Handleiding voor Trainers seizoen 2014 / 2015
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
Handleiding voor trainers. Een trainer moet de volgende eigenschappen bezitten.
De trainer: -
Is vaardig, passend bij het te trainen niveau Heeft tactisch inzicht Is communicatief sterk Is flexibel ingesteld Is geduldig, sociaal en didactisch vaardig Bezit organisatorisch vermogen Coacht op een positieve manier Legt een actieve en creatieve instelling aan de dag Toont interesse voor andere trainers en teams Is in staat spelers te motiveren Bevordert de teamgeest Handhaaft de discipline tijdens de training en de wedstrijd Staat open voor nieuwe trainingsvormen voorgesteld vanuit de TC
De trainers zijn te verdelen in een aantal groepen: 1. De hoofdtrainer 2. De trainer 3. De keeperstrainer
De hoofdtrainer: -
-
Geeft 2 keer per week training aan de het eerste selectieteam De selectie traint 1 x keer per week samen. Bereid trainingen voor en mail deze aan de technische commissie Doet het coachen van het 1e team van zijn selectie Neemt deel aan in- en externe scholingactiviteiten Neemt deel aan het trainersoverleg Begeleidt anders trainers Heeft overleg met de leider, maar heeft uiteindelijk op wedstrijddagen de eindverantwoording. Bij eventuele blijvende conflicten is het de bedoeling dat de TC wordt ingelicht. (zie onderstaande toelichting) Geeft begeleiding aan de overige trainers in zijn groep(o.a. met trainingsstof) Overlegt met de technisch commissie..
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
De trainer: -
-
Geeft 1 of 2 keer per week training aan zijn team Doet het coachen van zijn team. Kan eventueel deel aan in- en externe scholingactiviteiten Neemt deel aan het trainersoverleg Heeft overleg met de leider, maar heeft uiteindelijk op wedstrijddagen de eindverantwoording. Bij eventuele blijvende conflicten is het de bedoeling dat de TC wordt ingelicht. Krijgt via de hoofdtrainer altijd de training van de selectie en kan deze gebruiken. Overlegt met de technisch commissie..
De keeperstrainer: De keeperstrainer geeft training aan de jeugdkeepers. Hij geeft training volgens de Hoek methode.
1.1
B junioren
Leer doelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt in het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: • • • • • • •
Spelen voor de winst. Leren juiste beslissingen te nemen in belang van het resultaat, leren dat individuele kwaliteiten rendement gaan opleveren (wedstrijd mentaliteit). Spelen in belang van het team. Leren verantwoordelijkheid te nemen voor taak en positie in het team (team mentaliteit) Principes van het positiespel beheersen. In positie/zone spelen/dekken, ruimte herkennen tussen de linies, onder druk/weerstand spelen en de omschakelmomenten beheersen. Aanleren in en tegen meerdere spelsystemen te spelen. Spel tegenstander kunnen analyseren en wedstrijdtactiek ontwikkelen. Trainen op uithoudingsvermogen, kracht en snelheid. Mag niet ten koste gaan van kwaliteit. Techniek en inzicht onderhouden/ontwikkelen. Specifiek gericht op de positie waarin de speler zich specialiseert. Leren elkaar op de goede manier te coachen.
Profiel & leervermogen De B spelers van 15-16 jaar zijn pubers waarvan het gedrag en motivatie gepaard gaat met de nodige emotionele onrust. De motivatie kan in deze periode dus heel wisselend zijn. Spelers kunnen in een bepaalde periode “wegvallen”. Ook de prestaties in een wedstrijd zijn soms zeer wisselvallig. In het algemeen is deze leeftijdsgroep erg gemotiveerd en is men kritisch zowel op anderen als op zichzelf. B- spelers zijn al in staat om het spel kritisch te analyseren. In de B- jeugd speelt de zogenaamde “pikorde” vaak een rol. Opvallend is ook de neiging om afspraken te verwaarlozen. Van de andere kant kunnen deze spelers best wel goed op hun verantwoordelijkheidsgevoel aangesproken worden. Eigen normen kunnen wel eens in conflict komen met het groepsgevoel. Het winnen van wedstrijden was voor deze spelers al belangrijk toen ze in de C-jeugd speelden maar nu krijgt dit ook echte waarde toegekend. De manier waarop een wedstrijd gewonnen wordt, kan nu objectiever beoordeeld worden en eigen prestatie en teamprestatie kunnen redelijk worden ingeschat. Als de spelers de vorige fase redelijk hebben doorlopen, kunnen ze ook zelf aangeven wat er globaal wel en niet functioneerde. Je staat soms versteld van het scherpe analysevermogen van sommige spelers.
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
De directe wedstrijd(de vorige of de aankomende) wordt nu ook het referentiekader van waaruit geput wordt voor de trainingsinhoud. Specifieke kwaliteiten van spelers worden bij de B-junioren gebruikt voor het team. De B-junioren trainer-coach merkt hoe belangrijk het is voor een speler dat hij weet met welke gedachte de ploeg speelt, en dat iedereen met dezelfde grondgedachte speelt. Dan pas zijn allerlei keuzes te maken en kunnen spelers de betekenissen realiseren en samenwerken. Het begrijpen van elkaar, het elkaar aanvoelen in een spelsituatie worden zo veel eenvoudiger te begrijpen. Het begint bij een paar simpele afspraken en kan heel ver doorgevoerd worden. Als eenmaal de groeispurt achter de rug is, kan de belastbaarheid(kracht en uithoudingsvermogen) verhoogd worden. Zeker bij amateurclubs met een geringe trainingsfrequentie zullen deze onderdelen door vormen met bal verbeterd moeten worden. Bij de tweedejaars B spelers zie je meestal een duidelijke verbetering van de algehele lichaamscoördinatie. Anderzijds moet een Bjunioren trainer-coach nog oog hebben voor de verschillen, die er nog kunnen zijn tussen de eersteen tweedejaars B-spelers. Hij zal op zoek moeten gaan naar mogelijkheden om te differentiëren om op de verschillen tussen biologische en kalenderleeftijd. Bij de leeftijdscategorie van de B- jeugd is de kans groot dat spelers gaan afhaken. Om precies te achterhalen wat er speelt is een deskundige aanpak nodig. Spelers en team zelf, ouders en trainer/coach/leider zullen een oplossing met elkaar moeten vinden! •
•
• • •
Spreek af hoe er met de veranderde mentaliteit, die B -spelers zeker tot uiting laten komen, wordt omgegaan. Schep duidelijkheid door concrete afspraken en wees consequent in de naleving ervan. De verschillen tussen een eerstejaars en tweedejaars B -speler kunnen zeker in het begin van het seizoen heel groot zijn. Daardoor heeft de begeleiding van het team het meestal druk met begeleiden, corrigeren, belonen en ondersteunen van spelers. Vooral omdat in deze leeftijd de overgang plaats vindt naar volwassenheid. Door deze veranderingen kan een speler “uit vorm raken”. Eigen identiteit (wie ben je, wat kan je?) moet in die fase benadrukt worden. De speler wil zo graag volwassen reageren, maar kan dat (nog) niet. Uitleg, voorbeeld, motivatie zijn nu noodzakelijk. Zoek niet voortdurend de confrontatie op. Omdat de groep bestaat uit “kinderen” en “volwassenen” moet ook tactisch verschillend gecoacht worden. Weerstandstraining als voorbereiding op kracht en hersteltraining moet gedifferentieerd gegeven worden in verband met het verschil in fysieke ontwikkeling. Belasting, belastbaarheid levert ook hier een zeer verschillend beeld op. De één maakt vroegtijdig de stap naar de A-jeugd, de ander krijgt extra rust voorgeschreven.
Houdt dus rekening met factoren die niet direct iets met het voetbal te maken hebben maar wel van invloed zijn op de teamprestatie: • • • • •
Minder invloed ouders en vaker onvoorspelbaar gedrag Groei naar volwassenheid, andere zaken worden ook belangrijk (uiterlijk, baantjes, brommers enz) Verschil in fysiek kan groot zijn, houdt daar op training ook rekening mee Wees alert op afvallers, onderling gedrag (ook fysiek) kan leiden tot negativiteit Leer je spelers kennen d.m.v. 1 op 1 gesprekken
Belangrijkste speerpunt in het leerproces bij de B-jeugd is het gaan spelen voor de winst en als team. Dat houdt in dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn team taken en functie in het team en samenwerkt om te winnen (wedstrijd mentaliteit en team mentaliteit). Bij de F tm C jeugd zijn techniek, de balbeheersing, de spelvormen en taken (wat doen we in balbezit enz.) geleerd. Bij de B wordt ook echt verlangd dat de spelers de aangeleerde/ontwikkelde kwaliteiten gaan toepassen, in dienst spelen van het team en dat wordt gespeeld voor de winst. Presteren zit ‘m vooral in leergierig zijn, kritisch zijn op jezelf, willen winnen, initiatief nemen en verantwoordelijkheidsgevoel hebben
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
ten aanzien van je functioneren in een groep. Op zulke gebieden moeten spelers leren volwassen te worden. Plezier en beleving zijn voorwaarden voor ontwikkelen en presteren op elk niveau maar je moet ook aan jezelf en de ploeg ‘werken’. Ten aanzien van het voetbal worden de volgende zaken dus van groter belang: • • • • •
• •
Spelen voor de winst, dat houdt in dat zij leren beslissingen te nemen in het belang van het resultaat. Keuze tussen een risicovolle of veilige oplossing. Grote aandacht voor de competitie. Wedstrijd echte coaching. Wedstrijd rijpheid aanwezig Kracht en snelheid worden belangrijk en mag worden getraind, hoewel snelheid en kracht niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit. Loop- en coördinatie- en lenigheids oefeningen zijn van belang. Het positie spel (spelers moeten in posities/zones kunnen spelen), omschakelmomenten en spelen onder druk wordt belangrijker en vaker toegepast Teambuilding en mentale ontwikkelingen
Selectie & overige teams Aanvallend voetbal: Vv Zwanenburg Daar waar er sprake is van een selectie team, willen we vanuit dit Jeugd Technisch plan uitdragen dat we bij VV Zwanenburg altijd zoeken naar aanvallend voetbal. Als je als doelstelling hebt om doelpunten te maken, in plaats van ze alleen te willen voorkomen, draagt dit altijd bij aan spelvreugde. Opstelling en wisselbeleid: Bij het opstellen van spelers in de teams is het beleid dat elke speler het recht heeft om een gelijk aantal speelminuten te krijgen als de andere spelers. Het wisselen dient via een evenwichtig roulatiesysteem te gebeuren. Daar waar sprake is van een selectie team, kan er vooraf een aangepaste regel worden bekend gemaakt door Team Trainer/Leider. Basis uitgangspunt is dat een selectie speler minimaal 60% van alle speeltijd speelt. De Team Trainer/Leider dient dit te bewaken. Doorstroming: Om de ontwikkeling van talentvolle spelers zo optimaal mogelijk te laten verlopen moeten deze kunnen doorstromen, primair in hun eigen leeftijd categorie. Dit is een taak van de Technische Commissie die dit samen met de team trainers/coaches dienen te bewaken en uit te voeren. Spelers met het vermogen aanzienlijk hoger te kunnen spelen, zullen hier over het algemeen een groter speelplezier door krijgen. Basis momenten voor (her)indeling is aanvang seizoen en winterstop. Bij hogere selectieteams kan hier vanaf geweken worden. Spelsysteem: Basis uitgangspunt binnen VV Zwanenburg is het 1-4-3-3 systeem. Met het spelen in dit systeem wordt bij de D-pupillen begonnen.
Spelconcept Bij de B junioren kan een begin worden gemaakt met andere spelsystemen op training en wedstrijd dan het eerder in de jeugd aangeleerde 1-4-3-3 systeem. Het is van belang dat daarbij ook het spelsysteem van de tegenstander wordt geanalyseerd en gebruikt.
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
De Opbouw. Bij balbezit keeper vindt de opbouw van achteruit plaats in principe via het inspelen van één van de vier verdedigers. De vleugelverdedigers (nummer 2 en 5) maken het veld breed (creëren dan ruimte voor 3 en 4), lopen in voorwaartse positie maar laten zich vallen (schuiven) en bieden zich aan. De nummers 3 en 4 maar ook de middenvelders 6,8 en10 bewegen en zijn aanspeelbaar. De posities 3 en 4 moeten uit elkaar in de positie waarbij 3 en 4 elkaar altijd rugdekking geven. Houdt in het positie spel voldoende afstand in verticale zin, horizontaal (op een lijn spelen) is risicovol. Het onderling naar voren coachen is hier erg belangrijk. Indien men niet weg kan komen omdat men tegen 3 positioneel verdedigende aanvallers staat en kort wordt gedekt moet men altijd inspelen over de grond of met een boogpass/uittrap de bal in de vrije ruimte van de pos. 7, 9 of 11 spelen. Deze voorhoede spelers moeten de bal kunnen vasthouden om te kaatsen op de middenvelders die bijsluiten of als ze ruimte hebben omdraaien en snelheid maken - passeeractie - actie na de actie. • • • • • •
Maak de ruimte groot (in de diepte en de breedte). De onderlinge afstanden niet te groot en niet te klein. Positiespel afgestemd op het creëren van diepte. Bij de opbouw naar voor toe – goed aansluiten van alle linies. De onderlinge afstanden tussen de spelers niet te groot. Scherpte en concentratie tijdens het positiespel.
De Aanval. • De spitsen (pos. 7 en 11) veld breed maken, nummer 9 loopt weg bij zijn directe bewaker. Alle drie spitsen moeten aanspeelbaar zijn. • De drie spitsen moeten leren om een voorbeweging te maken (los te komen van de tegenstander). • De speler in balbezit (in opbouw) zoekt de spits die aanspeelbaar is. Diepte ballen gaan voor breedte ballen (spel verleggen naar andere kant). • De middenvelders 6,8 en 10 stellen zich schuin achter de spits op en zijn aanspeelbaar. De spitsen schakelen zo nodig de middenvelders in voor de combinatie. • Bal verleggen naar de andere kant als alternatieve oplossing. Denk erom dat breedte ballen altijd met risico zijn (over de grond maar vooral door de lucht). • Druk zetten in de aanval als een van de spitsen schiet, moeten de andere twee naar de keeper om rebounds te zoeken (keeper, paal of lat). Ook de middenvelders staan in tweede linie opgesteld. Zorg dus voor een goede veldbezetting/positie voor het doel. • Leren om te anticiperen. Door het spel te lezen kun je alvast rekenen op een situatie die nog kan ontstaan. • Spitsen moeten altijd in beweging zijn, door stil te staan maak je kenbaar niet aanspeelbaar te zijn. Immers de verdediger staat dichter bij de bal en is er dus eerder. • Aanvallers en middenvelders moeten leren wat de scoringszone is. Daar moeten de spitsen zich altijd naartoe of in begeven. Middenvelders moeten zich vooral positioneel goed opstellen zodat na een afgeslagen aanval weer balbezit ontstaat. Verdedigend of balbezit tegenpartij. Bij de omschakeling van aanval naar verdedigend is de eigen positie t.o.v. geheel (positiespel) van belang. In eerste instantie dient de speler zich zelf de vraag te stellen welke ruimte verdedig ik. Dit is met name afhankelijk van de eigen ploeg en de tegenstander. Spelers (van aanvallers tot verdedigers) kunnen druk zetten door de speler in balbezit op te jagen of door de zone af te dekken of te verdedigen. Uitgangspunt is de bal zo snel mogelijk zien terug te veroveren, zo ver mogelijk van eigen doel af.
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
Organisatie: • • • • • • • • •
Coaching van keeper op achterhoede, achterhoede op middenveld, middenveld op voorhoede. Iedereen moet mee doen. Probeer zo ver mogelijk van het doel af verdedigen. Niet steeds het hoogste tempo, maar storen en jagen, het goede moment kiezen en dan voor 100% gaan. Maak de ruimte klein (in de lengte en in de breedte). De speler aan de bal wordt kort gedekt. Veroorzaak een kettingreactie: dwing de tegenstander om een slechte bal te spelen. Speel compact – houdt de onderlinge afstanden klein. Straal fanatisme uit.
Een strategie kan zijn om de tegenstander vast te zetten op eigen helft. Probeer dan: • • •
de zwakste opbouwer in balbezit te laten komen druk zetten met het hele team naar de bal tegenstanders ver van de bal loslaten en rugdekking te geven aan de eigen spelers die dichter bij de bal zijn.
De omschakelmomenten. Balverlies naar balbezit De omschakeling na balverovering is eigenlijk een kort moment van opbouwen. B junioren worden geacht een snelle omschakeling uit te voeren. Belangrijke aandachtspunten: •
•
•
•
•
Vleugelverdedigers meteen breed/diep weg. Na balverovering geldt de regel van ‘veld groot maken’. Vaak ligt de ruimte aan de zijkanten. Als de bal van de ene kant komt, ligt de ruimte meestal aan de andere kant. Voor het centrale duo geldt dan: snel uit elkaar en direct inschuiven als de situatie daar om vraagt. Vaak is het nodig dat één van de centrale verdedigers naar achteren uitzakt en naar die kant het veld groot maakt. Hij biedt zodoende de optie voor een eventuele terugspeelbal, om daarna te kunnen openen naar de andere kant. De andere centrale verdediger kan hetzelfde doen of zou door een paar passen naar voren de vrije man kunnen zijn op het middenveld, afhankelijk van de speelwijze van de tegenpartij. Het middenveld moet direct positie kiezen om zelf aanspeelbaar te zijn of om ruimte te maken voor medespelers. Denk bijvoorbeeld aan de centrale verdediger die inschuift en voor wie ruimte wordt gemaakt door de eigen middenvelders. Het grote voordeel is dat deze centrale verdediger op die momenten vaak met zijn gezicht naar voren staat, terwijl dat met de middenvelders minder vaak het geval is. Aanvallers: centrale spits 9 is het aanspeelpunt, terwijl 7 en 11 het veld meteen groot maken of tussen de linies aanspeelbaar zijn. Op het hogere niveau kan het zijn dat je andere keuzes maakt vanwege de specifieke kwaliteiten van je spelers. Hoe dan ook, in het jeugdvoetbal is het uitgangspunt dat het veld gelijk groot wordt gemaakt na balverovering. De speler die na balverovering aan de bal is dient minimaal drie opties af te wegen. De eerste en meest wenselijke optie is dat hij direct diep speelt. Je kunt op die manier één, twee of zelfs drie linies van de tegenpartij passeren. De tweede optie is dat je de bal uit de drukte haalt. Je lijdt in ieder geval geen balverlies en je geeft een medespeler een betere gelegenheid om gebruik te maken van de eventueel geboden ruimte. De derde optie is in de situatie dat balverlies leiden dat dodelijk zou kunnen zijn nadat je na balverovering zelf onder druk komt te staan en je ziet geen geschikte afspeelmogelijkheid naar een medespeler. Dan kun je er ook voor kiezen om bewust een bal achter de laatste lijn van de tegenstander te
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
spelen. Vervolgens kan het team daar drukzetten en heb je in ieder geval direct gevaar op eigen helft afgewend. Kortom: • • • • • •
Snel het veld groot maken. Alle spelers moeten mee doen. Aanleren snel afwegingen te maken en te beslissen en te handelen Indien nodig gebruik de keeper. Haal de bal uit de drukte (speel terug of breed/verleg naar de andere kant). Zet de organisatie neer.
Balbezit naar balverlies. Het uitgangspunt is: de bal zo snel mogelijk terugwinnen. • • • • • • • •
besteedt hier tijdens trainingen veel tijd aan het hele team zonder uitzondering. het team moet tussen bal en eigen doel komen. coaching en verdedigend denken zijn van elementair belang. tegenstander voor je houden ( positioneel terugverdedigen). straal fanatisme uit. indien uitgespeeld snel herstellen heb oog voor het gevaar, niet voor het waarom de scheidsrechter niet fluit.
Wedstrijdtactiek De B- jeugd is de leeftijdscategorie waarin al belangrijke tactische principes aangeleerd kunnen worden : • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Bij balverlies speelruimte meteen verkleinen. Vasthouden aan afgesproken organisatie. Voorkom een dieptepass. Druk uitoefenen op de balbezittende speler. Afspeelmogelijkheden afschermen. Basistaken vormen het uitgangspunt. Altijd de oplossing zoeken die het beste is voor je team en niet op de eerste plaats voor je zelf. Verdedigend geldt: zo opgesteld staan dat je bal en tegenstander kunt zien. Bij spelverplaatsing tegenstander moet de partij ‘kantelen’. Moment van vastzetten herkennen, op- en doorsluiten. Leer snel te anticiperen: in voetbal ben je NIET snel of langzaam, maar op tijd of te laat. Bij balbezit het speelveld zo groot mogelijk maken( diepte en breedte) Het doel van het opbouwen is het creëren van kansen. Geen risico in de opbouw op eigen helft. Zorg voor : open lijnen, voldoende steunspelers, het inschakelen van de derde man. Probeer bij balbezit te streven naar een man- meer situatie. Nooit met je rug naar je medespelers staan, dus ingedraaid staan. Diep gaat voor breed, breed gaat voor terug. Voorkom overtredingen: betekent balverlies.
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
Concrete aandachtspunten voor de wedstrijd. Opstelling en wisselbeleid: Bij het opstellen van spelers in de teams is het beleid dat elke speler het recht heeft om een gelijk aantal speelminuten te krijgen als de andere spelers. Het wisselen dient via een evenwichtig roulatie systeem te gebeuren. Maak van tevoren de regels bekend (bijv. gelijke speeltijd maar bij te laat komen, wangedrag, te weinig aanwezig op training enz. volgt extra wisselbeurt.). Bij een selectie team kan vooraf een aangepaste regel (bijv. wedstrijd/team belang) worden bekend gemaakt door de trainer/coach. Basis uitgangspunt is dat een selectie speler minimaal 60% van alle speeltijd speelt. De Team Trainer/Leider dient dit te bewaken. Wijs de spelers tijdens de wedstrijdbespreking op de basiseisen die aan alle spelers inclusief de wisselspelers gesteld moet worden t.w: 1. Plezier en een Positieve instelling dus benadering van elkaar. 2. Inzet moet 100% zijn. 3. Organisatie. 4. Discipline.
Coaching & training Profiel van de B-junioren coach Een goede B-junioren trainer-coach is op de eerste plaats eerlijk en consequent. Daarnaast beschikt hij zelf over kennis en inzicht in de basisprincipes van verschillende spelsystemen (zoals 1-4-3-3 en 14-4-2), bij B-junioren spelers kan het tactisch vermogen met sprongen vooruit gaan. Hij reserveert voldoende tijd voor persoonlijke gesprekken en houdt daarbij rekening met de emotionele uitingen, die bij deze leeftijdsgroep passen. Ook dient hij zich te kunnen verplaatsen in de belevingswereld van deze B-spelers, die overigens voortdurend verandert. Door ook buiten het voetballen aansprekende activiteiten te organiseren verstevigt hij de binding van de spelers met de club. Ook is deze B-junioren trainer-coach in staat om de voetbalproblemen uit de wedstrijd te vertalen in geschikte oefenstof, waarbij hij voortdurend rekening houdt met de grote verschillen in belasting en ontwikkeling binnen zijn spelersgroep. •
• • • • • •
• •
Heel belangrijk : maak goede afspraken over het gedrag tijdens trainingen en wedstrijden (verantwoordelijk zijn voor het materiaal), op weg naar een wedstrijd of in het kleedlokaal (wie ruimt er op?) Wees vooral eerlijk. Daar zijn jeugdspelers in deze leeftijd extra gevoelig voor. Behandel elke speler even consequent. Geen uitzonderingen maken voor bepaalde spelers! Laat de spelers meedenken over het spelsysteem, betrek ze erin door een beroep te doen op hun eigen verantwoordelijkheid. Geef zelf het goede voorbeeld en durf als dat nodig is ook jezelf als trainer-coach eens ter discussie te stellen wanneer je fouten hebt gemaakt (bijvoorbeeld een verkeerde opstelling). Zorg voor een goede en veilige prestatiesfeer. Accepteer geen vedetteneigingen en neem soms een speler in bescherming. Voer tijdens de trainingen, zeker voor de tweedejaars B- spelers, de weerstand, het tempo en de keuze mogelijkheden op. B-junioren kunnen al heel wat tactische grondbeginselen aan. Linie- en teamtactiek kunnen vrij gedetailleerd aan de orde komen. Dat vereist natuurlijk wel voldoende kennis van de Btrainer/coach met betrekking tot de basisprincipes en de taken per positie. Ook hier geldt weer: laat B-spelers meedenken over de oplossingen voor de voetbalproblemen. Bij B-junioren komen emotionele uitingen nogal eens voor. De B- trainer-coach ontkomt daarom niet aan het voeren van veel ”persoonlijke” gesprekken. Ze kunnen voor houvast en rust zorgen. Creëer ruimte in de training voor individuele training (training voor het individu in een groep).
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
• •
Dit versterkt en bevestigt de persoonlijkheid van de speler. Vooral bij hen die moeite hebben met de emotionele veranderingen. Zorg voor een goed begeleidingsteam, zodat problemen tijdig gesignaleerd kunnen worden.
Training Uitgangspunten voor de keuze van de oefenstof op de training: 1. Analyse van de wedstrijd • analyseer de vier hoofdmomenten (balbezit, balverlies, balbezit tegenstander, bal veroveren) • vertaal de wedstrijd in concrete voetbalproblemen en zoek daarbij de juiste oefenstof • streef naar minder fouten, verbeteren van de sterke punten die in de wedstrijd naar voren komen (benoem de sterke punten en vraag naar de zwakke punten) 2. Ontwikkeling van het spelconcept. - individueel; - linie; - team; - verleggen van accenten; - rode draad op technisch /tactisch gebied. 3. Ontwikkelen van de individuele speler. - verbetering van de zwakke punten op het gebied van techniek, tactiek, conditie en mentaliteit. - ontwikkelen / uitbouwen van de sterke punten op het gebied van techniek, tactiek, conditie en mentaliteit; - gebruik maken van de individuele training. Hou steeds rekening met het verschil in belastbaarheid binnen de B- groep. 4. ‘Dode’ spelmomenten kunnen nu meer aandacht krijgen. 5.
Zorg door een goede coaching ervoor dat de spelers oog krijgen voor de invloed die zij kunnen uitoefenen op het zogenaamde ‘wedstrijdritme’(variatie in wedstrijdtempo)
6. Hoe kunnen bij de gekozen oefenstof de specifieke kwaliteiten van de spelers aan bod komen? 7. Welke oefenstof is geschikt voor individuele training en werken aan specialisatie? - linie. - team. Aanreiken van specifieke oefenstof B junioren (zie B-junioren : Leren voetballen als team)
Concrete aandachtspunten bij de training Techniek : •
er valt stagnatie waar te nemen in het niveau van de techniek ; bij voortdurende trainingsactiviteit zal er geen achteruitgang optreden, zodat minimaal een stabilisering van het technische kunnen bereikt kan worden ;
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013
• • •
eventuele stoornissen in de motoriek zijn een vervolg van het tijdelijke verminderde motorische leervermogen ; het leertempo moet door differentiëren aangepast worden aan individuele verschillen; door toename in kracht is zeker bij de meeste tweedejaars B- spelers het passen over grote afstanden mogelijk.
Tactiek: • • • •
het inzicht in technisch- en tactisch handelen groeit ; de spelers maken ook scherp onderscheid tussen individuele tactisch handelen en groepstactiek ; aspecten van de speelwijze kunnen meer en meer theoretisch worden benaderd en in praktijksituaties worden toegepast ; er ontstaat een duidelijke vaardigheid in het analyseren van spelsituaties.
Conditie: • • • •
er is sprake van een toename van belastbaarheid, afhankelijk van de rijpingssnelheid; de motorische grondeigenschappen kunnen op vele manieren en zeer uitgebreid aan dacht krijgen; rekening houdend met de individuele verschillen in belastbaarheid kunnen al vele conditionele vormen (met bal) aan dacht krijgen; ook intervaltraining in aantrekkelijke vormen met bal kan in het programma opgenomen worden.
Motivatie: • • •
elke puber streeft naar een vorm van zelfstandigheid, waarbij de belangen van het elftal haaks staan op de persoonlijke denkbeelden ; binnen de trainingen dient het streven naar zelfstandigheid ingepast te worden binnen het functioneren in een groep ; streef zoveel mogelijk naar een positieve benadering, zowel op voetbalgebied als daarbuiten.
Algemeen: • • • •
• • • • • • • •
leg voortdurend tijdens de training de relatie met de wedstrijd ; werk doelbewust met formaties tijdens de trainingsvormen ; door de grote fysieke verschillen moet bewaakt worden dat de partijen ‘gelijk’ zijn ; De zogenaamde ‘kijktechniek’ verdient speciale aandacht : kijken voordat je de bal krijgt ; zo staan /lopen dat je kunt kijken ; vaak is kijken naar de bal verboden ; kijken doe je om ‘iets af te spreken’. In de belangrijke positiespelen kunnen B- spelers al met belangrijke details geconfronteerd worden, zeker op een wat hoger niveau : streef door loopacties naar de drie/vier afspeelmogelijkheden ; de medespeler dichtbij moet je wel eens overslaan ; leer te spelen tegen de looprichting van de tegenstander in ; speciale aandacht voor de driehoeken op het veld ; nooit in één lijn met je medespeler staan ; altijd de bal in de beweging aan- en meenemen ; verplicht de spelers eens om de bal aan te nemen en dan direct te spelen (het principe van ‘2x raken verplicht’).
Voor vragen kunt u altijd terecht bij de desbetreffende lid van de technische commissie.
Handleiding Trainers
Technische Commissie
10 Maart 2013