PVVP 2006
Friese Waddeneilanden 2008 - 2012/2015
Ontwerp Programma van Eisen aanbesteding OV
Ontwerp Programma van Eisen aanbesteding openbaar vervoer Friese Waddeneilanden 2008 – 2012/2015
Gedeputeerde Staten van Fryslân 12 december 2006
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................ 2 1 Inleiding ................................................................................................................................ 3 1.1 Kansen voor creativiteit 3 1.2 Kansen voor nieuwe toetreders 4 1.3 Programma van eisen 4 1.4 Het selecteren van een vervoerder 4 1.5 Leeswijzer 4 2 Het speelveld ........................................................................................................................ 5 2.1 Onderwerp van de aanbesteding 5 2.2 Concessiegebieden 5 2.3 Concessieduur 5 2.4 Inspraak 5 2.5 Procedure en planning 6 3 Beleidskader ......................................................................................................................... 6 3.1 PVVP 6 3.2 Verrassend Fryslân, gastvrij voor toerist en recreant 7 4 Voorzieningenniveau ............................................................................................................. 7 4.1 Basisvoorzieningenniveau 7 4.2 Vervoer bovenop basisvoorzieningenniveau 8 5 Producteisen en -wensen ...................................................................................................... 8 5.1 Netwerk 9 5.2 Bedieningstijden 11 5.3 Kwaliteitsaspecten dienstuitvoering 11 5.4 Eisen ten aanzien van de haltes 13 5.5 Wensen ten aanzien van de haltes 14 5.6 Eisen ten aanzien van de voertuigen 14 5.7 Wensen ten aanzien van de voertuigen 15 5.8 Eisen ten aanzien van het personeel 16 5.9 Wensen ten aanzien van het personeel 17 5.10 Eisen ten aanzien van tarieven en vervoerbewijzen 17 5.11 Wensen ten aanzien van tarieven en vervoerbewijzen 19 5.12 Eisen ten aanzien van de informatievoorziening 19 5.13 Informatievoorziening in bijzondere omstandigheden 20 5.14 Wensen ten aanzien van de informatievoorziening 20 5.15 Eisen ten aanzien van de klantenservice 20 6 Duurzame brandstoffen ....................................................................................................... 21 7 Infrastructuur....................................................................................................................... 21 8 Personeel............................................................................................................................ 21 9 Financiële relatie ................................................................................................................. 22 10 Wijze van concessieverlening ........................................................................................ 22 11 Concessiebeheer ........................................................................................................... 22
2
1
Inleiding
Het openbaar vervoer op de Friese Waddeneilanden (hierna: de Waddeneilanden) wordt sinds 1 januari 2002 in opdracht van de Provincie Fryslân verricht door twee vervoerbedrijven. Taxicentrale Renesse rijdt op het eiland Vlieland, en Arriva verzorgt het vervoer op de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Deze bedrijven rijden op basis van openbaar vervoerconcessies, die zij hebben verworven na een Europese aanbestedingsprocedure in 2001. Daarbij is voor elk eiland een concessie afgegeven. Deze concessies lopen op 31 december 2007 af. Om ervoor te zorgen dat er ook vanaf 1 januari 2008 openbaar vervoer op de Waddeneilanden rijdt, dienen de betreffende concessies binnenkort weer Europees te worden aanbesteed. Gedeputeerde Staten van Fryslân zijn hiervoor op grond van de Wet personenvervoer 2000 bevoegd en verantwoordelijk. Zij bereiden deze aanbesteding voor in nauw overleg met de eilandgemeenten. Deze gemeenten beschikken namelijk over onontbeerlijke kennis van de lokale situatie en behoeften. Vanaf 1 januari 2008 wordt het openbaar vervoer uitgevoerd door de winnaar(s) van deze aanbesteding. Voor de aanbesteding van de openbaar vervoer concessies voor Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog wordt 1 Programma van Eisen geschreven, dat thans voor u ligt. Het Programma van Eisen vormt de basis voor het bestek, aan de hand waarvan belangstellenden een offerte kunnen uitbrengen. Er wordt eveneens 1 bestek uitgebracht, waarin onderscheid wordt gemaakt per eiland. Elk eiland vormt een perceel, zodat belangstellenden kunnen bepalen of zij voor 1 of meerdere eilanden een bod uitbrengen.
1.1
Kansen voor creativiteit
Het openbaar vervoer op de Waddeneilanden dient te worden omgevormd van aanbodgericht naar vraaggericht openbaar vervoer (zie de toelichting in paragraaf 3.1). Voor wat betreft de kostenkant van het openbaar vervoer betekent dit dat materieel, personeel en dienstregeling goed moeten worden afgestemd op de vraag naar vervoer. En voor wat betreft de inkomstenkant biedt dit de uitdaging om met creatieve vervoerconcepten meer reizigersopbrengsten te genereren. Ook kunnen de opbrengsten worden verhoogd door, naast de provinciale bijdrage en de reizigersopbrengsten, een derde geldstroom te genereren. Zo zou met ondernemers die belang hebben bij het openbaar vervoer een bijdrage kunnen worden afgesproken voor het openbaar vervoer langs hun onderneming, door hun dorp of op hun eiland. Provinciale Staten van Fryslân hebben op 30 juni 2004 besloten dat de provinciale bijdrage voor het openbaar vervoer op de Waddeneilanden verhoudingsgewijs niet hoger dient te zijn dan op de vaste wal. De kosten van het openbaar vervoer op de Waddeneilanden worden momenteel voor circa 70% gedragen door de Provincie Fryslân. De overige 30% wordt betaald door de reiziger. Uitgangspunt voor de komende aanbesteding is een verlaging van de provinciale bijdrage tot circa 60% van de kosten. Bij de gunning kan een creatieve inschrijver, die in staat is om een derde geldstroom te genereren, zich in positieve zin onderscheiden van zijn mede-inschrijvers.
3
1.2
Kansen voor nieuwe toetreders
De openbaar vervoermarkt kent nog niet veel nieuwe toetreders. Kleine, op zichzelf staande concessiegebieden zoals de Waddeneilanden bieden juist voor deze bedrijven kansen om te beginnen met openbaar vervoer. Om een impuls te geven aan de inschrijving op deze aanbesteding door nieuwe toetreders, zal het bestek vanuit die gedachte worden vormgegeven.
1.3
Programma van eisen
Om de kwaliteit van het openbaar vervoer op de Waddeneilanden te waarborgen stelt de opdrachtgever eisen aan de uitvoering van het openbaar vervoer. Deze eisen zijn vastgelegd in dit Programma van Eisen. De inschrijver dient minimaal te voldoen aan het Programma van Eisen. Daarnaast is een aantal wensen geformuleerd. Deze wensen komen in het bestek terug als wens of optie. Bij een wens bepaalt de vervoerder zelf of hij deze in de offerte meeneemt, gelet op het voor de aanbesteding beschikbare bedrag. Bij een optie moet de vervoerder een prijsopgave doen en bepaalt de opdrachtgever bij de gunning of, en zo ja, van welke opties hij gebruik maakt.
1.4
Het selecteren van een vervoerder
Na inspraak en vaststelling vormt het Programma van Eisen de basis voor het bestek. Op basis van het bestek kunnen de inschrijvers een offerte opstellen. In de offerte lichten zij toe wat zij kunnen bieden voor de jaarlijks beschikbare provinciale bijdrage. Aan de hand van een aantal criteria, de zogeheten gunningscriteria, vergelijkt de opdrachtgever de offertes met elkaar. De inschrijver die binnen de beschikbare provinciale bijdrage en andere randvoorwaarden het beste vervoer aanbiedt binnen een perceel, wint de betreffende concessie.
1.5
Leeswijzer
Dit Programma van Eisen bestaat uit de volgende onderdelen: Na een algemene inleiding in hoofdstuk 1, en een beschrijving van het speelveld in hoofdstuk 2, volgt een beschrijving van het beleidskader in hoofdstuk 3. Vervolgens worden in de hoofdstukken 4 tot en met 11 de inhoudelijke zaken voor het bestek beschreven.
4
2
Het speelveld
2.1
Onderwerp van de aanbesteding
Deze aanbesteding betreft het alleenrecht om openbaar vervoer te verrichten op de waddeneilanden Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Dit alleenrecht wordt hierna aangeduid met de term ‘concessie’.
2.2
Concessiegebieden
De concessiegebieden zijn de waddeneilanden Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Elk eiland vormt dus een afzonderlijk concessiegebied.
2.3
Concessieduur
De uit te geven concessies hebben een looptijd van 1 januari 2008 tot en met 9 december 2012, zijnde het moment dat de dienstregeling op het hoofdrailnet wordt gewijzigd. Indien de dienstregeling op het hoofdrailnet op een ander moment in de maand december wordt gewijzigd geldt dat moment als einddatum; de concessie geldt uiterlijk tot en met 31 december 2012. Deze einddatum is gelijk aan de datum waarop de concessies voor het openbaar vervoer in Leeuwarden en in Noord en Zuidwest Fryslân eindigen. Door dezelfde einddatum te hanteren, is het mogelijk om de concessies voor de Waddeneilanden, Leeuwarden en Noord en Zuidwest Fryslân te zijner tijd gezamenlijk aan te besteden. In de concessies voor de Waddeneilanden wordt de mogelijkheid ingebouwd om deze te verlengen tot december 2015, en wel tot de wijzigingsdatum van de dienstregeling op het hoofdrailnet in deze maand, doch uiterlijk tot en met 31 december 2015. Hiervan kunnen Gedeputeerde Staten van Fryslân gebruik maken, als zij te zijner tijd besluiten om niet aan te haken bij de aanbesteding van de concessies voor het openbaar vervoer in Leeuwarden en Noord en Zuidwest Fryslân. De verlenging vindt alleen plaats als de vervoerder zich hierin kan vinden.
2.4
Inspraak
Gedeputeerde Staten van Fryslân zullen bij de totstandkoming van het Programma van Eisen binnen de financiële randvoorwaarden rekening dienen te houden met de wensen en belangen van de bewoners, werknemers en toeristen die de Waddeneilanden bezoeken. Daarom wordt een inspraakprocedure gevolgd, waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om hun opmerkingen op het Programma van Eisen aan de provincie kenbaar te maken. Deze procedure wordt aangekondigd in de Friese regionale dagbladen en de lokale media op de vier Waddeneilanden. De Wet personenvervoer 2000 bepaalt dat aan consumentenorganisaties advies moet worden gevraagd over het Programma van Eisen. Mede op grond van deze regelgeving wordt advies gevraagd aan het ROCOV Fryslân. Daarnaast wordt aan de andere organisaties die deel uitmaken van de klankbordgroepen voor het openbaar vervoer op
5
de Waddeneilanden gevraagd om hun mening over het Programma van Eisen naar voren te brengen. In de inspraakperiode zal aan deze klankbordgroepen een toelichting worden gegeven op het ontwerp-Programma van Eisen.
2.5
Procedure en planning
De planning voor het vervolg van de aanbestedingsprocedure ziet er – behoudens onvoorziene wijzigingen – als volgt uit: December 2006/Januari 2007 Inspraak ontwerp-Programma van Eisen Februari 2007 Vaststelling Programma van Eisen Maart 2007 Publicatie van het bestek Juni 2007 Inleveren offertes door vervoerders Juni 2007 Beoordeling offertes Juli 2007 Gunning concessie 1 januari 2008 Start nieuwe concessie
3
Beleidskader
De provincie streeft ernaar een aantal doelen te bereiken met het openbaar vervoer op de Waddeneilanden. Deze zijn verwoord in het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2006 (hierna: PVVP) en de nota Verrassend Fryslân, gastvrij voor toerist en recreant. Deze stukken vormen het beleidskader voor deze aanbesteding.
3.1
PVVP
Provinciale bijdrage Het aandeel van de provinciale bijdrage in de kosten van het openbaar vervoer op de Waddeneilanden mag niet hoger zijn dan op de vaste wal. Dit is in het PVVP als volgt verwoord: “De Staten hebben op 30 juni 2004 besloten dat de OV-bijdrage van de provincie verhoudingsgewijs niet hoger zal zijn dan op de vaste wal.” Op dit moment draagt de provincie procentueel meer bij in de kosten van het openbaar vervoer op de Waddeneilanden dan op de vaste wal. Om het aandeel voor de eilanden in overeenstemming te brengen met het aandeel voor de vaste wal, zal bij de komende aanbesteding een lagere provinciale bijdrage beschikbaar worden gesteld dan thans wordt verstrekt. Bij de komende aanbesteding van het openbaar vervoer op de Waddeneilanden zal een provinciale bijdrage van € 1.250.000,-- per jaar beschikbaar zijn. Dit bedrag staat vast voor de hele concessieperiode. In het bestek zal worden aangegeven welk bedrag per eiland beschikbaar is. Het genoemde bedrag zal vanaf 2009 jaarlijks worden aangepast aan de indexering van de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer, die de provincie ontvangt van het Rijk. Eventuele bezuinigingen op deze doeluitkering door het Rijk hebben in principe geen gevolgen voor de beschikbare provinciale bijdrage. In het bestek zal worden beschreven wanneer er wel bezuinigd kan worden op de provinciale bijdrage. Aan de inschrijvers op de aanbesteding zal worden gevraagd wat zij binnen het kader van het bestek voor het beschikbare bedrag kunnen bieden. Als het bedrag van het totale aanbod inclusief de opties uitstijgt boven de
6
beschikbare provinciale bijdrage, dan zijn de meerkosten voor de eilandgemeente die de betreffende optie wil afnemen. Van aanbodgericht naar vraaggericht vervoer Openbaar vervoer is geen doel op zich. Het aanbieden van openbaar vervoer is alleen zinvol, als er vraag naar bestaat. Daarom legt het PVVP de nadruk op een meer vraaggericht openbaar vervoer: vervoer dat rijdt waar en wanneer reizigers willen reizen, en waarvan de kwaliteit is afgestemd op de behoeften van de reizigers. Dat vraagt om maatwerk. Niet overal en altijd hetzelfde aanbod, maar een focus op verbindingen met een sterke vervoervraag en een beperkt aanbod op verbindingen met weinig vraag. Over het openbaar vervoer op de Waddeneilanden wordt in het PVVP het volgende gezegd: “Ook op de Waddeneilanden wordt het aanbod van openbaar vervoer afgestemd op de vraag. De grootste vraag naar openbaar vervoer komt van toeristen die van de veerboot per bus naar hun vakantiebestemming en terug reizen. De vraag naar openbaar vervoer is het grootst in het hoogseizoen, vakanties en weekenden. Het aanbod vaste lijnen wordt hierop afgestemd. In de rest van het jaar wordt het aanbod afgestemd op de beperkte vraag. Dit kan bestaan uit een systeem van individueel OV van een halte naar de veerboot en vice versa, maar eventueel ook uit vaste lijnen.” Onder individueel OV wordt in het kader van deze aanbesteding een belbus verstaan, die flexibele routes tussen haltes rijdt.
3.2
Verrassend Fryslân, gastvrij voor toerist en recreant
In de provinciale nota "Verrassend Fryslân, gastvrij voor toerist en oftewel de beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002-2010 staat het volgende:
recreant"
Voor het vergroten van de toeristische aantrekkelijkheid van de Waddeneilanden gaan wij maatregelen stimuleren die: * Het gebruik van de auto verminderen * De hinder door autoverkeer terugdringen * De verkeersveiligheid verhogen * Het gebruik van collectief vervoer bevorderen * De voorwaarden voor langzaam verkeer verbeteren. Binnen de beschikbare financiële middelen zal worden getracht het gebruik van het collectief vervoer zoveel mogelijk te bevorderen.
4
Voorzieningenniveau
4.1
Basisvoorzieningenniveau
Bij de komende aanbesteding wordt uitgegaan van het volgende basisvoorzieningenniveau. Er wordt openbaar vervoer aangeboden in aansluiting op elke aankomende en vertrekkende veerboot van de rederijen Wagenborg en Doeksen. In de periode van 1 mei tot en met 30 september (hoogseizoen), tijdens de voorjaars-, mei- (gedeelte vóór 1 mei), herfst- en kerstvakantie in Noord en Midden Nederland en met Pasen wordt gereden met
7
vaste lijndiensten. Er zal een meerprijs worden uitgevraagd voor de optie om ook tijdens de vakantieperiodes in Zuid Nederland te rijden met vaste lijndiensten. In de rest van het jaar dient van vrijdag tot en met maandag met vaste lijndiensten te worden gereden, en op dinsdag tot en donderdag minimaal met belbussen. Overigens dient in dit laatste geval wel bij iedere aankomende veerboot een voertuig gereed te staan. Bij vervoer vanaf de veerboot hoeft dus nooit van tevoren te worden gebeld. Er zal een meerprijs worden uitgevraagd voor de optie om buiten het hoogseizoen, de vakantieperiodes en de weekenden te rijden met vaste lijndiensten. Verder zal er een meerprijs worden uitgevraagd voor de optie om in oktober te rijden met vaste lijndiensten. De eilandgemeenten willen bij voorkeur het gehele jaar door vaste ritten van en naar de veerboot. Op die manier is altijd vervoer gewaarborgd en hoeven mensen die zich op het eiland bevinden niet te bellen voor vervoer naar de veerboot. Bij de gunning scoren vaste lijndiensten buiten het hoogseizoen, de vakanties en de weekenden dan ook hoger dan belbussen.
4.2
Vervoer bovenop basisvoorzieningenniveau
De volgende verbindingen maken geen deel uit van het basisvoorzieningenniveau: • op Terschelling de verbinding tussen de veerboot en West aan Zee; • op Ameland de directe verbinding tussen de veerdam, Nes Dorp en Nes Strand gedurende de maanden juni, juli en augustus. Het is wenselijk dat dit vervoer bovenop het basisvoorzieningenniveau wordt aangeboden. De inschrijver scoort bij de gunning beter naarmate er meer van dit vervoer, uitgedrukt in dienstregelinguren en dienstregelingkilometers, wordt geboden. Daarbij dient bij voorkeur het vervoer op allebei de genoemde eilanden te worden aangeboden. Voor dit vervoer is geen provinciale bijdrage beschikbaar. Het zal dus moeten worden bekostigd uit een bijdrage van de reiziger en/of van bijvoorbeeld belanghebbende bedrijven langs de route of door een efficiencyslag door een innovatief vervoerconcept van de inschrijver. Het vervoer scoort beter bij de gunning naarmate de bijdrage van de reiziger lager is.
5
Producteisen en -wensen
Het openbaar vervoer op de Waddeneilanden bestaat in belangrijke mate uit het vervoer van toeristen van en naar de veerboot/snelboot. De vervoerder moet hier op inspelen door met name dit vervoer goed te regelen. Dat wil zeggen het openbaar vervoer moet aansluiten op de reguliere veerboten en snelboten, ook al wijkt de aankomsttijd af van de dienstregeling, en op de extra aan- en afvaarten. Verder moet de inzet van de voertuigen zodanig zijn, dat binnen een half uur het aanbod van reizigers die van de veerboot/snelboot afkomen kan worden verwerkt. Dit vraagt in de praktijk een inschatting van het aantal reizigers dat met de veerboot/snelboot aankomt, en zo nodig per direct de inzet van extra voertuigen en personeel. Goede communicatie tussen de rederijen en het busbedrijf is daarbij van groot belang. Niet alleen om een nauwkeurige inschatting te kunnen maken van het aantal aankomende
8
reizigers, maar ook voor een goede afstemming van vervoer per veerboot/snelboot en openbaar vervoer per bus. Een ander belangrijk aspect dat van belang is voor het openbaar vervoer op de Waddeneilanden, is de flexibiliteit van de exploitatie. Hiermee wordt bedoeld dat het, gezien de beperkte omvang van het netwerk, mogelijk moet zijn om op specifieke wensen van groepen reizigers in te spelen. Bovendien kan het uit efficiency-overwegingen zinvol zijn om eerder te beginnen met ritten naar de veerboot/snelboot. Dit speelt met name in de drukke periodes, zoals de zomervakantie.
5.1
Netwerk
Vlieland Verbindingen Het openbaar vervoer dient de verbindingen te verzorgen tussen de veerboot/snelboot en camping Stortemelk, de zomerhuizenterreinen Duinkersoord, Vliepark en Ankerplaats, Strandhotel-Seeduyn, appartementencomplex Eureka, camping Lange Paal en het Posthuys aan de westkant van het eiland. Ook dient er een verbinding te worden geboden tussen de jachthaven en het dorp Oost-Vlieland. Verder is het wenselijk dat er een verbinding wordt geboden tussen de Vliehors en het dorp Oost-Vlieland. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de Vliehors Express en de incidentele bootverbinding van en naar Texel zich dienen aan te passen aan de aangeboden dienstregeling voor het openbaar vervoer. Haltes Bij vraagafhankelijk vervoer wordt alleen gereden tussen die haltes waarnaar vraag is. In het bestek zal dit nader worden uitgewerkt.
Terschelling Verbindingen Het openbaar vervoer dient de verbindingen te verzorgen tussen de veerboot/snelboot en de kernen West-Terschelling, Midsland (inclusief Midsland Noordoost), Formerum, Hoorn, Halfweg, Hee, Baaiduinen, Landerum, Lies en Oosterend. Het is wenselijk dat er een directe verbinding wordt geboden tussen de veerboot/snelboot en de recreatieterreinen in Hee-Noord, West aan Zee, Midsland aan Zee, Midsland Noord en Formerum Noord. Bovendien is het wenselijk dat de Nachtbus de kernen WestTerschelling, Midsland, Formerum, Hoorn en Oosterend met elkaar verbindt. De Nachtbus is een vorm van openbaar vervoer in de avonduren en de nachtelijke uren, waarvoor geen provinciale bijdrage beschikbaar wordt gesteld. Haltes Bij vraagafhankelijk vervoer wordt alleen gereden tussen die haltes waarnaar vraag is. In het bestek zal dit nader worden uitgewerkt.
9
Ameland Algemeen Op dit moment is het centrum van Nes nog toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. De gemeenteraad van Ameland heeft aangegeven het centrum te willen afsluiten voor gemotoriseerd verkeer. Het is de bedoeling dat dit in het eerste kwartaal van 2007 wordt gerealiseerd met een verkeersbesluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ameland. Verbindingen Het openbaar vervoer dient ten minste de verbindingen te verzorgen tussen de veerboot en de kernen Nes, Buren, Ballum en Hollum en met de recreatieterreinen. De recreatieterreinen zijn: Nes: camping Duinoord Buren: recreatieterrein Klein Vaarwater en camping Kiekduun Ballum: bungalowpark en camping Roosdunen Hollum: caravanpark De Blieke, appartementen- en caravanpark Boomhiemke en bungalowpark en camping Koudenburg Het is wenselijk dat de er een directe verbinding wordt geboden tussen de veerdam, Nes Dorp en Nes Strand gedurende de maanden juni, juli en augustus. Haltes Bij vraagafhankelijk vervoer wordt alleen gereden tussen die haltes waarnaar vraag is. In het bestek zal dit nader worden uitgewerkt.
Schiermonnikoog Algemeen Op dit moment is het centrum van de kern Schiermonnikoog nog toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. De gemeente speelt met de gedachte om het centrum af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer. Deze ontwikkeling zal worden meegenomen in het kader van de evaluatie van het Gemeentelijk Verkeer- en VervoerPlan in 2007. Verbindingen Het openbaar vervoer dient de verbindingen te verzorgen tussen de veerboot en de kern Schiermonnikoog, het Karrepad, het Badstrand ter hoogte van de Badweg en de Prins Bernhardweg, en Bungalowpark De Monnik. Haltes Bij vraagafhankelijk vervoer wordt alleen gereden tussen die haltes waarnaar vraag is. In het bestek zal dit nader worden uitgewerkt.
10
5.2
Bedieningstijden
Algemeen 1. Bedieningsdagen Het openbaar vervoer dient te worden aangeboden gedurende alle dagen van de week het gehele jaar door. 2. Dienstregeling De dienstregeling dient zodanig te worden uitgevoerd dat alle passagiers die van de veerboot/snelboot afkomen en gebruik willen maken van het openbaar vervoer zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk een half uur na aankomst van de veerboot/snelboot zijn opgehaald. Bij eventuele vertraging van een aankomende boot moet worden gewacht, danwel dient de vervoerder vervangende voertuigen in te zetten om aan de aansluitingseis te voldoen. De vervoerder moet de dienstregeling flexibel af kunnen stemmen op wensen van (groepen) openbaar vervoerreizigers.
5.3
Kwaliteitsaspecten dienstuitvoering
Algemeen Ritten naar de veerboot/snelboot: • Deze ritten dienen tijdig te arriveren bij de veerboot/snelboot, zodat reizigers met veel bagage nog voldoende tijd hebben om over te stappen op de veerboot/snelboot. Op Vieland en Terschelling dient rekening te worden gehouden met het feit dat daar een beperkt deel van de reizigers nog een kaartje voor de snelboot moet aanschaffen. Ritten vanaf de veerboot/snelboot: • Deze ritten dienen het gehele jaar door zo kort mogelijk na aankomst van de veerboot/snelboot te vertrekken. Er dient echter wel voldoende tijd te worden geboden om over te stappen op het openbaar vervoer voor reizigers die minder goed ter been zijn en voor reizigers met bagage. • Bij vertraging van de aankomende veerboot/snelboot dient de vervoerder ervoor te zorgen dat er te allen tijde een aansluiting wordt geboden. Dit kan door de aansluitende voertuigen te laten wachten om alsnog aansluiting te bieden of door het inzetten van vervangende voertuigen. Ritten van en naar de veerboot/snelboot: • Een aansluiting op de aankomende veerboot/snelboot heeft voorrang boven een aansluiting op de vertrekkende veerboot/snelboot. Hieronder wordt per eiland een norm gegeven voor de aansluiting op de vertrekkende veerboten/snelboten.
11
Vlieland 1. Aansluitnorm De ritten dienen het gehele jaar door op z’n vroegst 50 minuten en uiterlijk 15 minuten voor het vertrek van de veerboot/snelboot te eindigen bij de veerboot/snelboot. 2. Omloop De provincie zal met de gemeente Vlieland afspraken maken over de wegen voor het openbaar vervoer. Uitgangspunt daarbij is dat het mogelijk moet zijn om in een uur heen en weer te rijden tussen de veerboot/snelboot en Het Posthuys. Verder zullen met de gemeente afspraken worden gemaakt over het gebruik van de veerdam.
Terschelling 1. Aansluitnorm De ritten dienen het gehele jaar door op z’n vroegst 50 minuten en uiterlijk 15 minuten voor het vertrek van de veerboot/snelboot te eindigen bij de veerboot/snelboot. 2. Omloop De provincie zal met de gemeente Terschelling afspraken maken over de wegen voor het openbaar vervoer. Uitgangspunt daarbij is dat het mogelijk moet zijn om in 75 minuten heen en weer te rijden tussen de veerboot/snelboot en Oosterend. Verder zullen met de gemeente afspraken worden gemaakt over het gebruik van het Havenplein.
Ameland 1. Aansluitnorm De ritten dienen het gehele jaar door op z’n vroegst 30 minuten en uiterlijk 15 minuten voor het vertrek van de veerboot te eindigen bij de veerboot. 2. Omloop De provincie zal met de gemeente Ameland afspraken maken over de wegen voor het openbaar vervoer. Uitgangspunt daarbij is dat het mogelijk moet zijn om in een uur heen en weer te rijden tussen de veerboot en Hollum/Jeugdherberg via Nes en Ballum. Verder zullen met de gemeente afspraken worden gemaakt over het gebruik van de veerdam.
Schiermonnikoog 1. Aansluitnorm De ritten dienen het gehele jaar door op z’n vroegst 30 minuten en uiterlijk 15 minuten voor het vertrek van de veerboot te eindigen bij de veerboot.
12
2. Omloop De provincie zal met de gemeente Schiermonnikoog afspraken maken over de wegen voor het openbaar vervoer. Uitgangspunt daarbij is dat het mogelijk moet zijn om in een half uur heen en weer te rijden tussen de veerboot en de kern Schiermonnikoog. Verder zullen met de gemeente afspraken worden gemaakt over het gebruik van de veerdam.
5.4
Eisen ten aanzien van de haltes
Inrichting haltes 1. De locatie De vervoerder draagt zorg voor de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de haltepalen. De gemeente is eigenaar van de bushokjes op het eiland. De gemeente bepaalt, na overleg met de vervoerder, waar bushokjes worden geplaatst, vervangen of afgebroken. De vervoerder moet alle bestaande haltes aandoen volgens de in de offerte aangegeven route. De provincie kan in overleg met de vervoerder en de gemeente bepalen dat hiervan wordt afgeweken. Bij vraagafhankelijk vervoer wordt alleen tussen die haltes gereden waarnaar vraag is. Het is wenselijk dat de vervoerder ook de mogelijkheid biedt aan reizigerstarief om, al dan niet tegen een meerprijs voor de reiziger, bij de voordeur van het bestemmingsadres te worden afgezet, danwel vanaf de voordeur wordt opgehaald. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eventuele aanleg van haltekommen. 2. Halteaanduiding De vervoerder draagt er zorg voor dat de haltes zijn voorzien van een haltebenaming en (zolang het NVB geldig is) het zonenummer. 3. Vertrektijdentabel De vervoerder dient de haltes te voorzien van een actuele vertrektijdentabel, de route en de eindbestemming. Het is wenselijk dat op de vertrektijdentabel ook de tarieven worden vermeld. 4. Reclame Het voeren van reclame op de haltepaal is toegestaan, mits dit niet aanstootgevend is. De beoordeling of reclame al dan niet aanstootgevend is, wordt overgelaten aan de Reclame Code Commissie. Reclame op openbaar vervoervoorzieningen op de Waddeneilanden moet bovendien in overeenstemming zijn met het gemeentelijk reclamebeleid. Het voeren van reclame op bushokjes valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
13
5.5
Wensen ten aanzien van de haltes
Wenselijk is dat de vervoerder de haltes voorziet van halte-informatie volgens de meest optimale standaard in het openbaar vervoer. Deze standaard wordt beschreven in het bestek.
5.6
Eisen ten aanzien van de voertuigen
Inrichting 1. Maatvoering Voor Vlieland geldt als eis dat de voertuigen een lengte hebben van circa 10 meter. 2. Toegankelijkheid Het voertuig dient zodanig te zijn uit gerust dat passagiers met bagage snel kunnen in- en uitstappen. Vanaf 1-1-2010 dient per rit minimaal één zelfstandig reizende rolstoelgebruiker mee te kunnen reizen. 3. Mogelijkheden voor bagage In het voertuig moet voldoende bagageruimte zijn. Deze eis geldt niet voor voertuigen die worden ingezet op verbindingen die niet zijn gericht op vervoer naar of vanaf de veerboot/snelboot. 4. Verhouding zit- en staanplaatsen De capaciteit van het voertuig bestaat voor minimaal 40% uit zitplaatsen. Hierbij wordt uitgegaan van de eis uit het Rijkskeuringsbesluit van 4 passagiers per m2. Deze eis geldt niet voor taxi’s en taxibusjes. 5. Comfort in het voertuig De vervoerder dient ervoor te zorgen dat de reiziger zich comfortabel per openbaar vervoer kan verplaatsen. Om hiervoor te zorgen dient de vervoerder onder andere te zorgen voor: voldoende beenruimte, een goede vering van het voertuig, een schoon voertuig en een goed werkende klimaatbeheersing. De voertuigen dienen rookvrij te zijn. Er mag nooit aan boord van de bus worden gerookt, ook niet door de chauffeur, ook niet tijdens pauzes. In het voertuig is het niet toegestaan een radio aan te hebben staan Reclame op het voertuig is toegestaan mits dit niet aanstootgevend is. Reclameuitingen die geheel of gedeeltelijk over de ramen worden geplakt, zijn niet toegestaan. 6. Leeftijd wagenpark De maximum leeftijd van ieder in te zetten voertuig is gedurende de looptijd van de concessie 10 jaar.
14
7. Communicatiemiddelen In het voertuig dienen communicatiemiddelen aanwezig te zijn om met andere voertuigen alsmede met degene die gaat over de inzet van extra voertuigen te kunnen communiceren. 8. Milieueisen: Alle in te zetten voertuigen dienen te voldoen aan de Euro 5 norm.
Uiterlijk van het voertuig 1. Bestemmingsaanduiding en lijnnummer De bestemming en het lijnnummer dienen correct en duidelijk leesbaar op de voorkant van het voertuig te worden aangegeven. Het is wenselijk dat het lijnnummer ook op de zijkant en achterkant van het voertuig leesbaar is. 2. Herkenbaarheid De binnen het concessiegebied in te zetten voertuigen dienen herkenbaar te zijn als openbaar vervoermiddel. Daarbij dienen minimaal naam van de vervoerder, bestemming en lijnnummer te worden vermeld op de voertuigen te worden vermeld. Indien een voertuig voor openbaar vervoer wordt ingezet voor commercieel vervoer, dient herkenbaar te zijn dat sprake is van commercieel vervoer.
5.7
Wensen ten aanzien van de voertuigen
1. Maatvoering Voor vraagafhankelijk vervoer dat wordt ingezet op verbindingen die niet zijn gericht op vervoer naar of vanaf de veerboot/snelboot, zijn kleine voertuigen zoals midi- en minibussen toegestaan. 2. Toegankelijkheid De inzet van lagevloerbussen is wenselijk, zodat mensen die moeilijk in en uit kunnen stappen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Bovendien vereenvoudigt dit eveneens het in- en uitstappen voor mensen met bagage. Het is wenselijk dat vanaf 1-1-2008 per rit minimaal één zelfstandig reizende rolstoelgebruiker mee kan reizen. 3. Diversen Een wens van de gemeente Schiermonnikoog is dat voor de brandstofvoorziening en het wassen van de voertuigen op Schiermonnikoog gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk tankstation annex wasserette aan de Veerweg. De gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog vinden het wenselijk dat de voertuigen, bij voorkeur in een overdekte stalling, bij elkaar worden opgesteld op de momenten dat deze niet worden ingezet voor de uitvoering van de dienstregeling.
15
De bij punt 3 genoemde wensen zijn wensen van de gemeenten. Deze maken geen onderdeel uit van de gunningscriteria.
5.8
Eisen ten aanzien van het personeel
Eisen aan het rijdend en niet-rijdend personeel 1. Klantvriendelijk Voor het personeel geldt dat zij klantvriendelijk dienen te zijn en een dienstverlenende instelling dienen te hebben. Dit houdt onder andere in dat zij vragen van reizigers met betrekking tot het vervoer in het concessiegebied juist en netjes dienen te beantwoorden. Het personeel dient bekend te zijn met het vervoergebied. De contacten tussen de provincie en de vervoerder dienen te geschieden in de Nederlandse taal. 2. Taalbeheersing Het is noodzakelijk dat het personeel de Nederlandse taal spreekt, verstaat en schrijft, en de Friese, Duitse en Engelse taal begrijpt. Aanvullende eisen aan het rijdend personeel 1. Kleding Het rijdend personeel dient bedrijfskleding te dragen bij het uitvoeren van de dienstregeling. 2. Logo en bedrijfsnaam Op de kleding dienen duidelijk zichtbaar het logo en de handelsnaam van de vervoerder aanwezig te zijn. 3. Veilig en comfortabel vervoer Het rijdend personeel dient ervoor te zorgen dat de reizigers veilig, comfortabel en volgens de dienstregeling worden vervoerd. Dit kan betekenen dat zij reizigers die moeilijkheden ondervinden bij het in- of uitstappen een helpende hand bieden. 4. Orde en rust Het rijdend personeel dient ervoor te zorgen dat de orde en rust in het voertuig wordt gehandhaafd. 5. Hartreanimatie Het rijdend personeel moet vanaf 1 juli 2009 hartreanimatie kunnen toepassen in geval van hartproblemen van reizigers. In verband met deze eis moet het rijdend personeel uiterlijk op 1 juli 2009 beschikken over een hartreanimatiecerticaat dat gedurende de gehele concessieperiode geldig is.
16
6. OV-chipkaart Het streven is om vanaf 1-1-2008 de OV-chipkaart in te voeren op de Waddeneilanden. Het rijdend personeel zal dan ook vertrouwd moeten zijn met het kaartassortiment, de tarieven en de werking van het OV-chipkaartsysteem. 7. Communicatiemiddelen De chauffeur is vertrouwd met de communicatiemiddelen die in het voertuig gebruikt worden. 8. Overname personeel De vervoerder is gehouden conform de wettelijke bepalingen het bij het huidige vervoer betrokken directe en indirecte personeel over te nemen.
5.9
Wensen ten aanzien van het personeel
Geen specifieke wensen.
5.10
Eisen ten aanzien van tarieven en vervoerbewijzen
De provincie geeft er de voorkeur aan om op de Waddeneilanden geen OV-chipkaart in te voeren. Zij verwacht echter dat de minister van Verkeer en Waterstaat hier niet meer akkoord gaat. Het is de bedoeling dat op de vaste wal van Fryslân per 1 januari 2008 volledig wordt overgestapt op de OV-chipkaart. Daarom streeft de provincie ernaar om de overgang naar de OV-chipkaart op de Waddeneilanden ook per die datum realiseren. Daarnaast blijven kartonnen kaartjes verkrijgbaar voor reizigers die niet over een OVchipkaart kunnen of willen beschikken.
Kaartassortiment 1. OV-chipkaart Er wordt naar gestreefd dat bij de start van de nieuwe openbaar vervoerconcessies voor de Waddeneilanden, dat wil zeggen per 1 januari 2008, reizigers gebruik kunnen maken van de OV-chipkaart. 2. Specifieke kaart voor toeristen Voor toeristen moet de vervoerder een kaartsoort aanbieden, die voldoet aan de gestelde eis dat zij gemakkelijk en betaalbaar met het OV op de eilanden moeten kunnen reizen. De kaartsoort dient met een minimale investering te passen binnen de afspraken tussen provincie en ministerie van Verkeer en Waterstaat. 3. Tarief basisvoorzieningenniveau De invoering van de OV-chipkaart mag niet leiden tot een verhoging van het gemiddelde reizigerstarief voor het basisvoorzieningenniveau op de Waddeneilanden. In het bestek zal worden aangegeven wat het huidige gemiddelde reizigerstarief is. Vanaf 2009 is wel een indexering mogelijk als gevolg van loon- en prijsstijgingen in het openbaar vervoer.
17
4. Tarieven voor vervoer bovenop basisvoorzieningenniveau Voor het vervoer bovenop het basisvoorzieningenniveau mag een hoger reizigerstarief worden gevraagd dan voor het basisvoorzieningenniveau. 5. Nachtbus De Nachtbus op Terschelling mag tegen een kostendekkend tarief voor de reiziger worden geëxploiteerd. In de offerte moet worden uitgelegd hoe de exploitatie van dit vervoer kostendekkend wordt gemaakt. 6. Combikaarten De vervoerder die het vervoer verricht op Vlieland en/of Terschelling moet met Arriva Openbaar Vervoer N.V. te Heerenveen afspraken maken over de ontwikkeling, distributie, marketing, verkoop en verrekening van vervoerbewijzen die recht geven op gecombineerd vervoer met de trein naar Harlingen-Haven, met de veerboot naar Vlieland of Terschelling en met het openbaar vervoer op Vlieland of Terschelling. De vervoerder moet met Connexxion Openbaar Vervoer N.V. te Hilversum/Joure afspraken maken over de ontwikkeling, distributie, marketing, verkoop en verrekening van vervoerbewijzen die recht geven op gecombineerd vervoer met de bus van het centrale busstation te Leeuwarden naar de veerbootterminal te Holwerd, Veerdam of Lauwersoog, Veerdam, met de veerboot naar Ameland of Schiermonnikoog en met het openbaar vervoer op Ameland of Schiermonnikoog. De vervoerder moet reizigers die in het bezit zijn van een geldig vervoerbewijs voor gecombineerd vervoer, zoals hierboven bij dit punt genoemd, vervoeren op het eiland. Op Ameland wordt waarschijnlijk in 2007 de zogeheten Amelandkaart ingevoerd. De gedachte is dat op vertoon van deze kaart, waarmee bijvoorbeeld de entree tot musea, fietshuur of toegang tot het zwembad mogelijk is, ook met het openbaar vervoer kan worden gereisd. De Amelandkaart wordt in de markt gezet door de VVV. Als deze kaart wordt ingevoerd, dient de vervoerder deze te accepteren. De vervoerder ontvangt hiervoor een vergoeding per kaarthouder. In het bestek zal deze vergoeding worden genoemd. Bij gebleken succes overwegen de andere Waddeneilanden ook de uitgifte van zo’n kaart, die eventueel kan uitgroeien tot een Waddenpas. De vervoerder dient ook deze kaart te accepteren, mits de vervoerder en de andere Waddeneilanden tot overeenstemming komen over een vergoeding per kaarthouder die hier tegenover moet staan.
Kaartverkoop Uitvoering De vervoerder dient zorg te dragen voor de verkoop van de OV-chipkaart in de ingezette voertuigen, en voor de opzet van distributiepunten op de Waddeneilanden, en zich ervoor in te spannen dat de OV-chipkaart wordt verkocht bij de kassa’s waar een bootkaartje naar de eilanden wordt verkocht. 18
5.11
Wensen ten aanzien van tarieven en vervoerbewijzen
Geen specifieke wensen.
5.12
Eisen ten aanzien van de informatievoorziening
Reisinformatie 1. Dienstregeling De vervoerder dient een gedrukte dienstregelingfolder ter beschikking te stellen. Deze dienstregelingfolder dient minimaal 2 weken voor de inwerkingtreding van de nieuwe dienstregeling gratis algemeen verkrijgbaar te worden gesteld. De dienstregeling dient bovendien via internet te kunnen worden geraadpleegd. 2. Wijzigingen Bij tussentijdse wijzigingen in de dienstregeling dient de vervoerder een nieuwe dienstregelingfolder uit te brengen en de dienstregeling op internet te actualiseren. 3. Inhoud dienstregelingsfolder In deze dienstregelingfolder dient minimaal de volgende informatie te staan: Een dienstregeling van het OV inclusief de geplande aankomst- en vertrektijden van de veerboot/snelboot, bij voorkeur inclusief de complete dienstregeling van de veerboot/snelboot en de verbindingen daarvandaan naar Leeuwarden). De tarieven. Het landelijke reisinformatienummer voor openbaar vervoer. Een lijnenkaart (kaart van het eiland + buslijnen). Informatie over de aanvraagprocedure, waaronder het telefoonnummer, voor vraagafhankelijk vervoer (als dit er is). Telefoonnummer en adresgegevens voor het indienen van klachten. Telefoonnummer, adresgegevens en de internet-site van de geschillencommissie. 4. Verkrijgbaarheid reisinformatie Deze dienstregelingfolder dient verkrijgbaar te zijn in de ingezette voertuigen, bij de VVV op het eiland, bij de OV-chipkaart-voorverkooppunt(en), in de veerbootterminal op de vaste wal, op de veerboot/snelboot en op of in de directe omgeving van het centrale bus- en treinstation te Leeuwarden. De vervoerder dient ervoor zorg te dragen dat de bovengenoemde telefoonnummers ook op meer dan één andere wijze dan in de dienstregelingfolder bekend worden gemaakt bij de reiziger. Te denken valt aan internet, posters in het voertuig of specifiek foldermateriaal. 5. Reisinformatiesysteem De vervoerder dient de dienstregeling te laten opnemen in de databank van een landelijk reisinformatiesysteem (conform artikel 14, lid 1 van de Wet personenvervoer 2000).
19
6. Kosten informatievoorziening De kosten van de informatievoorziening komen voor rekening van de vervoerder. 7. Bootbusdienst In alle bussen die de bootbusdienst onderhouden, dienen alle haltes altijd duidelijk en verstaanbaar om te worden geroepen. Deze eis geldt dus niet voor taxi’s en taxibusjes die worden ingezet voor het vraagafhankelijk vervoer. Voor de andere lijnen geldt dat een chauffeur de haltes duidelijk en verstaanbaar dient om te roepen, indien een passagier hierom vraagt. In plaats van het omroepen door de chauffeur is het toegestaan om in de bussen alle haltes automatisch te laten omroepen of deze via een voor de reiziger duidelijk zichtbaar display in de bus te laten weergeven.
5.13
Informatievoorziening in bijzondere omstandigheden
Tijdelijke wijzigingen dienstregeling Tijdelijke wijzigingen ten aanzien van de dienstregeling en/of de routevoering dienen duidelijk in het voertuig en op de haltes te worden aangegeven dan wel te worden omgeroepen.
5.14
Wensen ten aanzien van de informatievoorziening
Geen specifieke wensen.
5.15
Eisen ten aanzien van de klantenservice
Contacten met klanten 1. Klantenservice De vervoerder dient een klantenservice op te zetten waar de reizigers terecht kunnen met hun klachten en/of suggesties. 2. Klachtenregeling De vervoerder dient zelf een klachtenregeling op te zetten en uit te voeren. Klachten moeten zowel telefonisch, per e-mail, per fax als per brief kunnen worden verzonden. De vervoerder moet bij het opstellen van de klachtenregeling in ieder geval rekening houden met de volgende randvoorwaarden: - Binnengekomen klachten moeten binnen 4 weken na ontvangst door de vervoerder worden afgehandeld. - Binnen 3 werkdagen na de datum van ontvangst door de vervoerder dient een ontvangstbevestiging naar de klager te worden gestuurd.
20
6
Elke klacht en het antwoord daarop worden in afschrift verzonden naar de concessiebeheerder. Indien een reiziger niet tevreden is met de afhandeling van zijn klacht, heeft hij de mogelijkheid bij een onafhankelijke geschillencommissie de afhandeling te toetsen. Deze commissie heeft het recht een oordeel te vellen en de vervoerder bij nalatigheid of onjuist handelen een boete op te leggen.
Duurzame brandstoffen
In het PVVP is de volgende passage opgenomen over duurzame brandstoffen: “Zoals ook aangegeven in het Frysk Miljeuplan 2006-2009, zal de provincie een leidende rol vervullen bij het overschakelen op duurzame brandstoffen of (aard)gas. Daarvoor zal bij de aanbesteding van het openbaar vervoer de mate van gebruik van duurzame brandstoffen c.q. (aard)gas zwaar wegen.” In het bestek zal een meerprijs worden uitgevraagd voor de verschillende vormen van duurzame brandstoffen c.q. (aard)gas.
7
Infrastructuur
De infrastructuur voor het openbaar vervoer op de Waddeneilanden bestaat uit haltepalen, bushaltes en per eiland een busstalling. De haltepalen op Vlieland zijn eigendom van de zittende vervoerder Taxicentrale Renesse. Voor wat betreft de haltepalen op Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog geldt dat deze in eigendom zijn van Arriva. Het overnemen van deze haltepalen wordt niet verplicht gesteld, maar mocht het vervoer na de aanbesteding bij een ander dan de zittende vervoerder terecht komen, dan kan worden onderhandeld met die vervoerder over een overname van de haltepalen. De bushaltes zijn in eigendom van de eilandgemeenten. Het beheer en onderhoud hiervan is voor rekening van deze gemeenten. De busstallingen zijn in eigendom van Arriva.
8
Personeel
In artikel 37, lid 1 de Wet personenvervoer 2000 is opgenomen dat de nieuwe vervoerder al de direct en indirect ten behoeve van de verrichting van het openbaar vervoer waarvoor de concessie wordt verleend werkzame personen dient over te nemen van de zittende vervoerder. In de praktijk betekent dit waarschijnlijk dat al het zittende personeel overgaat naar de nieuwe vervoerder.
21
9
Financiële relatie
Ten aanzien van de vergoedingssystematiek zijn de volgende uitgangspunten opgesteld: de vervoerder mag de opbrengsten uit de kaartverkoop aan reizigers houden; • de vervoerder draagt het risico als de opbrengsten uit de kaartverkoop lager zijn dan hij van tevoren geraamd heeft; • voor het openbaar vervoer heeft de provincie een bedrag van € 1.250.000 miljoen per jaar (prijspeil 2008) beschikbaar. Dit bedrag is exclusief de eventuele meerkosten van de OV-chipkaart.
10
Wijze van concessieverlening
De Europese richtlijn Dienstlijn 2004/18/EG biedt de mogelijkheid om te gunnen op prijs of economisch meest voordelige aanbieding. In gewoon Nederlands: er kan worden gegund op de laagste prijs of de beste prijs-/kwaliteitverhouding. Bij deze aanbesteding wordt gegund op basis van de beste prijs-/kwaliteitverhouding. Er wordt 1 bestek uitgebracht, waarin onderscheid wordt gemaakt per eiland. Elk eiland vormt een perceel, zodat belangstellenden kunnen bepalen of zij voor 1 of meerdere eilanden een bod uitbrengen.
11
Concessiebeheer
De provincie verzorgt tot nu toe het beheer van de openbaar vervoerconcessies voor Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog. De gemeente Ameland wil graag een eigen rol vervullen bij het beheer van de concessie voor het openbaar vervoer op Ameland. Bekeken zal worden of hiervoor een constructie kan worden opgezet, waarbij de gemeente Ameland binnen de provinciale verantwoordelijkheid voor het concessiebeheer bepaalde beheertaken op zich kan nemen.
22