amsterdam Fashion Institute van de Hogeschool van Amsterdam, wetenschapper bij TNO (Expertise Group Training en Performance Innovations), Professor in Thermofysiologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en Directeur van Sizing Science. Zijn specialismen zijn 3D antropometrie (toepassingen in maatvoering van kleding) en thermofysiologie (warmtehuishouding in beschermende kleding). Laura Duncker is Lab Coördinator van het Fashion Technology Lab AMFI. De UPPS presentaties van 9 december 2014 hebben een eerste beeld geschetst van het aanbod binnen UPPS. In het interview wordt het beeld van het aanbod per partner aangescherpt en wordt er onder andere gesproken over voorbeeldprojecten, contacten met de industrie, samenwerkingsvormen en het toekomstperspectief van Ultra Personalised Products & Services. 1. Introductie Fashion Technology Lab AMFI, Hogeschool van Amsterdam Hein Daanen, lector Fashion Research & Technology aan AMFI van de Hogeschool van Amsterdam, belichtte tijdens zijn Lectorale Rede op 25 november 2014 kleding en mode op drie niveaus: slimme kleding, virtueel ontwerp en mode-identiteit.
slimme kleding: kleding met sensoren en actuatoren kan bijdragen aan het welbevinden, de gezondheid en veiligheid van mensen. Hij doet onderzoek naar de mogelijkheden van slimme kleding, waaronder thermische interfaces. virtueel ontwerp: om slimme kleding te laten functioneren, is een goede pasvorm essentieel. Pasvorm wordt ook belangrijker omdat mensen vaker online winkelen, en kleding dus niet meer vooraf kunnen passen. Het lectoraat loopt hierop vooruit met de levensgrote 3Dlichaamsscanner. mode-identiteit: mode reflecteert onder andere culturele achtergrond, sociale status en locatie. Binnen het lectoraat Fashion Research &Technology houden verschillende onderzoekers zich onder meer bezig met de verschillende mode-identiteiten in wereldsteden, en met name de Nederlandse mode-identiteit.
Laura Duncker is Lab Coördinator van het Fashion Technology Lab dat zich specialiseert in industrieel ontwerp, fysiologie, bewegingsleer, filosofie en culturele studies. Innovatief onderzoek dat samen met verschillende partners wordt uitgevoerd.
2. Welke faciliteiten kunnen er ter beschikking worden gesteld voor de projecten (idealiter met bedrijven) binnen het Fieldlab UPPS? 3D total Body Scanner; Textielmeetlab: Klimaatkast, FAST meetsysteem, Trekbank, lichtkast, pul machine, zuurkast; Industriële naai en breimachines; Creatie lab: 2D EPS en XPS-snijder, 2D lasersnijder en gravere, 2D vinylsnijder (stickers), 3D printen, Kunststofbewerking (Blazen, vacuum, buigen)
Om slimme kleding te laten werken, is een goede pasvorm essentieel. De sensoren moeten goed aansluiten op het lichaam. De studenten van AMFI werken dan ook steeds vaker met virtueel ontwerp. Ze ontwerpen de kleding in de computer, met software van Lectra, op een avatar of op een 3D-ingescand model. Met de levensgrote 3D-lichaamsscanner kan elke plooi en hoek van het lichaam in kaart worden gebracht. Je kunt het ontwerp vervolgens virtueel passen: op het beeld zie je aan de rode gebieden waar de kleding te strak zit. In de toekomst kan kleding zo naadloos op de drager aansluiten, die zijn scan instuurt.
3D-scan als puntenwolk (links), mesh (midden) en vast object (rechts). De plaatjes zijn gemaakt met het softwarepakket MeshLab. 1
Bij slimme kleding wordt gebruik gemaakt van sensoren en geëxperimenteerd met actuatoren. De drager doet nieuwe ervaringen op of wordt van informatie voorzien. Fashion Technology Lab werkt met een 3D scanner - deze wordt gebruikt bij virtueel ontwerp. Het lichaam wordt gekopieerd en naar een CAD-omgeving verstuurd. Zo kan kleding exact op het lichaam worden ontworpen. 3. Zijn er concrete lopende of opkomende initiatieven, projecten of samenwerkingen die interessant zouden kunnen zijn om binnen het Fieldlab in te brengen?
1
Er worden al projecten gedaan met partners die ook bij UPPS zitten, zoals het projectvoorstel ‘kleding maken zonder patroon’. Op basis van een 3D lichaamsscan wordt een kledingstuk gemaakt op maat van het lichaam. In dit project werd de scan zodanig bewerkt dat enkele tientallen driehoeken werden geproduceerd die aan elkaar werden genaaid. Omdat de coördinaten van de driehoeken bekend zijn, kunnen deze ook worden verlijmd, waardoor het proces volledig kan worden geautomatiseerd. Om de techniek verder te brengen zijn niet alleen nieuwe verlijmingstechnieken nodig, maar dient ook een andere kledingstuk ontworpen te worden. Er is vooralsnog gekozen voor een hemd. ArtEZ zorgt voor innovatieve en creatieve vormgeving. AMFI zorgt voor de scan en bewerking naar driehoeken, samen met het bedrijf Sizing Science. Saxion zorgt voor innovatieve verbindingstechnologie samen met het bedrijf Maan R&D. Doel is om de processen eenduidig te beschrijven zodat een goed voorstel gemaakt kan worden voor een meer
http://www.hva.nl/over-de-hva/nieuws-en-agenda/hva-nieuws/content/2014/11/lectorale-rede-heindaanen.html
diepgaand onderzoeksproject in het kader van NWO gelden voor de creatieve industrie of H2020 voorstel. Kiemproject ‘Bruggen bouwen tussen mode en technologie’, in dit project wordt gewerkt aan onderzoeksvoorstellen om het gat tussen ontwerp en techniek te verkleinen. Tussen de wereld van de technologie en de wereld van de mode ligt momenteel een diepe kloof. Esthetiek, het uitdragen van identiteit en het creëren van een imaginaire wereld staan in de mode centraal, terwijl in de technologie functionaliteit de belangrijkste drijfveer vormt. Modeontwerpers en technici spreken als gevolg hiervan een andere taal. Doel is om een dialoog te starten tussen modeontwerpers en technologen waarin vier pijlers centraal staan: 3D scanning (AMFI, Sizing Science), Smart Textiles (Saxion), beweging (Elitac) en design (ArtEZ, AMFI, Pretty Smart Textiles). Fashion 3.0, in dit onderzoeksprogramma gaan we op basis van de realisatie van een database over de wijze waarop stoffen ‘vallen’ en de metadatering daarvan, onderzoeken in hoeverre deze database gebruikt kan worden voor het driedimensionaliseren van het ontwerp- en creatieproces. We gaan onderzoeken in hoeverre het ontwerpproces kan worden gedigitaliseerd en hoe met behulp van ‘avatars’ een driedimensionale representatie van het ontwerp kan worden gerealiseerd (het liefst mensgroot), die kan worden gemanipuleerd, behouden en gereconstrueerd op elk moment in de tijd. Op basis hiervan willen we bezien in hoeverre een ‘digital catwalk’ kan worden ontwikkeld, die als een webservice kan worden aangeboden door de modeindustrie. Streven is eveneens te bezien in hoeverre het digitale ontwerpproces in (post HBO) opleidingen kan worden ingezet.
Idee voor UPPS project:
3D scan opdrachten voor het kledingbedrijf van ministerie van Defensie. Hein ziet een logische samenwerking tussen de 3D expertise van de Hogeschool van Amsterdam (Hein en Nico van der Bruggen), TNO (Frank ter Haar) en TUDelft (Johan Molenbroek). ‘Interoperability’ zoeken en versterken op het gebied van 3D scanning noemde hij als een goed uitgangspunt.
4. Welke contacten binnen de industrie zouden we wellicht kunnen benaderen voor deelname aan een project binnen UPPS? A Body Issue, bedrijf dat 3D scans maakt van rolstoelgebruikers Wasserijen, omdat contracten voor functionele kleding worden afgesloten met wasserijen. Hebben macht in de keten. Vezelfabrikanten zoals Dupont en Teijin Kledingbedrijf van ministerie van Defensie Sizing Science, Maan R&D, Modint. 5. De creatieve industrie en de high tech industrie komen in UPPS projecten samen. Wat lijken kansrijke samenwerkingsverbanden voor het samenvoegen van de creatieve industrie en de high tech industrie? Kansrijke samenwerkingsverbanden ontstaan vooral wanneer er ruimte is om te experimenteren, in termen van financiële ruimte en productietijd.
UPPS is een relatief goedkope manier om ruimte te creëren voor proeftuinen en om onderzoek te doen. Echter het probleem is dat het om hele specifieke kennis gaat die we willen vergaren. Bedrijven moeten eigenlijk precies in die richting willen innoveren, anders is het voor hen niet interessant om bij te dragen. Daarnaast is het een gegeven dat de mode-industrie geen geld heeft om te investeren in onderzoek dat relevant is voor de toekomst van de sector. Met uitzondering van kleinere bedrijven met passie en bewust omgaan met toekomstperspectief. 6. Met de outline van UPPS in gedachte, wat is uw toekomstbeeld van de maakindustrie, wat is in de nabije toekomst mogelijk en wat zal de ontwikkeling op lange termijn zijn? Virtueel ontwerpen is niet alleen essentieel voor slimme kleding, maar ook voor de toekomst met de branch. Mode is nu niet duurzaam, er wordt op een niet duurzame manier veel meer kleding geproduceerd dan wordt gekocht. Door kleding perfect af te stemmen op de besteller matchen vraag en aanbod beter. Ultra personalised product & services zou een (deel)oplossing kunnen zijn voor het probleem waar de fashion industrie nu tegenaan loopt. Echter de transitie naar een eerlijke en schone mode-industrie waar met respect voor mens, dier en milieu geproduceerd wordt, vraagt wel om een hele grote verandering, totale omkering. Om deze transitie mogelijk te maken spelen pioniers op het gebied van duurzame mode, de houding van de consument en vertegenwoordigers van grote mode-concerns een belangrijke rol, maar ook de positie die de overheid hierin neemt is cruciaal. De ervaring leert dat het initiatief voor het verduurzamen van de mode-industrie niet van de gevestigde grote bedrijven komt. De overheid zou veranderingen kunnen afdwingen door wet- en regelgeving en het kunnen stimuleren via het financieren van bijvoorbeeld duurzame start-ups. Daarnaast is de kennis van de mode die we nu dragen niet meer in Nederland aanwezig, omdat we geen textieltest bedrijven meer in Nederland hebben. We hebben als NL ‘slechts’ een handelspositie in de mode-industrie, maar daar komt geen onderzoek vanuit. Een Nederlands bedrijf als Van Bommel doet overigens niks met high tech innovatie. Dat zelfde geldt voor een bedrijf als Laimböck (handschoenen), dat zich ook niet met de toekomst bezighoudt. De mode-industrie ziet nog niet de grote verandering waarin we zitten. Ook bij project over verschuiving van verkoop via retail naar internetverkoop, ook daarin lopen we gigantisch achter de feiten aan. De ontwikkelingen rond Internet, smartphones en augmented reality gaan de retailsector fundamenteel veranderen. Ik hoop dat maakindustrie weer terug komt in Nederland, er lijkt steeds meer interesse, maar nog op heel kleine schaal. Mensen vinden het ook wel leuk, zelf weer bijdragen. 7. Wat zijn belemmeringen voor deze toekomstontwikkeling? Dat het nog een hele lange tijd zal vergen voordat er in de mode industrie nieuwe maatschappelijke standaarden zullen gelden. Ondanks dat de huidige niet duurzame situatie vraagt om verandering. In de huidige situatie komt meer dan de helft van de geproduceerde kleding niet eens in de winkel. Zelfs de instorting van een textielfabriek in Bangladesh heeft niet veel verandering gebracht. De hele waardeketen in de mode-industrie moet anders worden
ingericht. Het is nu nog standaard om te ontwerpen en dan naar buitenland op te sturen voor productie. Eigenlijk weet men zelf niet meer zo goed hoe we dat zelf kunnen doen.